Smart Wireless Gateway. Snelstartgids , Rev EA april 2013

Transcriptie

1 Smart Wireless Gateway Snelstartgids , Rev EA

2 Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Smart Wireless Gateway. Er staan geen aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer ) voor nadere informatie en instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids zijn in elektronische vorm beschikbaar op WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken: Bij installatie van dit apparaat in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie. Vermijd aanraken van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit apparaat dient alle ontvangen storing te accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het apparaat op ongewenste wijze werkt. Dit apparaat dient zo te worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt. 2

3 Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur Inschakelvolgorde Snelstartgids De Smart Wireless Gateway (gateway) moet geïnstalleerd zijn en goed werken voordat de voedingsmodules in draadloze veldapparatuur worden geïnstalleerd. Bij het inschakelen van draadloze veldapparatuur moet tevens een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen met het apparaat dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen. Stand van de antenne Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne verticaal staan en zich ten minste op een afstand van circa 1 m (3 ft.) van grote constructies of gebouwen bevinden. Montagehoogte Voor een optimaal draadloos contact moeten de gateway of de externe antenne idealiter 4,6 7,6 m (15 25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels of grote bouwwerken worden gemonteerd. Gateway-redundantie Als de draadloze gateway is besteld met redundantie (code RD voor gateway-redundantie), raadpleeg dan bijlage D in de naslaghandleiding (publicatienummer ) voor aanvullende installatie-instructies. Algemene overwegingen Pc-vereisten Besturingssysteem (alleen optionele software) Windows XP Professional, Service Pack 3 Windows Server 2003 Service Pack 2 Windows Server 2003 R2 Service Pack 2 Windows Server 2008 (Standard Edition), Service Pack 2 Windows Server 2008 R2 Standard Edition, Service Pack 1 Windows 7 Professional, Service Pack 1 Windows 7 Enterprise, Service Pack 1 Toepassingen Internet Explorer 6.0 of hoger Mozilla Firefox 1.5 of hoger.net Framework 2.0 (alleen voor OPC-proxy) Ruimte op vaste schijf AMS Wireless Configurator: 1,5 GB Installatie-cd gateway: 250 MB 3

4 Snelstartgids Stap 1: Initiële aansluiting en configuratie DeltaV Ready Als de gateway is besteld als DeltaV Ready (dataprotocolcode 5), is stap 1: Initiële aansluiting en configuratie, niet nodig. Ga verder naar stap 2: Fysieke installatie, en sluit de gateway aan op een DeltaV 10.3 of nieuwer netwerk. Initiële aansluiting en configuratie Om de Smart Wireless Gateway te configureren, brengt u om te beginnen een lokale verbinding tot stand tussen een pc/laptop en de gateway. Voeding van de gateway Er is een plaatselijke voedingsbron vereist voor voeding van de gateway, welke wordt verkregen door een voeding met 24 V gelijkspanning (nominaal) en ten minste 250 ma aan te sluiten op de voedingsaansluitklemmen. Afbeelding 1. Schema aansluitklemmenblok voor de gateway VDCV d.c. stroomingang Power Input seriële Serial Modbus ongebruikt Not Used ongebruikt Not Used massa Case + - S A B + - S S massa - + Ethernet 2 met vermogensoverdracht Power 2 with Ethernet 2 Ethernet 1 (afgedekt) (Covered) (secundair) (Secondary) (primair) (Primary) + - S S - + ongebruikt Not Used ongebruikt Not Used Een verbinding tot stand brengen NB Zie voor het tot stand brengen van een verbinding met een Windows 7-pc de technische toelichting (publicatienummer: ). 1. Sluit de pc/laptop aan op de connector Ethernet 1 (primair) op de gateway. 4

