Midterm Rapportage. Open Universiteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Midterm Rapportage. Open Universiteit www.ou.nl"

Transcriptie

1 Midterm Rapportage Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland Open Universiteit

2 Midterm Rapportage Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland Open Universiteit

3 Het programma Maestro Kompas wordt uitgevoerd op initiatief van de Open Universiteit en Hogeschool Utrecht. Opdrachtgever: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Printed in The Netherlands.

4 Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding Aanleiding tot opstart Maestro Kompas Opbouw rapportage 7 2 Het Maestro Kompas-programma Bouwstenen Bekwaamheidsbevordering 10 3 Projectorganisatie Stuurgroep Penvoerderschap Open Universiteit Samenwerking met UniCarib 12 4 Bouwsteen 1: het opleiden en bevoegd maken van on(der)bevoegde leraren 13 op de BES-eilanden 4.1 Assessmenttrajecten Opleidingslandschap Studentevaluatie Tussenstand en aandachtspunten Verbinding van bouwsteen 1 en bouwsteen Bouwsteen 2: Het ontwikkelen van een duurzame opleidings- en infrastructuur 19 in de Caribische regio 5.1 Organiseren van het opleiden van docenten voor de BES-eilanden UniCarib-consortium Scenario s voor het opleiden van leraren vo en mbo Scenario s voor het opleiden van leerkrachten po Vervolgactiviteiten Benodigd opleidingsaanbod voor docenten De onderwijsarbeidsmarkt Vakken waarvoor docenten opgeleid moeten worden Vervolgactiviteiten Blended onderwijs faciliteiten Blended learning voorzieningen Blended learning kennis en vaardigheden Vervolgactiviteiten Docentcoaches Website: extern platform voor Maestro Kompas Tussenstand en aandachtspunten 25 6 Maestro Kompas op Koers 27 3

5

6 Voorwoord Met deze rapportage presenteren wij u de huidige stand van zaken van het programma Maestro Kompas. In het programma Maestro Kompas werken de Open Universiteit en Hogeschool Utrecht sinds 2012 gezamenlijk aan het opleiden en professionaliseren van onbevoegde en onderbevoegde leerkrachten en docenten in Caribisch Nederland. Met het programma Maestro Kompas wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de onderwijsagenda Caribisch Nederland. Het programma heeft een looptijd tot augustus 2016 met mogelijk een uitloop van één jaar. De uitvoeringsactiviteiten onder Maestro Kompas zijn ondergebracht in twee bouwstenen. Deze bouwstenen zorgen er parallel (in een gedifferentieerde en vraaggestuurde aanpak) voor dat onbevoegde zittende leerkrachten en docenten in de gelegenheid worden gesteld een in Nederland erkende bevoegdheid te behalen. Tegelijkertijd wordt er een basis gelegd voor een duurzame opleidings- en infrastructuur voor het opleiden en (doorlopend) professionaliseren van onderwijspersoneel vanuit de eigen regio. Om de duurzaamheid te waarborgen wordt er in het programma intensief samengewerkt met partijen in Caribisch Nederland, en tevens met de hoger onderwijsinstellingen op de CAS-eilanden, verenigd in het UniCarib-consortium. Met deze bouwstenen zal er een duurzame basis ontwikkeld worden waarmee de lokale onderwijsinstellingen op de BES-eilanden zelfstandig invulling kunnen geven aan een succesvolle onderwijstoekomst. Nu, zo n drie jaar na de start van dit initiatief, is het een goed moment om de balans op te maken en een overzicht te geven van de behaalde resultaten en successen, naar stand van zaken begin Graag nemen wij u mee in het programma Maestro Kompas. Namens de stuurgroep, D. de Wolff, directeur faculteit Educatie, Hogeschool Utrecht Prof. dr. S. Brand, decaan faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen, Open Universiteit Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 5

