THERE S NO BUSINESS LIKE SHOW BUSINESS: TICKETPRIJZEN BIJ POPULAIRE MUZIEKCONCERTEN
|
|
- Jonathan Hermans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR THERE S NO BUSINESS LIKE SHOW BUSINESS: TICKETPRIJZEN BIJ POPULAIRE MUZIEKCONCERTEN Seminariewerk voorgedragen tot het bekomen van het diploma van: de aanvullende opleiding Economie en Bedrijfskunde Optie Bedrijfseconomie Tom Evens Onder leiding van Prof. Dr. Maggie Geuens
2 INHOUD INLEIDING... 3 HOOFDSTUK 1: DE CONCERTINDUSTRIE De spelers op de concertmarkt Structuur van de concertindustrie Rockonomics Cost disease van Baumol en Bowen Gezonde industrie? HOOFDSTUK 2: TICKETPRIJZEN Doelstellingen Prijsmethoden Kostengebaseerde prijszetting Vraaggebaseerde prijszetting De primaire ticketmarkt De secundaire ticketmarkt Ticketprijzen in België Enkele verklaringen Enkele bemerkingen CONCLUSIES EN DISCUSSIE LITERATUURLIJST
3 INLEIDING In oktober 1980 geeft een Ierse new waveband zijn allereerste concert op Belgische bodem in de Klacik, een Ukkelse nachtclub. De groep laat geen diepe indruk na op de nauwelijks 70 toeschouwers, die 220 frank (5,5 ) inclusief consumptie aan de kassa betalen. De uitbater van de club is razend over de geringe opkomst en gooit groep én publiek letterlijk op straat. Vijfentwintig jaar later tekent datzelfde U2 met Vertigo//2005 voor de grootste wereldtour ooit in de geschiedenis van de popmuziek. Voor het concert in Brussel vliegen de tickets (85 ) in minder dan 4u de deur uit. Op de zwarte markt bieden hopeloze fans duizelingwekkende bedragen om toch maar één kaartje te bemachtigen. De huidige industrie van popconcerten heeft inderdaad nog weinig gemeen met de pioniersdagen uit de jaren zeventig. De tijd dat je topartiesten voor een prikje kon gaan bezichtigen, ligt definitief achter ons. Het romantische beeld van de arme kunstenaar gaat al een tijdje niet meer op. In de hedendaagse muziekindustrie zijn artiesten poenscheppende ondernemingen geworden, een geoliede marketingmachine stippelt nauwkeurig hun handel en wandel uit. Dergelijke professionalisering heeft onvermijdelijk een gevolg op de prijzen van populaire muziekproducten. Nu de platenmarkt ten voordele van de legale én illegale downloadpraktijken jaar na jaar aan omzet inboet, lijkt de concertindustrie dé booming business van de afgelopen jaren. Maar ook daar heerst een prijzenoorlog zowel op vlak van artiesten als voor tickets. Dit werk tracht te achterhalen welke strategieën concertpromotors hanteren om hun ticketprijzen te bepalen en met welke factoren zij hierin rekening dienen te houden. Het eerste hoofdstuk beoogt een structurele beschrijving van de diverse actoren op de concertmarkt te geven. Daarnaast gaan we ook dieper in op enkele karakteristieke eigenschappen van de concertindustrie die de problematiek rond ticketprijzen helpt verduidelijken. In het tweede hoofdstuk richten we ons dan uitsluitend op het fenomeen van de ticketmarkten en geven we enkele essentiële prijsmethoden weer. Verder analyseren we ook op summiere wijze de evolutie van concerttickets op de Belgische markt. In onze discussie tenslotte voorspellen we enkele mogelijke (r)evoluties die zich in de nabije toekomst op het vlak van ticketprijzen zullen voortdoen. Ook de gebrekkige aandacht voor marktgegevens en onderzoek naar de werking van de industrie in België worden kort aangeraakt. 3
4 Eeuwenlang werd bij evenementen het principe van cash-on-entry gehanteerd (Courty, 2000, 90-92). Tickets deden pas in de 16 e eeuw hun intrede met het succes van de Engelse commerciële theaters. Deze waren in secties ingedeeld en wie in de exclusievere secties wou plaatsnemen, moest betalen. Een betalingsbewijs (checks) elimineerde de noodzaak bij elke sectie geld te betalen. Later werd het ook mogelijk deze checks op voorhand te boeken zodat het welgestelde volk niet in de wachtrij moest plaatsnemen. De voorverkoop reduceerde bovendien de transactiekosten. Vanaf de 19 e eeuw werd soms met genummerde plaatsen gewerkt. Zo konden de diverse preferenties van verschillende consumenten bevredigd worden. Ook vandaag dienen tickets nog beide functies voor de consument. Ze bieden de mogelijkheid om op voorhand te beslissen én laten toe een exacte plaats te kiezen. In deze literatuurstudie gaat onze aandacht volledig naar de economische kant van de popmuziek, ook wel eens rockonomics genoemd. Het klopt dat muziek verder gaat dan enkel maar een industrie te zijn, toch zijn we van mening dat het economisch aspect een meer dan cruciale rol speelt. Het zijn immers fundamenteel economische krachten als vraag, aanbod, technologie of marktstructuur die de industrie vorm geven. Bovendien belichten we de industrie hoofdzakelijk vanuit aanbodperspectief omdat gegevens met betrekking tot de vraag moeilijk te verkrijgen zijn of zelfs helemaal niet bestaan. Tenslotte is het belangrijk te vermelden dat we in dit werk enkel die concertorganisaties beschouwen die behoren tot wat David Hesmondhalgh (2002, 11-14) de cultuurindustrie noemt. Deze bestaat hoofdzakelijk uit winstmakende bedrijven die zich op een markt van vraag en aanbod begeven. Hoewel de concertsector zeker in België een sterk gesubsidieerd circuit kent, laten we deze dus buiten beschouwing. Non-profitorganisaties, gesubsidieerd door overheid of private sponsors, vallen met andere woorden buiten het bestek van dit werk. 4
5 HOOFDSTUK 1: DE CONCERTINDUSTRIE Tim Wall deelt de industrie rond populaire muziek op in een aantal deelindustrieën. Allereerst onderscheidt hij de platenindustrie, die fonogrammen produceert, distribueert en de rechten daarop beheert. De muziekindustrie wordt ruimer opgevat en omvat ook de promotie van muziek via internet, media-exposure, airplay, concerten op festivals en in clubs Andere activiteiten als videogames en films die populaire muziek als soundtrack gebruiken, vallen onder de entertainmentmedia. Deze opdeling is louter analytisch want in realiteit zijn vele van deze activiteiten geïntegreerd binnen één en dezelfde onderneming. Deze hele machine in functie van muziekconsumptie is wat Wall het popular music system noemt (2003, 77). Het is duidelijk dat het homogeen cultuurindustrie -concept van Adorno in de huidige entertainmentmaatschappij niet langer geldig is. Het culturele veld is immers een complex gegeven waarbij de verschillende vormen van cultuurproductie gekenmerkt worden door hun eigen productie- en consumptielogica. De entertainmentindustrie overkoepelt met andere woorden een diverse set van culturele industrieën. Hesmondhalgh maakt evenwel een interessante opdeling tussen deze verschillende industrieën (2002, 11-14). Hij onderscheidt core en peripheral industries. Het verschil tussen beide ligt in de wijze waarop deze hun culturele artefacten (teksten) produceren en verspreiden. Kernindustrieën vervaardigen op grote schaal en op industriële wijze teksten als reclame, geluidsdragers of films. De randindustrieën zijn aangewezen op semi- of zelfs non-industriële productie- en verspreidingsmethoden. Voorbeelden hiervan zijn muziekconcerten, theater en beeldende kunst. Deze kunnen niet massaal gereproduceerd worden als een boek of een geluidsdrager. Ondanks de talrijke mengvormen impliceert deze indeling een aparte kostenstructuur die bij podiumkunsten aanleiding geeft tot het zogenaamde cost disease (Baumol & Bowen, 1966). De concertindustrie is een buitenbeentje in de muziekindustrie omdat het in tegenstelling tot de platenindustrie in de pre-industriële fase van populaire muziek voortleeft (Hull, 2004, 23). Naast een aantal gemeenschappelijke eigenschappen (zoals onvoorspelbare vraag), kenmerkt de concertindustrie zich door een aantal typische economische basiswetmatigheden (Connolly & Krueger, 2005, 10; Hesmondhalgh, 2002, 17-22). Hoewel sommige van hen later nog in deze tekst uitgebreid aan bod komen, zetten we ze hier bij wijze van inleiding al eens op een rij. 5
