1. Inleiding Instellingen maken Toestellen plaatsen Leidingen tekenen... 6

Transcriptie

1 StabiCAD V Koeling Inhoudsopgave 1. Inleiding Instellingen maken Toestellen plaatsen Leidingen tekenen Leidingschaal instellen Leidingsoort kiezen Standaard leidingen Overige leidingen Horizontale leiding tekenen Leiding dimensioneren Referentiepunt gebruiken Leiding parallel tekenen Leiding handmatig aansluiten Leiding automatisch aansluiten Verticale leiding tekenen Horizontale en verticale leiding op elkaar aansluiten Sprong of T-stuk in leiding plaatsen Tekst in leiding plaatsen Bemating bij leiding plaatsen Leidingdiameter wijzigen Leidingtype wijzigen Kruising van leidingen verduidelijken Leiding breken Opengebroken leiding herstellen Gegevens wijzigen en instellen Gegevens wijzigen Attributen instellen Materiaalcode gebruiken Materiaalcode maken Materiaalcode wijzigen Materiaalcode verwijderen Materiaalcode in alle projecten gebruiken Gegevenslijsten maken Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_NL - Versie: R1 1

2 Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_NL - Versie: R1

3 1. Inleiding Met de module Koeling kunt u op een eenvoudige manier een koelinstallatie tekenen. U kunt een koelinstallatie tekenen waarbij u informatie met attributen aan een symbool kunt verbinden. Zo kunnen leidingen en leidingsymbolen voorzien worden van leidingreeks, diameter en isolatie. Deze informatie kunt u later weer gebruiken voor bijvoorbeeld het genereren van een materiaallijst. U heeft onder andere de volgende mogelijkheden: Enkellijns tekenen van verschillende soorten leidingen. Automatisch bematen van leidingen. Tekenen van afsluiters, koelers en condensors, etc Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 3

4 2. Instellingen maken De instellingen voor het tekenen zijn standaard goed ingesteld. Om ze te wijzigen, volg onderstaande stappen: In StabiBASE, klik Configuratie - Lagen en parameters. Klik tabblad Koeling. Wijzig instellingen naar wens Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

5 3. Toestellen plaatsen Vanuit de menukaart Koeling, tabbladen Afsluiters, MR/Ruimte, Overige en Koelers/Cond kunt u verschillende toestellen plaatsen in de tekening. In onderstaand voorbeeld plaatst u een ruimtethermostaat. Open menukaart Koeling, en klik tabblad MR/Ruimte. Klik Als op de commandoregel staat Dimensie/<Selecteer punt voor de muur>:, klik een punt voor de muur. Toets D <Enter> om de hoogte boven de vloer op te geven. Let op! Als de plattegrond met StabiCAD LT module Layout getekend is, en u een punt voor de muur kiest, dan wordt het symbool tegen die muur geplaatst. In alle andere gevallen: klik een invoegpunt in de tekening, en geef een rotatie op. In het scherm Vul gegevens in, vul de gevraagde gegevens in. STAP 7: STAP 8: Klik eventueel [Materiaalcode] om een materiaalcode op te geven. Meer informatie: 6. Materiaalcode gebruiken, p. 17. Klik [OK]. Geef eventueel een positie op voor de ingevulde gegevens in het scherm Vul gegevens in. Toets <Enter> om de standaard positie over te nemen. Sluit af met de rechter muisknop Op vergelijkbare manier plaatst u andere toestellen in de tekening. Toestellen als kleppen en afsluiters plaatst u nadat u een leiding getekend heeft. Andere toestellen vragen u om een lengte, diepte, en/of hoogte. Volg het scherm voor instructies Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 5

