Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven - ID 563 -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven - ID 563 -"

Transcriptie

1 Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven - ID Juni 2009 Groepsleden: Fleur Aarsse Malou Gosselink Gaston Haesen Saskia Luttikholt Leon Oosterik Coach: Keete Voerman Expert: Hanneke Pompe Opdrachtgever: Vic Boeren DLV Rundvee Advies Tel Dit rapport is gemaakt door studenten van Wageningen Universiteit als onderdeel van hun MScopleiding. Het is géén officiële publicatie van Wageningen Universiteit of Wageningen UR. Wageningen Universiteit neemt middels dit rapport geen formele positie in, noch representeert het haar visie of mening in deze. Copyright 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.

2 2

3 Voorwoord Wij hebben de afgelopen weken in opdracht van DLV Rundvee Advies gewerkt aan dit ACT project. De aanleiding voor dit project waren de grote verschillen in arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven. In het begin hebben we erg moeten zoeken naar de goede richting en afbakening van dit project. De bezochte subgroepbijeenkomsten maakten dit niet makkelijk. We hopen met dit eindresultaat van het project de verwachtingen te hebben waargemaakt. We willen de 10 deelnemende melkveehouders uit West Brabant bedanken voor hun inbreng uit de praktijk en de gastvrijheid. Onze expert, Hanneke Pompe, heeft ons veel kunnen vertellen over Agrowerk, waar we veel aan hebben gehad en haar voor willen bedanken. Keete Voerman, de coach, heeft bijgedragen aan de prettige sfeer en ze heeft daarnaast een kritische blik gegeven op het functioneren van het team. Dit heeft gezorgd voor een leuke, maar ook leerzame tijd. En als laatste, Vic Boeren, opdrachtgever van DLV. Wij willen hem bedanken voor het regelen van interessante excursies, de vele kennis die we via hem hebben opgedaan en de fijne samenwerking. Fleur Aarsse Malou Gosselink Gaston Haesen Saskia Luttikholt Leon Oosterik 3

4 4

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inhoudsopgave Inleiding Melkwinning Inleiding Conventioneel melken Algemeen Capaciteit van de melkstal Type melkstal Arbeidsefficiëntie Motivatie Melkstalwijzer Koeverkeer Voor- en nadelen Voorwaarden Automatisch melken Algemeen Technische kenmerken per melkrobot Vergelijkingen Onderhoudscontract Bedrijfsvoering/Management Capaciteit Boxsystemen Koeverkeer en plaatsing AMS Arbeid Verbruikskosten Motivatie Voor- en nadelen Voorwaarden en aandachtspunten Vergelijking van kosten en arbeid Vergelijking van investeringskosten Vergelijking arbeidsbehoefte Conclusie Voerverstrekking Introductie Kuiluithaaldoseerbak/Kuiluithaaldoseerwagen Kuilvoerblokkendoseerwagen in combinatie met kuilvoersnijder Zelfvoedering met beweegbaar voerhek Voermengwagen Automatische voersystemen Overige Overzicht arbeid en kosten Conclusie Veeverzorging Inleiding Schoonmaken van de roosters Arbeid en Kosten Voor- en nadelen Conclusie Instrooien van de ligboxen Inleiding Arbeid en Kosten Voordelen/Nadelen Conclusie

6 5. Jongveeopfok Inleiding Arbeid en kosten Conclusie Overzichtstabellen Management Inleiding Arbeid Kwaliteiten van de ondernemer Protocollen Algemeen Voordelen van een protocol Soorten protocollen Vergelijking protocollen Goedkope investeringen in arbeidsefficiëntie Conclusie Resultaten vragenlijst Conclusie/discussie Aandachtspunten Referenties Bijlagen

7 1. Inleiding Het project waar wij de afgelopen weken aan hebben gewerkt (mei-juni 2009) is in opdracht van DLV Rundvee Advies. DLV Rundvee Advies is betrokken bij een kennisnetwerk genaamd `Bouwen aan een sociale schaalvergroting. Hierbij zijn ook tien melkveehouders betrokken, die zelf plannen hebben voor forse schaalvergroting. In dit project is geprobeerd samen met DLV Rundvee Advies inzicht te krijgen in ontbrekende kennis bij de melkveehouders omtrent dit onderwerp en vervolgens om deze kennis boven tafel te halen. Deze kennis is niet alleen van belang voor deze melkveehouders, maar ook voor melkveehouders in heel Nederland. Veel van deze kennis is al wel beschikbaar, maar staat verspreid over diverse literatuur. In dit verslag is geprobeerd om deze informatie te verzamelen en duidelijk te categoriseren in een goed lopend geheel. De hoofdvraag die hierbij gesteld is: Wat zijn overwegingen die gemaakt worden met betrekking tot arbeid bij investeringen tot schaalvergroting op melkveebedrijven en aan welke kennis hebben melkveehouders behoefte? Om inzicht te krijgen in de overwegingen die gemaakt worden bij schaalvergroting zijn een aantal melkveebedrijven bezocht, die al schaalvergroting hebben ondergaan of zullen ondergaan. Na gesprekken met deze melkveehouders kwamen diverse knelpunten naar voren. Hierdoor werd duidelijk naar welke literatuur gezocht moest worden. Tijdens sterke schaalvergroting blijkt het thema arbeidsefficiëntie een belangrijke rol te gaan spelen. De benodigde arbeid zal namelijk toe gaan nemen en hierbij is het van belang om de beschikbare arbeid goed te benutten. Investeren in automatisering kan bijdragen aan een verhoogde arbeidsefficiëntie, mits deze op de juiste manier gedaan worden. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de benodigde arbeid en bijbehorende kosten voor de voornaamste onderdelen; melk- en voersystemen, veeverzorging en jongveeopfok. De arbeid wordt besproken aan de hand van benodigde arbeid bij weinig automatisering tot sterke automatisering. Bij jongveeopfok zal worden bekeken wat de kosten en arbeidstijd zijn bij eigen opfok in relatie tot uitbesteding. Voor de diverse onderdelen zijn behalve arbeid en kosten ook de voor- en nadelen besproken en de voorwaarden. Daarnaast zijn een aantal overzichtstabellen gemaakt met daarin de arbeidsuren per kg melk en de kosten per kilogram melk voor de hoofdonderdelen. Tijdens de literatuurstudie werd verschillende keren gesproken over het begrip bespaarde arbeidsuren. Het was echter niet duidelijk wat de uitgangspositie was, wat voor veel onduidelijk heeft gezorgd. Om dit problemen te omzeilen is een model opgesteld in Excel waarmee na invoering van enkele gegevens gemakkelijk kan worden gezien wat de kosten per bespaard arbeidsuur zijn van een bepaalde investering ten opzichte van een alternatief. Dit model kan door melkveehouders en/of DLV worden gebruikt om inzicht te krijgen in de gevolgen van een investering. Ook het management van de melkveebedrijven zal een steeds grotere rol gaan spelen bij sterke schaalvergroting, daarom is dit aspect meegenomen in dit verslag. Gekeken is naar de beschikbare werkprotocollen, kwaliteiten van de ondernemer en goedkope investering ten behoeve van de arbeidsefficiëntie. 7

8 8

9 2. Melkwinning 2.1. Inleiding Voor iedere melkveehouder is melken een activiteit die minimaal tweemaal daags, 365 dagen per jaar plaatsvindt. Een logisch gevolg hiervan is dat het veel arbeidsuren in beslag neemt en hierdoor is het een van de meest arbeidsintensieve activiteiten op een melkveebedrijf (De Koning en Wemmenhove, 2007). De laatste jaren zijn er steeds meer mogelijkheden gekomen om dit werk te automatiseren. Automatische melksystemen zijn er tegenwoordig in allerlei uitvoeringen, maar daar hangt ook een prijskaartje aan. De keuze om in een melkstal te blijven melken of om te kiezen voor een automatisch melksysteem hangt van meerdere factoren af. Niet alleen de bedrijfsopzet, de stalindeling en de groeistrategie spelen een rol, ook de economische gevolgen zijn belangrijk en bovenal is het een persoonlijke keuze. Dit hoofdstuk zal zowel het conventionele melken, als het automatisch melken beschrijven. Belangrijke aspecten zoals de capaciteit, het koeverkeer, de arbeid en kosten, de voorwaarden en de voor- en nadelen zullen aan bod komen. Daarna worden de verschillen in kosten tussen melkstallen en automatische melksystemen in kaart gebracht Conventioneel melken Algemeen Zoals al eerder aangegeven is melken een van de meest arbeidsintensieve activiteiten op een melkveehouderij. Op jaarbasis gaat het om 1200 tot 1500 uur (De Koning en Wemmenhove, 2007). Wanneer er schaalvergroting plaatsvindt en er dus meer koeien gemolken gaan worden, is het tijd om te kijken naar een grotere melkstal Capaciteit van de melkstal De capaciteit is tegenwoordig een zeer belangrijk kenmerk voor de melkstal. Hoe meer koeien per uur hoe beter. Tegenwoordig wordt er met ruim honderd koeien per uur gerekend (De Koning en Wemmenhove, 2007). Volgens Galama en Van Dooren (2006) wordt de capaciteit van traditionele melksystemen beïnvloedt door: - grootte van het melksysteem (aantal standen) - werkmethode - productieniveau van de koeien - gemiddelde melksnelheid - tijd die nodig is voor het wisselen van de koeien in de melkstal - tijd die nodig is voor de handelingen van de melker - melktijd van de machine Onderstaande tabel 1 geeft een overzicht van alle handelingen per koe, inclusief de handelingen van de melker, in seconden. Een handelingstijd per koe van 60 seconden betekent dat de capaciteit van de melkstal automatisch op 60 koeien per uur ligt. De capaciteit kan verhoogd worden door automatisering, het weglaten of het optimaliseren van handelingen. Voorbeelden van automatisering zijn een automatisch opdrijfhek en een automatische melkstelafname. Hierdoor stijgt de capaciteit naar 100 tot 120 koeien per uur. Door een tweede melker stijgt de capaciteit maximaal met 80% en een derde melker draagt nog maar 70% bij aan de totale capaciteit (Galama en Van Dooren, 2006). 9

10 Tijdens het melken heeft de melkveehouder goed zicht op de koeien en kan er een goede koecontrole plaatsvinden zonder dat dit extra tijd vergt. Tabel 1. Handelingstijden tijdens melken in seconden per koe Handeling Tijd (sec/koe) Voorbehandelen Aansluiten van melkstel Controle van melkstel 5-10 Afnemen van melkstel Dippen en sprayen 5-8 Wisselen Totaal Bron: Galama en Van Dooren, 2006 Zoals gezegd zijn het aantal standen ook van invloed op de capaciteit van de melkstal. Praktisch gezien is de maatvoering ook van belang bij de keuze van een bepaald type melkstal. Daarom hieronder (tabel 2) een overzicht van verschillende typen melkstallen, het aantal standen, de capaciteit in aantal koeien en de maatvoering in meters. Enkele melkstallen zijn met snelwisselsysteem beschikbaar wat betekent dat de tijd die nodig is voor het wisselen van de koeien minder wordt. Het nadeel hiervan is dat de melkstal groter moet zijn om dit systeem toe te kunnen passen. Per kant moet zelfs met een extra oppervlak van 2,5 maal de lengte van de melkstal rekening gehouden worden (Galama en Van Dooren, 2006). Verder kan een automatisch drijfhek ook de capaciteit van de melkstal verhogen, omdat het inlopen van de koeien hierdoor wordt uitbespaard voor de melkveehouder (Wemmenhove et al., 2009). Tabel 2. Capaciteit (koeien/uur) en maatvoering (lengte x breedte) van melkstallen Melkstal Standen Capaciteit Maatvoering (m) Visgraat ,90 x 5,30 Visgraat (50º) ,20 x 6,00 Visgraat ,30 x 5,80 Visgraat ,20 x 6,00 Visgraat (50º) sw ,20 x 10,50 Visgraat ** ,00 x 6,00 Visgraat ** ,40 x 6,00 Zij-aan-zij ,70 x 6,70 Zij-aan-zij ,00 x 6,95 Zij-aan-zij sw ,00 x 10,95 Zij-aan-zij sw ,40 x 10,95 Zij-aan-zij ,90 x 6,95 Zij-aan-zij sw ,90 x 10,95 Zij-aan-zij sw ** ,40 x 10,95 Swing over ,50 x 7,00 Swing over ,40 x 7,00 Swing over ** ,80 x 7,00 Draaimelkstal visgraat diameter 12,40 Draaimelkstal zij-aan-zij diameter 12,20 ** Bron: Wemmenhove et al., 2009 ** Systemen gebaseerd op twee melkers sw NB Snel wisselsysteem Per merk kunnen de maatvoeringen verschillen. Ga bij de bouw uit van originele bouwtekeningen. 10

11 Om het geheel te complementeren nog enkele melkstaltypen met het aantal standen, de capaciteit en het aantal melkers wat nodig is in onderstaande tabel 3. Wanneer de keuze al gemaakt is voor bijvoorbeeld een 24stands melkstal zijn er verschillende opties, namelijk: een visgraat ( koeien per uur met twee melkers), een zijaan-zij met ( koeien per uur) of zonder ( koeien per uur) snel wisselsysteem en een draaimelkstal ( koeien per uur) (visgraatuitvoering) en zoals hieronder aangegeven een draaimelkstal met binnendraaier ( koeien per uur). Hieruit blijkt dat de draaimelkstal, in beide uitvoeringen, de hoogste capaciteit heeft. Verder zorgt een snelwisselsysteem voor een capaciteitsverhoging van ongeveer 10%. Tabel 3. Overzicht capaciteit van verschillende melkstaltypen Melkstal Aantal standen Aantal melkers Capaciteit Zij-aan-zij sw 14Z14¹ Visgraat 12V12² Swing-over 22SO22³ Draaimelkstal (binnendraaier) Draaimelkstal (binnendraaier) Draaimelkstal (buitendraaier) Bron: Galama en Van Dooren, 2006 ¹ Z: zij-aan-zij, ² V: visgraat, ³ SO: swing-over Type melkstal Niet alleen de capaciteit (het aantal koeien), maar ook de beschikbare tijd en arbeid en de voorkeur van de veehouder dragen bij aan de uiteindelijke keuze van de melkstal. De totale melktijd moet tussen de 1,5-2 uur liggen, dit wordt in de praktijk als aanvaardbaar gezien. Door de schaalvergroting komt er steeds meer interesse in de grotere melkstallen met meer dan twintig standen (Wemmenhove et al., 2009). Dit zijn dan de draaimelkstal, de grote visgraat en de zij-aan-zij melkstal (in diverse uitvoeringen) (De Koning en Wemmenhove, 2007). Op dit moment is de visgraat in de diverse uitvoeringen (50, 60 graden, met of zonder snelwisselsysteem) de meest gebruikte melkstal (Wemmenhove et al., 2009). Zij-aan-zij melkstal Bij dit type is het grote voordeel dat de looplijnen voor de melker beperkt blijven, dit draagt bij aan de arbeidsefficiëntie (Wemmenhove et al., 2009). Draaimelkstal Ook hier geldt dat de looplijnen beperkt blijven. Verder is er bij de draaimelkstal nog de keuze tussen een binnen- of een buitendraaier. Het voordeel van een buitendraaier is dat deze een grotere capaciteit heeft met een kleiner ruimtebeslag. Verder staan de koeien zij-aan-zij waardoor de inloop erg eenvoudig, en dus snel, kan verlopen. Verder zorgt deze inloop voor een hogere draaisnelheid. Daar staat tegenover dat de koeien achterwaarts de stal moeten verlaten en daarmee wordt de gewonnen tijd weer teniet gedaan. Een ander nadeel is dat de koeien erg snel weer uit het zicht verdwijnen, de controletijd kan hierdoor te kort zijn (Galama en Van Dooren, 2006). 11

12 Visgraat Vaak wordt er voor de visgraat gekozen wanneer ook de keuze op een binnendraaier is gevallen. Dit omdat er bij binnenkomst anders een draai van 180 graden gemaakt moet worden wat het inlopen vertraagt. Dit zal dan ook een nadelig effect hebben op de capaciteit. Een visgraat beslaat, in dezelfde hoeveelheid standen, wel meer ruimte (Galama en Van Dooren, 2006). Swing-over Het voordeel van dit systeem is dat er per zijde gemolken wordt en in de tijd dat de ene zijde gemolken wordt kan de andere kant gewisseld en voorbehandeld worden. Het voordeel hiervan is dat beide kanten van het systeem gebruikt worden wat een kostenbesparend effect heeft (Wemmenhove et al., 2009). Dit kan al snel voor een besparing van 3000,- opleveren. Hier tegenover staat dat de melker andere handelingen moet verrichten wat tot gevolg heeft dat deze kostenbesparing pas naar voren komt bij grotere melkstallen (Galama en Van Dooren, 2006). Een ander voordeel is dat de investering in apparatuur lager is. De bouwkosten zijn wel weer hoger, omdat er bij een swing-over meer bouwoppervlak nodig is (Wemmenhove et al., 2009). Overzicht In tabel 4 wordt een kort overzicht gegeven van de verschillende voor- en nadelen bij de verschillende typen melkstallen. Voor iedereen kan een ervaring met de melkstal anders zijn en daardoor kan de interpretatie van een voor- of nadeel ook verschillen. De tabel geeft een overzicht van de informatie beschikbaar in de literatuur zoals hierboven beschreven. Tabel 4. Overzicht van voor- en nadelen van verschillende melkstallen Type Voordeel Nadeel Zij-aan-zij Beperkte looplijnen melker Bevuiling door mest Goed overzicht Snelle inloop Draaimelkstal - buitendraaier Beperkte looplijnen melker Keuze tussen binnen- of buiendraaier Grote capaciteit met klein ruimtebeslag Zij-aan-zij dus snelle inloop en hogere draaisnelheid Koeien verlaten achterwaarts de stal Koeien snel uit zicht Visgraat Goede inloopsnelheid Beslaat meer ruimte - binnendraaier Swing-over Per zijde kan worden gemolken; kostenbesparend effect Investering relatief laag Problemen met zuurgraad door bovenliggende melkleiding Pas bij grote melkstallen komt kostenbesparend effect naar voren Arbeidsefficiëntie De afgelopen tijd is het thema arbeidsefficiëntie steeds belangrijker geworden. Onder het motto tijd is geld is het van belang dat alles zo effectief mogelijk verloopt en dat er per uur zoveel mogelijk liters melk om wordt gezet. De arbeidsefficiëntie wordt vooral bepaald door het aantal melkstanden in de melkstal. In onderstaande tabel 5 wordt er een verband gelegd tussen het aantal melkstanden en het aantal uren per week per liter melk (Schoonhoven, 2007). 12

13 De tabel maakt duidelijk dat een toenemend aantal melkstanden een afnemend aantal uur per liter melk inhoudt. Hierdoor neemt de arbeidsefficiëntie, aantal liter (of kg) melk per uur, toe. Op grotere bedrijven is er vaak het voordeel dat er over meerdere melkstanden beschikt kan worden. Dit betekent dus dat er op deze bedrijven een hogere arbeidsefficiëntie behaald wordt. Door een grotere capaciteit in de melkstal is het ook gemakkelijker om meer kg melk per uur te produceren. Tabel 5. Verband tussen arbeidsefficiëntie en aantal melkstanden Type melkstal Aantal melkstanden Uren per week per liter melk Tandem 6 (n=5) 4,8 Visgraat 8 (n=3) 4,6 Visgraat 10 (n=3) 4,1 Visgraat 12 (n=3) 4,1 Swing-over 14 (n=1) 3,1 Visgraat 14 (n=1) 3,0 Visgraat, zij-aan-zij 16 (n=3) 2,9 Bron: Schoonhoven, Motivatie Uiteraard is niet alleen het aantal arbeidsuren, benodigd per systeem, doorslaggevend voor de uiteindelijke keuze. De keuze om in een melkstal te blijven melken en niet over te stappen op een automatisch melksysteem heeft vaak economische redenen. Zeker de totale jaarkosten (paragraaf 2.4) spelen een belangrijke rol. De redenen om juist te investeren in een traditioneel melksysteem zijn onder andere volgens Hogeveen en Heemskerk (2006): - de kosten van de melkrobot zijn te hoog - niet afhankelijk willen zijn van de melkrobot - onzekerheid over werking van robot - onzekerheid over werken met robot - flexibiliteit rondom bedrijfsuitbreiding De flexibiliteit rondom bedrijfsuitbreiding vergt misschien enige uitleg. Vaak gaat automatisch melken al snel samen met uitbreiden. De melkveehouders die conventioneel blijven melken zien uitbreiding met een robot juist als niet praktisch. Dit heeft te maken met de maximale capaciteit van de melkrobot. Wanneer de ene robot vol zit, dan moet er een hele extra melkbox bij komen. Dit brengt hoge kosten met zich mee. Wanneer er met een melkstal wordt uitgebreid zijn er alleen extra melkuren nodig, maar geen extra investeringen (Hogeveen en Heemskerk, 2006). Kortom, hoe mooi de voordelen ook kunnen klinken van de automatische melksystemen, voor de melkveehouders die in de melkstal blijven melken wegen deze voordelen simpelweg niet op tegen de hogere kosten. Totale jaarkosten Een van de belangrijkste motivaties voor het kiezen van een bepaalde melkstal zijn de totale jaarkosten. Deze bestaan naast de standaard kosten zoals rente, afschrijving van de melkstal en de arbeidskosten ook uit het bebouwde oppervlak van de melkstal. In onderstaande tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de investeringen, de jaarkosten en arbeidskosten van verschillende typen melkstallen bij (maar liefst) 960 koeien. 13

14 Uiteraard is dit niet representatief voor Nederland, maar het geeft wel de verschillen per systeem aan. Dit zal evenredig gaan met het aantal koeien en hierdoor ontstaan dezelfde verschillen dan bij een kleiner aantal koeien. Er wordt gerekend met een rente van 4%, afschrijvingskosten van 10% en onderhoudskosten van 5%. De kosten van de arbeid zijn berekend met een uurloon van 25,- vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren per jaar voor ieder systeem benodigd. De bouwkosten, onderdeel dus van de totale jaarkosten, zijn berekend op basis van het aantal m² per stal. Per m² wordt gerekend met een investeringsbedrag van 200,- en de afschrijving gebeurt over 20 jaar (Galama en Van Dooren, 2006). Tabel 6. Investeringen, jaarkosten en arbeidskosten bij verschillende melksystemen in euro ( ) gebaseerd op 960 koeien Melkstal Investering Jaarkosten Arbeid Totaal 2x* 3x* 2x 3x 14 Z * 14 Z 14 ¹ Z 28 ¹ Swing-over 2 * Swing-over 2 * Draaimelkstal 28 binnendraaier Draaimelkstal 48 binnendraaier Draaimelkstal 60 buitendraaier * Aantal keren melken per dag Bron: Galama en Van Dooren, 2006 Bij de kolom van arbeid staan twee verschillende opties, namelijk twee keer of drie keer op een dag melken. Uiteraard scheelt dit in de totale arbeidskosten per jaar. Driemaal daags melken geeft wel een hogere melkproductie, maar dit hoeft niet te betekenen dat dit meer opbrengt dan de arbeidskosten van een derde keer op een dag melken en of de melkveehouder deze arbeidsinvestering wil doen. Ook hier blijkt weer dat niet alleen de kosten, maar ook de eigen motivatie en voorkeur van de melkveehouder belangrijk is bij de uiteindelijke keuze Melkstalwijzer De mogelijkheid is er natuurlijk om zelf als melkveehouder allerlei formules en berekeningen op de verschillende melkstallen los te laten en op die manier een keuze te maken. Om het wat overzichtelijker en gemakkelijker te maken is de Melkstalwijzer in het leven geroepen. Dit is een eenvoudig rekenprogramma, van de Animal Sciences Group, waar in een kort tijdsbestek berekend kan worden welke melkstal het meest interessant is voor een bedrijf (De Koning en Wemmenhove, 2007). In onderstaande figuur een illustratie van de invoer die nodig is om de melkstalwijzer de berekeningen uit te laten voeren. Ook de mate van automatisering kan aangepast worden. Deze melkstalwijzer is te vinden op de volgende website: 14

15 Figuur 1. Primaire en secundaire invoer voor de Melkstalwijzer Bovenstaande getallen zijn variabel en kunnen dus door de melkveehouder zelf worden aangepast Koeverkeer Bij iedere melkstal, ongeacht de capaciteit of het aantal standen, moet de looproute voor de koeien logisch zijn. Het verloop kan hierdoor vlot en overzichtelijk plaatsvinden wat weinig stress voor de koeien met zich mee brengt. Een wachtruimte is een optie om het koeverkeer te bevorderen. Hierbij is het belangrijk dat deze ruimte gemaakt is op het aantal te melken koeien qua grootte. Ook moeten de koeien niet langer dan een uur in deze ruimte verblijven. Een voordeel bij een hellende wachtruimte is dat de koeien met hun kop in de richting van de melkstal gaan staan. Hierdoor kunnen ze goed zien wat er gaat gebeuren en zullen de koeien vlotter de melkstal betreden (Wemmenhove et al., 2009) Voor- en nadelen Bij onderstaande voor- en nadelen moet rekening gehouden worden met het feit dat ieder bedrijf uniek is en iedere melkveehouder eigen voorkeuren heeft. Wat voor de een als voordeel geldt kan daardoor voor iemand anders minder zwaar wegen of zelfs een nadeel zijn. Hieronder een zo compleet mogelijk overzicht van de voordelen en nadelen van het traditioneel melken (zie tabel 7). Tabel 7. Voor- en nadelen traditioneel melken Voordelen Nadelen - lage investeringskosten - arbeidsintensief - niet afhankelijk van mechanisatie - bij sommige typen kort zicht op - flexibel rondom de koeien bedrijfsuitbreiding - zwaar werk - dagelijkse koecontrole - benodigde mantijd van de melker - leuke activiteit om te doen bepaalt capaciteit van de - koeien zijn gewend aan deze melkstaal situatie - eigen arbeid wordt vaak niet - verschillende opties voor aankleding/invulling melkstal meegerekend bij bedrijven die niet automatiseren, hierdoor komt er een scheve verhouding tussen investeringen/kosten enerzijds en arbeid anderzijds - schoonmaaktijd 15

