Inspectierapport Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie de Polbeek (KDV) van Dorenborchstraat 1a 7203 CA ZUTPHEN Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie de Polbeek (KDV) van Dorenborchstraat 1a 7203 CA ZUTPHEN Registratienummer Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: ZUTPHEN Datum inspectie: Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV) De Polbeek van Christelijke Kinderopvang "Natuurlijk" is gevestigd in het gelijknamige wooncentrum in Zutphen. Het KDV bevindt zich in het souterrain. Hier is ook de buitenschoolse opvang gevestigd. De buitenruimte is aangrenzend en volledig omheind. Inspectiegeschiedenis Kinderdagverblijf de Polbeek is op 27 mei 2013 bezocht voor een reguliere inspectie. Tijdens dit reguliere onderzoek op alle voorwaarden uit de Wet Kinderopvang zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Inspectie 2014 Op basis van de inspectiegeschiedenis is de locatie in 2014 bezocht voor een verkort onderzoek op kernzaken. Hierbij ligt de nadruk op de dagelijkse (pedagogische) praktijk. Daarnaast zijn op verzoek van de gemeente Zutphen de volgende voorwaarden toegevoegd: * beleid m.b.t. het 4-ogenprincipe * Melcode kindermishandeling De inspectie is prettig verlopen. De houder, die tijdens het inspectiebezoek aanwezig was, heeft op verzoek documenten aangeleverd. De beroepskrachten hebben zich coöperatief opgesteld. De houder gaf aan dat kwaliteit hoog in het vaandel staat bij de organisatie; dit geldt voor de aanname van personeel maar ook voor het vastleggen van het beleid. Tijdens de praktijkobservatie is geconstateerd dat de beroepskrachten handelen conform het vastgestelde beleid. Er is één tekortkoming geconstateerd m.b.t. de inzet van een stagiaire. Nadere toelichting is te lezen in dit rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Kinderopvang Natuurlijk hanteert een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin het binnen de organisatie geldende beleid staat. Daarnaast hanteert elke locatie haar eigen pedagogisch werkplan met het locatie gebonden beleid. Dit is ook het geval bij locatie KDV De Polbeek. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid en getoetst aan de hand van de praktijkobservatie. Bij de observatie is gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogisch beleid De houder heeft het beleid m.b.t. het vierogenprincipe omschreven. Voor ouders en beroepskrachten zijn afspraken vastgelegd. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie op maandagmiddag 8 september zijn in de baby-dreumesgroep "De Eendjes" de beroepskracht en de stagiaire druk met de verzorging van de baby's. De beroepskracht van "De Kikkers" springt bij en geeft een baby de fles. De kinderen worden naar bed gebracht of net uit bed gehaald. De dreumesen krijgen drinken en fruit aangeboden. De beroepskracht reageert op signalen van de baby door zelf ook geluidjes te maken en door emoties te laten zien. Tijdens contactmomenten is zij op de baby gericht. De kinderen krijgen uitleg over wat gaat komen. De kinderen zijn rustig en ontspannen. Bij de peutergroep "De Kikkers" zit bij binnenkomst van de inspecteur één jongetje aan tafel een kleurplaat in te kleuren. De andere twee kinderen komen uit bed. Eén jongetje is verdrietig. Hij wordt uitgebreid getroost door de beroepskracht. De twee jongens die uit bed komen krijgen de mogelijkheid om rustig op gang te komen. Ze mogen even op de bank zitten en "lezen" hier een boek. De kinderen worden bij elkaar gezet en leren zodoende van elkaar. De jongens hebben zichtbaar plezier met elkaar. De beroepskrachten geven op beide groepen geven het goede voorbeeld van sociale vaardigheden doordat ze consequent zijn in de omgang met de kinderen. Ze zijn vriendelijk en luisteren en helpen de kinderen waar nodig. De conclusie is dat aan alle voorwaarden m.b.t. de pedagogische praktijk wordt voldaan. De beroepskrachten handelen conform het beleid; de emotionele veiligheid is gewaarborgd, er wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competentie en er wordt voldaan aan de voorwaarde m.b.t. de overdracht van normen en waarden. Gebruikte bronnen: Observaties (d.d. 8 september 2014 van uur) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (Versie 2014) Beleid op het gebied van het 4-ogenprincipe januari van 11

