Inspectierapport Kindercentrum Christoffeltje (KDV) Zustersstraat XX VENLO Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kindercentrum Christoffeltje (KDV) Zustersstraat XX VENLO Registratienummer Toezichthouder: GGD Limburg-Noord In opdracht van gemeente: Venlo Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Concept

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Accommodatie en inrichting... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 12

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. De lijst met inspectie-items (bijlage) geeft aan welke voorwaarden tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Beschouwing Dit rapport betreft een onderzoek bij Kindercentrum Christoffeltje in Venlo. Kindercentrum Christoffeltje wordt geëxploiteerd door Stichting Istia welke op hetzelfde adres tevens een buitenschoolse opvang exploiteert. Bij Kindercentrum Christoffeltje kunnen maximaal 20 kinderen worden opgevangen in twee stamgroepen. Het betreft kinderen van 0-4 jaar. In de loop van 2014 worden kinderen van 0-1 jaar opgevangen: daarom zijn de voorwaarden betreffende de slaapruimte in dit onderzoek meegenomen. In de praktijk blijkt het aanwezige kinderaantal minder dan 10 te bedragen waardoor gebruik gemaakt wordt van één leefruimte, in het zogenaamde huisje, een vrijstaand houten gebouw op het terrein van de Rudolf Steiner school. Bij inspecties in de voorgaande jaren zijn over het algemeen geen tekortkomingen geconstateerd. Bij het onderzoek op 10 december 2014 is geconstateerd dat een van de beroepskrachten geen juiste beroepskwalificatie blijkt te hebben. De overige voorwaarden die onderzocht zijn blijken te voldoen. Met name de pedagogische praktijk is zeer goed te noemen. Zie voor een toelichting de verdere inhoud van dit rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 12

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit onderwerp is de pedagogische praktijk beoordeeld. Pedagogische praktijk De houder heeft een pedagogisch beleid waarin de werkwijze omschreven staat. Uitgangspunt is de antroposofie. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige ontwikkeling van het kind. De pedagogische competenties staan in het pedagogisch beleid verweven en worden in de praktijk toegepast. Emotionele veiligheid De kinderen hebben zoveel als mogelijk vaste beroepskrachten om zich heen. Vanwege een zieke beroepskracht is een andere vaste beroepskracht ingezet. Ook de groep kinderen is vrij vast van samenstelling. Doordat er een dagritme wordt gevolgd hebben de kinderen structuur en weten ze wat ze kunnen verwachten. Er worden veelvuldig liedjes gezongen bij diverse activiteiten wat voor de kinderen een herkenningsmoment is. De leefruimte is sfeervol ingericht, er zijn meubels en speelgoedmaterialen van hout en natuurlijke materialen. De ruimte straalt warmte en gezelligheid uit. De kinderen worden respectvol benaderd: er wordt geluisterd en gecommuniceerd naar en met hen. Als een kindje aandacht vraag bij het speelgoedfornuisje, wordt niet alleen gevraagd welke soep het heeft bereid maar die soep wordt ook "geproefd" en er wordt over gepraat. Zo voelt een kind zich gerespecteerd. Persoonlijke competentie Er zijn meerdere speelhoeken in de leefruimte aanwezig. O.a. een natuurtafel met aandacht voor de advent in dit seizoen, een hoek met keukentje, klein tafeltje en stoeltje, poppenbed, een leeshoek met bank en kussens, een leeskring, een speelhuisje met verstopplekjes erin en eronder en een nagemaakte open haard. Daarnaast zijn er de diverse speel- en spelmaterialen met o.a. spelletjes, boekjes en materialen om de diverse competenties te ontwikkelen: cognitief, sociaal, creatief en motorisch. Sociale competentie De kinderen spelen samen met de beroepskracht en stagiaires rond de tafel. Een kind dat uit bed is gekomen krijgt nog brood, een baby wordt op de arm genomen en een dreumes kruipt lekker door de ruimte. De anderen kleuren met krijtjes. Het is een gezellig en harmonieus samenzijn voor allen waarbij de kinderen zich zichtbaar op hun gemak voelen. In de groep leren ze rekening te houden met elkaar en samen te werken. Bijvoorbeeld door om de beurt met een speciaal krijtje te mogen kleuren. Eerder op de ochtend hebben ze samen broodjes gebakken. Normen en waarden Netjes eten, handjes wassen en op elkaar wachten zijn allemaal zaken die de kinderen spelenderwijs leren. Daarnaast leren de kinderen aandacht voor elkaar te hebben: de houding van de beroepskrachten is een voorbeeld voor de kinderen. De beroepskrachten vertellen de kinderen wat ze doen, waarom en wat ze van de kinderen verwachten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. Kempff) Interview anderen (stagiaires, tweede beroepskracht) Observaties Pedagogisch beleidsplan (2013) 4 van 12