7 6 Maestro Kompas

8 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot opstart Maestro Kompas Sinds 10 oktober 2010 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden uit vier landen, te weten Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba (tezamen afgekort als de BES-eilanden) hebben de status van bijzondere gemeenten van Nederland verkregen. De BES-eilanden tezamen worden ook wel Caribisch Nederland genoemd. Deze hervorming betekende tevens dat vanaf die tijd het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verantwoordelijk is voor het onderwijs in Caribisch Nederland. De daarmee geldende wet en regelgeving stelt dat leraren in Caribisch Nederland aan dezelfde eisen moeten voldoen als hun collega s in Europees Nederland. De bijbehorende ambitie is geconcretiseerd in de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland 1, opgesteld door het ministerie van OCW en de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het doel van deze onderwijsagenda is om afspraken vast te leggen over het versterken van de kwaliteit van leraren, schoolleiding en schoolbesturen van alle scholen op de BES-eilanden. Het bevoegd en bekwaam worden en het beschikken over voldoende pedagogisch-didactische vaardigheden van alle leraren wordt hierin als voornaamste doelstelling van het lerarenbeleid genoemd. De Open Universiteit, Hogeschool Utrecht en Stichting Nederland Kennisland hebben daartoe begin 2011 de handen ineen geslagen en gezamenlijk een aanpak ontwikkeld om -vanuit de leraar zelf- aan de wensen en eisen op het terrein van bevoegdheid en bekwaamheid invulling te geven. Zo is het programma Maestro Kompas ontstaan. In afstemming met Caribisch Nederland is in februari 2011 een visiedocument 2 voor het programma opgeleverd aan het ministerie van OCW. OCW heeft daarop een positieve reactie gegeven en gevraagd om een betekenisvolle start te maken en een programmaplan voor de komende jaren op te stellen. De betekenisvolle start heeft plaatsgevonden in september Nu, ruim drie jaar na de start van het programma is het een goed moment om de balans op te maken en te kijken welke resultaten zijn behaald en welke nog te realiseren zijn. 1.2 Opbouw rapportage Deze rapportage geeft de stand van zaken van het programma Maestro Kompas weer, aan de hand van de twee bouwstenen die als kader zijn gedefinieerd. In hoofdstuk 2 wordt allereerst nader ingegaan op de inhoud en context van het programma. Hoofdstuk 3 geeft een beeld van de projectorganisatie. Hoofdstuk 4 behandelt vervolgens de stand van zaken in bouwsteen 1, het opleiden en bevoegd maken van on(der)bevoegde leraren op de BES-eilanden. In hoofdstuk 5 wordt de stand van zaken in bouwsteen 2 weergegeven, het ontwikkelen van een duurzame opleidings- en infrastructuur in de Caribische regio. Hoofdstuk 6 geeft in een slotwoord aan in hoeverre het programma Maestro Kompas op koers ligt. Achterin het rapport bevindt zich een visuele tijdlijn met daarin de mijlpalen van het programma vanaf de start tot heden. 1 Zie Rapport Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland: samen werken aan kwaliteit Rijksdienst Caribisch Nederland. ZuubdtuImS_Onderwijsagenda_2011-.pdf. 2 Zie Programma Lerarenbeleid CN E viahe di e maestro, februari Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 7