16 Voorwaarden Zodra de keuze is gemaakt voor een melkstal moet er rekening worden gehouden met enkele voorwaarden voor de inrichting en het onderhoud van de melkstal die zijn vastgesteld door de leveranciers (Wemmenhove et al., 2009). Deze zijn: - De melkstal moet na iedere melkbeurt worden schoongemaakt. Voer-, melken mestresten moeten worden verwijderd. - Een melkstal dient buiten de melktijden voldoende afgescheiden te zijn van de stal en overige bedrijfsruimten. Hiermee wordt een goede hygiëne tussen de melktijden gegarandeerd. Bij voorkeur is de melkstal gelegen in een aparte ruimte. - Melkstal en melkmachine moeten goed reinigbaar zijn. De installatie dient sanitair aangelegd te zijn. - De melkinstallatie voldoet aan de juiste maatvoering en er vindt jaarlijks onderhoud plaats. Verder zijn er brochures verkrijgbaar bij de zuivelindustrie met meer informatie hierover Automatisch melken Algemeen In voorgaande paragrafen is duidelijk geworden dat melken een van de meest arbeidsintensieve activiteiten voor de melkveehouder is. Om deze uren te beperken komt er de laatste jaren steeds meer animo voor automatische melksystemen (AMS). In dit hoofdstuk een overzicht van de verschillende soorten automatische melksystemen met onder andere de grootste verschillen hiertussen, de kosten en de capaciteit. Verder de factoren arbeid, boxsystemen en de plaatsing van het AMS Technische kenmerken per melkrobot Een volledig overzicht van de zes verschillende melkrobots die op dit moment op de markt zijn is te vinden in de bijlagen. Dit overzicht komt uit de Boerderij van 26 mei Hieronder volgen ook nog enkele overzichten van de verschillende systemen, maar dat is op een kleinere schaal Vergelijkingen In de literatuur zijn verscheidene tabellen te vinden die verschillende robots met elkaar vergelijken, ieder op een andere manier. Onderstaande tabel 8 geeft een overzicht van enkele belangrijke kenmerken (Hulden, 2009; Devreese, en Van der Knaap, 2005). 16

17 Tabel 8. Overzicht van belangrijke kenmerken voor verschillende robots Bovenstaande tabel (tabel 8) maakt duidelijk dat er tussen de verschillende systemen nog wel enkele verschillen zitten. Het zal uiteindelijk een persoonlijke keuze zijn, vaak met de familie samen, die de doorslag geeft. Hieronder schematisch de voor- en nadelen weergegeven van de zes robots gebaseerd op tabel 8 en Devreese ( ), zie tabel 9. 17

18 Tabel 9. Overzicht van de voor- en nadelen voor de verschillende systemen Boumatic Proflex Voordelen: Elektrische aansluittechniek bespaart energie Mogelijkheid tot 2 boxen per arm Nadelen: Korte begeleiding na aanschaf Relatief hoge prijzen voor lage capaciteit DeLaval VMS Voordelen: Hydraulische arm heeft kortere aansluittijd, hierdoor een hogere capaciteit Hoge capaciteit Helpdesk Geen voorgestraalde melk en desinfecteermiddel in melkleiding; minder kans op mastitis Relatief lage prijs Nadelen: Perslucht werkt preciezer dan hydraulische zuigers Fullwood Merlin Voordelen: Begeleiding kan klantspecifiek worden bepaald Lage onderhoudskosten Lange garantie op laser Laagste vanaf prijs Nadelen: Grote afmeting voor melkbox GEA WestfaliaSurge Titan (Mlone) Voordelen: Stelselmatig uitbreiden zonder te vermeerderen in robots, enkel in boxen (goedkoper) Hoge capaciteit bij 1 box Relatief goedkope vanaf prijs Nadelen: Lely A3 (next) Voordelen: Koeien moeten soms lang wachten voordat de robotarm de koe kan behandelen Desinfectans via de melkleiding Verlengbare garantie Mogelijkheid tot lange begeleiding na aanschaf Lage vanaf onderhoudskosten Nadelen: Relatief lage capaciteit en grote spreiding in capaciteit bij 1box SAC RDS (Futureline) Voordelen: Zeer precies Plaatst tepelbekers hoger Elektrische armaandrijving Arm kan twee boxen bedienen Lage vanaf prijs Nadelen: Korte begeleiding na aanschaf 18

19 2.3.4 Onderhoudscontract Bij het automatisch melksysteem kan er bij alle merken met een onderhoudscontract gewerkt worden. Dit houdt in dat ieder jaar een vast bedrag wordt betaald en alle kosten en services gratis zijn (afhankelijk van contracttype). Lely heeft de keuze uit twee verschillende contracten, Select en Master (Devreese ). In tabel 10 een weergave van de kenmerken en de kosten van deze twee contracten. Tabel 10. Tarieven en kenmerken service contract Lely Tarieven ( ) Select Master Eerste robot ,01 per melking ,06 per melking Elk volgende robot ,01 per ,06 per melkbeurt melkbeurt Kenmerken Preventief onderhoud Ja Ja Controle van vacuüm en Ja *) Ja *) pulsatiesysteem Telefonische ondersteuning Ja, beperkt Ja door monteur Toegang tot 24-uurs Ja; oproepen + arbeid Ja ondersteuning worden in rekening gebracht Kalibratie melkmeter Nee Ja*) Service-release-software Ja Ja Slijtdelen/verbruiksartikelen Nee Ja**) Slijtdelen volgens instructie Ja Ja in onderhoudshandleiding Onderdelen m.u.v. Nee Ja verbruiksartikelen en slijtdelen Advies/Consultancy Nee Nee *) kosten die eventueel voortvloeien uit de registratie van documenten bij derden zijn niet in begrepen en zullen in rekening worden gebracht tegen hetzelfde tarief als waarvoor Lely door bedoelde derde wordt belast. **) per jaar zal per Astronaut niet meer dan één pakket met verbruiksartikelen worden geleverd. De artikelen bestaan uit siliconenvoeringen, melkfilters, een koord, borstels extra A3 en een set siliconen duplo slangen Bedrijfsvoering/Management De keuze voor een AM-systeem heeft niet alleen uitwerking op het melken, maar ook op de bedrijfsomstandigheden en de inrichting van het bedrijf. In de meeste gevallen gaan de koeien bij bedrijven met een melkrobot niet naar buiten, dit kan consequenties hebben voor de stalinrichting. Verder zal er een verschuiving plaatsvinden in de arbeid (Wemmenhove et al., 2009). Ook al valt het zware, arbeidsintensieve melken weg, er komen wel veel andere activiteiten voor in de plaats. Bijvoorbeeld diercontrole. Normaal gesproken worden de koeien dagelijks gecontroleerd bij conventioneel melken. Nu is deze controle weg en moet deze activiteit dus worden ingepland. 19

20 Ook aan de attentiemeldingen van de robot moet gehoor worden gegeven, wat ook tijd in beslag zal nemen. Hierdoor komt de nadruk steeds zwaarder te liggen op de managementcapaciteiten van de melkveehouder (Van Dooren, 2003). In hoofdstuk 7 wordt daar verder op ingegaan Capaciteit Een van de belangrijke kenmerken uit tabel 8 (bladzijde 15) is de capaciteit van het AM-systeem, welke zeer belangrijk is voor de melkveehouder. De capaciteit kan verhoogd worden door een goede, vrije toeloop naar de robot voor de koeien. Er moet dus een optimale route gecreëerd worden naar het AM-systeem. Verder zal een koe met een mindere (klauw)gezondheid minder snel naar de robot gaan en ook minder snel zijn wat de capaciteit omlaag kan brengen. Verder wordt de capaciteit nog bepaald door de melksnelheid en de melkgift (Wemmenhove et al., 2009) Boxsystemen Automatische melksystemen kunnen onderverdeeld worden in éénboxsystemen en multiboxsystemen (twee tot vijf boxen). Een groot voordeel van een multibox is dat de melkveehouder eenvoudiger kan groeien. Per etmaal komt de capaciteit van een éénboxsysteem tussen de 170 (Wemmenhove et al., 2009) en 180 melkingen. Dit komt uit op zestig dieren bij een gemiddeld aantal melkingen van 2,5 per dag (Galama en Van Dooren, 2006). Bij een multibox is dit moeilijker vast te stellen. Een tweeboxsysteem heeft een capaciteit van ongeveer 300 melkingen per etmaal en bij elke box die erbij komt komen er ongeveer 135 melkingen per etmaal bij (Wemmenhove et al., 2009). Hiermee komt de capaciteit in een multiboxsysteem van de tweede en derde box respectievelijk op veertig en dertig koeien (Galama en Van Dooren, 2006). Met een box kan dagelijks ongeveer 1700 tot 2200 liter geproduceerd worden. Voor multiboxen is dit lastig aan te geven, omdat dit afhankelijk is van het daadwerkelijke aantal boxen aanwezig (Wemmenhove et al., 2009), zie tabel 11 voor een overzicht. Tabel 11. Verschillen in multiboxsysteem Aantal boxen Aantal melkingen = 435 per per etmaal 300 per etmaal etmaal Gemiddeld aantal melkingen 2,5 Aantal koeien 30 (van alleen de (van alleen de 2 e box) box) Liter melk per dag Geschikt voor Bedrijven tot kg melk dus tot 130 koeien* * Huiden, 2009 NB: De efficiëntie wordt uiteindelijk bepaald door het aantal kilogram melk per unit en niet door het aantal melkingen of het aantal koeien per unit. (Galama en Van Dooren, 2006) Koeverkeer en plaatsing AMS Bij een AM-systeem is het van belang dat de koeien naar de robot toekomen. Dit wordt het koeverkeer genoemd en kan op twee verschillende manieren worden toegepast. De eerste vorm is vrij verkeer. Hierbij is de koe vrij in haar te lopen route en met het oog op het welzijn heeft deze vorm de voorkeur. 20

21 De tweede vorm is gedwongen of gestuurd koeverkeer. De koeien bezoeken bij deze vorm het voerhek, de ligboxen en de melkrobot in een vaste volgorde, waarbij het voerhek na de melkrobot wordt aangedaan. Voor het management is het belangrijk dat deze vorm van koeverkeer mogelijk is in de stal (Biewenga en Meijering, 2003). Dit gebeurt met behulp van selectiepoorten waarbij aan de hand van automatische koeherkenning de koe of naar het voerhek of naar het melksysteem wordt gestuurd (Wemmenhove et al., 2009). Wanneer er overgegaan wordt op automatisch melken is dit een grote verandering voor de melkveehouder. Dit geldt ook, in mindere mate, voor de koeien. Het ritme van tweemaal daags gemolken worden is voorbij en ze moeten nu zelf naar de melkbox toelopen. Om de koeien te laten wennen kan het raadzaam zijn om bij het opstarten van het robotmelken gedwongen koeverkeer toe te passen. Verder moeten de koeien voldoende tijd krijgen om hun eigen bezoekpatroon te ontwikkelen. Om het verloop te bevorderen is het raadzaam om de melkbox tussen de vreetruimte en de ligruimte te plaatsen. Hierdoor wordt de kans groter dat de koeien sneller, en uit eigen beweging, naar de box toegaan (Biewenga en Meijering, 2003). Door de verschillende melkboxen te clusteren in de stal blijven de looplijnen voor de koe beperkt en heeft de melkveehouder meer overzicht. Als laatste is het nog handig om de koeien, in niet al te grote groepen, te verdelen. Koeien kunnen zo sneller herkend en opgehaald worden door de melkveehouder en ranglagere dieren komen meer tot hun recht in een groep met meer ranglagere dieren (Wemmenhove et al., 2009) Arbeid In tabel 13 zijn verschillende motivaties te zien om voor een AMS te kiezen. Hieruit is duidelijk af te lezen dat arbeidsvermindering en arbeidsflexibiliteit de voornaamste redenen zijn om over te gaan naar automatisch melken. De zware, fysieke en mentale belasting van het traditioneel melken veroorzaakt veel gezondheidsproblemen bij de melkveehouders. Door dit te automatiseren kan deze belasting verminderd worden (Van Dooren, 2003). De arbeid voor het melken vervalt dus, maar andere activiteiten komen hiervoor in de plaats. Zoals de computer uitlezen, attentiekoeien ophalen en in het begin de software leren kennen. Deze tijd weegt echter niet op tegen de uren besteed worden aan het traditionele melken. Automatisch melken leidt tot een arbeidsbesparing van twintig procent of meer (Wemmenhove, 2007). In een ander onderzoek komt een arbeidsbesparing van 19,8% naar voren door het gebruik van een AMS. Voor een AMS varieert de arbeidsbehoefte van 32 minuten tot 3 uur per dag (Van Dooren et al, 2007). Rotgers (2005, in Devreese ) stelt dat per week gemiddeld twintig arbeidsuren bespaard kunnen worden wanneer er gemolken wordt met een automatisch melksysteem. Dit komt op een jaarlijkse besparing van 1050 uur. In hetzelfde onderzoek komt naar voren dat de arbeid wel daalt, maar dat dit ten koste gaat van het inkomen. Een besparing van 10% ten opzichte van tweemaal daags conventioneel melken komt naar voren in een onderzoek van De Koning (2004). Naast de arbeidsvermindering, ervaren de melkveehouders die automatisch melken een lagere fysieke en mentale druk. De fysieke belasting neemt vooral af door handelingen als staan, vaak ver reiken en armen tot onder de schouders heffen die niet meer dagelijks aan de orde zijn. Omdat er niet meer standaard op vaste tijden gemolken hoeft te worden ervaart de melkveehouder minder tijdsdruk met als resultaat dat de mentale belasting ook afneemt (Werkman, 2006). 21

22 Arbeidsefficiëntie Onder arbeidsefficiëntie wordt het aantal kilogram geproduceerde melk per arbeidsuur verstaan. Dus hoe hoger de arbeidsefficiëntie, hoe meer kilogram melk per arbeidsuur er geproduceerd wordt. Meer melk betekent meer inkomen en dat is ook de reden waarom arbeidsefficiëntie zo belangrijk is. Zeker nu wanneer de melkprijzen erg laag zijn en de kosten hoog (Zijlstra et al., 2007). Figuur 2. Het verband tussen arbeidsefficiëntie en bedrijfsomvang op basis van gegevens van 50 Nederlandse melkveebedrijven (Bron: Zijlstra et al., 2007) In figuur 2 is duidelijk te zien dat het aantal uren dat per week nodig is om één ton melk te produceren afneemt naarmate het quotum groter wordt. De arbeidsefficiëntie neemt dus toe. Wat verder af te leiden is uit bovenstaand figuur is dat er tussen de bedrijven nog veel spreiding zit. Dit is met name te zien bij bedrijven met een quotum tussen de en de kilogram melk (Zijlstra et al., 2007). Uit hetzelfde bovenstaande onderzoek blijkt dat er per ton melk gemiddeld vier uur minder besteed wordt aan alle veewerkzaamheden. Onder deze werkzaamheden wordt het melken, voeren, veeverzorging en de veegezondheid verstaan. Tijdsbesteding Bij een melkquotum van kilogram wordt er dagelijks 2,7 uur besteed aan verschillende werkzaamheden rond de robot. Controlerondes worden ook in deze uren genomen, terwijl dit niet direct gerelateerd is aan de robot zelf. Het aantal uur per dag aan activiteiten die specifiek gerelateerd zijn aan de robot zal dus minder zijn dan de eerder aangegeven 2.7 uur. Verder wordt de tijdsbesteding beïnvloed door de beschikbare arbeidskrachten en de efficiëntie op een melkveebedrijf. Met een goed management op het bedrijf kan de efficiëntie worden verhoogd en vermindert het aantal uur per dag besteed aan de robot. De vrijgekomen tijd wordt vaak besteed aan andere activiteiten zoals klauwbekappen en insemineren. Hierdoor is er sprake van een arbeidsverschuiving en in mindere mate van een arbeidsvermindering. De tijdsbesteding en indeling wordt door het AM-systeem flexibeler (Werkman, 2006). Ook Hogeveen en Heemskerk (2006) stelden dat automatisch melken een grote invloed heeft op de bedrijfsvoering en daardoor op de tijdsbesteding van de melkveehouder. 22

23 Arbeidskosten Bij een aanname van zeventig dieren per robot komt het totaal aantal uren per jaar op 349. Hierbij moeten ook nog de uren van de procesbesturing (149) op worden geteld. Dit maakt een totaal van = 498 uur. Wanneer de arbeidskosten per uur op 25 worden gezet kost één robot jaarlijks aan arbeid (Agrowerk, 2009). Er vanuit gaande dat er jaarlijks 1050 uur wordt bespaard door automatisch te melken (Rotgers, 2005) komt dit op een besparing van de arbeidskosten van 1050 x 25 = ten opzichte van een melkstal, zie ook de overzichtstabellen Verbruikskosten In onderstaande tabel 12 wordt een overzicht gegeven van het energie- en waterverbruik van de verschillende melkrobots per jaar. Het aantal kwh per kilo geproduceerde melk is een vast gegeven. Wanneer dit getal vermenigvuldigd wordt met het aantal kilogram melk is het totale energieverbruik bekend. Om de kosten voor het energieverbruik te krijgen moet het totale aantal kwh vermenigvuldigd worden met de kosten van een kwh. Tabel 12. Energieverbruik en waterverbruik per melkrobot Boumatic DeLaval Fullwood GEA Westfalia Model Proflex VMS Merlin Titan Energieverbruik (kwh/kg) 1 box Waterverbruik (liter/dag) 1 box 0,02 0,015-0,025 0,022 0, voorbehandelen Lely A3 next 0,015-0,2 SAC RDS Futerline 0, Bron: Huiden, 2009 Hetzelfde principe is toepasbaar om de verbruikskosten van het water in kaart te brengen. Nu wordt er echter vermenigvuldigd met de kostprijs van water per m³. De totale, jaarlijkse verbruikskosten wordt dan de som van de elektriciteitskosten en de waterkosten Motivatie Arbeidsvermindering en arbeidsflexibiliteit zijn de belangrijkste motivaties voor melkveehouders om te kiezen voor een AMS. Dit komt ook duidelijk naar voren uit tabel 13. Niet alleen de hoeveelheid arbeid, maar ook de zwaarte van de arbeid en de mogelijkheid om de arbeid zelf in te delen zijn belangrijke motivaties voor een melkveehouder om over te stappen. Verder geeft de robot de mogelijkheid om meer dan twee keer per dag te kunnen melken. Hierdoor stijgt de melkproductie en ook de uiergezondheid van de koeien zal verbeteren. Verder is de persoonlijke situatie van de melkveehouder van grote invloed op het wel of niet nemen van een melkrobot. Een groter deel van de melkveehouders met een robot zijn getrouwd en er is geen bedrijfsopvolging aanwezig. 23

24 Tabel 13. Motivaties om een AM-systeem te installeren *) B NL D DK Totaal Arbeidsvermindering Arbeidsflexibiliteit Af zijn van ingehuurde arbeid Verbeteren technische parameters Toekomst, uitdaging Andere activiteiten Bron: Mathijs, 2004 *) De getallen geven percentages weer, per land (B=België, NL=Nederland, D=Duitsland, DK=Denemarken) of als totaal Dus de arbeidsvermindering, arbeidsverlichting, arbeidsflexibiliteit en de mogelijkheid om meer dan twee keer per dag te kunnen melken zijn de belangrijkste motivaties om te kiezen voor een melkrobot Voor- en nadelen Bij onderstaande voor- en nadelen moet rekening gehouden worden met het feit dat ieder bedrijf uniek is en iedere melkveehouder eigen voorkeuren heeft. Wat voor de een als voordeel geldt kan daardoor voor iemand anders minder zwaar wegen of zelfs een nadeel zijn. In tabel 14 is een zo compleet mogelijk overzicht gegeven van de voor- en nadelen van het automatisch melken. Tabel 14. Voor- en nadelen automatisch melken Voordelen Nadelen - arbeidsverlichting - afhankelijk van melkrobot - arbeidsvermindering - hoge investeringskosten - flexibelere tijdsindeling - nog niet bekend van nieuwste - betere uiergezondheid systemen hoe deze over tien jaar - werkzaamheden beperken tot werken controleren - koe moet geschikt zijn voor robot - hogere melkproductie - koe moet wennen aan robot - met multibox flexibeler in uitbreiden - melkveehouder moet wennen aan robot - meer natuurlijk bioritme voor de - bedrijfsvoering verandert koe; kiest zelf wanneer ze - stalindeling moet veranderen gemolken wordt - minder visuele controle van de - verbeterd management koeien tijdens melken - minder stress voor melkveehouder - traagmelkende koeien houden robot erg lang bezig - constante handelingen, routinematig - zuurtegraad van het melkvet kan stijgen* - niet iedereen heeft de juiste managementskills *) Bij een hogere melkfrequentie wordt de melk gevoeliger voor vetsplitsing. Koeien aan het einde van de lactatie met lage melkgiften zijn hier ook meer gevoelig voor. Verder geven energietekorten in het dieet meer kans op hogere zuurtegraden (Slaghuis, 2004) Voorwaarden en aandachtspunten Zodra de keuze is gemaakt om over te stappen op een melkrobot moet er rekening worden gehouden met enkele voorwaarden gesteld met betrekking tot de plaatsing en de bereikbaarheid (Wemmenhove et al., 2009). 24

25 Deze zijn: - De bedieningsruimte van het AM-systeem is permanent te bereiken via een schone route - De bedieningsruimte bevindt zich in een afgesloten ruimte, waarvan de toegang is voorzien van een deur. Bij meerdere éénboxen kunnen deze gespiegeld worden geplaatst zodat tussen de systemen een (gesloten) bedieningsruimte ontstaat - De wanden zijn opgetrokken tot het plafond - Er wordt niet gemolken op roosters direct boven een (mest)put of mestkelder - In de bedieningsruimte is (koud en warm) water aanwezig Verder zijn er aanbevelingen voor de bereikbaarheid van het AM-systeem voor de melkveehouder, opgesteld door de stichting Keten Kwaliteit Melk (K.K.M.). De aanbevelingen zijn (Biewenga en Meijering, 2003): - De bedieningsruimte van het AM-systeem is permanent te bereiken via een schone route - Voor het bereiken van de bedieningszijde is een niet permanente loopbrug niet toegestaan, behoudens bij bedrijven die zijn beoordeeld voor en zijn erkend - De bedieningszijde bevindt zich in een afgesloten ruimte, die is voorzien van een deur - De wanden van de bedieningsruimte zijn opgetrokken tot het plafond - Er wordt niet gemolken op roosters direct boven een open (mest)put of mestkelder De Haan en Derks (2007) hebben enkele aandachtspunten opgesteld voor het gebruik van een melkrobot. Enkele worden hieronder besproken. De plaatsing van de robot: wanneer er verschillende robots worden geplaatst kunnen deze bij elkaar in een cluster of verspreid worden geplaatst. Het voordeel bij een cluster is dat alles bij de hand is. Het verspreid neerzetten van de robots is meer passend met verbouw, meerdere voergangen en met koeien aan twee zijden van de voergang. Wanneer de koeien aan beide zijden staan kunnen de dieren gegroepeerd worden op productie en ook op een ander niveau worden gevoerd. Ruimte rondom de robot: voor een optimale benutting van de capaciteit van de robot moet het koeverkeer optimaal kunnen verlopen. Als richtlijn wordt gegeven om ongeveer vier meter te hebben aan doorgang en wisselruimte. Krachtvoerbox(en): een basisrantsoen met een lage voederwaarde voor het voerhek houdt de koeien in beweging en zorgt ook voor een beter bezoek aan de melkrobot. Hoogproductieve koeien kunnen het krachtvoer in de AMS niet volledig benutten Vergelijking van kosten en arbeid Tabel 15 geeft een overzicht van de vervangingswaarde en de jaarlijkse kosten voor verschillende melkstallen en van diverse multiboxsystemen. Dit zijn economisch gezien de belangrijkste parameters. Het is duidelijk te zien dat de draaimelkstal en de AM-systemen de grootste vervangingswaarde hebben. De uiteindelijke keuze is voor iedereen persoonlijk, maar het kostenplaatje speelt zeker een rol. Vandaar ook dit overzicht. 25

26 Tabel 15. Vervangingswaarde en jaarlijkse kosten melkinstallatie Omschrijving Aantal standen of inhoud Grupstal 30 mk 3 50 mk 5 Gesloten melkstal 4 Vervangingswaarde ( ) Jaarlijkse kosten in % Afschrijving Onderhoud en verzekering Open melkstal Zij-aan-zij melkstal snelwisselsysteem Visgraat melksysteem snelwisselsysteem Driehoek melkstal Ruitmelkstal Draaimelkstal Automatisch melksysteem 1) - eenboxsysteem - multiboxsysteem (2 boxen) - multiboxsysteem (3 boxen) - multiboxsysteem (4 boxen) - multiboxsysteem (5 boxen) - selectiepoort met koeherkenning - selectiepoort zonder koeherkenning ,5 12,5 12,5 12,5 12,5 10 Bron: KWIN-V ) Afhankelijk van het merk automatisch melksysteem kunnen prijsverschillen optreden. De vervangingswaarde van de melkinstallatie is gebaseerd op de basisapparatuur. Dit betekent dat een melkmachine is voorzien van een vacuümpomp (inclusief milieuvoorzieningen), vacuümleidingen, een melkluchtafscheider, melkleidingen, melkstellen en het bijbehorende hekwerk (KWIN-V, ) Vergelijking van investeringskosten Tabel 16 is gebaseerd op de jaarkosten per bespaard uur. De extra jaarkosten zijn opgebouwd uit de afschrijving, rente en onderhoud en eventuele extra energiekosten. De laatste kolom is te berekenen door de extra jaarkosten te delen door de bespaarde uren

