Eerste Kamer der Staten Generaal
|
|
- Cornelis Geerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar Nr. 26c Wijziging van enige artikelen van de Beleggingswet (Stb. 1939, 400) NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 2 december 1987 De leden van de P.v.d.A.-fractie stelden een (nader) commentaar op een aantal vragen op prijs. Deze leden wezen erop dat als argument voor de voorgestelde uitbreiding van de beleggingsmogelijkheden wordt genoemd, dat het Algemeen burgerlijk pensioenfonds (Abp) te groot zou zijn om op de binnenlandse markt van reële waarden te komen tot een optimale portefeuille-samenstelling. De vraag is, zo stelden zij, of dit wel geldt voor de aandelenmarkt, gelet op de geringe toename van de Abp-belegging in aandelen in de periode ; daarbij mede in aanmerking nemend niet alleen het totaal (netto)aanbod op de kapitaalmarkt doch ook de totale marktkapitalisatie van aandelen genoteerd op de Amsterdamse effectenbeurs (uit. juni 1987 circa f213 mld.). In antwoord op deze vraag verwijzen wij naar hetgeen wij reeds stelden in eerdere stukken, waaronder in de nota naar aanleiding van het eindverslag (kamerstukken II 1986/87, , nr. 8, blz. 11). Daar merkten wij op dat gezien de grote omvang van het te beleggen vermogen de belangstelling van het Abp in de praktijk alleen kan uitgaan naar grote aandelenfondsen met voldoende marktpartijen van voldoende omvang. Bij kleinere fondsen zal het Abp vrijwel onmiddellijk tegen de in de wet gestelde grens van maximale belegging van 5% van het vermogen van de desbetreffende onderneming aanlopen. Bovendien zal in die gevallen snel een koersbeïnvloedende werking van de vraag van zo'n grote belegger uitgaan. Indien het Abp in een groot aantal kleine fondsen belegt, ontstaan voorts belangrijke inefficiënties doordat de beheers- en transactiekosten dan disproportioneel toenemen. Meer dan 30% van de totale beurswaarde van de op de Amsterdamse effectenbeurs genoteerde aandelenfondsen komt voor rekening van Koninklijke Olie, terwijl de 10 grootste in dit kader relevante fondsen (inclusief Koninklijke Olie) te zamen 80% van de markt uitmaken. De overige 180 fondsen hebben een beurswaarde die tezamen slechts 20% van ae markt beslaat. Daarvan hebben (uitgaande van de gegevens van april dit jaar) 120 fondsen een beurswaarde welke kleiner is dan 200 miljoen per fonds. In deze fondsen zal het Abp, uitgaande van een maximale deelname van 5%, dus slechts 10 miljoen of minder per fonds kunnen beleggen. Zou het Abp er naar streven (geleidelijk) in totaal 5% van het eigen fondsvermogen te beleggen Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 1
2 in aandelen-hetgeen ons niet onredelijk voorkomt -, dan zou dit neerkomen op een bedrag van rond de 6 mld. Beperking tot Nederland zou het Abp bij instandhouding van dit streven, dwingen tot een enorme versnippering van de portefeuille, waarbij het het fonds tevens zeer moeilijk wordt gemaakt op grond van de in de wet genoemde criteria van gezond beleggingsbeleid een selectie te maken van fondsen waarin het wenst deel te nemen. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat in de aandelenfondsen waarin het Abp belegt - wederom gezien de grote belegde bedragen - voldoende liquiditeit dient te zijn, dat wil zeggen dat er door voldoende marktpartijen in voldoende omvang in wordt gehandeld. Anders ontstaat het gevaar dat op de daarvoor beleggingstechnisch in aanmerking komende momenten de beleggingen niet (gedeeltelijk) te gelde kunnen worden gemaakt, of desgewenst uitgebreid, zonder dat dit met aanzienlijke koersfluctuaties gepaard zou gaan. Dit zou tot een ongewenste inflexibiliteit van de beleggingsportefeuille leiden. Bij gevolg is het Abp niet in staat om via de Amsterdamse effectenbeurs tot een optimaal gediversifieerde portefeuille te komen, nu feitelijk slechts een beperkt aantal relevante beleggingsmogelijkheden aanwezig is. Voorts merken wij nog op dat de uitbreiding van de beleggingsmogelijkheden naar het buitenland ook gericht is op het wegnemen van beperkingen in de spreiding van beleggingen binnen een categorie over verschillende adressen. Zo