6 4. Leidingen tekenen 4.1. Leidingschaal instellen De leidingschaal staat standaard goed ingesteld. Om de schaal te wijzigen, volg onderstaande stappen: Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om de leidingschaal in te stellen. Als op de commandoregel staat Leidingschaal 1:1/1:2/1:3 <1>:, toets bijvoorbeeld 1 <Enter> voor schaal 1:1. Om de standaard leidingschaal in te stellen, in StabiBASE, kies Configuratie - Lagen en Parameters, en klik tabblad Leiding Leidingsoort kiezen StabiCAD V biedt u een veelheid aan leidingsoorten Standaard leidingen Op menukaart Koeling, tabblad Leidingen staan de meest voorkomende leidingen. Klik de knop van een van de leidingen om het tekenen te beginnen. Completeer de leiding. Meer informatie: 4.3. Horizontale leiding tekenen, p Overige leidingen Om een leiding te tekenen die niet standaard is, volg onderstaande stappen: Op menukaart Koeling, klik tabblad Bewerk. Klik om het leidingtype in te stellen. Als op de commandoregel staat Leidingtype Menu/<Selecteer leiding>:, toets M <Enter>. Een snelle manier om het leidingtype in te stellen: klik een bestaande leiding in de tekening. Hierna begint u direct met het tekenen van de lijn. Om naar de volgende bladzijde te gaan, klik [Next]. Om naar de vorige bladzijde te gaan, klik [Previous]. Om een bepaald leidingtype te kiezen, dubbelklik het zwarte vak met de gewenste leiding Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

7 STAP 7: Completeer de leiding. Meer informatie: 4.3. Horizontale leiding tekenen, p Horizontale leiding tekenen StabiCAD V heeft veel functies die het tekenen en aansluiten van leidingen eenvoudiger maakt. Volg onderstaande stappen om dit te zien. Klik een knop op tabblad Leidingen om een standaard leiding te tekenen. Als op de commandoregel staat Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer beginpunt>:, klik het punt in de tekening waar de leiding zal beginnen. In plaats van het beginpunt te klikken kunt u andere dingen doen: Toets D <Enter> om de afmetingen van de leiding op te geven. Meer informatie: Leiding dimensioneren, p. 7. Toets R <Enter> om de leiding te laten beginnen met een referentiepunt. Meer informatie: Referentiepunt gebruiken, p. 8. Toets P <Enter> om de leiding parallel aan een andere lijn te plaatsen. Meer informatie: Leiding parallel tekenen, p. 9 Als op de commandoregel staat Aansluiten/Dimensie/Referentiepunt/Undo/ <Selecteer volgend punt>:, klik het volgende punt waar de leiding heen moet. In plaats van het volgende punt te klikken kunt u andere dingen doen: Toets A <Enter> om de leiding op een andere leiding aan te sluiten. Meer informatie: Leiding handmatig aansluiten, p. 9. Toets D <Enter> om de afmetingen van de leiding op te geven. Meer informatie: Leiding dimensioneren, p. 7. Toets R <Enter> om het volgende punt te bepalen met een referentiepunt. Meer informatie: Referentiepunt gebruiken, p. 8. Toets U <Enter> om de laatste bewerking ongedaan te maken. Herhaal stap 3 steeds totdat de leiding getekend is. Sluit het tekenen af met de rechter muisknop Leiding dimensioneren Tijdens het tekenen van een leiding kunt u de afmetingen opgeven. Dit gaat als volgt: Begin een leiding te tekenen. Als op de commandoregel staat Aansluiten/Dimensie/Referentiepunt/Undo/ <Selecteer volgend punt>:, toets D <Enter> om de afmetingen van de leiding op te geven Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 7