27 Een lager getal houdt dus in dat er minder geld wordt geïnvesteerd om een uur te besparen. Duidelijk wordt dat het ombouwen van de melkstal de goedkoopste optie is (Zijlstra et al., 2007). Natuurlijk is dat niet altijd mogelijk of aan de orde, vandaar zijn er meerdere opties weergegeven. De bespaarde uren zijn ook goed om in de overweging wel of niet automatiseren mee te nemen. Tabel 16. Jaarkosten per bespaard uur voor verschillende aanpassingen rond het melken Investering Investering in Extra jaarkosten in Bespaarde uren Jaarkosten/ bespaard per uur in /uur Melkstal van 2x5 naar 2x Melkrobot Draaimelkstal Melker 5x per week Melker 10x per week Bron: Zijlstra et al., 2007 NB: De verschillende investeringen worden steeds vergeleken op basis van de jaarkosten per bespaard uur. Bij de investeringen is het belangrijk om na te gaan of het uurloon van de melkveehouder hoger of lager uitvalt dan het CAO-loon. Wanneer de investeringen lager uitvallen dan het loon zijn deze aantrekkelijker dan het aantrekken van personeel (Zijlstra et al., 2007). Tabel 16 geeft een weergave van standaardbedragen. Dit is natuurlijk afhankelijk van de dealer/leverancier en welke uitvoering er gekozen wordt. Voor ieder bedrijf zullen andere randvoorwaarden gesteld worden voor investeringen, ieder bedrijf is dus uniek en daardoor kunnen er geen algemene conclusies aan deze tabel worden verbonden (Zijlstra et al., 2007). Uit het artikel wordt niet duidelijk welke stal als controle wordt beschouwd, hierdoor is het aantal bespaarde uren lastig te interpreteren Vergelijking arbeidsbehoefte In 2006 hebben Galama en Van Dooren een overzicht gemaakt voor de grootschalige melkveehouderij, vandaar ook de grote aantallen koeien waarmee gerekend is. In dit overzicht is een vergelijking tussen de arbeidsbehoefte bij traditioneel melken en bij het gebruik van een automatisch melksysteem beschreven. De arbeidsbehoefte is globaal geschat en is in tabel 17 weergegeven. Uit de tabel kan worden opgemaakt dat er ruim tien (10.3) volledige arbeidskrachten nodig zijn voor het diermanagement op een bedrijf met 1150 koeien. Uiteraard is dit nog niet vaak aan de orde in Nederland maar het geeft wel de arbeidsintensiviteit van de activiteiten aan. Uitgangspunt was steeds dat de kalveren alleen de eerste twee weken op het bedrijf blijven. Er wordt vanuit gegaan dat met een traditioneel melksysteem tweemaal daags wordt gemolken. Verder, en belangrijker, de arbeidsbesparing van twee ( = 2.2) volledige arbeidskrachten wanneer er gebruik wordt gemaakt van een AM-systeem. In onderstaande tabel is namelijk het totaal aantal volledige arbeidskrachten, nodig bij een melkstal, berekend op 10,3. Bij het AM-systeem wordt dit gesteld op 8,1. Het verschil hiertussen is dus te berekenen door de getallen van elkaar af te trekken. 27

28 Tabel 17. Arbeidsbehoefte bij traditioneel en automatisch melksysteem (AMS) aantal VAK aantal personen uren per dag uren per jaar melkstal AMS Melken Drijvers AMS aparte melkstal afkalven Voeren Kalveren Dierverzorging Herdmanager Totaal Bron: Galama en Van Dooren, 2006 De auteurs gaven bij de tabel nog de volgende toelichting: - Bij traditioneel melksysteem is uitgegaan van een draaimelkstal met twee melkers, waarbij twee keer per dag goed gemolken wordt (dus inclusief voorbehandeling) - Bij een traditioneel melksysteem zijn er tijdens het melken drijvers die het koeverkeer tijdens het melken regelen, boxen schoonmaken en de verzorging doen rond afkalven - Bij een automatisch melksysteem zijn er geen drijvers. Er is gerekend met 1 uur arbeid per melkrobot per dag. Dit betreft werkzaamheden als filters vervangen, attentielijsten uitdraaien en beoordelen, koeien separeren naar wachtruimte die nog gemolken moeten worden en boxen schoonmaken. De tijd nodig bij afkalven is apart geschat - Bij een AMS systeem wordt ervan uitgegaan dat de probleemkoeien (bijvoorbeeld mastitis) apart gemolken worden in een traditionele visgraat melkstal - Het voeren is geschat op basis van gemengd voeren met een voermengwagen - De verzorging van kalveren betreft biest verstrekken aan dagelijks gemiddeld 4 á 5 pasgeboren kalveren en verzorging van ca. 50 kalveren - De dierverzorging betreft klauwbekappen, tochtigheidswaarnemingen, koeien klaarzetten voor inseminatie of drachtigheidscontrole, behandeling zieke dieren en algemene werkzaamheden De herdmanager besteedt ook ongeveer 50% van de tijd aan dierverzorging 2.5. Conclusie Hierboven zijn belangrijke aspecten van zowel het conventioneel melken als het automatisch melken besproken. Wat hierbij naar voren komt is dat de uiteindelijke keuze erg persoonlijk is. Voor elke keuze zijn er enkele voor- en nadelen te noemen, waarbij arbeid en de investeringskosten vaak als het meest belangrijk worden gezien. De investeringskosten bij het aanschaffen van een melkrobot zijn erg hoog, wat voor veel melkveehouders een drempel kan zijn. Wanneer in een melkstal gemolken wordt zijn de investeringskosten lager, maar is de melkveehouder meer tijd kwijt met het melken. Wanneer er schaalvergroting wordt toegepast moet er rekening gehouden worden met de capaciteit van de melkstal, omdat niet alle melkstaltypes in een korte tijd veel koeien aankunnen. Wordt er voor een melkrobot gekozen, dan is de plaatsing van het systeem en de daarbij horende stalindeling belangrijk. Feit is dat er tegenwoordig veel automatiseringsmogelijkheden zijn om het melken te vereenvoudigen, dit geldt zowel voor het conventioneel als voor het automatisch melken. 28

29 3. Voerverstrekking 3.1. Introductie Voeren is een activiteit die dagelijks terugkomt op een melkveebedrijf en dit moet dan ook efficiënt gebeuren. Er kan handwerk aan te pas komen, maar voeren kan ook bijna geheel machinaal gebeuren, afhankelijk van het rantsoen waarmee gewerkt wordt. Onderstaand worden de meest gangbare systemen besproken waarbij arbeid en kosten meegenomen worden. Geprobeerd wordt om een zo compleet mogelijk beeld van elk systeem te geven. De berekeningen zijn gebaseerd op het jaarrond opstallen van de koeien (summerfeeding). De gemiddelde rentekosten zijn 2,6 % van de vervangingswaarde (KWIN-V, ). De tijd die nodig is om de kuil open te maken wordt niet meegerekend omdat deze tijd bij elk systeem hetzelfde is. Aan het einde van het hoofdstuk worden alle berekende getallen weergegeven in enkele tabellen Kuiluithaaldoseerbak/Kuiluithaaldoseerwagen Een eenvoudige manier om de koeien te voeren is het gebruik van de kuiluithaaldoseerbak. Het voordeel van dit systeem is dat het een relatief goedkope en eenvoudige machine is. Nadelen hiervan zijn dat er een trekker nodig is en dat er niet gemengd gevoerd kan worden. Deze kuiluithaaldoseerbakken/wagens zijn er in verschillende uitvoeringen waarbij de gemiddelde aanschafprijs van deze machine ligt op ,- (incl. BTW). Hier bovenop komen nog de onderhoudskosten, berekend als 2,5 % van de aanschafwaarde ( 275,-). De afschrijving is 1.000,- en de rente is 286,- (KWIN-V, ). Dagelijks is er ongeveer 45 minuten nodig om 70 koeien te voeren, dit komt neer op 275 uur per jaar. Verder is een trekker nodig van ongeveer 75 pk, deze verbruikt zeven liter diesel per uur. Bij een brandstofprijs van 0,90 worden de totale brandstofkosten 7 x 275 x 0,90 = 1.732,50 per jaar. De totale jaarkosten worden dan 3.293,50 (Praktijkrapport 73, ASG) Kuilvoerblokkendoseerwagen in combinatie met kuilvoersnijder Een voordeel van dit systeem is dat er doorgaans maar een keer in de week kuil hoeft te worden uitgehaald. Een nadeel is echter dat er omgekoppeld moet worden of de melkveehouder moet beschikken over twee trekkers. De machine vraagt relatief weinig vermogen, dus kan met een kleinere tweede trekker volstaan worden. Een blokkendoseerwagen kost ongeveer ,-. Waarbij de afschrijving 910,- is, de onderhoudskosten 250,- zijn en de rente neerkomt op 260,-. De aanschafwaarde van een kuilvoersnijder is 8500,-. Afschrijving en onderhoud zijn 775,- en 255,- en de rente bedraagt 221,- (KWIN-V, ). Met dit systeem is de benodigde tijd ongeveer 45 minuten per dag voor 70 koeien, wat jaarlijks 275 uur is (Praktijkrapport 73, ASG). Verder moet het brandstofverbruik van deze 275 uur ook meegeteld worden. Dit wordt dan 275 x 7 x 0,90 = 1.732,50. De totale jaarkosten komen dan neer op 4.403, Zelfvoedering met beweegbaar voerhek Voor dit systeem wordt het Weelink voersysteem als voorbeeld genomen. Slechts één keer in de vier dagen wordt maïs- en kuilvoer met de kuilvoersnijder en/of per grootpak op de voergang gezet. Door tweemaal per dag het systeem te activeren verplaatst het voerhek zich naar het voer. Een voordeel van dit systeem is dat het aanschuiven en naverdelen van het voer overbodig is geworden. 29

30 Verder kan de voergang smaller worden gemaakt en ook het aantal vreetplaatsen kan kleiner worden waardoor ongeveer 12 % goedkoper gebouwd kan worden (Weelink). Een nadeel van dit systeem is dat bijproducten moeilijk gevoerd kunnen worden en verder moet er nog een trekker met kuilvoersnijder aanwezig zijn. De tijd die nodig is voor het voeren van 70 koeien is ongeveer twee uur per week 50 (Praktijkrapport 73, ASG). Het Weelink voersysteem voor 70 melkkoeien kost ongeveer ,-, met onderhoudskosten van 1,5 % ( 225,-) en een rente van 390,- (Weelink). De trekker met kuilvoersnijder kost aan afschrijving 800,- per jaar en voor de brandstof zijn de kosten 2 x 52 x 7 l/uur x 0,90 = 655,20 per jaar (KWIN-V ). De totale jaarkosten zijn dan 1.500, , , , ,- = 3.570,-. Het aantal benodigde uren is 52 x 2 = 104 uur per jaar Voermengwagen Voermengwagens zijn er in veel verschillende soorten. Dit betekend ook dat er andere kosten aan elk systeem verbonden zijn. De arbeid die nodig is voor de verschillende systemen is nagenoeg gelijk, waarbij het mengen van het voer de meeste tijd in beslag neemt. In tabel 18 wordt een overzicht gegeven van de hoeveelheid uren die in een jaar nodig zijn om een bepaald aantal koeien te voeren met de voermengwagen. Deze gegevens komen uit Agrowerk, een programma dat wordt gebruikt om taaktijden en arbeidsbehoefte op een agrarisch bedrijf te bekijken. Ervan uitgegaan wordt dat er het hele jaar door summerfeeding wordt toegepast. Eenmaal per dag wordt er gras en maïs gevoerd met eventuele kleine hoeveelheden bijproducten. Het voer wordt tweemaal daags machinaal aangeschoven. Tabel 18. Arbeidsuren per jaar bij voeren met de mengwagen. Aantal koeien Uithalen/verdelen graskuil [uren/jaar] Uithalen/verdelen maïskuil [uren/jaar] Voer aanschuiven [uren/jaar] Bron: Agrowerk Een van de aandachtspunten bij het gebruik van een voermengwagen is dat er veel sturingsmogelijkheden in het rantsoen zijn, waardoor de kans op voerfouten groter wordt. Een ander aandachtspunt is dat het voer niet te klein gesneden wordt. Bij gemengd voeren moeten de koeien ook verontreinigingen opnemen, die ze anders zouden laten liggen. Hierdoor kan het rantsoen een lagere voedingswaarde krijgen. Een handvat bij het kopen van een voermengwagen is de vuistregel van zes of zeven koeien per m³ wageninhoud (Praktijkrapport 73, ASG). Voermengwagen zonder uithaal- en laadsysteem Dit voersysteem heeft als nadeel dat er minimaal een trekker en een werktuig met laadapparatuur (shovel, verreiker of trekker) nodig is. Een dergelijke wagen kost ,-. De afschrijvings- en onderhoudskosten zijn 3.363,63 en 925,-. De rente hiervan is 962,-. Ook komt hier nog 1.000,- bij voor afschrijving en onderhoud van de kuilhapper (KWIN-V ). Met dit voersysteem kost het voeren van 70 koeien ongeveer een uur per dag, wat jaarlijks neerkomt op 365 uur. De brandstofkosten worden dan 365 x 0,90 x 7 l/uur = 2.299,50. Hiermee komen de totale jaarkosten uit op 8.550,13. 30

31 Zelfladende voermengwagen met trekker Een van de voordelen van dit systeem is dat er maar een trekker nodig is. Een nadeel is echter dat het zicht achter de wagen slecht is bij het naar de kuil rijden en laden en het systeem is niet erg wendbaar. Een dergelijke wagen kost ,- met afschrijvings- en onderhoudskosten van 4.091,- respectievelijk 1.125,- en de rente is 1.170,- (KWIN-V ). Het voeren van 70 koeien kost met het gebruik van deze methode ongeveer 70 minuten per dag, dit is 425 uur per jaar. De brandstofkosten worden dan 425 x 0,90 x 7 l/uur = 2.677,50 en hiermee komen de totale jaarkosten uit op 9.063,50. Zelfrijdende en zelfladende voermengwagen Voordelen van de zelfrijdende voermengwagen zijn de wendbaarheid, het goede overzicht bij het laden, de snelle en nauwkeurige vulling en verder is het aan- en afkoppelen overbodig geworden. Het slechte zicht achter de machine, de hoge aanschafprijs en het feit dat deze machine niet voor andere doeleinden gebruikt kan worden kunnen als nadelen beschouwd worden. Ook is een geschikte erfverharding vereist en vraagt deze machine relatief veel vermogen. Verder is bijvoorbeeld het laden van aardappelen niet mogelijk, tenzij een ander werktuig voorhanden is (Praktijkrapport 73, ASG). De aanschafprijs is ,-. De totale kosten worden dan als volgt: afschrijving ,-, onderhoud en verzekering 3.750,- en rente 3.900,-. Er is ongeveer een uur per dag nodig om 70 koeien te voeren. Dit is dus 365 uur per jaar. De brandstofkosten worden dan 7,5 x 0,90 x 365 = 2.463,75. De totale jaarkosten worden dan , Automatische voersystemen Bij het analyseren van een automatisch voersysteem komt als belangrijkste voordeel naar voren dat er bespaard wordt op arbeid. Ook kan er bespaard worden op de totale bouwkosten van de stal doordat de voergang smaller gemaakt kan worden. Een traditionele voergang is vijf tot zes meter breed, maar bij een automatisch voersysteem is de helft hiervan genoeg. Hier staat tegenover dat er een extra voerkeuken aan de stal gebouwd moet worden. Het gebouw van deze voerkeuken [+/- 100 m²] kost ongeveer ,- en de prijs van een stal is ongeveer 350/m². Als een stal gebouwd wordt voor koeien met twee voergangen (0-6-0) is er geen besparing op het aantal vreetplaatsen mogelijk. De stal zal dan ongeveer ,- goedkoper zijn. Als er een stal gebouwd wordt voor koeien met een voergang (3+3) is deze stal ongeveer ,- goedkoper. Ook hierbij is geen besparing op het aantal vreetplaatsen mogelijk (Stalbouw). Door het frequent en regelmatig aanbieden van vers ruwvoer wordt de voeropname door de koe verbeterd. Ook kan er een gemengd rantsoen aangeboden worden voor meerdere groepen dieren. Een nadeel van sommige systemen is dat de constructie van de stal zwaarder gemaakt moet worden om het gewicht van de voerrobot te kunnen dragen. Ook moet erop gelet worden dat er geen broei optreedt in de opslagbunkers van de voerkeuken. Verder moeten deze bunkers nog gevuld worden, wat betekent dat er nog andere machines nodig zijn zoals een trekker met kuilvoersnijder of voorlader, shovel of verreiker. Deze kosten moeten ook meegeteld worden (Praktijkrapport 73, ASG). Een aandachtspunt bij het gebruik van een automatisch voersysteem is dat het niet mogelijk is om met een trekker of verreiker een zieke koe uit de boxen te halen omdat de voergang nu te smal is. Om dit probleem te voorkomen kunnen de roosters berijdbaar gemaakt worden. Ook moeten de doorgangen groot genoeg zijn en moet de voerkeuken dicht bij de sleufsilo s liggen om tijd te besparen. 31

32 Verder moet bij het bouwen van een voerkeuken rekening worden gehouden met de plaats hiervan in verband met uitbreiding van de stal (Zevenbergen, 2006). Een ander punt waar rekening mee moet worden gehouden is het jongvee. Als dit in dezelfde stal wordt gehouden is een systeem genoeg, maar wanneer er een aparte jongveestal is, is er een tweede systeem nodig. Een andere optie is dan om een eenvoudige en goedkope machine aan te schaffen en het jongvee niet automatisch te voeren. De totale kosten voor een automatisch voersysteem zijn lastig met elkaar te vergelijken. Daarom zijn hieronder per merk de belangrijkste kosten (voor zover bekend) op een rij gezet. Westfalia Mullerup MixFeeder De aanschafprijs is sterk afhankelijk van de bedrijfsgrootte en voerwensen van de klant (aantal bunkers). Gemiddeld zal de investering ,- excl BTW zijn en de afschrijving wordt dan ,-. De onderhoudskosten zijn vergelijkbaar met die van een mengvoerwagen. De richtprijs is 3-4% van de investering wat neerkomt op 4200,- en de rente is 3.094,-. Het elektriciteitsverbruik is ongeveer 2,- per dag. Voor het vullen en controleren is de melkveehouder gemiddeld 30 tot 40 minuten per dag kwijt (bij 250 stuks vee) wat jaarlijks uitkomt op 213 uur per jaar. De brandstofkosten voor de machine die de bunkers vult zijn 213 x 0,90 x 7 = 1.341,90. Ook komt hier nog 1.000,- bij voor afschrijving en onderhoud van de kuilhapper. Totale jaarkosten worden dan ,90 (Ypma, 2009). Trioliet Triomatic Dit is een voersysteem met vier bunkers waarbij vier soorten voer verstrekt kunnen worden. De aanschafprijs is, compleet gemonteerd, ,- excl BTW met een afschrijving van ,-. De onderhoudskosten bedragen 3.000,- per jaar en de rente bedraagt 5.259,80. De capaciteit is ongeveer 500 koeien, afhankelijk van het gebouw. Het elektriciteitsverbruik is ongeveer 40 kwh per dag, dit kost ongeveer 6,- en jaarlijks komt dit neer op 2.190,-. Het systeem moet ongeveer drie keer per week gevuld worden met een kuilvoersnijder. Voor koeien is dit ongeveer twee tot drie uur per week werk, gemiddeld per jaar is dat 130 uur. De brandstofkosten voor de machine die de bunkers vult zijn 130 x 0,90 x 7 = 819,-, verder komt hier nog 1.000,- bij voor afschrijving en onderhoud van de kuilvoersnijder. De totale jaarkosten worden dan ,80 (Trioliet). Schuitemaker Innovado Dit is een geheel autonoom zelfrijdend voersysteem met een aanschafprijs van ongeveer ,- met een afschrijving van ,-. Er is nog niets bekend over de onderhoudskosten, maar er wordt uitgegaan van de standaard 3 % wat neerkomt op 6000,- per jaar. De rente is 5.200,-. Het brandstofverbruik is ongeveer hetzelfde als een trekker van 70 pk, dit is ongeveer 7,5 L/uur. De tijd per dag die de veehouder kwijt is, is bijna niets. Alleen bij het veranderen van het rantsoen kost dit ongeveer een half uur, waardoor gemiddeld genomen een kwartier per dag nodig is voor controle. Per voerbeurt van 40 koeien is ongeveer 20 minuten nodig volgens gegevens van de fabrikant. Dus bij 240 koeien is per voerbeurt 120 minuten nodig. Dit komt neer op een brandstofverbruik van 15 L/dag. Dit is dus 15 x 0,90 = 13,50 per dag, dus 13,50 x 365 = 4.927,50 per jaar. De totale jaarkosten worden dan ,50 (Schuitemaker). 32

33 3.7. Overige Voeren in loonwerk Er kan ook gekozen worden om het voeren uit te besteden aan de loonwerker, mits die in de regio voorhanden is. Dit voeren wordt meestal gedaan met de voermengwagen voor een standaardtarief van 0,35 per koe per dag. Bij 250 koeien wordt dit dus 0,35 x 250 x 365 = ,50. Hierbij moeten nog de kosten geteld worden voor het voeren van het jongvee. Deze groep kan een keer in de drie dagen gevoerd worden. Dit kost dan 0,35 x 175 x 122 = 7.472,50 waardoor de totale loonwerkkosten neerkomen op , -. Een andere optie is om het jongvee zelf te voeren met een goedkope machine. Ook kan er met een tarief van 1,75-2,- per minuut gerekend worden. Er is ongeveer 30 minuten nodig om 80 koeien te voeren. Dus voor 240 koeien is dit 1,5 uur. De kosten worden dan 1,88 x 90 x 365 = ,-. De melkveehouder is ook nog gemiddeld een kwartier per dag kwijt aan overleggen met de loonwerker en aanvoeren van bijproducten. Dit is ongeveer 92 uur per jaar (Boerderij, 2008). Voer aanschuiven Een andere taak die bij voeren komt kijken is het aanschuiven van het voer. Er wordt uitgegaan van een keer per dag voeren. Dit betekent dat het voer dan twee keer per dag wordt aangeschoven, met de hand of machinaal. Als dit met de hand gebeurt, is er ongeveer een kwartier per keer nodig voor 70 melkkoeien. Bij tweemaal daags aanschuiven is dit dus een half uur per dag en hierbij komt nog een kwartier voor het jongvee. Machinaal voer aanschuiven kan met een veegband of rubberschuif aan de voorlader, shovel of verreiker. De gemiddelde aanschafprijs voor een veegband is 2000,-. Een rubberschuif kost 1000,-. Onderhoud en afschrijving van deze machines worden niet meegeteld omdat deze bijna niets bedragen. Verder moeten dan nog de brandstofkosten meegeteld worden van een trekker, verreiker of shovel. De benodigde tijd is een kwartier per dag, dit zijn ongeveer 92 uren per jaar. Bij een brandstofverbruik van 7 L/uur is dit 1,5 liter. De kosten worden dan 0,90 x 2,5 = 1,35 per dag. Dit is dan 492,75 per jaar (KWIN-V ). Als laatste kan nog vermeld worden dat de voeraanschuifrobot van Lely, Juno, ongeveer ,- kost. De robot kan afgeschreven worden over dertien jaar en de elektriciteitskosten zijn ongeveer 100 euro per jaar (Lely). 33

34 3.8. Overzicht arbeid en kosten Als alle kosten worden meegenomen van de verschillende voersystemen verschijnt onderstaande tabel. Hierin worden melkkoeien en jongvee gevoerd. Het getal dat te zien is in de kolom jaarkosten/arbeidsuren wil zeggen dat hoe lager het getal des te minder geld er wordt geïnvesteerd om een uur te besparen (tabel 19). Tabel 19. Totale jaarkosten en benodigde arbeid per voersysteem. Systeem Aantal Totale Benodigde koeien jaarkosten ( ) arbeidsuren Jaarkosten/arbeidsuren Kuiluithaaldoseerbak/ Kuiluithaaldoseerwagen , ,98 Kuilvoerblokkendoseerwagen in combinatie met , ,01 kuilvoersnijder Zelfvoedering met beweegbaar voerhek , ,33 Voermengwagen zonder uithaal- en laadsysteem , ,43 Zelfladende voermengwagen met , ,33 trekker Zelfrijdende en zelfladende voermengwagen , ,32 Westfalia Mullerup MixFeeder , ,31 Trioliet Triomatic , ,91 Schuitemaker Innovado , ,22 Voeren in loonwerk , ,41 Bron: KWIN-V ( ), Leveranciers Om de getallen wat gemakkelijker met elkaar te kunnen vergelijken worden in tabel 20 de jaarkosten uitgedrukt per kg geproduceerde melk. De jaarkosten zijn naar boven afgerond. Tabel 20. Kosten per kg melk per voersysteem. Rollend jaargemiddelde van 8150 kg [CRV, 2009]. Systeem Aantal koeien Productie [kg] Totale jaarkosten ( ) Kosten [eurocent/kg melk] Kuiluithaaldoseerbak/ Kuiluithaaldoseerwagen ,6 Kuilvoerblokkendoseerwagen in combinatie met ,8 kuilvoersnijder Zelfvoedering met beweegbaar voerhek ,6 Voermengwagen zonder uithaal- en laadsysteem ,5 Zelfladende voermengwagen met ,6 trekker Zelfrijdende en zelfladende voermengwagen ,1 Westfalia Mullerup MixFeeder ,1 Trioliet Triomatic ,5 Schuitemaker Innovado ,7 Voeren in loonwerk ,9 34

35 In onderstaande tabel (tabel 21 zijn de taaktijden weergegeven die horen bij een voersysteem, tevens zijn deze getallen gebruikt in bovenstaande berekeningen. Tabel 21. Taaktijden in min/dag voor verschillende voersystemen van 70 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Benodigde tijd (min/dag) voor het voeren van alle diergroepen, zonder Graskuil Graskuil/snijmaïs Grask./snijmaïs/ bijproducten productiegroepen. 1. Voermengwagen, zelfrijdend met frees 49,3 49,4 68,7 2. Voermengwagen, getrokken met frees 50,7 50,8 70,0 3. Voermengwagen, snijbord 46,3 49,3 68,6 4. Voermengwagen, laadklep kuilvoersnijder 56,9 59,1 78,2 5. Voermengwagen, laadklep kuilhapper shovel 52,6 55,1 75,6 6. Voermengwagen, laadklep kuilhapper tractor 58,3 61,9 85,9 7. Voermengwagen, laadklep baal 55,3 56,2 76,0 8. Voermengwagen, kuilhapper shovel 43,0 45,4 64,9 9. Voermengwagen, kuilhapper tractor 43,0 45,4 64,9 10. Kuilvoersnijder met bovenlosser 34,4 38,2-11. Kuilvoersnijder voorraadvoedering 18,3 18,7-12. Kuilvoersnijder 100% handwerk 61,1 71,4-13. Kuilvoersnijder met blokkendoseerwagen 37,0 36,9 46,0 14. Kuilhapper shovel voorraadvoedering 16,2 16,7 21,3 15. Kuilhapper shovel 100% handwerk 57,5 67,0 108,3 16. Kuilhapper shovel blokkendoseerwagen 33,4 32,6 44,4 17. Kuilhapper tractor voorraadvoedering 17,6 18,9 26,5 18. Kuilhapper tractor 100% handwerk 60,4 71,6 114,8 19. Kuilhapper tractor blokkendoseerwagen 39,2 39,3 54,6 20. Kuiluithaaldoseerwagen 30,6 30,8 41,1 Bron: praktijkrapport rundvee 73, ASG 35

