GT-5. Guitar effects processor. Nederlandstalige handleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GT-5. Guitar effects processor. Nederlandstalige handleiding"

Transcriptie

1 GT-5 Guitar effects processor Nederlandstalige handleiding

2 GT-5 Handleiding 1. Inleiding 1.1 Voornaamste kenmerken Handige functies voor live gebruik De GT-5 heeft alles om op het podium zijn mannetje te staan. Terwijl u speelt kunt u met de pedalen Patches kiezen en bijvoorbeeld met het zwelpedaal veranderen. Daarnaast beschikt u nog over een reeks praktische functies, bijvoorbeeld de ingebouwde Tuner. Vervormingseffecten op basis van COSM technologie We hebben de GT-5 het beste van twee generaties vervorming meegegeven: de vooruitstrevende digitale COSM technologie, gecombineerd met de klassieke analoge BOSS oversturing. Dat levert u een enorm palet aan overstuurde klanken op. Professionele kwaliteit De kwaliteit van de 28 verschillende effecten staat buiten kijf. Zo hoeft de Reverb niet onder te doen voor hoogwaardige studio-effecten, biedt de Delay SOS (Sound-On-Sound) mogelijkheden en laten de gitaarsynthesizereffecten u kennismaken met ongehoord expressieve geluiden, die we te danken hebben aan een nieuw ontwikkelde akoestische gitaarsimulator en Roland s HRM techniek uit de VG-8. Maak uw eigen vervormingseffect/voorversterker De instelmogelijkheden zijn zo opgevat dat u als het ware uw eigen effectapparaat of voorversterker ontwerpt. Niet de GT-5, maar uw verbeelding stelt hierbij de grenzen. Voorgeprogrammeerde instellingen Om snel even een effectje te maken kunt u voor ieder effect in de keten beroep doen op een reeks voorgeprogrammeerde instellingen. Dat geeft onmiddellijk een aannemelijk resultaat. Als u wat meer tijd hebt, kunt u natuurlijk ook de instellingen naar uw hand zetten en de uitkomst daarvan opslaan in een User geheugen. Voor ieder effect een knop We hebben ieder effectblok een eigen knop (mét duidelijke LED) toebedeeld. Deze knoppen maken het selecteren van effectblokken een kinderspel. Bovendien weet u, dankzij de LED s, op ieder moment welke effecten al dan niet zijn ingeschakeld. Zwelpedaal en controlepedaal De functie van het ingebouwde zwelpedaal kunt u voor iedere Patch apart definiëren. Voor de hand liggende toepassingen zijn WahWah of volume. Daarnaast is er nog een controlepedaal met vrij definieerbare functie. Virtueel zwelpedaal Deze term is niet zomaar een holle eigentijdse kreet, maar duidt op een interessante mogelijkheid: u kunt de waarde van gelijk welke parameter (bijvoorbeeld volume of modulatie) laten sturen door een functie die de manier nabootst waarop u normaal een zwelpedaal bedient. Externe MIDI-instrumenten tijdens het spelen aansturen Alle handelingen die u tijdens het spelen op de GT-5 uitvoert kunt u in de vorm van programmakeuze- en controlecommando s via MIDI naar andere instrumenten zenden. 2

3 Inhoud, Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding Voornaamste kenmerken...2 Hoofdstuk 2. Voorzorgsmaatregelen...6 Hoofdstuk 3. Voorzieningen op de panelen Frontpaneel Achterpaneel...8 Hoofdstuk 4. Aan de slag Aansluiten Inschakelen...10 Ingangsniveau aanpassen...10 Uitgangsniveau aanpassen...10 GT-5 aanpassen op andere apparatuur Effecten kiezen...11 Wat is een Patch?...11 Patches kiezen...12 Over het display...13 Indicators op de effectknoppen Tuner/Bypass...13 Tuner/Bypass inschakelen...14 Display geeft de toonhoogte aan...14 Werkwijze bij het stemmen...14 Tuner parameters...15 Hoofdstuk 5. Instellingen wijzigen...17 Inhoud van een Patch...17 Werkwijze bij het editen Patch kopiëren Effecten instellen...18 Voorgeprogrammeerde instellingen gebruiken (Quick Setting)...18 Effecten maken door individuele parameters te editen...19 Aansluitvolgorde kiezen...20 Effectparameters instellen Instellingen voor het zwelpedaal/controlepedaal...21 Voorgeprogrammeerde pedaalfuncties gebruiken (Quick methode)...21 Geen gebruik maken van de Quick methode Stuurbronnen toewijzen (Assign)...23 Virtueel pedaal (I-PDL) Patch naam wijzigen Wijzigingen annuleren Instellingen opslaan (Write) GT-5 als serie effectpedaaltjes gebruiken (Manual mode)...28 Manual mode kiezen...28 Manual mode gebruiken...29 Manual mode configureren Utility functies...29 Utility parameters...30 Hoofdstuk 6. Overzicht van de parameters Feedbacker/Slow Gear...35 Feedbacker ( FB ) parameters...35 Slow Gear ( SG ) parameters

4 GT-5 Handleiding 6.2 Compressor Compressor ( CS ) parameters Limiter ( LM ) parameters Wah Pedal Wah ( WAH ) Auto Wah ( AW ) Loop Overdrive/Distortion Preamp Speaker Simulator Equalizer Modulation Harmonist <Als u een andere Mode dan Harmony kiest> <Als u de Mode Harmony kiest> Flanger Phaser Sub Equalizer Short Delay...46 Humanizer...47 <Klinkers kiezen met het zwelpedaal> Ring Modulator Vibrato Acoustic Guitar Simulator Guitar Synth...48 <Hold On/Off> Delay <Hold On/Off> Wat is Tempo Delay? Hoe gebruikt u Sound-On-Sound? Chorus Tremolo/Pan Reverb Master Master Level Noise Suppressor Foot Volume <Pedaal toewijzen aan Foot Volume> Hoofdstuk 7. MIDI Mogelijke toepassingen Mogelijkheden vanaf een GT Mogelijkheden vanuit een extern instrument MIDI-functies instellen MIDI-verwante parameters Instellingen bewaren/laden via MIDI Data zenden (Bulk Dump) Data laden (Bulk Load) Program Change Map instellen Program Change Map parameters Hoofdstuk 8. Appendix Over MIDI Uitwisselen van MIDI-data MIDI-commando s die door de GT-5 worden gebruikt MIDI-implementatiekaart Patches kiezen met bankkeuzecommando s

5 Inhoud, Patches op een extern instrument kiezen vanuit de GT Patches op de GT-5 kiezen met bankkeuzecommando s vanuit een extern instrument Fabriekinstellingen Opnieuw de fabrieksinstellingen laden (initialiseren) Mogelijke problemen...68 Geen geluid/te laag volume...68 Geluid klinkt vervormd (de CLIP indicator licht regelmatig op)...68 U kunt geen Patch nummers kiezen...68 Parameters die u aan stuurbronnen hebt toegewezen kunt u niet aansturen...68 Er worden geen MIDI-commando s ontvangen...69 Hoofdstuk 9. MIDI-implementatie...70 Hoofdstuk 10. Specificaties...71 Hoofdstuk 11. Overzicht van de Patches...72 Index

6 GT-5 Handleiding 2. Voorzorgsmaatregelen Voeding Schakel de GT-5 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit. Sluit het netsnoer van de GT-5 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten. Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen. Als u de GT-5 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet. Het zou kunnen gebeuren dat de GT-5 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt. Plaatsing Om problemen te vermijden, dient u de GT-5 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. Plaats de GT-5 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken. Onderhoud Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de GT-5 daarna droog met een zachte doek. Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen. Zodra de spanning van de batterij niet meer voldoende is, beeldt het display onderstaande prompt af: Laat de batterij dan zo snel mogelijk vervangen. Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt. Andere voorzorgsmaatregelen Behandel de GT-5 zachtjes. Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de GT-5 in het buitenland gebruikt. Als de GT-5 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst. Geheugenbatterij Dit apparaat is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt dat de opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist worden. De levensduur van deze batterij bedraagt ongeveer 5 jaar. Het zou iets langer kunnen zijn, maar het verdient aanbeveling de batterij om de 5 jaar te laten vervangen. 6

7 Voorzieningen op de panelen, 3. Voorzieningen op de panelen 3.1 Frontpaneel OUTPUT regelaar OVERLOAD indicator Display VALUE regelaar BANK pedaal Zwelpedaal POWER OUT MIDI IN 2 1 EXP PEDAL /CONTROL RETURN SEND LOOP VALUE PHONES L(MONO) R OUTPUT VOLUME INPUT INPUT GROUP BANK OUTPUT OVERLOAD (INPUT) FEEDBACKER /SLOW GEAR COMP/LM WAH LOOP OD/DS PREAMP SP SIM EQ MOD DELAY CHORUS TREMOLO /PAN REVERB MASTER PEDAL /ASSIGN NAME PARAMETER JUMP EXIT WRITE 1 GLOBAL 2 METER UTILITY 3 SYSTEM 4 MIDI 5 HR SCALE 6 OD/DS CUSTOMIZE 7 PREAMP CUSTOMIZE TUNER/BYPASS MANUAL GROUP 1 HARMONIST 4 SUB EQUALIZER 7 RING MODULATOR 10 GUITAR SYNTH 2 FLANGER 5 SHORT DELAY 8 VIBRATO 3 PHASER 6 HUMANIZER 9 AC GUITAR SIM CAPS 1 MASTER LEVEL 3 FOOT VOLUME 2 NOISE SUPPRESSOR 4 EFFECT CHAIN INS DEL Nummerpedalen (1 5) Controlepedaal EXIT knop PARAMETER knoppen Effect keuzeknoppen WRITE knop UTILITY knop OVERLOAD (INPUT) FEEDBACKER /SLOW GEAR COMP/LM WAH LOOP OD/DS PREAMP SP SIM EQ MOD DELAY CHORUS TREMOLO /PAN REVERB MASTER PEDAL /ASSIGN NAME PARAMETER JUMP EXIT WRITE 1 GLOBAL 2 METER UTILITY 3 SYSTEM 4 MIDI 5 HR SCALE 6 OD/DS CUSTOMIZE 7 PREAMP CUSTOMIZE TUNER/BYPASS MANUAL GROUP 1 HARMONIST 4 SUB EQUALIZER 7 RING MODULATOR 10 GUITAR SYNTH 2 FLANGER 5 SHORT DELAY 8 VIBRATO 3 PHASER 6 HUMANIZER 9 AC GUITAR SIM CAPS 1 MASTER LEVEL 3 FOOT VOLUME 2 NOISE SUPPRESSOR 4 EFFECT CHAIN INS DEL TUNER/BYPASS knop GROUP knop MANUAL knop Opmerking: De namen van knoppen worden in deze handleiding tussen vierkante haken [ ] afgebeeld. Bij voorbeeld: Druk op de [WRITE] knop. 7

