1. Z=A+B en Y=AB, wat is de absolute fout op Y en Z
|
|
- Gijs Janssens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1. Z=A+B en Y=AB, wat is de absolute fout op Y en Z Z = ( A) 2 + ( B) 2 ( ) 2 δa Y = Y + A ( ) 2 δb B 2. Geef de 7 basisgrootheden van het SI stelsel en de eenheden ervan. Wat is de dimensieformule van arbeid? Lengte L Meter Massa M Gram Tijd T Seconden Stroom I Ampère Temperatuur θ Kelvin Hoeveelheid stof N Mol Lichtsterkte J Candela Arbeid wordt uitgedrukt in Joule, en is een aantal Newton per meter. Newton zelf is een massa onderworpen aan een bepaalde versnelling. A = M L T 2 L = M L2 T 2 = M L 2 T 2 3. Bespreek de 2 wetten van Newton Als op een massa geen kracht inwerkt behoud de massa haar snelheid en richting Tenzij een lichaam een tegenwerkende of versnellende kracht ondervindt zal het z n snelheid behouden. Hieruit volgt dat een lichaam met a = 0 niet onderhevig is aan 1
2 een kracht tenzij de kracht zich loodrecht op de richting inwerkt. In dat geval veranderd enkel de richting maar niet de snelheid. Er wordt dan ook geen arbeid geleverd door de kracht! De kracht is evenredig met de versnellig, a = F en wordt tegengewerkt door de massa van het voorwerp, de inertiemassa m genaamd. Als op een lichaam meerdere krachten inwerken dan is dat hetzelfde als dat het de resultante van deze krachten had geweest die had ingewerkt. Dit is de inertie of traagheidswet van Newton. De eenheid van kracht is de Newton is een massa die aan een bepaalde versnelling onderworpen is. 4. Wat bedoelt men onder algemene gravitatie. Wat is het verband met zwaartekracht. Zwaartekracht is gewoon een vorm van de algemene gravitatie. De zwaartekracht is uitzonderlijk omdat hij gemakkelijk aangetoont kan worden, daar waar de algemene gravitatie moeilijk aantoonbaar is door de zeer geringe krachten. Twee massa s trekken mekaar aan met een kracht evenredig met hun massa s en omekeerd evenredig met de afstand tussen beiden. F = G m1 m 2 r 2 G is de graviteitsconstante van Cavendisch. Massa s trekken elkaar dus aan, maar deze kracht wordt exponentieel minder als de afstand groter wordt. 5. Bespreek het begrip arbeid. Hoe kan de arbeid berekend worden die een veranderende kracht inwerk op een kromlijnige baan? Men spreekt van arbeid als een kracht z n aangrijpingspunt verplaatst in de richting van de kracht. A = F s cos θ 2
3 Hieruit volgt dat er geen arbeid wordt gelevert als de kracht loodrecht inwerkt van dan is cos θ = 0. Men kan de arbeid berekenen van een kracht die een niet rechtlijnigparcours aflegt door integratie. da = F ds cos θ A = F ds cos θ weg 6. Bepaal de arbeid die geleverd moet worden om een veer over de afstand s e uit te rekken. De kracht om een veer uit te rekken tot s : F = k s waar k een constante is. De arbeid is : A = F s, maar deze kracht verschilt voor elke s. A = F s = se s b F (s b ) ds A = 1 2 k s2 e 7. Een massa m met snelheid v heeft een zekere kinetische energie, hoeveel bedraagt die en wat betekend ze Een massa die met een snelheid voortbeweegt heeft de mogelijkheid om arbeid te leveren (meestal door vertraging). De geleverde arbeid : W = A = m v2 2 3
4 8. Bereken de potentïeele energie in het zwaarteveld A = F s = mg (h 2 h 1 ) 9. Toon aan dat de wet van behoud van mechanise energie geldt tijdens de verticale valbeweging in het zwaarte veld. Beschouw een massa m op een hoogte h in een zwaarteveld. Op dit moment heeft de masse een potentïele energie van m g h. Als de massa begint te vallen neemt de potentïele energie af naar 0 en de kinetische energie stijgt tot m g h op het tijdstip dat het de grond raakt. E k = 1 2 m g2 t 2 E p = m g h 1 2 m g2 t 2 E t = m g h 10. Bespreek het begrip vermogen Vermogen drukt uit hoe snel een bepaalde arbeid geleverd kan worden en wordt uitgedrukt in Watt. P A. 1 Watt is de mogelijkheid om t 1 Joule per seconde te leveren. 11. Omschrijf het begrip temperatuur, bespreek 6 thermometers De temperatuur van een voorwerp hangt af van de mate waarmee de atomen van dat voorwerp trillen. Op het absolute nulpunt is er geen beweging meer. 4
