171. De reikwijdte van art. 9a Waadi

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "171. De reikwijdte van art. 9a Waadi"

Transcriptie

1 EUROPEES EN INTERNATIONAAL 171. De reikwijdte van art. 9a Waadi MR. L.B. DE GRAAF EN MR. DRS. J.R. VOS Het belemmeringsverbod in art. 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) verbiedt het degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt belemmeringen in de weg te leggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde werknemer en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld na afloop van de terbeschikkingstelling. De literatuur en rechtspraak neigen ernaar dat dit verbod niet geldt voor ter beschikking gestelde werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de werkgever die hen ter beschikking stelt. Naar onze mening behoeft dit standpunt nuancering. 1. Inleiding Sinds 27 april 2012 bevat de Waadi een belemmeringsverbod. Art. 9a lid 1 Waadi verbiedt degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt belemmeringen in de weg te leggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde werknemer en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld na afloop van de terbeschikkingstelling. Zo n beding is nietig, met uitzondering van een beding op grond waarvan de inlener een redelijke vergoeding aan de uitlener is verschuldigd voor verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht (art. 9a lid 2 Waadi). De lijn in de literatuur en rechtspraak lijkt te zijn dat het belemmeringsverbod van art. 9a lid 1 Waadi niet geldt voor ter beschikking gestelde werknemers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben met de werkgever die hen ter beschikking heeft gesteld. Hier worden in de regel twee redenen voor gegeven. Ten eerste dat doel en strekking van het belemmeringsverbod zich niet zouden uitstrekken tot ter beschikking gestelde werknemers met vast werk. Ten tweede dat de Nederlandse wetgever bij invoering van art. 9a Waadi lijkt te hebben beoogd om geen afbreuk te doen aan geldende jurisprudentie, terwijl toepasselijkheid van het belemmeringsverbod op alle soorten ter beschikking gestelde werknemers strijdig zou zijn met HR 4 april 2003, «JAR» 2003/107 (Ghisyawan/LAN-Alyst). Wij zijn van oordeel dat deze lijn in rechtspraak en literatuur nuancering behoeft. 2. Voorgeschiedenis 1 Tot 1 juli 1998 gold reeds een belemmeringsverbod. Art. 93 lid 1 aanhef en onder a van de Arbeidsvoorzieningenwet 1990 (en de Arbeidsvoorzieningenwet 1996) verbood het vergunningplichtige uitzendbureaus aan ter beschikking gestelde arbeidskrachten belemmeringen in de weg te leggen om met derden een arbeidsverhouding aan te gaan. Zowel directe belemmering, waarbij de werknemer werd belemmerd elders in dienst te treden, als indirecte belemmering, waarbij de inlenende partij bijvoorbeeld middels een boetebeding werd ontmoedigd de werknemer in dienst te nemen, was verboden. Op 1 juli 1998 trad de Waadi in werking 2 en verviel de Arbeidsvoorzieningenwet 1996 grotendeels. In de Waadi was geen belemmeringsverbod opgenomen. De regering achtte dit niet noodzakelijk, omdat een dergelijk beding in de overeenkomst tussen de ter beschikking stellende werkgever en de ter beschikking gestelde werknemer op grond van het overeenkomstenrecht kon worden aangevochten. 3 Hiermee bedoelde de minister dat de rechter belemmerende bedingen in dergelijke overeenkomsten kon 1 Zie voor uitgebreidere beschrijvingen van de geschiedenis van het belemmeringsverbod onder meer M.C. van Koppen, Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi, TAP 2013, nr. 2, p en L.J. de Vroe, Het belemmeringsbeding ten grave gedragen; handvatten voor een redelijke vergoeding, ArbeidsRecht 2013/14. 2 Besluit van 24 juni 1998, houdende vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet van 14 mei 1998, houdende Regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs), Stb. 1998, Kamerstukken II , , nr. 5, p SDU / NUMMER 4, MEI 2015 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