8 GT-5 Handleiding 3.2 Achterpaneel Expression Pedal / Control 1 ingang INPUT connector INPUT VOLUME regelaar Expression Pedal / Control 2 ingang MIDI connectors (IN,OUT) CAUTION INPUT INPUT VOLUME MAX MIN OUTPUT LOOP R L(MONO) PHONES SEND RETURN EXP PEDAL /CONTROL 1 2 IN MIDI OUT POWER RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ON OFF THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION. WARNING: TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE. ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR RETURN ingang SEND uitgang HEADPHONES uitgang OUTPUT connectors L(MONO)/R POWER schakelaar Opmerking: In de rest van deze handleiding noemen we de Expression Pedal/Control ingangen 1 en 2 gewoon de EXP/ CTL ingangen. 8

9 Aan de slag, Aansluiten 4. Aan de slag 4.1 Aansluiten Sluit de GT-5 aan zoals op de onderstaande tekeningen is aangegeven. Kies het aansluitvoorbeeld dat het best overeenkomt met uw gebruikssituatie. Voordat u aansluitingen maakt moet u het volume van uw mixer/versterker op het minimum zetten en alle apparaten in uw systeem uitschakelen. Zo voorkomt u schade aan uw luidsprekers. Eens u alle apparaten hebt aangesloten en ingeschakeld, mag u op de versterker een aangenaam luistervolume instellen. Als u gebruik maakt van een mono-versterker, moet u enkel de L(MONO) uitgang aansluiten. Als zwelpedaal (Expression Pedal) kunt u een Boss FV-300L + PCS-33 (Roland) of een EV-5 (Roland) gebruiken. Mogelijkheid 2: GT-5 als voorversterker en gebruik van een eindtrap Your Setting: Power Amp (Combo); Power Amp (Stack) eindversterker INPUT OUTPUT R OUTPUT L(MONO) MAIN IN of RETURN eindversterker MAIN IN of RETURN Mogelijkheid 1: GT-5 op gitaaringang Vereist ook een aantal instellingen (zie blz. 10): Gt.Amp (Combo); Gt.Amp (Stack) luidspreker gitaarversterker luidspreker gitaarversterker INPUT Mogelijkheid 3: GT-5 in de effectlus van de gitaarversterker Your Setting? (zie blz. 10): Gt.Amp (Combo) OUTPUT R OUTPUT L(MONO) GUITAR IN GUITAR IN GUITAR IN GUITAR IN INPUT versterkertop versterkertop gitaarversterker gitaarversterker OUTPUT L(MONO) SEND RETURN luidspreker luidspreker RETURN IN SEND gitaarversterker Opmerking: Sluit het zwelpedaal aan op een EXP/ CTL ingang en zet de volumeregelaar op het pedaal in de MIN positie. 9

10 THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION. GT-5 Handleiding Opmerking: Zet de polariteitsschakelaar van een FS- 5U/5L voetschakelaar (los verkrijgbaar), die u op een EXP/CTL ingang aansluit, in de stand die in de onderstaande afbeelding te zien is. Polariteitsschakelaar Ingangsniveau aanpassen Met de INPUT VOLUME regelaar past u de ingangsgevoeligheid van de GT-5 aan op het toegeleverde signaal. INPUT INPUT VOLUME MAX MIN OUTPUT LOOP R L(MONO) PHONES SEND RETURN EXP PEDAL /CONTROL Inschakelen Eens u alles hebt aangesloten, mag u de apparaten in uw systeem inschakelen, in de volgorde die we hieronder aangeven. Respecteer deze volgorde, anders riskeert u schade aan uw luidsprekers of aan andere apparaten. GT-5 extern effectapparaat (gitaar)versterker Na het inschakelen van de GT-5 krijgt u het volgende display te zien. Enkele seconden later is de GT-5 klaar voor gebruik. Als u dit display ziet weet u dat de GT-5 zich in de Play mode bevindt. GROUP BANK (1) Produceer op uw gitaar het hardste volume dat u tijdens het spelen zult gebruiken. (2) Stel de regelaar zo in dat de OVERLOAD indicator slechts sporadisch oplicht. Opmerking: Als de OVERLOAD indicator oplicht weet u dat u nog 6 db van de oversturingsgrens (het punt waarop het signaal begint te vervormen) bent verwijderd. Opmerking: Zorg dat de indicator niet voortdurend oplicht, want dan doet u afbreuk aan de overigens uitstekende geluidskwaliteit van de GT-5. Uitgangsniveau aanpassen Met de OUTPUT regelaar past u het uitgangsvolume van de GT-5 aan op de rest van uw installatie. Opmerking: Het volume van de mengtafel/versterker mag u omhoogregelen nadat u alle apparaten hebt ingeschakeld. Opmerking: Bij het inschakelen wordt steeds het laatstgekozen Patch nummer opnieuw gekozen. Opmerking: De GT-5 is uitgerust met een beveiligingscircuit. Vandaar dat u slechts enkele seconden na het inschakelen normaal met de GT-5 kunt werken. GT-5 aanpassen op andere apparatuur De GT-5 heeft een parameter aan boord waarmee u hem kunt aanpassen op het soort externe versterking dat u gebruikt. (1) Druk op [UTILITY]. De indicator op de knop licht op en u komt in het Global scherm terecht, waarvan u een moment later de eerste parameter te zien krijgt. 10

11 Aan de slag, Effecten kiezen even later, (2) Kies met de VALUE regelaar het soort apparaat dat u op de OUTPUT connectors hebt aangesloten. < USER GROEP 1 > < USER GROEP 4 > NUMMER BANK BANK t/m NUMMER Gt.Amp (Combo) Gt.Amp (Stack) Power Amp (Combo) Als u gebruik maakt van de gitaaringang van een combo-versterker (d.w.z. versterker en luidspreker die in dezelfde behuizing zitten). Als u gebruik maakt van de gitaaringang van een versterkertoren (d.w.z. versterker en luidspreker die in aparte behuizingen zitten). Als u gebruik maakt van de RETURN of MAIN IN van een combo-versterker. < PRESET GROEP 1 > < PRESET GROEP 6 > NUMMER BANK BANK t/m NUMMER Power Amp (Stack) Line Als u gebruik maakt van een aparte eindversterker en luidspreker, of van de RETURN of MAIN IN van een versterkertoren. Als u rechtstreeks aansluit op een mengtafel of meersporenrecorder. Kies deze instelling ook wanneer u met een hoofdtelefoon afluistert. (3) Druk op [EXIT] om de procedure af te sluiten. User groepen (1~4) In groep 1 en 2 kunt u effecten opslaan die u zelf maakt. Vandaar heten deze groepen User groepen (die User bent u uiteraard). De Patches in deze groep noemen we User Patches. Opmerking: In de rest van deze handleiding duiden we de User groepen aan als UG1~UG4. GROUP BANK 4.3 Effecten kiezen Wat is een Patch? Een Patch op de GT-5 is een verzameling instellingen die verband houden met de klank van de individuele effecten en met de manier waarop ze worden gecombineerd. Er zitten 250 van die Patches in de GT-5. De nummering van de Patches berust op een systeem van groepen (Groups), banken (Banks) en nummers, zoals blijkt uit de onderstaande afbeelding. Preset groepen (1~6) De Patches die deel uitmaken van deze groepen werden in de fabriek geprogrammeerd. We noemen ze Preset Patches. De inhoud van deze Patches kunt u niet wijzigen, maar u kunt wel een Preset Patch editen en hem opslaan als een User Patch. Opmerking: In de rest van deze handleiding duiden we de Preset groepen aan als PG1~PG6. Opmerking: Als u een Preset Patch kiest, wordt de afbeelding van groep en bank in het display geïnverteerd. GROUP BANK 11

12 GROUP BANK GT-5 Handleiding Patches kiezen Een Patch kiest u door de gewenste groep (UG1~UG4, PG1~PG6), bank (1~5) en het gewenste nummer (1~5) te selecteren. De GT-5 geeft de gekozen groep en bank als volgt aan: Bank kiezen 1 Groep Bank GROUP BANK 2,3 (1) Druk op het BANK pedaal. Het banknummer in het display begint te knipperen. GROUP BANK Nummer Opmerking: Een Patch wordt pas gekozen als u het nummer specifieert. Zolang u enkel een groep of bank specifieert, wordt er dus nog niets gekozen. Wilt u dat dit wel gebeurt, maak dan de relevante instelling voor de System Function parameter (zie blz. 31). Deze parameter kunt u ook zo instellen dat u Patches kiest met de VALUE regelaar. Enkel het nummer kiezen 1 (1) Kies het nummer van de gewenste Patch door op het overeenkomstige nummerpedaal te drukken. De indicator van het ingedrukte pedaal licht op en de nieuwe Patch wordt gekozen. knippert Opmerking: Door nogmaals op het BANK pedaal te drukken kunt u de bankkeuze nog annuleren. (2) Specifieer de Bank van de Patch die u wilt gebruiken door op het overeenkomstige nummerpedaal te drukken. Het banknummer in het display wordt vervangen door het nummer dat u indrukt. Dit nummer wordt normaal (niet knipperend) afgebeeld. Nu begint de indicator te knipperen van het nummerpedaal dat u had ingedrukt voordat u op het BANK pedaal drukte. Daarmee wordt aangegeven dat u nu het nummer van de gewenste Patch kunt specifiëren. (want die nieuwe Patch hebt u nog steeds niet gekozen). GROUP BANK Opmerking: U kunt de bankkeuze nog annuleren door tweemaal op het BANK pedaal te drukken. Om een nieuwe bank te kiezen begint u opnieuw vanaf stap 1. (3) Specifieer het nummer van de Patch die u wilt gebruiken door op het overeenkomstige nummerpedaal te drukken. 12