5 Case POE (Covered) 24 V DC Power Input P2 Modbus P1 Not Used Not Used Not Used Not Used Snelstartgids Vervolg stap 1... Afbeelding 2. Afbeelding van de aansluiting van de gateway op de pc/laptop Pc/laptop connector Ethernet S S A B + - S S S S - + WAARSCHUWING Sluit de kabel niet aan op de poort Ethernet 2 met vermogensoverdracht (afgedekt). Deze poort levert stroom en kan de pc of laptop beschadigen. 2. Om de instellingen op de pc/laptop te verrichten, begint u met Start> Settings (Instellingen)>Network Connections (Netwerkverbindingen). a. Selecteer Local Area Connection (Lokale netwerkverbinding). b. Rechtsklik om Properties (Eigenschappen) te selecteren. c. Selecteer Internet Protocol (TCP/IP) en klik vervolgens op de knop Properties (Eigenschappen). 5

6 Snelstartgids Vervolg stap 1... NB Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met een ander netwerk, noteert u het huidige IP-adres en de andere instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de configuratie van de gateway weer te verbinden met het oorspronkelijke netwerk. d. Selecteer de knop Use the following IP address (Het volgende IP-adres gebruiken) e. Vul in in het blok IP address (IP-adres). f. Voer in het veld Subnet Mask (Subnetmasker) dit in: g. Selecteer OK voor het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties (Eigenschappen voor Internet Protocol [TCP/IP]) en het venster Local Area Connection Properties (Eigenschappen LAN-verbinding). NB Bij gebruik van de secundaire Ethernet-poort van de gateway zijn andere netwerkinstellingen nodig. Zie Tabel 1 voor verdere netwerkinstellingen. Tabel 1. Standaard-IP-adressen Gateway Pc/laptop Ethernet Ethernet Ethernet 1 (DeltaV Ready) Ethernet 2 (DeltaV Ready) Tabel 2. Subnetinstellingen Subnetmasker Standaard DeltaV Proxy s uitschakelen. a. Open een standaard internetbrowser (Internet Explorer, Mozilla Firefox of vergelijkbaar). b. Navigeer naar Tools (Extra)>Internet Options (Internetopties)>Connections (Verbindingen)>LAN Settings (LAN-instellingen) c. Schakel het vakje onder Proxy Server (Proxy-server) uit. 6

7 Snelstartgids Vervolg stap 1... Configureer de Smart Wireless Gateway Voltooi de initiële configuratie voor de gateway: 1. Ga naar de standaard internetpagina van de gateway op het adres a. Meld u aan als User (Gebruiker): admin. b. Voer het wachtwoord in: default. 2. Navigeer naar Setup (Configuratie)>Ethernet Protocol (Ethernetprotocol)>Address (Adres) om de netwerkinstellingen in te voeren. a. Configureer een statisch IP Address (IP-adres) of stel in voor DHCP en voer een Hostname (Hostnaam) in b. Start de toepassing opnieuw op via Setup (Configuratie)>Restart Apps (Toepassingen opnieuw opstarten). 3. Koppel de voeding en de Ethernet-aansluiting los van de gateway. 7

8 Snelstartgids Vervolg stap

9 Stap 2: Fysieke installatie Snelstartgids Buismontage Benodigd gereedschap: Montagepijp of stang van 51 mm (2 inch) Twee U-bouten van 7,9 mm ( 5 /16 inch), zoals meegeleverd met de gateway Dopsleutel van 1 /2 inch De gateway in een montagebuis monteren: 1. Breng één U-bout aan om de buis en steek hem door de montagegaten aan de bovenkant van de gateway-behuizing en door het sluitplaatje. 2. Draai de moeren op de U-bout aan met een inbussleutel van 1 /2 inch. 3. Doe hetzelfde bij de tweede U-bout en de montagegaten aan de onderkant. Best practice Als de gateway is besteld met uitgangscode 2, legt u een tweede Ethernetkabel aan bij installatie van een kabeldoorvoerbuis van de gateway naar een geschikte plaats binnen om configuratiewijzigingen in de toekomst te vergemakkelijken. 9