ontbreekt bij het samenstellen van de aandelenportefeuille binnen Nederland bij voorbeeld de mogelijkheid om rechtstreeks in de auto-industrie te beleggen, terwijl daarnaast slechts beperkte mogelijkheden bestaan om te beleggen in de sectoren farmacie en high technology. Daarnaast willen wij benadrukken dat de overwegingen inzake een optimale portefeuille-samenstelling en beleggingsmogelijkheden in het buitenland in vermoedelijk nog sterkere mate gelden voor (commercieel) onroerend goed. Naar aanleiding van de vraag van deze leden of er wellicht nog andere redenen zijn, dat de toename van de belegging in aandelen van het Abp sinds 1980 zo bescheiden is geweest merken wij het volgende op. De mogelijkheid voor het Abp om in ter beurze van Amsterdam genoteerde aandelen te beleggen is in 1956 geopend. Voor de beperkte mate waarin het Abp tot 1980 van deze gebruik heeft gemaakt ligt voor de jaren zeventig een verklaring in de «performance» van de aandelenmarkt in die jaren, maar ook in het accent dat tot circa 1980 op de nominale waarden werd gelegd. Bij het beschouwen van de cijfers is voorts van belang zich te realiseren dat het begin van de jaren tachtig heel duidelijk als een opbouwfase voor wat betreft de aandelenportefeuille moet worden gezien. Gelet ook op de relatieve onbekendheid met deze beleggingsvorm binnen het Abp is in deze jaren zeer terughoudend gehandeld en heeft het accent vooral gelegen op het zelf goed vertrouwd raken met de (binnenlandse) aandelenmarkt. Het Abp is, met andere woorden, bewust «mondjesmaat» (in verhouding tot de totale portefeuille) met deze beleggingsvorm begonnen. Overigens speelt hier, zoals ook al werd aangegeven naar aanleiding van de voorgaande vraag, tevens de grootte van het Abp een belangrijke rol. Bleek voorts niet onlangs hoe ruim de mogelijkheden zijn om aandelen in Nederland te verwerven, zo merkten de leden van de P.v.d.A-fractie op. Deze leden doelden klaarblijkelijk op het grote aanbod dat op en na 19 oktober jl. bij een ontbreken van voldoende vraag heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de beurskoersen. Het feit dat op enig (incidenteel) moment zeer ruime mogelijkheden bestaan voor het verwerven van aandelen, vormt op zich geen criterium om tot verwerving over te gaan. Een dergelijk groot aanbod vindt immers meestal juist plaats wanneer beleggers de aandelen niet willen hebben. Het voorstel van wet gaat bovendien van een lange termijn-benadering uit. Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 2
3 1 B. Soinik, Why not diversify internationally rather than domestically Financial Analysts Journal, July/August 1974, pp R. G. Ibbotson, R. C. Carr and A W Robinson, Internationaal Equity and Bond returns, Financial Analysts Journal, July/August W. F Sharpe, Investments, third edition, Prentice Hall International, Inc., London 1985, p Is de reden van de uitbreiding van de beleggingsmogelijkheden, zo vroegen deze leden, niet veel meer gelegen in het feit, dat het beleggen steeds internationaler is geworden. Men dient op de hoogte te zijn van hetgeen zich op beleggingsgebied elders afspeelt en daarom kan het gewenst zijn tevens een bepaald deel van het vermogen bestemd voor belegging in reële waarden in het buitenland te beleggen. In antwoord op deze vraag merken wij op dat het door de leden van de fractie van de P.v.d.A. terecht gesignaleerde feit dat het beleggen steeds internationaler is geworden het door ons gehouden betoog niet tegenspreekt, integendeel. Zoals wij eerder reeds aangaven, wordt het voor het Abp openen van de mogelijkheid om in het buitenland te beleggen ingegeven door het streven naar een beter samengestelde, dat wil zeggen beter gediversifieerde beleggingsportefeuille. Het doel daarbij is om door een goede spreiding van het vermogen over verschillende soorten beleggingscategorieën en door een goede spreiding binnen deze categorieën, bij een minimum aan risico een maximum aan rendement te behalen. Het door de leden van de fractie van de P.v.d.A. gesignaleerde feit dat het beleggen internationaler is geworden, geeft juist aan dat beleggers van toegenomen mogelijkheden tot internationalisatie gebruik maken om te komen tot een betere diversificatie van de beleggingen en een betere risico-rendementsverhouding van de beleggingsportefeuille. De leden van de P.v.d.A.