2 DE REIKWIJDTE VAN ART. 9A WAADI vernietigen als ze onredelijk bezwarend zouden zijn voor de ter beschikking gestelde werknemer. 4 Met het verval van het wettelijke belemmeringsverbod beoogde de regering geen materiële wijzigingen door te voeren. 5 Toch was dit wel het gevolg. Uit de rechtspraak uit de eerste jaren na de invoering van de Waadi (en dus: na het verval van het wettelijke belemmeringsverbod) blijkt dat een belemmerend beding dan weer wel, dan weer niet toelaatbaar werd geacht. 6 De Hoge Raad maakte aan deze onzekerheid een einde met het arrest in de zaak Ghisyawan/LAN-Alyst. 7 Hij oordeelde dat uit de wetsgeschiedenis van de Waadi niet volgt dat een concurrentiebeding met een ter beschikking gestelde werknemer in het algemeen ontoelaatbaar is, maar dat de bescherming van de werknemer in het algemene overeenkomstenrecht moet worden gezocht. Van een absoluut belemmeringsverbod, zoals dat gold onder de Arbeidsvoorzieningenwet 1996, was daarom niet langer sprake. Zoals vermeld, bestaat sinds 2012 weer een wettelijk belemmeringsverbod in Nederland. Dit is neergelegd in art. 9a lid 1 Waadi en komt voort uit de Uitzendrichtlijn. 8 Art. 6 lid 2 Uitzendrichtlijn bepaalt: De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat eventuele bepalingen die het sluiten van een arbeidsovereenkomst of het tot stand komen van een arbeidsverhouding tussen de inlenende onderneming en de uitzendkracht na afloop van zijn uitzendopdracht verbieden of verhinderen, nietig zijn of nietig kunnen worden verklaard. Dit lid laat regelingen volgens welke uitzendondernemingen een redelijke vergoeding ontvangen voor aan de inlenende onderneming verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, aanwerving en opleiding van uitzendkrachten onverlet. De Nederlandse wetgever heeft beoogd deze bepaling zonder nationale kop te implementeren in art. 9a Waadi. Dat luidt als volgt: 1. Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt legt geen belemmeringen in de weg voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld. 2. Elk beding in strijd met het eerste lid is nietig, met uitzondering van een beding op grond waarvan door degene aan wie de arbeidskracht ter beschikking is gesteld 4 Kamerstukken I , , nr. 133b, p M. Poort en Y.A.E..A.E. van Houte, Het belemmeringsbeding. De Uitzendrichtlijn: Terugkeer van het belemmeringsverbod?, in: J.H. Even e.a., Arbeidsrechtelijke bedingen. Themabundel Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk 2012, Den Haag: Sdu Uitgevers 2012, p Van Koppen 2013, a.w., p HR 4 april 2003, «JAR» 2003/ Richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid, PB L 327/9. een redelijke vergoeding verschuldigd is aan degene die de arbeidskracht ter beschikking heeft gesteld voor de door deze verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht. 3. Beschermingsbereik art. 9a Waadi Het begrip ter beschikking stellen van arbeidskrachten In de Waadi staat het begrip ter beschikking stellen van arbeidskrachten centraal. Art. 1 lid 1 sub c Waadi definieert dit als volgt: het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid. Hieruit maken wij twee gevolgtrekkingen. De eerste is dat de Waadi een geheel eigen reikwijdte kent, die bovendien minder beperkt is dan het begrip uitzenden uit art. 7:690 Burgerlijk wetboek (BW). Voor ter beschikking stellen in de zin van de Waadi is immers niet vereist, zoals bij art. 7:690 BW het geval is, dat dit gebeurt in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever. 9 Het is niet moeilijk voor te stellen dat een onderneming daardoor al snel onder de reikwijdte van de Waadi valt, ook De Waadi kent een ruimer bereik dan uitzending als bedoeld in artikel 7:690 BW al lijkt de onderneming op het eerste gezicht geen uitzender, detacheerder of payroller te zijn. Daarmee komen wij direct bij de tweede gevolgtrekking, namelijk dat de reikwijdte van de Waadi wel is beperkt tot situaties waarin de partij aan wie de werknemer ter beschikking is gesteld leiding en toezicht uitoefent bij het verrichten van de arbeid. De beperking van het onder leiding en toezicht moeten werken van de derde verhindert desondanks niet dat er door invoering van de Waadi vaker situaties ontstaan waarin partijen ongewild, onbedoeld of ongewenst met de beschermende bepalingen van de Waadi worden geconfronteerd. Neem een ICT-bedrijf dat eigen werknemers tijdelijk aan een klant uitleent om nieuwe software te maken of te implementeren. Gebeurt dat onder leiding en toezicht van de klant bijvoorbeeld diens Hoofd ICT dan is de Waadi in beginsel van toepassing. Zou de klant dan één of meer werknemers willen overnemen aan het einde van het project, dan kan het belemmeringsverbod toepassing vinden. Hierdoor zouden bedingen die de werknemer verbieden een dergelijke overstap te maken of bedingen die de overnemende klant overstapboetes opleggen, nietig kunnen zijn. Dat dit het verdienmodel van het ICT-bedrijf in gevaar kan brengen, behoeft geen toelichting. 9 Het vervullen van een allocatiefunctie voor zover vereist in het kader van art. 7:690 BW (vgl. Hof Amsterdam 28 oktober 2014, «JAR» 2015/106) is derhalve geen eis om onder de werkingssfeer van de Waadi te vallen. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 4, MEI 2015 / SDU 5