8 STAP 7: STAP 8: STAP 9: Om een andere leidingsoort te kiezen, klik [Leidingreeks], en klik de gewenste leiding. Om een andere diameter te kiezen, klik [Diameter leiding], en klik de gewenste diameter. Voer eventueel een type isolatie in. Voer eventueel een dikte van de isolatie in. Voer eventueel een hoogte boven de vloer in. Als u wilt dat de leiding flexibel, dat is met afgeronde hoeken, getekend wordt, vink Flexibel tekenen aan. Dit werkt alleen bij leidingreeksen met flexibel materiaal. Klik [OK] en vervolg het tekenen van de leiding Referentiepunt gebruiken Bij het tekenen van een leiding kunt u met een referentiepunt precies bepalen waar de leiding loopt. Zie dit in onderstaand voorbeeld: STAP 7: Begin een leiding te tekenen. Als op de commandoregel staat Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer punt>:, toets R <Enter> om een referentiepunt te gebruiken. Als op de commandoregel staat Selecteer lijn:, klik de lijn waar het referentiepunt op ligt. Als op de commandoregel staat Selecteer referentiepunt:, klik het referentiepunt op de lijn. Als op de commandoregel staat Selecteer richting:, beweeg de aanwijzer naar het beginpunt van de te tekenen leiding. Als op de commandoregel staat Afstand vanaf referentiepunt <0.00>:, toets een afstand in, bijvoorbeeld 100 <Enter>. Maak de leiding op de gewone manier af Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

9 Leiding parallel tekenen StabiCAD V kan een stuk leiding parallel aan een andere lijn of muur tekenen. Zie dit in onderstaand voorbeeld. Begin een leiding te tekenen. Als op de commandoregel staat Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer beginpunt>:, toets P <Enter> om een parallel stuk leiding te tekenen. Als op de commandoregel staat Parallel volgen? <Nee>:, toets J <Enter>. Als op de commandoregel staat Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer beginpunt>:, klik het beginpunt van de lijn waar de leiding parallel aan moet komen. Als op de commandoregel staat Dimensie/Referentiepunt/Undo/<Selecteer volgend punt>:, klik het volgende punt. Als op de commandoregel staat Selecteer leidingzijde:, beweeg de aanwijzer eerst naar het beginpunt, dan naar de kant waar de leiding komt, en klik daar. STAP 7: Als op de commandoregel staat Afstand tot leiding <0.00>:, toets bijvoorbeeld 200 <Enter> als afstand. STAP 8: StabiCAD tekent een parallel stuk leiding Leiding handmatig aansluiten Sluit een leiding handmatig aan op een andere leiding als volgt: Teken een leiding. Begin een andere leiding te tekenen van hetzelfde type. Als op de commandoregel staat Aansluiten/Dimensie/Referentiepunt/Undo/ <Selecteer volgend punt>:, toets A <Enter> om de leiding aan te sluiten. Als op de commandoregel staat Selecteer leiding:, klik de bestaande leiding. StabiCAD V sluit de twee leidingen op elkaar aan. Let op! Het aansluiten werkt alleen als de twee leidingen van hetzelfde type zijn Leiding automatisch aansluiten StabiCAD V zal in sommige gevallen vragen of u de leidingen die u tekent op elkaar aan wilt sluiten. Om dit in werking te zien, volg deze stappen: Teken een horizontale leiding. Begin een verticale leiding van hetzelfde type. Gedurende het tekenen van de leiding geeft u steeds het volgende punt op door te klikken in de tekening. Geef een volgend punt op dat precies op de horizontale leiding valt. Als op de commandoregel staat Aansluiten? <Ja>:, toets <Enter> om de leiding aan te sluiten Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 9

10 Let op! Het aansluiten werkt alleen als de twee leidingen van hetzelfde type zijn, en u een punt opgeeft precies op de andere leiding. StabiCAD V breekt de bestaande leiding open en sluit de nieuwe leiding hierop aan. Ga door met het tekenen, of sluit het af Verticale leiding tekenen StabiCAD V biedt verschillende soorten verticale leidingen. In een voorbeeld tekent u een naar boven gaande leiding: Open menukaart Koeling, en klik tabblad Leidingen. Klik om een naar boven gaande leiding te beginnen. Als op de commandoregel staat Sprong X-Y/Leidingtype Menu/<Selecteer punt op de leiding>:, klik het eindpunt van de leiding waarop de naar boven gaande aangesloten moet worden. Zodra u het eindpunt van een bestaande leiding klikt, neemt de naar boven gaande leiding alle eigenschappen van deze leiding over. Op de commandoregel leest u het type leiding. Er zijn hier andere mogelijkheden: Als u geen punt op een bestaande leiding kiest, toets dan M <Enter> om eerst het leidingtype in te stellen. Zie Overige leidingen, p. 6. Toets S <Enter> om de leiding te beginnen op een x-waarde en een y-waarde vanaf een referentiepunt. Volg het scherm voor instructies Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