6 1. De concertindustrie wordt gekenmerkt door relatief (zeker in vergelijking met een cd) hoge productiekosten en hoge marginale kosten. Hoge reproductiekosten creëren door een herhaling van het optreden een steeds stijgende kostenspiraal. De ratio tussen productie- en reproductiekosten is in tegenstelling tot de platenindustrie vrij laag (Wall, 2003, 78). 2. Concerten zijn een experience good en de kwaliteit daarvan is pas na consumptie te bepalen. Toeschouwers kopen geen materieel product maar een ervaring die slechts op een welbepaalde plaats en tijdstip kunnen geconsumeerd worden. 3. Het concertticket is in principe waardeloos nadat het concert is afgelopen. Kopers van dergelijke tickets worden enkel gedreven door verzamelwoede maar niet door enige economische rationaliteit. 4. Concertplaatsen voor éénzelfde optreden verschillen vaak in kwaliteit én in prijs. Dit fenomeen noemt men scaling the house (Courty, 2000, 171). 5. Muziekbands verkopen tijdens het concert ook complementaire producten als merchandising en cd s, vaak tegen duurdere prijzen dan de gangbare. 1. De spelers op de concertmarkt De populaire muziekmarkt wordt gekenmerkt door een complex kluwen van spelers en contracten. Deze tekst spitst zich uitsluitend toe op de concert- en festivalmarkt en maakt daardoor grotendeels abstractie van platenmaatschappijen en muziekuitgeverijen die respectievelijk muziekrechten creëren en beheren (Wall, 2003, 112). In de business van live entertainment zijn drie actoren van cruciaal belang: de artiest, agent en promotor. Aan een concert gaan dus vaak stevige onderhandelingen vooraf om de onderlinde belangen op elkaar af te stemmen. De artiest of muziekgroep neemt meestal een personal manager onder de arm om alle zakelijke aspecten te beheren zodat hij zich volledig op zijn artistieke activiteiten kan concentreren. De manager staat in voor de ontwikkeling van de carrière van zijn artiest(en), verzorgt de public relations en onderhandelt in naam van de artiest met boekingsagenten en concertorganisatoren. Gewoonlijk werkt de manager op commissie en strijkt hij een bepaald percentage (varieert tussen 10 en 25%) op de inkomsten van zijn artiest op (Hull, 2004, ). De tweede speler is het boekingsagentschap dat door artiesten gecontracteerd wordt om optredens in concertzalen of festivalpodia te regelen. Booking agencies onderhandelen over 6
7 de technische en financiële aspecten van speelcontracten en zijn de ultieme schakel tussen artiest en concertpromotor (Krasilovsky & Shemel, 2003, 318). In ruil ontvangt de agent een commissie op de artiestengage, in België tussen de 15 en 25% die door de organisator betaald moet worden bovenop de gage. De concertpromotor combineert de functie van agent en organisator: zijn bemiddelende rol gaat dus over in de risicovolle onderneming van het organiseren. De promotor krijgt door de agent muziekacts aangeboden, legt concertzalen vast, bepaalt de ticketprijs, voert promotie en staat in voor de planning van de tournee (Hull, 2004, ). Nadat manager en agent het eens zijn over een minimumprijs per show bij grote tours wordt op voorhand beslist hoeveel elk optreden minimaal moet opbrengen en andere voorwaarden, contacteert de agent enkele promotors om potentiële optredens te regelen. In het geval van lucratieve wereldtournees bieden deze promotors tegen elkaar op om de concerten te mogen organiseren. Na een eerste planning van de tournee wordt het tourschema teruggekoppeld naar de manager die al dan niet zijn toestemming geeft. Daarna legt de concertpromotor de concertzalen definitief vast en begint hij aan de promotie van zijn evenement. Nu pas begint de organisator zijn kosten en opbrengsten te schatten wat gevolgen zal hebben voor het bepalen van de ticketprijs. De financiële aspecten van de promotiebusiness komen hieronder uitgebreider aan bod. 2. Structuur van de concertindustrie Rock n roll, oorspronkelijk een sociale beweging bedoeld om politieke, economische en culturele verandering te realiseren, is ondertussen zélf een belangrijke industrie geworden (Connolly e.a., 2005, 3). De laatste jaren is de concertindustrie immers tot een heuse miljardenbusiness uitgegroeid, ook al verbleekt de omzet in het licht van de verkoop van de platenindustrie, volgens IFPI (2006) ruim 33 miljard $ waard. Maar in tegenstelling tot deze laatste, zit de concertsector wél in een opwaartse spiraal en lijkt de omzet in een aantal jaren zelfs vervijfvoudigd (Hull, 2004, 98-99; Krasilovsky e.a., 2003, 377). Volgens Pollstar, hét vakblad voor de concertindustrie, stegen de inkomsten uit ticketverkoop in 2005 voor Noord- Amerika alleen al met 300 miljoen naar 3,1 miljard $ (Pollstar, 2005). Het Amerikaanse blad Billboard noteert evenwel een lichte achteruitgang in 2005 en schat de omzet op 2 miljard $, 7
8 een daling van 6,2% vergeleken met Wereldwijd steeg de omzet mede door het succes van U2 s Vertigo//2005 Tour met 0,3% tot 2,6 miljard $ (Waddell, 2005a). De industrie is voor haar omzet duidelijk afhankelijk van enkele toptours, zoals deze van U2 en de Rolling Stones in 2005 die voor het leeuwendeel van de omzet zorgen. U2 scoorde in 2005 volgens Billboard de beste tour ooit met een box office van 260 miljoen $, gevolgd door The Eagles (117 miljoen $) en Neil Diamond met 71 miljoen $ (Waddell, 2005b). Analisten verwachten echter dat A Bigger Bang van de Rolling Stones dit jaar het kersverse record al zal breken en meest winstgevende tour ooit wordt (Waddell, 2006a). Krueger (2005, 15) onderstreept dat 84% van de wereldwijde omzet gegenereerd wordt door slechts 5% van de artiesten en wijst er op dat de concertmarkt gedomineerd wordt door (vooral oudere) supersterren. In 2005 waren de 25 beste tours samen goed voor liefst 1,1 miljard $ (Waddell, 2005a). De structuur van de markt heeft de jongste jaren ook grote wijzigingen ondergaan. De Amerikaanse concertbusiness werd jarenlang gedomineerd door lokale promotors die via exclusieve buy back agreements met agenten en muziekzalen bijna alle concerten in één stad in hun greep hadden. Die greep verslapte in de late jaren zestig met de opkomst van nationale promotors als Concerts West die een groot aantal shows konden boeken en daarmee de risico van enkele naar een groot aantal shows spreidde. Dankzij deze operationele efficiëntie kon de promotor hogere gages aan de artiest garanderen en zélf nog winst maken. In veel gevallen werd een lokale promotor voor een vast bedrag (flat fee) ingeschakeld. Naast deze schaalvergroting legden ook artiesten en manager een steeds hogere druk op de lokale promotors. Bewust van hun hoge winsten, eisten managers steeds betere voorwaarden en hogere garanties. Niettemin promotors deze winsten nodig hadden om minder geslaagde concerten te compenseren, reduceerden deze eisen de winstgevendheid van de promotors aanzienlijk. De shows en tours werden alsmaar groter en langer zodat ook op vlak van podium, geluids- en lichttechniek aan promotoren steeds hogere eisen werden gesteld. Als gevolg van deze schaalvergroting weken promotoren uit naar immense sportstadia om massa s volk op de been te brengen, wat op zijn beurt hogere veiligheidskosten met zich mee bracht 2. De industrie reorganiseerde zich en concentratievorming in de promotiebusiness werd onvermijdelijk. Het rijke veld aan concertpromotors in de Verenigde Staten werd herleid tot een dertigtal (Hull, 2004, ). 1 Billboard houdt in tegenstelling tot Pollstar enkel rekening met volledig afgewerkte tours. De lucratieve A Bigger Bang Tour van de Rolling Stones is daarom niet opgenomen en verklaart allicht voor een groot deel het verschil. 2 Hierin ligt de oorsprong van de zogenaamde stadionrock met iconen als Queen, Bruce Springsteen en Bon Jovi. 8