-fractie vroegen of enige voorbeelden gegeven kunnen worden, naar aanleiding van de opmerking in de memorie van antwoord dat aangetoond kan worden, dat voor verruiming van de mogelijkheden een beter risico/rendementsverhouding van de portefeuille bereikt kan worden. In antwoord op deze vraag kan wellicht het best verwezen worden naar internationaal erkend wetenschappelijk onderzoek terzake. Zo heeft Soinik 1 het risico van een internationaal gediversificeerde aandelenportefeuille vergeleken met een gediversifieerde portefeuille bestaande uit uitsluitend locale aandelen. Soinik komt op basis van het door hem gebruikte empirische materiaal van acht Europese landen en de Verenigde Staten van Amerika tot de conclusie dat een internationaal gediversifieerde portfeuille 1/10 van het risico van een doorsnee aandeel bevat en slechts de helft van het risico van een goed gediversifieerde portefeuille bestaande uit uitsluitend Amerikaanse aandelen. Ibbotson e.d. 2 zijn nagegaan in hoeverre de rendementsfluctuaties op de aandelenmarkten van 18 verschillen landen samenhangen (algemeen wordt erkend dat naar mate de samenhang kleiner is, de mogelijkheden tot diversificatie groter zijn). Zij komen tot de conclusie dat deze samenhangen in veel gevallen beperkt en soms zelfs negatief zijn. Sharpe, een van de grondleggers van de moderne beleggingsleer, concludeert naar aanleiding hiervan in zijn bekende handboek 3 «Clearly, the potential advantages form international diversification are large». De vraag in het voorlopig verslag, of de nieuwe beleggingsmogelijkheden (thans) nodig zijn voor het zeker stellen van de toegezegde pensioenuitkeringen werd volgens de leden van de P.v.d.A.-fractie niet duidelijk beantwoord. Kan nader op deze vraag worden ingegaan, zo vroegen zij. In antwoord op deze vraag wijzen wij erop dat de nieuwe beleggingsmogelijkheden ertoe dienen om door middel van een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuille te komen tot een betere risico/rendementsverhouding van de portefeuille. Het is dan ook niet zo dat nieuwe beleggingsmogelijkheden een conditio sine qua non zijn voor het zeker stellen van de toegezegde pensioenuitkeringen. Wel zijn deze beleggingsmogelijkheden nodig opdat door een optimale aanwending van het te beleggen vermogen, tegen een zo laag mogelijk risico, met een zo laag mogelijke premie voldaan kan worden aan de bestaande en toekomstige verplichtingen van het fonds; dit voorop gesteld dat van deze mogelijkheden adequaat gebruik wordt gemaakt. Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 3
4 De leden van de P.v.d.A-fractie merkten voorts op dat in de memorie van antwoord het rendement op aandelen en onroerend goed van het Abp wordt vermeld. De niet-gerealiseerde waardestijgingen zijn hierin niet opgenomen. Zijn deze wel voorhanden en kunnen deze (in bedragen en in procenten) in de aangegeven jaren worden verstrekt, zo vroegen deze leden. Heeft het opgegeven rendement overigens alleen betrekking op de aanschaffingswaarden, zo vervolgden zij, en zo ja, kan dan ook het rendement op basis van de beurswaarde, respectievelijk de laatst bekende taxatiewaarde worden verstrekt? In antwoord op deze vraag wijzen wij erop dat de wijze van waardering van de beleggingen samenhangt met het doel waarvoor deze beleggingen worden verricht. Aangezien een pensioenfonds verplichtingen op lange termijn heeft, zullen de beleggingen welke bestemd zijn ter dekking van deze verplichtingen in zijn algemeenheid ook op de lange termijn gericht zijn. Tussentijdse waardestijgingen zijn in dat kader niet relevant zolang zij niety gerealiseerd zijn. Zo worden onderhandse leningen en hypothecaire leningen in principe gewaardeerd op de nominale waarde. Obligaties, pand- en spaarbrieven, converteerbare obligaties en aandelen worden gewaardeerd naar de aankoopwaarde of op de beurswaarde indien deze laatste waarde voor het gehele pakket obligaties, pand- en