3 EUROPEES EN INTERNATIONAAL Gelet op deze implicaties is het begrijpelijk dat inmiddels regelmatig wordt geprocedeerd over toepasselijkheid van het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi. 10 Onze aandacht werd gegrepen door Rb. Rotterdam 28 mei 2014, «JAR» 2014/170. Daarin werd de toepasselijkheid van art. 9a Waadi op een ter beschikking gestelde werknemer van de hand gewezen met de navolgende overweging: 11 Deze op Richtlijn 2008/104 EG gebaseerde regel heeft ten doel de toegang van de gedetacheerde werknemer tot vast werk te vergroten. De werknemer had echter bij NCIM [het detacheringsbedrijf, toev. LBdG en JRV] ook vast werk, nu hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had. Het concurrentiebeding is niet in strijd met art. 9a Waadi. De gedachte dat de ter beschikking gestelde werknemer die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft met zijn uitlenende werkgever geen beroep toekomt op art. 9a Waadi komt ook in de literatuur terug. In zijn overigens uitstekende bijdrage in TAP 2013/2 verdedigt Van Koppen deze gedachte, alsook Dop in zijn annotatie in «JAR» 2014/77. Beide schrijvers baseren zich hierbij op het feit dat de Europese Commissie, in de toelichting bij zijn voorstel dat tot de Uitzendrichtlijn heeft geleid, opmerkte dat het belemmeringsverbod ertoe dient om de toegang tot vast werk te vergemakkelijken. 12 Voorts merkte de Commissie op dat de ter beschikking gestelde werknemer niet op hindernissen zou mogen stuiten wanneer hem de mogelijkheid wordt geboden om na afloop van zijn opdracht met de inlenende onderneming een overeenkomst voor onbepaalde tijd te sluiten. 13 Wij zijn van mening dat de voornoemde schrijvers en de Rechtbank Rotterdam te veel gewicht toekennen aan deze opmerkingen van de Europese Commissie. Volgens ons genieten ter beschikking gestelde werknemers die een onbepaaldetijdcontract hebben met hun uitlenende werkgever in beginsel wel degelijk bescherming van art. 9a lid 1 Waadi. Wij lichten dit als volgt toe. Criteria art. 1 Waadi zijn leidend Ten eerste behoort de tekst van de Nederlandse wet leidend te zijn bij de vraag of het belemmeringsverbod van toepassing is. Art. 9a lid 1 Waadi ziet op de arbeidsverhouding tussen degene die arbeidskrachten ter beschikking 10 Zie Ktr. s-hertogenbosch 12 december 2013, «JAR» 2014/23; Ktr. Rotterdam 11 februari 2014, «JAR» 2014/77 en Rb. Rotterdam 28 mei 2014, «JAR» 2014/ Eenzelfde argument werd gevoerd in Ktr. Rotterdam 11 februari 2014, «JAR» 2014/77, maar daar liep het beroep van de werknemer op toepasselijkheid van art. 9a Waadi al stuk op afwezigheid (voorshands) van leiding en toezicht door de inlener. 12 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2002, COM(2002) 149 definitief, 2002/0072 (COD), p Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2002, COM(2002) 149 definitief, 2002/0072 (COD), p. 16. stelt en de ter beschikking gestelde arbeidskracht. Zojuist lieten wij zien dat het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in de zin van de Waadi inhoudt het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid (art. 1 lid 1 sub c Waadi). Als een terbeschikkingstelling aan deze eisen voldoet of dat nu detachering, uitzending, payrolling of een secondment wordt genoemd dan is art. 9a lid 1 Waadi van toepassing. Art. 9a lid 1 noch art. 1 lid 1 sub c Waadi noemt de eventuele tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde werknemer en diens formele werkgever als toetsingselement. Uitgangspunt dient daarom te zijn dat een terbeschikkingstelling waarbij is voldaan aan de eisen van art. 1 lid 1 sub c Waadi onder het bereik van art. 9a lid 1 Waadi valt, ook al heeft de ter beschikking gestelde een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met diens uitlenende werkgever. Aan dat uitgangspunt kan een kenbare, andersluidende bedoeling van de wetgever afbreuk doen. In casu is dat echter niet het geval, althans zeker niet waar het gaat om de Nederlandse wetgever. In de parlementaire geschiedenis is geen enkele aanwijzing te vinden voor het standpunt dat de wetgever heeft beoogd ter beschikking gestelde werknemers met een onbepaaldetijdcontract uit te sluiten van de bescherming van art. 9a Waadi. Het tegendeel lijkt zelfs het geval te zijn. In de parlementaire geschiedenis is onder ogen gezien dat detachering en payrolling bijzondere vormen van ter beschikking stellen zijn, in die zin dat de betrokken werknemers veelal een bestendige arbeidsrelatie hebben met hun (formele) werkgever. 14 Zo wierp de SP-fractie de vraag op of de wijzigingen in de Waadi ook van toepassing zouden zijn op andere vormen van (tijdelijke) inleen van werknemers zoals payrollconstructies en detacheringsovereenkomsten. 15 In antwoord daarop merkte de Minister op: 16 Het uitgangspunt is om de richtlijn zonder nationale kop te implementeren. Dit betekent dat de toepasselijkheid van de voorgestelde regeling afhangt van de wijze waarop invulling is gegeven aan payrolling of detachering. De situatie zal getoetst worden aan de omschrijving van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in artikel 1 lid 1 onder c van de WAADI. Het ter beschikking stellen is gedefinieerd als het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid. Voldoet de payrollconstructie of detacheringsovereen- 14 Vgl. J.P.H. Zwemmer, De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer, in: A.R. Houweling en G.W. van der Voet (red.), Bijzondere arbeidsverhoudingen, Den Haag (2012), p Kamerstukken II , , nr. 4, p Kamerstukken II , , nr. 5, p SDU / NUMMER 4, MEI 2015 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

