Inspectierapport Kinderdagverblijf Villa Rembrandt (KDV) Rembrandtsingel GR CAPELLE AAN DEN IJSSEL Registratienummer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inspectierapport Kinderdagverblijf Villa Rembrandt (KDV) Rembrandtsingel 3 2902GR CAPELLE AAN DEN IJSSEL Registratienummer 153225233"

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderdagverblijf Villa Rembrandt (KDV) Rembrandtsingel GR CAPELLE AAN DEN IJSSEL Registratienummer Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Capelle aan den IJssel Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Ouderrecht...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kinderdagverblijf en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kinderdagverblijf Villa Rembrandt Kinderdagverblijf Villa Rembrandt, bestaat sinds 1984 en behoort tot dezelfde organisatie en dezelfde houder als Kinderdagverblijf De Terp. Dit kinderdagverblijf beschikt over vier horizontale groepen, verdeeld in de leeftijdscategorie 0-1 jaar, 1-2 jaar, 2-3 jaar en 3-4 jaar. In augustus 2014 is kinderdagverblijf Villa Rembrandt gestart met het lesprogramma Benny s Playground van Early Bird. Hiermee leren de peuters en dreumes, op de eigen groep, de Engelse taal. In juli 2014 is Villa Rembrandt gestart met de peuter/ dreumes gym in samenwerking met een fysiotherapeut. De kinderen krijgen dagelijks een warme maaltijd aangeboden. Alle beroepskrachten hebben een training bedrijfshulpverlening gevolgd. De beroepskrachten gaan samen met de kinderen, binnen het thema oei ik groei een moestuin beginnen. De bedoeling is later een ouderavond over dit thema te organiseren, waarbij de groenten uit de eigen moestuin gegeten kunnen worden. Inspectiegeschiedenis In de afgelopen twee jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden: jaarlijks onderzoek - geen overtredingen jaarlijks onderzoek - geen overtredingen Belangrijkste bevindingen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: - emotionele veiligheid - persoonlijke competentie - sociale competentie - overdracht van normen en waarden Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar, de tekst hieruit is cursief gedrukt. Pedagogische praktijk Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Observatie: De beroepskracht is op verzoek van een kind meegelopen naar de kast om een vel tekenpapier te pakken. De beroepskracht: Wat wil je tekenen? Kind: Een zon. De beroepskracht: En welke kleur is de zon?. Kind: Blauw. De beroepskracht: Je mag een mooie blauwe zon tekenen. Een ander kind wilde een gele zon tekenen. En zo ontstond een gesprek over de kleur van de zon. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen Zij geven op een passende manier steun zodat het kind de betreffende situatie weer zelf aan kan. Zij helpen het kind ook om zelf tot een oplossing te komen. Observatie: Een kind wil hulp bij het uitrekken van de sokken. De beroepskracht zegt: Probeer het zelf, je kan het. Als het je niet lukt dan help ik jou. Het kind ging op de grond zitten en heeft zonder moeite zijn sokken uitgetrokken. Goed zo, zei de beroepskracht. Een andere kind heeft aangegeven dat hij wilde plassen. De beroepskracht zei: Zullen we proberen op de wc te plassen? Het kind zei: Het lukt niet. De beroepskracht: Als het niet lukt dan help ik je wel. Het kind zei nogmaals: Het lukt niet. De beroepskracht zei: Gaan we samen proberen? En ze zijn samen naar de wc gegaan. Later liet de beroepskracht weten dat ze goed hebben geprobeerd, maar het was nog niet goed genoeg voor een stickertje. Het kind kreeg een compliment voor zijn poging. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor hoor en wederhoor. De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wèl de bedoeling is. Observatie: 4 van 11

5 Een groep peuters zit aan tafel en een van de kinderen roept Au. De beroepskracht gaat snel naar de tafel en vraagt wat er gebeurd is. Het blijkt dat een van de kinderen de ander heeft geknepen en het kind doet dat nog eens in de aanwezigheid van de beroepskracht. De beroepskracht grijpt in: Lieve schatten wat doen wij nou? We knijpen elkaar niet. Zeg even sorry. Het kind zegt sorry. De beroepskracht: Gaan we lief naar elkaar doen en zullen we verder samen spelen? Alle kinderen antwoorden met ja en ze gingen verder rustig spelen. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. Observatie: Wanneer een kind uit de wc komt vraagt de beroepskracht of zij haar handen had gewassen. Het kind zegt: nee, dat heb ik niet gedaan. Het kind wist het wel maar ze was het vergeten. De beroepskracht heeft het kind gevraagd om terug te gaan naar de wc-ruimte en haar handen te wassen. De beroepskracht legt uit dat ze goed weten welk kind af en toe vergeet de handen te wassen. Zij ondersteunen de kinderen om de regels te leren en toe te passen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder en locatieverantwoordelijke) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 5 van 11

6 Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent gedrag (VOG) en de beroepskrachten op een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de stamgroep is gecontroleerd op huidige bezetting. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de beroepskrachten voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de CAOkinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Kinderdagverblijf Villa Rembrandt beschikt over vier horizontale stamgroepen, waarin de kinderen worden opgevangen: - de babygroep 0-1 jaar; - de ukkegroep 1-2 jaar; - de dreumesgroep 2-3 jaar en - de peutergroep 3-4 jaar. Beroepskracht-kindratio Tijdens het bezoek blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen: - Babygroep 8 kinderen (0-1 jaar) en 2 beroepskrachten - Ukkegroep 10 kinderen (1-2 jaar) en 2 beroepskrachten - Dreumesgroep 12 kinderen (2-3 jaar) en 2 beroepskrachten - Peutergroep 12 kinderen (3-4 jaar) en 2 beroepskrachten Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder en locatieverantwoordelijke) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten 6 van 11

7 Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het beleid via het pedagogisch beleidsplan, via de website, via de oudercommissie en via persoonlijke gesprekken. De houder heeft het laatste inspectierapport op de website van het kinderdagverblijf geplaatst. Oudercommissie De oudercommissie van het kinderdagverblijf is niet actief benaderd. Er zijn geen signalen ontvangen dat het adviesrecht niet naar tevredenheid zou verlopen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder en locatieverantwoordelijke) Website Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie 7 van 11

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11

9 De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf Villa Rembrandt Website : Aantal kindplaatsen : 46 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf Villa Rembrandt Adres houder : Silkeborg 3 Postcode en plaats : 2905AS CAPELLE AAN DEN IJSSEL KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond Adres : Postbus Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : O. Fernandes de Brito Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Capelle aan den IJssel Adres : Postbus 70 Postcode en plaats : 2900AB CAPELLE AAN DEN IJSSEL Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11