spaarbrieven, converteerbare obligaties of aandelen onder de aankoopwaarde ligt, terwijl voor onroerend goed wordt uitgegaan van de stichtingskosten minus de cumulatieve afschrijvingen. Het opgegeven rendement heeft betrekking op de aldus gewaardeerde beleggingen. Technisch gezien kunnen de niet-gerealiseerde waardestijgingen voor onderdelen van de portefeuille worden berekend of bij benadering worden aangegeven. Dit zal echter, in verband met de geringe relevantie, slechts sporadisch voor onderdelen van de portefeuille geschieden. Voor de aandelenportefeuille worden deze per jaar ultimo in het jaarverslag verstrekt. De cijfers zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Daarnaast zijn gegevens over niet-gerealiseerde waardestijgingen in zijn algemeenheid niet voorhanden. Op basis van slechts jaar ultimo cijfers is het overigens niet goed mogelijk rendementscijfers te berekenen. Voorts zouden de op basis hiervan te berekenen rendementspercentages geen indicatie meer geven voor de mate waarin door middel van het resultaat op de belegde middelen dekking wordt gevonden voor de verplichtingen van het fonds. Aankoopwaarde, beurswaarde en niet-gerealiseerde waardestijging van aandelen portefeuille van het Abp in miljoenen guldens per ultimo Aankoopwaarde Beurswaarde Niet-gerealiseerde waardestijging *> *) *) niet beschikbaar bron: jaarverslagen Abp De leden van de fractie van de P.v.d.A. merkten op dat hun vraag 8 in het voorlopig verslag, of kon worden aangegeven of en hoe (steeds) ex post wordt nagegaan, of men succesvol is geweest in het beleggingsbeleid, of de beleggingscommissie hierbij ook een taak heeft, hoe en waar in de verslaggeving verantwoording wordt afgelegd terzake van het beleggings- Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 4
5 beleid en of ook, en zo ja hoe, via «performance»-meting de resultaten van het beleid worden beoordeeld, tevens betrekking had op de afgelopen periode vanaf Zij vroegen of dit deel van de vraag alsnog zou kunnen worden beantwoord. Tot op heden is de Centrale Beleggingsraad (CBR) belast met de belegging der gelden en het te gelde maken van de beleggingen van het Abp. Voor een deel wordt gewerkt met machtigingsbesluiten, waarbij de directie van het Abp binnen de in de machtiging aangegeven kaders bevoegd is tot het plegen van beleggingen en het te gelde maken van beleggingen. Achteraf vindt rapportage plaats aan de CBR. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zal de CBR zijn beleid ten aanzien van de beleggingen kunnen bijstellen. Daarbij zal de performance van de portefeuille en onderdelen daarvan een rol spelen. De wijze waarop dit geschiedt is een aangelegenheid van de CBR. Duidelijk moge evenwel zijn dat bijvoorbeeld de behandeling van het jaarlijkse beleggingsplan tevens zo'n moment van evaluatie impliceert. Het bestuur en de directie bijgestaan door de beleggingscommissie zijn verantwoordelijk voor (de vaststelling van) het beleggingsbeleid, zo stelden de leden van de P.v.d.A.-fractie. Dit beleid kan goed of minder goed zijn. Lijkt het niet noodzakelijk, zo vroegen deze leden, dat het beleid ook beoordeeld wordt? Kan nader worden aangegeven of en hoe nu concreet verantwoording wordt afgelegd ter zake van het gevoerde beleggingsbeleid? Hoewel deze vraag formeel buiten de strekking van het voorliggende wetsvoorstel valt, zullen wij hierop ingaan. Wij wijzen erop dat het bestuur na inwerkingtreding van het wetsvoorstel houdende wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en enige andere wetten in verband met een wijziging van de bestuurlijke structuur van het Abp (kamerstukken I 1986/87, , nr. 230) verantwoordelijk is voor de vaststelling van de algemene lijnen van het beleggingsbeleid. De uit onafhankelijke deskundigen bestaande beleggingscommissie brengt over het voorgenomen beleid en het concept beleggingsplan waarin de algemene lijnen van het beleggingsbeleid worden opgenomen advies uit. Het voorgestelde artikel L14, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet bepaalt dat de vaststelling van het beleggingsbeleid uitsluitend geschiedt in het belang van het fonds en