5 Personeel en groepen Binnen dit onderwerp zijn de pedagogisch medewerkers en stagiaires steekproefsgewijs gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie. Tevens is de beroepskracht-kindratio en opvang in stamgroepen bekeken. Verklaring omtrent het gedrag Van negen beroepskrachten en twee stagiaires is de verklaring omtrent het gedrag gezien en in orde bevonden. Zij werken allen in zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang. Passende beroepskwalificatie Van twee personen is de beroepskwalificatie gecontroleerd. Van een van hen voldoet het diploma niet aan de CAO eisen voor kinderopvang. Het betreft een Akte van bekwaamheid derde graad tot het geven van onderwijs in het vak Nederlands. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Bij Kindcentrum Christoffeltje te Venlo kunnen maximaal 20 kinderen verblijven in twee stamgroepen. In de praktijk zijn er minder dan 10 kinderen. Op deze dag van inspectie zijn er vijf kinderen waarvan er drie weggaan rond uur. Daarna komen kinderen van de buitenschoolse opvang: door terugloop van het aantal kinderen werken kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang samen. Beroepskracht-kindratio In de ochtend is er een beroepskracht met twee stagiaires. In de middag is er een gecombineerde groep met kinderen van zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang. De kinderen zijn 0, 1, 4, 6, 6, 10 en 11 jaar oud. Zowel in de ochtend als in de middag is de inzet van één beroepskracht nodig. De beroepskracht kindratio klopt derhalve. Er zijn aanwezigheidslijsten gezien van de kinderen die aanwezig waren in de voorgaande weken. De aanwezigheidslijsten van de beroepskrachten waren niet aanwezig: het is wel van belang dat de houder kan aantonen dat de beroepskracht-kindratio ook in de voorbije weken klopt. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. Kempff) Interview anderen (stagiaires, tweede beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag 5 van 12

6 Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten 6 van 12

7 Accommodatie en inrichting Binnen dit onderwerp is de binnen- en buitenaccommodatie beoordeeld. Binnenruimte De kinderen die Kindercentrum Christoffeltje bezoeken kunnen spelen in twee leefruimten. Door terugloop van het aantal kinderen is er één stamgroep die in het apart gelegen huisje de leefruimte met toebehoren heeft. Hier zijn verder nog een slaapkamer, een klein kindertoiletje en ruimte om te verschonen. Indien het kindaantal in de toekomst nog stijgt kan een aparte peutergroep verblijven in de ruimte van de buitenschoolse opvang. Sinds een klein jaar worden bij Kindercentrum Christoffeltje ook kinderen van 0-1 jaar opgevangen. Er zijn in totaal 6 bedjes aanwezig voor de kinderen die moeten slapen. Gezien de leeftijden van de kinderen die op de aanwezigheidslijsten staan is dit voldoende. Buitenspeelruimte Bij Kindercentrum Christoffeltje is een buitenspeelruimte welke ruim voldoende is qua meters voor het aantal op te vangen kinderen. Deze buitenruimte is aangrenzend en derhalve direct voor kinderen toegankelijk. De ruimte is passend ingericht met o.a. een zandbak, glijbaan, veel gras en planten. Het is een heerlijke buitenruimte voor de kinderen om te spelen en ravotten. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond 7 van 12

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 12

9 De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12

10 De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12

11 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindercentrum Christoffeltje Aantal kindplaatsen : 20 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Istia Adres houder : Bronkhorstsingel 11 Postcode en plaats : 5403NA UDEN KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Limburg-Noord Adres : Postbus 1150 Postcode en plaats : 5900BD VENLO Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : T Timmermans Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Venlo Adres : Postbus 3434 Postcode en plaats : 5902RK VENLO Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11 van 12

12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum 12 van 12