13 Aan de slag, Tuner/Bypass De indicator van het pedaal waarop u hebt gedrukt licht op om aan te geven dat de betreffende Patch nu is geselecteerd. Groep kiezen 1 Over het display In de Play pagina van het display vindt u de volgende informatie: GROUP BANK naam Groep Bank volumemeter 2 (1) Telkens als u op [GROUP] drukt kiest u de volgende bank, in de onderstaande volgorde: User Groep1 Indicators op de effectknoppen COMPRESSOR / LIMITER WAH LOOP FEEDBACKER / SLOW GEAR OVERDRIVE / DIST PREAMP ORTION FEEDBACKER /SLOW GEAR COMP/LM WAH LOOP OD/DS PREAMP SP SIM EQ TOR SPEAKER SIMULA EQUALIZER User Groep4 MOD DELAY CHORUS TREMOLO /PAN REVERB MASTER PEDAL /ASSIGN NAME Preset Groep1 DELAY MODULATION REVERB TREMOLO / PAN CHORUS Preset Groep6 Aan de indicators op de effectknoppen kunt u zien welke effect voor iedere Patch zijn in- of uitgeschakeld. Zodra u een groep hebt gekozen, begint de indicator van het nummerpedaal te knipperen dat u had ingedrukt voordat u op [GROUP] drukte. Daarmee wordt aangegeven dat u nu het nummer van de gewenste Patch kunt specifiëren. (Want die nieuwe Patch hebt u nog steeds niet gekozen). (2) Specifieer het nummer van de Patch die u wilt gebruiken door op het overeenkomstige nummerpedaal te drukken. De indicator van het pedaal waarop u hebt gedrukt licht op om aan te geven dat de betreffende Patch nu is geselecteerd. Groep kiezen met de VALUE regelaar U kunt ook een groep kiezen door aan de VALUE regelaar te draaien terwijl u de [GROUP] knop ingedrukt houdt. 4.4 Tuner/Bypass Aan boord van de GT-5 bevindt zich een ingebouwde chromatische Tuner. Als u deze inschakelt, zet u automatisch de GT-5 in Bypass (zodat enkel het directe, onbewerkte signaal naar de uitgang wordt gestuurd). De Tuner beeldt niet enkel nootnamen af, maar ook de namen van snaren. Bovendien biedt hij (dubbele) mol-stemming en een parameter om het uitgangsvolume tijdens het stemmen aan te passen. 13

14 GT-5 Handleiding Tuner/Bypass inschakelen Tuner in- en uitschakelen vanaf het frontpaneel nootnaam stemindicators Druk op de [TUNER/BYPASS] knop om de tuner in en uit te schakelen. De tuner is ingeschakeld wanneer de indicator op de knop brandt. Tuner in- en uitschakelen met het CTL (controlepedaal) Stemindicators Deze indicators geven aan hoeveel de gespeelde noot afwijkt van zijn juiste toonhoogte. Is de afwijking groter dan ±50 cents, dan gaat de tuner er van uit dat u een andere noot speelt, en ziet u een andere nootnaam in het display verschijnen. De stemindicators geven dan de afwijking ten opzichte van die nootnaam aan. Stemmen doet u door aan de stemsleutel van de gitaarsnaar te draaien tot enkel de middenste indicator oplicht. te hoog juist gestemd Met iedere druk op het controlepedaal schakelt u de Tuner afwisselend in of uit. Als de functie is ingeschakeld lichten de indicators van het controlepedaal en de Tuner/Bypass knop op. Voorwaarde om deze functie met het controlepedaal te kunnen bedienen is wel dat u de volgende instellingen maakt (zie blz. 21): <Quick instelling> CTL PEDAL: On; P8= TUNER ON <Manual instelling> CTL PEDAL: On CTL PEDAL Target: TUNER On/Off CTL PEDAL Target Min: Off CTL PEDAL Target Max: On CTL PEDAL Source Mode: Toggle Die stemindicators in het display zijn natuurlijk wel fraai, maar op een podium gaat u er waarschijnlijk niets aan hebben, omdat u te ver van de GT-5 staat. Vandaar dat de informatie van de stemindicators ook te zien is op de indicators van het frontpaneel. centrale indicator te laag FEEDBACKER /SLOW GEAR COMP/LM WAH LOOP OD/DS PREAMP SP SIM EQ Display geeft de toonhoogte aan MOD DELAY CHORUS TREMOLO /PAN REVERB MASTER PEDAL /ASSIGN NAME Tuner display In de bovenste regel van het tuner display ziet u de naam van de noot die u op dit moment speelt, terwijl de indicators in de onderste regel aangeven of die noot te hoog of te laag is gestemd. te laag Werkwijze bij het stemmen te hoog (1) Sla de snaar aan die u wilt stemmen (speel om te stemmen steeds op open snaren, met andere woorden: druk geen frets in). 14

15 Aan de slag, Tuner/Bypass Het display beeldt de nootnaam af die het dichtst in de buurt ligt van de toonhoogte van de snaar die u hebt aangeslagen. Opmerking: De Tuner werkt enkel betrouwbaar als u een snaar zuiver aanslaat en geen andere snaren tegelijk aanslaat. (2) Draai aan de stemsleutel tot het display de juiste nootnaam afbeeldt. (5) Druk nu op [EXIT] of op [TUNER/BYPASS] om terug te keren naar de Play pagina. Referentietoonhoogte (Tuner Pitch; 435~445Hz) 6de snaar 5de snaar (3) Draai nu aan de stemsleutel tot enkel de middenste stemindicator oplicht. (4) Herhaal stap 1~3 om de overige snaren te stemmen. Opmerking: Gitaren met een vibratohendel zijn vaak wat moeilijker te stemmen, want één snaar stemmen heeft meestal tot gevolg dat de andere snaren plots vals staan. Bij dergelijke gitaren kunt u beter eerst alle snaren ongeveer juist stemmen (zodat de juiste nootnaam wordt afgebeeld) en ze vervolgens individueel fijnstemmen. Tuner parameters 4de snaar 3de snaar 2de snaar Gitaar E A D G B E De Tuner biedt nog een aantal opties die u naar uw eigen voorkeur kunt instellen: de referentietoonhoogte, al dan niet afbeelden van snaarnamen en het volume tijdens het stemmen. Deze parameters kunt u als volgt instellen: (1) Druk op [TUNER/BYPASS]. (2) Kies met PARAMETER [ ][ ] het item dat u wilt instellen. (3) Stel met de VALUE regelaar de gewenste waarde in. (4) Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere parameters wilt wijzigen. 3 (5) 1,5 1ste snaar 2 Met referentietoonhoogte bedoelen we de toonhoogte van de noot A4 (de middenste A op een piano). Deze noot wordt over het algemeen gebruikt als uitgangspunt om andere noten op te stemmen. De frequentie van deze referentienoot kunt u op de GT-5 instellen tussen 435~455 Hz. Opmerking: Vanuit de fabriek staat de referentietoonhoogte ingesteld op 440 Hz. Afbeelden van snaarnamen (Tuner String Display; Off, On, On( ), On ( )) Met deze parameter kiest u of het display al dan niet snaarnamen afbeeldt. Verder kunt u nog kiezen tussen normale, mol- of dubbele mol-stemming. Snaarnamen De GT-5 weet welke de normale toonhoogte van elk snaarnummer is. Het nummer dat in de bovenste regel van het display wordt afgebeeld slaat op de snaar, terwijl de nootnaam linksonder in het display duidt op de toonhoogte (geen frets ingedrukt) van die snaar. Vooral als u nieuwe snaren wisselt gebruikt, is het handig om u aan de snaarnummers te oriënteren: u legt een nieuwe snaar op en zorgt dat de GT-5 het overeenkomstige snaarnummer afbeeldt. Vervolgens blijft u aan de stemsleutel draaien tot enkel de middenste stemindicator oplicht. U hebt dan automatisch op de juiste noot gestemd, want de GT-5 weet welke noot bij elk snaarnummer hoort. (Dubbele) mol-stemming Bij Bemol-stemming en dubbel bemol-stemming stemt u de gitaar een halve of een hele toon lager dan normaal. De GT-5 knapt daarbij het vuile werk voor u op: u kunt namelijk op dezelfde nootnamen stemmen als bij een normale stemming, alleen licht de centrale stemindicator nu op wanneer u op een perfecte halve (respectievelijk hele) toon onder de afgebeelde nootnaam terechtkomt. Als u een mol-stemming wilt gebruiken, moet u de GT-5 daar natuurlijk wel 15

16 GT-5 Handleiding even van op de hoogte brengen. Daarvoor dienen de opties van de Tuner String Display parameter: Volume in de Tuner/Bypass mode (Mute, Bypass) Off On Er worden geen snaarnamen afgebeeld. De snaarnamen worden afgebeeld en de Tuner stemt op normale toonhoogtes. On ( ) On ( ) De snaarnamen worden afgebeeld en de tuner stemt een halve toon lager. De snaarnamen worden afgebeeld en de tuner stemt een hele toon lager. Het display ziet er bij de laatste drie opties als volgt uit: nootnaam snaarnaam stemindicators niets afgebeeld : normale stemming : bemol-stemming : dubbele bemol-stemming Hiermee bepaalt u het volume waarmee het gitaargeluid tijdens het stemmen (en dus in Bypass) naar de uitgangen van de GT-5 wordt gestuurd. Mute Bypass Er wordt helemaal geen geluid naar de uitgang gestuurd. Het ingangssignaal wordt direct naar de uitgang gestuurd. Opmerking: Vanuit de fabriek is voor deze optie Bypass geselecteerd. Opmerking: Als u de optie Bypass hebt geselecteerd en de Tuner/Bypass mode hebt ingeschakeld kunt u het volume van het directe geluid regelen met het zwelpedaal. Als de toonhoogte meer dan 50 cents onder de correcte toonhoogte zit, dan wordt het (normaal lege ) driehoekje linksonder in het scherm zwart ( ). Bevindt de toonhoogte zich op minder dan -/ +50 cents van de correcte toonhoogte, dan wordt de afwijking aangegeven door de stemindicators. Het driehoekje wordt dan weer wit (s). Opmerking: Vergeet niet enkel open snaren aan te slaan tijdens het stemmen. Speel ook geen flageoletten, want daarmee maakt u het de GT-5 moeilijk om de toonhoogte juist te analyseren. Opmerking: Vanuit de fabriek staat de String Name Display parameter op Off ingesteld. 16