4 DE REIKWIJDTE VAN ART. 9A WAADI komst daaraan dan is het wetsvoorstel van toepassing. [dikgedrukt door ons, LBdG en JRV] Tijdens het debat in de Tweede Kamer voegde de minister hier nog aan toe: 17 Er is een vraag van mevrouw Hamer blijven liggen over payrolling en detachering: valt dat onder de WAADI? Dat kan ik zo niet zeggen, omdat er geen eenheidsmodel is voor payrolling en detachering om heel precies te kunnen zeggen: nu is het payrolling en dan is dat wel of niet van toepassing. Het hangt er heel sterk van af hoe je het hebt vormgegeven en, nog meer, hoe je het in de praktijk brengt. Het gaat er nog steeds om of je aan artikel 1 van de WAADI voldoet. Gaat het om het beschikbaar stellen van arbeidskrachten aan een ander, die dan onder diens toezicht en leiding arbeid laat verrichten door de ter beschikking gestelde arbeidskracht? Als het voldoet aan de criteria van artikel 1 van de WAADI, val je onder de WAADI; als het er niet aan voldoet, val je er niet onder. [dikgedrukt door ons, LBdG en JRV] Hieruit blijkt naar onze mening dat de Nederlandse wetgever van oordeel is dat alleen de criteria van art. 1 Waadi relevant zijn en niet de eventuele tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde en diens werkgever. Voorts heeft ook de wetgevende macht van de Europese Unie het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie niet laten blijken dat het belemmeringsverbod alleen zou behoren te gelden voor ter beschikking gestelde werknemers met een tijdelijk contract. Art. 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn stelt geen voorwaarden aan het soort arbeidsovereenkomst dat de ter beschikking gestelde met diens werkgever heeft. Dit, terwijl uit Overweging 15 van de Uitzendrichtlijn blijkt dat de Europese wetgever zich wel degelijk bewust is geweest van de in beginsel betere (vastere) positie die ter beschikking gestelde werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met hun uitlenende werkgever hebben: Voor werknemers die aan het uitzendbureau gebonden zijn door een overeenkomst voor onbepaalde tijd dient derhalve, gelet op de specifieke bescherming die de aard van hun arbeidsovereenkomst biedt, in de mogelijkheid te worden voorzien om af te wijken van de regels die in de inlenende onderneming gelden. Art. 5 lid 2 van de Uitzendrichtlijn houdt dan ook een bijzondere regeling in voor deze groep werknemers op het punt van de beloning: ter beschikking gestelde werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd behoren niet zonder meer recht te hebben op (minstens) de gebruikelijke arbeidsvoorwaarden bij de inlener, terwijl 17 Handelingen II , nr. 58-6, p. 43. De tekst van de Uitzendrichtlijn biedt geen steun aan de stelling dat ter beschikking gestelden met een onbepaalde tijdcontract niet onder het belemmeringsverbod vallen dit wel zo is waar het gaat om ter beschikking gestelden met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In art. 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn de grondslag van het belemmeringsverbod van art. 9a lid 1 Waadi is op het punt van de tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst van ter beschikking gestelden echter geen onderscheid gemaakt. De a contrario-redenering is daarmee helder: als het belemmeringsverbod niet zou zijn bedoeld voor ter beschikking gestelde werknemers met een onbepaaldetijdcontract, waarom is dat in art. 6 lid 2 dan niet duidelijk gemaakt, zoals dat wel in art. 5 lid 2 is gebeurd? 18 Zodoende bieden én de Nederlandse wettekst én de Nederlandse parlementaire geschiedenis én de tekst van de Uitzendrichtlijn geen aanknopingspunt voor de stelling dat ter beschikking gestelden met een onbepaaldetijdcontract met hun werkgever niet onder het belemmeringsverbod vallen. Het enige aanknopingspunt voor die stelling is dat het (niet wetgevende) EU-orgaan dat het voorstel voor de Uitzendrichtlijn heeft ingediend, de Europese Commissie, in de toelichting bij het voorstel heeft overwogen dat het belemmeringsverbod uit de Richtlijn ertoe dient de toegang tot vast werk te vergemakkelijken en dat geen hindernissen mogen bestaan als de uitzendkracht bij de inlener een overeenkomst voor onbepaalde tijd kan aangaan. 19 Wij menen dat deze opmerkingen, afgezet tegen onze hiervoor weergegeven constateringen, onvoldoende grondslag vormen om te aanvaarden dat ter beschikking gestelden met een onbepaaldetijdcontract geen beroep toekomt op het belemmeringsverbod. Daarvoor zijn ook aanvullende redenen aan te wijzen. Zo heeft de Commissie in dezelfde toelichting bij het voorstel voor de Uitzendrichtlijn ook het volgende gesteld, waarin geen beperking voor ter beschikking gestelden met een onbepaaldetijdcontract valt te lezen: 20 Het voorstel voor een richtlijn bevat aanvullende bepalingen die de situatie van de uitzendkrachten moeten verbeteren. In de eerste plaats moet hen de toegang tot 18 Diezelfde redenering gaat overigens op voor de Waadi. In art. 8b wordt specifiek gerefereerd aan arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd bij de inlener, waar dat in art. 9a niet gebeurt. 19 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2002, COM(2002) 149 definitief, 2002/0072 (COD), p. 14 en Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2002, COM(2002) 149 definitief, 2002/0072 (COD), p. 14. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 4, MEI 2015 / SDU 7