11 In het scherm Dimensie, vul eventueel gegevens in, of wijzig het leidingtype. Meer informatie: Leiding dimensioneren, p. 7. STAP 7: Klik Snap op leiding om de hoogte boven de vloer te berekenen vanuit de bestaande leiding. Klik Vaste hoogte, en voer de hoogte boven de vloer in om een afwijkende hoogte te kiezen. Klik [OK] Horizontale en verticale leiding op elkaar aansluiten Na het tekenen van een horizontale leiding, en een stijg- of zakleiding, kunt u ze op elkaar aansluiten. Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om het aansluiten te beginnen. Als op de commandoregel staat Selecteer horizontale leiding:, klik de horizontale leiding. Als op de commandoregel staat Selecteer verticale leiding:, klik de verticale leiding. StabiCAD V sluit de leidingen aan. Let op! Dit werkt alleen als de leidingen van hetzelfde type zijn Sprong of T-stuk in leiding plaatsen Open menukaart Koeling, en klik tabblad Leidingen Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 11

12 Klik om een sprong te plaatsen. Als op de commandoregel staat Sprong X-Y/Leidingtype Menu/<Selecteer punt op de leiding>:, klik de leiding waar de sprong moet komen. Zodra u de leiding klikt, neemt de sprong alle eigenschappen van deze leiding over. Op de commandoregel leest u het type leiding. Er zijn hier andere mogelijkheden: Als u leiding klikt, toets dan M <Enter> om eerst het leidingtype in te stellen. Zie Overige leidingen, p. 6. Toets S <Enter> om de leiding te beginnen op een x-waarde en een y-waarde vanaf een referentiepunt. Volg het scherm voor instructies. STAP 7: STAP 8: STAP 9: In het scherm Dimensie, vul eventueel gegevens in, of wijzig het leidingtype. Meer informatie: Leiding dimensioneren, p. 7. Voer het hoogteverschil in. Klik Snap op leiding om de hoogte boven de vloer te berekenen vanuit de bestaande leiding. Klik Vaste hoogte, en voer de hoogte boven de vloer in om een afwijkende hoogte te kiezen. Klik [OK]. In de tekening, voer een rotatie in. StabiCAD plaatst de sprong. Het tekenen van een T-stuk gaat op dezelfde manier Tekst in leiding plaatsen Sommige leidingen zijn gewoon lijnen, maar andere leidingen zijn lijnen afgewisseld met tekst. Een voorbeeld van zo n lijn is een aanvoerleiding gekoeld water: Bij het tekenen van zo n leiding komt de tekst, in dit geval gkw, nog niet in de tekening. Plaats de tekst als volgt: Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om het plaatsen te beginnen. Als op de commandoregel staat Leidingen selectie Handmatig <Automatisch>:, toets A <Enter> om alle leidingen van dit type in de tekening van de tekst te voorzien. Toets H <Enter> om alleen dat stuk leiding, dat u aangeeft, van tekst te voorzien. Als op de commandoregel staat Selecteer leidingtype:, klik de leiding Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

13 StabiCAD plaatst de tekst in de open ruimten van de leiding. Als het een vrij leidingtype is, vult u zelf de tekst in Bemating bij leiding plaatsen Er is een veelheid aan symbolen voor bemating beschikbaar. Om een bemating bij een leiding te tekenen, volg deze stappen: Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bemating. Klik een van de knoppen om een symbool te plaatsen. Als op de commandoregel staat Draggen/Selecteer eerste leiding:, klik de eerste leiding die u wilt bematen. Toets D <Enter> om zelf de positie van de bemating te bepalen. Geef na plaatsing de positie van de bemating aan met de aanwijzer. Als op de commandoregel staat Selecteer volgende leiding:, klik eventueel de volgende leiding, enzovoorts. Sluit af met de rechter muisknop. StabiCAD plaatst de bemating bij de leiding Leidingdiameter wijzigen Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om de diameter te wijzigen. Klik de leiding. In het scherm Diameter, klik de nieuwe diameter en klik [OK] Leidingtype wijzigen Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om het type te wijzigen. Klik één of meerdere leidingen, en sluit af met de rechter muisknop. Als op de commandoregel staat Leidingtype Menu/<Selecteer gewenst leidingtype>:, klik een bestaande leiding om het type te wijzigen in die van de bestaande leiding Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 13