9 8 Maestro Kompas

10 2 Het Maestro Kompas-programma 2.1 Bouwstenen Eind 2011, in de tijd dat het Maestro Kompas-programma wordt ontwikkeld, biedt de Onderwijsagenda Caribisch Nederland het kader voor onderwijsverbetering op de BES-eilanden. De Onderwijsagenda noemt het bevoegd en bekwaam worden van alle leraren als belangrijke doelstelling van het lerarenbeleid. Uiterlijk in augustus 2016 moet deze doelstelling zijn behaald. De situatie op de BES-eilanden in die tijd laat een aantal concrete punten ter verbetering zien. Er ligt een noodzakelijke ontwikkeling op het gebied van pedagogisch-didactische vaardigheden, taal, rekenen en omgaan met leer- en gedragsproblematiek. Onderwijsdoelen als opbrengstgericht werken, passend onderwijs, differentiëren in de klas, klassenmanagement en kwaliteit in het aanbod van rekenen en taal, zijn niet geïmplementeerd en veel scholen zijn door de inspectie als zwak beoordeeld. Vanuit deze startsituatie is de focus voor het programma Maestro Kompas gedefinieerd. Er dient een inhaalslag gemaakt te worden met het opleiden en bevoegd maken van onbevoegde en onderbevoegde leraren. Daarnaast dient er een duurzame opleidings- en infrastructuur te komen voor huidige leraren en voor leraren van de toekomst. Deze focus is geconcretiseerd in twee bouwstenen waarop het programma Maestro Kompas zich richt: Bouwsteen 1: Het opleiden en bevoegd maken van on(der)bevoegde leraren op de BES-eilanden. Bouwsteen 2: Het ontwikkelen van een duurzame opleidings- en infrastructuur in de Caribische regio. Het programma Maestro Kompas hanteert het kernprincipe dat leraren (maestro s) zelf het kompas zijn; dé drijvende kracht om het lokale onderwijs op een hoger plan te tillen. In het realiseren van de twee bouwstenen spelen leraren zelf dan ook een actieve rol en zijn ze de leidende doelgroep in het programma Maestro Kompas. Tabel 1 geeft een idee van de omvang van deze populatie, aangevuld met enkele kenmerken van de BES-eilanden. TABEL 1 Aantal leerkrachten op de BES-eilanden Bonaire St. Eustatius Saba Demografie Oppervlakte (in km²) Inwoneraantal Bevolkingsdichtheid (per km²) Voertaal Papiamentu Engels Engels Onderwijstaal Nederlands Nederlands Engels Aantal leerkrachten po vo/mbo Totaal Bron: Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) (2014) Cijfers zijn aangeleverd aan de Inspectie voor het Onderwijs door RCN, aanvang schooljaar 2013/2014. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 9

11 Voor een succesvolle uitvoering van het programma is reeds in een vroeg stadium de samenwerking met lokale onderwijsinstellingen, maar ook met hbo/wo-onderwijsinstellingen van de nabijgelegen CAS-eilanden (bestaande uit de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten) gezocht. Daarmee richt het programma Maestro Kompas zich in de uitvoering van zijn activiteiten op het onderwijs van de BES-eilanden. En dat in de context van, en waar effectief aanhakend bij, de onderwijsvoorzieningen en onderwijsontwikkeling in de hele Caribische regio. Looptijd Maestro Kompas-programma Het programma Maestro Kompas is een tijdelijke opdracht, met een voorziene looptijd tot 1 augustus In december 2014 is in de stuurgroep door OCW ingestemd met een verzoek tot (budgetneutraal) verlengen van de looptijd met een jaar. De definitieve vorm van deze verlenging is ten tijde van de samenstelling van deze rapportage nog onderwerp van nader overleg. 2.2 Bekwaamheidsbevordering Directeuren van scholen in Caribisch Nederland bepalen sinds 2012 zelf aan de hand van een schoolverbeterplan en via de personeelscyclus, wat nodig is in het kader van bekwaamheidsbevordering. Zij kunnen in aanvulling op het eigen scholingsbudget via de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) middelen aanvragen om deze plannen te bekostigen. In de periode was bekwaamheidsbevordering de derde bouwsteen in het Maestro Kompas programma. In november 2012 besloot het ministerie van OCW het programma anders in te richten en de derde bouwsteen -bekwaamheidsbevordering- inhoudelijk buiten het programma te plaatsen. In plaats van een aparte bouwsteen is bekwaamheidsbevordering nu een geoormerkt deel van de Maestro Kompas-subsidie, die valt onder verantwoordelijkheid van Rijksdienst Caribisch Nederland. Hiermee is het versterkende effect van de directe combinatie van opleiden en deskundigheidsbevordering in het kader van Maestro Kompas vervallen 3. De goedkeuring van de door scholen ingediende voorstellen en daarmee ook de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid, ligt bij de Rijksdienst Caribisch Nederland. Dit gebeurt op basis van vooraf bekende criteria, die ook bekend zijn bij de scholen. Als penvoerder verzorgt de Open Universiteit wel nog de financiële afhandeling. Het betalingsverkeer dat met deze activiteit gepaard gaat, verloopt via het projectenbureau van Maestro Kompas. 3 Deze koerswijziging is eind 2012 vastgesteld in het document Maestro Kompas, verschoven panelen. Voor verdere informatie omtrent de inhoudelijke koerswijziging wordt verwezen naar dit document. 10 Maestro Kompas