5 EUROPEES EN INTERNATIONAAL vast werk worden vergemakkelijkt. Daarom is enerzijds bepaald dat uitzendkrachten die in een inlenende onderneming worden ingezet, moeten worden ingelicht over de betrekkingen die er vacant worden verklaard, en anderzijds dat alle bepalingen die de aanwerving van een uitzendkracht door een inlenende onderneming verbieden of moeten verhinderen, nietig zijn. [dikgedrukt door ons, LBdG en JRV] Voorts moet worden bedacht dat uitsluiting van ter beschikking gestelden met een onbepaaldetijdcontract van de bescherming van het belemmeringsverbod op basis van de mogelijke bedoeling van de Europese Commissie potentieel tot een beperking kan leiden van het vrij verkeer van diensten, één van de vier kernvrijheden van de Europese Unie. Die groep werknemers zou dan immers wél belemmerd mogen worden om na afloop van de terbeschikkingstelling bij de inlener in dienst te treden. Naar onze mening kan interpretatie van de Richtlijn op basis van de mogelijke bedoeling van de Europese Commissie er niet toe leiden dat daarmee de mogelijkheid ontstaat om potentieel één van de vier kernvrijheden van de EU te beperken. De wetgever besefte wel degelijk dat het nieuwe art. 9a Waadi de lijn uit het arrest Ghisyawan/LAN- Alyst zou doorkruisen Bovendien, ook als de opmerkingen van de Europese Commissie wel het door ons bestreden gewicht in de schaal zouden leggen, is van belang dat art. 9 lid 1 Uitzendrichtlijn bepaalt dat het lidstaten is toegestaan werknemers meer bescherming te bieden dan de Richtlijn voorschrijft. De Waadi mag dus verder gaan dan de Commissie mogelijk zou hebben bedoeld. Mogelijk, omdat ook niet buiten twijfel staat dat de Commissie met de toegang tot vast werk heeft bedoeld dat de ter beschikking gestelde werknemer geen onbepaaldetijdcontract kan hebben met zijn uitlenende werkgever. De Commissie lijkt met vast werk namelijk niet slechts het oog te hebben op het soort overeenkomst dat een werknemer heeft, maar tevens op de aard van zijn status als uit-/ingeleende arbeidskracht. In het voorstel noemt de Commissie de uitzendverhouding immers een van nature precaire arbeidsverhouding, die tot permanente onzekerheid kan leiden. 21 Waar de Commissie vervolgens de term vast werk gebruikt, kan daarmee zijn bedoeld dat een positie bij een inlener een vaster karakter en minder onzekerheid kent, en niet dat (alleen) een onbepaaldetijdcontract vast werk betekent. Onze tussenconclusie is dan ook dat het eerste door ons besproken argument doel en strekking van het belemmeringsverbod zouden zich niet uitstrekken tot ter 21 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2002, COM(2002) 149 definitief, 2002/0072 (COD), p. 8. beschikking gestelde werknemers met een onbepaaldetijdcontract onvoldoende grondslag biedt om deze groep bescherming van art. 9a Waadi te ontzeggen. Art. 9a Waadi doorkruist Ghisyawan/LAN-Alyst Daarmee komen wij bij het tweede argument: het arrest Ghisyawan/LAN-Alyst en de wetgever die met art. 9a Waadi niet aan de daarin neergezette lijn zou hebben willen afdoen. In de zaak die leidde tot het arrest Ghisyawan/ LAN-Alyst had werknemer Ghisyawan een arbeidsovereenkomst met LAN-Alyst waarin een concurrentiebeding was opgenomen. Ghisyawan werd door LAN-Alyst gedetacheerd bij derde partijen en liep na opzegging van zijn arbeidsovereenkomst met LAN-Alyst tegen de beperkingen van het concurrentiebeding aan. Ghisyawan betoogde in rechte dat, ofschoon het absolute belemmeringsverbod bij de invoering van de Waadi in 1998 niet was gehandhaafd, het concurrentiebeding ook onder de Waadi (toen dus zonder belemmeringsverbod) niet zou zijn toegestaan. De Hoge Raad verwierp dit betoog en overwoog dat uit de wetsgeschiedenis bij de Waadi volgt dat de bescherming van de werknemer na afschaffing van het absolute belemmeringsverbod moet worden gezocht in het algemene overeenkomstenrecht, op grond waarvan onredelijk bezwarende bedingen vernietigd kunnen worden. Oftewel: een concurrentiebeding met een ter beschikking gestelde werknemer was toegestaan, zolang het niet onredelijk bezwarend was. Bij de voorgestelde invoering van het belemmeringsverbod in de Waadi heeft de minister vervolgens het volgende opgemerkt in de Memorie van Toelichting: Tot 1 juli 1998 was het belemmeringsverbod wettelijk geregeld. Hoewel het thans niet meer wettelijk geregeld is, wordt in de rechtspraak aangenomen dat het verbod nog wel bestaat. De rechter kan op grond van artikel 6:248 BW (redelijkheid en billijkheid) een verbod als een onredelijk bezwarend beding aanmerken en het beding vernietigen. Ook artikel 7:611 BW (goed werkgever- en werknemerschap) biedt een handvat voor de uitzendkracht om een beding dat de indiensttreding bij de inlener belemmert ongedaan te maken. Voor een uitzendkracht en voor een uitzendwerkgever zal het echter niet altijd duidelijk zijn wat op grond van redelijkheid en billijkheid en van goed werkgever- en werknemerschap verlangd kan worden, terwijl de richtlijn op dit punt om duidelijkheid vraagt. De richtlijn verplicht de lidstaten erin te voorzien dat elk beding dat de indiensttreding bij de inlener belemmert, nietig is of nietig kan worden verklaard. De enig toegestane uitzondering is een beding op grond waarvan een inlener een redelijke vergoeding verschuldigd is aan het uitzendbureau voor de door deze verleende diensten in verband met werving, terbeschikkingstelling of opleiding van de ter beschikking gestelde arbeidskracht, als die bij de inlener in dienst treedt. Van Koppen merkt op dat de wetgever met dit citaat lijkt te hebben willen zeggen dat de herintroductie van het belemmeringsverbod een codificatie van jurisprudentie betrof 8 SDU / NUMMER 4, MEI 2015 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