met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit, risicospreiding en afstemming op de opbouw van de verplichtingen van het fonds. De Verzekeringskamer houdt voorts, net als bij andere pensioenfondsen, toezicht op het fonds. Dit toezicht strekt zich mede uit tot het beleggingsbeleid. Is de Verzekeringskamer van mening dat (op onderdelen) een andere gedragslijn gevolgd moet worden en bereikt zij daarover geen overeenstemming met het fonds, dan kan zij een desbetreffend advies aan de minister (in dit geval de Minister van Financiën) uitbrengen. De minister kan dan besluiten het bestuur van het Abp op grond van het voorgestelde artikel L28, eerste lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet de aanwijzing te geven het advies van de Verzekeringskamer omtrent het beleggingsbeleid uit te voeren'. Voorts merken wij nog op dat de controle op het Abp door de Algemene Rekenkamer en door de externe accountant bijdragen aan het toezicht op het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. 1 De aanwijzing kan slechts behelzen dat het advies integraal wordt opgevolgd; het staat hem dus niet vrij naar eigen inzicht het ene onderdeel van het advies wel in een aanwijzing om te zetten en het andere niet, zulks ter bescherming van het Abp Op de vraag inzake het onderbrengen van gelden bij op het buitenland gespecialiseerde vermogensbeheerders, zo merkten de leden van de P.v.d.A.-fractie op, wordt geantwoord, dat voor een dergelijke constructie wordt gekozen. Betekent dit, zo vroegen deze leden, dat gedacht wordt aan het geven van volmachten aan bepaalde vermogensbeheerders om een zeker deel van het vermogen te gaan beheren (zogenaamde vrije hand rekeningen)? In antwoord op deze vraag merken wij op dat het geven van volmachten aan bepaalde vermogensbeheerders om een zeker deel van het vermogen Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 5
6 te gaan beheren, voor bepaalde delen van de beleggingsportefeuille en voor bepaalde perioden tot de reële mogelijkheden behoort. Uiteraard vinden dit soort zaken niet plaats dan binnen een duidelijk, met de desbetreffende beheerder afgesproken beleggingskader. Overigens zien wij het maken van deze werkafspraken als een verantwoordelijkheid van het bestuur. De Ministervan Financiën a.i., G. J. M. Braks De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 26c 6
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het
Nadere informatieBELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April 2015. Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1
BELEGGINGSSTATUUT Stichting Fonds Oncologie Holland April 2015 30 april 2015, pag. 1 Inhoudsopgave I Beleid.... 3 Algemeen 4 Hefbomen 4 Restricties....4 II Middelenverdeling......5 Strategische asset allocatie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1986-1987 19 524 Voorstel van wet tot wijziging van enige artikelen van de Beleggingswet (Stb. 1939, 400) Nr. 8 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET EINDVERSLAG Ontvangen
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017
STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND Performancevergelijking PCN - ABP 2011-2015 24 februari 2017 Inhoud Uitgangspunten Risicohouding Vergelijking strategisch beleggingsbeleid Performancevergelijking
Nadere informatieBeleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016
Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 I Inleiding De Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds (het Fonds ) heeft ten doel: (i) de financiele ondersteuning
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari
Nadere informatiePersbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011
Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19 524 Voorstel van wet tot wijziging van enige artikelen van de Beleggingswet (Stb. 1939, nr. 400) Nr. 6 MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 12 december
Nadere informatieInstitutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatie- Rente effecten 11.355 16.300 16.400 16.400 - Rente ASN rekeningen 850 400 731 1.000 - Overige baten 0 0 0 500. Totaal 12.205 16.700 17.131 17.