9 In 2000 werden de krachtsverhoudingen nogmaals hertekend toen concertpromotor SFX in zee ging met radiogigant Clear Channel. SFX was na een indrukwekkende overnamegolf toen al de absolute marktleider op vlak van evenementorganisatie en gebruikte zijn macht om kleinere promotors definitief uit de markt te halen. SFX kocht tours van supersterren als Cher, Paul Simon en Bob Dylan op en gebruikte volgens critici zijn marktdominantie om de prijs van concerttickets tot popcornbakjes de hoogte in te jagen. Ook in Europa had SFX (later Clear Channel Entertainment en nu Live Nation) na een reeks overnames intussen een dominante marktpositie verworven. De industrie werd definitief geglobaliseerd en world wide long distance concertpromotors konden vanaf nu volledige wereldtournees aanbieden zonder tussenkomst van onafhankelijke promotoren (one-stop shopping). Deze nieuwe schaalvergroting zorgde op zijn beurt voor een nieuwe consolidatie- en integratiegolf over de landsgrenzen heen (Evens, 2005, ). De industrie wordt gekenmerkt door een tight oligopoly en messcherpe concurrentie. Het grote geld is in handen van enkele grote spelers die de industrie wereldwijd bepalen (Hull, 2004, 106). Live Nation is zonder twijfel de grootste concertpromotor ter wereld met een ticketomzet van 1,3 miljard $, een daling van 2,8% in vergelijking met Het organiseerde in 2005 wereldwijd 6192 shows en lokte meer dan 27 miljoen bezoekers naar zijn evenementen, aanzienlijk meer dan zijn 25 dichtste concurrenten samen (Billboard, 2005, 94). Inkomsten (in $) Promotor Bezoekers Shows Live Nation AEG Live House Of Blues Jack Utsick Presents A Entertainment Bron: Top 25 Promotors, Billboard, 117(52), 94 In de loop van 2006 zette Live Nation zijn meesterschap extra in de verf met de overname van House Of Blues. Met de opslorping was 350 miljoen $ gemoeid en verbeterde Live Nations positie in Canada, één van de grootste concertmarkten en het Mekka van de culturele industrie (Waddell, 2006e). In juni had Live Nation ook al een controlerend belang verworven in 9
10 Concert Productions International en Grand Entertainment van industriepionier Michael Cohl. Cohl creëerde het wereldwijde promotiemodel en was verantwoordelijk voor de recente toptours van de Rolling Stones, Pink Floyd en U2 (Waddell, 2006d). Tenslotte stelde beurswaakhond SEC bij concurrent Jack Utsick Presents financiële fraude vast zodat de promotor het vertrouwen van veel artiesten verloor (Waddell, 2006c). 3. Rockonomics 3 Concerttours gaan meestal gepaard met de release van een nieuwe cd en zijn dus op te vatten als promotiemiddel om de platenverkoop te stimuleren (Vogel, 1990, 137). Ook al hebben de platenfirma s als gevolg van de huidige crisis in de industrie en de dalende verkoopcijfers hun tour support drastisch teruggeschroefd, toch blijft het bevorderen van de verkoop een belangrijke doelstelling (Wall, 2003, 108). Voor artiesten is het concertcircuit evenwel een essentiële na de diverse auteursrechten zoniet de belangrijkste vorm van inkomen geworden. Hoewel de platenindustrie vanuit het standpunt van de consument economisch veel waardevoller is dan de concertindustrie, representeert het concertcircuit een belangrijkere vorm van inkomen. Artiesten halen in vergelijking met hun concertgages weinig inkomen uit de platenverkoop. Het zijn inderdaad enkel de topsterren die ook een significant aandeel uit de platenverkoop opstrijken (Connolly e.a., 2005, 6). Met de achteruitlopende platenmarkt, duikt zelfs een nooit eerder gezien patroon op: albums worden een alibi om een tournee in te lassen en fungeren op hun beurt als promotiemiddel voor het concert. Deze symbiotische relatie is in België evenwel al vele jaren zichtbaar: de interne markt is voor een artiest immers te klein om van de royalties uit de platenverkoop te kunnen leven. Zoals al eerder vermeld, wordt de concertindustrie gekenmerkt door een complex kluwen van spelers en contracten. Vooral het financiële aspect van de overeenkomst tussen artiest en promotor is essentieel voor het concert: niet alleen staat of valt het concert met de act, het is ook deze overeenkomst die in belangrijke mate de ticketprijzen bepaalt omdat het de grootste kost voor de promotor vertegenwoordigt. Uiteraard spelen onderhandelingsmacht en status van de artiest hierin een doorslaggevende rol (Connolly e.a., 2005, 7). De meest elementaire artiestengage is een vaste uitkoopsom, afhankelijk van variabelen als marktwaarde van de artiest, zaalcapaciteit en ticketprijs. Bovenop deze uitkoopsom komt alvast in België nog eens 3 De term werd bedacht door Marc Eliot die in 1989 Rockonomics: the money behind the music publiceerde. Het boek belicht evenwel niet de economische aspecten van de muziekindustrie maar staat bol van sappige anekdotes over het tourleven. 10
11 het commissieloon voor de boekingsagent en BTW op deze commissie (Evens, 2005, 49). Artiesten worden uitgekocht voor een flat fee waarvan de helft op voorhand wordt betaald. Deze flat fee-basis wordt heel vaak gebruikt bij kleinere optredens en muziekfestivals en is dus niet afhankelijk van het aantal verkochte tickets. Ook als er geen volk in de zaal zit, wordt de artiest in principe volledig uitbetaald (Hull, 2004, 112). Voor grotere artiesten en supersterren gelden evenwel andere regels. In de Verenigde Staten krijgen artiesten voor hun concerten een guaranteed advance dat een stevig deel van de ticketinkomst bedraagt. Dit model gaat uit van een uitverkochte zaal waarmee de promotor de rest van de ticketopbrengsten aanwendt om andere kosten als zaalhuur, reclame te dekken. Winst maakt de promotor vooral uit de verkoop van popcorn, drank en parkeerplaatsen (Connolly e.a., 2005, 6). Aangezien artiesten een gegarandeerde gage opstrijken, draagt de promotor alle risico s. Een magere opkomst staat dan immers gelijk aan grote verliezen. In Europa en ook in België worden topartiesten in de meeste gevallen wél naar opkomst betaald. Naast een gegarandeerd minimum weten zij vaak een percentage op de ticketinkomsten (gross box office of gate) te bedingen (Krasilovsky e.a., 2003, 239). Andere artiesten delen liever in de winst (net box office) die overblijft nadat de promotor het breakevenpunt bereikt heeft. Deze operating profits zijn het verschil tussen de gross box office en de running expense en behoren toe aan de profit pool, volgens een bepaalde verdeelsleutel onder promotor en artiest gedistribueerd. Deze percentages variëren tussen 50% tot zelfs 100% bij bepaalde acts (Hull, 2004, 112; Krasilovsky e.a., 2003, 239). In dit laatste (extreme) geval worden de rollen omgedraaid: het is de supergroep die de concertpromotor tegen een vast bedrag uitkoopt en de volle winst opstrijkt. Op die manier lopen niet langer promotors risico s maar stellen zij hun diensten en vakmanschap tegen een vast bedrag ter beschikking om shows op te zetten (Hull, 2004, 109). Dit is bijvoorbeeld het geval met A Bigger Bang de jongste wereldtour van de Rolling Stones die de volledig ticketopbrengst naar zich toetrekt en de Belgische promotor van een vast bedrag van verzekert (Claeys, 2005). De opbrengst van de merchandising (t-shirts, cd s of posters) gaat in de meeste gevallen integraal naar de artiest, ook al haalt de concertzaal soms een procentje binnen (Connolly e.a., 2005, 7). Wanneer een promotor een concert in eigen zaal organiseert, spreekt men van in-house promotion. Hoewel veel promotoren eigenaar zijn van concertzalen, komt ook het huren van concertzalen via exploitatiecontracten vrij frequent voor (Hull, 2004, 114). Voor het huren 11