12 3 Projectorganisatie Maestro Kompas wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW door twee partners: de Open Universiteit (OU) en de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht (HU). In de opstartfase van het programma, tot eind 2012, is ook Stichting Nederland Kennisland betrokken geweest. Beide partners brengen ieder hun eigen expertise in. Door bundeling van deze expertise is het mogelijk het complexe programma van Maestro Kompas verder te ontwikkelen en te implementeren. Binnen de Open Universiteit wordt het programma uitgevoerd door de faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen. Deze faculteit beschikt over een groot aantal specialisten op het gebied van vraaggericht professionaliseren van leraren en lerarenopleiders, praktijkgericht onderzoek en het implementeren van afstandsleren. Binnen Hogeschool Utrecht valt het programma onder de faculteit Educatie, waar een groot aantal bachelor- en masteropleidingen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs wordt verzorgd. Daarnaast biedt de faculteit nascholings- en contractactiviteiten, en voert toegepast onderzoek uit om de beroepspraktijk verder te ontwikkelen. Hogeschool Utrecht is kartrekker en (hoofd)uitvoerder van bouwsteen 1, de Open Universiteit is kartrekker en (hoofd)uitvoerder van bouwsteen 2. Afspraken omtrent de samenwerking tussen de Open Universiteit en Hogeschool Utrecht zijn vastgelegd en goedgekeurd door het ministerie van OCW in de AO (document Administratieve Organisatie Maestro Kompas). 3.1 Stuurgroep Maestro Kompas opereert onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep. De dagelijkse uitvoerende leiding van het programma is in handen van een projectleider vanuit Hogeschool Utrecht en een vanuit de Open Universiteit. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers op directie- en bestuursniveau van de partners: Saskia Brand (decaan faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen, Open Universiteit) en Dick de Wolff (directeur Faculteit Educatie, Hogeschool Utrecht en tevens voorzitter stuurgroep). De stuurgroep is verantwoordelijk voor het opstellen van de benodigde kaders en borgt dat de voortgang binnen deze kaders verloopt. Twee tot drie keer per jaar vindt er een voortgangsgesprek plaats met het ministerie van OCW. 3.2 Penvoerderschap Open Universiteit De Open Universiteit is penvoerder van het Maestro Kompas-programma. Als penvoerder is zij verantwoordelijk voor het op de juiste wijze verantwoorden van de subsidie 5. Jaarlijks wordt een geactualiseerde planning ter goedkeuring aan het ministerie van OCW voorgelegd. Op basis van die jaarplanning en de bijbehorende begroting worden de werkzaamheden uitgevoerd. Ook faciliteert de Open Universiteit vanuit de rol als penvoerder het projectenbureau. 4 Tot 1 januari 2014 organisatieonderdeel Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek (LOOK). Vanaf 1 januari 2014 faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen 5 Voor de in dit verband gemaakte afspraken met OCW, verwijzen we naar de brief d.d. 14 mei 2012, onder verplichtingnummer 804AO-39205, bijbehorende subsidiebeschikking (referentie OND/ODB-12/26531 U), en wijzigingsbrief d.d. 22 april 2013 (referentie ) Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 11

13 3.3 Samenwerking met UniCarib Om duurzaamheid te waarborgen werken de Open Universiteit en Hogeschool Utrecht in nauwe samenwerking met regionale opleidingsinstituten: de University of Curaçao (UoC,) de Universiteit van St. Maarten (USM), de Universiteit van Aruba (UA) en het Instituto Pedagogica Arubano (IPA). De betrokken instellingen zetten hun expertise in om on(der)bevoegden op te leiden en om een duurzame opleidingsstructuur in de regio, ten behoeve van het opleiden en (verder) professionaliseren van leraren, te realiseren. Per september 2014 is dit samenwerkingsverband officieel van start gegaan onder de naam UniCarib (hierover meer in paragraaf 5.1) en is de intentie tot meerjarige samenwerking met het programma Maestro Kompas uitgesproken. 12 Maestro Kompas