5 Twee systemen met een verschillende temperatuur zullen na verloop van tijd in thermisch evenwicht komen, dwz dat ze een gelijke temperatuur krijgen. Thermokoppel Een koppel van 2 verschillende metalen wordt in het systeem gebracht waarvan men de temperatuur wenst te kennen. Aan de uiteinden ervan zijn koperverbindingen die op een referentie temperatuur gehouden worden en van koper zijn. Het koperjuncties worden aan de metalen bevestigd. Er ontstaat tussen de 2 koper een potentiaalverschil dat temperatuursafhangkelijk is. Electrische weerstand De weerstandswaarde van een resistor is zeer sterk temperatuursafhangkelijk. Weerstand kan tevens nauwkeurig gemeten worden. Optische pyrometer Op hoge temperatuur zenden lichamen electromagnetische straling uit. Door meting van de golflengte van die straling kan men de temperatuur meten. Gasthermometer Een thermometer op basis van drukverschil in 2 kolommen waarvan 1 verbonden met een gaszak in de te meten massa. Door het peilverschil in de 2 kolommen kan men de temperatuur meten. De vloeistofthermometer Een reservoir met kwik (ed) verbonden met een luchtledige dunne buis. Als de temperatuur stijgt dan zet het kwik uit in de buis waarna met op een geijkte schaal kan lezen hoe warm het is. Metaalthermometer Men bevestigd 2 metalen plaatjes (verschillende stoffen) aan elkaar, als de temperatuur veranderd zetten ze beiden anders uit waardoor het plaatje verbuigt. Men kan dan aan de hand daarvan afleiden hoe groot het temperatuursverschil is. 5
6 12. Bespreek de Celsius, Fahrenheit en Kelvin temperatuurschalen Celsius Smeltend ijs is 0 en kokend water 100. Fahrenheit Laagst mogelijke vriestemperatuur van een zoutoplossing is 0 F en de lichaamstemperatuur is 100 F. In deze schaal is het vriespunt van water 32 F en het kookpunt 212 F. Kelvin Dezelde schaalverdeling als de celsius schaal, maar 0Kis het absolute nulpunt ( C) T C = T K K T C = 5 9 (T F 32) 13. Bespreek de thermische lineaire, oppervlake en volume uitzettingsverschijnselen Lineair l = α l 0 T Als een voorwerp (bijv een staaf) verwarmt wordt zet de lengte evenredig uit met het temperatuursverschil. Oppervlakte Volume s S = S 0 (1 + 2α T ) V = V 0 (1 + 3α T ) γ = 3α 6
7 Holtes in lichamen zetten uit alsof ze van de stof zelf waren gemaakt. 14. Waarom is water een speciaal geval ivm thermische uitzetting Tussen de 0 en 4 krimpt water in, en krijgt het z n maximale dichtheid. (α < 0) 15. Geef en bespreek de wetten van Boyle-Mariotte, Gay-Lussac en Regnault. Hoe komt men met die wetten tot het begrip absolute nulpunt Boyle-Mariotte p V = Cte Gay-Lussac Regnault V = γ V T γ = p = β p T β = bij0 V = V 0 + γ V 0 T p = p 0 + β p 0 T Daaruit volgt : V = V 0 (1 + ) T γ 1 =
8 ) T p = p 0 (1 + β 1 = T kan dus nooit kleiner zijn dan Leg uit hoe men met deze 3 wetten tot de algemene gaswet komt en de algemene gasconstante Als de verhoudingen tussen p V, V T en p T constant zijn dan: p V T = constant Een massa van 1 mol bij 0 bij 1 atmosfeer (V is dus 22.4Len T=273.15K) heeft dan als R: R = = De algemene gaswet is dus: p V = n R T En voor m gram gas met moleculair gewicht M: p V = m M R T 17. Leg uit hoe de warmtecapaciteit van de calorimeter gemeten kan worden. Men giet een bekende hoeveelheid warm water bij een bekende hoeveelheid koud water dat zich in de calorimeter bevindt. Nadat het mengsel tot een gelijke temperatuur is gediffuseerd meet men te temperatuur. Uit deze temperatuur kan men afleiden wat de warmtecapaciteit van de calorimeter is. 8