17 Instellingen wijzigen, Tuner/Bypass 5. Instellingen wijzigen Wat zit er eigenlijk in een Patch geheugen? Verschillende dingen: de volgorde van de effectblokken en de instellingen van de individuele effectblokken. In dit hoofdstuk tonen we hoe u de inhoud van een Patch nummer kunt wijzigen om uw eigen effecten te maken. Daarna leert u deze eigen creaties bewaren, zodat u ze later opnieuw kunt gebruiken. Inhoud van een Patch Voor alle duidelijkheid sommen we hier eerst even de componenten op waaruit een Patch bestaat: (1) Aansluitvolgorde van de effectblokken (2) Aan/uit status van ieder effectblok U hoeft natuurlijk niet steeds alle effecten te gebruiken, u kunt bepaalde effecten ook gewoon uitschakelen. (3) Instellingen voor de individuele effectblokken Ieder effectblok is opgebouwd uit een aantal parameters (variabele instellingen). Door deze te wijzigen bepaalt u de klank van het effect. (4) Uitgangsvolume (5) Instellingen voor het zwelpedaal (6) Instellingen voor het controlepedaal (7) Toewijzing van stuurbronnen U kunt speelhulpen en dergelijke van externe instrumenten gebruiken om parameters van de GT-5 aan te sturen. Voor iedere Patch kunt u acht stuurbronnen toewijzen. (8) Patch naam Iedere Patch kunt u een naam geven, zodat u achteraf tenminste een idee hebt van wat u te horen gaat krijgen. Stel de parameters van de effectblokken in (zie blz. 21). Wijs de gewenste functies toe aan het zwelpedaal en het controlepedaal (zie blz. 21). Kies eventueel externe stuurbronnen (zie blz. 23). (4) Geef het nieuwe effect een naam (zie blz. 27). (5) Bewaar het nieuwe effect (zie blz. 28). Stap (5) mag u niet vergeten, aangezien de instellingen die u wijzigt in een tijdelijk buffergeheugen terechtkomen. Dit geheugen wordt gewist zodra u een andere Patch kiest of de GT-5 uitschakelt. Om uw nieuwe effect te bewaren, moet u het opslaan onder een User Patch nummer (zie blz. 28). Werkwijze bij het editen (1) Kies een Patch waarvan de klank dicht in de buurt komt bij het effect dat u wilt creëren. (2) Kopieer de inhoud van die Patch naar een (User!) Patch nummer dat u niet meer denkt nodig te hebben. Opmerking: Stap 2 staat hier omdat we er van uitgaan dat u de originele Patch (uit stap 1) niet wilt verliezen. Mag die Patch wél verdwijnen, sla dan stap 2 over (u overschrijft dan de originele Patch met de gewijzigde versie). (3) Wijzig de inhoud van de geselecteerde Patch. Daarbij volgt u normaal de onderstaande stappen: Kies de gewenste aansluitvolgorde van de effectblokken (zie blz. 20). Schakel de effectblokken in of uit (zie blz. 19). 17

18 GT-5 Handleiding 5.1 Patch kopiëren Eerst gaan we de inhoud van de Patch, die we willen wijzigen, kopiëren naar het geheugennummer waarop we uiteindelijk de gewijzigde versie willen plaatsen. U kunt de Copy functie natuurlijk ook gebruiken om een effect te kopiëren naar een geheugennummer dat u beter uitkomt (bijvoorbeeld om de effecten die u in eenzelfde stuk gebruikt in opeenvolgende nummers te plaatsen). 2,4 1,3 1,3 5.2 Effecten instellen U programmeert uw effecten waarschijnlijk één voor één (m.a.w. u werkt telkens één effect af voordat u aan het volgende begint). De GT-5 werkt ook zo, maar biedt daarnaast een alternatieve, snellere werkwijze: Quick Setting. Het komt erop neer dat u voor ieder effectblok kiest uit een reeks voorgeprogrammeerde instellingen en op die manier nieuwe effecten te maakt. Opmerking: Voor een gedetailleerd overzicht van effectblokken en parameters (en hun afkortingen in het display) verwijzen we u naar Overzicht van de parameters op blz. 35. Voorgeprogrammeerde instellingen gebruiken (Quick Setting) 1,3 (1) Kies (op de Play pagina) de Patch die u wilt kopiëren. (2) Druk op [WRITE]. Dit brengt u naar het Copy pagina. Het combineren van de voorgeprogrammeerde instellingen van verschillende effectblokken vormt de snelste manier om een nieuw effect te maken. Die voorgeprogrammeerde instellingen kunnen zowel Preset (in de fabriek ingesteld) als User (door uzelf ingesteld) zijn. Hebt u bijvoorbeeld een te gekke instelling voor het Distortion effectblok gevonden, dan kunt u daar een User-instelling van maken. Op die manier kunt u deze instelling in verschillende Patches laten terugkomen (3) Kies het Patch nummer dat de kopie moet bevatten. Patches kiezen hebt u reeds geleerd op blz. 11. Desgewenst kunt u de keuze ook maken met de VALUE regelaar. De geselecteerde Patch wordt in het display afgebeeld. (4) Druk op [WRITE] om de instellingen te kopiëren. U keert terug naar de Play pagina en u komt terecht op het Patch nummer waarnaar u hebt gekopieerd. Opmerking: Om de operatie te annuleren drukt u op [EXIT]. U keert dan terug naar de Play pagina. (1) Kies met de effectknoppen het effect dat u wilt wijzigen. Het display beeldt de parameters af van het geselecteerde effect. Opmerking: Tijdens het editen beeldt het display telkens voor elk effect de laatste parameter af die u hebt geëdit. (2) Ga met de PARAMETER [ ] knop naar de eerste parameter. 18

19 Instellingen wijzigen, Effecten instellen (3) Stel met de VALUE regelaar de gewenste waarde voor deze parameter in. Door aan de VALUE regelaar te draaien kiest u achtereenvolgens de volgende opties: Effect aan Effect uit User instelling1 User instelling5 Het display beeldt de naam af van de User instelling die nu onder het betreffende nummer zit. Opmerking: U kunt nog op [EXIT] drukken om de procedure te annuleren. U keert dan terug naar de toestand van stap (1). (4) Geef de User instelling een naam. Plaats de cursor met de PARAMETER [ ][ ] knoppen op het karakter dat u wilt wijzigen en kies met de VALUE regelaar het gewenste karakter. Opmerking: U kunt hierbij de volgende functies gebruiken: Preset instelling5 CAPS INS Hiermee kiest u tussen hoofdletters en kleine letters. Hiermee voegt u op de plaats van de cursor een spatie in en verschuift u de volgende letters naar rechts. (4) Herhaal stap 1~3 tot u alle parameters hebt ingesteld. (5) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of slaat u de gemaakte instellingen op (zie blz. 28). Instellingen bewaren als een User instelling Voor ieder effectblok kunt u tot 5 verschillende instellingen als een User instelling wegschrijven. Op die manier kunt u vaak gebruikte instellingen binnen handbereik houden en in verschillende Patches gebruiken. Hieronder tonen we hoe u zo n instelling kunt wegschrijven. Opmerking: De inhoud van een Preset instelling op zich kunt u niet wijzigen. U kunt wel de parameters van het betreffende effectblok binnen de context van een Patch wijzigen, of de gewijzigde instellingen opslaan als een User instelling ,4 DEL Hiermee wist u het karakter op de cursorpositie en verschuift u de volgende letters naar links. (5) Druk op [WRITE]. De instellingen van het effect worden, met de naam die u eraan hebt gegeven, opgeslagen in de User instelling die u in stap (2) hebt geselecteerd. Effecten maken door individuele parameters te editen Dit is de traditionele methode om een effect te programmeren, die u misschien reeds kent van andere effectprocessors. Traditioneel neemt echter niet weg dat de GT-5 op dit vlak doorgaans meer flexibiliteit biedt dan zijn soortgenoten. Zo kunt u niet alleen de parameters van de effectblokken instellen, maar staat het u ook vrij om hun aansluitvolgorde te bepalen. Opmerking: Niets belet u om een effect dat u op de onderstaande manier programmeert achteraf nog eens volgens de Quick methode te lijf te gaan. Effectblokken in- en uitschakelen Effecten die u niet gebruikt kunt u uitschakelen. Dat doet u door in het effectkeuze-blok op de knop van het betreffende effect te drukken (de indicator dooft). De indicators van deze knoppen geven steeds uitsluitsel over de aan/uit status van de effectblokken. (1) Kies met de effectknoppen het effect dat u wilt wijzigen. Het display beeldt de parameters af van het geselecteerde effect. (3) Houd het pedaal ingedrukt van het nummer waar u de instelling wilt opslaan (1~5) en druk op [WRITE]. 19

20 GT-5 Handleiding Aansluitvolgorde kiezen We gaan nu kiezen in welke volgorde we de effectblokken willen aansluiten ,2 (1) Druk op de effectknop van het effectblok dat u in of uit wilt schakelen. De instellingen van het geselecteerde blok verschijnen in het display COMPRESSOR / LIMITER WAH LOOP FEEDBACKER / SLOW GEAR OVERDRIVE / DIST PREAMP ORTION FEEDBACKER /SLOW GEAR COMP/LM WAH LOOP OD/DS PREAMP SP SIM EQ TOR SPEAKER SIMULA EQUALIZER (1) Druk op de [MASTER] knop. (2) Kies met de PARAMETER [ ][ ] knoppen de onderstaande display-pagina (Effect Chain). MOD DELAY CHORUS TREMOLO /PAN REVERB MASTER PEDAL /ASSIGN NAME REVERB DELAY MODULATION TREMOLO / PAN CHORUS (2) Druk nogmaals op dezelfde effectknop om het effectblok in of uit te schakelen. U kunt het effect ook in- of uitschakelen door aan de VAL- UE regelaar te draaien. Opmerking: De naam van het effect dat u hebt uitgeschakeld knippert in het display. (3) Herhaal stap 1 en 2 om andere effectblokken in of uit te schakelen. (4) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of slaat u de gemaakte instellingen nu reeds op (zie blz. 28). Opmerking: Het in- of uitschakelen van effectblokken heeft geen invloed op de parameterinstellingen voor het betreffende effectblok. Opmerking: Uitgeschakelde effecten worden in kleine letters afgebeeld. (3) Plaats met de VALUE regelaar de cursor op de plaats in de keten waar u een effectblok wilt plaatsen. (4) Kies met de effectknoppen het effect dat u op deze plaats wilt hebben. Het geselecteerde effect wordt ingevoegd op de plaats van de cursor. (5) Herhaal stap 3 en 4 tot alle effecten in de gewenste volgorde staan. (6) Druk op [EXIT] om de aansluitvolgorde vast te leggen en terug te keren naar de Play pagina. Terug op de Play pagina ziet u naast het Patch nummer een punt staan. Daarmee wordt aangegeven dat u wijzigingen in de Patch hebt aangebracht. GROUP BANK punt Opmerking: Terwijl u de aansluitvolgorde vastlegt kunt u ook effecten in- en uitschakelen. De effectblokken die zich direct links en rechts van de cursor bevinden kunt u uitschakelen door op de overeenkomstige knoppen te drukken. 20