Winst en Verliesrekening 2013 in vergelijking met de rekening 2012 en de begroting 2013. Tevens wordt de begroting voor het jaar 2014 gegeven. Alle bedragen in Euro s. Baten Rekening Begroting Rekening
Nadere informatieDe Dynamische Strategie Portefeuille DSP
De Dynamische Strategie Portefeuille DSP Onderdeel van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV 1 Inhoudsopgave Waarom beleggen? 4 Beleggen is niet zonder risico s 4 Strategische beleggingsportefeuille
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari
Nadere informatieRegeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen
Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016
KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1
Nadere informatieBeleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen
31 december 2015 tot en met 31 december 2016 Inhoud 1 Balans per 31 december 2016 3 2 Winst- en-verliesrekening over 2016 4 3 Kasstroomoverzicht over 2016 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Nadere informatieBeleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen
1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 Inhoud 1 Balans per 31 december 2017 3 2 Winst-en-verliesrekening over 2017 4 3 Kasstroomoverzicht over 2017 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Nadere informatiePensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen
Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen 14 De lijsten van pensioenfondsen met de hoogste en de laagste vermogensbeheerkosten die onder andere door Pensioen Pro en De Nederlandsche Bank (hierna:
Nadere informatie2. STrUCTUUr 3. De BeHeerDer Michiel Goris (1956)
1. profiel Het MM Fortune Fund ( hierna: het fonds) is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening, opgericht op 15 april 2008 en gevestigd te Rijswijk. Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per
Nadere informatieUW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten
UW MENSEN, UW KAPITAAL Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling
Nadere informatieOnderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN
Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij april 2017 Dit document heeft 5 pagina s Versiebeheer Versie Auteur Datum Revisie V1.0 BAC 11 april 2017 Nieuwe bijlage i Inhoudsopgave Strategisch beleggingsbeleid
Nadere informatieBrochure. Beleggingsbeleid
Brochure Beleggingsbeleid van SPF Beleggingsbeleid van SPF Waarom belegt SPF? Werkgever en werknemers betalen iedere maand pensioenbijdrage. Met dat geld wordt later het pensioen van de werknemer betaald.
Nadere informatieVERVANGENDE FONDSEN VOOR DE BLACKROCK FUNDS OF ISHARES
ONDERZOEK NAAR VERVANGENDE FONDSEN VOOR DE BLACKROCK FUNDS OF ISHARES NOVEMBER 2014 Met dank aan: Naar aanleiding van het besluit van BlackRock om per 31 december 2014 de Funds of ishares op te heffen
Nadere informatieFlexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds
Worksheet A Factsheets Fondsen Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds Datum: ultimo juni 2009 In het kader van het Flexibel Spaarpensioen zijn door uw pensioenfonds 8 fondsen geselecteerd, waarin
Nadere informatieVerklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA
Verklaring van Beleggingsbeginselen Joachim Aelvoet CBFA 17 maart 2011 Onderzoek 29 IBP's +/- 4,5 miljard euro vermogen +/- 100.000 aangeslotenen methode: eerste analyse individueel gesprek conclusies
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1
Nadere informatieDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie
Nadere informatieCOMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT
COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel
Nadere informatieKamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieBeleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch
Versie 2012/PB/WM/002 Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch Februari 2013 (eerste versie: november 2010) Inleiding In de afgelopen jaren zijn de opbrengsten
Nadere informatieBeleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken
Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen
Nadere informatieUW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten
UW MENSEN, UW kapitaal Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 863 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met het van toepassing worden
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-164 d.d. 25 mei 2012 (mr. J. Wortel, voorzitter, en drs. L.B. Lauwaars RA, en G.J.P. Okkema, leden, met mevrouw mr. I.M.M. Vermeer als
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot
Nadere informatiePopulair beleggingsplan
Populair beleggingsplan versie 22 november 2013 1 Inhoudsopgave Wat belegt het pensioenfonds? 4 Wat is het doel van beleggen? 4 Wat levert beleggen op? 4 Er gaan toch ook risico s gepaard met beleggen?