36 3.9. Conclusie Bij het analyseren van de verschillende mogelijkheden om koeien te voeren zijn veel verschillende opties. Het zijn vooral persoonlijke keuzes die de veehouder moet maken. Zo kan de keuze gemaakt worden om gemengd of niet gemengd te voeren. Dit is vooral afhankelijk van het rantsoen. Een ander aandachtspunt is of de veehouder elke dag of een paar keer per week wil voeren. Ook belangrijk is dat bij sommige voersystemen een tweede trekker of machine nodig is, dit brengt extra kosten met zich mee. Verder moet het brandstofverbruik van machines in de gaten worden gehouden want dit kan erg oplopen. Dan is er nog de keuze voor een automatisch voersysteem. Hier zitten ook enkele grote voor- en nadelen aan. Een belangrijk punt hierbij is prijs en plaats van een voerkeuken. Voor elk bedrijf is het handig om de sleufsilo s dicht bij de stal te leggen om tijd te besparen met rijden. De silo s moeten echter niet in de weg liggen voor een mogelijke uitbreiding. Het jongvee is ook een punt waar zeker rekening mee moet worden gehouden; is het jongvee in een aparte stal gehuisvest of zit dit in dezelfde stal als het melkvee? Dit kan een rol spelen bij het kiezen van een voersysteem. Een laatste optie als voersysteem is het voeren in loonwerk. Dit kan als een loonwerker met voerapparatuur voorhanden is. Een optie wat veel arbeidsbesparing kan opleveren is de manier van voer aanschuiven, dit kan vrij goedkoop gebeuren. 36

37 4. Veeverzorging 4.1. Inleiding Veegezondheid en verzorging zijn belangrijke thema s voor de melkveehouder, niet alleen vanwege het feit dat een goede gezondheid van het vee essentieel is, maar ook omdat er veel arbeidstijd gaat zitten in de verzorging van het vee. Geschat wordt dat diergezondheid en veeverzorging de boer gemiddeld 1,4 uur per week kost per liter geproduceerde melk. Dit is gemiddeld ongeveer 13% van de arbeidstijd die een gemiddelde veehouder kwijt is aan alle werkzaamheden, als de teelt uitgesloten wordt (zie tabel 22). Tabel 22. Gemiddeld aantal uren per week per kg quotum waar men zijn tijd aan besteedt in het bedrijf Gemiddeld aantal uren Melken 3,9 Beheer 1,6 Onderhoud onroerend goed 1,3 Jongvee 1,2 Voeren 1,1 Veeverzorging 1,0 Onderhoud machines 0,6 Teelt 0,6 Veegezondheid 0,4 Totaal (excl. teelten 11,1 Bron: Rotgers, 2005 Onder de verzorging van het vee horen het schoonmaken en instrooien van de ligboxen, vastzetten van koeien en wisselen van koeien van groep, tochtigheidscontrole, werkzaamheden rondom het afkalven en scheren van vee. Onder veegezondheidszorg vallen bewerkingen als klauw bekappen, behandelen van zieke dieren, enten, bloedtappen, geven van een voetbad en schoonmaken en ontsmetten van zieken- en afkalfstal. In deze sectie zullen wij ons beperken tot de volgende activiteiten rondom veeverzorging en veegezondheid: schoonmaken van de roosters en boxen instrooien. We hebben ons beperkt tot deze factoren, omdat op deze twee activiteiten arbeidswinst blijkt te halen bij schaalvergroting, door middel van het automatiseren van deze werkzaamheden Schoonmaken van de roosters Bedrijven die willen gaan uitbereiden krijgen daarbij ook te maken met toenemende arbeidsdruk. Werkzaamheden die elke dag uitgevoerd dienen te worden, zoals het reinigen van de stalvloeren, vereisen daarmee extra aandacht vanwege de extra belasting. De vloeren dienen goed schoon en droog te zijn, anders kunnen klauwproblemen ontstaan bij de dieren. Als de klauwen van de koeien goed schoon gehouden worden is de kans op Mortellaro veel kleiner. Dit heeft weer een directe connectie met de melkgift, als de dieren gezond zijn zal de melkgift niet afnemen. Bovendien is er bij vuile roosters een verhoogde kans op mastitis (Zevenbergen, 2005). Er zijn verschillende manieren om de mest van de roosters te verwijderen, bijvoorbeeld met de hand (mestplaat), een vaste roosterschuif, gemotoriseerde schuif of een mestrobot. Een vaste mestschuif is eigenlijk gewoon een balk die voortgetrokken wordt door een staalkabel, ketting of trektouw die dan aangedreven is door een elektromotor. 37

38 De elektrische mestschuif met accu is een apparaat met een accu en een schuif, waarmee door de stal gelopen kan worden. De mestrobot is een elektromotortje op wielen waaronder een schuif hangt die de mest kan afvoeren (Devreese, 2008). Een vergelijking in kosten zal worden gemaakt tussen de mestschuif en de mestrobots, vervolgens zullen de voor- en nadelen van de diverse systemen besproken worden Arbeid en Kosten De mestschuiven zijn vooral handig voor bedrijven met lange rechte loopgangen en weinig dwarsgangen, de doorgangen kan de schuif namelijk niet bereiken. De investering voor een mestschuif op bedrijven met twee mestgangen (ongeveer 80 melkkoeien) komt neer op ongeveer (KWIN ). Voor bedrijven met vier mestgangen (200 tot 240 melkkoeien) zal deze investering dus oplopen naar ongeveer Alleen een investering is niet voldoende, omdat de mestschuif ook onderhouden moeten worden. Dit brengt elektriciteitskosten met zich mee en met betrekking tot deze kosten zal het één en ander duidelijk gemaakt worden. Er zijn drie verschillende soort schuiven, namelijk de kettingschuif, touwschuif en de staalkabelschuif. De kettingschuif is het duurste systeem en de staalkabelschuif de goedkoopste, gelet op onderhoudskosten, maar daar staat tegenover dat de kettingschuif het meest duurzame systeem is. De grootste kostenpost qua onderhoud is het vervangen van de trekkabel (of touw/ trekketting) en hoekwielen. Trekkabel en trektouw dienen eens in de vier jaar vervangen te worden, terwijl een trekketting eens in de acht jaar vervangen dient te worden (Zevenbergen, 2006). Het vervangen van het touw kost 6,5 per meter, dat van de kabel 2,2 per meter, tegenover 18 voor het vervangen van de ketting (Van den Broek, 2009). Volgens Zevenbergen (2006) liggen de onderhoudskosten tussen de en de per tien jaar per schuif, afhankelijk van het soort schuif waarvoor gekozen wordt en de lengte van de kabel. In de berekening is uitgegaan van twee mestschuiven in twee 40 meter lange mestgangen. Er wordt zeven keer per 24 uur geschoven. In deze onderhoudskosten zijn de arbeidskosten van klein onderhoud uitgevoerd door de veehouder zelf niet meegenomen evenals de kosten van een onderhoudscontract. In tabel 23 is met deze kosten gerekend, omdat KWIN hierover geen gegevens geeft. In de tabel is uitgegaan van vier mestgangen met vier schuiven. De onderhoudskosten van de Lely Discovery mestrobot zijn gebaseerd op een onderhoudspercentage van 3%. Het energieverbruik van de mestschuif is erop gebaseerd dat de schuif twee keer per dag door de stal loopt. Het energieverbruik van de mestrobot is gebaseerd op eenzelfde oppervlak dat wordt gereinigd (Blanken, 2007). Tabel 23. Energie- en onderhoudskosten van de mestschuif en mestrobot Mestschuif Mestrobot Energieverbruik (kwh/dag) 2 1,3 Onderhoudskosten ( /jaar) ± 300 (Lely Discovery) Bron: Blanken, 2007 Wat opvalt, is dat het energieverbruik van de mestschuif hoger is, terwijl de onderhoudskosten ongeveer gelijk zijn. De mestschuif vergt wel meer onderhoud qua tijd dan de mestrobot. Over de onderhoudskosten en de levensduur van de robots is nog niet zo heel veel kennis, omdat deze pas sinds 2000 op de markt zijn (Van den Top et al, 2005). 38

39 Het schoonmaken van roostervloeren kost met de hand ongeveer uur per koe per dag, wat neerkomt op 1,83 uur per koe per jaar (Agrowerk). De voorwaarden die hierbij horen zijn: de roosters worden een keer per dag schoongemaakt, dat gebeurt handmatig en mest en nat strooisel worden verwijderd (zie tabel 24). Tabel 24. Reinigingstijd van roosters in uren per jaar (als met de hand uitgevoerd) Aantal melkkoeien Gemiddeld Reinigen rooster, uren per jaar (0.005 per koe/per dag) (met de hand) Bron: Agrowerk Als er gebruik wordt gemaakt van een roosterschuif is de arbeidstijd gering, het schoonmaken van de doorgangen vergt enige tijd en het onderhoud van de roosterschuif ook, dit zal neerkomen op ongeveer een uur per week. Als men een robot aanschaft is men tijd kwijt aan het programmeren van de robot en het schoonmaken van de robot. De arbeidstijd bij ingebruikname van een robot is dus nog lager dan bij gebruik van een roosterschuif en zal waarschijnlijk 20 uur per jaar bedragen. Volgens Zijlstra et al. (2007) kan bij de aanschaf van een mestrobot, die neerkomt op zo n ,- 165 uur per jaar bespaard worden (zie tabel 25). De extra jaarkosten zouden zo n 2.000,- euro moeten bedragen, wat aan de hoge kant is zoals verderop in het verslag duidelijk gemaakt zal worden. De jaarkosten bespaard per uur in per uur zouden daarmee neerkomen op twaalf. Wat inhoudt dat deze investering gunstiger is dan het inhuren van personeel om dit karwei te laten doen, omdat deze rond de 20,- tot 25,- kosten per uur met de huidige CAO-lonen (Zijlstra et al., 2007). Tabel 25. Jaarkosten per bespaard uur voor een mestrobot Extra jaarkosten ( ) Investering ( ) Bespaarde uren Jaarkosten/ bespaard per uur in per uur Mestrobot Bron: Zijlstra et al., 2007 Er zijn momenteel een aantal verschillende mestrobots die geleverd worden, namelijk de Lely Discovery, de JOZ-Tech van JOZ, DeLaval RS 250 en de SRone. Er zijn ook nog een aantal andere mestrobots maar die zullen in deze berekeningen niet meegenomen worden. In onderstaande tabel (tabel 26) worden de verschillende robots met elkaar vergeleken op een aantal belangrijke punten. 39

40 Tabel 26. Vergelijking van diverse beschikbare mestrobots Discovery 1,5 JOZtech DeLaval RS 250 3,5 SRone 4,5 2,5 Reinigingstijd per dag (uur) 12 uur 18 uur 18 uur 19,5 uur Minimale werkbreedte (cm) Rijsnelheid (meter/minuut) Maximum reinigingscapaciteit Maximum capaciteit (koeien) Prijs Onderhoudskosten ( ) Max m m tot excl. montage en BTW 300 tot (inclusief verbruik) 200 tot excl. montage en BTW m 2 staloppervlak 250 (oppervlak moet 8x per dag schoongemaakt kunnen worden) Netto excl. montage en BTW m 2? excl. montage en BTW Energieverbruik ( ) ±100 8 ±100 ±100 ±100 1= bron: Van Hattum, = bron: Ebinger, = bron: DeLaval 4= bron: SRone 5= bron: Van den Broek, = inclusief verbruik, het onderhoud inclusief smeren van de motor, plus het vervangen van de accu (na 2 jaar) en de kunststof schuifstrip (Ebinger, 2008) 7= vervanging van de mestschuif tweemaal per jaar en om de 2 à 3 jaar de gelaccu en de wielen, Bron: (Van Hattum, 2005) 8= 1.3 kwh per dag à 0,22 cent per kwh (KWIN ) Wat blijkt uit bovenstaande tabel is dat de Discovery de goedkoopste robot is, maar dat deze ook de kortste reinigingstijd per dag heeft. Dit komt doordat de robot slechts gebruik maakt van een 12V accu, terwijl bijvoorbeeld de DeLaval RS250 2x12V accu s heeft en de JOZtech zelfs 2x24V. Dat de Discovery niet echt onderdoet qua maximum capaciteit is vooral toe te schrijven aan de snelheid van de robot en het lagere gewicht van de robot. Wel blijkt dat deze robot moeilijkheden heeft met het schoonmaken van mestgangen breder dan vier meter (Blanken, 2007). De capaciteit van de robots is dus erg verschillend, maar is ook afhankelijk van de overlap, de breedte van de gangen en de route die het apparaat aflegt. Verder speelt natuurlijk de grootte van de mestschuif een belangrijke rol, zo heeft de Discovery een werkbreedte van 86 cm, terwijl de JOZtech een minimale werkbreedte heeft van 130 cm. Dit heeft natuurlijk voor- en nadelen. Zo kan een robot met een smallere schuif op meer plaatsen komen, terwijl een robot met een bredere schuif meer oppervlak tegelijk kan schoonmaken. Het verschil in kosten tussen de Discovery en de JOZ-tech blijkt vooral te zitten in het verschil tussen de besturingssystemen van de robots en de extra snufjes als een gsm-modem die aanwezig zijn op de JOZ-tech. 40

41 Voor- en nadelen De mestschuif en mestrobot hebben ten opzichte van het met de hand schuiven (mestplaat) diverse voordelen; allereerst is het schuiven van mest een zware en vieze bezigheid die door gebruik te maken van de mestschuif of mestrobot, arbeidsverlichting op kan leveren voor de melkveehouder. Verder levert gebruik van de mestschuif of robot een flinke arbeidsbesparing op. Voordeel van de mestrobot ten opzichte van de mestschuif is dat de mestrobot ook de doorgangen kan reinigen, wat onbereikbaar terrein is voor de mestschuif. Deze zullen dus nog altijd gereinigd moeten worden met de hand. Bij aanschaf van een mestschuif is men meer tijd kwijt aan onderhoud, dan bij aanschaf van een mestrobot. Zo moet men de vetnippels van de lageringen maandelijks smeren en dient het trektouw of trekkabel/ketting om de paar jaar vervangen te worden. Verder is de mestrobot te programmeren, wat betekent dat ervoor kan worden gekozen om de robot niet te laten schuiven langs de voerhekken op het moment dat de koeien staan te vreten, dit kan bijvoorbeeld op een ander moment gedaan worden (Van t Erve, 2007). Bij de roosterschuiven is er deze instelling niet en dat kan leiden tot onrust onder de dieren. Verder blijkt dat de roosterschuif geknakte staarten en poot/klauwproblemen kan veroorzaken, doordat de dieren vast kunnen komen te zitten in de schuif of onderdelen van de schuif. Hier is bij de robots in veel mindere mate sprake van en de Discovery blijkt zelfs in heel hoge mate diervriendelijk te zijn (Blanken, 2007). Nadeel van de mestrobots is dat deze niet gebruikt kunnen worden bij dichte vloeren, dit in tegenstelling tot de meeste mestschuiven (Van den broek, 2009). Nadeel van de mestrobot en de mestschuif is dat zij investeringen met zich meebrengen, dit geldt in het bijzonder voor de mestrobot. De investeringskosten voor de verschillende mestrobots zijn ook erg verschillend, zo is de Lely Discovery al beschikbaar vanaf ,- (exclusief montage en BTW), terwijl de SRone en de Joz-tech rond de ,- aan investeringskosten met zich meebrengen. Als het bedrijf bestaat uit twee mestgangen lijkt een mestschuif goedkoper te zijn qua investering dan een robot, maar als je te maken hebt met een bedrijf met vier mestgangen (wat neerkomt op zo n 200 tot 240 koeien) dan lijkt de robot een interessante investering te zijn. Boven de 250 koeien blijkt de capaciteit van de robots ook een probleem te gaan vormen. Om een vergelijking te kunnen doen in verschil in jaarkosten tussen de mestschuif en de mestrobots zijn in onderstaande tabel (tabel 27) een mestschuif en twee mestrobots meegenomen. In dit geval de goedkoopste robot, namelijk De Discovery van Lely en een wat duurdere robot de SRone. Er is gekozen voor vier mestgangen met een roostervloer bij de mestschuif, dit om de capaciteit van de mestrobot en de mestschuif zo gelijk mogelijk te houden, om een eerlijke vergelijking in jaarkosten te kunnen doen. De percentages afschrijving, onderhoud en verzekering en de rentekosten voor de mestschuif zijn gebaseerd op cijfers uit de KWIN voor zover deze daarin vermeld werden. 41

42 Tabel 27. Jaarkosten van de mestschuif en enkele mestrobots Mestschuif Lely SRone Discovery Aanschafprijs ( ) Afschrijving 2 ( ) Onderhoud en verzekering 3%/jaar in ( /jaar) Rentekosten 2,75% ,50 415,25 Energiekosten ( /per jaar) Jaarkosten 5 ( ) Kosten per kg melk 6 ( ) Uren arbeid (per jaar) Besparing in uren t.o.v. 382 handwerk Extra jaarkosten t.o.v. handwerk 8 ( ) , ,25 Extra jaarkosten in euro per bespaard arbeidsuur 7,82 4,39 5,97 t.o.v. handwerk 1= twee mestschuiven voor vier mestgangen met een roostervloer 2= afschrijving schuif 910,- (KWIN ), afschrijving robot 9% 3= 2 kwh per dag bij 2 keer schuiven 4= 1.3 kwh per dag à 0,22 cent per kwh (KWIN ) 5= Berekende jaarkosten ( ), (5% rente, 9% afschrijving, 3% onderhoud en verzekering, 10% restwaarde). Bij een restwaarde van 10% is de rente 2,5%. 6= Uitgaande van 220 koeien met een productie van gemiddeld 8150 kg melk per jaar 7= Handwerk kost gemiddeld 402 uur per jaar bij 220 koeien 8= Kosten aanschaffen handschuif ± 50 euro per jaar De jaarkosten van de Discovery mestrobot valt het laagst uit en die van de mestschuif het hoogste. Wat hieruit op te merken valt is dat Discovery robot qua jaarkosten waarschijnlijk goedkoper is bij grotere aantallen koeien, dus wanneer gebruik wordt gemaakt van vier mestgangen. De kosten in per bespaard arbeidsuur t.o.v. handwerk liggen voor de twee verschillende robots tussen de 4,39 en de 5,97 en die van de mestschuif op 7,82. Dit houdt in dat het aanschaffen van een mestrobot of mestschuif gunstiger is bij 220 koeien dan het inschakelen van een arbeidskracht om dit karwei te laten doen, gezien de huidige CAO lonen van 20,- tot 25,- per jaar. Deze investeringen vallen namelijk lager uit dan die bedragen. De aanschaf van de Lely mestrobot is de meest gunstige investering gezien het feit dat deze de laagste extra jaarkosten in euro per bespaard arbeidsuur ten opzichte van handwerk met zich meebrengt. De mestschuif is een duurdere investering gezien de extra jaarkosten per bespaard arbeidsduur t.o.v. handwerk dan de aanschaf van een mestrobot. JOZtech heeft inmiddels ook een nieuwe mestrobot ontwikkeld, die 30 cm breder is en twee watertanks gemonteerd heeft zitten op de robot van elk 40 liter. De robot bevat vier spuitdoppen, twee aan de voorkant en twee aan de achterkant om de rooster nat te sproeien. Deze robot zou vooral handig moeten zijn voor bedrijven met een stal waar veel geventileerd wordt, omdat daar de mest, vooral tijdens de zomer, snel aankoekt aan de roosters (Zevenbergen, 2009). 42

43 Veel is er nog niet bekend over de resultaten van deze robot, omdat er pas vijf van zijn verkocht. Wel is duidelijk dat JOZ onderzoek doet naar de mogelijkheid om meer middelen in het water op te lossen, zoals bijvoorbeeld een middel tegen bacteriegroei in de mest. Voor 4.995,- extra bovenop de ,- van de standaard JOZtech is deze robot te koop (Zevenbergen, 2009) Conclusie Mestschuiven kan natuurlijk met de hand gedaan worden, maar bij grote aantallen koeien gaat hier een hoop tijd in zitten. Tijd kan bespaard worden door het aanleggen van roosterschuiven of het kopen van een mestrobot. Aan beide systemen zitten diverse voor- en nadelen, zo is een roosterschuif niet erg diervriendelijk en kan deze de roosters niet schoonmaken in dwarsgangen. De aanschafprijzen van de mestrobots lopen erg uiteen, namelijk van zo n ,- tot meer dan ,-. Mestrobots blijken vooral een goede investering te zijn bij de aanwezigheid van vier mestgangen of meer op een bedrijf. De energie- en onderhoudskosten van de mestrobot zijn ook lager dan die van de roosterschuif. Nadeel van de mestrobots is dat ze nog volop in ontwikkeling zijn, omdat ze pas sinds 2000 op de markt zijn, dus weinig is er bekend over de werkelijke onderhouds- en afschrijvingskosten Instrooien van de ligboxen Inleiding Instrooien van de ligboxen is een belangrijke bezigheid op het melkveebedrijf, een droge schone box is namelijk van belang voor de uiergezondheid van de koeien. Verder is het belangrijk dat een koe comfortabel kan liggen. Er wordt aanbevolen 0.2 tot 0.4 kg strooisel per dier per dag te strooien. Op veel bedrijven gebeurd het instrooien en schoonmaken van de boxen met de hand, als de bedrijven groter worden, wordt er meer gelet op automatisering. Zo kan het schoonmaken en instrooien van de boxen ook geautomatiseerd worden. Daarvoor zijn veel verschillende typen instrooiers op de markt. De verschillende beschikbare systemen verschillen erg in aanschafprijs en mogelijkheden. Er zijn zogenaamde zelfrijdende zaagselstrooiers aan te schaffen; deze kunnen behalve boxen instrooien, de boxen vegen, de roosters schuiven en soms zelfs zelf laden. Ook zijn er automatische strooisystemen beschikbaar, die behalve boxen instrooien ook kunnen dienen als voersysteem. Het is erg lastig om al deze systemen met elkaar en met het met de hand instrooien te vergelijken, omdat de capaciteiten en de prijs erg uiteen liggen Arbeid en Kosten Het handmatig instrooien van de ligboxen blijkt volgens Agrowerk gemiddeld uur per koe/ per dag te kosten aan arbeid, wat neerkomt op 2,92 uur per koe per jaar (Agrowerk). Tabel 28 geeft aan op hoeveel arbeidstijd dit neerkomt ingedeeld naar een aantal groepsgroottes melkkoeien. Hierbij is gerekend met het gemiddeld aantal melkkoeien uit de groep. 43

44 Tabel 28. Uren arbeid die het kost om ligboxen bij te vullen met de hand Aantal melkkoeien Gemiddeld aantal melkkoeien Bijvullen zaagsel, uren per jaar (0.008 uur per koe/per dag) Bron: Agrowerk Aan de uren uitgezet in tabel 28 zitten wel een aantal voorwaarden, namelijk: de koeien staan gedurende het hele jaar op stal, werk wordt handmatig gedaan, er is sprake van een ligboxenstal, en een standaard ligbed. Verder gebeurd het bijvullen van het zaagsel één keer per dag en wordt onder het bijvullen ook het schoonmaken van de boxen verstaan (Agrowerk). Het gebruik maken van instrooisystemen zorgt ervoor dat het grootste deel van de arbeid uit handen genomen kan worden, afhankelijk van het soort systeem blijft er natuurlijk altijd enige arbeid benodigd. Bijvoorbeeld voor het vullen van de bunkers in de schuur, of het besturen van de zelfrijdende instrooiers. Hoeveel uur bespaard kan worden, hangt sterk af van het gekozen systeem. Tabel 29. Jaarkosten per bespaard uur voor een mestrobot Investering ( ) Extra jaarkosten ( ) Bespaarde uren Jaarkosten/ bespaard per uur in per uur Boxenstrooier Bron: Zijlstra et al., 2007 Volgens Zijlstra et al. (2007) kan door het in gebruik nemen van een boxenstrooier rond de 75 uur per jaar bespaard worden voor het instrooien van de boxen (zie tabel 29). Wat voor soort boxenstrooier hiermee bedoeld wordt is niet precies aangegeven, maar waarschijnlijk een die alleen in kan strooien gezien de investeringskosten van 7.500,-. De jaarkosten per bespaard uur komen daarmee op 15,- per uur. Wat inhoudt dat het kopen van een boxenstrooier van rond de 7.500,- goedkoper is dan het inhuren van personeel. Het is heel lastig om deze diverse systemen te vergelijken in jaarkosten, omdat de mogelijkheden van de diverse systemen zeer sterk uiteenlopen. Hieronder (zie tabel 30) worden een aantal verschillende systemen met elkaar vergeleken op een aantal belangrijke punten. 44

45 Tabel 30. Instrooisystemen vergeleken op diverse punten Agri-com ZR-RL zaagselstroo ier 1 Weidemann met BvL van Lengerich 1 Trixon N Type Mogelijkheden Afmetingen (BxLxH) (in cm) Vermogen (motor) Holaras ZR750 3 Zelfrijder Gedragen Zelfrijder Zelfrijder Boxen instrooien 150 x120 x pk benzine/ 11 pk diesel Boxen instrooien 150 x 120 x 150 Boxen vegen, roosterschui ven, instrooien en zelf laden. 285 x 95 x 160 Bakinhoud (Liter) Prijs ( ) Verbruik (per week) euro excl. BTW. 0,75 liter diesel per week 1= bron: Instrooimachines 2= bron: Slingerland, = bron: Holaras 4= bron: Van den Broek, 2008 Boxen instrooien en roosterschuiv en ± 200 x 75 x 110 Trioliet Triomatic 4 Automatisch instrooisystee m Automatisch voeren/ boxen instrooien 15 pk 13 kw(18pk) 4 pk (3kW) 7.5 kw euro excl. BTW. (alleen instrooibak) Vanaf excl. BTW euro met vaste voorraadbak, bezem en schuif excl. btw 600 (800 liter met opzetstuk) euro excl. BTW. Opzetstuk 375 euro extra euro excl. BTW, compleet gemonteerd euro extra voor aanpassing naar instrooisystee m 20 kwh + 32 liter diesel Agri-com ZR-RL zaagselstrooier De ZR-RL zaagselstrooier is een zelfrijder die behalve boxen instrooien geen verdere functies heeft. De bak kan kiepen waardoor deze gemakkelijk gevuld kan worden. Deze zelfrijder heeft een bakinhoud van liter en 500 kg laadvermogen. De aanschafkosten bedragen 8.650,- Uitgegaan wordt dat de machine 1 liter diesel per 3,5 uur verbruikt. Het instrooien van 200 ligboxen zal per keer ongeveer 10 minuten kosten, bij 2x daags instrooien dus zo n 20 minuten per dag (persoonlijk contact leverancier). Wat neerkomt op ±2,5 uur in de week. Dit komt neer op een verbruik van zo n 0,75 liter in de week. Met een dieselprijs van 0,90 is dit 0,64 per week. 45