10 Snelstartgids Vervolg stap 2... Externe antenne (optioneel) De opties voor de externe antenne bieden flexibiliteit voor de montage van de gateway op basis van draadloze verbindingsmogelijkheden, bliksembeveiliging en gangbare werkpraktijken. WAARSCHUWING Houd u bij de installatie van externe antennes voor de Smart Wireless Gateway altijd aan de vastgestelde veiligheidsprocedures om vallen en aanraking van hoogspanningskabels te voorkomen. Installeer de onderdelen van de externe antenne voor de Smart Wireless Gateway volgens de plaatselijke en nationale voorschriften met betrekking tot elektriciteit en de beste praktijken op het gebied van bliksembeveiliging. Raadpleeg vóór installatie de plaatselijke elektriciteitsinspecteur, elektriciteitsfunctionaris en opzichter van de werkomgeving. De optie voor de externe antenne van de Smart Wireless Gateway is met name ontwikkeld om flexibele installatiemogelijkheden te bieden en tegelijkertijd de prestaties van de draadloze verbinding te optimaliseren en plaatselijke radiostralingsgoedkeuringen te behouden. Om de draadloze prestaties te behouden en te voorkomen dat voorschriften voor de plaatselijke markt worden overtreden, mag de lengte van de kabel of het type antenne niet worden gewijzigd. Als de meegeleverde externe antenne niet wordt geïnstalleerd volgens deze instructies, is Emerson Process Management niet aansprakelijk voor de prestaties van de draadloze verbinding of voor overtreding van regelgeving inzake spectra. 10

11 Snelstartgids Vervolg stap 2... De set met de externe antenne bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging en de antenne. Selecteer een locatie waar de externe antenne de beste draadloze verbinding kan leveren. Idealiter is dit 4,6 7,6 m (15 25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels of grote bouwwerken. Volg een van de onderstaande procedures om de externe antenne te installeren: Installatie van optie WL2/WN2 (buitentoepassingen): 1. Bevestig de antenne met behulp van de meegeleverde montagemiddelen aan een buismast van 3,8 5,1 cm. 2. Bevestig de bliksembeveiliging direct op de bovenkant van de gateway. 3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging. 4. Sluit de antenne aan op de bliksembeveiliging via de meegeleverde coaxkabel. Zorg er daarbij voor dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt. 5. Dicht elke aansluiting tussen het draadloze veldapparaat, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel. 6. Zorg dat de montagemast, de bliksembeveiliging en de gateway zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd. Afbeelding 3. Installatie van optie WL2/WN2 externe antenne kabel regelkamer druppellus bliksembeveiliging gateway aardpunt aarde aardpunt 11

12 Snelstartgids Vervolg stap 2... Installatie van optie WL3/WL4 (van binnen- naar buitentoepassingen): 1. Bevestig de antenne met behulp van de meegeleverde montagemiddelen aan een buismast van 3,8 5,1 cm. 2. Monteer de bliksembeveiliging in de buurt van de uitgang van de regelkamer. 3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging. 4. Sluit de antenne aan op de bliksembeveiliging via de meegeleverde coaxkabel. Zorg er daarbij voor dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt. 5. Sluit de bliksembeveiliging via de meegeleverde coaxkabel aan op de gateway. 6. Dicht elke aansluiting tussen de gateway, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel. 7. Zorg dat de montagemast, de bliksembeveiliging en de gateway zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd. Afbeelding 4. Installatie van optie WL3/WL4 externe antenne regelkamer kabel druppellus gateway bliksembeveiliging aardpunt aardpunt aarde NB Weerbestendig maken is vereist! De set met de externe antenne bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging, de antenne en de gateway. Het coaxafdichtmiddel moet worden aangebracht om de werking van het draadloze veldnetwerk te waarborgen. Zie Afbeelding 5 voor informatie over het weerbestendig maken. 12