Nadere informatieRJ-Uiting 2013-17: Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen Lopende Kosten Factor
RJ-Uiting 2013-17: Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen Lopende Kosten Factor Ten geleide RJ-Uiting 2013-17 bevat wijzigingen van Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen (2013) als gevolg van een aanpassing
Nadere informatieSamenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad
Nadere informatieStichting Tempel-Zwartsenberg Fonds
Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2016 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie
Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%
Nadere informatieStichting Tempel-Zwartsenberg Fonds
Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2015 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6
KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van
Nadere informatieNieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM.
Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Nieuwsbericht 22 januari 2010 Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus 59011 1040 KA AMSTERDAM www.achmeabeleggingsfondsen.nl I N F O R M A T I E M E M O R A N
Nadere informatieHuishoudens bouwen hun effectenportefeuille af
Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,
Nadere informatieAddendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.
Addendum Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. 1 augustus 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 11, Supplementen, paragraaf 11.2.1 Beleggingsbeleid RZL Azië Aandelenfonds' 2 Wijziging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende
Nadere informatieVerklaring inzake beleggingsbeginselen Pensioenfonds Vervoer versie april Verklaring inzake beleggingsbeginselen
1. Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1 1. Introductie 1.1 Inleiding De Verklaring inzake de beleggingsbeginselen beschrijft in het kort de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieStichting van Tuikwerd Fonds
Stichting van Tuikwerd Fonds JAARREKENING 2015 Stichting van Tuikwerd Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieTekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1
ijlage Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2 Nummer Termen T* toetsterm 1 Eindterm 5a: De personen zijn in staat met betrekking tot financiële instrumenten uit te leggen aan de consument waarom
Nadere informatieVERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011
VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011 VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 1.1 Het beleggingsproces Het beleggingsproces vormt de randvoorwaarden
Nadere informatiehoudende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag
Besluit van houdende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen, Wijken
Nadere informatieAMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005
AMF een goed geregeld pensioen Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005 Het bestuur van het Algemeen Mijnwerkersfonds (AMF) wil haar rechthebbenden van goede en belangrijke informatie voorzien. Leest u
Nadere informatieStichting van Tuikwerd Fonds
JAARREKENING 2016 Stichting van Tuikwerd Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina Algemeen 3 Balans per 31 december
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016
KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni
Nadere informatieAgendapunt 10b. Jaarrekening SNF. Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 124
Agendapunt 10b Jaarrekening SNF Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 124 Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 125 Stichting Scouting Nederland Fonds, Leusden (alle bedragen in euro's) Jaarrekening 2010 Balans per
Nadere informatiePersbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende
Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende
Nadere informatieDe Uitgifte staat voor (Nieuwe) Aandeelhouders open tegen een deelnamebedrag van minimaal EUR 100.000, exclusief Uitgiftevergoeding.