46 Weidemann met BvL van Lengerich Dit is een gedragen zaagselverdeler, wat dus betekent dat men met de aanschaf van alleen de bak niet ver komt. Men zal ook een minishovel aan moeten schaffen. Voordeel van een minishovel is dat hij gebruikt kan worden voor vele werkzaamheden op het bedrijf. Trixon N4500 De Trixon N4500 heeft vele functies, zo kan hij behalve instrooien ook de boxen schuiven en roosterschuiven, en zelfs zelf laden. De aanschafprijs van de zelfrijder is erg hoog (vanaf ,-) en daardoor interessant voor melkveehouders die voor, tijdens of na elke melkbeurt zaagsel strooien (Slingerland, 2008). Wanneer deze machine wordt aangeschaft is dus ook geen roosterschuif of mestrobot nodig, dit bespaart natuurlijk weer veel kosten. Ook kan het instrooien van de boxen worden gecombineerd met het uitvegen van de boxen en het roosterschuiven. Deze machine is zeer wendbaar, waardoor het mogelijk is in de meeste hoeken van de stal te komen. Verder zijn de onderhoudskosten van de machine laag, omdat alle functies hydraulisch bestuurd worden (Slingerland, 2008). Holaras ZR750 De ZR750 kan behalve instrooien ook roosters schoonmaken. Nadeel van de machine is dat deze niet zelfladend is en dat het zicht op de mestschuif en vooruit zien beperkt wordt door de grote bak (Huiden, 2005). Wel is de strooischuif aan de zijkant goed zichtbaar. De bak is wel vrij naar voren geplaatst, wat betekent dat de gewichtsverdeling niet optimaal is, maar kantelen wordt voorkomen door de mestschuif. De V-snaar voor de overbrenging is gevoelig voor breuk, maar verder zijn de onderhoudskosten gering. Trioliet Triomatic Het Triomatic systeem van Trioliet dat gebruikt kan worden voor het automatisch voeren kan ook zo aangepast worden, dat deze ook gebruikt kan worden voor het automatisch instrooien van de boxen met stro. De extra investeringskosten komen dan op ,-. Dit is inclusief hang- en stroomrail en een extra automatische carrousel om de mengkuip van richting te laten veranderen. De prijs is afhankelijk van de lengte van de rails, het aantal benodigde carrousels en de verdere aanpassingen die nodig zijn in de stalconstructie (Van den Broek, 2008). De Triomatic stro-instrooiunit verbruikt gemiddeld 20 kwh in de week, wat neerkomt op 4,40 in de week en de stroblazer verbruikt wekelijks rond de 29,- aan diesel (Trioliet info). Als uit wordt gegaan van een dieselprijs van v0,90 is dit ongeveer 32 liter in de week. Bruland instrooisysteem Er is ook nog een automatisch instrooisysteem van Bruland beschikbaar. Het systeem kost ongeveer ,- voor een stal met ongeveer 300 meter vijzel boven acht rijen boxen, deze prijs is inclusief montage. Bruland is nog bezig met de verdere ontwikkeling van dit systeem (Van den Broek, 2008) Voordelen/Nadelen Zoals reeds gemeld zijn er instrooiers die ook tegelijkertijd boxen kunnen schoonmaken en roosters kunnen schuiven. Op deze manier wordt niet alleen handwerk uit handen genomen, maar kunnen ook meerdere klussen tegelijk gedaan worden wat tijd spaart. Nadeel is wel dat deze machines bestuurd moeten worden, wat wel arbeid kost. 46

47 Voordeel van een systeem, zoals de Triomatic Trioliet, die behalve voor het instrooien van boxen ook gebruikt kan worden voor het automatisch voeren van de koeien is dat deze systemen relatief lage kosten met zich meebrengen. Zeker als gelet wordt op de arbeidsbesparing die daarmee gepaard gaat. Nadeel is de vaak hoge aanschafkosten en de zwaardere en meer ingewikkelde constructies die nodig zijn in de stal (Van den Broek, 2008). Dit alles houdt in dat dit soort systeem vooral gericht is op veehouders met meer dan 100 koeien. Voordelen van dit systeem zijn de grote capaciteit van de bak (3 m³) en natuurlijk vooral de grote arbeidsbesparing die ermee gepaard gaat (Huiden, 2006). Nadeel van het systeem van Bruland dat beschikbaar is, is dat de bunker gevuld zal moeten worden met een verreiker, wat extra investeringen met zich meebrengt als deze niet aanwezig is op het bedrijf. Voordeel is dat dit automatische systeem vrij gemakkelijk ingebouwd kan worden in nieuwe en bestaande stallen en het een relatief goedkoop systeem is, zeker in vergelijking met de Triomatic Trioliet die rond de ,- kost als die geschikt wordt gemaakt als instrooisysteem. De ZR 750 is heeft als voordeel dat het een smalle machine is (slechts 75 cm) en kan daardoor op de meeste plaatsen in de stal komen. De zelfrijder is voorzien van rupsbanden, waardoor er een goede zijdelingse stabiliteit is, grote wendbaarheid en een goed rijgedrag op de roostervloer. Daarbij heeft de machine veel grip om hopen mest weg te schuiven. Nadeel blijft de slechts beperkte inzetbaarheid van de machine in combinatie met de hoge aanschafprijs (Huiden, 2005). Ditzelfde geldt voor de Agri-com ZR-RL zaagselstrooier. Het blijkt dat deze machine ongeveer 20 minuten per dag nodig is voor het instrooien van ongeveer 200 ligboxen, dit is toch een aanzienlijke besparing ten opzichte van de 1 uur en 15 minuten die nodig zijn als dit karwei met de hand wordt gedaan. Alleen zal dan nog ongeveer vijftien minuten per keer gerekend moeten worden voor het schoonmaken van de boxen. Dit werk kan door de Trixon N4500 weer uit handen genomen worden Conclusie Er zijn veel verschillende zaagselstrooiers op de markt, met heel verschillende mogelijkheden. De prijzen lopen ook erg uiteen, van 1.000,- voor een gedragen instrooibak, tot meer dan ,- voor een automatisch instrooisysteem dat ook dienst doet als voersysteem. De vergelijking in jaarkosten wordt om deze reden erg lastig. Een gedragen bak die 1.000,- kost en alleen geschikt is voor instrooien is namelijk erg lastig te vergelijken met een volledig automatisch systeem dat vele mogelijkheden heeft. Wat duidelijk is dat het instrooien en schoonmaken van de boxen zo n uur per koe per dag kost voor de melkveehouder. Als er gebruik wordt gemaakt van een systeem als de Triomatic kan die arbeid bijna volledig uit handen worden genomen, alleen voor het vullen van de bunker is nog enige arbeid nodig. Zelfrijders kunnen ook veel arbeidstijd besparen, vooral als ze behalve boxen instrooien ook nog eens boxen kunnen vegen en roosters schoon kunnen maken. Zo kost het instrooien van rond de 200 boxen met een zelfrijder nog tien minuten per keer, zelfrijders die ook tegelijkertijd de boxen schoonmaken, besparen nog extra tijd. Bij de aanschaf van een zelfstrooier is het dus van belang na te denken over welke werkzaamheden je graag uit handen genomen wilt hebben, omdat deze mogelijk te combineren zijn met één investering. 47

48 48

49 5. Jongveeopfok Binnen de jongveeopfok kunnen een aantal keuzes gemaakt worden, hierbij valt te denken aan het uitbesteden of in eigen beheer houden van het jongvee. Wanneer de kalveren in eigen beheer worden gehouden kan een kalverdrinkautomaat worden aangeschaft. In dit hoofdstuk zal hier verder op ingegaan worden. Een overzicht van alle gegevens is te vinden in tabel Inleiding De belangrijkste keuze is de vraag of de opfok in eigen beheer wordt gedaan of niet. GIBO Groep Accountants en Adviseurs heeft een onderzoek gedaan naar de beweegredenen voor het uitbesteden van de jongveeopfok. De meest genoemde redenen zijn stalruimte (63%) en arbeid (22%), maar ook mestruimte (19%) en schaalvergroting (19%) zijn belangrijk. Ook wordt in 11% van de gevallen anders als reden genoemd voor het uitbesteden van jongvee. In figuur 3 is een overzicht te vinden van deze beweegredenen. Belangrijk is hierbij ook wat redenen zijn om jongvee niet uit te besteden, hierbij valt te denken aan het voorkomen van ziekte insleep en kostenbesparing (Ouweltjes, 2007). Figuur 3. De redenen voor het uitbesteden van jongvee Bron: GIBO Groep Accountants en Adviseurs Arbeid en stalruimte worden gezien als een belangrijke redenen om jongvee uit te besteden. De vraag is dan in hoeverre het uitbesteden van jongvee arbeidsvoordeel oplevert en wat hiervan de kosten zijn. Wanneer besloten wordt de opfok van jongvee in eigen beheer te doen, kan nagedacht worden over een kalverdrinkautomaat. De kalverdrinkautomaat heeft als belangrijkste voordelen arbeidsverlichting, arbeidsbesparing en een meer flexibele indeling van de arbeid. Het nadeel is de vereiste groepshuisvesting, wat een groter risico op infectie met zich meebrengt (Van Gansbeke, 2006). 49

50 5.2. Arbeid en kosten Voor de opfok van jongvee zijn drie scenario s bedacht. Het eerste scenario is uitbesteding van jongvee, hierbij is aangenomen dat de kalveren na tien dagen het bedrijf verlaten. In het tweede scenario wordt de opfok van jongvee zelf gedaan en wordt geen drinkautomaat aangeschaft. In het derde scenario wordt de opfok zelf gedaan en wordt een drinkautomaat aangeschaft. Voor de berekening van de jaarkosten wordt uitgegaan van vier verschillende groottes van bedrijven waarbij de aanname is gedaan dat de verhouding melkvee jongvee 10:7 is, wat overeenkomt met een gemiddeld melkveebedrijf in Nederland (Alfa Accountants en Adviseurs, 2009). De bedrijfsgroottes zijn 60-80, , en melkkoeien. Onder het jongvee worden de vaarskalveren verstaan die aangehouden worden als vervanging voor het melkvee. De stierkalveren die gedurende tien dagen op het bedrijf zijn, worden hierbij niet meegeteld en worden dus ook niet meegenomen in de benodigde arbeid per jaar. Dit is gedaan omdat het uitbesteden van het jongvee of het aanschaffen van een drinkautomaat geen besparingen opleveren in de benodigde arbeid voor de stierkalveren. Hetzelfde geldt voor de kosten van het voeren van de kalveren in de eerste tien dagen. De benodigde arbeid is gebaseerd op de totale tijd die nodig is voor het verzorgen van het jongvee. Hierbij worden bijvoorbeeld het voeren van de kalveren en schoonhouden van de ligboxen meegerekend. Diverse bronnen zijn beschikbaar over de benodigde arbeid voor het opfokken van jongvee, maar verschillende getallen worden gegeven. Een voorbeeld hierbij is de arbeidsbesparing bij de aanschaf van een drinkautomaat. Zo spreekt Delaval van een arbeidsbesparing van 2-3 uur per kalf gedurende acht weken (de periode waarin melk wordt verstrekt) en andere bronnen spreken van een arbeidsbesparing van 50% (Van Gansbeke, 2006). Om toch een zo objectief mogelijk beeld te krijgen van de benodigde arbeid in de verschillende situaties is gebruik gemaakt van Agrowerk (computer programma voor inschatten arbeidsbehoefte). De arbeidsuren voor het eerste scenario bestaan uit het voeren van de kalveren in de eerste tien dagen. In dit scenario wordt er vanuit gegaan dat na tien dagen de kalveren na het opfokbedrijf gaan tot ze de leeftijd van 24 maanden bereikt hebben. Het aantal benodigde arbeidsuren wat gevonden wordt voor de opfok van het jongvee moet worden gedeeld door twee, omdat de arbeidsuren per dier verspreid zijn over twee jaar. In tabel 32, 33 en 35 is een overzicht te vinden van de benodigde arbeidsuren per jaar voor de drie scenario s voor vier bedrijfsgroottes. De voorwaarden staan beschreven bij de tabellen. Een richtprijs voor de kosten voor het uitbesteden van jongvee worden geschat op 1,70 per dag per kalf (Boeren, V., persoonlijke communicatie, 2009). De berekende kosten voor het zelf opfokken van jongvee zijn lastiger in te schatten, hierbij komen onder andere de kosten van ruwvoer, huisvesting en arbeid. De kosten worden geschat op 1645,- per kalf voor gemiddeld 24 maanden, dit komt neer op 823,- per jaar (Ouweltjes, 2007). De KWIN ( ) geeft inzicht in de kosten die gemaakt worden voor de stalruimte van jongvee. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in huisvesting in de ligboxenstal voor het melkvee of in een aparte stal en het jongvee wordt in twee leeftijdscategorieën opgedeeld. De jaarkosten voor één stalplaats van jongvee met een leeftijd van 0-6 maand wat in de stal bij het melkvee verblijft wordt geschat op 126,-, in de leeftijd van 6-22 maand zijn de kosten 140,- op jaarbasis. Bij stalling van het jongvee in een aparte stal zijn de jaarkosten per stalplaats voor jongvee in de leeftijd van 0-6 maand 140,- en 147,- voor jongvee van 6-22 maand (zie tabel 31 voor een compleet overzicht). 50

51 Tabel 31. Overzicht van de kosten per stalplaats voor de huisvesting van jongvee Omschrijving Vervangingswaarde Jaarlijkse kosten in euro in euro Afschrijving (5%) Onderhoud (2%) Jongvee 1 *0-6 maand *6-22 maand Jongvee 2 *0-6 maand *6-22 maand Bron: KWIN ) Jongvee in de ligboxenstal voor melkkoeien, prijzen per stalplaats, inclusief éénlingboxen en strohokken 2) Jongvee in aparte ligboxenstal, prijzen per stalplaats, inclusief éénlingboxen en strohokken. Tabel 32. De kosten en benodigde arbeid bij uitbesteding van het jongvee Aantal Aantal stuks Kosten per jaar in Arbeidsuren per jaar melkkoeien jongvee in euro opfok Voorwaarden voor berekening arbeid: Gespreid afkalven, kalveren exact twee jaar in de opfok, alleen vaarskalveren, vaarskalveren blijven gedurende twee jaar in de opfok (aanname dat er geen kalveren wegvallen door ziekte etc.). Op een leeftijd van 0-4 dagen: elke dag één keer biest, box reinigen en stro verversen. Op een leeftijd van 4-10 dagen: een keer per dag kunstmelk, omhokken, reinigen boxen, uitmesten/ontsmetten en gezondheidszorg. Tabel 33. De kosten en benodigde arbeid bij eigen opfok jongvee zonder drinkautomaat Aantal Aantal stuks Kosten per jaar in Arbeidsuren per jaar melkkoeien jongvee in euro opfok Voorwaarden: Kalveren in de leeftijd van tien dagen tot negen weken op een groepshuisvesting op stro, daarna tot een leeftijd van een jaar in een groepshuisvesting op een roostervloer. Kalveren worden op een leeftijd van negen weken gespeend, tot en met het spenen is arbeid nodig voor het voeren van kunstmelk, water, ruwvoer en krachtvoer. Ook vraagt het omhokken, reinigen, uitmesten en gezondheidszorg tijd. Op het moment dat de kalveren een leeftijd van negen weken hebben, vervalt het verstrekken van kunstmelk en blijven de overige activiteiten wel van belang

52 Op een leeftijd van een jaar wordt overgegaan op het verstrekken van voer met behulp van een voermengwagen en zijn voor de voortplanting en het strooien van de boxen ook arbeidsuren nodig. In de periode waarop de kalveren een leeftijd van maand hebben, heeft het jongvee gedurende 24 weken dag en nacht weidegang. Daarnaast zijn de voorwaarden van tabel 32 ook hier geldig. Wanneer besloten wordt de kalveropfok in eigen beheer te doen, is de belangrijkste stap voor arbeidsverlichting de aanschaf van een kalverdrinkautomaat. De kalverdrinkautomaat kan gebruikt worden vanaf de leeftijd van vier dagen tot een leeftijd van twee tot drie maanden. De kalverdrinkautomaat brengt diverse kosten met zich mee. De jaarkosten bestaan uit de afschrijving van het systeem, de rente en de onderhoudskosten (incl. energie). De afschrijving wordt geschat op 10% van de investeringskosten en de rente is 8%. De investeringskosten voor de automaat zijn geschat op 3750,- excl. BTW voor een standaarduitvoering van de Förster kalverdrinkautomaat (Veehouderij Techniek, 2008), de afschrijving wordt geschat op 10% en de onderhoudskosten (incl. energie) worden geschat op 5% (KWIN & Veehouderij techniek, ), de rente is 8%. Deze percentages worden berekend over de totaal bedragen, die bestaan uit de vaste en variabele kosten. Dit zijn onder andere de kosten van de kunstmelk, maar hierbij is aangenomen dat het gebruik van een kalverdrinkautomaat, weinig tot geen verschil maakt in vergelijking met handmatig voeren. De kosten van transponders voor de koeherkenning is een ander punt, dit verschilt wel met de hoeveelheid jongvee. De kalveren staan gemiddeld twee maanden bij de kalverdrinkautomaat. Figuur 4. De Förster kalverdrinkautomaat Aangenomen is dat de afkalving gespreid verloopt en dat de helft van het jongvee per jaar in de leeftijd van tien dagen tot een jaar is. Ook wordt aangenomen dat voor 33% van de kalveren een transponder aanwezig moet zijn, vanwege de totale tijd van slechts twee maanden bij de kalverdrinkautomaat. De kosten per transponder zijn 30,-. In het geval van de eerste categorie bedrijven zijn 49 stuks jongvee aanwezig, wat neerkomt op 25 stuks vaarskalveren per jaar. 25 wordt gecorrigeerd met 33%, wat neerkomt op naar boven afgerond negen transponders. Uit de praktijk blijkt dat bij een automaat voor een gunstig resultaat maximaal vijftien kalveren geplaatst kunnen worden, daarna moet een extra station aangeschaft worden. Het verschil in bouwkosten tussen een situatie met en zonder automaat is te verwaarlozen (Van Gansbeke, 2006). Een totaal overzicht is te vinden in tabel

53 Tabel 34. Een overzicht van de kosten van een kalverdrinkautomaat Jongvee Kalveren (50%) Automaat ( 3750) Transponders (á 28) Meerkosten extra station ( 375) Totale kosten ( ) Jaarkosten ( ) Bron: Van Gansbeke (2006) De totale jaarkosten zijn 10% afschrijving, 8% rente (met een afschrijving van 10% komt dit op een gemiddelde rente van 3,3 %) en 5% onderhoud/energie wat neerkomt op 18,3% van de investeringskosten. De totale kosten van de benodigde arbeid en de kosten per jaar bij eigen opfok van jongvee met een kalverdrinkautomaat zijn te vinden in tabel 35. Tabel 35. De kosten en benodigde arbeid bij eigen opfok jongvee met drinkautomaat Aantal Aantal stuks Jaarkosten ( ) Arbeidsuren per melkkoeien Jongvee in jaar opfok Voorwaarden: De benodigde arbeidsuren voor het voeren van kunstmelk en water in een leeftijd van tien dagen tot en met negen weken komen in dit scenario te vervallen in verband met de aanschaf van een drinkautomaat. De benodigde arbeid voor de gewenning van de kalveren aan de drinkautomaat lijkt erg klein te zijn en wordt niet meegenomen. Zie de voorwaarden bij tabel 32 en 33. Om een duidelijk overzicht te krijgen van het verschil in arbeidsbehoefte en kosten zijn alle kosten en uren in één tabel gegeven, zie tabel 36. Het gebruikte rollend jaargemiddelde is kg melk per jaar (CRV,2008). Hiermee zijn jaarkosten per kg melk berekend. Vervolgens is het verschil in arbeidsuren en kosten tussen de verschillende scenario s gegeven en hiermee zijn de kosten per bespaard arbeidsuur berekend. De jaarkosten per kg melk verschillen weinig bij oplopende aantallen jongvee. Voor het uitbesteden van de opfok, het in eigen beheer opfokken zonder en met drinkautomaat zijn de kosten respectievelijk 0.053, en per kg melk. Daarnaast valt op dat het uitbesteden van het jongvee arbeidsuren en kosten bespaard, variërend tussen de 22 en 43 euro per bespaard arbeidsuur. De aanschaf van een drinkautomaat kost tussen de 4,- en 7,- per bespaard arbeidsuur, afhankelijk van het aantal stuks jongvee. 53

54 Tabel 36. Een overzicht van de kosten en arbeidsuren voor de jongveeopfok. Elke keer is het verschil tussen 2 scenario s door middel van een wit vak aangegeven voor zowel de arbeidsuren, kosten en kosten per bespaard arbeidsuur. Het eerste verschil is tussen uitbesteden en eigen beheer zonder drinkautomaat, het 2 e tussen zonder en met drinkautomaat wanneer de opfok in eigen beheer wordt gedaan. Als laatste is het verschil tussen uitbesteden en eigen beheer met drinkautomaat gegeven. Aantal Melkkoeien Scenario Jaarkosten per kg melk Verschil in arbeidsuren per jaar Verschil in kosten ( per jaar) Kosten per bespaard arbeidsuur ( /uur) Uitbesteden Eigen beheer, zonder drinkautomaat Eigen beheer, met drinkautomaat Uitbesteden Eigen beheer, zonder drinkautomaat Eigen beheer, met drinkautomaat Uitbesteden Eigen beheer, zonder drinkautomaat Eigen beheer, met drinkautomaat 0.072

55 Uitbesteden Eigen beheer, zonder drinkautomaat Eigen beheer, met drinkautomaat Verschil in kosten: De kosten van de 2 scenario s worden vergeleken, wanneer een negatief getal is gegeven, betekent dit dat het eerste scenario goedkoper is dan het 2 e scenario Kosten per bespaard arbeidsuur: Wanneer een negatief getal is gegeven, betekent dat het geld oplevert per arbeidsuur wanneer gekozen wordt voor het eerste scenario. Een positief getal betekent dan dat het geld kost per arbeiduur. Wanneer het inhuren van een arbeidskracht 15 per uur kost, zal het voordeliger zijn om een arbeidskracht in te huren i.p.v. te investeren, wanneer de kosten per arbeidsuur onder de 15 liggen. 55

56 5.3. Conclusie De keuze voor het wel of niet uitbesteden van de jongvee opfok is bij veel veehouders sterk afhankelijk van de beschikbare stalruimte, maar ook arbeid speelt een belangrijke rol. Het uitbesteden van de jongvee opfok bespaart veel arbeid (minimaal 37 uur per jaar per kalf/pink) en de kosten worden lager ingeschat. Uitbesteden lijkt dus in alle gevallen gunstig te zijn, maar toch wordt dit lang niet altijd gedaan. De redenen hiervoor kunnen de verhoogde kans op ziekte insleep zijn en persoonlijke redenen. Wat ook meespeelt is dat bij de kosten voor de jongvee opfok de vaste kosten volledig zijn ingerekend. In de praktijk zullen de vaste kosten niet direct dalen bij uitbesteding want de jongveestal komt leeg te staan. Zoals ook in het onderzoek van de GIBO groep naar voren kwam, is de financiële kant van de jongveeopfok vaak geen reden om uit te besteden. Het uitbesteden van de jongveeopfok is vooral een afweging bij de keuze om te investeren in stallen. Daarnaast speelt de mestafzet een grote rol, dit is met name het geval wanneer bedrijven groter worden in aantallen vee maar niet in de hoeveelheid grond, jongvee heeft namelijk een zeer ongunstige forfaitaire excretienorm/mestnorm. Verder speelt het volgende argument nog een rol. Slechtere delen van de kuil kunnen aan het jongvee gevoerd worden. Bij uitbesteden wordt ook dit aan de melkkoeien gevoerd. Dit is niet in geld uit te drukken. De aanschaf van een drinkautomaat bespaart ongeveer 1,5-2,2 uur per jaar per kalf. Dit brengt in het meest ongunstige geval kosten van 9,- per bespaard arbeidsuur met zich mee, wat heel redelijk lijkt, wanneer vergeleken wordt met het CAO uurloon. 56

57 6. Overzichtstabellen Tabel 37. Arbeidsuren per kg melk per jaar voor melk-, voer- en mestsystemen, voor verschillende aantal koeien met een rollend jaar gemiddeld van 8150 kg (CRV, 2009). Uren gebaseerd op Agrowerk Arbeidsuren per kg melk per jaar Systeem Aantal melkkoeien Visgraat (2*8) Carrousel (binnendraaier, 20 stands) Robot(s) * Melk Voermengwagen Zelfrijdende voermengwagen Automatisch Voer Handmatig Mestschuif Mestrobot Mest Uitbesteden Eigen beheer, geen drinkautomaat Eigen beheer, met drinkautomaat Jongveeopfok *Voor 70 melkkoeien 1 robot, voor 115 melkkoeien 2 robots, voor 175 melkkoeien 3 robots, voor 225 melkkoeien 4 robots.