6 DE REIKWIJDTE VAN ART. 9A WAADI en vooral bedoeld zou zijn om duidelijkheid te scheppen. 22 Omdat de Hoge Raad in Ghisyawan/LAN-Alyst evenwel heeft aanvaard dat een concurrentiebeding voor een ter beschikking gestelde werknemer slechts dan niet is toegestaan als het onredelijk bezwarend is, stelt Dop op zijn beurt dat het erop lijkt dat de wetgever niet heeft bedoeld om met art. 9a Waadi een algeheel verbod voor dergelijke bedingen voor ter beschikking gestelde arbeidskrachten in te voeren. 23 Aan deze schrijvers kan worden toegegeven dat het citaat uit de Memorie van Toelichting inderdaad de indruk geeft dat de wetgever meende dat art. 9a Waadi geen breuk betekende met bestaande rechtspraak, maar vooral duidelijkheid zou scheppen. Uit de Nota naar aanleiding van het Verslag blijkt echter dat de wetgever wel degelijk besefte dat het nieuwe art. 9a Waadi de lijn uit het arrest Ghisyawan/LAN-Alyst zou doorkruisen: 24 Tot 1 juli 1998 was het belemmeringsverbod wettelijk geregeld. Het belemmeringsverbod is met de komst van de WAADI komen te vervallen vanwege de bescherming op grond van het algemene overeenkomstenrecht tegen onredelijk[e] bedingen die door de rechter vernietigd kunnen worden. Zoals hierboven reeds is aangegeven, schrijft de richtlijn echter een verbod voor van elk beding dat de indiensttreding bij een inlener belemmert (m.u.v. een beding op grond waarvan een inlener een redelijke vergoeding verschuldigd is aan de uitlener voor werving, terbeschikkingstelling of opleiding). Daarom acht de regering het noodzakelijk het belemmeringsverbod wettelijk te regelen. [dikgedrukt door ons, cursivering in het origineel, LBdG en JRV] De woorden echter, elk (door de regering benadrukt door cursivering) en noodzakelijk maken duidelijk dat de regering met de invoer van art. 9a Waadi wel degelijk een breuk voor ogen had met het arrest Ghisyawan/LAN-Alyst. Daarmee kan dat arrest en de bedoeling van de Nederlandse wetgever evenmin een argument zijn om te aanvaarden dat ter beschikking gestelden met een onbepaaldetijdcontract niet onder art. 9a Waadi zouden kunnen vallen. 4. Gevolgen De omstandigheid dat ter beschikking gestelde werknemers met een onbepaaldetijdcontract niet mogen worden belemmerd om na afloop van de terbeschikkingstelling bij de inlener in dienst te treden, lijkt vergaande gevolgen te kunnen hebben voor bedrijven in de uitzend- en detacheringsbranche. 25 Het verdienmodel van veel bedrijven in die branche is immers gericht op de omzet die uitgeleende 22 Van Koppen 2013, a.w., p Zie Dop 2014, a.w. 24 Kamerstukken II , , nr. 5, p Mits deze ter beschikking gestelde werknemers onder leiding en toezicht van de derde werken. krachten genereren en het is bepaald geen uitzondering dat deze assets door contractuele bedingen worden ontmoedigd bij de inlener in dienst te treden. Toch hoeft de soep niet zo heet te worden gegeten voor die bedrijven. Zo zij herhaald dat het belemmeringsverbod alleen van toepassing is als de ter beschikking gestelde werknemer onder leiding en toezicht van de inlener werkt. Uitlenende ondernemingen hebben daardoor tot op zekere hoogte in eigen hand of die situatie zich moet verwezenlijken. Daarnaast ziet het belemmeringsverbod alleen op de situatie waarin de ter beschikking gestelde werknemer na afloop van de terbeschikkingstelling bij de inlener in dienst wil treden. Het komt ons redelijk voor dat dit betekent dat een ter beschikking gestelde werknemer met een concurrentieof relatiebeding niet lopende een terbeschikkingstelling naar de inlener mag overstappen met een beroep op art. Werkgevers hebben beperking van de bescherming van art. 9a Waadi in eigen hand door scherpe formulering van omvang en duur van de terbeschikkingstelling 9a lid 1 Waadi. Door scherpe formulering van omvang en duur van de terbeschikkingstelling in de contracten met de inlener en de werknemer en zo nodig: tijdige aanpassing daarvan kan de uitlenende onderneming hiermee in vergaande mate regie houden. Het belemmeringsverbod ziet voorts niet op bedingen die de uitgeleende werknemer belemmeren bij een ander dan de inlener in dienst te treden, zoals een concurrerend detacherings- of uitzendbureau. Daarnaast zouden uitlenende ondernemingen meer gebruik kunnen maken van mogelijkheid om vooraf een vergoeding als bedoeld in art. 9a lid 2 Waadi te bedingen in het contract met de inlener. 26 Kan de nietigheidssanctie onder bepaalde omstandigheden onaanvaardbare gevolgen hebben? Het vereist niet veel verbeeldingskracht om die vraag bevestigend te beantwoorden. In die situaties kan de uitlenende onderneming evenwel een beroep toekomen op partiële nietigheid 27 of de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Dat laatste zou zich naar ons oordeel bijvoorbeeld kunnen voordoen in de volgende situatie. Een advocaat-medewerker is ten opzichte van zijn werkgever gebonden aan een beding dat hem verbiedt na afloop van de arbeidsovereenkomst bij klanten A, B en C in dienst te treden. Klant A verzoekt het advocatenkantoor of hij de advocaat-medewerker drie maanden mag lenen, omdat één van de eigen juristen 26 Zie hierover nader: De Vroe 2013, a.w. 27 HR 5 januari 2007, «JAR» 2007/37 (AVM/Osinga). Denk aan het geval waarin een werknemer is gebonden aan een beding dat hem zowel verbiedt bij de inlener als bij een concurrent in dienst te treden, en hij na afloop van de terbeschikkingstelling bij de inlener met een beroep op de nietigheid ex art. 9a Waadi wil bewerkstelligen dat hij bij de concurrent in dienst mag treden. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 4, MEI 2015 / SDU 9