14 4 Bouwsteen 1: Het opleiden en bevoegd maken van on(der)- bevoegde leraren op de BES-eilanden De Onderwijsagenda benoemt het bevoegd en bekwaam worden van alle leraren als belangrijke doelstelling van het lerarenbeleid. Bij de start van Maestro Kompas in 2011 bleek de bevoegdheid van een flink aantal leerkrachten uit het po en vo van de BES-eilanden, niet te voldoen aan de wet- en regelgeving van het Nederlandse onderwijs. Aan besturen en directies van scholen voor primair en voortgezet onderwijs is gevraagd te inventariseren welke medewerkers onbevoegd of onderbevoegd onderwijs verzorgen (peildatum 1 januari 2011). De besturen/directies werden in deze inventaristatieronde ondersteund door de afdeling OCW van Rijksdienst Caribisch Nederland en de projectleiders van Maestro Kompas. Het aanpakken van deze problematiek vormt de eerste bouwsteen in het programma Maestro Kompas. In de plannen van Maestro Kompas is vanaf het begin opgenomen dat opleidingen via regionale opleidingsinstituten zouden worden uitgerold. De opleidingen die in het curriculum van instellingen van de CAS-eilanden (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) aanwezig waren, zouden ingezet worden ten behoeve van het opleiden van on(der) bevoegde leraren van de BES-eilanden. Hogeschool Utrecht zou de inhouden van ontbrekende en noodzakelijke opleidingen aanleveren en de regionale onderwijsinstellingen ondersteunen bij het inrichten en uitvoeren hiervan. In dit hoofdstuk wordt het verloop tussen de start in 2012 en de huidige situatie in maart 2015 weergegeven. 4.1 Assessmenttrajecten Nadat in kaart gebracht was welke leraren volgens de Nederlandse wet- en regelgeving on(der)bevoegd waren, is eind 2012 een assessmenttraject ingezet. Leraren hebben middels een portfolio in kaart gebracht in welke mate ze beschikken over de competenties en vakkennis welke vereist zijn voor het beroep. Op basis van het advies dat uit dit assessment voortvloeit, kunnen deze leraren een opleiding op maat gaan volgen om alsnog hun bevoegdheid te behalen. Het assessmentbureau van de Faculteit Educatie (Hogeschool Utrecht) heeft dit traject uitgezet en uitgevoerd. 90 on(der)bevoegden uit het primair en voortgezet onderwijs van Bonaire, St. Eustatius en Saba zijn aangemeld voor een assessmenttraject. Een eerste belangrijk succes werd geboekt toen gaandeweg het traject twintig personen alsnog bevoegd bleken te zijn op basis van vooropleiding en elders behaalde diploma s. Van de overgebleven groep zijn zeven personen gedurende het traject uitgevallen vanwege verhuizing of vanwege het aanvaarden van een baan buiten het onderwijs (over deze mobiliteitsproblematiek meer in hoofdstuk 5). De resterende 63 on(der)bevoegde leraren van de BES-eilanden hebben meegedaan aan het assessmenttraject. 4.2 Opleidingslandschap Alle on(der)bevoegde leraren, hebben een assessmentrapport ontvangen (najaar 2012 april 2013). In april 2013, nadat de laatste assessments waren uitgevoerd, is middels een opleidingslandschap in kaart gebracht welke opleidingen moesten worden opgestart voor het bevoegd maken van deze 63 kandidaten. Ook is afgestemd met regionale instituten om te bepalen welke opleidingen vanuit deze instituten konden worden uitgerold. In april 2013 zijn hiertoe gesprekken gestart met de UniCarib-partners (University of Curaçao (UoC), de Universiteit van Aruba (UA), de Universiteit van St. Maarten (UsM) en het Instituto Pedagogico Arubano (IPA)). Hieruit is gebleken dat deze partijen een aantal van de benodigde opleidingen reeds in hun curriculum hadden. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van welke opleidingen voor de 63 kandidaten uitgerold zouden worden ten behoeve van welk BES-eiland en welke van de benodigde opleidingen de regionale instituten in hun curriculum hadden. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 13