12 van een concertzaal worden dezelfde financiële overeenkomsten gemaakt als tussen artiest en promotor. Ook in dit geval worden concertzalen gehonoreerd met een vast bedrag of met een bepaald percentage op de inkomsten of winst. Bovendien weet de zaaluitbater in sommige gevallen een graantje mee te pikken van de verkoop van drank, popcorn, parkeerplaatsen (Hull, 2004, 113). Dergelijke verdeling van de gegenereerde geldstroom levert optimale incentives voor efficiënte middeleninzet aan, net omdat de verschillende belanghebbenden hun inkomsten hoofdzakelijk puren uit die geldstromen waarvoor zij verantwoordelijk zijn (Connolly e.a., 2005, 7). Dit businessmodel werd voor het eerst verlaten toen platenmaatschappij EMI een baanbrekende deal sloot met Robbie Williams waarmee het de superster eerder als merk dan als artiest binnenhaalde. In ruil voor 125 miljoen $ ontvangt de major een significant deel van alle inkomsten van de artiest. Niet alleen de inkomsten van verkochte muziek stromen naar EMI, maar ook geldstromen uit concerten, merchandising, sponsorships en publishing (Masson, 2002). Dit model staat steeds zwaarder onder druk nu ook concertpromotoren dergelijke allianties aangaan. Begin 2006 bereikten Live Nation, de Amerikaanse rockgroep Korn en EMI een revolutionaire overeenkomst. In ruil voor een investering van 3 miljoen $ ontvangt Live Nation 6% van Korns opbrengsten uit auteursrechten, merchandising en platenverkoop. Verder sluist de promotor een voorlopig onbekend aandeel van inkomsten uit parking en zaalconcessies naar de profit pool waaruit Live Nation, Korn en EMI zullen graaien (Waddell, 2006b). Op deze manier genereren alle partijen inkomsten uit bronnen waartoe ze vroeger nooit toegang hadden. Bovendien verkleint het aantal potentiële conflicten omdat zowel artiest, management, label als promotor dezelfde belangen hebben. Samen met het stijgend belang van de concertindustrie, worden ook merchandisinglicenties steeds interessanter. Door de overname van Trunk Limited en Musictoday, merchandising- en e-ticketingbedrijven met de rechten over artiesten als de Rolling Stones, David Bowie, The Beatles en Christina Aguilera creëert Live Nation een direct contactmoment met de fan en garandeert het zichzelf een nieuwe service en inkomstenbron (Waddell, 2006f; Waddell & Conniff, 2006). 4. Cost disease van Baumol en Bowen William Baumol en William Bowen publiceerden in 1965 met On the performing arts: the anatomy of their economic problems een standaardwerk voor de culturele economie. In hun artikel wijzen ze erop dat de podiumkunsten een productiviteitsstabiele sector zijn waarbij 12
13 technologische ontwikkelingen nauwelijks tot een hogere output leiden (Baumol & Bowen, 1965, ). In tegenstelling tot de platenindustrie waar de productiviteit wél toeneemt als gevolg van nieuwe technologische ontwikkelingen, is het onmogelijk om de productiviteit en efficiëntie van de performing arts substantieel op te krikken. Ondanks alle technische snufjes neemt bijvoorbeeld het geven van een optreden nog steeds evenveel tijd in beslag als vroeger. De loonkosten stijgen onder invloed van inflatie daarentegen wél zodat de totale kosten steeds verder oplopen bij gelijkblijvende output. De totale kosten groeien sneller dan de consumentenindex en in navolging ook de ticketprijzen. Deze problematische kostenstructuur (cost disease) heeft een directe invloed op de prijspolitiek zodat de druk op de ticketprijzen verder wordt opgevoerd. Enkel met hogere prijszetting en ruim publieksbereik kan deze mechaniek omgedraaid worden. Hogere ticketprijzen zouden daarentegen met een lagere publieksopkomst gepaard gaan waardoor de kosten nog méér oplopen. Deze problematiek wordt door Baumol e.a. (1966) het economisch dilemma genoemd. Hier grijpen we terug naar Hesmondhalghs tweedeling tussen kern- en perifere industrieën waar we in het begin van dit hoofdstuk reeds naar verwezen. Productiviteitsgroei komt enkel voor in industrieën waar schaalvergroting effectief ook tot een daling van de gemiddelde kosten leidt (Baumol e.a., 1966, 181). Doordat schaalvergroting in de podiumkunsten slechts tot geringe kostenreductie leidt, zijn de totale kosten in deze sector sneller gestegen dan in andere culturele industrieën. Toch biedt de administratieve post zeker mogelijkheden om schaaleffecten te realiseren. Het promoten van één extra concerten vereist immers geen extra personeelslid. Ook het spreiden van productiekosten als podiumbouw, die een belangrijk deel van de totale kost innemen, is door het inlassen van hernemingen een opportuniteit (Baumol e.a., 1966, ). Toch biedt schaalvergroting in deze geen pasklaar antwoord en stijgen de kosten nog steeds sneller dan de inflatie. In een recente nota stelt de Vlaamse cultuuradministratie enkele mogelijke actiepunten en beleidsinstrumenten voor. Hoewel de podiumkunsten in ons land voornamelijk afhankelijk zijn van subsidieondersteuning, kunnen kosten ook gecompenseerd worden door spin-offs. Zo biedt het aanbieden van live opnames van concerten een mogelijkheid (Van der Herten & Jolling, 2005, 21-24). Ook het verkopen van rechten aan radio- of televisiezenders kan een lucratieve inkomstenbron betekenen. De administratie stelt evenwel zijn grootste hoop in het aangaan van co-producties of publiek-private samenwerkingen (pps). Daarom heeft Vlaamse Cultuurminister Anciaux eind maart de culturele investeringsmaatschappij CultuurInvest in 13
14 het leven geroepen. Dit fonds ondersteunt uitsluitend risicovolle cultuurindustrieën en moet de ontwikkeling van een Vlaamse cultuureconomie stimuleren. (Peeters, 2006b). 5. Gezonde industrie? We verwezen al eerder naar de sterke groei die de concertindustrie de voorbije jaren realiseerde. Toch heeft de ongetwijfeld noodzakelijke globale consolidatie en messcherpe concurrentie van de concertbusiness allesbehalve een gezondere industrie gemaakt. De Noord-Amerikaanse concertindustrie zit immers in een diep dal en hoewel de Europese markt op dit moment historisch hoge toppen scheert, dreigt de crisis ook richting Europese dochterbedrijven door te druppelen. Begin 2005 werd promotor House Of Blues te koop gesteld en even later stootte communicatieconcern Clear Channel zijn concertdivisie af (Evens, 2005, ). Door de rigide kostenstructuur genereert de industrie immers maar een geringe winstmarge op de gerealiseerde ticketomzet. Promotors halen hun marges vooral uit zogenaamde venue operations als zaalconcessies, parking en zaalsponsoring. Met het promoten van muziekconcerten valt dus niet zoveel te rapen in vergelijking tot de zaalgerelateerde operaties, al blijkt dat ook geen enorm lucratieve activiteit. Zo realiseerde de grootste concertpromotor Live Nation in 2005 een nettoverlies van 130 miljoen $ op een totaal zakencijfer van 2,3 miljard $ (US SEC, 2006, 36). Aanleiding tot de huidige malaise in de Noord-Amerikaanse concertbusiness is een sterke daling van het aantal concertgangers. Alan Krueger (2005, 12-13) stelt in zijn onderzoek vast dat het aantal verkochte tickets tussen 2000 en 2003 met ruim 8 miljoen terugliep. In 2005 daalde het concertbezoek samen het aantal concerten in Amerika met 3,8% tegenover 1,2% wereldwijd (Waddell, 2005a). Ondanks de daling van verkochte tickets, boekte de industrie jaar na jaar hogere recettes. Dit wijst er dan weer op dat de ticketprijs tegelijk enorm toegenomen is. Tussen 1996 en 2003 schoot de gemiddelde prijs van een ticket in de Verenigde Staten met liefst 82% de lucht in terwijl de index met amper 17% steeg. Deze stijging zet zich vooral vanaf 1999 door bij concerten van supersterren en bij de duurste tickets zodat de discrepantie tussen goedkope en duurdere tickets ook voor een zelfde concert steeds groter wordt (Krueger, 2005, 9-10). Terwijl in 2003 de gemiddelde ticketprijs nog 44 $ bedroeg, was deze in 2005 al opgelopen naar 57 $. Absolute topper Celine Dion bleef met een gemiddelde van 136 $ (maxima van 220 $) net de Rolling Stones voor (133 $ met maxima van 300 $) (Pollstar, 2005). Logisch gevolg van deze fabelachtige prijzen is dus een daling 14