Bijlage 13 Uitgifte van Aandelen in december 2014 De Uitgifte Op 5 juni 2014 heeft de Algemene Vergadering aan de Directie de bevoegdheid verleend om met goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor
Nadere informatie2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG
2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen
Nadere informatieUitgewerkt beleggingsbeleid Vastgoed Fundament Fonds NV
Uitgewerkt beleggingsbeleid Vastgoed Fundament Fonds NV In het Prospectus wordt u geïnformeerd over beleggen in Vastgoed Fundament Fonds N.V. (het Fonds). Het Fonds is op 10 september 2008 omgevormd tot
Nadere informatie2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG
2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen
Nadere informatieGBF METROPOLE Sélection A (ISIN: FR0007078811) Deze ICBE wordt beheerd door METROPOLE GESTION
Essentiële beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld
Nadere informatieDe Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies
De Vries Investment Services is een onafhankelijk en objectief beleggingsadvieskantoor. Wij begeleiden beleggers bij het realiseren van hun financiële doelstellingen en bieden een service die banken niet
Nadere informatieBeleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid
Beleggingsstatuut 1. Algemene Richtlijnen 1. Statutaire doelstelling De Hartstichting strijdt tegen hart- en vaatziekten. Zij investeert in onderzoek naar harten vaatziekten in Nederland. Zij geeft hoogwaardige
Nadere informatieINFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN
INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN Informatie voor werkgevers Ingangsdatum 1 januari 2016 Als uw werknemer niet kiest voor een gegarandeerde uitkering wordt zijn premie belegd. Dit
Nadere informatieGemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel
Nadere informatieBeleggingsbeginselen
Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus Versie april 2015 Deze Verklaring beleggingsbeginselen maakt onderdeel uit van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds en is aangepast
Nadere informatieDe Uitgifte staat voor (Nieuwe) Aandeelhouders open tegen een deelnamebedrag van minimaal EUR 100.000, exclusief Uitgiftevergoeding.
Bijlage 12 - Uitgifte van Aandelen De Uitgifte Op 5 juni 2014 heeft de Algemene Vergadering aan de Directie de bevoegdheid verleend om - met goedkeuring van de Raad van Commissarissen - voor een periode
Nadere informatieEen goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat.
Hoe ziet het beleggingsbeleid van SBZ eruit? Een goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat. Om iedereen het afgesproken
Nadere informatieRisicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1
Risicoprofielen Het belang van een passend risicoprofiel HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1 Hof Hoorneman Bankiers is een onafhankelijke vermogensbeheerder met een bankvergunning. Wij hebben als
Nadere informatieEssentiële Beleggersinformatie 2012
1 Essentiële Beleggersinformatie 2012 Inhoudsopgave Doelstelling en beleggingsbeleid 3 Risico- en opbrengstprofiel 3 Kosten 4 In het verleden behaalde resultaten 5 Praktische informatie 6 2 Essentiële
Nadere informatieWijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen
Wijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen Inleiding Trustus Capital Management B.V. (Trustus) voert op dit moment de directie en het beheer van Intereffekt Investment Funds N.V. (IIF). Trustus is in het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad
Nadere informatie2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.
1. Inleiding Investment beliefs zijn de overtuigingen waarop Bpf MITT het beleggingsbeleid wil baseren. De investment beliefs zijn voor het pensioenfonds belangrijke uitgangspunten en dienen als kader
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen
Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =
Nadere informatieFinancieel. Crisisplan. Stichting Pensioenfonds Cindu International
Financieel Crisisplan Stichting Pensioenfonds Cindu International versie: Goedgekeurd tijdens bestuursvergadering van 29 januari 2018 1 Inhoudsopgave FINANCIEEL CRISISPLAN... 3 Hoofdstuk 1: Inleiding...
Nadere informatieFEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen
FEB/2011 MAAND Rapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Kerncijfers... 3 1.1. Dekkingsgraad... 3 1.2. Rendement... 4 1.3. Vermogensmutaties...
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst
Nadere informatieVerklaring inzake beleggingsbeginselen
STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%
Nadere informatieToelichting bij Rabo LevensloopSparen/Beleggen
Toelichting bij Rabo LevensloopSparen/Beleggen Deze toelichting maakt integraal onderdeel uit van het aanvraag/opdracht- en wijzigingsformulier c.q. de overeenkomst Rabo LevensloopSparen/Beleggen. Bewaar
Nadere informatieVastgoed en vastgoedfinancieringen
Vastgoed en vastgoedfinancieringen Dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen is dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen. Dankzij onze unieke combinatie van pensioenexpertise en vastgoedexpertise
Nadere informatieStichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017
Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen
Nadere informatie