21 Instellingen wijzigen, Instellingen voor het zwelpedaal/controlepedaal (7) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of slaat u de gemaakte instellingen eerst eens op (zie blz. 28), voordat u verderwerkt. Effectparameters instellen Ieder effectblok is opgebouwd uit een aantal parameters (variabele instellingen). Door deze te wijzigen bepaalt u de klank van het effect. 1 Om parameters te wijzigen gaat u als volgt te werk: (1) Druk op de effectknop van het effectblok dat u wilt editen. De instellingen van het geselecteerde blok verschijnen in het display. (2) Kies met de PARAMETER [ ][ ] knoppen de parameter die u wilt editen (met deze knoppen kunt u ook binnen een scherm parameters kiezen). Opmerking: Door één van de PARAMETER [ ][ ] knoppen ingedrukt te houden stapt u in versneld tempo door de parameters. Opmerking: Door één van de PARAMETER [ ][ ] knoppen ingedrukt te houden en de tegenoverliggende knop in te drukken springt u onmiddellijk naar belangrijke parameters. Bij effecten met een beperkt aantal parameters komt u hiermee onmiddellijk op de eerste, respectievelijk laatste parameter terecht. (3) Stel met de VALUE regelaar de gewenste waarde in. (4) Herhaal stap 2 en 3 om andere parameters in te stellen. (5) Herhaal indien nodig stap 1 om een ander effectblok te kiezen en maak dan voor dit blok de nodige instellingen. (6) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of slaat u de gemaakte instellingen eerst eens op (zie blz. 28), voordat u verderwerkt Instellingen voor het zwelpedaal/controlepedaal De zwel- en controlepedalen bieden u heel wat expressieve mogelijkheden tijdens het spelen. Hieronder laten we zien hoe u de functies voor deze pedalen kunt kiezen. Ook hier zijn er weer twee werkwijzen: het één-voor-één-wijzigen van parameters of de Quick methode. Bij deze laatste methode roept u een van tevoren geprogrammeerde pedaalfunctie op. Voorgeprogrammeerde pedaalfuncties gebruiken (Quick methode) Door een effect te kiezen kiest u automatisch de daarbij geprogrammeerde pedaalfuncties. Hebt u bijvoorbeeld het zwelpedaal als Wah pedaal gedefinieerd, dan worden alle parameters optimaal voor deze functie ingesteld. Opmerking: Zodra u de Quick keuze van de pedaalfunctie annuleert worden de overige parameters van het betreffende effectblok opnieuw op hun vorige waarden ingesteld. Mogelijke functies van het zwelpedaal Hieronder ziet u een overzicht van de functies die u aan het zwelpedaal kunt toewijzen. Wilt u andere parameters aansturen, lees dan Stuurbronnen toewijzen (Assign) op blz. 23. P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 FOOT VOLUME WAH PEDAL PEDAL SHIFT DELAY TIME DELAY LEVEL REV LEVEL PEDAL DRIVE PREAMP VOL HUMAN PEDAL MASTER LEV 21

22 GT-5 Handleiding Mogelijke functies van het controlepedaal Hieronder ziet u een overzicht van de functies die u aan het controlepedaal kunt toewijzen. Wilt u andere parameters aansturen, lees dan Stuurbronnen toewijzen (Assign) op blz. 23. P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 Werkwijze: TEMPO DELAY FEEDBACKER VIBRATO DELAY HOLD DELAY S.O.S. SYNTH HOLD MANUAL ON TUNER ON 3 slaat u de gemaakte instellingen eerst eens op (zie blz. 28), voordat u verderwerkt. Geen gebruik maken van de Quick methode In dat geval moet u de werkwijze volgen die wordt beschreven onder Stuurbronnen toewijzen (Assign) (zie hieronder). Het gaat dan om de volgende parameters: Assign On/Off: Control Assign On/Off Target: de parameter die u wilt aansturen Target Range: het waardebereik dat u wilt aansturen Source Mode: de manier waarop u de voetschakelaar wilt laten werken. Opmerking: De Source Mode hoeft u enkel voor het controlepedaal in te stellen. Opmerking: Als u binnen een bepaald waardebereik wilt aansturen of het virtuele zwelpedaal als stuurbron wilt gebruiken, moet u de nodige toewijzingen via Control Assign (zie hieronder) maken. 2 1 (1) Druk op [PEDAL/ASSIGN]. (2) Kies met de PARAMETER [ ][ ] knoppen de volgende parameters in het display. Om de functie van het zwelpedaal te kiezen: Om de functie van het controlepedaal te kiezen: (3) Kies met de VALUE regelaar het effect dat u wilt aansturen. Opmerking: Kies Off als u niets wilt aansturen. (4) Herhaal stap 2 en 3 tot u de gewenste functies voor de twee pedalen hebt ingesteld. (5) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of 22

23 Instellingen wijzigen, Stuurbronnen toewijzen (Assign) 5.4 Stuurbronnen toewijzen (Assign) Om de GT-5 nog flexibeler te maken hebben we hem de mogelijkheid gegeven om parameters aan te sturen met pedalen of vanuit externe MIDIinstrumenten. Voor ieder Patch nummer kunt u acht parameters uitkiezen en voor elk van deze parameters een stuurbron kiezen. 3 2 (3) Stel met de VALUE regelaar de gewenste waarden in. (4) Herhaal stap 2 en 3 tot u alle gewenste stuurbronnen hebt toegewezen. (5) Zodra u een keuze hebt gemaakt stelt u nog andere parameters in, of slaat u de gemaakte instellingen eerst eens op (zie blz. 28), voordat u verderwerkt. Assign On/Off: toewijzingen in/uitschakelen Met de onderstaande parameter kunt u elk van de 8 toegewezen stuurbronnen in- of uitschakelen. Ook voor dit soort toewijzigingen kunt u gebruik maken van Preset en User instellingen om op die manier vaak gebruikte toewijzingen binnen handbereik te houden. (1) Druk op [PEDAL/ASSIGN]. (2) Ga met de PARAMETER [ ][ ] knoppen naar het display van de parameter die u wilt instellen. Assign On/Off Target Aangestuurd waardebereik: Min Aangestuurd waardebereik: Max 1 Opmerking: Per Patch kunt u 8 stuurbronnen toewijzen. Zet de stuurbronnen die u niet gebruikt op Off. Toewijzingen opslaan als een User instelling Voor ieder effectblok kunt u tot 5 verschillende instellingen als een User instelling wegschrijven. Op die manier kunt u vaak gebruikte instellingen binnen handbereik houden en in verschillende Patches gebruiken. Hieronder tonen we hoe u zo n instelling kunt wegschrijven. Opmerking: De inhoud van een Preset instelling op zich kunt u niet wijzigen. U kunt wel de parameters van het betreffende effectblok binnen de context van een Patch wijzigen, of de gewijzigde instellingen opslaan als een User instelling ,4 Source Source Mode Uitgestuurd waardebereik : Min Uitgestuurd waardebereik : Max Internal Pedal Trigger 2 (1) Zorg dat de Control Assign instelling die u wilt wegschrijven in het display verschijnt. (2) Houd het nummerpedaal ingedrukt van het nummer waaronder u de instelling wilt opslaan (1~5) en druk op [WRITE]. 23

24 GT-5 Handleiding Het display beeldt de naam af van de User instelling die nu onder het betreffende nummer zit. Opmerking: U kunt nog op [EXIT] drukken om de procedure te annuleren. U keert dan terug naar de toestand van stap (1). (3) Geef de User instelling een naam. Plaats de cursor met de PARAMETER [ ][ ] knoppen op het karakter dat u wilt wijzigen en kies met de VALUE regelaar het gewenste karakter. Opmerking: U kunt hierbij de volgende functies gebruiken: CAPS Hiermee kiest u tussen hoofdletters en kleine letters. Voor stuurbronnen van het aan/uit type is uit (dicht) gelijk aan de minimumwaarde en is aan (open) gelijk aan de maximumwaarde. Met stuurbronnen zoals zwelpedalen of Pitch Bend hendels kunt u alle waarden tussen het minimum en het maximum zenden. Is de aangestuurde parameter van het aan/uit type, dan schakelen waarden boven de middenste waarde (tussen minimum en maximum) deze parameter in, terwijl waarden beneden de middenste waarde hem uitschakelen. Stuurbron AAN Verandering in de parameterwaarde 100% Max. waarde INS Hiermee voegt u op de plaats van de cursor een spatie in en verschuift u de volgende letters naar rechts. Min. waarde DEL Hiermee wist u het karakter op de cursorpositie en verschuift u de volgende letters naar links. (4) Druk op [WRITE]. De toegewezen stuurbron wordt, met de naam die u eraan hebt gegeven, opgeslagen in de User instelling die u in stap (2) hebt geselecteerd. Target (Trg): parameter die u gaat aansturen Hiermee kiest u de parameter die u wilt aansturen. Dat kunnen de volgende parameters zijn: UIT Stuurbron Max. waarde Min. waarde 0% Verandering in de parameterwaarde 100% Max. waarde Min. waarde 0% Stuurbron Max. waarde Parameterwaarde AAN Uitgangsvolume Aan./uit status van ieder effect Effectparameters Tuner/Bypass aan/uit Manual aan/uit MIDI Start/Stop MMC Play/Stop Opmerking: Het is mogelijk twee of meer stuurbronnen aan één parameter toe te wijzen, maar in dat geval is het af te raden beide stuurbronnen tegelijk te gebruiken. Dat kan namelijk voor ongewenste bijgeluiden zorgen. Waardebereik van Target Voor iedere extern aangestuurde parameter moet u een minimum- en maximumwaarde specifiëren. Dat zijn de grenzen waartussen de stuurbron de waarde van die parameter kan variëren. Middenwaarde Min. waarde UIT Opmerking: De beschikbare minimum- en maximumwaarden hangen af van de aangestuurde parameter. Opmerking: Als u de minimumwaarde boven de maximumwaarde instelt wordt de parameter omgekeerd aangestuurd. Opmerking: Kiest u na het instellen van minimumen maximumwaarden een ander Target, dan is het mogelijk dat de instellingen plots veranderen. Controleer dit steeds even nadat u een ander target hebt gekozen. Source: stuurbron die de parameter aanstuurt De Source is de stuurbron die de Target parameter aanstuurt. 24