15 van het aantal verkochte tickets én van het aantal shows. Hoewel voornoemde big-ticket tours probleemloos uitverkochten, hebben dergelijke prijzen effect op andere concerten. Mensen beschikken nu eenmaal over een beperkt budget en één duur concert kiezen, betekent twee goedkopere verliezen. En wanneer niet één maar alle shows hogere ticketprijzen hanteren, implodeert de markt. En dat is wat de Amerikaanse business momenteel meemaakt De echte reden van deze malaise moet gezocht worden in de fee structure die de Amerikaanse markt hanteert. Zoals reeds vermeld, krijgen artiesten een gegarandeerd bedrag voor hun optreden. Daarbij gaan promotoren uit van een uitverkochte zaal zodat de volledige ticketverkoop aangewend wordt om de fee te betalen. Winst realiseren zij vooral op de verkoop van parkeerplaatsen, drank Omdat het dus belangrijk is om volle zalen te trekken, bieden de Amerikaanse promotoren fors tegen elkaar op om de beste artiesten te strikken. Om deze hogere gages te kunnen betalen, werden de ticketprijzen verhoogd. Dat had dan weer tot gevolg dat de fans van het concert wegbleven zodat de promotors onmogelijk de beloofde supergages konden terugverdienen. Door dit onderling opbodspelletje ruïneren promotors hun eigen business want zij zijn de echte verliezer in dit verhaal. De hevige concurrentie tussen sterke promotors als Live Nation en AEG leidde er toe dat artiesten ruim boven hun marktwaarde werden betaald en de markt bedorven werd (Evens, 2005, ). Om de concertganger weer naar de zalen te lokken, leggen promotors opnieuw de nadruk op de unieke ervaring van het concert. Bovendien willen ze het comfort in de zalen verhogen om beter te kunnen concurreren met andere entertainmentvormen als film, theater of sportevenementen waarvoor de prijs opmerkelijk lager ligt (Krueger, 2005, 11). Last but not least moeten de ticketprijzen tot een redelijk niveau teruggebracht worden. Dat kan door in de onderhandeling met de artiest de gegarandeerde gage te schrappen en de artiesten voortaan volgens opkomst te betalen, zoals nu al in Europa gebeurt. Live Nation liet al weten te zullen snoeien in de zogenaamde facility fees, kosten die worden aangerekend voor de beste plaatsen op de eerste rijen (lawn seats). Het overweegt ook de box office fees te schrappen die fans betalen als ze tickets kopen op de dag van het evenement zelf. Dergelijke service charges lopen soms op tot 15 $. Hierdoor zal de ticketprijs inderdaad lichtjes dalen maar tegelijkertijd reduceren promotors één van hun belangrijkste inkomstenbronnen. Het is misschien een eerste stap naar een gezonde promotiebusiness maar de belangrijkste actiepunten zijn zonder twijfel de onderlinge concurrentiestrijd tussen de concertpromotors rationaliseren en de hebzucht van de artiesten in bedwang houden (Waddell, 2005a). 15
16 HOOFDSTUK 2: TICKETPRIJZEN De ticketprijs is niet alleen het belangrijkste eindproduct (samen met het concert uiteraard) voor de consument, het geeft ook een beeld van de totale kosten en opbrengsten van het evenement en de doelstellingen van de concertpromotor. Daarenboven moet de promotor bij het bepalen van de ticketprijzen een behoorlijk aantal factoren zoals doelpubliek of (prijs van) concurrerende evenementen mee in rekening nemen (Riley, 2002, 4). 1. Doelstellingen Promotors hebben diverse motieven om concerten te organiseren (Riley, 2002, 3). Op basis van deze motieven worden beslissingen met betrekking tot de ticketprijs genomen. De meest gangbare (marktaandeel, return on investment of publieksmaximalisatie) worden hieronder kort op een rij geplaatst. Wanneer we in de toekomst ticketprijzen willen vergelijken, moeten we dus rekening houden met de doelstellingen van de concertpromotor. 1. Prijzen kunnen gezet worden om een bepaald marktaandeel in te palmen of te behouden. Als het marktaandeel onder de doelstelling zakt, wordt de prijs verlaagd. Prijsreducties zijn pas effectief als het aandeel heroverd wordt. 2. De promotor kan ook een minimale return on investment (ROI) vooropstellen. In dat geval moeten de inkomsten minstens de gemaakte kosten dekken en in het beste geval overtreffen. Een ideale return kan worden gebruikt als reserve wanneer sommige concerten niet uit de kosten komen. 3. Artiesten treden niet alleen graag op in goedgevulde zalen, het wekt eveneens de indruk dat de artiest, zaal of promotor populair is. Ook voor de verkochte advertentieruimte in de zaal is het belangrijk zoveel mogelijk muziekliefhebbers te lokken (publieksmaximalisatie), desnoods via diverse reducties of weggeefacties (papering the house). In die zin is promotie niets anders dan een attract-a-large-crowd business (Hull, 2004, 114). 2. Prijsmethoden Hieronder geven we een overzicht van de frequentst gebruikte prijszettingmethoden (Riley, 2002, 5). We brengen onze kosten en opbrengsten in rekening, we houden rekening met de diverse vraaggebaseerde aspecten en we richten ons op de prijzen van concurrerende 16
17 evenementen en substituten. Hoewel deze methoden de prijszetting elk vanuit een ander perspectief benaderen, menen wij dat deze hoogst complementair zijn en allen aangewend kunnen worden voor het berekenen van eenzelfde toegangsprijs. Tenslotte dienen de gebruikte methoden consistent te zijn met de nagestreefde doelstellingen (Riley, 2002, 6) Kostengebaseerde prijszetting Volgens deze methode baseren concertpromotors zich op het niveau van de vaste en variabele kosten. Vaste kosten zijn niet afhankelijk van het aantal concerten of evenementen. Administratieve kosten of onderhoud van de concertzaal zijn hiervan typevoorbeelden. Variabele kosten fluctueren wél met het aantal en type georganiseerde concerten. Voorbeelden hiervan zijn productiekosten, advertenties en artiestengages. De som van de vaste en variabele kosten zijn uiteraard de totale kosten (Riley, 2002, 5). Deze kosten variëren evenwel niet in functie van het aantal verkochte concerttickets. De belangrijkste kost bij concertorganisaties is uiteraard de artiestengage die in sommige gevallen bijna de volledige ticketverkoop inneemt. Een andere kostencomponent zijn de productiekosten of running costs, die verbonden zijn aan de opbouw en het verloop van het evenement (Krasilovsky e.a., 2003, 239). Daartoe behoren huurgeld, technisch personeel, podiumbouw, auteursrechten, ticketing, advertenties Het is belangrijk te vermelden dat diverse kostencomponenten als artiestengages of advertentiekosten in de toekomst zeker nog zullen stijgen. Tegenover deze kosten staan uiteraard de inkomsten die hoofdzakelijk uit de ticketverkoop voortvloeien. Andere bronnen van inkomsten zijn zaalgerelateerde activiteiten zoals drank- en parkingverkoop. In sommige gevallen int de concertzaal ook een percentage op de verkoop van merchandising. Omdat optredens op lange termijn de platenverkoop stimuleren, kwamen platenmaatschappijen vroeger vaak tussen in de vorm van ruwe dollars of extra promotiemateriaal. Eventueel werd het tekort (shortfall) van een verlieslatende tournee bijgepast. Met de huidige crisis in de platenindustrie is de praktijk van tour support quasi volledig verdwenen (Hull, 2004, 116). Grote bedrijven als Pepsi of Nike gaan soms over tot het sponsoren van wereldtournees zodat hun merknaam gekoppeld wordt aan een groep of evenement (Hull, 2004, 117). Muziek is trouwens het populairste sponsorobject binnen de ruime sector van kunst en cultuur. Hoewel sponsoring in Vlaanderen eerder beperkt blijft, 17