13 Snelstartgids Vervolg stap 2... Afbeelding 5. Coaxafdichtmiddel aanbrengen op kabelaansluitingen Tabel 3. Opties voor de set van de externe antenne Setoptie Antenne Kabel 1 Kabel 2 Bliksembeveiliging WL2 1 /2 golf, dipool, omnidirectioneel, versterking +6 db 15,2 m (50 ft.) LMR-400 N.v.t. Kopmontage, stekkerbus naar stekker, gasontlastingsbuis, 0,5 db invoegverlies WL3 1 /2 golf, dipool, omnidirectioneel, versterking +6 db 9,1 m (30 ft.) LMR-400 6,1 m (20 ft.) LMR-400 In-line, stekkerbus naar stekkerbus, gasontlastingsbuis, 0,5 db invoegverlies WL4 1 /2 golf, dipool, omnidirectioneel, versterking +6 db 12,2 m (40 ft.) LMR-400 3,0 m (10 ft.) LMR-400 In-line, stekkerbus naar stekkerbus, gasontlastingsbuis, 0,5 db invoegverlies WN2 1 /2 golf, dipool, omnidirectioneel, versterking +8 db 7,6 m (25 ft.) LMR-400 N.v.t. Kopmontage, stekkerbus naar stekker, gasontlastingsbuis, 0,5 db invoegverlies 13

14 Snelstartgids Vervolg stap 2... WL2 WL3* WL4* WN2 antenne Antenna antenne Antenna antenne Antenna kabel 50 ft. van (15,2 m) m (50 ft.) kabel cable 30 ft. van (9,1 9,1 m) m (30 ft.) cable bliksembeveiliging Lightning Arrestor kabel 20 ft. van (6,1 m) m (20 cable ft.) bliksembeveiliging Lightning Arrestor kabel 10 van ft. (3,0 m m) (10 cable ft.) bliksembeveiliging Lightning Arrestor Interchangeable onderling verwisselbare cables kabels kabel 40 ft. van (12,2 m) m (40 cable ft.) antenne Antenna Interchangeable onderling verwisselbare cables kabels kabel 25 ft. van (7,6 m) m (25 ft.) cable bliksembeveiliging Lightning Arrestor NB Om installatie te vergemakkelijken zijn de coaxkabels op de externe-antenneopties WL3 en WL4 onderling verwisselbaar. Maak een verbinding met het hostsysteem 1. Sluit de connector Ethernet 1 (primair) of de seriële uitgangsconnector van de gateway aan op het netwerk van het hostsysteem of op de seriële I/O. 2. Sluit bij seriële verbindingen A op A aan en B op B en zorg dat alle aansluitpunten schoon en stevig bevestigd zijn om verbindingsproblemen door de bekabeling te voorkomen. 14

15 Snelstartgids Vervolg stap 2... Afbeelding 6. Schema aansluitklemmenblok voor de Smart Wireless Gateway V VDC d.c. stroomingang Power Input seriële Serial Modbus ongebruikt Not Used ongebruikt Not Used massa Case + - S A B + - S S - + Ethernet Ethernet 2 met vermogensoverdracht Power 2 with Ethernet 2 Ethernet 1 (afgedekt) (Covered) (secundair) (Secondary) (primair) (Primary) + - S S - + ongebruikt Not Used ongebruikt Not Used WAARSCHUWING Sluit het hostsysteem niet aan op de poort Ethernet 2 met vermogensoverdracht (afgedekt) op de Smart Wireless Gateway; dat kan het systeem beschadigen. Best practice Volgens de beveiligingsrichtlijnen van Emerson WirelessHART moet de gateway worden aangesloten op het hostsysteem via een LAN (Local Area Network) en niet via een WAN (Wide Area Network) Voor het maken van de seriële verbinding wordt doorgaans een afgeschermde kabel met getwiste draadparen gebruikt; het is standaardprocedure om de afscherming aan de kant van de seriële host te aarden en deze aan de gateway-zijde niet te verbinden. Zorg dat u de afscherming isoleert om aardingsproblemen te voorkomen. Voeding Sluit een voeding met 24 V gelijkspanning (nominaal) en ten minste 250 ma stroom aan op de voedingspolen volgens het Schema aansluitklemmenblok voor de Smart Wireless Gateway in Afbeelding 6. 15