25 Instellingen wijzigen, Stuurbronnen toewijzen (Assign) De volgende stuurbronnen komen hiervoor in aanmerking. Het zwelpedaal van de GT-5. Het controlepedaal van de GT-5. Een zwelpedaal (los verkrijgbaar: FV-300L + PCS-33 (Roland) of EV-5 (Roland)) of een voetschakelaar (los verkrijgbaar: FS-5U, FS-5L, FS-1 (Roland), DP-2 (Roland), enz.) dat/die u op de EXP/CTL ingangen hebt aangesloten. Interne virtuele pedalen (Internal Pedal of Wave Pedal) (zie blz. 26). Aanslagwaarden van een extern MIDI-instrument. Pitch Bend-commando s van een extern MIDIinstrument. Controlecommando s van een extern MIDI-instrument (controlenummer 1~31 of 64~95). Deze commando s kunt u zenden met speelhulpen zoals schuifregelaars pedalen, enz. Source Mode: wat gebeurt er als u op een voetschakelaar drukt De Source mode bepaalt wat er met een parameterwaarde gebeurt wanneer u op een niet-schakelende voetschakelaar (los verkrijgbaar: FS-5U, Roland DP-2 enz.) drukt. Opmerking: Het controlepedaal van de GT-5 is een niet-schakelend type voetschakelaar. op het pedaal het effect afwisselend in- en uitschakelt. Bij de tweede manier is het effect enkel hoorbaar zolang u het pedaal ingedrukt houdt (eens u het pedaal loslaat, hoort u dus geen effect meer). Voor de eerste manier kunt u zowel een voetschakelaar van het niet-schakelende type als van het schakelende type gebruiken. Voor een niet-schakelend type moet u de Source mode op Toggle instellen, voor een schakelend type op Normal. De tweede manier vereist een niet-schakelend type voetschakelaar, waarvoor u de Source mode parameter op Normal instelt. Een schakelend type is voor deze werkwijze niet bruikbaar. Act Range: de waarden die een stuurbron kan zenden We hebben gezien hoe u voor een parameter het waardebereik kunt specifiëren waarop deze reageert. Er bestaat ook een ActRange parameter, waarmee u voor iedere stuurbron (van het continu variabele type, bijvoorbeeld een zwelpedaal) kunt specifiëren welk waardebereik hiervoor wordt ontvangen. Verzonden waarden buiten dit bereik worden door de Target parameter genegeerd. De GT-5 gaat er dan van uit dat hij nog steeds de minimum- ( Lo ) of maximumwaarde ( Hi ) van de ActRange ontvangt. Opmerking: Norml (Normal) Toggl (Toggle) De parameter is normaal uitgeschakeld (minimumwaarde) en wordt ingeschakeld zodra u op de voetschakelaar drukt. Opmerking: Deze parameter moet u steeds op Normal laten staan wanneer u een schakelende voetschakelaar (los verkrijgbaar: FS-5L, FS-1 (Roland), enz.) hebt aangesloten of wanneer u geen voetschakelaar als stuurbron hebt toegewezen. Voetschakelaars het hele verhaal Voetschakelaars kunt u op twee manieren gebruiken: de eerste manier houdt in dat u bij iedere druk Voorbeeld; Active Range Low:100, Active Range High:127 Stuurbron Verandering in de Parameterwaarde Min. waarde 100% Max. waarde Min. waarde 0% Stuurbron Telkens wanneer u op de voetschakelaar drukt wisselt u tussen uit (minimumwaarde) en aan (maximumwaarde). 127 Middenwaarde 100 Parameterwaarde AAN Opmerking: Als u een stuurbron van het aan/uit type gebruikt (bijvoorbeeld een voetschakelaar), moet u deze parameter op Lo: 0, Hi: 127 laten staan. Andere instellingen kunnen tot gevolg hebben dat de waarde niet verandert. Opmerking: Als u het Internal Pedal System gebruikt, moet u met deze parameter het bereik instellen waarbinnen de waarde reageert op de modulatie die door het virtuele pedaal wordt gezonden. UIT UIT 25

GX-700. Guitar Effects Processor. Nederlandstalige handleiding

GX-700. Guitar Effects Processor. Nederlandstalige handleiding GX-700 Guitar Effects Processor Nederlandstalige handleiding GX-700 Handleiding 2 Inleiding, 1. Inleiding Bedankt dat u voor de BOSS GX-700 Guitar Effects Processor hebt gekozen. Lees deze handleiding

Nadere informatie

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO Wat u met de combinatie FC-300/GT-PRO kunt doen U kunt GT-PRO Patch wijzigingen aanbrengen. Nadat u gereed bent met Instellingen voor de FC-300 maken (Voorbereidingen voor het gebruik van de combinatie),

Nadere informatie

GP-100. Guitar Preamp/Processor

GP-100. Guitar Preamp/Processor GP-100 Guitar Preamp/Processor Bedankt voor uw aankoop van de Roland GP-100 Guitar Preamp/Processor. Lees deze handleiding best eens helemaal door om alle mogelijkheden van de GP-100 te leren kennen en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gefeliciteerd, en dank dat u voor de BOSS GT-6 Guitar Effects Processor heeft gekozen. Lees de onderstaande secties, voordat u dit apparaat gaat gebruiken: HET APPARAAT OP EEN VEILIGE

Nadere informatie

Inleiding. 1.2 Hoe gebruikt u deze handleiding? 1.1 Voornaamste kenmerken. Hoofdstuk 1: Aan de slag. Hoofdstuk 2: Instellingen wijzigen

Inleiding. 1.2 Hoe gebruikt u deze handleiding? 1.1 Voornaamste kenmerken. Hoofdstuk 1: Aan de slag. Hoofdstuk 2: Instellingen wijzigen SX-700 Handleiding SX-700 Handleiding 1. Inleiding Bedankt dat u voor de BOSS SX-700 Studio Effects Processor hebt gekozen. Lees deze handleiding best eens volledig door, zo krijgt u een idee van alle

Nadere informatie

Nederlandstalige Handleiding

Nederlandstalige Handleiding Copyright 1999 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag gereproduceerd worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION. Nederlandstalige Handleiding

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc.

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc. STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE Rev D Firmware Version 1.20 Addendum 2013 Line 6, Inc. Inhoudsopgave Appendix D: Fader View... D 1 Fader View Werkbalk...D 2 Menu voor het toewijzen van Faders...D 3 Menu

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE 16 Kanaals vrij te programmeren dimmer en schakel Controller DMX-512 DJ MINGLE DM-16 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 M MASTER A LEVEL SPEED AUDIO FADE TiME 6.99 Manual Midi Channel

Nadere informatie

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND 1 Automaat componenten, 1. LCD scherm: voor tijd, programma aanduiding en algemene informatie. 2. +/On & -/Off knoppen: Om programma gegevens zichtbaar te maken. 3.

Nadere informatie

Showmaster 24 ORDERCODE 50335

Showmaster 24 ORDERCODE 50335 Showmaster 24 ORDERCODE 50335 1. Inleiding De DC-1224 is een digitale lichtcontroller, 24 DMX kanalen en 48 geheugenplaatsen voor scenes of chases met ieder 999 stappen en een MIDI in- en uitgang. Lees

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND BR-1600 CD http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222225

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND BR-1600 CD http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222225 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

8 CHANNEL MUSIC MIXER CHANNEL MUSIC MIXER

8 CHANNEL MUSIC MIXER CHANNEL MUSIC MIXER 8 CHANNEL MUSIC MIXER 172.580 12 CHANNEL MUSIC MIXER 172.583 Instruction Manual Gebruiksaanwijzing Mode d Emploi Gebrauchsanleitung Brugsanvisning NL Hartelijk dank voor de aanschaf van dit SkyTec mengpaneel.

Nadere informatie

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1 DMX ADRES INSTELLINGEN 1 Freekie Nederlandse handleiding Iedere fixture dat verbonden is met serial link moet voorzien worden van een DMX startadres, welke het eerste kanaal is dat de controller gebruikt

Nadere informatie

MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING

MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING KEYBOARD FOR COMPUTER MUSIC PITCH BEND MODULATION OF F ON MIN MA WHEEL ASSIGN. VEL. C UR VE BA NK L BA NK M RESET-A C G M -RESET CHANNEL PROGRAM ME MO RY 'POS ER OCTAVE MULTI DISPLAY 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Nadere informatie

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Overzicht U kunt een onderdeel slechts wijzigen wanneer het knippert in het display. Duw de knoppen

Nadere informatie

Handleiding. Copyright 1999 BOSS CORPORATION

Handleiding. Copyright 1999 BOSS CORPORATION Handleiding Bedankt voor uw aankoop van de BOSS VF-1 24-BIT MULTIPLE S PROCESSOR. Lees a.u.b. de volgende paragrafen door alvorens de VF-1 te gebruiken: Veilig gebruik van de VF-1 op blz. 2 Belangrijke

Nadere informatie

AMPLIFi 30 / AMPLIFi 75 / AMPLIFi 150 Pilotenhandboek

AMPLIFi 30 / AMPLIFi 75 / AMPLIFi 150 Pilotenhandboek AMPLIFi 30 / AMPLIFi 75 / AMPLIFi 150 Pilotenhandboek 40-00-0484-A Firmwareversie 2.50.2 line6.com/support/manuals 2016 Line 6, Inc. Opgelet: Line 6 en AMPLIFi zijn in de VS en andere landen geregistreerde

Nadere informatie

AMPLIFi FX100. Pilotenhandboek D Firmwareversie line6.com/support/manuals 2016 Line 6, Inc.