58 Tabel 38. Overzicht van de kosten per kg melk per jaar voor melk-, voer- en mestsystemen, voor verschillende aantal melkkoeien Systeem Aantal Kosten in euro per kg melk per jaar melkkoeien Visgraat (2*8) Carroussel (binnendraaier 20 stands) Robot* (Boumatic) Robot* (DeLaval) Robot* (Fullwood) Robot* (GEA Westfaliasur ge) Robot* (Lely) Robot* (SAC) Melk Voer Kuiluithaal doseerbak/ doseerwage n Kuilvoerblokke n doseer-wagen in combinatie met kuilvoersnijder Zelfvoedering met beweegbaar voerhek Voermengwag en zonder uithaal- en laadsysteem Zelfladende voermengwa gen met trekker Zelfrijdende en zelfladende voermengwa gen Westfali a Mulleru p MixFeed er Trioliet Triomatic Schuitem aker Innovado Voeren in loonwerk Mest Handmatig Mestschuif Mestrobot (Lely Discovery) Mestrobot (SRone) *Voor 70 melkkoeien 1 robot, voor 115 melkkoeien 2 robots, voor 175 melkkoeien 3 robots, voor 225 melkkoeien 4 robots. 58

59 7. Management 7.1. Inleiding Schaalvergroting is een stap die weloverwogen genomen moet worden. Vaak wordt deze stap onderschat doordat er met te weinig factoren rekening wordt gehouden, want naast kosten, ruimtelijke - en persoonlijke omstandigheden en arbeid worden bij de schaalvergroting van het bedrijf ook het ondernemerschap en het managen van de melkveehouder erg belangrijk. Deze vaardigheden spelen ook een belangrijke rol tijdens het afbouwproces van de subsidies in het kader van de World Trade Organisation (WTO). De melkprijs en het inkomen van de melkveehouder staan hierdoor steeds meer onder druk. Het idee van modern ondernemen is dat steeds meer uitvoerende taken vervangen worden door managementtaken. De managementcyclus (zie figuur 5) geeft duidelijk aan hoe de taken een proces vormen (ASG, 2009). 1 Plan 2 Uitvoeren/ monitoren 4 Bijstellen/ optimaliseren 3 Analyse/ evaluatie Figuur 5. Managementcyclus (ASG, 2009) Wanneer de organisatie van het melkveebedrijf telkens wordt bijgesteld aan de omvang, is het in staat om te blijven groeien (Zijlstra et al., 2007). Het is onmogelijk een algemeen management beleid op te zetten voor de melkveehouderij in Nederland omdat iedere ondernemer zijn eigen visie, werkwijze en strategie heeft. Ook verschillen ondernemers wat betreft hun vaardigheden. De melkveehouder moet voor ogen hebben wat hij met zijn bedrijf wil, nu en in de toekomst, en hoe hij bij groei van het bedrijf het arbeidstekort gaat oplossen. Het is daarom van belang dat hij zich bewust wordt van zijn eigen ondernemerskwaliteiten en deze in acht neemt bij het vaststellen van de strategie om zijn doel te bereiken. Verder zijn de sterke en zwakke punten van de onderneming maar ook van de ondernemer zelf erg belangrijk. Voorbeeldvragen hieruit zijn: in hoeverre voert de melkveehouder een eigen plan door? Let hij op details of ziet hij meer de grote lijn? Hoe kritisch is de ondernemer? En in welke gradatie beïnvloedt dit de werkwijze? Een goede analyse hiervan draagt bij aan georganiseerde groei. Binnen een familiebedrijf kan het soms lastig zijn als kind een zakelijk houding richting je ouders aan te nemen, maar in een samenwerking is het ontzettend belangrijk dat er inzicht is in elkaars persoonlijkheid is om verder te komen in de ontwikkeling van het bedrijf (Accon AVM, 2009). Een mogelijke oplossing kan zijn door het handhaven van een protocol. Verder in dit hoofdstuk zal deze optie toegelicht worden.

60 7.2. Arbeid Ieder jaar neemt de gemiddelde bedrijfsomvang van een melkveehouderij toe. Logischerwijs heeft dit gevolgen voor de arbeidsbehoefte. Bij een matige groei/bedrijfsomvang is het mogelijk het bijkomende werk op te vangen door meer uren te werken of te mechaniseren. Wanneer het bedrijf aanzienlijk groter wordt, is het eigenhandig opvangen van de arbeidsbehoefte bijna onmogelijk. Ondanks dat melkveebedrijven vaak nog familiebedrijven zijn werken steeds meer gezinsleden buitenshuis. Hierdoor is het invullen van de toenemende arbeidsbehoefte door gezinsleden niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen. Er zijn drie mogelijkheden om de arbeidsbehoefte op een sterk groeiend melkveebedrijf te realiseren: door arbeidsbesparende maatregelen te treffen, door externe arbeid in te huren of door een combinatie van beiden. Arbeidsbesparende maatregelen zijn voor de melkveehouder vaak een aantrekkelijke optie vanwege de wens om onafhankelijk te zijn en het kostenplaatje wat met externe arbeid inhuren gepaard gaat. Het inhuren van externe arbeid brengt, zoals hiervoor genoemd, extra kosten met zich mee. De melkveehouder moet de arbeidskracht volledig conform de CAO uitbetalen. Toch kan deze optie ook in het voordeel werken doordat deze persoon over kwaliteiten en vaardigheden beschikt welke bij de melkveehouder ontbreken, waardoor het inhuren een waardevolle investering wordt (ASG, 2009). Door een efficiëntie manier van werken valt er volgens de nieuwe 2009-editie van het Handboek Melkveehouderij veel arbeidstijd te besparen, daarbij moet onder andere gedacht worden aan het maken van een goede planning van de werkzaamheden (time-managment) en het gebruik maken van managementsystemen voor registratie en ordenen van bedrijfsgegevens. Welke keuze ook gemaakt wordt de nadruk moet liggen op de samenwerking tussen de melkveehouder en het personeel. Vaak wordt er door veehouders geroepen dat goed personeel moeilijk te vinden is, maar volgens Jan Hulsen consultant van Vetvice ligt dat grotendeels aan hen zelf. Melkveehouders zijn zich er vaak niet van bewust dat zij gevarieerd en leuk werk kunnen aanbieden, maar ook zelf kunnen creëren. Zelfontplooiing en beloningen spelen ook een grote rol. Gemotiveerd personeel wil graag leren waardoor zij ook steeds beter worden in hun werkzaamheden (Vetvice, 2009). Wat ook een rol kan spelen in het werven van personeel is onwetendheid van de veehouder waar hij personeel kan zoeken of vinden (Hiemstra, 2008). Om terug te komen op samenwerking kunnen nog een paar cruciale aspecten toegevoegd worden: het creëren van teamgevoel en het werken aan een gezamenlijk doel. Medewerkers verantwoordelijkheidsgevoel geven kan door ze te betrekken bij de bespreking van de bedrijfsresultaten en door te beoordelen wat hun invloed daarop is, waardoor het besef ontstaat dat zij resultaten kunnen beïnvloeden. De trots op het verrichtte werk zal ook zeker bijdragen aan de motivatie van het personeel, leidend tot een verminderd ziekteverzuim (Vetvice, 2009) Kwaliteiten van de ondernemer Zoals al eerder benoemd in dit hoofdstuk worden de ondernemerskwaliteiten steeds belangrijker. Maar welke kwaliteiten worden dan van de melkveehouder verwacht? ABN AMRO heeft daar eens bij stil gestaan en deze onder elkaar gezet. Zij hebben de thema s vakmanschap, gevoel voor economie, organisatie en gevoel voor de markt centraal gezet. Onder vakmanschap verstaan zij goede technische resultaten zoals genoeg gewasopbrengst en een gezonde veestapel. Vakmanschap betreft de basis van het bedrijf. Economie beschrijft het inzicht in de cijfers en het behalen van de meest optimale kostenniveaus. 60

61 Goed kunnen plannen, samenwerken, communiceren en leiding geven behoort tot het thema organisatie en onder gevoel voor de markt wordt onder andere verstaan dat er sprake is van een stabiele relatie met handelspartners en dat onderhandelingsresultaten bevredigend zijn. Onderhandelingskwaliteiten zijn altijd belangrijk, maar wanneer het bedrijf toeneemt, worden deze steeds belangrijker. Dit omdat er een stijging in in- en verkoop zal plaatsvinden waarbij een klein onderhandelingsverschil een groot effect op het saldo zal hebben. Schommelingen in opbrengstprijzen vragen hiernaast zakelijk inzicht voor het maken van juiste keuzes. Hierbij komen de stabiele handelspartners met een goede reputatie weer om de hoek kijken (ABN AMRO, 2009). Een tip om meer rendement uit betaald advies te krijgen is om adviseurs zelf kritisch uit te kiezen als melkveehouder, het gesprek met deze persoon goed voor te bereiden en notulen te maken. Verder moet goed in de gaten gehouden worden dat de afspraken nageleefd worden (Zijlstra et al., 2007). Om schaalvoordeel te kunnen toepassen bij een groot aantal melkkoeien is de voornaamste taak van de melkveehouder om de dagelijkse werkzaamheden goed te plannen en te organiseren met het oog op arbeidsefficiëntie. Een kritische houding is hierbij van belang om de lange termijn ontwikkelingen te kunnen handhaven. De melkveehouder moet zich open opstellen voor nieuwe ontwikkelingen en informatie. Hierdoor kan hij zich flexibel aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Een zeer belangrijke ontwikkeling is het inhuren van extern personeel. Hierbij komt kijken dat de veehouder activiteiten moet gaan delegeren en planmatig kan werken. Omgang met personeel is een grote overstap omdat je als ondernemer een andere manier van werken aan moet nemen. Vroeger voerde je alle werkzaamheden alleen uit of met familieleden die ook bekend zijn met de gang van zaken, maar nu ligt de voornaamste taak bij het managen van personeel. Hierbij moet er gedacht worden aan het motiveren van personeel, de taken verdelen en eventueel begeleiding ervan in de beginfase en het voeren van functioneringsgesprekken (Zijlstra et al., 2007). Natuurlijk is er een onderscheid te maken tussen de grootte van de bedrijven en hoeveel externe arbeid in dienst is. Voor een gezinsbedrijf met één extern personeelslid valt er minder te managen dan een bedrijf met een aantal externe arbeidskrachten. Voornamelijk in het buitenland zoals Verenigde Staten, Denemarken en Duitsland wordt er gebruikt gemaakt van meerdere medewerkers op een bedrijf in verband met de vele malen grotere omvang. Een veel vergeten voordeel van een medewerker is dat hiermee de kwaliteit van de arbeid afgestemd kan worden op de behoefte. ABN AMRO kan vertellen dat melkveebedrijven die aan een of enkele externe medewerkers genoeg hebben neigen naar relatief hoog gekwalificeerd personeel, omdat hiervan verlangd wordt dat zij een groot aantal werkzaamheden kunnen voltooien. Hierdoor stijgen echter wel de arbeidskosten. Vetvice brengt hier tegenin dat het opleidingsniveau niet zozeer van belang is, maar wel dat het hele proces op complexe bedrijven begrepen wordt. Grote bedrijven die met meer personeel werken kunnen voor de routinematige klussen laag gekwalificeerde krachten aannemen, terwijl ze daarnaast ook nog de mogelijkheid hebben één of enkele hoger opgeleide medewerkers aan te trekken voor bijvoorbeeld het veemanagement (ABN AMRO, 2009). Na dit gelezen te hebben lijkt het verkrijgen van al deze vaardigheden een onbegonnen zaak. Maar het is goed mogelijk dat bepaalde vaardigheden al in het bezit zijn, terwijl men dit zich nog niet realiseert. Een aanrader voor ondernemers is om een test op internet te doen die zijn/haar ondernemerskwaliteiten in beeld brengt. In bijlage I is een deel van het voorbeeldresultaat gegeven van een dergelijke test die kan worden gevonden op 61

62 De onderontwikkelde kwaliteiten kunnen worden bijgeschaafd door het volgen van trainingen. Accon AVM en Vetvice zijn twee bedrijven die dit soort cursussen verzorgen. Een andere mogelijkheid is het gebruik maken van ondersteuning bij bijvoorbeeld personeelsmanagement of het uitbesteden van bepaalde werkzaamheden. Toch is het raadzaam en voordeliger om te kiezen voor een persoonlijke ontwikkeling, omdat deze vaardigheden immers het gehele leven toepasbaar zijn (ABN AMRO, 2009) Protocollen Algemeen Op een melkveebedrijf ontstaat de behoefte aan duidelijk en eenvoudige afspraken wanneer meerdere medewerkers in dienst zijn en aan dezelfde taken werken (Zijlstra en Animal Sciences Group van Wageningen UR, 2008). Bovendien is de manier van uitvoeren van de taken en het oplossen van bijkomende problemen voor de melkveehouder vaak erg logisch door zijn enorme ervaring. Voor externe medewerkers is dit meestal niet het geval. Door middel van een protocol zal een brug gevormd worden tussen beide kennislevels (UVM, 2009). Het opstellen van een protocol is de eerste stap in de richting van het gelijktrekken van werkwijzen. In een protocol wordt de uitvoering van de betreffende werkzaamheden in woorden of door middel van illustraties uitgelegd. Een protocol moet een onderdeel zijn het ondernemingsplan welke bijdraagt aan het bewerkstelligen van het doel van de ondernemer. Wanneer plannen uitgeschreven worden en verwachtingen worden uitgesproken zullen de nauwkeurigheid en continuïteit toenemen en zal daaropvolgend de veegezondheid ook stijgen, wat leidt tot een verhoogde efficiëntie (UVM, 2009). In Nederland komt de interesse in het gebruik van een protocol steeds meer opzetten. Op het moment wordt door de Animal Sciences Group (ASG) onder leiding van Jelle Zijlstra hier onderzoek naar gedaan, waarvan de resultaten begin juli 2009 gepresenteerd zullen worden. Zowel melkveehouders, vertegenwoordigers van Agrarische Bedrijfsverzorging als onderzoekers nemen deel aan dit project en bekijken voor welke werkzaamheden een protocol gewenst is en hoe deze het beste opgezet kan worden. Uiteindelijk worden er aan de hand van een ontwikkelde methode, bedrijfsspecifieke protocollen gevormd voor de deelnemende veehouders. Deze methode moet te gebruiken zijn voor elke geïnteresseerde melkveehouder om samen met hun personeel protocollen op te stellen. Tot nu toe meldt ASG dat de belangrijkste les misschien wel is dat protocollen maar een onderdeel zijn van de hele arbeidsorganisatie op een bedrijf en niet op zich staan. Want het overbrengen van informatie, personeelsmanagement en de planning en organisatie bezetten allemaal een belangrijke rol. Wanneer vanuit een primitieve arbeidsorganisatie groei ontstaat zullen ook de arbeidsknelpunten toenemen. Tevens zijn er bedrijven die al gebruik maken van externe arbeid maar dit willen verbeteren op organisatie en structuur, want in geval van afwezigheid van de melkveehouder moet het bedrijf blijven doordraaien (Zijlstra en Animal Sciences Group van Wageningen UR, 2008). Hiernaast heeft het Uiergezondheidscentrum Nederland (UGCN) zich samen met haar partners DeLaval, CAFNZ, Heemskerk, AB en de Animal Sciences Group bezig gehouden met het opstellen van uitgebreide protocollen voor zowel gangbaar melken als voor automatisch melken. De reden hiervoor is dat rust, reinheid en regelmaat steeds belangrijker worden met het oog op de groei van het bedrijf, de verschillende melkers en de koe zelf. Voor een koe is het essentieel dat het melken altijd op dezelfde manier gebeurt. 62

63 In de protocollen is precies weergegeven hoe er op het betreffende bedrijf gemolken wordt. Een whiteboard waarop de belangrijkste handelingen omtrent melken staan genoemd is ontwikkeld voor de conventionele melkstrategie. Op deze manier weet iedere melker, of deze nu vast, tijdelijk of nieuw is, hoe er gemolken moet worden. Daarbij is het mogelijk op het bord aantekeningen te maken van afwijkende en behandelde koeien. Bij dit melkputprotocol is het mogelijk nog een uitgebreide toelichting te gebruiken welke procedures rondom het melken en de werking van de melkmachine betreft. Deze zijn te vinden in bijlage II en III. Het protocol voor robotmelken bevat een beschrijving welke handelingen er dagelijks, wekelijks, maandelijks en jaarlijks gedaan moeten worden. Hierdoor is het protocol ook een functionele werklijst en een handig hulpmiddel bij het inwerken van een nieuwe arbeidskracht. Dit robotprotocol bestaat uit twee delen. Een korte versie om op een zichtbare plek in de stal op te hangen (zie bijlage IV) en een lange versie dat een uitgebreide toelichting omvat om als naslagwerk te gebruiken. Deze vier protocollen zijn allen in pdf bestand te vinden op de website van UGCN (UGCN, 2009). UGCN concludeert dat de uiergezondheid en de voedselveiligheid, maar ook het rendement van het bedrijf en de arbeidsefficiëntie op het bedrijf baat hebben bij een protocol. Het werk voor de medewerkers wordt slim ingedeeld en ze weten precies wat ze moeten doen. Dit leidt tot tijdswinst, wat het protocol uiteindelijk weer terug verdient (Lam, 2009) Voordelen van een protocol Omdat uiteindelijk alles om tijd en geld draait is ook het ontwikkelen van een protocol daarmee gemoeid. Een belangrijk voordeel van een protocol is dat door het gebruik ervan fouten voorkomen kunnen worden die anders direct of indirect veel geld hadden gekost. Nog een goede reden voor het maken van een protocol volgens Theo Lam (UGCN) is dat je als melker gedwongen wordt om nog eens kritisch na te denken over je werkwijze. Verder staan hieronder de meest voornaamste voordelen voor het verwezenlijken van een protocol benoemd (UVM, 2009): - Dieren hebben baat bij een vast dag- en nacht ritme. - Melkveehouders en medewerkers kunnen top prestatie leveren door consistent te werken. - Protocollen verminderen variatie in werkwijzen welke de arbeidsefficiëntie en de kwaliteit van producten kunnen beïnvloeden. - Protocollen verlenen training en een bron van informatie aan nieuwe medewerkers. - Medewerkers voelen zich meer belangrijk en gemotiveerd wanneer zij merken positieve invloed op de ten doel gestelde resultaten te kunnen uitoefenen. - Protocollen kunnen als leidraad dienen tijdens functioneringsgesprekken met medewerkers. - Werknemers kunnen elkaar begeleiden en stimuleren aan de hand van een protocol. - Protocollen kunnen bijdragen aan een betere samenwerking doordat iedereen weet wat er gedaan moet worden, door wie en wanneer. - Protocollen bieden een veiligere werkomgeving omdat deze beschrijven hoe een handeling uitgevoerd moet worden. - Door een protocol op te stellen voor activiteiten die een risico voor het milieu vormen, is het eenvoudig milieuwetten te handhaven en hiermee het milieu te beschermen. 63

64 - Door middel van een protocol kunnen werkzaamheden eenvoudig geanalyseerd worden en zo nodig aangepast of verbeterd worden. Voordat er begonnen wordt aan het opstellen van een protocol zijn er een aantal vragen die inzicht kunnen geven of de melkveehouder geschikt is voor het hanteren ervan (UVM, 2009). Deze betreffen: - Is er bereidheid medewerkers te motiveren? - Is er een open houding naar veranderingen? - Is de tijd die hiermee gepaard gaat beschikbaar? - Is er bereidheid te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers? - Wordt er voldoening behaald uit het standaardiseren of veranderen van werkwijzen? - Wordt het opgestelde protocol daadwerkelijk op het bedrijf geïmplementeerd? - Zal het protocol worden geanalyseerd? En zullen eventuele aanmerkingen erin worden verwerkt? Soorten protocollen Wanneer deze vragen positief beantwoord zijn is het belangrijk tijd vrij te maken voor het ontwerpen van een protocol. Goed werk heeft tijd nodig en dat is in dit geval zeker waar. Iedereen die werkzaam is op het bedrijf moet betrokken worden bij het opstellen van het protocol om hen het gevoel van verbondenheid en bezit te geven. Het is niet de bedoeling het gevoel te verwekken van verbondenheid aan een reglement. Ook worden er meer ideeën aangedragen, wat de kans op een completer protocol groter maakt. De betrokkenheid kan bijdragen aan een optimale samenwerking, omdat ideeën die na discussie ingevoegd worden in het protocol, op overeenstemming onder de medewerkers kunnen duiden. Een ontspannen werksfeer is het gevolg. Wanneer er al externe arbeidskrachten werkzaam zijn op het bedrijf en er gebruik gemaakt gaat worden van een protocol, kan dit weerstand vanuit het personeel veroorzaken. De taak van de melkveehouder is in dit geval het verduidelijken van de doelstellingen die het bedrijf wil behalen en te verduidelijken dat een protocol hieraan bijdraagt (UVM, 2009). Maar welke stappen moeten er genomen worden tot het verwezenlijken van een protocol? En welke soorten protocollen bestaan er? Voor ogen moet gehouden worden dat het doel is om een duidelijk en eenvoudig te begrijpen protocol opgeleverd moet worden, wat fungeert als hulpmiddel bij de werkzaamheden. Om te beginnen moet er besloten worden hoeveel keuzes er binnen een activiteit gemaakt kunnen worden en hoeveel stappen de protocolgebruiker gaat gebruiken tijdens het werkproces. Bijvoorbeeld voor routineklussen, zoals het droogzetten van koeien, is weinig tijd nodig en deze worden afgehandeld in een paar stappen. Hiervoor kan een eenvoudig model gebruikt worden voor het opstellen van een protocol. Dit soort protocollen bevat erg weinig detail en vereist een grondig trainingsprogramma om te verzekeren dat nieuwe medewerkers begrijpen hoe de gang van zaken is. Geadviseerd wordt een eenvoudig protocol alleen te implementeren op het bedrijf, wanneer hoogstens twee mensen zich bezighouden met bijvoorbeeld de routineklus droogzetten. Dit zal in de meeste gevallen een gezinsbedrijf omvatten. Een voorbeeld is één van de tien deelnemende melkveehouders die gebruik maakt van één medewerker voor acht uur in de week. 64

65 Dit melkveebedrijf beschikt over honderd melkkoeien en zeventig stuks jongvee. Het protocol bestaat uit een dagindeling en een weekindeling en is een duidelijk voorbeeld van een eenvoudig model, omdat alleen de hoofdwerkzaamheden beschreven worden. De dagindeling is opgedeeld in ochtend, begin van de middag en eind van de middag en de weekindeling loopt van maandag tot en met vrijdag. Langdurende activiteiten, die uit meer dan tien stappen bestaan, maar weinig keuzemogelijkheden hebben, kunnen verwerkt worden in een hiërarchisch model of in een grafisch model. In de praktijk worden deze modellen gebruikt bij activiteiten zoals melken en voeren. Het hiërarchische model maakt onderscheid in gebruik door ervaren medewerkers en beginners, doordat de substappen die genomen worden erg nuttig zijn voor nieuwelingen. Ook het grafische model, waaronder bijvoorbeeld een fotoreportage verstaan kan worden, deelt de betreffende activiteit op in subactiviteiten. Dit draagt bij aan de leerzaamheid. Een groot voordeel van foto s is dat deze meer zeggen dan duizend woorden, vooral in het geval van buitenlands personeel wanneer zij geen Nederlands begrijpen. Beide modellen zijn bruikbaar op zowel gezinsbedrijven als grotere melkveebedrijven met externe arbeid in dienst, doordat deze protocollen meer gedetailleerd zijn dan het eenvoudige model. Wanneer tijdens een werkzaamheid veel keuzes gemaakt kunnen worden is een stroomdiagram erg geschikt. Een voorbeeld is de detectie van abnormale melksamenstelling. Om te achterhalen wat er mis is met de melk moeten er veel keuzes gemaakt worden, zoals of er een monster genomen moet worden, of de koe behandeld moet worden, of de koe gesepareerd moet worden et cetera. Een stroomdiagram is een eenvoudige grafische weergave van logische stappen tijdens een keuzeproces en is te gebruiken op zowel gezinsbedrijven als grote bedrijven (Stup, 2001 en Stup, 2002) Vergelijking protocollen Op het moment is het gebruik van protocollen op melkveebedrijven sterk in opkomst. Doordat er nog veel onderzoek naar gedaan wordt en reeds bestaande protocollen veelal als vertrouwelijk worden beschouwd, zijn er nog maar weinig protocollen beschikbaar ter inzage. Bedrijven zoals Vetvice, Accon avm en zoals eerder vermeld de Animal Sciences Group houden zich bezig met het opstellen van protocollen en de implementering ervan op melkveebedrijven. Vetvice benadrukt de essentie van de betrokkenheid van de medewerkers bij het ontwerpen van een protocol en spreekt ook liever over een standaard werkwijze, omdat dat minder dwingend klinkt. Een belangrijk aspect dat in de ontwikkeling van protocollen speelt is de ervaring vanuit het buitenland. Het betreft hier een standard operating procedure (SOP). In Amerika. Duitsland, Denemarken en Israël staan grote bedrijven die al veel volgens een protocol werken. De arbeidsefficiëntie wordt hierdoor hoog gehouden. Een voorbeeld van een standard operating procedure uit Pennsylvania kan gevonden worden op de volgende website: Wanneer standaard werkwijzen van verschillende bedrijven vergeleken worden is het belangrijk dit te doen in combinatie met de stal, de stalinrichting, de materialen, de medewerkers, de koeien en de bedrijfsdoelstellingen (persoonlijke communicatie met Jan Hulsen van Vetvice). Alleen de mogelijkheid tot vergelijken zal nog even op zich laten wachten, totdat er voldoende standaard werkwijzen ontwikkeld zijn. De verwachting is dat er grote verschillen gevonden zullen worden in standaard werkwijzen tussen grote en kleine bedrijven, tussen bedrijven zonder en met vreemde arbeid en tussen bedrijven die wel en niet geautomatiseerd zijn. 65

66 7.5. Goedkope investeringen in arbeidsefficiëntie Wanneer gedacht wordt aan arbeidsefficiëntie, wordt vaak de link gelegd naar automatisering en mechanisatie. Maar voordat er diep in de buidel getast moet worden zijn er nog genoeg alternatieven om de arbeidsefficiëntie te verhogen welke geen grote investeringen vergen (Keuper, 2005). Hieronder een aantal voorbeelden: 1. Grondhouding veranderen De houding van de ondernemer blijkt uit ervaring nog belangrijker te zijn dan automatisering of mechanisatie. Een veel gemaakte fout onder melkveehouders is dat zij zich niet aan afspraken houden die ze met zichzelf hebben gemaakt. Vervelende werkzaamheden worden niet gedaan maar uitgesteld, en van uitstel komt afstel waardoor problemen kunnen ontstaan. Problemen oplossen kost veel meer tijd, geld en negatieve energie dan ze voorkomen. Een andere mogelijkheid in dit kader is een medewerker. De melkveehouder kan hem opdragen de vervelende klussen te klaren (Keuper, 2005). 2. Niet dralen maar beslissen Het blijven peinzen over beslissingen remt de arbeidsproductiviteit, het kost tijd. Het doorhakken van knopen wordt extra lastig gemaakt doordat beslissingen op emoties zijn gebaseerd. Status en trots zijn hinderende eigenschappen en leiden volgens Bestra Consultancy ook niet tot het beste resultaat. Investeringen moeten rationeel en op tijdsrendement bekeken worden (Keuper, 2005). 3. Time management Om timemanagement te handhaven is het essentieel punten aan te geven die storen tijdens het werk. Hiervoor moeten oplossingen gevonden worden, waarbij duidelijk afspraken worden gemaakt en waarin wensen meegenomen worden. Ongestructureerd te werk gaan betekent met veel dingen bezig zijn maar niks afronden. Plannen is dus erg belangrijk. Dit kan door middel van een dagplanning, maar ook een weekplanning of een protocol is een handig hulpmiddel. Afronden van taken motiveert en ook een indeling eerst minder leuke klussen dan de leuke draagt bij aan het werkplezier. Verder kan een ochtend- / avondmens scheiding meewerken aan rust in het werk. Het regelwerk kan dan gepland worden in het meeste productieve dagdeel van de melkveehouder en de uitvoerende taken wanneer de concentratie is afgenomen (Keuper, 2005). 4. Werk afstoten Het bewust kiezen om bepaalde zaken uit handen te geven kan veel tijd opleveren. Bijvoorbeeld jongveeopfok uitbesteden of het verleasen van melkquotum. Ook samen inkopen is een optie. Dit biedt een gunstige onderhandelingspositie en maar één ondernemer hoeft hier tijd in te steken (Keuper, 2005). Verder kan er samengewerkt worden met eventuele akkerbouwbedrijven in de buurt op het gebied van bouwplanoptimalisatie, voedergewassen en het mestgebruik op het akkerbouwbedrijf. Talrijke vormen van samenwerking kunnen oplopen tot besparingen van duizenden euro s. Hieronder zijn de voordelen van samenwerken in zes punten samengevat (Zijlstra, 2007): a. Goedkope vorm van bedrijfsvergroting b. Schaalvoordelen benutten, met name rond de kosten van gebouwen, machines en installaties en andere vaste kosten c. Hogere arbeidsefficiëntie en meer melk per medewerker d. Specialisatie van ondernemers en medewerkers: kennis en vaardigheden zijn beter te benutten e. Inkoopvoordelen f. Meer vrije tijd 66