16 Snelstartgids Stap 3: Software-installatie (optioneel) Het softwarepakket met 2 cd-roms bevat de Security Setup Utility (alleen bestemd voor beveiligde hostverbindingen of OPC-communicatie) en AMS Wireless Configurator. De Security Setup Utility staat op cd-rom 1. De software installeren: 1. Sluit alle Windows-programma s af (inclusief programma s die op de achtergrond draaien, zoals bijvoorbeeld programma's voor het scannen op virussen). 2. Plaats cd-rom 1 in het cd-rom-station op de pc. 3. Volg de instructies op het scherm. AMS Wireless Configurator staat op cd-rom 2. De software installeren: 1. Sluit alle Windows-programma s af (inclusief programma s die op de achtergrond draaien, zoals bijvoorbeeld programma's voor het scannen op virussen). 2. Plaats cd-rom 2 in het cd/dvd-station van de pc. 3. Klik op Install (Installeren) in het menu wanneer de installatie van AMS Wireless Configurator begint. 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Sta toe dat AMS Wireless Configurator de pc opnieuw start. 6. Haal de cd-rom niet uit het cd-rom-station. 7. De installatie wordt automatisch hervat na het aanmelden. 8. Volg de instructies op het scherm. NB Als de functie autorun is uitgeschakeld op de pc of de installatie niet automatisch start, dubbelklikt u op D:\SETUP.EXE (waarbij D de stationsletter is van het cd-rom-station op de pc) en klikt u op OK. Zie voor nadere informatie over de Security Setup Utility en AMS Wireless Configurator de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (document nr ). 16

17 Stap 4: Controle van de werking Snelstartgids U controleert de werking via de internetverbinding door een internetbrowser te openen vanaf een willekeurige pc op het netwerk van het hostsysteem en het IP-adres of de DHCP-hostnaam van de gateway in de adresbalk in te voeren. Als de gateway goed is aangesloten en geconfigureerd, verschijnt de beveiligingswaarschuwing, gevolgd door het aanmeldscherm. Afbeelding 7. Aanmeldscherm van de gateway De gateway kan nu in het hostsysteem worden opgenomen. Als er draadloze veldapparatuur met de gateway is besteld, is deze reeds geconfigureerd met dezelfde netwerk-id en aankoppelingscode. Nadat de veldapparatuur is ingeschakeld, verschijnt deze op het draadloze netwerk en kan de communicatie worden gecontroleerd via het tabblad Explore (Verkennen) van de internetinterface. De tijd die vereist is voor het tot stand komen van het netwerk is afhankelijk van het aantal apparaten. Raadpleeg voor meer gedetailleerde installatie-instructies de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer ). Bel voor ondersteuning met betrekking tot software en integratie het wereldwijde servicecentrum van Emerson. Wereldwijd servicecentrum van Emerson Ondersteuning met betrekking tot software en integratie: Verenigde Staten: Internationaal:

18 Snelstartgids Productcertificering Goedgekeurde productielocaties Rosemount Inc. Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management GmbH & Co. Karlstein, Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited Singapore Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited Beijing, China Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur Alle draadloze apparaten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type productcertificering is in bijna alle landen vereist. Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met geldende regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van draadloze apparatuur wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zouden worden overtreden. FCC en IC Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit apparaat dient alle ontvangen storing te accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het apparaat op ongewenste wijze werkt. Dit apparaat dient zo te worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt. Normale locatiecertificering voor FM De gateway is volgens de standaardprocedure door FM onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten. FM is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA). Informatie over richtlijnen van de Europese Unie Zie Afbeelding 8 op pagina 20 voor de EG-verklaring van overeenstemming voor dit product. De meest recente versie van deze verklaring kunt u vinden op de Rosemount-website, op Certificeringen Noord-Amerika N5 FM divisie 2, niet-brandgevaarlijk Nummer certificaat: Niet-explosiegevaarlijk voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II, III, divisie 1, groep E, F en G. Behuizingstype 4X Temperatuurcode: T4 ( 40 C < T a < 70 C) 18