9 18. Hoe kan de soortelijke warmte van een sotf gemeten worden? Men verwarmt de te onderzoeken stof M 2 tot temperatuur T 2 en men zet deze in een calorimeter met waterwaarde w en men wacht tot het water M 1 met temperatuur T 1 gediffusseerd is tot T 3. Men kan dat de soortelijke warme c van M 2 afleiden : c M 2 (T 2 T 3 ) = c w (T 3 T 1 ) (M 1 + w) c = c w (T 3 T 1 ) (M 1 + w) M 2 (T 2 T 3 ) 19. Vul aan: 1kcal=4186J Soortelijke warmte : cal/g of kcal/kg of J/g Warmtecapaciteit van de calorimeter : kg 1 atmosfeer = Pa 1 mol = deeltjes 1 mol bij 1 atm en 20 = 22.4L = 24.04l = 0.024m Bespreek de soortelijke warmte van een gas Als een hoeveelheid warmte aan een gas wordt toegevoegd dan stijgt zowel temperatuur,druk en volume. dq = du + da waar dq de toegevoegde warmte is, du de inwendige energie en da de uitwendige arbeid. De soortelijke warmte is dus : c = dq m dt Men gebruikt 2 soortelijke volumes, c v voor een constant volume en c p voor een constante druk. Als men het volume constant houdt dan is dd = 0 en : c v = du n dt 9
10 c p = du n dt + p dv n dt c p c v = p dv n dt Omwerken gaswet : pv = nrt p dv = nr dt R = p dv n dt 21. Wat is een adiabatisch proces Een adiabatisch proces is een proces waar druk of volume wijzigt maar de hoeveelheid warmte constant blijft. dq = 0 = du + da du = da = p dv p V γ = k γ = c p c v 22. Leg uit wat een golf is Max Planck stelde dat energieoverdracht gebeurde in pakketjes, fotonen genaamd. De energie die deze fotonen metzich meedragen is evenredig met hun frequentie. W = f Dit is de constante van Planck. Licht bestaat ook uit fotonen, deze fotonen hebben een frequentie die in 10
11 het bereik ligt dat onze ogen kunnen waarnemen. Licht is dus gewoon een zichtbare vorm van een energiestroom. Fotonen verplaatsen zich met de licht snelheid, c=300000km/s. 23. Leg uit wat een electromagnetische golf is. Electromagnetische straling wordt uitgezonden door verhitte golven en bestaat uit fotonen. Dit was in de klassieke niet verklaarbaar omdat men een constant dalende curve verwachtte... JE-ZUS wat nen ROTSLECHTE cursus! 24. Beschrijf volledig het foto-electrisch effect Als men op een kathode (0V) een lichtstroom laat invallen, nemen de daar aanwezige electronen een pakketje energie op ter groote van h f. Ze hebben een beetje energie nodig om het metaal te verlaten, dit is de uittree-potentiaal en is afhangkelijk van de metaalsoort : e φ. Met de resterende kracht hf eφ die gelijk is aan 1 2 mv2 verlaat het electron het metaal en vliegt het door een rooster naar de positief geladen anode. Door het rooster op een lagere potentiaal te stellen als de kathode kan men de electronen stroom verminderen. Bij een bepaalde spanning worden alle electronen tegengehouden houdt de stroom op. Deze spanning is NIET afhangkelijk van de hoeveelheid licht die wordt aangevoerd maar wel van de frequentie (of golflengte). Hoe kleiner de golflengte, hoe meer energie de pakketjes hebben en hoe meer (tegen)spanning er nodig is om ze allemaal tegen te houden. 11