14 Toets M <Enter> om een leidingtype te selecteren. Zie Overige leidingen, p. 6. Sluit af met de rechter muisknop Kruising van leidingen verduidelijken Als twee leidingen elkaar kruisen, kan het in de tekening lijken dat ze gekoppeld zijn. StabiCAD kan in de tekening aangeven dat er geen koppeling is, maar een kruising. Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik Als op de commandoregel staat Dimensie/<Selecteer bovenliggende leiding>:, toets D <Enter> om de lengte van de onderbreking op te geven. Als op de commandoregel staat Breekopening leidingen <0.00>:, toets de breekopening in, bijvoorbeeld 300 <Enter>. Als op de commandoregel staat Dimensie/<Selecteer bovenliggende leiding>:, klik de bovenliggende leidingen stuk voor stuk aan. Sluit af met de rechter muisknop. Als op de commandoregel staat Selecteer onderliggende leiding>:, klik de onderliggende leidingen stuk voor stuk aan. Sluit af met de rechter muisknop. StabiCAD tekent de onderliggende leiding onderbroken Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

15 Let op! Dit werkt niet met flexibele leidingen Leiding breken Open menukaart Koeling, en klik tabblad Bewerk. Klik om de leiding te breken. Als op de commandoregel staat Selecteer leiding:, klik de leiding die u breken wilt. Als op de commandoregel staat Selecteer punt op de leiding:, klik het punt op de leiding waar de onderbreking moet komen. StabiCAD breekt de leiding in twee stukken. De verwijzingen van de bematingen zullen behouden blijven Opengebroken leiding herstellen Klik om een opengebroken leiding te herstellen. Als op de commandoregel staat Selecteer eerste leiding:, klik de eerste leiding. Als op de commandoregel staat Selecteer tweede leiding:, klik de tweede leiding. StabiCAD verbindt de twee leidingen tot één Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 15

16 5. Gegevens wijzigen en instellen 5.1. Gegevens wijzigen Open menukaart Koeling, en klik tabblad Data. Klik om de gegevens van een leiding of symbool te wijzigen. Klik het te wijzigen symbool. In het scherm Vul gegevens in, klik [Next] of [Previous] om een andere bladzijde te zien. Wijzig de gegevens naar wens. Klik [OK] Attributen instellen U kunt het uiterlijk van de attributen van getekende symbolen instellen. Doe dit als volgt: STAP 7: STAP 8: STAP 9: STAP 10: Open menukaart Koeling, tabblad Data. Klik In het scherm Database functies, klik [Attribuut instellingen]. Klik het symbool waar u de attributen van wilt wijzigen, bijvoorbeeld een koeltoren, en sluit af met de rechter muisknop. In het scherm Attribuut instellingen, klik een attribuut, bijvoorbeeld Materiaalcode. Bij Hoogte:, kies een hoogte. Klik het gekleurde vlak, en kies een kleur. Vink Zichtbaar aan of uit om de zichtbaarheid in te stellen. Wijzig alle andere attributen op dezelfde manier. Klik [OK] Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