19 Snelstartgids Canadian Standards Association (CSA) N6 CSA divisie 2 Nummer certificaat: Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Installeren conform Rosemount-tekening Temperatuurcode: T4 ( 40 C Ta 60 C) CSA behuizingstype 4X Europese certificering N1 ATEX type n Nummer certificaat: Baseefa 07ATEX0056X ATEX-markering: Ex II 3 G EEx na Nl IIC T4 ( 40 C < T a < 70 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X) De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan één gigaohm. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek. Het toestel kan de 500 V-isolatietest die vereist is volgens bepaling 9.4 van EN :2005 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat. ND ATEX stof Nummer certificaat: Baseefa 07ATEX0057X EX td A 22 IP66 T135 ( 40 C < T a < 70 C) EEx na nl IIC T4 ( 40 C < T a < 70 C) II 3D Vmax = 28 V Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X) De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met een droge doek of oplosmiddelen. N7 IECEx-type n Nummer certificaat: IECEx BAS X Ex nc IIC T4 ( 40 C < T a < 70 C) Nominale spanning: 28 V Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X) 1. De apparatuur kan de 500 V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens artikel van EN :2005. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. 2. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan één gigaohm. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek. NF IECEx stof Nummer certificaat: IECEx BAS Ex td A22 IP66 T135 ( 40 C < T a < 70 C) V max = 28 V Certificeringen Brazilië I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Neem contact op met fabrikant voor beschikbaarheid. Combinatiecertificeringen KD Combinatie van N5, N6 en N1. 19

20 Snelstartgids Afbeelding 8. EG-verklaring van overeenstemming voor Smart Wireless Gateway EC Declaration of Conformity No: RMD 1067 Rev. I We, Rosemount Inc Market Boulevard Chanhassen, MN USA declare under our sole responsibility that the product, Rosemount 1420 Wireless Gateway manufactured by, Rosemount Inc Technology Drive and 8200 Market Boulevard Eden Prairie, MN Chanhassen, MN USA USA to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European Community Directives, including the latest amendments, as shown in the attached schedule. Assumption of conformity is based on the application of the harmonized standards and, when applicable or required, a European Community notified body certification, as shown in the attached schedule. Signature Kelly Klein Name Director Global Quality Title Date of Issue 20

21 Snelstartgids Schedule EC Declaration of Conformity RMD 1067 Rev. I EMC Directive (2004/108/EC) EN : 2006 R&TTE Directive (1999/5/EC) All Models with Operating Frequency and Protocol Code A1 EN : V EN : 2001 EN V ( ) Country Bulgaria Italy Norway Romainia Restriction General authorization required for outdoor use and public service If used ourside of own primises, general authorization is required May be restricted in the geographical area within a radius of 20km from the center of Ny-Alesund Use on a secondary basis. Individual license required. All Models with Operating Frequency and Protocol Code A3 and Remote Mount Antenna Option WL EN : V2.1.1 EN : 2001 Second Edition EN V ( ) ATEX Directive (94/9/EC) Baseefa 07ATEX0056X Protection Type n Certificate Equipment Group II, Category 3 G: Ex na nl IIC T4 (-60 C Ta +60 C), Harmonized Standards used: EN : 2005 Other Standards: EN :2006 (A review against EN :2009, which is harmonized, shows with the exception of the marking, no significant changes relevant to this equipment so EN :2006 continues to represent State of the Art.) File ID:1420_RMD1067_I.doc Page 2 of 3 21