67 5. Efficiënte werkroutines Vaste routines dragen bij aan het sneller afhandelen van activiteiten. Veel werkzaamheden zijn ontstaan uit gewoonten, zonder de efficiëntie ervan beoordeeld te hebben. Om niet met lege handen komen te staan is het verstandig vooruit te denken en werkzaamheden te combineren. Ook het analyseren van activiteiten of ze niet handiger uitgevoerd kunnen worden oefent invloed uit op het efficiënt te werk gaan (Keuper, 2005). 6. Looplijnen optimaliseren De factor looplijnen is van groot belang binnen de efficiëntie van een melkveebedrijf, omdat ze gedurende de hele dag terugkomt. Lopen is de manier van verplaatsen, dus wanneer dit niet efficiënt plaatsvindt, zal veel kostbare tijd en energie verloren gaan. Wanneer de keuze nieuwbouw is gemaakt is dit de mogelijkheid om het bedrijf efficiënt in te richten, maar ook in bestaande situaties kan nagegaan worden welke meters onnodig zijn. Door extra gereedschap aan te schaffen of door verplaatsingen naar plekken waar ze veel gebruikt worden is tijdwinst te behalen (Keuper, 2005). 7. Voeren vereenvoudigen Wanneer een mengwagen op allerlei plekken geladen moet worden zal het veel meer tijd vragen, dan wanneer er een combinatie van een mengkuil en beweegbaar voerhek gebruikt wordt. Verder is het ook erg efficiënt de koeien het voer zelf te laten halen in plaats van ze het na te dragen. Dit is te realiseren met een speciaal voerhek voor kuil of met weidegang. Standweiden vergt het minste werk (Keuper, 2005). 8. Rantsoen vereenvoudigen Een rantsoen met alleen de basisdelen werkt een stuk eenvoudiger dan een uitgebreide mix. Veehouder John de Vries in Kuinre heeft zijn voertijd teruggebracht van een uur per dag naar een uur per week. Hij heeft zelfs maïs uit het rantsoen gehaald en hij verstrekt slechts twee voersoorten via de krachtvoerbox. Zijn arbeid is gereduceerd naar het plaatsen van vierkante balen voor het voerhek en het wat aanschuiven van het voer. Naast deze tijdsbesparing is ook de vet/eiwit verhouding verbeterd (Keuper, 2005). De vraag hierbij is of deze veehouder door de vereenvoudiging van het rantsoen zijn quotum nog kan halen, doordat eventueel de melkproductie gedaald is. 9. Verkaveling verbeteren Grond aan huis werkt eenvoudiger dan grond op afstand. Ruilen kan een optie zijn om de verkaveling te verbeteren, maar ook grondbanken zijn hiervoor opgericht. Het is verstandig om eens de eigen percelen nader te bekijken en de perceelsgrootte met de capaciteit van de mechanisatie mee te laten groeien door middel van sloten te dempen en afrasteringen op te trekken (Keuper, 2005). Meer informatie is te vinden op de sites of Diergezondheid verbeteren Het behandelen van zieke dieren kost ontzettend veel tijd en komt nooit gelegen. Ook het economische aspect is erg nadelig. Het voorkomen van gezondheidsproblemen staat centraal in een efficiënte werkwijze en bespaart dan ook tijd. De veehouder zelf heeft hier de grootse invloed op doordat hij degene is die inefficiënte werkwijzen moet herkennen en deze oude gewoontes moet veranderen (Keuper, 2005 en ASG, 2008). 67

68 7.6. Conclusie Het bedrijf vergroten zonder het managementbeleid onder de loep te nemen is bijna onmogelijk. Schaalvergroten blijft een wel overwogen stap doordat er veel factoren een rol spelen zoals kosten, arbeid, persoonlijke- en ruimtelijke omstandigheden, maar ook het ondernemerschap en het bedrijfsmanagement. Het is daarom voor de veehouder erg belangrijk voor ogen te hebben wat hij nu en in de toekomst met zijn bedrijf wil. Wanneer het bedrijf in omvang toeneemt zullen uitvoerende taken grotendeels vervangen worden door managementtaken voor de melkveehouder. Een gevolg hiervan is dat ook andere vaardigheden van belang worden. Deze ondernemerskwaliteiten zoals vakmanschap, gevoel voor economie, organisatie en gevoel voor de markt behoren hiertoe, maar ook omgang met personeel wordt een belangrijke vaardigheid wanneer externe arbeid aangetrokken wordt. Het gebruik van werkprotocollen op melkveebedrijven is sterk in opkomst. Op grote bedrijven in het buitenland wordt hier al mee gewerkt, wat een handig hulpmiddel is voor het onderzoek wat in Nederland nog loopt naar methoden hoe een protocol op te stellen en voor welke werkzaamheden. Verder kan er onderscheid worden gemaakt in soorten protocollen, elk met voor- en nadelen ten opzichte van de grootte van het bedrijf en het aantal medewerkers. Maar voordat er een protocol komt op het bedrijf moet de melkveehouder zich eerst afvragen of hij geschikt is voor het werken met een standaard werkwijze, anders is het verloren tijd en moeite. Al met al zal het bedrijfsmanagement bij schaalvergroting van invloed zijn op de arbeidsefficiëntie en de verdiensten. 68

69 8. Resultaten vragenlijst Onder de tien deelnemende melkveehouders uit het project is een vragenlijst uitgegeven om een globaal overzicht te verkrijgen van beweegredenen bij schaalvergroting. Negen van deze enquêtes zijn geretourneerd. Meerdere antwoorden per melkveehouder zijn mogelijk. Hieronder volgt een korte samenvatting. Op de vraag waarom vergroten? worden redelijk overeenkomende antwoorden gegeven. Zowel gezinsinkomen als efficiënt werken worden als reden opgegeven. Maar ook uitdaging, levensvatbaarheid en kans voor opvolging waren terugkomende antwoorden. De gedachte leeft dat het bedrijf vergroten niet zonder knelpunten zal verlopen, dus is het verstandig hier van te voren over na te denken. Vooral arbeid wordt als knelpunt gezien. Financiering, de milieuwetgeving en personeel werden allemaal niet meer dan één keer genoemd, omdat schaalvergroting inderdaad een arbeidstekort met zich mee kan brengen. Zes van de negen melkveehouders denken dit te gaan oplossen door op den duur een medewerker aan te nemen. Eén van de melkveehouders wil absoluut geen gebruik maken van externe arbeid. Hij zal een oplossing zoeken in automatisering en loonwerken. Ook bedrijfsopvolging (zoons) wordt genoemd als oplossing voor arbeidstekort. Een ander aspect welke aan bod komt bij schaalvergroting is de investering. De vraag is waarin deze negen melkveehouders van plan zijn te investeren. Uit de vragenlijst blijkt dat meer dan de helft zeker wil investeren in de stal, hieronder valt zowel uitbreiding van de stal als het bouwen van een nieuwe stal. Vier van de ondervraagden kiest voor een melkrobot en twee voor een kalverdrinkautomaat. Ook de mogelijkheden om het grond areaal te vergroten en het aanschaffen van sensoren en camera s kwamen naar voren. Om de punten te achterhalen waar bij deze ondernemers nog informatie ontbreekt is een vraag gesteld met betrekking tot arbeid in relatie met schaalvergroting. Hieruit blijkt dat een derde van de ondernemers graag meer informatie zou willen over het aannemen van een medewerker. Wet- en regelgeving, kosten, ervaring met personeel en de mogelijkheden rondom een medewerker met een beperking werden hierbij aangekaart. Ook ontbreekt er informatie onder deze negen melkveehouders over ervaringen van bedrijven die al een schaalvergroting door hebben gemaakt, op welke manier arbeidsverlichting toegepast kan worden en op welke manier looplijnen geoptimaliseerd kunnen worden. Om een mogelijkheid te geven voor DLV Rundvee Advies en de betrokken melkveehouders om kennis uit de praktijk te halen, hebben we een enquête opgesteld, welke te vinden is in bijlage V. 69

70 70

71 9. Conclusie/discussie In dit verslag is aandacht besteed aan de belangrijkste taken op het melkveebedrijf, de melkwinning, voerverstrekking, veeverzorging, jongveeopfok en management. De hoofdvraag die hierbij gesteld werd, was: Wat zijn overwegingen die gemaakt worden met betrekking tot arbeid bij investeringen tot schaalvergroting op melkveebedrijven en aan welke kennis hebben melkveehouders behoefte? Om een antwoord te vinden op de hoofdvraag is aanvankelijk begonnen met het ontwikkelen van een enquête voor de tien melkveehouders, die samen kwamen tijdens de subgroepbijeenkomsten. Het doel van deze enquête was om praktische informatie te verzamelen met onder andere beweegredenen van melkveehouders voor schaalvergroting. Daaruit bleek vooral dat gezinsinkomen en efficiënt werken de belangrijkste redenen vormen. Verder zijn er vele vragen boven tafel gekomen tijdens deze bijeenkomsten die onder de melkveehouders leven. Deze vragen zijn gecategoriseerd en een indeling is gemaakt welke vragen te beantwoorden zijn via een literatuuronderzoek. Deze categorieën zijn: Welke automatiseringsmogelijkheden zijn er om arbeid te verlichten/ verlagen en wat zijn de kosten en de baten?, globale stalinrichting en managementvaardigheden. De categorieën geven ook aan, aan welke kennis de melkveehouders nog behoefte hebben. Om de arbeidsverlichting en de kosten en baten in kaart te brengen voor diverse investeringen zijn er overzichtstabellen gemaakt. Deze geven de benodigde arbeidsuren en kosten per kg melk aan en geven een schematisch overzicht van de verscheidene investeringen. De overzichtstabellen geven echter een beeld van een gemiddeld bedrijf. Om specifiekere gegevens te verkrijgen is een rekenmodel ontwikkeld. Het rekenmodel is gemaakt in Excel en kan gebruikt worden als ondersteuning bij het maken van keuzes voor investeringen. Hierbij kan de melkveehouder/ DLV Rundvee Advies inzicht krijgen in de benodigde arbeidsuren en kosten voor specifieke investeringen na invoering van specifieke bedrijfs- en systeemgegevens. Uit de bijeenkomsten met de subgroepen kwam sterk naar voren dat keuzes erg persoonlijk zijn. Vaak wordt gekozen vanuit gevoel, opvolgingsmogelijkheden en de beschikbare arbeid op het bedrijf. Verder gaat management een grote rol spelen bij forse schaalvergroting. Hierop kan ingespeeld worden door gebruik te maken van protocollen en ondernemerstesten. Op deze manier kan inzicht verkregen worden in de kwaliteiten van de ondernemer en zijn verbeterpunten. Protocollen kunnen bijdragen aan een gestructureerde dagindeling en daarmee de arbeidsefficiëntie verhogen. Op het moment is weinig informatie over protocollen beschikbaar, waardoor inzage van protocollen lastig is. Diverse onderzoeken zijn gaande en verwacht wordt dat binnen afzienbare tijd veel meer informatie over dit onderwerp beschikbaar zal zijn. De overzichtstabellen geven een samenvatting van de arbeidsuren en kosten per systeem weer. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de arbeidsefficiëntie toeneemt bij een groter aantal melkkoeien. Ook zorgt automatisering over het algemeen voor een lagere arbeidsbehoefte. De kosten per kg melk voor de diverse systemen verschillen aanzienlijk, zelfs tussen de verschillende robots zijn grote kostprijsverschillen waar te nemen. De keuze voor een bepaald systeem kan grote gevolgen hebben voor de kostprijs van de melk. 71

72 72

73 10. Aandachtspunten Bij de keuze van melksystemen zijn diverse keuzes te maken. Uit de overzichtstabellen blijkt dat de keuze voor een robot ten opzichte van een visgraat (2*8) minstens 50% aan arbeidsuren bespaart. Ook blijkt uit de overzichtstabellen dat de kosten per kg melk en arbeidsuren per kg melk erg verschillen tussen de melksystemen. Een automatisch voersyteem kan tot 2/3 van de benodigde arbeidsuren besparen ten opzichte van de voermengwagen. Om deze uren te kunnen besparen moeten forse investeringen worden gedaan, dit wordt pas rendabel bij een grotere bedrijfsomvang. De indeling van de stal, plaatsing van het jongvee, sleufsilo s en voerkeuken zijn daarbij aandachtspunten. De aanschafprijzen van de mestrobots lopen erg uiteen, namelijk van zo n tot meer dan Mestrobots blijken vooral een goede investering te zijn bij de aanwezigheid van vier mestgangen of meer op een bedrijf. Veel verschillende zaagselstrooiers zijn op de markt, met heel verschillende mogelijkheden. De prijzen lopen ook erg uiteen, van 1.000,- voor een gedragen instrooibak, tot meer dan ,- voor een automatisch instrooisysteem dat ook dienst doet als voersysteem. De vergelijking in jaarkosten wordt om deze reden erg lastig. De aanschaf van een drinkautomaat bespaart ongeveer 1,5-2,2 uur per jaar per kalf. Dit brengt in het meest ongunstige geval negen euro kosten per bespaard arbeidsuur met zich mee, wat heel redelijk lijkt, wanneer vergeleken wordt met het CAO uurloon. Goed management gaat een grote rol te gaan spelen bij forse schaalvergroting. Hierop kan ingespeeld worden door gebruik te maken van protocollen en ondernemerstesten. Protocollen kunnen bijdragen aan een gestructureerde dagindeling en daarmee de arbeidsefficiëntie verhogen. Op het moment is weinig informatie over protocollen beschikbaar, waardoor inzage van protocollen lastig is. Een ondernemerstest kan inzicht geven in kwaliteiten ten aanzien van management en ondernemerschap, belangrijk om hier inzicht in te krijgen bij schaalvergroting. Het model kan gebruikt worden om meer inzicht te krijgen in de kosten per bespaard arbeidsuur. Keuzes voor investeringen zijn erg persoonlijk. Het is moeilijk om inzicht te krijgen in de onderhoudskosten en afschrijving van recent ontwikkelde automatiseringssystemen. Een eventueel volgende ACT groep kan verder onderzoek doen naar de beweegredenen bij schaalvergroting, hierbij kunnen ze gebruik maken van de enquête in bijlage V. 73

74 74

75 Referenties ABN AMRO, Melkveehouderij, de kracht van ondernemerschap. ( ) Accon AVM, Adviseurs en Accountants Verbeter uw resultaat door uw persoonlijkheid te ontwikkelen. ( ). Alfa Accountants en Adviseurs, Cijfers die spreken brochures ( ) Animal Sciences Group Cruciale beslissingen in de Nieuwe Realiteit. ( ). Animal Sciences Group Voersystemen in de melkveehouderij, Praktijkrapport Rundvee 73, mei 2005 Animal Science Group KWIN-Veehouderij , Animal Science Group, Eerste druk 2007 ( Animal Sciences Group Handboek Melkveehouderij editie Roodbont Uitgeverij. Hoofdstuk _HandboekMelkveehouderij/ Biewenga, G., en Meijering, A Praktijkboek 34. Ruimte voor de koe; Moderne huisvesting van melkvee. Hoofdstuk 4. Blanken, K., Mestrobot verslaat roosterschuif met gemak. Veehouderij Techniek, Januari 2007, Pagina Boerderij Goedkoop gemechaniseerd voeren. Boerderij 90, 6 september 2005 Boerderij Voeren in loonwerk goedkoper dan eigen voermengwagen. Boerderij 1 maart 2008 Broek, W. van den, Automatisch boxen instrooien in de ligboxenstal. Veehouderij Techniek, Juli 2008, Pagina Broek, W. van den, Mestschuif neemt werk uit handen. Veehouderij Techniek, maart 2009, 9-12 CRV-Holding CRV-Jaarstatistieken ( ) DeLaval, ( ) Devreese, K Invloed van automatisatie op melkproductie, arbeidsefficiëntie en selectie. Afstudeerproject,

76 Dooren, H.J.C van, Vermindert lichamelijke belasting door Automatisch Melksysteem?. Praktijk Kompas rundvee, Juni 2003, Pagina 9 Dooren, H.J.C. van, Oude Vrielink., H.H.E., Poelarends., J.J. en Neijenhuis., F. ASG Rapport 25: Automatisch melken en gezondheid ondernemer. Augustus 2007, Pagina 2-3. Drie, E van, Opfok geen vetpot, Veeteelt., Augustus 2007 Erve, J. Van t, Mestrobot intelligente hulp bij schoonhouden roostervloeren. Veehouderij Techniek, november 2007, pagina Galama, P. J., en Dooren, J.J.C. van Kritische succesfactoren voor grootschalige melkveehouderij in Nederland. ASG Rapport 7. September 2006 Gansbeke, S. van, Kalverdrinkautomaat nuttige hulp maar geen interimboer(in), Melkveebedrijf 7, September 2006 GIBO Groep Accountants en Adviseurs Jongvee alleen als neventak. Default.aspx. ( ) Haan, M. de, en Derks, T,. Strategisch bouwen bij gebruik melkrobot. Project Koe & Wij Hattum, B. van, Volautomatisch mest vegen. Boerderij/Veehouderij 90, Pagina Hiemstra, A, Eenvoud sleutel arbeidsvraagstuk. Veldpost 28. Holaras, ( ) Huiden, F De melkrobot is volwassen. Boerderij 94-24, 17 maart 2009, Pagina Huiden, F Zes melkrobots en hun kwaliteiten. Boerderij mei Huiden, F Holaras ZR 750: Op rupsen over de roosters. Veehouderij Techniek november 2005, pagina Huiden, F Triomatic: Minder broei en zonder accu s. Veehouderij Techniek november 2006, pagina Hogeveen, H. en Heemskerk, K Zelf melken of robot inzetten?. Veeteelt, 10-12, augustus 2006 Instrooimachines, KNECHTEN-bocholt.pdf. ( ) Keuper, J., Slimmer werken krikt rendement op. Boerderij/veehouderij 91, Nummer 21. Pagina 5-6. Knaap, J. van der Serieuze concurrentie op robotmarkt. Veeteelt, 1 mei 2005, pagina

77 Koning, K de Automatisch melken niet meer weg te denken. Zuivelzicht. Pagina maart 2004 Koning, K de., en Wemmenhove, H High tech of lowcost melken. V-focus april 2007, Pagina 26-27, Lam, T. (UGCN projectleider) Waarom is een melkprotocol belangrijk? ( ). Mathijs., E., Socia-economic aspect of automatic milking. Conferentie maart 2004 Ouweltjes, W., Bokma, S., Haan, M de, Strategieën jongveeopfok, V-Focus april 2007 Persoonlijke communicatie met Elbert Hennipman, Stalbouw.nl ( ) Persoonlijke communicatie met Harm Ypma, Afdelingshoofd Marketing & Sales, WestfaliaSurge Nederland BV, Farm Technologies Division ( ) Persoonlijke communicatie met Vic Boeren, DLV Rundvee Advies ( ) Rotgers, G Arbeid knelpunt bij uitbreiding. V-focus 2005, Pagina Ryckaert, I., Hubrecht, L., Anthonissen, A., Winters, J., Gansbeke, S. van, Succesvolle opfok van jongvee op het melkveebedrijf. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ( rubriek Documentatie / Publicaties ) Schoonhoven, D Resultaten arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven. Project Sterk met melk Slaghuis, B.A Vetsplitsing. Veelteelt 1 mei 2004, Pagina 67 Slingerland, R Trixon N4500: schoon, droog en arbeidsvriendelijk. Veehouderij Techniek, maart 2008, pagina SRone, ( ) Stup, R., Dairy farm business: Standard Operating Procedures: A writing guide. ( ) Stup, R., Designing Standard Operating Procedures To Help Workers Do Their Jobs. Procedures_To_Help_Workers_Do_Their_Jobs.htm. ( ) Stup, R., Standard Operating Procedures: Achieving High Performance. _Achieving_High_Performance.htm. ( ) 77

78 Trioliet info, tisch_stro_instrooisysteem_ned.doc, ( ) Uiergezondheidscentrum Nederland Melkprotocol. ( ) University of Vermont Standard Operating Procedures. menu_training.html. ( ) Vetvice, Betrokken medewerker functioneert beter op melkveebedrijf. &id=23&itemid=82 : n%20jan)%20klein2.pdf.( ) Weelink voersystemen, ( ) Wemmenhove, H., Biewenga, G., Ouweltjes, W. en Verstappen, J Moderne huisvesting melkvee. ASG januari 2009, Brochure 07 Werkman, H Introductie melkrobot hectisch, daarna arbeidsverlichtend. Veehouderij techniek, p Maart 2006 Zevenbergen, G Voerrobot vraagt om aangepaste stal. Veehouderij Techniek september 2006 Zevenbergen, G Tijdig mestschuifonderhoud bespaart ellende. Veehouderij Techniek maart 2006, Pagina Zevenbergen, G Robotjes jagen mestschuif de stal uit. Veehouderij Techniek, januari 2005, Pagina Zijlstra, J., wegen om te groeien oplossingen voor schaalvergroting binnen de melkveehouderij in de Achterhoek en Liemers. groeien.htm ( ) Zijlstra, J. en Animal Sciences Group van Wageningen UR Meer mans met protocollen. ingen/mv08as07-projectomschrijving.pdf ( ) 78

79 Bijlagen 79

80 Bijlage I Ondernemersprofiel In het onderstaande spinnenwebmodel zijn de scores van de test weergegeven door een (oranje) vlak. Dit weerspiegelt het ondernemersprofiel van de deelnemer. De dunne getrokken lijn toont het benodigde brancheprofiel en dient als richtlijn. Het verschil tussen het ondernemersprofiel en het brancheprofiel geeft inzicht in je sterke en zwakke kanten als ondernemer. Dit wordt in het rapport verder uitgewerkt. Het ondernemersprofiel laat het volgende beeld zien. In vergelijking met het branche normprofiel geeft het profiel van de deelnemer het volgende weer: Uitschieter Sterk punt Redelijk sterk punt Aandachtspunt Flexibiliteit Doorzettingsvermogen Zelfstandigheid Marktgerichtheid Prestatiegerichtheid Risicobereidheid Dominantie Effectiviteit Creativiteit Sociale oriëntatie Bron: Entrepeneur Consultancy, Persoonlijk rapport E-scan ondernemerstest. ScanFull.html. ( ). 80

81 Bijlage II Protocol melken 81

82 Bijlage III Protocol conventioneel melken 82

Advisering rond arbeid melkveehouderij. Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006

Advisering rond arbeid melkveehouderij. Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006 Advisering rond arbeid melkveehouderij Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006 Waarom aandacht voor arbeidsefficiëntie? 25 uren per week per ton melk 20 15 10 5 0 2 4 6 8 10 12 14

Nadere informatie

Mag het een liter méér zijn?

Mag het een liter méér zijn? Arbeidsvriendelijke stalconcepten voor melkvee SBB Agro Bouwadvies Arbeidsvriendelijke stalconcepten Inhoud Inplanting van gebouwen looplijnen Bouwen in functie van gezonde koeien Arbeidsbesparende technieken

Nadere informatie

Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven

Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven Leader+ project Sterk met Melk Inhoud Verschillen in arbeidsefficiëntie Bedrijfsomvang Specialisatie Melken Voeren Veeverzorging Jongvee Teelten Onderhoud machines,

Nadere informatie

SCHAPEN EN GEITEN MELKEN. Efficiënt melken in een optimale werkruimte VOOR DIER, MELK EN MELKER SACMILKING.COM

SCHAPEN EN GEITEN MELKEN. Efficiënt melken in een optimale werkruimte VOOR DIER, MELK EN MELKER SACMILKING.COM SCHAPEN EN GEITEN MELKEN Efficiënt melken in een optimale werkruimte VOOR DIER, MELK EN MELKER SACMILKING.COM HOOGWAARDIGE OPLOSSINGEN IN MELKTECHNIEK SAC biedt complete melksystemen die u in staat stellen

Nadere informatie

ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN

ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN April 2014 ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN Jos v/d Werf Oebele Twijnstra Dier en melkveehouderij, Hogeschool VHL ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN Auteurs: Jos v/d Werf 890301001 Oebele Twijnstra

Nadere informatie

Melksystemen en melkrobots

Melksystemen en melkrobots EINDRAPPORT Melksystemen en melkrobots Inzicht in energiegebruik H. Wientjes C. Rougoor In opdracht van: De werkgroep Schone en zuinige melkveehouderij Agentschap NL / Energie en Klimaat T.a.v. mevrouw

Nadere informatie

Melkproductie High-techbedrijf 1999

Melkproductie High-techbedrijf 1999 Melkproductie High-techbedrijf 1999 Iris Arendzen en Ton van Scheppingen Op het High-techbedrijf (HTB) wordt de doelstelling melken met een lage kostprijs ingevuld door veel liters per man, per ha en per

Nadere informatie

Melksystemen en melkrobots

Melksystemen en melkrobots Melksystemen en melkrobots Datum Maart 2012 Status Definitief DLV Rundvee Advies BV i.s.m. CLM in opdracht van Agentschap NL / de werkgroep Extensieve dierlijke sectoren van het Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3 Robot & Weiden Resultaten enquête 3 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt

Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt Mastitis en de vrije markt Het wegvallen van het melkquotum betekent een ander kosten- en opbrengstenplaatje. Wat betekent dit voor de benadering

Nadere informatie

ADLO-project Arbeid ADELT

ADLO-project Arbeid ADELT ADLO-project Arbeid ADELT Op 1 mei 2010 is het demoproject gestart betreffende de Arbeidsefficiëntie en economie in de melkveehouderij: Arbeid ADELT, ook op melkveebedrijven. ADELT staat in dit geval voor

Nadere informatie

DeLaval vacuümpompen DVP & DVPF Moderne en betrouwbare oplossingen

DeLaval vacuümpompen DVP & DVPF Moderne en betrouwbare oplossingen DeLaval vacuümpompen DVP & DVPF Moderne en betrouwbare oplossingen De klassieke vacuümpomp De klassieke vacuümpomp vraagt regelmatig onderhoud; veerriemen moeten worden gewisseld, olie moet regelmatig

Nadere informatie

Op naar 2025. Door: Watse van Balen. 17 maart 2015

Op naar 2025. Door: Watse van Balen. 17 maart 2015 Op naar 2025 Door: Watse van Balen 17 maart 2015 Uw Toekomst? Strategieën Op sectorniveau: wat komt op sector/zuivelketen af? Op bedrijfsniveau: wat zijn cruciale beslissingen voor melkveehouders? Schaalvergroting

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 7 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Voor koe, melk en melker...