5 Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein " Personeel en Groepen" Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de observatie zijn de Verklaringen Omtrent Gedrag van de aanwezige personen beoordeeld. In verband met de continue screening zijn medio 2013 nieuwe verklaringen aangevraagd. De VOG voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit de beoordeling van de diploma's van de beroepskrachten die op 8 september aanwezig zijn blijkt dat deze voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in een stamgroep. Incidenteel bijvoorbeeld tijdens de lunchpauze worden de groepen samengevoegd. Het maximaal aantal kinderen wordt hierbij niet overschreden. Beroepskracht-kindratio Op de baby-dreumesgroep "De Eendjes" zijn tijdens de observatie 6 kinderen aanwezig * drie 0-jarigen * drie 1 jarigen Conform de rekentool op 1-ratio.nl is hiervoor de inzet van twee beroepskrachten noodzakelijk. Er is tijdens het inspectiebezoek 1 beroepskracht én 1 derdejaars stagiaire aanwezig. De houder is op de hoogte van het feit dat er twee beroepskrachten noodzakelijk zijn maar geeft aan dat er sprake is van formatieve inzet van de stagiaire in verband met vakantie van één van de beroepskrachten. Deze formatieve inzet voldoet echter niet aan de cao Kinderopvang In artikel van deze cao staat het volgende vermeld: a. Een student die een MBO-opleiding anders dan BBL of die een HBO-opleiding volgt, anders dan HBO-duale leerroute, die (na afronding) bevoegdheid geeft tot uitoefening van de functie van pedagogisch medewerker, kan op basis van een arbeidscontract formatief worden ingezet in de volgende situaties: - bij ziekte van een pedagogisch medewerker; - tijdens schoolvakanties van de student. Beide situaties zijn niet van toepassing tijdens de inspectie op 8 september. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 5 van 11

6 Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Met de heer Bosman, houder van Chr. Kinderopvang Natuurlijk) Interview anderen (Met beroepskrachten) Observaties (d.d. 8 september 2014 van uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Cao kinderopvang van 11

7 Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Veiligheid en Gezondheid". Hiervoor zijn twee voorwaarden onderzocht namelijk de kennis over en het gebruik van de Meldcode Kindermishandeling en het beleid ten aanzien van het 4-opgenprincipe in de praktijk. Meldcode kindermishandeling De beroepskracht is op de hoogte van de inhoud en het gebruik van de meldcode. Tijdens vergaderingen wordt er aandacht besteed aan de inhoud van de meldcode. Vierogenprincipe De houder heeft de opvang zo georganiseerd dat alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding bij hun werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. De volgende voorzieningen zijn getroffen en/of de volgende afspraken zijn gemaakt: * De groepsruimtes zijn transparant doordat er veel gebruik gemaakt van glas * Beroepskrachten lopen regelmatig bij een andere groep binnen, dit geldt ook voor de houder * Er wordt gebruik gemaakt van babyfoons * Er wordt gewerkt met (volwassen) stagiaires Tijdens de observatie is geconstateerd dat de afspraken uit het 4-ogenbeleid worden nagekomen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Met beroepskrachten) Observaties (d.d. 8 september 2014 van uur) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (Versie 2014) Beleid 4-ogenprincipe versie van 11

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11

9 Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie de Polbeek Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 34 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder :mevr. L. G. Bosman - Wagenvoort KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 7300 AB APELDOORN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : S. Baks Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : ZUTPHEN Adres : Postbus 41 Postcode en plaats : 7200 AA ZUTPHEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Inspectierapport Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie de Polbeek (KDV) van Dorenborchstraat 1a 7203 CA ZUTPHEN Registratienummer Datum inspectie: Onderdeel: personeel en groepen. Beroepskracht-kindratio Op de baby-dreumesgroep "De Eendjes" zijn tijdens de observatie 6 kinderen aanwezig * drie 0-jarigen * drie 1 jarigen Conform de rekentool op 1-ratio.nl is hiervoor de inzet van twee beroepskrachten noodzakelijk. Er is tijdens het inspectiebezoek 1 beroepskracht én 1 derdejaars stagiaire aanwezig. Als houder ben ik op de hoogte van het feit dat er twee beroepskrachten noodzakelijk zijn in bovengenoemde situatie, welke twee uren van toepassing was. (Vóór deze twee uren waren er 2 pedagogisch medewerksters op de groep en na deze 2 uren waren er nog maar 4 kinderen op babygroep "De Eendjes") Ik was er vanuit gegaan dat ik voor deze twee uren gebruik kon maken van de formatieve inzetbaarheid van de 3e jaars stagiaire die bij ons op babygroep "De Eendjes" stage loopt. Dit in verband met vakantie van één van de beroepskrachten. Ik begrijp nu van de toezichthouder dat deze formatieve inzet niet voldoet aan de cao Kinderopvang , omdat enkel schoolvakanties van de student of ziekte van een pedagogisch medewerker hiervoor geldende criteria zijn en vakantie van de pedagogisch medewerker dit niet is. De toepasbaarheid van deze regeling is hiermee mij duidelijk. Ik zal deze in acht nemen, zodat een dergelijke situatie niet meer ontstaat. 11 van 11