15 TABEL 2 Inventarisatie opleidingslandschap (een betekent geen aanbod) Benodigde opleidingen t.b.v. BES-eiland Aanbiedende partij Bacheloropleiding leraar basisonderwijs Nederlandstalig Bonaire UoC St. Eustatius IPA Bacheloropleiding leraar basisonderwijs Engelstalig St. Eustatius UsM Bacheloropleidingen leraar voortgezet onderwijs Bonaire, St. Eustatius en Saba - Engels UoC - Nederlands UoC - wiskunde UA - biologie - - techniek - - gezondheidszorg en welzijn - - omgangskunde - - bewegingsonderwijs - - ICT - masteropleidingen leraar vo (eerstegraads) Bonaire - Spaans UoC - Papiamentu UoC - aardrijkskunde - cursus pedagogisch getuigschrift Bonaire UoC Hieronder wordt per opleiding aangegeven hoe deze zijn aangeboden binnen het programma Maestro Kompas: De UoC is in het studiejaar gestart met de opleiding leraar Funderend Onderwijs: zeven kandidaten zijn ingestroomd vanuit het Maestro Kompas-programma. Eén kandidaat is inmiddels gestopt, een andere kandidaat is inmiddels afgestudeerd; de verwachting is dat de overigen (vijf kandidaten) tussen juni 2015 en juni 2016 hun opleiding zullen afronden. De UoC is in het studiejaar gestart met de cursus Pedagogisch Getuigschrift: vier kandidaten van Maestro Kompas zijn ingestroomd; de verwachting is dat ze deze cursus tussen juni en december 2015 afronden. De UoC is in het studiejaar gestart met de bacheloropleidingen Nederlands en Engels: vier Maestro Kompas-kandidaten zijn ingestroomd. De verwachting is dat zij hun opleiding in 2016 afronden. Het IPA startte in maart 2014 met de opleiding leraar basisonderwijs op St. Eustatius: tien kandidaten stroomden in en zijn in opleiding. De tabel laat zien dat voor een aantal opleidingen, geen aanbod in de regio voorhanden bleek. Dat betekende dat een aantal opleidingen bij andere instellingen moesten worden afgenomen, namelijk: bacheloropleidingen: biologie, techniek, gezondheid en welzijn, omgangskunde, bewegingsonderwijs en ICT. masteropleiding: aardrijkskunde. Ontbrekende opleidingen via Hogeschool Utrecht In het Maestro Kompas-programma is opgenomen dat Hogeschool Utrecht de inhouden van deze ontbrekende opleidingen (in zogenaamde blended vorm, waarover verderop meer) beschikbaar stelt aan regionale opleidingsinstituten, met een gefaseerde overdracht en uitvoeringsondersteuning vanuit Hogeschool Utrecht. In april 2013, tijdens een conferentie op Bonaire waarbij vertegenwoordigers van alle instituten en het Maestro Kompas projectteam aanwezig waren, werd een voorlopige keuze gemaakt over welke opleiding aan welke regionale instelling beschikbaar zou worden gesteld: UA: wiskunde UsM: biologie IPA: gezondheid en welzijn UoC: techniek HU: omgangskunde en master aardrijkskunde. 14 Maestro Kompas