12 25. Hoe wordt dit meetresultaat verklaard en wat was de relatie met Planck. Als men de kinetische energie uitzet tegen de frequentie dan is de helling daarvan gelijk aan de constante h van Planck. 26. Leg uit waarom de atoomstructuur een probleem vormt voor de klassieke fysica. Wat was de hypothese van Bohr en tot welk besluit leidde dit? Waarom kon men nu verklaren dat een natriumlamp geel licht uitstraalde? In dit model draaien de electronen in een circelvormige baan rond de kern. Doordat de snelheid constant van richting veranderd zou volgens de wetten van de klassieke fysica dit een straling en dus energie uitzenden, waardoor het electron een steeds kleinere baan zou krijgen. F = e 2 4π ε 0 r = m v2 2 r W = m v2 2 e V = e 2 8 π ε 0 r e 2 4 π ε 0 r = e 2 8 π ε 0 r Bohr verklaarde dat een electron in een baan rond de kern bepaalde stabiele toestanden kan vertonen waardoor het ondanks de versnelling toch geen energie uitstraalt en dus een constante energie heeft. Er zal dus enkel een opnemen of afgeven van energie voorkomen als het electron van baan verandert. Op dit te laten kloppen zou mv r gekwantiseerd moeten zijn : L = mv r = n h 2π = n De gekwantiseerde baan van de straal : r n = n2 h 2 ε 0 π e 2 m 0.05 n2 12
13 27. Wat heeft De Broglie bijgedragen aan de moderne fysica De Broglie meende dat elk deeltje een bijbehorende golf met golflengte heeft. p = W c = h f λ f = h λ Bovenstaande geldt voor een electron. Voor een willekeurig voorwerp met impuls p (p = massa snelheid): p = h λ λ = h p 28. Beschrijf het experiment van Davisson en Germer Davisson en Germer beschoten een nikkelkristal met een electronenbundel, electronen hadden allen dezelfde snelheid. sin(θ) = n λ 2d De bedoeling van het experiment was het aantonen van het golfkarakter van electronen, waar ze ook in slaagde. 29. Beschrijf nog een ander experiment waar dit mee kan worden aangetoont Als men een electronenbundel door een nauwe opening stuurt, krijgt men een diffractiepatroon van afwisselend donkere en lichte kringen, met de lichtste kring in de centrum. Men kan de golflengte afleiden uit de afmetingen en dit bleek de kloppen met de hypothese van de Broglie. 13
14 30. Leg uit dat deeltjes of golven kunnen worden voorgestelt door een golfpakket Een golfdeeltje bestaat uit een aantal sinusïodale golven met bepaalde frequentie. Dit kan men als een pakketje zien (zie tekening cursus). Het gehele pakket beweegt met de groepssnelheid v g < v f. 31. Wat is de Schrödinger vergelijking, en welke interpretatie kan je geven aan de oplossing? Deze vergelijking kan men als de wet van Newton zien maar dan op atomaire schaal. De functie beschrijft het verloop van de golf. Bij grote getallen wordt deze vergelijking gelijk aan die van Newton, en als de energie van het deeltje constant is kan de functie worden opgesplitst in een tijdsafhangkelijke en een plaatsafhangkelijke factor. 32. Wat is het onzekerheidsbeginsel van Heisenberg? De golffunctie impliceert dat een golfdeeltje nooit op een bepaalde plaats EN een bepaald tijdstip kan zijn. Het kan op een bepaalde plaats zijn, maar dan heeft men enkel waarschijnlijkheid wanneer dat juist gaat zijn en visa versa. E t h δp x Deeltjesstroom tegenover potentiaalbarrière en tegenover potentiaalberg. Volgens de klassieke fysica kan een golf met energie W wel bestaan, 14
15 bewegen in een gebied met V < W maar niet in een gebied waar V > W. Met de Schrödervergelijking kan men aantonen dat dit wel kan, maar dat de waarschijnlijkheid dat dit ook zo is snel afneemt met de diepte van het gebied waar V > W. x > 0 Ψ II = C e αx x < 0 Ψ I = A e jβx + B e jβx Bij een deeltjesstroom door een potentiaalberg, komt men na x = 0 > x = d terug in een gebied waar V < W. De deeltjes die door de berg raken, nemen terug een golfkarakter aan als ze erdoor zijn. Dit is het tunneleffect. 15
toelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatie7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss
7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieQ l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer
Nadere informatieAls de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.
Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een
Nadere informatieIn de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieNaam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa
Naam (lus beschrijving) Symbool enheid ormules MHANIA in het derde jaar Dichtheid massa er eenheid van volume ρ kg /m³ m ρ V Druk kracht er eenheid van oervlakte (N/m² ) a A Hydrostatische druk in een
Nadere informatieVrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur
EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieFormules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg
Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =
Nadere informatieDe Broglie. N.G. Schultheiss
De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieUnificatie. Zwakke Kracht. electro-zwakke kracht. Electriciteit. Maxwell theorie. Magnetisme. Optica. Sterke Kracht. Speciale Relativiteitstheorie
Electriciteit Magnetisme Unificatie Maxwell theorie Zwakke Kracht electro-zwakke kracht Optica Statistische Mechanica Speciale Relativiteitstheorie quantumveldentheorie Sterke Kracht Klassieke Mechanica
Nadere informatieProfielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur
Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van
Nadere informatieDeel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -
- a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S
Nadere informatieWerken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275
Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4
Nadere informatieExact Periode 5. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde
opgave (blz 4) Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde De zwaarte-energie wordt gegeven door de formule W zwaarte = m g h In de opgave is de massa m = 0(kg) en de energie W zwaarte = 270(Joule)
Nadere informatieZonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme
Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.
Nadere informatieEXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975
2 H-11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1975 Woensdag 27 augustus, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieJuli geel Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 Een rode en een zwarte sportwagen bevinden zich op een rechte weg. Om de posities van de wagens te beschrijven, wordt een x-as gebruikt die parallel aan de weg georiënteerd is. Op het ogenblik
Nadere informatieWoensdag 21 mei, uur
I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatie2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieOpgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieTheorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)
heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,
Nadere informatieEindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d
Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica Datum: 3 juli 2014 Tijd: 9.00-12.00 uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d Deze toets bestaat uit 3 opgaven die elk op een nieuwe pagina aanvangen. Maak de opgaven
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE
EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELJK ONDERWJS N 1975 (GYMNASUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE,, " 1: Van een fotocel is de kathode K bedekt met. een laagje metaal mefeen grensgolflengte
Nadere informatieUitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur
Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading
Nadere informatieExact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is
Nadere informatie1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.
ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen
Nadere informatieBereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.
7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau
Nadere informatiev gem v rms f(v) v (m/s) 0.0020 v α v β 0.0015 f(v) 0.0010 0.0005 v (m/s)
Uitwerkingen Hertentamen E.K.T., november. We berekenen eerst het volume van de gases: V : :6 : m. Bij aanvang is de es gevuld tot een druk van :4 6 Pa bij een temperatuur van 9 K. We berekenen het aantal
Nadere informatieJaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet
Jaarplan TSO-BTW/VT TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 4de jaar, 2u/week JAARPLAN Vul de donkergrijze kolommen in en je hebt een jaarplan; vul de andere ook in en je
Nadere informatiemethode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:
Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let
Nadere informatiekoper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:
Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 935 woorden 5 november 2014 7,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Kwantitatieve waarneming: waarnemen zonder
Nadere informatieJuli blauw Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 Een rode en een zwarte sportwagen bevinden zich op een rechte weg. Om de posities van de wagens te beschrijven, wordt een x-as gebruikt die parallel aan de weg georiënteerd is. Op het ogenblik
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS 1 26 APRIL 2012 10.30 12.30 uur 1. STOK IN WATER Een homogene stok met een dichtheid van 0,60 kg/dm 3 is draaibaar aan een onderwater gelegen steen bevestigd.
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976
I V- 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag II mei, 9.3 0-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24
Nadere informatieThermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven
Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................