AMPLIFi FX100. Pilotenhandboek D Firmwareversie line6.com/support/manuals 2016 Line 6, Inc. AMPLIFi FX100 Pilotenhandboek 40-00-0409-D Firmwareversie 2.50.2 line6.com/support/manuals 2016 Line 6, Inc. Opgelet: Line 6 en AMPLIFi zijn in de VS en andere landen geregistreerde handelsmerken van Line

Nadere informatie

Belangrijkste functies

Belangrijkste functies Gebruikershandleiding Belangrijkste functies Nieuwe COSM-amps Deze opnieuw ontworpen COSM-amps vormen de neerslag van alle kennis over het creëren van geluid die we in de loop der jaren hebben verkregen.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS GT-10. 201b Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (p.2-3) en BELANGRIJKE

Nadere informatie

Aanvullende handleiding

Aanvullende handleiding MUSIC SYNTHESIZER Aanvullende handleiding Inhoud Nieuwe functies in MODX versie 1.10... 2 Play/Rec... 3 Part Edit (Edit)... 4 Utility... 5 Dialoogvenster Control Assign... 6 Functie Panel Lock... 7 NL

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

Handleiding AC & BATTERY POWERED FET

Handleiding AC & BATTERY POWERED FET Handleiding AC DC AC & BATTERY POWERED FET 1 Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BD-2 Blues Driver. Lees voor gebruik van het apparaat eerst aandachtig de hoofdstukken getiteld: HET

Nadere informatie

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET MODULES VM130 HANDLEIDING 2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET WWW.VELLEMANPROJECTS.EU Inhoudstafel Beschrijving 3 Eigenschappen en technische gegevens 4 Instructies voor de zender 4 Instructies voor de

Nadere informatie

Koopgids voor gitaarversterker

Koopgids voor gitaarversterker Koopgids voor gitaarversterker Type versterker Er zijn vier types versterker: buizen, hybride, solidstate (analoog) en modeling (digitaal). Buizenversterker Buizenversterkers zijn geliefd om hun warme

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Bedankt en gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland V-BASS. Lees voor het gebruik van dit instrument aandachtig de volgende hoofdstukken: BELANGRIJKE VEILIGHEID INSTRUCTIES (gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING MPA-BOX ACTIEF OMROEPSYSTEEM

GEBRUIKSAANWIJZING MPA-BOX ACTIEF OMROEPSYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING MPA-BOX ACTIEF OMROEPSYSTEEM 1 1 2 4 6 8 10 5 7 9 11 12 1 15 14 1 2 4 1: hoogte buis 2: borg pen : borg bout van hoogte buis 4: borg bout statief voet Statief Statief is optioneel 2

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Inhoudsopgave 02 INHOUDSOPGAVE 03 INFORMATIE 04 OVERZICHT FRONTPANEEL 06 OVERZICHT ACHTERPANEEL 08 BEDIENING VAN DE R5 08 WEKKERINSTELLINGEN 09 SLEEP TIMER INSTELLINGEN 09 DIM 09

Nadere informatie

Spider IV 15 Pilotenhandboek

Spider IV 15 Pilotenhandboek Spider IV 15 Pilotenhandboek 40-00-0187 Opmerkingen voor uw veiligheid OPGELET RISICO OP ELEKTRO- CUTIE. NIET OPENEN. WAARSCHUWING: Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven

Nadere informatie

Spider. Pilotenhandboek

Spider. Pilotenhandboek Spider IV Pilotenhandboek 40-00-0186 Opmerkingen voor uw veiligheid OPGELET RISICO OP ELEKTRO- CUTIE. NIET OPENEN. WAARSCHUWING: Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven

Nadere informatie

Handleiding. 1. Over Bluetooth Speakerphone

Handleiding. 1. Over Bluetooth Speakerphone Handleiding 1. Over Bluetooth Speakerphone Deze draagbare mini Bluetooth Speakerphone is speciaal ontworpen om u te voorzien van het gemak en de vrijheid van draadloze communicatie. U kunt het gebruiken

Nadere informatie

Evolution MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING

Evolution MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING Evolution MK - 261 www.evolution.co.uk MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING 1-1 Geluideskaart als voedingsbron Gebruik de meegeleverde kabel, sluit de 5 poige plug aan op het MIDI toetsenbord

Nadere informatie

PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252

PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252 PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252 NL HANDLEIDING NL HANDLEIDING WAARSCHUWING: OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE REDUCEREN, STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT. LET OP Het

Nadere informatie

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212 Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT INHOUD Pagina Instellen van tijd en datum. 2. Bekijken of wijzigen beregeningsschema. 3. Bekijken of wijzigen programma starttijden.

Nadere informatie

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER Infiniti ST-950 Computerhandleiding Hoofdscherm Staafgrafiek Programma profielen Start/Stop knop SELECT knoppen RESET knop om gegevens te wissen RECOVERY knop om de recovery functie te activeren ENTER

Nadere informatie

Handleiding Roland TR-808 sequencer

Handleiding Roland TR-808 sequencer Handleiding Roland TR-808 sequencer Omdat er eigenlijk geen Nederlandstalige beschrijving te vinden was, heb ik voor mezelf een opzetje gemaakt hoe de (sequencer van de) TR- 808 nu precies werkt. Dit,

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND HP-136

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND HP-136 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Computer Instructies voor de SM-5062

Computer Instructies voor de SM-5062 Hoofdscherm Staafgrafiek Recovery Knop om de Recovery functie te activeren Programma Profielen Select Knoppen Enter Knop om keuzes te bevestigen Reset Knop om gegevens te wissen Start/Stop Knop Computer

Nadere informatie

Handleiding. Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS GT-PRO Guitar Effects Processor. Opmaak van deze handleiding

Handleiding. Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS GT-PRO Guitar Effects Processor. Opmaak van deze handleiding Handleiding Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS GT-PRO Guitar Effects Processor. Lees alvorens dit toestel te gebruiken aandachtig de volgende pagina s: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings-

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Drukafspraken voor deze gebruiksaanwijzing. Hartelijk dank voor uw aanschaf van de BOSS GT-6B Bas Effect Processor.

Gebruiksaanwijzing. Drukafspraken voor deze gebruiksaanwijzing. Hartelijk dank voor uw aanschaf van de BOSS GT-6B Bas Effect Processor. Gebruiksaanwijzing Hartelijk dank voor uw aanschaf van de BOSS GT-6B Bas Effect Processor. Lees voor het gebruik van dit apparaat de volgende gedeeltes aandachtig door: VEILIG GEBRUIK VAN HET APPARAAT

Nadere informatie

DIGITALE PLL-WEKKERRADIO MET WEKLAMP, NATUURGELUIDEN EN DUBBELE ALARMFUNCTIE

DIGITALE PLL-WEKKERRADIO MET WEKLAMP, NATUURGELUIDEN EN DUBBELE ALARMFUNCTIE 422673 DIGITALE PLL-WEKKERRADIO MET WEKLAMP, NATUURGELUIDEN EN DUBBELE ALARMFUNCTIE GEBRUIKSHANDLEIDING Bedankt dat u hebt gekozen voor dit product van BALANCE. Lees deze handleiding zorgvuldig door om

Nadere informatie

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB nvsysa-mo7-0 MontageGIDS inteo 1 Kenmerken: De is een zon- en windautomaat voor het sturen van meerdere motoren via een Inteo buslijn. De windsnelheid en de lichtintensiteit worden gemeten met behulp een

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit / Dimmen * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator

Nadere informatie

Veel gestelde vragen:

Veel gestelde vragen: Veel gestelde vragen: Welke functies heeft het apparaat? 5 functies in 1: te gebruiken als auto starthulp, LED lamp, oplader voor diverse apparaten zoals mobiele telefoons, laptops, PSP, MP3/MP4. Hoe kan

Nadere informatie

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER GEBRUIKSAANWIJZING* v. 1.0 ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER *Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Gefeliciteerd met de aankoop van dit KlikAanKlikUit product. U

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

GR-30. Guitar Synthesizer

GR-30. Guitar Synthesizer GR-30 Guitar Synthesizer 1 GR-30 Handleiding Inhoud 1. Voorzorgsmaatregelen......... 4 2. Inleiding..................... 5 2.1 Wat is een gitaarsynthesizer?, 5 2.2 Wat kunt u met de GR-30 allemaal doen?,

Nadere informatie

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING LMD-AE-09HDI-SET LMD-AE-12HDI-SET LMD-AE-18HDI-SET LMD-AE-24HDI-SET Pag 1 Inhoud: Afstandsbediening specificatie.. 3 Afstandsbediening functies.. 4 Betekenis

Nadere informatie

Spider IV 30 Pilotenhandboek

Spider IV 30 Pilotenhandboek Spider IV 30 Pilotenhandboek 40-00-0190 Rev E Opmerkingen voor uw veiligheid OPGELET RISICO OP ELEKTRO- CUTIE. NIET OPENEN. WAARSCHUWING: Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je nooit

Nadere informatie

De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen

De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen De VS-100 is compatibel met muziekproductiesoftware van Apple, zoals Logic Pro/Express en GarageBand. Nadat u de betreffende VS-100 control

Nadere informatie

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0)

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) Internet Control Station Kijk regelmatig op www.klikaanklikuit.nl voor updates Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) ICS-1000 Het grootste gemak in draadloos schakelen. Eenvoudig uit te breiden

Nadere informatie

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual 1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual Inhoud Blz Diagram: 3 Knoppen en functies: 3 Aansluitingen: 5 DMX-512 adres instellen: 6 Scene programmeren: 6 Scene programmeren samengevat:

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions Awning Instructions Wind, Sun & Rain Sensor Instructions B C D Nederlands Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Inhoud Garantie Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door

Nadere informatie

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Handleiding Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Belangrijk Wanneer het product is ingeschakeld, ziet u de functie On Mode geactiveerd. Echter, wanneer het product is aangesloten op een extern

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding gebaseerd op de Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS RE-20 Space Echo. Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, lees de secties HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN en

Nadere informatie

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output Mooi afgewerkt wandpaneel voor de bediening van RGB led strips Touch bediening 2 opties: rechtstreekse bediening + aansturing of bediening via het DMX-512

Nadere informatie

Analoog telefoontoestel

Analoog telefoontoestel Gebruikershandleiding Analoog telefoontoestel COMfort 200 Hoorn Basiseenheid Toetsenklavier Haak Krulsnoer Aansluiting krulsnoer Lijnsnoer Aansluiting lijnsnoer Eerste gebruik Verbindt het krulsnoer met

Nadere informatie

ReporterMate. quick reference guide. 1 Opnemen. softwareversie 1.03, 19 oktober 2000