Voor koe, melk en melker... RDS FUTURELINE MAX MILKING ROBOT NL Voor koe, melk en melker... The Good Life Boer zijn is een way of life : u werkt in en met de natuur, u verzorgt uw vee, u geniet van alles wat groeit en bloeit. U bent

Nadere informatie

30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw

30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw PROGRAMMA DE ROL VAN DE ADVISEUR Woensdag 2 december 2015 Ontwikkelingen en trends Uitbreiden zin of onzin? Toekomst bedrijven Risicomanagement / prijsfluctuaties De succesvolle melkveehouders De rol van

Nadere informatie

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding Een paar startpunten voor discussie Wie ben ik? Boerenzoon, 45 melkkoeien Studie veeteelt, LandbouwUniversiteit Wageningen Epidemiologie Economie (lange termijn

Nadere informatie

MR-D1. Milking Robot.

MR-D1. Milking Robot. MR-D1 Milking Robot www.boumaticrobotics.nl HET REVOLUTIONAIRE dubbel MELKEN MR-D1 Milking Robot Een revolutionaire melkrobot die het geautomatiseerd melken op een geheel andere wijze dubbel benadert.

Nadere informatie

Melken: van krukje tot robot. www.lely.com. innovators in agriculture

Melken: van krukje tot robot. www.lely.com. innovators in agriculture Melken: van krukje tot robot www.lely.com innovators in agriculture Deze spreekbeurt is ontwikkeld speciaal voor kinderen van de basisschool. Met de spreekbeurt melken, van krukje tot robot wordt er een

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2 Robot & Weiden Resultaten enquête 2 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

MELKSTEL WISSEL SERVICE

MELKSTEL WISSEL SERVICE MELKSTEL WISSEL SERVICE www.milkrite.com MELKSTEL WISSEL SERVICE Zo gemakkelijk! Simpel vervangen van tepelvoeringen Wij organiseren het voor u Onderdelen hygiënisch gereinigd Compleet klauw onderhoud

Nadere informatie

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1)

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Aart Evers en Michel de Haan Het lagekostenbedrijf realiseerde in 1999 een kostprijs van 74 cent per liter melk. Een mooi resultaat en gunstig voor de inkomenspositie!

Nadere informatie

Nadere onderbouwing. 1. Bedrijfsmatige noodzaak 2. Locatie nieuwbouw 3. Omschrijving bouwplan

Nadere onderbouwing. 1. Bedrijfsmatige noodzaak 2. Locatie nieuwbouw 3. Omschrijving bouwplan Nadere onderbouwing 1. Bedrijfsmatige noodzaak 2. Locatie nieuwbouw 3. Omschrijving bouwplan 1. Bedrijfsmatige noodzaak Het melkveebedrijf van de familie Klaver is één van de grootste bedrijven in Noord-

Nadere informatie

SATURNUS DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER

SATURNUS DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER SATURNUS INHOUD 4 6 7 10 Uniek concept Arbeidsgemak Hoge capaciteit Grenzeloos goed 2 INHOUD SATURNUS Saturnus, dé zij-aan-zij binnenmelker die de voordelen van een

Nadere informatie

Lezingen-aanbod Valacon seizoen

Lezingen-aanbod Valacon seizoen Voor meer informatie over ons programma kunt u contact opnemen via info@valacon.nl Lezingen-aanbod Valacon seizoen 2015-2016 U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met een van onze specialisten via www.valacon.nl

Nadere informatie

melkrobot robotten techniek 1 Nathalie Snaet

melkrobot robotten techniek 1 Nathalie Snaet melkrobot voor-en nadelen De voordelen van een melkrobot zijn: -Een melkrobot kan de boer veel werk uit handen nemen. Hij is daardoor in staat efficiënter te werken. -Bij afname van de melkproductie worden

Nadere informatie

Lezingen aanbod. Seizoen

Lezingen aanbod. Seizoen Lezingen aanbod Seizoen 2016-2017 Shredlage mais Shredlage maïs, de nieuwe standaard? Sinds 2015 is de nieuwe hakseltechniek Shredlage meer bekend geworden in Nederland. Valacon is, al vanaf dat Shredlage

Nadere informatie

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 14, voorjaar 2012

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 14, voorjaar 2012 InProgress Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 14, voorjaar 2012 5 Jan-Cees Schep geniet op afstand van MIone Ervaring van toen, techniek van nu

Nadere informatie

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 13, najaar 2011

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 13, najaar 2011 InProgress Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 13, najaar 2011 4 Piet en Sybrand Zijlstra in Zeewolde IQ-melkstel melkt snel en goed uit Het IQ-melkstel

Nadere informatie

Introductie AMS-STAGE

Introductie AMS-STAGE Introductie AMS-STAGE 1 Algemeen - Stageduur 5 weken - Inleveren POK, stageverslag, urenregistratie - Stagebezoek - Beoordeling 2 Programma vandaag Stageopdrachten Algemene bedrijfsbeschrijving(missie,

Nadere informatie

Technische efficiëntie is belangrijker dan lage kosten, zowel voor grote als kleine bedrijven.

Technische efficiëntie is belangrijker dan lage kosten, zowel voor grote als kleine bedrijven. Technisch efficiënt boven lage kosten 31/12/2015 Inleiding Ilvo deed op basis van anonieme Liba-boekhouddata een onderzoek naar technische en economische efficiëntie op melkveebedrijven. - Het hoofdbesluit

Nadere informatie

Arbeid bij de melkrobot

Arbeid bij de melkrobot Leerstoelgroep Agrarische Bedrijfstechnologie Afstudeerverslag Arbeid bij de melkrobot Verwachtingen en gevolgen van de aanschaf van een melkrobot op korte en middellange termijn Helmert Werkman December

Nadere informatie

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee Het onderzoek naar het verschil tussen voerhek welzijnverrdrijvingverdrijving en voerbuizen

Nadere informatie

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden

Nadere informatie

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen Mastitis en de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Denken in een tijd zonder quotum Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten En nu zonder quotum Oude denken Productiecapaciteit

Nadere informatie

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER INHOUD 4 6 8 9 12 13 14 15 De beste melktechniek Duurzaam en rendabel Opvallend stil Gebruiksvriendelijk Flexibel en praktisch Koecomfort Keuzevrijheid

Nadere informatie

Arbeidsorganisatie op groter wordende bedrijven

Arbeidsorganisatie op groter wordende bedrijven Arbeidsorganisatie op groter wordende bedrijven Isabelle Vuylsteke - Inagro Arbeid een probleem? 2015: Schaalgrootte melkveebedrijven neemt toe Gestage/sterke groei melkveebedrijf: arbeidsprobleem ontstaat

Nadere informatie

Melktips voor powervrouwen

Melktips voor powervrouwen Melktips voor powervrouwen Wéér die lastige koe die moeilijk doet bij het aansluiten van de melkklauw. Pijn in de schouders na langere tijd melken of een koe met mastitis in de melkput. Wellicht herkenbare

Nadere informatie

Nedap RealTime Tochtdetectie Halslabel

Nedap RealTime Tochtdetectie Halslabel Nedap Tochtdetectie Nedap Tochtdetectie Visuele tochtdetectie op grote bedrijven is lastig Het is niet efficiënt en onvoldoende betrouwbaar. Met Nedap Tochtdetectie is het mogelijk om grote melkveestapels

Nadere informatie

DeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk

DeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk DeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk 2 Meer water betekent al haar drinkbehoeftes kennen Verhoogde wateropname verbetert de melkproductie Melk bestaat uit bijna 90% water, dus het is

Nadere informatie

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding

Nadere informatie

INSTALLATIE, SERVICE EN ONDERHOUD AAN MELKWINNINGSINSTALLATIES

INSTALLATIE, SERVICE EN ONDERHOUD AAN MELKWINNINGSINSTALLATIES powered by INSTALLATIE, SERVICE EN ONDERHOUD AAN MELKWINNINGSINSTALLATIES Lees in deze brochure alles over jouw opleiding tot monteur melkwinningstechniek COLOFON Deze brochure is tot stand gekomen door

Nadere informatie

SPECIAL GROOTSCHALIG ROBOTMELKEN SPECIAL XXXXX. voor automatisch melken

SPECIAL GROOTSCHALIG ROBOTMELKEN SPECIAL XXXXX. voor automatisch melken SPECIAL GROOTSCHALIG ROBOTMELKEN SPECIAL XXXXX Meer interesse grote voor automatisch melken 32 veeteelt JUNI 2 2018 bedrijven In het buitenland is het al langer een trend: bedrijven met meer dan 200 melkkoeien

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Monitoring

HOOFDSTUK 4 Monitoring HOOFDSTUK 4 Monitoring Routines in T4C Om de koppel-, groep- en/of individuele dierprestaties te bekijken, zijn in T4C een aantal rapporten beschikbaar. Naast de controle attenties (controle 2 keer/dag

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen Er valt veel te winnen met een langere levensduur Henk Hogeveen Lange levensduur is goed...... gevolg van betere gezondheid... gevolg van betere vruchtbaarheid... minder jongvee nodig minder kosten minder

Nadere informatie

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER INHOUD 4 6 8 9 12 13 14 15 De beste melktechniek Duurzaam en rendabel Opvallend stil Gebruiksvriendelijk Flexibel en praktisch Koecomfort Keuzevrijheid

Nadere informatie

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018 Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter Uiergezondheidspanel november 2018 Kees Uil Introductie Vooropleiding HAS Dronten richting Veehouderij en Diergezondheid Afgestudeerd Diergeneeskunde 2013 naar

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 1

Robot & Weiden. Resultaten enquête 1 Robot & Weiden Resultaten enquête 1 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête. Het doel is het in kaart brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken

Nadere informatie

Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier?

Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier? Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier? Een langere levensduur is het resultaat van een goede gezondheid, een goede productie, een goed karakter en een goede vruchtbaarheid. Dat scheelt

Nadere informatie

Sensoren in melkveestallen. Kristine Piccart (ILVO) April 2019

Sensoren in melkveestallen. Kristine Piccart (ILVO) April 2019 Sensoren in melkveestallen Kristine Piccart () April 2019 1 Overzicht Vruchtbaarheid Voeren Melken Stal 2 Overzicht Vruchtbaarheid Voeren Melken Stal 3 Tochtdetectie Bronst signalen Punten Sta reflex 100

Nadere informatie

Les 1 Automatisch melken

Les 1 Automatisch melken Les 1 Automatisch melken Dit is een resultaat binnen het GKC-programma Productie en Handel Dier, 2013 Introductie Doel lesprogramma: Het kunnen uitvoeren van de dagelijkse en periodieke werkzaamheden omtrent

Nadere informatie

Modern melkveehouden: een revolutie! www.lely.com. innovators in agriculture

Modern melkveehouden: een revolutie! www.lely.com. innovators in agriculture Modern melkveehouden: een revolutie! www.lely.com innovators in agriculture Modern melkveehouden: Een Revolutie! Dit werkstuk is speciaal ontwikkeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. Met het

Nadere informatie

DeLaval presenteert nieuwste innovaties op EuroTier 2018

DeLaval presenteert nieuwste innovaties op EuroTier 2018 Persbericht DeLaval presenteert nieuwste innovaties op EuroTier 2018 Steenwijk, Nederland, 25 september 2018 - DeLaval innoveert voortdurend. De meest recente innovaties worden getoond op EuroTier 2018

Nadere informatie

AGRILED pro Serie. Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee

AGRILED pro Serie. Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee AGRILED pro Serie Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee Better light, better life Welzijn en rendement Als veehouder bent u dagelijks bezig met het welzijn en de productie van uw vee. De

Nadere informatie

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 1 Aanleiding en samenvatting In 2015 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma van EZ fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Nadere informatie

Aanvulling op Rapport 2 e bedrijfswoning Mts. H. van Dronkelaar en A. van Dronkelaar-Pijpers Koemkolkweg 25 8097 PG OOSTERWOLDE Adviseur T.G.M. Baak 06 53 42 94 38 Datum: 21 januari 2015 D L V R u n d

Nadere informatie

Lely s vrij koeverkeer

Lely s vrij koeverkeer Meer melk, gezondere koeien en een gelukkige Lely s vrij koeverkeer veehouder bij vrij koeverkeer www.lely.com innovators in agriculture Vrijheid = Blijheid Meer melk, gezondere koeien en een gelukkige

Nadere informatie

AGRILED pro Serie. Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee

AGRILED pro Serie. Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee AGRILED pro Serie Volledig geautomatiseerde verlichting voor uw rundvee Better light, better life Welzijn en rendement Als veehouder bent u dagelijks bezig met het welzijn en de productie van uw vee. De

Nadere informatie

Tip van de maand 2014

Tip van de maand 2014 Tip van de maand 2014 December 2014: Desinfectie en speenconditie. Nu het weer kouder wordt let extra goed op de speenconditie. Koeien laten zich niet graag melken wanneer ze gevoelige en schrale / of

Nadere informatie

Eindbrochure ADLO Arbeid

Eindbrochure ADLO Arbeid Eindbrochure ADLO Arbeid VOORWOORD Deze brochure kwam tot stand uit het ADLO-project Arbeid Adelt, ook op melkveebedrijven het was een demoproject dat startte op 1 mei 2010 betreffende Arbeidsefficiëntie

Nadere informatie

Jongveeopfok: een investering in de toekomst

Jongveeopfok: een investering in de toekomst Jongveeopfok: een investering in de toekomst Monique Mourits, Ronald Zom, Aart Evers, Ton Derks, Wilma Steeneveld, Henk Hogeveen en Michel de Haan Landelijke onderwijsdag Zuivelsector: Economie en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Voergang één zijde krachtvoerautomaten. veel weidegang, simpele huisvesting. Via selectiepoorten bijvoergedeelte

Voergang één zijde krachtvoerautomaten. veel weidegang, simpele huisvesting. Via selectiepoorten bijvoergedeelte FamilieKudde Toelichting ontwerpen familiekudde Er zijn 6 ontwerpen voor familiekudde gemaakt. Deze zijn ontworpen in samenwerking met melkveehouders, adviseurs, onderzoekers en een architect. De ontwerpen

Nadere informatie

PRAKTIJKBLAD ASBEST SANEREN MET LEVENDE HAVE IN DE STAL

PRAKTIJKBLAD ASBEST SANEREN MET LEVENDE HAVE IN DE STAL PRAKTIJKBLAD ASBEST SANEREN MET LEVENDE HAVE IN DE STAL Dit Praktijkblad is opgesteld door: Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Leeg- en schoon opleveren voor aanvang sanering 4 3. Melkrobot en vee in de stal

Nadere informatie

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers over melken, koelen, (stal)hygiëne en voeren. nummer 10, voorjaar 2010

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers over melken, koelen, (stal)hygiëne en voeren. nummer 10, voorjaar 2010 InProgress Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers over melken, koelen, (stal)hygiëne en voeren nummer 10, voorjaar 2010 5 Jaap en Dieuwke de Boer in Middelie investeren in IQ melkstel:

Nadere informatie

InProgress. Nog meer kennis. Nog meer gedrevenheid. Een nog breder productengamma.

InProgress. Nog meer kennis. Nog meer gedrevenheid. Een nog breder productengamma. InProgress Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers over melken, koelen, (stal)hygiëne en voeren nummer 8, voorjaar 2009 Nog meer kennis. Nog meer gedrevenheid. Een nog breder productengamma.

Nadere informatie

Kengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde

Kengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde Kengetallen E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde Inleiding Jaarlijks wordt circa 30% van de melkveestapel afgevoerd en vervangen door hoogdrachtige vaarzen. De afvoer van een koe kan gedwongen zijn

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Handboek Melkveehouderij 2014

Handboek Melkveehouderij 2014 9 Melkwinning 9.1 Melkstal... 9-3 9.1.1 Maatvoering in de melkstal... 9-4 9.2 Tanklokaal... 9-5 9.3 Melkwinningsapparatuur... 9-6 9.3.1 Typen melkmachines... 9-8 9.3.2 Reservecapaciteit van de installatie...

Nadere informatie

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten Verantwoord antibioticumgebruik en selectief nietdroogzetten Een studie in opdracht van Lami uitgevoerd door de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) Juli 2012 1 Inhoud Introduktie... 3 Opzet

Nadere informatie

WEIDEGANG WIJZER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER

WEIDEGANG WIJZER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER WEIDEGANG WIJZER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER INHOUD 3 4 7 10 11 Robot & Weiden Stalconcepten Praktische tips Beweidingshulpmiddelen Robotic Batch Milking 2 INHOUD ROBOT & WEIDEN Beweiden en robotmelken

Nadere informatie

DeLaval Focus Deze Focus wordt u aangeboden door:

DeLaval Focus Deze Focus wordt u aangeboden door: DeLaval Focus Deze Focus wordt u aangeboden door: Koele en droge lucht DeLaval stalventilator DF172 Verbeterde uitvoering! DeLaval stalventilator DF1300 Vraag naar de beste oplossing op uw bedrijf! Of

Nadere informatie

SmartDairy. Prestaties. Betrouwbaarheid. Efficiëntie. Flexibiliteit. Controle. Vrijheid. MySmartDairy.com. BouMatic Global Headquarters

SmartDairy. Prestaties. Betrouwbaarheid. Efficiëntie. Flexibiliteit. Controle. Vrijheid. MySmartDairy.com. BouMatic Global Headquarters Prestaties Betrouwbaarheid Efficiëntie Flexibiliteit Controle Vrijheid My.com BouMatic Global Headquarters 1919 S. Stoughton Rd. P.O. Box 8050 Madison, WI 53708 USA BouMatic Europe Rue Jules Melotte 31

Nadere informatie

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

Kansen voor mestscheiding

Kansen voor mestscheiding Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen

Nadere informatie

Inkomen vraagt om aandacht

Inkomen vraagt om aandacht Inkomen vraagt om aandacht F. Mandersloot en A.T.J. van Scheppingen (PR) Lagere melk- en vleesprijzen en hogere kosten. Dat is wat melkveehouders momenteel aan den lijve ondervinden. Natuurlijk veroorzaakt

Nadere informatie

Wat zijn de kosten van mastitis in de vrije markt. Henk Hogeveen

Wat zijn de kosten van mastitis in de vrije markt. Henk Hogeveen Wat zijn de kosten van mastitis in de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten Faalkosten van mastitis U weet de kosten van mastitis toch?

Nadere informatie

Vergroting agrarisch bouwperceel Bleeksestraat 8 te Wehl

Vergroting agrarisch bouwperceel Bleeksestraat 8 te Wehl Vergroting agrarisch bouwperceel Bleeksestraat 8 te Wehl Het gaat hier om het vergroten van het bouwvlak met de bestemming Agrarisch. Gebleken is dat een uitbreiding van het agrarische bedrijf bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

LED VERLICHTING & VvE s

LED VERLICHTING & VvE s LED VERLICHTING & VvE s LED s make a difference in the world! Energiezuinig wonen De ontwikkelingen gaan snel anno 2015! Een snel groeiend aantal VvE s ontdekt: 1. De hoge besparingsresultaten. Gebruik

Nadere informatie

Arbeidsbehoefte in de geitenhouderij

Arbeidsbehoefte in de geitenhouderij Rapport 12- mei 2008 Arbeidsbehoefte in de geitenhouderij Biologische en gangbare bedrijven vergeleken Jan Kappers en Nick van Eekeren Arbeidsbehoefte in de geitenhouderij Biologische en gangbare bedrijven

Nadere informatie

Melken in de Nieuwe Realiteit. Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad

Melken in de Nieuwe Realiteit. Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad Melken in de Nieuwe Realiteit Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad Wat is de Nieuwe Realiteit? Zicht op afschaffing melkquotering in 2015, hoe anticiperen? Sterkere melkprijsfluctuaties,

Nadere informatie

Module 5 Melkwinning en koeling

Module 5 Melkwinning en koeling Module 5 Melkwinning en koeling Belangrijkste wijzigingen Nieuwe normen Oppervlakten van de melkinstallatie die in contact kunnen komen met melk, zijn eenvoudig te reinigen. In de melkstal is geen oppervlaktewater

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

MDV melkschapenstal Aanvullende criteria melkschapen voor certificatieschema MDV melkgeitenstallen

MDV melkschapenstal Aanvullende criteria melkschapen voor certificatieschema MDV melkgeitenstallen MDV melkschapenstal Aanvullende criteria melkschapen voor certificatieschema MDV melkgeitenstallen Het College van Deskundigen heeft besloten dat, met aanvullende randvoorwaarden met betrekking tot de

Nadere informatie

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid SPECIALIST MESTBEWERKING capaciteit duurzaamheid MEST DUURZAAMHE VEENHUIS Veenhuis gaat verder in mesttechniek. De productlijn mestbewerking kent de kwaliteit en degelijkheid waar Veenhuis al jarenlang

Nadere informatie

Draaimelkstallen HBR. Hoge capaciteit en consequent melken zonder stress

Draaimelkstallen HBR. Hoge capaciteit en consequent melken zonder stress Draaimelkstallen HBR Hoge capaciteit en consequent melken zonder stress Draaimelkstallen HBR 1 1 2 3 4 5 6 Vlot en continu koeverkeer een aangenaam en geruststellend begin van de melkbeurt. De hoge capaciteit

Nadere informatie

Perspectief Regionale voercentra

Perspectief Regionale voercentra Perspectief Regionale voercentra Aanjager voor optimaliseren op gebiedsniveau Onderwijs Dronten, 22 november 2012 Paul Galama Onderwerpen Waarom voercentrum? Hoe werkt het in praktijk? Gevolgen voor kostprijs

Nadere informatie

Maximaal weidegras. Stripweiden A-B-A. Graslandkalender. Gras Arbeidsgemak Weidevakmanschap Melkproductie. Max. 2 koeien per ha

Maximaal weidegras. Stripweiden A-B-A. Graslandkalender. Gras Arbeidsgemak Weidevakmanschap Melkproductie. Max. 2 koeien per ha Maximaal Gras Arbeidsgemak Weidevakmanschap Melkproductie Max. 2 koeien per ha 2 kg ds bijvoeding per dag/koe 13 kg ds opname vers gras Stripweiden 18 uur weiden Stripweiden A-B-A Voorbeeld bij 120 koeien,

Nadere informatie

MMet het Mobiele AM-systeem melkt de veehouder z n koeien in de weide

MMet het Mobiele AM-systeem melkt de veehouder z n koeien in de weide MMet het Mobiele AM-systeem melkt de veehouder z n koeien in de weide Door de dalende melkprijs ontstaan in de nabije toekomst grotere melkveebedrijven. Immers deze kunnen een lagere kostprijs realiseren.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. 1 Inleiding Melkstallen en kwaliteitsborging Borgingsaspecten... 3

Inhoudsopgave. Voorwoord. 1 Inleiding Melkstallen en kwaliteitsborging Borgingsaspecten... 3 Melkstallen Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inleiding................. 2 2 Melkstallen en kwaliteitsborging........... 3 2.1 Borgingsaspecten........ 3 Colofon Uitgever: Praktijkonderzoek Veehouderij Postbus

Nadere informatie

Zonne-energie gratis en schoon

Zonne-energie gratis en schoon Zonne-energie gratis en schoon Samen gaan we voor duurzaam Genieten van de zon. Buiten in de tuin, in het park of op het strand. De zon geeft ons gratis energie. We kunnen de zon ook op een andere manier

Nadere informatie

Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur

Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur Melkveebedrijf van nu naar... Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur Efficiënte jongveeopfok: ALVA laag vervangings % + impact mestbeleid Preventief management: risico s vermijden

Nadere informatie

AOC Terra Hereweg 99 9721AA Groningen 050-5297800

AOC Terra Hereweg 99 9721AA Groningen 050-5297800 Dit arrangement over huisvesting van melkvee bevat de volgende onderwerpen; welzijn, vloeren, ligboxen, voerhekken, waterbakken, klimaat en ventilatie, licht, melksystemen, stalsystemen en stage opdrachten

Nadere informatie

INHOUD. Melktechniek. Automatisering. Logistiek. Melkstal INHOUD

INHOUD. Melktechniek. Automatisering. Logistiek. Melkstal INHOUD QUICK CAP 1 INHOUD 4 Melktechniek 8 Automatisering 10 Logistiek 11 Melkstal 2 INHOUD QUICK CAP Quick-Cap: een uniek draaimelkstalconcept voor geiten, ontwikkeld door Fullwood dé geitenmelk specialist met

Nadere informatie

Bedrijfsmanagement melkveehouderij 2025

Bedrijfsmanagement melkveehouderij 2025 Symposium Smart Dairy Farming 26 september 2013 Bedrijfsmanagement melkveehouderij 2025 Jelle Zijlstra Hogeschool Van Hall Larenstein Leeuwarden Inhoud presentatie Melkveebedrijf 2025 Centrale thema s

Nadere informatie

Lichtbron van rendement

Lichtbron van rendement Documentatie Lichtmanagement DSD Stalinrichting B.V., September 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 Lichtniveau en lichtregime 4 Lichtstroom van diverse armaturen 5 Geef me meer licht; Ik geef er melk voor

Nadere informatie

Vetcorrectie Op basis van het voorgaande kan de NO berekend worden zonder een eventuele vetcorrectie.

Vetcorrectie Op basis van het voorgaande kan de NO berekend worden zonder een eventuele vetcorrectie. Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde Inleiding Na elke monstername wordt voor alle melkkoeien op het bedrijf een Netto Opbrengst (NO) berekend. De NO geeft het gecorrigeerde rendement van een

Nadere informatie