17 6. Materiaalcode gebruiken De materiaalcode gebruikt u om symbolen, die er op de tekening hetzelfde uitzien, op de materiaallijst van elkaar te laten verschillen. Zo kan materiaalcode A gedefinieerd worden bij het symbool voor bijvoorbeeld een koeltoren met axiaal ventilator van het fabrikaat Carrier, artikelnummer 6789-TY. Materiaalcode B kan bij datzelfde symbool gedefinieerd worden als een ander artikel. Zo bouwt u per symbool een lijst op met materiaalcodes die allemaal staan voor een ander artikel. U kunt materiaalcodes maken, wijzigen en verwijderen. Als u materiaalcodes plaatst in een referentiedatabase, kunnen deze codes in elk project gebruikt worden Materiaalcode maken In onderstaand voorbeeld maakt u een nieuwe materiaalcode: Plaats een koeltoren met axiaal ventilator. In het scherm Vul gegevens in, klik [Materiaalcode]. In het scherm Materialen, in het veld 'Materiaalcode', toets A <Enter> als materiaalcode. Enkele voorbeelden van materiaalcodes: A, B, C, d, etc. In het veld 'Fabrikaat', toets Carrier <Enter>. In het veld 'Artikelnummer', toets 6789-TY <Enter>. Klik [OK] Materiaalcode wijzigen Om een materiaalcode te wijzigen, volg deze stappen: Open menukaart Koeling, tabblad Data. Klik In het scherm Database functies, klik [Materiaalcode beheer]. In het scherm Materialen, klik [Selecteer symbool <], en klik het symbool waarvan u de materiaalcode wilt wijzigen. In het scherm Materialen, wijzig de velden naar behoefte. Om de wijzigingen door te voeren, klik [OK] Materiaalcode verwijderen In het scherm Materialen, klik de materiaalcode die u wilt verwijderen. Klik [Delete] Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 17

18 Klik [OK] Materiaalcode in alle projecten gebruiken Als u een materiaalcode in een tekening aangemaakt heeft, dan kunt in het hele project beschikken over deze materiaalgegevens. Wanneer u materiaalgegevens voor alle projecten wilt gebruiken, neem de materiaalcode dan op in de referentiedatabase. Vanuit deze database kunt u in elk project gebruik maken van hetzelfde materiaal. Deze materiaalgegevens kunt u beheren vanuit StabiCAD en StabiBASE. In onderstaand voorbeeld plaatst u een materiaalcode in de referentiedatabase: In het scherm Materialen, klik een materiaalcode. Klik [Update]. Klik [OK]. Deze gegevens zijn opgenomen in de referentiedatabase. Bij het plaatsen van een ander symbool kunt u de gemaakte materiaalcode direct gebruiken. Bij het maken van een nieuwe materiaalcode kunt u gegevens als fabrikaat en artikelnummer direct gebruiken uit de database. Het nieuwe materiaal moet exact hetzelfde zijn als het reeds bestaande materiaal Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1

19 7. Gegevenslijsten maken In onderstaand voorbeeld geeft u een materiaallijst weer op het scherm. Open menukaart Koeling, en klik tabblad Data. Klik In het scherm Database functies, klik [Gegevens naar database]. In het scherm Gegevens naar database, klik [Database] om de naam van de database op te geven. In het scherm Selecteer database, toets de naam van een te maken database, bijvoorbeeld UITTREK, of kies een reeds bestaande database, en klik [OK]. Terug in scherm Gegevens naar database, klik veld Gehele tekening. Om slechts een deel van de tekening uit te trekken, klik veld Deel van de tekening, en kies in de tekening vervolgens de gewenste symbolen. STAP 7: STAP 8: STAP 9: STAP 10: STAP 11: STAP 12: STAP 13: STAP 14: STAP 15: In scherm Gegevens naar database, klik [OK]. Sluit de tekening en sluit de Tekening Verkenner. In StabiBASE, kies Rapporten - Koeling. In scherm Rapportage Koeling, klik [Selecteren] om de gegevens te kiezen. In scherm Open, klik KLUITTREK.DBF, en klik [Selecteer]. In scherm Rapportage Koeling, bij veld Rapport, kies Materiaallijst. Bij Rapporten, klik Project. Bij Uitvoer naar, klik Scherm/Printer/Bestand. Om de materiaallijst te zien, klik [Print] Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1 19

20 Stabiplan BV - Doc. nummer: M_KL_V_R1 - Versie: R1