18 maakt het vaak wel het verschil tussen winst of verlies uit. Voor concerten gaat het meestal om mediasponsoring, muziekfestivals slagen er daarentegen wél in financiële middelen binnen te halen (Lievens & Segers, 2004, ). Tenslotte schuilen er voor promotoren veel mogelijkheden in de ontwikkeling van de media-industrie. Via de verkoop van rechten aan televisie of radio kunnen extra inkomsten aangeboord worden. Centraal in deze prijsmethode is het bepalen van het break-evenpunt, het punt wanneer de inkomsten net voldoende zijn om uit de kosten te komen ofwel de verhouding van de totale kosten tot de totale potentiële inkomsten (Riley, 2002, 6). Dit is het percentage van de zaalcapaciteit dat de promotor zeker moet halen om de gemaakte kosten te dekken. Aangenomen wordt dat een gebruikte zaalcapaciteit lager dan 70% verlieslatend is (Vogel, 1990, 267). Promotoren gaan meestal uit van een gemiddelde zaalcapaciteit van 80% om hun ticketprijs te bepalen (Hull, 2004, 113). Break-evenpunt = totale kosten/totale potentiële inkomsten x 100 Laten we dit illustreren met een eenvoudig voorbeeld. Aan de potentiële inkomstenzijde beschouwen we enkel de ticketverkoop. We gaan uit van een zaalcapaciteit van 1000 plaatsen en veronderstellen dat er tussen de verschillende plaatsen prijs- en kwaliteitsverschillen heersen (scaling the house, cfr. infra). Ook aan de kostenzijde hebben we enkel de elementaire componenten opgenomen. INKOMSTEN KOSTEN Ticketprijs (in ) Aantal plaatsen Inkomsten Artiestengages Productiekosten Administratiekosten Totale potentiële inkomsten Totale kosten In dit scenario moet de promotor minstens 86% (27500/32000 x 100) van de beschikbare tickets verkopen om niet verlieslatend te zijn. Dergelijke ratio betekent een risicovolle investering en is bedrijfseconomisch niet verantwoord zodat de promotor ofwel de capaciteit 18
19 ofwel de ticketprijzen zal moeten verhogen. Daarbij loopt hij evenwel het risico dat de consument afgeschrikt wordt door eventuele hoge prijzen. ROI = (totale kosten x gewenst rendement)/totale potentiële inkomsten De kostengebaseerde prijsmethode wordt ook gebruikt om het gewenste rendement op de investering (ROI) te bepalen (Riley, 2002, 7). In dit geval overschrijden de inkomsten uiteraard het break-evenpunt. Veronderstellen we dat de promotor 10% return wenst te behalen of dat zijn inkomsten dus het break-evenpunt met 10% overtreffen. In het voorbeeld moet de promotor liefst 950 (95% of x 1,1/32000) tickets verkopen om een rendement van 10% te realiseren. 2.2 Vraaggebaseerde prijszetting Prijszetting volgens deze methode houdt op basis van vroegere ervaringen rekening met de historische én toekomstige vraag naar tickets. Cruciaal concept hierbij is de zogenaamde prijsdiscriminatie of scaling the house waarbij verschillende consumenten verschillende ticketprijzen betalen. Verschillen in ticketprijs weerspiegelen verschillen in kwaliteit, concertervaring en luxe. Meestal geldt dat de plaatsen het dichtst bij het podium (golden circle) ook de duurste zijn (Courty, 2000, 171). Andere vormen van prijsdiscriminatie zoals reductietarieven voor specifieke segmenten als studenten of senioren vallen grotendeels buiten het bestek van dit werk. Uitgangspunt van prijsdiscriminatie is dat elke plaats als een afzonderlijk goed met een unieke prijs wordt beschouwd (Courty, 2000, 176). Concerttickets zijn met andere woorden geen homogene goederen want geen twee plaatsen bieden een identieke concertervaring. De meetbare karakteristieken van afzonderlijke plaatsen kunnen in principe in unieke competitieve prijzen uitgedrukt worden zodat vraag en aanbod in evenwicht zijn. In de praktijk beschouwen we concertplaatsen evenwel niet als afzonderlijke goederen maar worden ze in diverse prijscategorieën ingedeeld (Courty, 2000, 177; Courty, 2003, 92). Prijsdiscriminatie dient met andere woorden om consumenten met verschillende preferenties (prijs, kwaliteit, luxe ) volgens diverse homogene groepen te sorteren (Rosen & Rosenfield, 1997, 352). 19
20 Dé uitdaging voor de promotor ligt erin te het aantal categorieën en de optimale prijs per categorie te bepalen (Courty, 2000, 177). De promotor probeert ongeacht zijn doelstellingen de inkomsten te maximaliseren en moet dus zien te achterhalen welke prijs de consument bereid is te betalen (Busch & Curry, 2005, 4; Rosen e.a., 1997, 356). De promotor moet er wel rekening mee houden dat hij de kans op substitutie tussen de verschillende prijscategorieën zo klein mogelijk houdt. Consumenten van een lagere prijsklasse bevredigen begrenst de mogelijkheden van de promotor om surplus te genereren uit hogere prijsklassen omdat sommige consumenten overschakelen naar een lager prijsniveau (Rosen e.a., 1997, 367). De promotor moet bij het bepalen van de ticketprijs ook rekening houden met de prijs van complementaire producten als drank, voeding, merchandising De ticketprijs is immers doorgaans lager bij aanwezigheid van complementaire producten (Connolly e.a., 2005, 11; Rosen e.a., 1997, 371). Promotors verkopen een package met een ticket dat toegang verleent tot een evenement waarop de consument zich ook andere producten kan aanschaffen. Deze producten en zeker merchandising worden ter plaatse meestal duurder dan normaal verkocht (Courty, 2000, 184). De optimale ticketprijs ligt dus onder zijn marktwaarde zodat de consument ook geld uitgeeft aan complementaire producten en de promotor tenslotte zijn inkomstenstroom maximaliseert. Het is met andere woorden de kunst om tot een complex pricing equilibrium te komen (Happel & Jennings, 2002, ). Om te weten hoeveel welke consument maximaal bereid is voor zijn concerttickets te betalen, is een goede marktkennis onontbeerlijk. De marktvraag wordt beïnvloed door specifieke consumenteneigenschappen als beschikbaar inkomen, smaakpatroon en de prijs van substituten en andere gerelateerde goederen (Riley, 2002, 4). Onzekerheid van de vraag leidt er evenwel toe dat promotors hun tickets systematisch onderprijzen omdat het de kans op een vlotte verkoop en prestige verhoogt. Bovendien kopen heel wat consumenten in functie van toeschouwersaantallen: successhows die het goed doen, trekken de nodige aandacht en blijven het derhalve goed doen (Courty, 2000, 173). Dit onderprijzen zet evenwel de deur open voor illegale arbitragepraktijken waarop we later dieper ingaan (Courty, 2003, 86). Hierbij vermelden we ook het concept prijselasticiteit van de vraag ofwel de prijsgevoeligheid van de marktvraag. Hogere prijzen leiden in dit geval steeds tot een lagere vraag en vice versa. Als de vraag nauwelijks wijzigt als gevolg van een prijswijziging, is de vraag onelastisch (Riley, 20
Live on stage. Wat betekent zo n ticket voor jou? Noteer rond de afbeelding al wat in je opkomt
1 Live on stage Hou je van muziek? Dan is de kans groot dat je wel eens een concert (of festival) bezoekt. De een is iedere week in een zaal te vinden, de ander kiest nauwkeuriger. Wat betekent zo n ticket
Nadere informatieDossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:
Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel
Nadere informatielandmark global COUNTRY FACTSHEET I AUGUSTUS 2017 Verenigd Koninkrijk
landmark global COUNTRY FACTSHEET I AUGUSTUS 2017 Verenigd Koninkrijk Inhoud 01 Inleiding: het Verenigd Koninkrijk 03 02 Hoe groot is de e-commercemarkt in het Verenigd Koninkrijk? 04 03 Wie is de Britse
Nadere informatieNOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken
Nadere informatieDe vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen
Nadere informatieDe impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling
VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatieSUB-PRIME HYPOTHEKEN IN NEDERLAND Onderzoek door mr P.G. Lijesen/NHP augustus 2008
SUB-PRIME HYPOTHEKEN IN NEDERLAND Onderzoek door mr P.G. Lijesen/NHP augustus 2008 Aanleiding Na afloop van iedere rente-vast-periode wordt hypotheekrente opnieuw voor een bepaalde periode vast gezet.
Nadere informatieTREVI VASTGOEDINDEX OP 31/12/2017: 113,81 VASTGOED, GEMOEDSRUST OP Z N BEST
PERSBERICHT 8 januari 2017 TREVI Group J. Hazardstraat 35 1180 Brussel Tel. +32 2 343 22 40 / Fax +32 2 343 67 02 TREVI VASTGOEDINDEX OP 31/12/2017: 113,81 VASTGOED, GEMOEDSRUST OP Z N BEST De TREVI-index
Nadere informatieSamenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s
Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische
Nadere informatie7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Nadere informatieDoe veilig zaken het is gedekt!