22 Snelstartgids Schedule EC Declaration of Conformity RMD 1067 Rev. I Baseefa 07ATEX0057X Dust Certificate Equipment Group II, Category 3 D: Ex td A22 IP66 T135 (-40 C Ta +60 C), Other Standards: EN :2006, EN :2004 (A review against EN :2009 and EN :2009, which are harmonized, shows, with exception of the markings, no significant changes relevant to this equipment so EN :2006 and EN :2004 continue to represent State of the Art.) ATEX Type Examination Certificate Baseefa [Notified Body Number: 1180] Rockhead Business Park, Staden Lane Buxton, Derbyshire SK179RZ United Kingdom File ID:1420_RMD1067_I.doc Page 3 of 3 22

23 Snelstartgids EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1067 Rev. I Wij, Rosemount Inc Market Boulevard Chanhassen, MN VS verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product, Rosemount 1420 Wireless Gateway vervaardigd door Rosemount Inc Technology Drive en 8200 Market Boulevard Eden Prairie, MN Chanhassen, MN VS VS waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema. Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in onderstaand schema. Directeur Global Quality (Titel) Kelly Klein 26 november 2012 (naam) (datum van uitgifte) 23

24 Snelstartgids Schema EG-verklaring van overeenstemming RMD 1067 Rev. I EMC-richtlijn (2004/108/EG) EN : 2006 R&TTE-richtlijn (1999/5/EG) Alle modellen met bedrijfsfrequentie en protocolcode A1 EN : V EN : 2001 EN V ( ) Land Bulgarije Italië Noorwegen Roemenië Beperking Algemene toestemming vereist voor buitengebruik en voor gebruik in het openbaar. Algemene vergunning vereist voor gebruik buiten eigen erf. Beperking mogelijk in het geografische gebied binnen een straal van 20 km van het centrum van Ny-Ålesund. Te gebruiken op secundaire basis. Individuele vergunning vereist. Alle modellen met bedrijfsfrequentie en protocolcode A3 en optie WL voor externe antenne EN : V2.1.1 EN : 2001 tweede editie EN V ( ) ATEX-richtlijn (94/9/EG) Baseefa 07ATEX0056X bescherming certificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G: Ex na nl IIC T4 (60 C Ta +60 C), Toegepaste geharmoniseerde normen: EN : 2005 Overige normen: EN :2006 (een vergelijking met de geharmoniseerde norm EN :2009 wijst, met uitzondering van de markering, niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN :2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.) Documentnaam: 1420_RMD1067_I_dut.doc Pagina 2 van 3 24

25 Snelstartgids Schema EG-verklaring van overeenstemming RMD 1067 Rev. I Baseefa 07ATEX0057X stofcertificaat Apparatuurgroep II, categorie 3 D: Ex td A22 IP66 T135 (40 C Ta +60 C), Overige normen: EN :2006, EN :2004 (een vergelijking met de geharmoniseerde normen EN :2009 en EN :2009 wijst, met uitzondering van de markeringen, niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN :2006 en EN :2004 beschrijven nog steeds de stand van de techniek.) Onderzoekscertificaat type ATEX Baseefa [nr. aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park, Staden Lane Buxton, Derbyshire SK179RZ Verenigd Koninkrijk Documentnaam: 1420_RMD1067_I_dut.doc Pagina 3 van 3 25

26 Snelstartgids , Rev EA Emerson Process Management bv Postbus AE Rijswijk Nederland T (31) F (31) E info.nl@emerson.com Rosemount Inc Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) T (overige landen) (952) F (952) Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) F (32) Emerson Process Management Latin America 1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise, Florida 33323, VS T Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited 1 Pandan Crescent Singapore T (65) F (65) / Emerson Process Management GmbH & Co. OHG Argelsrieder Feld Wessling, Duitsland T 49 (8153) 9390, F 49 (8153) Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Beijing , China T (86) (10) F (86) (10) Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.