Nadere informatieT G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941
1. Een astronaut vertrekt met zijn ruimteschip van de planeet Zylton. De valversnelling op Zylton is viermaal kleiner dan de valversnelling g op de aarde. Op het moment van de lancering is de verticale
Nadere informatieInleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten
Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten P. Termonia vakgroep wiskundige natuurkunde en sterrenkunde, UGent Inleiding tot de dynamica van atmosferen p.1/35 Inhoud 1. conventies: notatie 2. luchtdeeltjes
Nadere informatieIn een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.
Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:
Nadere informatieformules havo natuurkunde
Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak natuurkunde havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieStatistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie
Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatie1. Langere vraag over de theorie
1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatieAfmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)
Samenvatting door een scholier 669 woorden 2 november 2003 6 117 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 1: Druk 1.1 Druk = ergens tegen duwen Verband = grootheid die met andere
Nadere informatieEindexamen natuurkunde vwo I
Eindexamen natuurkunde vwo 0 - I Beoordelingsmodel Opgave Zonnelamp maximumscore antwoord: doorzichtige koepel buis lamp toepassen van de spiegelwet (met een marge van ) tekenen van de tweemaal teruggekaatste
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieJuli blauw Vraag 1. Fysica
Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.
Nadere informatieTheory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.
Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een
Nadere informatieTheory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)
Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 18 APRIL 2018 Enige constanten en dergelijke 1 Bollen en katrol (5 pt) Twee bollen met massa s m en M zitten aan elkaar vast met een massaloos koord dat
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatie3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.
Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.
Nadere informatieFoutenberekeningen. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en
Nadere informatieDeze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1
Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2015-2016
Nadere informatieAugustus blauw Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieAugustus geel Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 15 Oplossingen IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 1 juli 15 - p. 1/1 Oefening 1 Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag zonder score, wel
Nadere informatieWiskundige vaardigheden
Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige
Nadere informatieEnergie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.
Jaarplan Fysica TWEEDE GRAAD TSO INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/083 4de jaar TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/008 4de jaar, 1u/week JAARPLAN Vul de
Nadere informatieIn deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben:
Eindtoets 3DEX1: Fysica van nieuwe energie 21-1- 2014 van 9:00-12:00 Roger Jaspers & Adriana Creatore In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad
Nadere informatieFYSICA. voor 4 ST & 4 TW. Deze cursus fysica vind je op en op pmi.smartschool.be
FYSICA voor 4 ST & 4 TW Deze cursus fysica vind je op www.hetwarmewater.tk en op pmi.smartschool.be Fysica - Fysica in 3ST en 3TW! 1 / 1 Fysica in 3 ST & 3 TW Fysica is een wetenschap. Wat is een fysisch
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I
Eindexamen natuurkunde -2 havo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Rolweerstand Maximumscore 5 voorbeeld van een juiste grafiek: F rol (N) 40 20 00 80 60 40 20 0 0 200 400 600 800 000 200 m (kg) de schaalverdeling
Nadere informatieFysica - Warmteleer. Denis Defreyne 5WW8. September 2003 - Januari 2004
Fysica - Warmteleer Denis Defreyne 5WW8 September 2003 - Januari 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding tot de warmteleer 1 1.1 Temperatuur.................................. 1 1.2 Warmte.....................................
Nadere informatieWoensdag 11 mei, uur
1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatie****** Deel theorie. Opgave 1
HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve
Nadere informatieExact Periode 5.2. Licht
Exact Periode 5.2 Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatie7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen
7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen 7.1. Licht: van golf naar deeltje Frequentie (n) is het aantal golven dat per seconde passeert door een bepaald punt (Hz = 1 cyclus/s). Snelheid: v =
Nadere informatieIn het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.
Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve
Nadere informatieLangere vraag over de theorie
Naam (in drukletters): Studentennummer: Langere vraag over de theorie (a) Bereken de elektrische potentiaal voor een uniform geladen ring en dit voor een punt dat ligt op de as die loodrecht staat op de
Nadere informatieHoofdstuk 5: Gaswetten
Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatieEen bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen
- 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of
Nadere informatie