7 EUROPEES EN INTERNATIONAAL met zwangerschapsverlof gaat. De advocaat-medewerker werkt vervolgens drie maanden bij klant A, onder leiding en toezicht van het Head Legal, treedt vervolgens in dienst bij klant A en beroept zich daarbij op art. 9a Waadi. In zo n geval lijkt oneigenlijk gebruik te worden gemaakt van de bescherming van art. 9a Waadi. Een beroep op art. 6:2 lid 2 BW kan dan mogelijk uitkomst bieden, hoewel de lat daarvoor hoog ligt Conclusie In rechtspraak en literatuur lijkt te zijn aanvaard dat het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi niet van toepassing is op ter beschikking gestelde werknemers die een onbepaaldetijdcontract hebben met hun uitlenende werkgever. Ten eerste wordt daarbij gewezen op de bedoeling van de Europese Commissie om met het belemmeringsverbod de toegang tot vast werk te vergroten en de hier bedoelde werknemers hebben (al) een onbepaaldetijdcontract. Ten tweede is in dit verband aangehaald dat de Nederlandse wetgever bij de invoer van art. 9a Waadi geen breuk lijkt te hebben beoogd met de lijn uit Ghisyawan/LAN-Alyst. Op grond van dat arrest is een concurrentiebeding met een ter beschikking gestelde werknemer evenwel alleen niet toegestaan als het onredelijk bezwarend is. In deze bijdrage is uiteengezet dat het eerste argument niet opgaat, omdat i) de Nederlandse wet geen onderscheid maakt naar de tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst die de ter beschikking gestelde heeft met zijn werkgever, ii) de Nederlandse wetgever expliciet heeft aangegeven dat detachering en payrolling uitleenvormen waarbij de werknemer veelal een onbepaaldetijdcontract heeft met zijn werkgever onder de Waadi vallen als is voldaan aan de criteria van art. 1 Waadi, iii) in de Uitzendrichtlijn geen onderscheid naar tijdelijkheid van de arbeids- overeenkomst is gemaakt bij de regeling over het belemmeringsverbod waar dat in een andere regeling in diezelfde Richtlijn wel is gedaan en iv) de centraal staande opmerking van de Europese Commissie in de toelichting bij het voorstel om verschillende redenen genuanceerd kan worden. Voorts is toegelicht dat de Nederlandse wetgever met art. 9a Waadi wel degelijk een doorkruising van de lijn uit Ghisyawan/LAN-Alyst voor ogen heeft gehad. Een en ander leidt er naar onze mening toe dat het belemmeringsverbod van toepassing is op iedere vorm van terbeschikkingstelling, mits de werknemer onder leiding en toezicht van de inlener werkt. Uitlenende ondernemingen hebben evenwel diverse andere mogelijkheden om te voorkomen dat hun werknemers veelal de kern van het verdienmodel met een beroep op art. 9a Waadi eenvoudig kunnen overstappen naar klanten. Het komt hierbij vooral aan op scherpe formulering van inhoud en duur van de terbeschikkingstelling. Over de auteurs Mr. L.B. de Graaf is advocaat bij BarentsKrans in Den Haag. Mr. drs. J.R. Vos is advocaat bij Holland Van Gijzen in Rotterdam. 28 Vgl. HR 20 januari 1989, NJ 1989, 322 en HR 21 maart 2008, NJ 2008, SDU / NUMMER 4, MEI 2015 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

8

Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi

Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi EUROPEES EN INTERNATIONAAL Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi MR. DRS. M.C. VAN KOPPEN 1 Met ingang van 27 april 2012 is ter implementatie van Richtlijn 2008/104/EG betreffende

Nadere informatie

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst?

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? Van: NOAB Adviesgroeplid Kantoor Mr. van Zijl Datum: juni 2017 Onderwerp: Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? 1. Inleiding De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over de

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12932 29 juni 2012 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2012, nr. AV/SDA/2012/10097,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 895 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met implementatie van de

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werkgevers

Concurrentiebeding - werkgevers Concurrentiebeding - werkgevers Waarom een concurrentiebeding opnemen? Met een concurrentiebeding wordt een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 28 167 Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding I VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Het Concurrentiebeding

Het Concurrentiebeding meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werknemers

Concurrentiebeding - werknemers Concurrentiebeding - werknemers Wat is een concurrentiebeding? Een werkgever kan er groot belang bij hebben dat bepaalde werknemers niet bij een (directe) concurrent of als zelfstandige gaan werken. Dit

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234 In deze uitgave: Jaargang 19 (2014) november nr. 234 Arbeidsrecht Actueel Bescherming van flexwerkers Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd Proeftijd Concurrentiebeding Uitzendbeding Nulurencontracten

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendbureaus die niet

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Artikelen. Zzp er/focus on Human-arrest: het belemmeringsverbod eindelijk een rustig bezit? L.J. de Vroe & K.A Görgün 1

Artikelen. Zzp er/focus on Human-arrest: het belemmeringsverbod eindelijk een rustig bezit? L.J. de Vroe & K.A Görgün 1 L.J. de Vroe & K.A Görgün 1 Zzp er/focus on Human-arrest: het belemmeringsverbod eindelijk een rustig bezit? Met de herintroductie van het belemmeringsverbod in artikel 9 Wet allocatie arbeidskrachten

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk

Nadere informatie

RECLAME CODE COMMISSIE

RECLAME CODE COMMISSIE / RECLAME CODE COMMISSIE Dossier 2014/00365 Beslissing van de Reclame Code Commissie in de zaak van : Alternatief Voor Vakbond (AW), gevestigd te Utrecht, klager tegen : De Vereniging Payroll Ondernemingen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht

Nadere informatie

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 29311 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

De concurrentiebedingboete.