ReporterMate. quick reference guide. 1 Opnemen. softwareversie 1.03, 19 oktober 2000 ReporterMate 1 Opnemen quick reference guide stwareversie 1.03, 19 oktober 2000 PCMCIA geheugenkaart in slot 1 steken. Sluit de microon aan op MIC/LINE 1 en de hodtelefoon op PHONES. Zet de regelaars MIC/LINE

Nadere informatie

POD 2.0 Pilotenhandboek

POD 2.0 Pilotenhandboek POD 2.0 Pilotenhandboek 40-00-0206 Rev B Opmerkingen voor uw veiligheid OPGELET RISICO OP ELEKTRO- CUTIE. NIET OPENEN. WAARSCHUWING: Om het risico op brand en elektrocutie te beperken mag je nooit de schroeven

Nadere informatie

Micro Spider. Pilotenhandboek Beperkte elektrofone uitgave Versie A

Micro Spider. Pilotenhandboek Beperkte elektrofone uitgave  Versie A Micro Spider Pilotenhandboek 40-00-0166 Beperkte elektrofone uitgave verkrijgbaar @ www.line6.com/manuals Versie A Alle in deze handleiding vermelde productnamen zijn handelsmerken van de betreffende

Nadere informatie

NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING

NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING BELANGRIJK! Lees de instructies aandachtig voordat u de versterker de eerste keer gebruikt. Bewaar deze instructies voor de toekomst. VERSTERKER EIGENSCHAPPEN - Volledig

Nadere informatie

HC883 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER

HC883 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER 1. Inleiding 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER Dank u voor uw aankoop! U heeft geen vergunning nodig voor dit handige toestel. Bovendien kunt u praten met om het even wie en u hoeft ook geen zendtijd te betalen!

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Belangrijkste functies AC DC STROOM EN BATTERIJ Het eerste octaafpedaal ter wereld dat is uitgerust met een polyfonische octaaf functie, en de mogelijkheid heeft tot polyfonische

Nadere informatie

CN27 MIDI-handleiding MIDI instellingen

CN27 MIDI-handleiding MIDI instellingen De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, een internationale standaard voor de verbinding van muziekinstrumenten, computers en andere apparaten, waardoor deze apparaten onderling

Nadere informatie

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO Duurzame energie Aan de slag met de energiemeter van LEGO LEGO, het LEGO logo, MINDSTORMS en het MINDSTORMS logo zijn handelsmerken van de LEGO Group. 2010 The LEGO Group. 1 Inhoudsopgave 1. Overzicht

Nadere informatie

www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL

www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL 1. Opzet display Het display bestaat uit een LCD scherm, twee leds

Nadere informatie

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding Hi-Fi Muzieksysteem Gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig alvorens het apparaat te gebruiken en bewaar hem voor toekomstig gebruik. op met Teknihall support: 0900 400 2001 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

RGBW Wi-Fi naar RF omvormer

RGBW Wi-Fi naar RF omvormer RGBW Wi-Fi naar RF omvormer Wi-Fi naar RF signaalomvormer voor de bediening van RGBW led strips Bediening via een app. op uw smartphone of tablet Tot 8 zones apart of samen bedienen Gratis applicatie is

Nadere informatie

Zorg voor je digitale drumstel

Zorg voor je digitale drumstel Handleiding Gefeliciteerd! Gefeliciteerd met de aanschaf van je DD-501 digitale drumstel. Dit drumstel is gemaakt om te klinken en te spelen als een traditioneel akoestisch drumstel. Voordat je met dit

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-500T/R. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-500T/R. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-500T/R 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van dit 40 kanaals communicatiesysteem, AT-500T/R. Deze handleiding

Nadere informatie

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AC-3500 STEKKERDOOS SCHAKELAAR

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AC-3500 STEKKERDOOS SCHAKELAAR GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AC-3500 STEKKERDOOS SCHAKELAAR A B C * * Afbeelding van de AYCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en verbindstatus)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding * In de fabrieksinstellingen wordt dit apparaat in de slaapstand geplaatst (stroombesparing modus) nadat er tien uur is verstreken sinds de laatste handeling of sinds de laatste geluidsinvoer

Nadere informatie

Olympia EKM 2100. (vertaling Zonnepanelen123 als service voor gebruikers)

Olympia EKM 2100. (vertaling Zonnepanelen123 als service voor gebruikers) (vertaling Zonnepanelen123 als service voor gebruikers) Vooraf: De Olympia EKM2100 is oorspronkelijk bedoeld als meetinstrument voor het meten van het verbruik van energie van uw apparaten. De EKM2100

Nadere informatie

EERSTE KENNISMAKING OPBOUW VAN DE V-ACCORDION IN- EN UITSCHAKELEN

EERSTE KENNISMAKING OPBOUW VAN DE V-ACCORDION IN- EN UITSCHAKELEN FR-s/, FR-sb/b OPBOUW VAN DE V-ACCORDION Alvorens u te tonen hoe u de FR-s/ of FR-sb/b kunt bedienen willen we even de structuur van uw V-Accordion uiteenzetten. De FR-s/ of FR-sb/b is een virtuele accordeon

Nadere informatie

EERSTE KENNISMAKING OPBOUW VAN DE V-ACCORDION

EERSTE KENNISMAKING OPBOUW VAN DE V-ACCORDION FR-/ FR-b/b OPBOUW VAN DE V-ACCORDION Alvorens u te tonen hoe u de FR-/ of FR-b/b kunt bedienen willen we even de structuur van uw V-Accordion uiteenzetten. De FR-/ of FR-b/b is een virtuele accordeon

Nadere informatie

CAMZWEXT3N CCTV BEVEILIGINGSSYSTEEM : ACTIVERING VIA AUDIO & BEWEGING - VIDEOSTARTER

CAMZWEXT3N CCTV BEVEILIGINGSSYSTEEM : ACTIVERING VIA AUDIO & BEWEGING - VIDEOSTARTER CCTV BEVEILIGINGSSYSTEEM : ACTIVERING VIA AUDIO & BEWEGING - VIDEOSTARTER 1. Inleiding De is een gebruikersvriendelijk en makkelijk te installeren camerasysteem met volgende kenmerken : een ingebouwde

Nadere informatie

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER Snel installatiegids DA-10295 Welkom Dank u voor het kopen van Digitus Bluetooth Soundbar met subwoofer! Ongeacht hoe u dit product gebruikt of het nu voor het afspelen

Nadere informatie

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING Kinder slot Tijd Signaal indicator Thermostatische stand Batterij Countdown F or C Programma Eco stand Temperatuur Dubbele brander 8-SYMBOOL DISPLAY INSTELLING

Nadere informatie

Aansluitingen achterkant. Voedingsspanning. Midi THRU. Midi OUT. Audio IN 100 mv mono cinch. Voetschakelaar jack 6,3mm STEP.

Aansluitingen achterkant. Voedingsspanning. Midi THRU. Midi OUT. Audio IN 100 mv mono cinch. Voetschakelaar jack 6,3mm STEP. BOTEX Scene Setter DC-1224 P 1/6 De Botex Scène Setter is een digitale lichtstuurtafel met 24 kanalen, 48 geheugens of looplichtprogramma s van telkens maximum 99 stappen. De uitgang is DMX (de fasen kunnen

Nadere informatie

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld. MKP-300 DRAADLOOS BEDIENDEEL MKP300_NL 03/12 Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld. 1. Eigenschappen

Nadere informatie

Montagevoorschriften

Montagevoorschriften Montagevoorschriften BCU Mont_BCU1_NL.Doc 1/9 Inhoudsopgave 1. Montage van de onderdelen... 3 2. Aansluitingen van de 8 polige stekker... 3 3. Aansluitingen van de 10 polige stekker... 4 4. Opstarten...

Nadere informatie

Praktijk voorbeeld 1: het begin

Praktijk voorbeeld 1: het begin Dit voorbeeld gaat over hoe je: - een project opent en afspeelt - het project automatisch herhalend kan laten afspelen. - markers gebruikt - het tempo aanpast - tracks kan uitzetten of solo laten spelen.

Nadere informatie

INSTEEKKAARTJES 33 QUAD FM3 HANDLEIDING

INSTEEKKAARTJES 33 QUAD FM3 HANDLEIDING Vintage Audio Repair Augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Inleiding.....3 Insteekkaartjes...3 & 4 Aansluiten 303...4, 5 & 6 Aansluiten 33...7 & 8 Kabels......7 & 8 Aansluiten FM3...9 Bediening Quad set...9 & 10

Nadere informatie

Inhoud van de handleiding

Inhoud van de handleiding BeoSound 3000 Guide BeoSound 3000 Reference book Inhoud van de handleiding 3 U hebt de beschikking over twee boekjes die u helpen zich vertrouwd te maken met uw Bang & Olufsen-product. De Het bedie- referentiehandboeningshandleiding

Nadere informatie

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor)

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor) Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor) Let op: Als het flexibele draad van dit licht beschadigd is, dient het te worden vervangen door iemand van de technische service,

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APCR-2300 STEKKERBLOK SCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APCR-2300 STEKKERBLOK SCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APCR-2300 STEKKERBLOK SCHAKELAAR A B C A: LED-indicator B: Verbindingsknop C: Kinderbeveiliging 1 [1] Plaatsen stekkerblok schakelaar Plaats de stekker van het stekkerblok in

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Temperatuurregeling van aangesloten toestellen BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN ingebouwde temperatuurvoeler Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Toepassingsvoorbeelden: Elektrische

Nadere informatie

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE AC Bepalen van de installatie mode van de FOREST SHUTTLE AC De Shuttle AC motor kan op twee manieren aangesloten worden: 1. Remote control mode. Beide draden bruin en

Nadere informatie

Waterdichte Draadloze SpeakerBal

Waterdichte Draadloze SpeakerBal Waterdichte Draadloze SpeakerBal HANDLEIDING LEES VOOR GEBRUIK DEZE HANDLEIDING! INTRODUCTIE Deze drijvende waterdichte en draadloze SpeakerBal maakt gebruik van de nieuwste 863 Mhz draadloze technologie,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Copyright TEF Nederland erland B.V. Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten

Nadere informatie

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL Syncro AS Analoge Brandmeldcentrale Gebruikershandleiding Man-1100 030209V1.0NL Index Section Page 1. Inleiding...2 2. Bediening...2 3.1 Bedieningsniveau 1...2 3.2 Bedieningsniveau 2...2 3. Alarmen...2

Nadere informatie