Doe veilig zaken het is gedekt! Vooruitgang brengt altijd risico s met zich mee Frederick B. Wilcox Waar ligt u s nachts wakker van? Zorgen over niet betaald worden? Geen bankkrediet verkrijgen? Cashflow
Nadere informatieBetreft: wetsvoorstel Doorverkoop Toegangskaarten, expert meeting 17 november
Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Commissie voor Veiligheid & Justitie, t.a.v. mevrouw A.W. Duthler via Elvier Geurink, Stafmedewerker Betreft: wetsvoorstel Doorverkoop Toegangskaarten,
Nadere informatieDe positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt
Kusttoerisme West-Vlaanderen Werkt 3, 28 De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Foto: Evelien Christiaens Rik De Keyser bestuurder-directeur en hoofd afdeling toerisme, WES Evelien Christiaens
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieOktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :
Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden
Nadere informatieEzcorp Inc. TIP 2: Verenigde Staten. Ticker Symbol. Credit Services
TIP 2: Ezcorp Inc. Beurs Land Ticker Symbol ISIN Code Sector Nasdaq Verenigde Staten EZPW US3023011063 Credit Services Ezcorp (EZPW) is een bedrijf dat leningen verstrekt en daarnaast tweedehands spullen
Nadere informatieVERZEKERINGSMAKELAAR HOUDT STAND! - DISTRIBUTIEKANALEN VAN DE VERZEKERING, CIJFERS 2014 (ASSURALIA)
VERZEKERINGSMAKELAAR HOUDT STAND! - DISTRIBUTIEKANALEN VAN DE VERZEKERING, CIJFERS 2014 (ASSURALIA) VERZEKERINGSMAKELAAR HOUDT STAND! Assuralia publiceerde onlangs haar jaarlijkse enquête over de marktaandelen
Nadere informatieINHOUD. 1. El Rio Blanco actueel. 2. El Rio Blanco Franchise. 3. El Rio Blanco en zijn franchisers. 4. El Rio Blanco zoek-optimalisatie van het pand
FRANCHISE DOSSIER INHOUD 1. El Rio Blanco actueel 1.1. De waarde van El Rio Blanco 2. El Rio Blanco Franchise 2.1. De wereld van mode en accessoires 2.2. Een bedrijf met voordelen, gericht op de hedendaagse
Nadere informatieTUSSENTIJDSE MANAGEMENTVERKLARING VOOR DE PERIODE
VOOR DE PERIODE EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2011 Gezien de verkoop van Avis Europe, die op 3 oktober 2011 van kracht werd, heeft deze mededeling enkel betrekking op de voortgezette activiteiten. SAMENVATTING
Nadere informatieHet management contract
Het management contract Check-list voor het onderhandelen over een management contract WAARSCHUWING: Onze check-lists zijn bedoeld om u te helpen om bepaalde vragen te formuleren die u zich bij het onderhandelen
Nadere informatieBELEGGEN IN HET AMAZON VAN 10 JAAR GELEDEN
BELEGGEN IN HET AMAZON VAN 10 JAAR GELEDEN VALUE JAGERS JD.com (Nasdaq: JD) E-commerce is een van de snelst groeiende sectoren in onze economie. We kopen steeds meer online. Om te winkelen gaan we steeds
Nadere informatiePERSMEDEDELING 17 mei Roularta-resultaat groeit naar 5,1 miljoen in eerste kwartaal dankzij Printed Media
EMBARGO 17 mei 2005 om 8.00 u. PERSMEDEDELING 17 mei 2005 Roularta-resultaat groeit naar 5,1 miljoen in eerste kwartaal dankzij Printed Media Niettegenstaande een moeilijke economische context en een zwakke
Nadere informatieCountry factsheet - September 2013. Frankrijk
Country factsheet - September 2013 Frankrijk Frankrijk is een van de grootste e-commercemarkten ter wereld, met een enorm groeipotentieel. Wereldwijd staat het land op de 6e plaats en in Europa zijn alleen
Nadere informatieBargrilori Logistics werkt met Teleroute aan dagelijks succes
Bargrilori Logistics werkt met Teleroute aan dagelijks succes Het in 2005 in Roemenië opgerichte Bargrilori Logistics is een klein, maar snel groeiend vrachtvervoerbedrijf dat nauwe operationele banden
Nadere informatieReference case Atlas Copco. Atlas Copco gebruikt Vodafone M2M om wereldwijd de klantondersteuning te verbeteren. Vodafone Power to you
Atlas Copco gebruikt Vodafone M2M om wereldwijd de klantondersteuning te verbeteren Vodafone Power to you Atlas Copco gebruikt Vodafone M2M om wereldwijd de klantondersteuning te verbeteren Atlas Copco
Nadere informatieDe toekomst van consultancy
De toekomst van consultancy Course Assignment Management Consulting 5 oktober 2013 Teska Koch 2518936 Teska.koch@hotmail.com Word count: 1.510 Een kijkje in de glazen bol: Wat is de toekomst van consultancy?
Nadere informatieTime series analysis. De business controller wilt graag de prognoses weten voor de volgende vier key metrics :
Time series analysis In deze casus laten wij u zien wat er mogelijk is met behulp van predictive analytics op het gebied van tijdreeksanalyse. Tijdreeksanalyse is een nuttig hulpmiddel bij het analyseren
Nadere informatieOm de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB
1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen
Nadere informatieVANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE
CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van
Nadere informatieEindexamen economie pilot havo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja Een voorbeeld van een juiste
Nadere informatieTREVI VASTGOEDINDEX OP 30/09/2017: 112,86 EEN NIEUWE VASTGOEDCYCLUS IN HET VOORUITZICHT
PERSBERICHT 30 september 2017 TREVI Group J. Hazardstraat 35 1180 Brussel Tel. +32 2 343 22 40 / Fax +32 2 343 67 02 TREVI VASTGOEDINDEX OP 30/09/2017: 112,86 EEN NIEUWE VASTGOEDCYCLUS IN HET VOORUITZICHT
Nadere informatieHerhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten
Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument & Producent
Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen
Nadere informatieSierteeltbestedingen dalen, tuinaanneming groeit
Sierteeltbestedingen dalen, tuinaanneming groeit In 2014 gaf de gemiddelde Belg 38 euro uit aan bloemen en planten. Dat is opnieuw een daling ten opzichte van vorig jaar. De oorzaken hiervan zijn het verminderde
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Nadere informatieVraag en Aanbod in de Goudmarkt
Vraag en Aanbod in de Goudmarkt Beleggen in goud is een populair onderwerp sinds de financiële crisis zijn intrede heeft gedaan. In 2011 bereikte de goudprijs een all time high van $1900 per troy ounce.
Nadere informatieStudiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.
Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES
Nadere informatiee-commerce Barometer 2017 België
e-commerce Barometer 2017 België Agenda 1. Waarom deze e-commerce Barometer? 2. Payment Service Providers 3. Diepte analyse van de online handel in België 4. Appendix Deel 1 Waarom deze e-commerce Barometer?
Nadere informatieDE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING
CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie
Nadere informatieTwaalf grafieken over de ernst van de crisis
Twaalf grafieken over de ernst van de crisis 1 Frank Knopers 26-04-2012 1x aanbevolen Voeg toe aan leesplank We hebben een aantal grafieken verzameld die duidelijk maken hoe ernstig de huidige crisis is.
Nadere informatieNotarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen
Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Januari - Maart 2013 n 16 T/1 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8 94,1
Nadere informatiePromoveren : gekkenwerk!
Promoveren : gekkenwerk! 1. Een onderwerp vinden Neem je broedtijd: zeer functioneel Blijf dicht bij jezelf Jij moet het boeiend blijven vinden Mijn zoektocht Poging I: september 2005 Innovatie op entertainment
Nadere informatiePraktische-opdracht door een scholier 2299 woorden 11 april keer beoordeeld. Deelvragen: 1. Wat is de prijzenoorlog in de supermarkten?
Praktische-opdracht door een scholier 2299 woorden 11 april 2006 7 67 keer beoordeeld Vak Economie Deelvragen: 1. Wat is de prijzenoorlog in de supermarkten? 2. Wat zijn de voor en nadelen ervan? 3. Hoe
Nadere informatieINSPIRED BY LIVE MUSIC
INSPIRED BY LIVE MUSIC K = 100 K = 70 K = 90 PMS 7546 U PMS 7544 U PMS 7545 U C = 35 C = 10 C = 25 M = 5 K = 72 K = 40 K = 65 PMS 180 U M = 80 K = 10 PMS 138 U M = 40 PMS 173 U M = 70 K = 5 PMS 259 U C
Nadere informatieWederom onrust op de beurs: hoe nu verder?
Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Net als we vorig jaar meerdere keren hebben gezien, zijn de beurzen wederom bijzonder nerveus en vooral negatief. Op het moment van schrijven noteert de AEX 393
Nadere informatieMeeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996
Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in
Nadere informatieStarters zien door de wolken toch de zon
M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische
Nadere informatieVoorstel van resolutie. betreffende het afschaffen van sociale koopwoningen
stuk ingediend op 1687 (2011-2012) Nr. 1 21 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Mieke Vogels en Elisabeth Meuleman en de heren Filip Watteeuw en Dirk Peeters betreffende het afschaffen
Nadere informatieBtw-verhogingen en indexsprong... Een explosieve cocktail voor de koopkracht
PVDA Studiedienst Februari 2015 M. Lemonnierlaan 171 1000 Brussel http://pvda.be/pvda/studiedienst Btw-verhogingen en indexsprong... Een explosieve cocktail voor de koopkracht Volgens de regering heeft
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale
Nadere informatieUNIVERSITEIT GENT ACADEMIEJAAR Een combinatorische veiling voor tickets
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 Een combinatorische veiling voor tickets Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste
Nadere informatiePRESENTATIE PRESENTATIE DE BLOESEMRING. SMB ORGANISATION Site Stayen (Blok C) Tiensesteenweg 168 bus 201 B-3800 Sint-Truiden
PRESENTATIE PRESENTATIE DE BLOESEMRING SMB ORGANISATION Site Stayen (Blok C) Tiensesteenweg 168 bus 201 B-3800 Sint-Truiden INTRODUCTIE Enkele relevante gegevens uit het verleden Wij rekenen jaarlijks
Nadere informatieKenneth Wyffels 2L2 19 JAARTAAK SEI 2011-2012
Kenneth Wyffels 2L2 19 JAARTAAK SEI 2011-2012 April- 30/04/ 12 Artikel 1. Jean-Luc Dehaene van de CD&V kan bijna 3 miljoen euro opstrijken. Door een aantal jaar geleden een pakket aandelenopties te kopen
Nadere informatiePersbericht Aantal pagina s: 4
Persbericht Aantal pagina s: 4 Brunel: sterke groei omzet en winst Kernpunten verslagjaar 2004 Omzet 313 miljoen; 27% groei EBIT 11,0 miljoen; toename van 8,1 miljoen Nettowinst 7,3 miljoen; toename van
Nadere informatieHet Vijfkrachtenmodel van Porter
Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid
Nadere informatiehttp://www.vectorvest.be/beblog/?p=25
http://www.vectorvest.be/beblog/?p=25 Succes op Lange Termijn Ik heb onlangs de Angie s Angels strategie besproken tijdens 1 van onze wekelijkse Strategie van de week video s, die enkel toegankelijk zijn
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieDe overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel
Page 1 of 6 Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be (http://www.dewereldmorgen.be) De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel en aan wat? door Phi-Rana di, 2013-11-12 15:45 Phi-Rana Er wordt vaak gezegd
Nadere informatieBELEGGINGSPROFIEL. Naam cliënt: Cliëntnummer: Rekening nummer: Datum: Referentie:
BELEGGINGSPROFIEL Naam cliënt: Cliëntnummer: Rekening nummer: Datum: Referentie: Beleggingsadvies impliceert in de eerste plaats dat wij een voldoende inzicht krijgen in uw risico-profiel, uw kennis en
Nadere informatieReglement samenwerking Cultuurdienst
Reglement samenwerking Cultuurdienst I. Inleiding Art. 1: Dit reglement regelt de samenwerking tussen de Cultuurdienst en een privaat persoon of vereniging, onder de vorm van logistieke, promotionele en/of
Nadere informatieRapport Nederlandstalige Muziek
Rapport Nederlandstalige Muziek 11 september 2015 1 INLEIDING Buma Cultuur, dat het Nederlands muziekauteursrecht in zowel Nederland als in het buitenland ondersteunt en promoot, heeft TNS Nipo onderzoek
Nadere informatieMULTICHANNEL, TREND OF EVOLUTIE?
MULTICHANNEL, TREND OF EVOLUTIE? MULTICHANNEL, TREND OF EVOLUTIE? Ik ben hier. En u? De klant is god. En god is overal. Maar is uw bedrijf dat ook? Want terwijl u braaf naast de telefoon wacht tot de klant
Nadere informatiePraktijkopgave: Kleenext
Praktijkopgave: Kleenext De firma Kleenext is actief in het marktsegment van onderhoudsproducten voor huis en tuin. Er wordt in de loop van de volgende budgetperiode een nieuw product gelanceerd. Het gamma
Nadere informatieHet productie-artiestcontract
Het productie-artiestcontract Check-list voor het onderhandelen over een productie-artiestcontract WAARSCHUWING: Onze check-lists zijn bedoeld om u te helpen om bepaalde vragen te formuleren die u zich
Nadere informatieInhoudstafel. Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen
Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet, Annelies De Coninck & Frederic De Wispelaere Studiedag SWVG Integrale zorg en ondersteuning 19 november 2015
Nadere informatieBilaterale handel Vlaanderen - Colombia
Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Handelsbalans Vlaanderen - Colombia Onze handel met Colombia is steevast in een handelstekort geëindigd. Dat tekort was op zijn hoogst in 2008: zowat een half miljard
Nadere informatieDe impact van concurrentie op de productmix van exporteurs
VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX
Nadere informatieDe inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).
NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee
Nadere informatieimpact in Antwerpen Meer dan 550 jaar aan diamantgeschiedenis zit vervat in de slogan Cut in Antwerp, tot op vandaag nog
Hoofdstuk 6 Indirecte economische impact in Antwerpen De Antwerpse diamantsector is ontzettend belangrijk voor de Vlaamse en Belgische economie. Niet alleen door de toegevoegde waarde en inkomsten die
Nadere informatieEVOLUTIE VAN DE MARKT
Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieRabobank Cijfers & Trends
Kappers In de kappersbranche kunnen de volgende bedrijfstypen worden onderscheiden: zelfstandigen zonder personeel, zzp ers (ondernemers die minder dan 32 uur per week in het kappersbedrijf werkzaam zijn)
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR TREKKERSGROEPEN
HANDLEIDING VOOR TREKKERSGROEPEN 2 Euro of meer, zoveel denkt een Belg te moeten betalen voor 1 kilogram bananen in de supermarkt. De realiteit toont echter iets anders. Je hoeft niet veel moeite te doen
Nadere informatieCountry factsheet - November 2014. Zweed
Country factsheet - November 2014 Zweed Wie Zweden zegt, zegt digitaal. En wie digitaal zegt, zegt e-commerce. Inderdaad, e-commerce maakt gewoonweg deel uit van de dagelijkse routine van de Zweed. De
Nadere informatie30 3 DE TRIMESTER 2016
Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Notarisbarometer Vastgoed VASTGOEDACTIVITEIT IN T/3 Juli - september 2016 n 30 3
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze
Nadere informatieNOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN
NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieCountry factsheet - April 2016. België
Country factsheet - April 2016 België Inhoud Inleiding 3 Wat kopen de Belgische klanten online? 4 Populaire betaalmethodes 4 Populaire leveringsmethodes 5 Populaire online platformen 5 Over de grenzen
Nadere informatieTechnische analyse kan in verschillende soorten grafieken gebruikt worden om trends en trendwijzigingen
Woord Vooraf 7 8 Woord vooraf In tegenstelling tot de fundamentele analyse, waar vooral naar de waarde van een aandeel wordt gezocht, staat bij de technische analyse van aandelen de koers centraal. Wanneer
Nadere informatieHoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming
Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,
Nadere informatieVBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven
VBO-analyse over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven Dalend loonaandeel gaat niet naar dividenden, maar naar meer investeringen en belastingen Terwijl het loonaandeel daalt,
Nadere informatieGEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2018 OVERZICHT ACTIVITEIT EVOLUTIE S1 2017 S1 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit
Nadere informatieNotarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen
Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9
Nadere informatieExportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler
Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor
Nadere informatieFacts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018
Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze
Nadere informatieWe groeiden vorig jaar met ruim 30%. We blijven keihard groeien. In Paazl hebben we een partner die deze groei kan bijhouden.
We groeiden vorig jaar met ruim 30%. We blijven keihard groeien. In Paazl hebben we een partner die deze groei kan bijhouden. 1 Case-study: Brouwland 2 Wat zijn de ingrediënten van cross-border succes
Nadere informatieBakker Hillegom verhoogt omzet met nieuwe webwinkel
Bakker Hillegom verhoogt omzet met nieuwe webwinkel Bakker Hillegom is het grootste tuinpostorderbedrijf in Europa. Verkoop via internet wordt daarbij steeds belangrijker. The Vision Web heeft voor Bakker
Nadere informatieINVINCO BENELUX. Koers Deutsche Bank naar dieptepunt. Is dit een koop kans?
Koers Deutsche Bank naar dieptepunt. Is dit een koop kans? 2 INLEIDING In 2013 sprak de Deutsche Bank (DB) over de noodzaak om de divisie Asset Wealth Management (AWM) sneller te laten groeien. Ceo Ansu
Nadere informatieTREVI VASTGOEDINDEX OP : 113,91 ZO N STABILITEIT: WAT EEN LUXE!
PERSBERICHT 01 oktober 2018 TREVI Group J. Hazardstraat 35 1180 Brussel Tel. +32 2 343 22 40 / Fax +32 2 343 67 02 TREVI VASTGOEDINDEX OP 30-09-2018: 113,91 ZO N STABILITEIT: WAT EEN LUXE! De index van
Nadere informatieALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. BVBA MENT MEDIA
ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM t. BVBA MENT MEDIA (dossier nr. 2013/106) BESLISSING nr. 2013/023 28 oktober 2013 VRM t. BVBA MENT MEDIA 1 In de zaak van VRM tegen BVBA Ment Media, De Vlaamse Regulator voor
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieAandelenopties in woord en beeld
Aandelenopties in woord en beeld 2 Aandelenopties in woord en beeld 1 In deze brochure gaan we het hebben over aandelenopties zoals die worden verhandeld op de optiebeurs van Euronext. Maar wat zijn dat
Nadere informatie