De concurrentiebedingboete. De concurrentiebedingboete. Mr. M.B.M.C. van den Berg, advocaat te Tilburg Op de niet nakoming van verplichtingen in de arbeidsovereenkomst wordt door werkgevers vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU?

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU? Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Einde van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten die werken

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip mr. C.L. Waterman 1 1. Inleiding Het Nederlands arbeidsrecht bestaat voor een substantieel gedeelte uit een implementatie van Europese

Nadere informatie

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Bedrijfsgeheimen W.o. 34 821: Regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

De uitzendkracht anno 2010

De uitzendkracht anno 2010 De uitzendkracht anno 2010 Mw. mr. E. Knipschild Met de invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid werd mede beoogd de positie van de uitzendkracht te verduidelijken. De afgelopen tien jaar is de

Nadere informatie

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrecht Vermogensrecht Europeesrecht Conclusie 2 Inleiding Uitgangspunten: - Geen werknemer

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten

Nadere informatie

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?! Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!" Mr. G.W. (Geert) Rouwet sectie arbeidsrecht 1 2 Agenda 1. inleiding 2. feiten en ontwikkelingen 3. actualiteiten

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

DE STATUTAIR BESTUURDER ONDER WET WERK EN ZEKERHEID

DE STATUTAIR BESTUURDER ONDER WET WERK EN ZEKERHEID DE STATUTAIR BESTUURDER ONDER WET WERK EN ZEKERHEID 30 juni 2015 Edward de Bock ONDERWERPEN 1. Afwijking ketenbepaling 2. Aanzegplicht 3. Redelijke grond/herplaatsing 4. Bedenktermijn 5. Exit prevenfeve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 5 november 2017 is er sprake van een onderbreking van de algemeen verbindendverklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 januari 2015 De plannen om het arbeidsrecht te hervormen gaan nu concrete vormen aannemen. De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wet Werk

Nadere informatie

Algemene voorwaarden detachering

Algemene voorwaarden detachering Algemene voorwaarden detachering HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1. Werkingssfeer algemene voorwaarden 1. De onderhavige algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle detacheringsovereenkomsten

Nadere informatie

HET NON-CONCURRENTIE BEDING

HET NON-CONCURRENTIE BEDING HET NON-CONCURRENTIE BEDING Algemeen Het non-concurrentiebeding beperkt de werknemer in zijn recht om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn op een wijze die hij zelf heeft gekozen. Daarmee

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

5 Beperking van het recht op vrije arbeidskeuze

5 Beperking van het recht op vrije arbeidskeuze 5 Beperking van het recht op vrije arbeidskeuze Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING In de loop der tijd zijn verschillende bedingen ontwikkeld, die het recht op vrije keuze van arbeid (art. 19 lid 3 Grondwet)

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 263 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1

de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1 de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 - Proeftijd 4 Hoofdstuk 2 - Concurrentiebeding 6 Hoofdstuk 3 - Aanzegtermijn

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2645

ECLI:NL:CRVB:2016:2645 ECLI:NL:CRVB:2016:2645 Instantie Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 14-07-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4866 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

VAAN Onder Professoren. Prof.dr. A.R. Houweling

VAAN Onder Professoren. Prof.dr. A.R. Houweling VAAN Onder Professoren Prof.dr. A.R. Houweling Inhoud 1. Concurrentiebeding als bijzonder beding 2. Concurrentiebeding in EU-perspectief 3. Schriftelijkheid anno Hoge Raad 2017 4. Zwaarder drukken 5. Zelfstandigen

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus, Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: j.hamaker@ser.nl Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012 Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Onderwerpen Nieuwe vakantiewetgeving Wijzing Wet melding collectief ontslag (WMCO) Wijzigingen Wet allocatie

Nadere informatie

uitspraak van de week

uitspraak van de week Auteur : mr. W.A.E. Meuris Datum : 18 juli 2018 Onderwerp : Loondoorbetalingsverplichting voor werkgever indien in hoger beroep door het Hof wordt geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht was?

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 661 Uitvoering van de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Nota van toelichting

Nota van toelichting Nota van toelichting In het Algemeen Overleg van 11 november 2008 heb ik nadere regelgeving voor buitengerechtelijke incassokosten aangekondigd (Kamerstukken II 2008/09, 24 515, nr. 144). Bij brief van

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: Dwjz11-086 --------------------------------------------- Landsverordening houdende regels inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Landsverordening terbeschikkingstelling arbeidskrachten)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Bij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (hierna: de implementatiewet) 1 heb ik toegezegd op korte

Nadere informatie

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de ondernemingsraden in verband met implementatie van de Richtlijn 2008/104/EG van het Europese Parlement en de Raad van 19

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ. Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling

Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ. Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling Ontwikkeling van het preventieve ontslagstelsel Generaal H.G. Winkelman Ontwikkeling van het preventieve ontslagstelsel Besluit van

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies

Nadere informatie

Data inwerkingtreding. Proeftijd. Overzicht wijzigingen 1-1-2015. Wijzigingen arbeidsrecht 5-12-2014

Data inwerkingtreding. Proeftijd. Overzicht wijzigingen 1-1-2015. Wijzigingen arbeidsrecht 5-12-2014 Data inwerkingtreding 1 januari 2015 1 juli 2015 1 januari 2016 Wijzigingen arbeidsrecht Bepalingen gericht op de versterking van de positie van flexibele arbeiders Nieuwe ketenregeling Herziening ontslagrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie