Peo II Docent: Andrea Witkam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Peo II Docent: Andrea Witkam"

Transcriptie

1 PEO II BT-1o 1

2 Peo II Docent: Andrea Witkam Ilse Speelman Veron 't Hart Joppe Korfage Kevin Ypeij Danny Zomerhuis Groep: BT-1o 2

3 Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 4 Inleiding 5 Analyse 6 Hypothese 9 Ontwerp van het model 10 Testprotocol 18 Evaluatie 19 Discussie 23 3

4 Samenvatting De opdracht voor de tweede module is het ontwerpen van een model voor het fietsen met een specifieke kniebeperking. Hierbij is er gekozen voor het fietsen met een beperkte knieflexie, dit omdat deze beperking in het algemeen het meest voorkomt. Bij deze opdracht was er niet een bepaalde cylus om te volgen zoals de ontwerpcyclus, maar werd er meer aan de hand van een hoofdvraag gewerkt. De gestelde hoofdvraag luidt als volgt: 'Hoe kan er met behulp van een model de invloed van een beperkte kniemobiliteit op de ideale instellingen van een fiets worden bepaald?'. Aan de hand van de hoofdvraag zijn er verschillende onderwerpen gekozen om zo met verschillende deelvragen de hoofdvraag te dekken. De onderwerpen die aan bod kwamen waren: doelgroep, opbouw van het model, bewegingen tijdens het fietsen en de software waarin het model kan worden gemaakt. Aan de hand van deze onderwerpen zijn de deelvragen opgesteld. De doelgroep werd zo gekozen dat het voor iedereen gebruikt kan worden met een beperking van de knieflexie. Dit is zo gekozen omdat de beenlengtes en de mate van beperking ingevoerd moet worden en het vervolgens niets uit maakt of dit de maten van een man of van een vrouw zijn. Voor de software werd gekozen om het model in Excel te verwerken, omdat dit aan het begin van de opdracht het programma was waar iedereen het best mee om kon gaan. Aan de hand van verschillende formules zoals de cosinus-regel is het model opgesteld. Om de bewegingen en de veranderingen in de verschillende gewrichtshoeken tijdens het fietsen te analyseren zijn er filmpjes gemaakt van de proefpersonen. Deze filmpjes werden in verschillende programma's geanalyseerd zoals kinovea en V2C. Omdat uit de verschillende analyses dezelfde resultaten kwamen is er gekozen om in het verslag de analyse in Kinovea te gebruiken omdat dit de meest duidelijke afbeeldingen opleverde. Na de beantwoording van de deelvragen was de analysefase af en kon het model worden gemaakt. Aan de hand van de geanalyseerde videobeelden van het fietsen zijn er hypothesen opgesteld. Deze hypothesen zijn na de analyse opgesteld omdat er dan genoeg kennis was over de invloed van de cranklengte en de zadelhoogte tijdens het fietsen. Nadat het model opgesteld was moest het worden getest. Het testen gebeurde door de beenlengtes van de proefpersonen op te meten en werden de beperkingen gekozen. Door het model de laten werken kwamen de maten om de fiets in te stellen eruit en werden deze op de fiets ingesteld. Als controle zijn de proefpersonen gaan fietsen waarvan de opgenomen beelden achteraf geanalyseerd zijn, als er uit de analyse hetzelfde aantal graden kwam stond de fiets goed ingesteld. In veel van de gevallen scheelde het een aantal graden met de uitkomsten van het model. Tevens werd aangetoond dat de cranklengte kleiner werd als de flexiebeperking groter werd. 4

5 Inleiding Voor het PEO project voor de tweede module is er gekozen om een model te maken voor het fietsen met een kniebeperking. De opdracht luidt als volgt: Analyseer met behulp van een te ontwerpen model het effect van een beperkte kniemobiliteit op het fietsen op een hometrainer. Vergelijk de modeluitkomsten met de metingen verricht aan een proefpersoon. Uit deze opdracht is de volgende probleemdefinitie opgesteld: Maak een model dat na het invoeren van de input als output de ideale zadelhoogte en cranklengte geeft. Omdat het begrip kniebeperking op meerdere manieren opgevat kan worden is ervoor gekozen om de term 'kniebeperking' te vereenvoudigen tot flexiebeperking (mogelijkheid tot buigen) in de knie. Er kunnen een hoop oorzaken van een beperkte knieflexie en bijbehorende behandelmethoden zijn. Een hulpmiddel voor de revalidatie van zo n flexiebeperking kan een hometrainer zijn waarvan de zadelhoogte en cranklengte aangepast kunnen worden. Een persoon met beperkte knieflexie kan namelijk niet fietsen op een normale fiets. Door zadelhoogte en cranklengte zo in te stellen dat de patiënt toch kan blijven fietsen houdt je de knie in beweging wat misschien wel de mogelijkheid tot flexie zal bevorderen. Om te kunnen meten of deze flexie bevorderd wordt moet de kniehoek van de patiënt telkens worden opgemeten zodat aan de hand daar van de instellingen berekend kunnen worden. Dit is tijdrovend werk. Voor een fysiotherapeut of revalidatiearts kan een model, dat richtlijnen geeft voor de instellingen van een hometrainer, een uitkomst bieden als het gaat om tijdbesparing en efficiëntie. Het model is op de computer gemaakt in het programma Excel. Aan het model kan een input worden gegeven. Deze input moet eerst aan het lichaam van de patiënt worden opgemeten. Het gaat hier om hoeken van gewrichten en beenlengtes. Als output geeft het model dan de ideale zadelhoogte en cranklengte. 5

6 Analyse Probleemdefinitie Maak een model dat na het invoeren van de input als output de ideale zadelhoogte en cranklengte geeft. Hoofdvraag Hoe kan er met behulp van een model de invloed van een beperkte kniemobiliteit op de ideale instellingen van een fiets worden bepaald? Deelvragen Voor welke doelgroep is het model bedoeld? Welke software is er om een model in te verwerken? Welke delen van het bewegingsapparaat zijn betrokken bij het fietsen? Hoe worden de standaard instellingen van een fiets bepaald? Wat zijn de standaard gewrichtsuitslagen van een gezond persoon tijdens het fietsen? Waaruit bestaat de input? Waaruit bestaat de output? Welke bewegingen vinden er in het sagittale vlak plaats tijdens het fietsen? Voor welke doelgroep is het model bedoeld? Het model is opgezet om gebruikt te worden in de revalidatie. Bijvoorbeeld door fysiotherapeuten die voor een revaliderende patiënt steeds de ideale instellingen voor een hometrainer wil berekenen. Welke software is er om een model in te verwerken? Modelleren kan gedaan worden in verschillende programma s, bijvoorbeeld in Excel of Matlab. Er is in dit geval gekozen voor Excel omdat hier de meeste ervaring in is en daardoor het makkelijkst werkt. Welke delen van het bewegingsapparaat van de mens zijn betrokken bij het fietsen? Eigenlijk zijn bijna alle delen van het bewegingsapparaat van de mens betrokken bij het fietsen, maar als het puur om het ronddraaien van de trappers gaat zijn het vooral de onderste extremiteiten die worden gebruikt. De onderste extremiteiten worden opgedeeld in bovenbeen (BB), onderbeen (OB) en voethoogte (VH). De rest van het lichaam wordt buiten beschouwing gelaten. Hoe worden de standaard afstellingen van een fiets bepaald? Om te weten of het model functioneert moeten de ideale afstellingen van een fiets bekend zijn. Hier gaat het om optimale kniehoek in extensiestand en standaard cranklengte. De optimale kniehoek in extensiestand wordt bepaald door de hiel op de trapper te positioneren. Wanneer de knie in deze positie helemaal gestrekt is, is de zadelhoogte juist ingesteld. Aangezien men niet fietst met de hiel op de trapper maar met de bal van de voet vindt er een beetje flexie plaats in de knie en komt de kniehoek uit op ongeveer 160 graden. De standaard cranklengte is van stadsfietsen is 170 millimeter. Met deze gegevens kan de fiets goed ingesteld worden. 6

7 Wat zijn de standaard gewichtsuitslagen van een gezond persoon tijdens het fietsen? Bij een gezond proefpersoon die gebruik maakt van een fiets met de ideale afstelling heeft de knie een maximale hoek van 160⁰ en een minimale hoek van 60⁰. Van het enkelgewricht is grootste hoek 125⁰ en de kleinste 95⁰. Dit betekent dat de knie een bewegingsuitslag heeft van 100⁰ en de enkel 30⁰. Waaruit bestaat de input? Als input is er gekozen voor de bovenbeenlengte, de onderbeenlengte en het aantal graden van de kniehoek in de maximale flexie stand. Niet ieder persoon heeft even lange benen, dezelfde verhoudingen en dezelfde lenigheid in de knie. Omdat deze waardes bij iedereen verschillend zijn, moeten deze eerst worden opgemeten en daarna worden ingevuld in het model. Het is belangrijk dat telkens bij ieder proefpersoon eenzelfde manier van opmeten wordt gehanteerd. Waaruit bestaat de output? De output geeft de verstelbaarheid van de fiets weer aan de hand van de input. Bij het invoeren van de input wordt er als output de ideale zadelhoogte en cranklengte gegeven. Welke bewegingen vinden er in het sagittale vlak plaats tijdens het fietsen? Tijdens het fietsen vinden er in drie gewrichten bewegingen plaats: in het heupgewricht, in het kniegewricht en in het enkelgewricht. In het heupgewicht vindt er afwisselend ante- en retroflexie plaats. In het kniegewricht vindt er afwisselend flexie en extensie plaats. En in het enkelgewricht lossen dorsaal- en plantairflexie elkaar af. Tijdens het fietsen zijn er twee combinaties tussen deze gewrichten bij een normale trapcyclus: - Als er in de heup anteflexie wordt gemaakt, dan volgt er knieflexie en dit zorgt weer voor dorsaalflexie in het enkelgewricht. Dit gebeurt als de trapper van het laagste punt naar boven Afbeelding 1&2 gaat of op het hoogste punt is. - Als de trapper op het hoogste punt is geweest dan gaat deze weer naar het laagste punt toe. Om dit mogelijk te maken vindt er in de heup retroflexie plaats, dit leidt tot het extenderen Afbeelding 3&4 van de knie en dit gaat gepaard met plantairflexie in de enkel. 7

8 Abeelding1 Afbeelding 2 Afbeelding 3 Afbeelding 4 8

9 Hypothese: Wanneer een persoon een flexiebeperking heeft in de knie zal de cranklengte verkleind moeten worden. De kleinste kniehoek vindt plaats wanneer de trappers verticaal staan en de trappers zich in de hoogste dan wel laagste positie bevinden. Bij een kortere cranklengte komt de trapper in verticale positie minder hoog en hoeft de persoon minder te flexeren. Omdat het model is bedoeld voor mensen met een flexiebeperking zou er dus iets gedaan moeten worden aan het hoogste punt van de trapper. Hiervoor moet de afstand tussen zadel en trapper groter worden. Omdat de trapper door zijn cyclus voor het meeste verschil tussen flexie en extensie zorgt is de verwachting dat de meeste afname van de knieflexie wordt bereikt door het kleiner maken van de afstand tussen trapper en trapas. Om de afstand tussen zadel en trapper te vergroten zou ook het zadel hoger kunnen worden gezet. Nadeel hiervan is dat daarmee ook de afstand tussen het zadel en de trapper in de laagste positie wordt vergroot, wat tot gevolg zal hebben dat het been te ver gestrekt moet worden of dat de trapper helemaal niet meer bereikt kan worden. De gestelde hypothese luidt als volgt: Als de mate van beperkte knieflexie groter wordt (grotere minimale hoek) zal het model de afstand van trapper tot trapas (cranklengte) verkleinen. Dit om de afstand tussen zadel en trapper, op het moment dat deze boven aan is, te vergroten. Hier mee zal de afstand tussen zadel en trapper, wanneer deze beneden is, verkleind worden. Beenlengtes zijn voornamelijk van invloed op de zadelhoogte. Als de beenlengte toeneemt zal vooral de zadelhoogte toenemen. Dit voorkomt dat de minimale kniehoek te klein wordt. 9

10 Ontwerp van het model Input van het model De input bestaat uit de bovenbeenlengte, onderbeenlengte, voetgrootte, maximale, minimale extensie en maximale en minimale flexie. In afbeelding 5 (in het rode vak) te zien dat de waardes van de input handmatig verandert kunnen worden met behulp van de aangewezen knoppen. Het is ook mogelijk om getallen in te typen. Afbeelding 5, inputparameters en outputparameters. Gewrichtsstanden Ook zijn er hoeken gebruikt als inputparameters. De kniehoek kan variëren tussen 60 en 160 graden. In afbeelding 7 is te zien hoe deze hoeken zijn bepaald. Deze hoeken zijn allemaal vastgesteld doormiddel van markers en het programma kinovea. Output De output van het model bestaat uit de zadelhoogte en de cranklengte (die zijn te zien in afbeelding 6 het blauwe vak). De output wordt gevormd door de input in te vullen en het model geeft de output weer. Hoe de output wordt berekent is te zien in Beschrijf de regels die het model hanteert op pagina 13. De x-waardes en de y-waardes zijn bepaald voor elk onderwerp, bijvoorbeeld trapper, knie en zadel, weergegeven in de grafiek. Zoals in afbeelding 6 te zien is. 10

11 Afbeelding 6 Om lijnen te maken in de grafiek zijn er twee punten nodig. Tussen deze twee punten wordt een lijn getrokken, zoals in afbeelding 7 te zien is. Groen = heuphoek Oranje = kniehoek Blauw = enkelhoek Afbeelding 7 bepalen hoeken. 11

12 Verwerkingsregels Het uiteindelijke doel van het model is dat er een output wordt gegeven waarmee de fiets ingesteld kan worden. De output zijn twee variabelen, te weten de zadelhoogte en de cranklengte. Hieronder staat hoe deze in het model worden berekend. Cranklengte Om de cranklengte te bereken zijn een aantal gegevens nodig uit de input, deze zijn: - Onderbeenlengte (OB) - Bovenbeenlengte (BB) - Maximale Kniehoek (Min H) - Minimale Kniehoek (Max H) Met deze gegevens kunnen er twee dingen worden berekent de Heup to hiel lengte in flexie (Flex) en de heup tot hiel lengte in extensie (Ext). Met de cosinusregel kunnen Ext en Flex berekent worden: Ext = OB 2 + BB 2 2 OB BB cos(maxh) Flex = OB 2 + BB 2 2 OB BB cos(minh) Met de uitkomsten van de vorige formules kan nu de cranklengte worden berekent: Cranklengte = Ext Flex 2 Zadelhoogte Met de uitkomsten van de cranklengte kan nu de zadelhoogte worden berekent vanaf de trapas: Zadelhoogte = Ext Cranklengte Grafiek Om een totaal beeld te krijgen, worden de uitkomsten van de verwerkingsregels geplaatst in een grafiek. In deze grafiek zijn dan de input en output weergegeven in beeld. Om een bewegende grafiek te krijgen moeten een paar stappen worden gemaakt. Stap 1: Crank as Als eerste wordt er een vast punt in de grafiek gekozen voor de crank as. Dit punt is (40,20) Stap 2: zadel en heup Het zadel staat recht boven de crank as, dit betekent dat de x waarde van de heup gelijk is aan die van de crank as. Om de y waarde te weten wordt de y waarde van de crank as bij de zadelhoogte geteld. De heup bevind zich in het midden van de zadel. Stap 3: roterende trapper Door de x en de y coördinaten van de trapper te berekenen in elke stand en deze op te tellen bij die van de crank as. Voor de formule is een cel gemaakt voor de hoek van de trapper ten opzichte van een verticaal (φ).wanneer de trapper boven is de hoek 0 en onderin is deze 180) X coördinaten = Xpositieas + Cranklengte cos(φ) Y coördinaten = Ypositieas + Cranklengte cos(φ) 12

13 Stap 4: positie van de knie Na het bepalen van de positie van de knie kan het onderbeen en bovenbeen getekend worden. De positie van de knie wordt op de volgende manierbepaald: Als eerste moet de lengte van de trapper tot heup(th) worden berekent. Dit wordt gedaan met behulp van de stelling van Pythagoras waarmee het verschil in x en y waardes van de heup en trapper worden berekent: TH = (Xheup Xtrapper) 2 + (Yheup Ytrapper) 2 Dan moet hoek alpha (α) worden bereken. Dit wordt gedaan doormiddel van de boogtan2 functie in Excel, in deze functie moeten de x- en y-waardes ingevuld worden. De boogtan2 functie berekend een hoek van een lijn tussen twee punten in een grafiek ten opzichte van een horizontaal. De gebruikte punten zijn de coördinaten van heup en de trapper. Wat hier uitkomt staat nu in radialen en moet dan alleen nog in graden worden gezet. Nu moet hoek bèta (β) worden berekend, dit wordt berekend doormiddel van de cosinusregel. Betha = cos 1 ( OB2 + TH 2 BB 2 2 OB TH ) Daarna wordt de hoek van het onderbeen ten opzichte van de horizon (OH) berekent, door alpha en bèta van 180 af te trekken. Dit is de hoek tussen o en x in afbeelding(met fietser) Met deze hoek wordt de X en Y die in het afbeelding( met fietser) berekent met de volgende formules: X = cos(oh) OB Y = sin(oh) OB Om positie van de knie te weten wordt de x van de X coördinaat van de trapper getrokken en de Y bij de Y positie van de trapper opgeteld. Stap 5: verbinden Als laatste wordt het onderbeen en het bovenbeen in de grafiek getekend. Het onderbeen loopt vanaf de trapper tot de positie van de knie en het bovenbeen van de knie tot de heup, zie afbeelding 8 en 9. 13

14 Afbeelding 8 Afbeelding 9 Vereenvoudigingen ten opzichte van de werkelijkheid In het model zijn de vereenvoudigingen ten opzichte van de werkelijkheid aangebracht. - 1 crank, trapper en been - Voethoogte - Hiel op trapper - Gewrichtsspleet knie - Heup is een vast punt - Geen romp, hoofd en armen in het model Één crank, trapper en been In afbeelding 10 is in de grafiek van het model de eerste vereenvoudiging omcirkeld. Hier is te zien dat er maar één crank, één trapper en dus ook één been weergegeven is. Hier is voor gekozen omdat indien er voor het andere been andere instellingen nodig zijn, dit met hetzelfde model kan worden berekent. Afbeelding 10 14

15 Voethoogte De voethoogte is niet apart in het model, de voethoogte is bij de lengte van het onderbeen opgeteld. Omdat we hebben gekozen om de enkelhoek vast te zetten. Hiel op trapper In afbeelding 11 is te zien dat het uiterst dorsale punt van de voet (de hiel) op de trapper is geplaatst. In werkelijkheid plaatsen de meeste mensen tijdens het fietsen de bal van hun voet op de trapper. Hier is voor gekozen omdat het ingewikkeld is om de enkelhoek ook mee te nemen in het model, deze veranderd namelijk ook tijdens het fietsen. De verandering van deze hoek is echter maar minimaal en zal daarom niet voor grote afwijkingen zorgen. Afbeelding 11 Gewrichtsspleet knie. Bij het opmeten van bovenbeen is er gemeten van trochantor major tot gewrichtsspleet knie. Bij het opmeten van de onderbeen lengte is er gemeen vanaf gewrichtsspleet knie tot malleolus lateralis. Dit kan voor enige onnauwkeurigheid zorgen. Om preciezer te meten had er beter van trochantor major tot condilus lateralis van het femur en van caput fibula tot malleolus lateralis gemeten kunnen worden. In dit geval was er echter, zoals in afbeelding 12 te zien is, een deel van de knie overgeslagen, wat ook weer voor afwijkingen kan zorgen. 15

16 Afbeelding 12 Heup is een vast punt De heup is in het model een vast punt (zie afbeelding 13). Het punt dat als heup is genomen is gelijk aan de trochanter major. Dit vaste punt komt niet overeen met de werkelijkheid omdat mensen zich nog wel eens verplaatsen op het zadel. Afbeelding 13 16

17 Geen romp, hoofd en armen in het model Er is voor gekozen om geen romp, hoofd en armen in het model te plaatsen omdat er in eerste instantie vanuit is gegaan dat deze delen van het lichaam weinig invloed zullen hebben op het fietsen. Later bleek dat dit wel degelijk invloed kan hebben. Als een persoon bijvoorbeeld niet in staat is zijn rug te buigen en bekken te kantelen zal hij of zij minder lenig zijn in het flecteren van de heup. Deze beperking kan ook invloed hebben op de instellingen van de fiets. Deze vereenvoudiging zou dus kunnen zorgen voor verschillen in overeenkomsten van werkelijkheid en model. Beperkingen van het model. Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid en komt hiermee dus nooit volledig overeen. Zo zijn er altijd factoren waar geen of niet genoeg rekening mee kan worden gehouden. In het opmeten van beenlengtes zouden fouten kunnen ontstaan doordat palpatie en het plakken van markers niet altijd even nauwkeurig kan. Een andere beperking van het model is dat er alleen van uit het sagittale vlak wordt gekeken, waardoor er geen rekening kan worden gehouden met bewegingen in het frontale vlak die ook van invloed zijn op de mate van flexie en extensie in de knie. De as waarom een gewricht beweegt verplaatst tijdens het bewegen een beetje. Een ander belangrijk punt is de hoeveelheid kracht die nodig is om de trappers rond te draaien. Hier wordt in het model geen rekening mee gehouden, terwijl een revaliderend persoon met een beperking in de knie waarschijnlijk ook minder kracht kan uitoefenen. Door de cranklengte te verkleinen wordt direct ook de momentsarm om de kracht over te brengen verkleind en worden de spieren zwaarder belast. Het model komt dus niet voor 100% overeen met de werkelijkheid. De afwijkende factoren hebben echter een beperkte invloed op de uitkomsten, waardoor het model toch een goed beeld zal geven van de werkelijkheid. 17

18 Testprotocol Het model Er is in Excel een model gemaakt voor fietsers met een kniebeperking. Bij het invullen van de input (boven- en onderbeen lengtes, kniehoek en enkelhoek) wordt er een output (cranklengte en zadelhoogte) gegeven. Doel van de test Om te kijken of dit model werkt en dus overeenkomt met de realiteit wordt er een test gedaan. In deze test wordt de input opgemeten. Beenlengtes worden gemeten met een meetlint in staande positie en de hoeken tijdens het fietsen door middel van video analyse. In het programma kinovea kunnen de hoeken worden berekend. Benodigdheden - Camera - Statief - Computer met het programma kinovea - Vijf proefpersonen - Markers (tape en stift) - Hometrainer met verstelbaar zadel en verstelbare cranklengte - Meetlint - Model - (goniometer) Onderstaande gegevens worden opgemeten aan de proefpersonen - Bovenbeenlengte - Onderbeenlengte - Voethoogte - Kniehoek en enkelhoek met en zonder beperking. - Optimale cranklengte en zadelhoogte tijdens fietsen met en zonder beperking. Testprotocol model Allereerst wordt bovenbeenlengte, onderbeen lengte en voethoogte van het linker been van de proefpersoon in staande stand opgemeten met een meetlint. Er wordt gemeten vanaf trochanter major tot aan de gewrichtsspleet van de knie (bovenbeenlengte), vervolgens vanaf de gewrichtsspleet tot malleolus lateralis (onderbeenlengte) en ten slotte van malleolus lateralis tot grond (voethoogte). Dit wordt ingevuld in het model als input. Daarnaast wordt als input aan het model een minimale kniehoek gegeven (flexiebeperking). Na het invullen van deze input geeft het model als output de instellingen van de fiets. De zadelhoogte en cranklengte die gegeven worden door het model worden ingesteld, vervolgens kan de proefpersoon gaan fietsen. Dit wordt in het sagittale vlak gefilmd en met behulp van de filmpjes kan de werkelijke minimale kniehoek worden bepaald. Deze wordt vergeleken met de minimale kniehoek die als input is gegeven aan het model en kan er geconcludeerd worden of het model overeenkomt met de werkelijkheid. Bij elke proefpersoon word de fiets drie keer verschillend ingesteld, dat wil zeggen dat er per proefpersoon drie verschillende minimale kniehoeken aan het model als input worden gegeven. Elke proefpersoon wordt dan ook drie keer gefilmd. Er zijn vijf proefpersonen en dus 5x3=15 filmpjes. Elk filmpje duurt ongeveer 20 seconden. 18

19 Evaluatie In tabel 1 zijn de input en de output weergegeven, inclusief wat deze inhoudt. Input Bovenbeen lengte (trochanter major gewrichtsspleet knie) Onderbeen lengte Gewrichtsspleet knie - malleolus lateralis plus de voethoogte, malleolus lateralis - grond Minimale kniehoek (mate van flexie beperking) Tabel 1 Output Zadelhoogte (trapas bovenkant zadel) Cranklengte (trapas bovenkant trapper Resultaten In tabel 2 zijn de voorspelde hoeken en de waargenomen hoeken tegen elkaar uitgezet met het onderlinge verschil. Proefpersoon Voorspelling model minimale kniehoek Realiteit minimale kniehoek Verschil Voorspelling model maximale kniehoek Realiteit maximale kniehoek pp 1 meting 1 70⁰ 72⁰ 2⁰ 160⁰ 155⁰ -5⁰ pp 1 meting 2 80⁰ 79⁰ -1⁰ 160⁰ 136⁰ -24⁰ pp 1 meting 3 90⁰ 88⁰ -2⁰ 160⁰ 137⁰ -23⁰ pp 2 meting 4 70⁰ 68⁰ -2⁰ 160⁰ 153⁰ -7⁰ pp 2 meting 5 80⁰ 81⁰ 1⁰ 160⁰ 147⁰ -13⁰ pp 2 meting 6 90⁰ 89⁰ -1⁰ 160⁰ 146⁰ -14⁰ pp 3 meting 7 60⁰ 61⁰ 1⁰ 160⁰ 146⁰ -14⁰ pp 3 meting 8 70⁰ 72⁰ 2⁰ 160⁰ 147⁰ -13⁰ pp 3 meting 9 100⁰ 101⁰ 1⁰ 160⁰ 166⁰ 6⁰ pp 4 meting 10 70⁰ 72⁰ 2⁰ 160⁰ 140⁰ -20⁰ pp 4 meting ⁰ 98⁰ -2⁰ 160⁰ 121⁰ -39⁰ pp 4 meting ⁰ 109⁰ -1⁰ 160⁰ 141⁰ -19⁰ pp 5 meting 13 90⁰ 93⁰ 3⁰ 160⁰ 146⁰ -14⁰ pp 5 meting ⁰ 119⁰ -1⁰ 160⁰ 145⁰ -15⁰ pp 5 meting 15 70⁰ 71⁰ 1⁰ 160⁰ 136⁰ -24⁰ Tabel 2 Verschil 19

20 Correlatiefactor In tabel 3 staan alle gegevens van de proefpersonen. Met behulp van Excel is de correlatiefactor berekend. De correlatiefactor houdt in hoe een voorspelde en een werkelijke uitkomst zich tot elkaar verhouden. Als deze gelijk zijn is de correlatiefactor 1, als de voorspelde en waargenomen hoeken minder met elkaar overeenkomen wordt de correlatiefactor minder dan 1 met een minimum van -1. In tabel 4 is te zien dat de voorspelde hoeken bijna overeenkomen met de waargenomen hoeken en de correlatiefactor een rechtlijnige grafiek vormt. Dit houd in dat er een positieve correlatiefactor is. Aangezien alleen de gevolgen van een flexiebeperking zijn onderzocht en er een vaste maximale kniehoek is gekozen is er aan de hand van de maximale kniehoek geen correlatiefactor te berekenen. Model Hoeken Input Output Minimale kniehoeken Maximale Kniehoeken BB OB Cranklengte Zadelhoogte Voorspelde Hoeken Werkelijke hoeken Voorspelde hoeken Werkelijke hoeken 1a ,22-65, a ,2 68, a ,3 71, b ,75-68, b ,6 72, b ,7 74, c ,56-59, c ,45-62, c ,2 70, d ,89-64, d ,5 73, d ,2 75, e ,51 74, e ,3 81, e ,8-64, Tabel 3 Tabel 4, op de x-as staat de voorspelde hoek, op de y-as de waargenomen hoek. 20

21 Wat valt op: Voorspelde minimale kniehoek door model en minimale kniehoek in de realiteit komen bijna helemaal overeen, met verschillen van -1 tot 3 graden. Dit verschil kan komen door vereenvoudigingen van het model of onnauwkeurige metingen. Voorspelde maximale kniehoek door model en maximale kniehoek in de realiteit komen minder goed overeen, met verschillen van -39 tot 6 graden. Dit komt doordat de nadruk ligt op de minimale kniehoek en hoe deze wordt bereikt. Door de cranklengte te verkorten strekt het been in de laagste positie minder ver waardoor er dus een kleinere hoek wordt gemeten. Bij ieder proefpersoon is een meting gedaan met een minimale kniehoek van 70 graden als beperking. Er valt te verwachten dat het verschil tussen de voorspelde en waargenomen maximale kniehoek bij alle proefpersonen ongeveer gelijk is. Wat opvalt is dat de maximale kniehoek bij deze beperking grote verschillen laat zien, varierend tussen 5 en 24 graden. De waargenomen maximale kniehoek is iedere keer kleiner dan voorspeld, behalve bij de derde meting van proefpersoon 3, waar deze 6 graden groter is. Dit is merkwaardig aangezien de crank wordt verkort en de trapper daardoor minder laag komt waardoor de maximale kniehoek kleiner wordt. Waarschijnlijk is hier sprake van een meetfout of van een onverwachte beweging in een niet geanalyseerd vlak. Bij alle proefpersonen verandert de zadelhoogte en cranklengte met ongeveer 3 centimeter per tien graden, behalve bij proefpersoon 5, wellicht valt dit te verklaren doordat dit proefpersoon het grootste verschil in boven- en onderbeenlengte heeft. Tabel 5 toont de gegevens van de proefpersonen, de ingestelde zadelhoogte en cranklengtes en de bijbehorende waargenomen hoeken. Bovenbeen, onderbeen, zadelhoogte en cranklengte zijn in centimeters, de minimale en maximale kniehoek in graden. 21

22 Input Waargenomen hoeken Output PP BB OB MinH MaxH ZadelH CrankL Tabel ,4 18, ,5 15, ,3 12, ,9 18, ,0 15, ,9 12, ,1 20, ,3 17, ,4 9, ,8 17, ,1 9, ,5 7, ,1 12, ,3 5, ,8 17,8- Vergelijk hypothesen met uitkomsten In de hypothese wordt gesteld dat een beperkte knieflexie voornamelijk van invloed zou zijn op de cranklengte. In tabel 1 is bij het eerste proefpersoon te zien dat wanneer de minimale kniehoek met tien graden toeneemt, de zadelhoogte met ongeveer 3 centimeter toeneemt. De cranklengte neemt met ongeveer 3 centimeter af. Verhoudingsgewijs heeft een beperkte knieflexie dus meer invloed op de cranklengte: 3 centimeter van 18 centimeter is 17 % en 3 centimeter van 65 centimeter is 5 %. Dit gaat op voor proefpersoon 1 tot en met 4. Bij proefpersoon 5 zijn echter andere resultaten te zien. Het verschil in zadelhoogte bij de metingen van een minimale kniehoek van 70 en 90 graden is 9,3 centimeter, ongeveer 5 centimeter per tien graden. De cranklengte neemt af met 2,6 centimeter per tien graden, wat meer overeenkomt met de andere proefpersonen. Het verschil in zadelhoogte tussen de metingen met een minimale kniehoek van 90 en 120 graden is 12,8 centimeter, iets meer dan 4 centimeter per 10 graden. Het verschil in cranklengte bedraagt 7,2 centimeter wat neerkomt op 3,4 centimeter per tien graden. Bij een grotere minimale kniehoek neemt het verschil per tien graden bij de zadelhoogte af, terwijl het bij de cranklengte juist toeneemt. Wellicht komt dit verschil doordat het verschil in lengte tussen boven- en onderbeen bij dit proefpersoon het grootst is. Wanneer de flexiebeperking groter wordt, neemt de lengteverandering van de crank toe, terwijl de hoogteverandering van het zadel afneemt. Dit toont aan dat een flexiebeperking vooral van invloed is op de cranklengte. Wanneer de proefpersonen met de kortse en de langste benen, proefpersoon 3 en 5, met elkaar worden vergeleken is te zien dat bij een gelijke kniehoek (70 graden) de cranklengte voor proefpersoon 3 17,5 centimeter is, en die voor proefpersoon 5 17,8. Een verschil van 0,3 centimeter. De zadelhoogte voor de proefpersonen bedragen respectievelijk 62,3 en 64,8 centimeter, een verschil van 2,5 centimeter. 0,3 centimeter van ongeveer 17,5 is 1,7 %, terwijl 2,5 centimeter van ongeveer 63,5 centimeter 3,9 % is. De beenlengte heeft dus meer invloed op de zadelhoogte dan op de cranklengte. 22

23 Discussie De verbeteringen voor een volgende keer kunnen worden opgedeeld in 2 categorieën: verbeteringen voor het ontwerp van het model en verbeteringen van de meetmethode. Het model is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Dit betekent voor het model dus dat er een paar gegevens of bewegingen ontbreken die wel in de werkelijkheid plaatsvinden. De grootste factor die ontbreekt in het model is de zijwaartse verplaatsing tijdens het fietsen. Hiermee wordt bedoeld dat het lichaamszwaartepunt tijdens het fietsen ook zijwaarts wordt verplaatst. Omdat dit gebeurd in een frontaal vlak en er in het model alleen maar naar een sagittaal vlak is gekeken is dit er uit gelaten. Dit kan wel van invloed zijn op het fietsen zelf en hierdoor kunnen er dus ook verschilllen tussen model en werkelijkheid optreden. In het model is de enkelhoek versimpeld tot 1 waarde. Dit betekent dus dat de enkel tijdens een cyclus van het fietsen niet veranderd. Dit is zo gekozen omdat het na een aantal maal proberen om een bewegende enkelhoek in het model te verwerken niet het gewenste resultaat opleverde. Tijdens het invoegen van de 'bewegende enkelhoek' had dit invloed op de kniehoek maar niet zoals gewenst. De kniehoek veranderde niet zoals het in werkelijkheid zou moeten veranderen. Ook zou de voethoogte in het model worden gezet om de output te verkrijgen, maar omdat er is gekozen om de enkelhoek vast te zetten veranderd de enkelhoek niet en heeft de voethoogte dus ook weining tot geen invloed hierop. Om toch de voethoogte in het model te verwerken is ervoor gekozen om de voethoogte en de onderbeenlengte als één geheel te beschouwen. Dit is zo gekozen om toch de voethoogte in het model te verwerken terwijl de enkelhoek hetzelfde blijft. Tijdens het testen van het model is de conclusie getrokken dat de basis van het model anders is opgesteld dan de bedoeling was. Wel kon er met het model worden gemeten omdat de stappen die in de basis moesten worden doorlopen verderop in het model terugkwamen. Tijdens het meten waren er ook een aantal verbeterpunten voor een volgende keer. Zo was de cranklengte van de fiets tussen de 15 en de 21 centimeter niet instelbaar, omdat er tussen die 2 maten een bout zit waardoor de fiets niet op de juiste lengte kon worden ingesteld. De meetresultaten die tussen de 15 en de 21 cm vallen kunnen dus wel worden geanalyseerd maar niet worden vergeleken met het model. Om dit verschil zo veel mogelijk te compenseren is er voor de dichtstbijzijnde grens gekozen. Zo werd 17,6 cm 15 cm en 19,4 cm 21 cm. Van de gekozen kniehoeken viel er een aantal binnen deze grenzen. Deze zijn wel verwerkt in de resultaten maar niet in de correlatiefactor, omdat dit anders een niet realistisch beeld gaf hoe valide het model is. Tijdens het testen is er voor een vaste hoek van 160 graden gekozen voor de maximale extensie, deze werd zoals verwacht bij geen van alle testen gehaald. Dit is achteraf logisch omdat het model gericht is op de flexiebeperking van de knie. Als de afstand van de cranklengte en zadelhoogte verkleind wordt zal de maximale extensie nooit meer gehaald kunnen worden. Om dit op te lossen zou er uit het model 2 keer een output moeten komen met maten waarop de fiets zou moeten worden ingesteld, één met de maten voor het fietsen voor de maximale knieflexie en de ander met maten voor het instellen voor het fietsen met de maximale knie extensie. Om dit toe te passen zou er dus een fiets moeten zijn met een verschuifbare crank tijdens het fietsen of dit zou tijdens de cylcus handmatig worden aangepast. De manier waarop er is getest is zou een volgende keer ook anders kunnen. Er is nu getest door het opmeten van de bovenbeen- en onderbeenlengte en het kiezen van de maximale hoek van de flexie in de knie. Vervolgens zijn de maten die de output aangaf ingesteld op de fiets en zijn de proefpersonen gaan fietsen. Daarna zijn de beelden geanalyseerd en is de uitkomst vergeleken met de gekozen beperking. Er zou ook gekozen kunnen worden om een beperking op te leggen en aan 23

24 de hand van de aangelegde beperking de input in het model zetten en aan de hand daarvan de fiets instellen en daarna analyseren. Er is voor de eerste manier gekozen omdat zo niet 'gesmokkeld' kan worden door heel erg zijwaarts te gaan bewegen. Dit zou bij de tweede manier kunnen omdat de cyclus met de opgelegde beperking niet voltooid zou kunnen worden door een fout in het model, als het niet zou lukken dan zou men zijwaarts zich meer kunnen gaan verplaatsen om het wel te laten lukken. Hierdoor zouden de testresultaten niet betrouwbaar worden. 24

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Hoofdafmetingen ligfiets

Hoofdafmetingen ligfiets Hoofdafmetingen ligfiets Modulegroep: BT/MT groep B Vak: Construeren III Datum: 9-12-2016 Er is gekozen voor het ontwerpen van een ligfiets, dit omdat er met de benen meer kracht geleverd kan worden dan

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose

Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose Beets S, Gilst van N, Stal R Hogeschool van Amsterdam, Nederland 17 mei 2013 Abstract Inleiding: Bij dit onderzoek is er voor gekozen om de doelgroep, patiënten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Optokinetische analyse van de EXO-L

Optokinetische analyse van de EXO-L Optokinetische analyse van de EXO-L Verkorte versie Hanno van der Loo Hubert Meulman Minor Sporttechnologie Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool Dhr. N. Huussen Dhr. O. Tellers Dhr. J. Kraan Dhr. J.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2 Bifilaire slinger De invloed van de slingerlengte, de lengte van en afstand tussen de draden op de trillingstijd van een bifilaire slinger. Kiki de Boer, Sitti Romijn, Thomas Markhorst & Lucas Cohen Calandlyceum

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer ABS/zero knop. Meten in de ABS stand, ABS staat voor absoluut Je kunt meten in de ABS stand dat is de stand waarbij ABS rechtsboven in beeld staat (pijl). Je

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN Hoogspringen is een behoorlijk technisch onderdeel bij atletiek. Er zijn allerlei trucs om hoger te springen. Als je zelf zo hoog mogelijk probeert

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 202 tijdvak donderdag 24 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe knie operatie

Revalidatie nieuwe knie operatie Afdeling: Fysiotherapie Datum: Januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels 8 7 Oefeningen 9 3 1 Inleiding Jaarlijks krijgen zo n

Nadere informatie

De voetschakelaar. Practicum. Gemaakt door: Modulegroep P. Docent: Dhr. Meulman. Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag

De voetschakelaar. Practicum. Gemaakt door: Modulegroep P. Docent: Dhr. Meulman. Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag De voetschakelaar Practicum Gemaakt door: Modulegroep P Docent: Dhr. Meulman Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag Voorwoord Wij zijn eerstejaarsstudenten aan De Haagse Hogeschool waar wij de studie

Nadere informatie

Natuurkunde practicum 1: Rekken, breken, buigen, barsten

Natuurkunde practicum 1: Rekken, breken, buigen, barsten Natuurkunde practicum 1: Rekken, breken, buigen, barsten Gemaakt door: Julia Hoffmann & Manou van Winden Uitvoeringsdatum: 05-10-2018 Inleverdatum: 31-10-2018 Docent: LOD Inhoud 1. Onderzoeksvraag Blz.

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008

Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 De schaatsbeweging... 4 De keyposes van het schaatsen... 5 De fases van het schaatsen... 6 De video feedback of techniekanalyse...

Nadere informatie

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa Mensenmassa 1 De grootste last... Bij fysieke belasting denken de meeste mensen meteen aan zwaar til-, duw- en trekwerk. En een kratje pils van 15 kg vinden velen dan al redelijk zwaar. Toch stelt zo'n

Nadere informatie

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo Deel (benaderbaar object) Om de hoogte van een bepaald object te berekenen hebben we geleerd dat je dat kunt doen als je in staat bent om een rechthoekige driehoek te bedenken waarvan je één zijde kunt

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat

Nadere informatie

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan Interne opdrachtgever: De heer J. Simons Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Inleiding Wij hebben de opdracht een protocol te maken

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Plaats van de frets op een gitaar

Plaats van de frets op een gitaar Plaats van de frets op een gitaar Praktische Opdracht Wiskunde Door: Martijn de Bruijn en Ramon Handulle Klas: 4HN5 Bronnen. Encyclopie van muziekinstrumenten, uitgeverij Helmond B.V. Helmond 977. Bladzijde

Nadere informatie

HANDLEIDING SIMI AKTISYS

HANDLEIDING SIMI AKTISYS LESKIST SPORT EN BEWEGING HANDLEIDING SIMI AKTISYS Deze handleiding hoort bij de leskist Sport en Beweging. Onderdeel van deze leskist is het softwarepakket Simi Aktisys, met de bijbehorende hardware (o.a.

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot I

Eindexamen havo wiskunde B pilot I Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie

Nadere informatie

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk. Praktische-opdracht door een scholier 2910 woorden 3 mei 2000 5,2 46 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde A1 - Praktische Opdracht Hoofdstuk 2 1. Inleiding We hebben de opdracht gekregen een praktische

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante, Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni 2004 4,4 127 keer beoordeeld Vak Natuurkunde De Veer Het bepalen van de veerconstante, Het bepalen van de trillingstijd van een veer, Het bepalen

Nadere informatie

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Trainersrichtlijn 2013-2014 Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Gebruik lichaam Blz. 4 Afzet Blz. 8 Plaatsen Blz. 10 Valbeweging Blz. 11 Bocht Blz. 12 Trainingsvormen

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles! Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Testprotocol Trunk Impairment Scale

Testprotocol Trunk Impairment Scale Testprotocol Trunk Impairment Scale Voor het uitvoeren van de test zijn een behandelbank, een blokkussen (om 10 cm achter de patiënt te zetten bij item 3 van statische zitbalans ) en een stopwatch nodig.

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Voorste benadering Afdeling: fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels voorwaartse

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. 1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een

Nadere informatie

Uw conditie op niveau

Uw conditie op niveau Uw conditie op niveau Beweeg je beter! Bewegen tijdens uw opname www.nwz.nl Inhoud Waarom zou ik meer bewegen? 3 Mag ik wel bewegen? 3 Algemene beweegtips 4 Bewegen en oefenen 4 Meer informatie 8 Bewegen

Nadere informatie

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal:

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal: 1. Lichaamslengte Lichaamslengte De sporter staat blootsvoets met de beide voeten samen tegen de verticale meetwand van de stadiometer. Hielen, kuiten, zitvlak en schouderbladen dienen de verticale meetwand

Nadere informatie

Het gebruik van het opmeettoestel en het bepalen van morfologische uitzonderingen.

Het gebruik van het opmeettoestel en het bepalen van morfologische uitzonderingen. Het gebruik van het opmeettoestel en het bepalen van morfologische uitzonderingen. UCI Fietsmetingen Het kennen van de afmetingen van de fiets is nog steeds noodzakelijk. Het opmeettoestel is enkel een

Nadere informatie

Richtlijnen BMX fiets

Richtlijnen BMX fiets Richtlijnen BMX fiets (Let op, dit zijn richtlijnen, deze kunnen voor de één net anders zijn dan voor de ander) Alle op- of aanmerkingen of aanvullingen zijn van harte welkom! Stuur je aanvulling naar:

Nadere informatie

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1)

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) In het AM 1 van dit jaar berichtte ik u al over twee lopende onderzoeksprojecten van studenten van de Hbo-opleidingen Bewegingstechnologie

Nadere informatie

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3 Modelleren C Appels Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both 2 april 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Probleembeschrijving 2 3 Data 3 4 Aanpak 3 5 Data-analyse 4 5.1 Data-analyse: per product.............................

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Oefenbundel Basis 2. 1. Ruglig

Oefenbundel Basis 2. 1. Ruglig Oefenbundel Basis 2 1. Ruglig Beweeglijkheidsoefeningen: - Bekkenkantelingen: hol/bol maken van wervelkolom. - Beide knieën afwisselend gecontroleerd naar li en re laten vallen (laatste keer 15 tellen

Nadere informatie

Practicumtoets natuurkunde De Boksbal 5-havo deel 1 duur: 25 minuten

Practicumtoets natuurkunde De Boksbal 5-havo deel 1 duur: 25 minuten Practicumtoets natuurkunde De Boksbal 5-havo deel 1 duur: 25 minuten touw bal rubberkoord riem Figuur 1 Boksbal. Inleiding Boksers oefenen hun slagen niet alleen op levende tegenstanders, maar ook op muurmatten,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1 Compex Vragen 14 tot en met 19 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Boulestechniek Keuze van boules

Boulestechniek Keuze van boules Boulestechniek Keuze van boules Om voor u de juiste diameter van de boules te bepalen, wordt door de Franse Jeu de Boules Bond de volgende meetmethode geadviseerd: Meet de afstand van het topje van de

Nadere informatie

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese ISPO JAAR CONGRES 2011 Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese Lichamelijk onderzoek Gangbeeld analyse, MRI, röntgen Algemene lichamelijke conditie Mobiliteit van heup,knie,en

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Positieve lens

Proef Natuurkunde Positieve lens Proef Natuurkunde Positieve lens Proef door een scholier 1325 woorden 30 juni 2001 5,3 100 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Practicum 5.6 De proef met de positieve lens Inleiding: - Onderzoeksvragen Hoe

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I Gemeenteraadsverkiezingen Op 2 maart 1994 vonden er in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. In de gemeente Enschede werden 67 787 stemmen uitgebracht. Open GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.XLS Vraag 14,15.

Nadere informatie

Richtlijn voor het inrichten van de werkplek Categorie en subcategorie 640 Arbo Versie Pagina 1 van 5

Richtlijn voor het inrichten van de werkplek Categorie en subcategorie 640 Arbo Versie Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Doel Het geven van inzicht in de wijze waarop een werkplek optimaal ingericht is om klachten te voorkomen. Met de onderstaande informatie wordt een beeld afgegeven van een optimale werkplekinstelling,

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

3D L.A.S.A.R. orthotics tutorial. Overview of the adjustment options for lower limb orthoses and their effects on the body statics and gait pattern

3D L.A.S.A.R. orthotics tutorial. Overview of the adjustment options for lower limb orthoses and their effects on the body statics and gait pattern 3D L.A.S.A.R. orthotics tutorial Overview of the adjustment options for lower limb orthoses and their effects on the body statics and gait pattern Inleiding/ inhoudsopgave Inleiding De 3D L.A.S.A.R. Tutorial

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen? Het schaatsen van de bocht deel 2 door Aitske Ruben De techniek We weten nu (zie deel 1) dat we een kracht nodig hebben om ons van onze rechte lijn af te laten wijken en ons de bocht door te duwen De volgende

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Posities van de voeten

Posities van de voeten Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten

Nadere informatie

Fietsen Martijn Carol TCT 2008

Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Inhoud Voorwoord... 2 Fietsafstelling... 4 Comfort... 5 Weerstand... 6 Frontaal... 7 Drag... 8 Vermogen en Efficiëntie... 9 Techniektraining... 10 Trapbeweging... 10 Rechtuit,

Nadere informatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Vandaag gaan jullie een natuurkundig experiment doen in een hele andere vorm dan je gewend bent, namelijk in de vorm van een wedstrijd. Leerdoelen

Nadere informatie

Huisoefenschema bij een totale heupprothese

Huisoefenschema bij een totale heupprothese Huisoefenschema bij een totale heupprothese Inhoudsopgave Inleiding...1 Risicobewegingen...1 Oefeningen...2 Oefeningen in lig...2 Oefeningen in zit...5 Oefeningen in stand...7 Adviezen:...10 Lopen...10

Nadere informatie

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel 26.0 Inleiding In dit hoofdstuk leer je een aantal technieken die je kunnen helpen bij het voorbereiden van bedrijfsmodellen in Excel (zie hoofdstuk 25 voor wat bedoeld

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen

Nadere informatie

De voorste kruisbandreconstructie

De voorste kruisbandreconstructie Afdeling: Onderwerp: Fysiotherapie De voorste kruisbandreconstructie 1 De voorste kruisbandreconstructie 2 De Voorste Kruisbandreconstructie De knie: De meeste mensen zien een knie als een simpel scharniergewricht

Nadere informatie

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Bruggetje Ga op je rug liggen. Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond. Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Oefeningen voor thuis en op het werk.

Oefeningen voor thuis en op het werk. Oefeningen voor thuis en op het werk. Adviezen over wat je wel en beter niet kan doen. In Nederland is in de laatste twintig jaar veel onderzoek gedaan naar de invloed van oefeningen op het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Verslag Natuurkunde De snelheid van een karretje.

Verslag Natuurkunde De snelheid van een karretje. Verslag Natuurkunde De snelheid van een karre. Verslag door een scholier 1241 woorden 23 januari 2017 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar De snelheid van een karre Namen uitvoeren van proef:

Nadere informatie

Nauwkeurige dieptemetingen

Nauwkeurige dieptemetingen Nauwkeurige dieptemetingen overwegingen & een methode drs. ir. Eric Weijters www.weijters.net Het inmeten van een wrakveld Een in onze Nederlandse wateren goed bruikbare methode om scheepswrakken in te

Nadere informatie

Statische stretching

Statische stretching Statische stretching We hebben een aantal statische stretchoefeningen op een rijtje gezet, gesorteerd op welke spieren je stretcht: 1. arm- en schouderspieren 2. onderarmen 3. borstspieren 4. schouders,

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

De stoel in de bus Een handleiding voor goed zitten

De stoel in de bus Een handleiding voor goed zitten De stoel in de bus Een handleiding voor goed zitten Adviezen voor buschauffeurs van Arriva in opdracht van 1 Wat leest u in deze handleiding? Deze handleiding is bestemd voor buschauffeurs van Arriva.

Nadere informatie

Excel 2013: Snelle analyse

Excel 2013: Snelle analyse Excel 2013: Snelle analyse Handleiding van Auteur: CorVerm Juli 2015 Sinds Microsoft Office 2003 (en voorgaande versies) is er veel veranderd. Met weemoed denkt menig Office-gebruiker terug aan de menubalk

Nadere informatie

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc. studiewijzer : natuurkunde leerjaar : 010-011 klas :6 periode : stof : (Sub)domeinen C1 en A 6 s() t vt s v t gem v a t s() t at 1 Boek klas 5 H5 Domein C: Mechanica; Subdomein: Rechtlijnige beweging De

Nadere informatie

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel H15.016-01 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Vóór de operatie... 2 Thuis oefenen... 2 Lees deze adviezen vast goed door... 2 De dag van de operatie... 3

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Het maken van een grafiek in Excel

Het maken van een grafiek in Excel Het maken van een grafiek in Excel Je begint met de data in een tabel te zetten. De getallen voor de horizontale as links en die van de verticale as rechts ervan. Ga naar het tabblad: Charts Klik op: "Scatter"

Nadere informatie

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 = e 5,00 e 3,70 e,58 = e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 + e 3,9) = e 5,00 3 e 5, = e 5,00 e 0,8 = e,7 V-a 3 = 3 9 = 7 b 9 (5 ) = 9 (5 ) = 9 = c 0 3 = 000 3 =

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw

Nadere informatie