16 Afgesproken werd om in januari 2014 te starten met de uitvoering van bovengenoemde opleidingen via de instituten. In oktober 2013 gaven de betrokken opleidingsinstituten aan dat, vanwege organisatorische factoren zoals personele inzet, het niet haalbaar was om per januari 2014 de opleidingen te kunnen overnemen. Hiermee werd duidelijk dat januari 2014 niet haalbaar was. De stuurgroep van Maestro Kompas besloot dat Hogeschool Utrecht alvast zou starten met de uitvoering, terwijl gewerkt werd aan een overdracht en start vanuit de regionale instituten per september In april 2014 werd duidelijk dat ook die datum niet haalbaar was. In de stuurgroep is toen besloten dat Hogeschool Utrecht de vijf bovengenoemde opgestarte opleidingen zou blijven uitvoeren, zodat de betreffende on(der)bevoegde docenten van deze opleidingen (18 kandidaten) toch hun bevoegdheid konden behalen per streefdatum Belangrijk is om te melden dat de uitvoering van bouwsteen 1 bij de UniCarib lag en dat Hogeschool Utrecht hen daarbij zou ondersteunen. Nadat gebleken was dat de UniCarib de uitvoering niet tijdig kon realiseren, heeft Hogeschool Utrecht (tegen het oorspronkelijke plan in) er toch voor gekozen om voor de betreffende kandidaten het onderwijs in blended vorm te organiseren. Met dat besluit moesten de opleidingen aan alle eisen van Hogeschool Utrecht voldoen en kreeg de examencommissie van Hogeschool Utrecht de verantwoordelijkheid ten aanzien van de kwaliteit van de toetsing en beoordeling. Deze lag in het oorspronkelijke plan bij de leden van de UniCarib. De beslissing dat Hogeschool Utrecht zou gaan opleiden, heeft wel een aantal consequenties voor de opleidingstrajecten. De belangrijkste daarvan is dat niet alle on(der)bevoegden hun bevoegdheid per augustus 2016 zullen behalen. De laatsten zullen dat een jaar later, in augustus 2017, doen. Dit is in lijn met de reeds in gang gezette verlenging van het Maestro Kompas programma, besproken in paragraaf 2.1. ICT, bewegingsonderwijs en leraar basisonderwijs Engelstalig Voor de opleidingen ICT en bewegingsonderwijs betrof het onderbevoegheidsprobleem slechts één kandidaat en voor leraar basisonderwijs Engelstalig twee kandidaten. Voor deze kandidaten zijn alternatieve trajecten bekeken, naar tevredenheid van zowel de schooldirecties als de kandidaten. Om de weerbarstigheid van elk individueel traject zichtbaar te maken, worden de situaties van deze kandidaten kort geschetst. ICT: Een Engelstalige kandidaat was al op eigen initiatief bezig met een bachelor ICT via een e-learning programma van de University of Wales. Na afronding daarvan was de lerarenbevoegdheid noodzakelijk. Het wat een grote uitdaging om deze kandidaat zijn bevoegdheid te laten behalen als leraar ICT volgens Nederlandse vereisten. Na een lange zoektocht, in combinatie met informatie vanuit Nuffic, is deze kandidaat uiteindelijk ingestroomd in een e-learning teacher s program van de University of West-Florida. Hij werd op locatie begeleid door de docentcoach. Deze kandidaat heeft zijn certificaat inmiddels ontvangen. Bewegingsonderwijs: Voor de kandidaat bewegingsonderwijs (Saba) is geen traject gevonden dat hij vanaf Saba kon volgen. Met het NCOI was Maestro Kompas al ver gevorderd in gesprek toen het NCOI met een wijziging kwam. Pogingen om het traject alsnog te realiseren, hebben niet tot een gewenst resultaat geleid. De directie van de school is erover geïnformeerd en aan de kandidaat zijn enkele opties doorgegeven hoe hiermee om te gaan. Leraar basisonderwijs Engelstalig: De UsM was voornemens een aantal Engelstalige kandidaten van St. Eustatius op te leiden tot leraar primair onderwijs. In het voorjaar van 2014 trok de UsM zich terug, wegens interne omstandigheden. Er is geen andere opleidingsmogelijkheid gevonden voor de twee deelnemende onbevoegden. Aanbod opleidingen via blended learning Een groot deel van de opleidingen wordt via een vorm van blended learning aangeboden: bacheloropleidingen wiskunde, biologie, techniek, gezondheid en welzijn, en omgangskunde door Hogeschool Utrecht. bacheloropleiding leraar basisonderwijs door Instituto Pedagogico Arubano. masteropleidingen Spaans en Papiamentu door de University of Curaçao. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 15

17 Blended learning 6 is een onderwijsconcept dat veel invullingen kent. De essentie is dat studenten leren door een combinatie van face-to-face onderwijs en onderwijs in een elektronische leeromgeving dat ook op de werkplek kan plaatsvinden. Onderwijs van vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek wordt ondersteund door de mogelijkheden van de technologie. Omdat er ook altijd sprake is van contactonderwijs verschilt blended learning van e-learning of MOOC s, waarbij het leren uitsluitend in een elektronische leeromgeving plaatsvindt. Blended learning is geen doel op zich, maar een vorm van leren die de sterke kanten van contactonderwijs combineert met de effectiviteit en efficiëntie van digitaal ondersteund leren op de werkplek. Contacturen zijn onderdeel van de opleiding of cursus, maar dan gecombineerd en ondersteund door een digitale leeromgeving en leerteambijeenkomsten. In de digitale leeromgeving staan bijvoorbeeld instructiefilmpjes, voorbereidende opdrachten, verdiepende artikelen en is er plek voor discussie op een forum. Door didactisch goed uitgedachte opdrachten worden studenten gemotiveerd instructies in de leeromgeving te volgen, het geleerde vervolgens (in een leerteam) te bespreken en te verwerken. Hierdoor kan in het contactonderwijs met de docent aandacht worden gegeven aan verdiepend leren en kennisconstructie. Er is dus ook de idee van flipping the classroom ingebracht. De optimalisering van het onderwijzen volgens het concept van blended learning is nog volop in ontwikkeling. 4.3 Studentevaluatie De aangeboden trajecten worden regelmatige geëvalueerd. Studenten geven over het algemeen positieve evaluaties over inzet, kwaliteit en professionaliteit van leraren en de inhoud van de cursus. De gebruikte digitale leeromgeving evalueren ze ook als positief, vooral omdat ze tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen studeren. Het lezen van studiemateriaal ervaren ze wel als zwaar en taai, dat geldt ook voor het schrijven van verslagen en andere schriftelijke producten. Over de face-to-face bijeenkomsten op locatie (Bonaire, St. Eustatius en Saba) zijn ze meer tevreden dan over de Skype-bijeenkomsten. Slechte internetverbindingen en lage beeld- en geluidskwaliteit spelen daarbij een rol (zie ook paragraaf 4.4). 4.4 Tussenstand en aandachtspunten Van de 63 gestarte studenten, studeren er momenteel nog 45 studenten onder het programma Maestro Kompas. Voor drie personen is het aangeboden traject niet uitgemond in een huidige opleiding, zoals besproken in paragraaf 4.2 (tekst ICT, bewegingsonderwijs en leraar basisonderwijs Engelstalig). 18 van de 63 kandidaten zijn het traject uitgestroomd, vanwege bijvoorbeeld verhuizing of het verkrijgen van een andere baan. Met de groep uitgestroomde onbevoegde wordt door de betreffende schoolleiding in gesprek gegaan en besproken of er alternatieven zijn, ofwel dat een terugplaatsing naar een lager niveau passend is. De opleidingsdoelstelling wordt grotendeels maar niet volledig behaald. Het grootste deel van de leraren in opleiding zal het bevoegdheidstraject volgens planning kunnen afronden, namelijk in Een klein deel (maximaal 11) zal uiterlijk augustus haar bevoegdheid behalen. 6 Zie rapport Didactisch concept blended learning Faculteit Educatie, Hogeschool Utrecht 7 Deze verschuiving is in juni 2014 besproken met OCW en is in lijn met de reeds in gang gezette verlenging van het Maestro Kompas programma tot 1 augustus Maestro Kompas

18 Deze verschuiving is onder meer te verklaren doordat het voor de opleidingen die door Hogeschool Utrecht worden aangeboden niet haalbaar bleek om vier vakken per kwartaal aan te bieden aan de kandidaten. Normaal gesproken volgen studenten van Hogeschool Utrecht vier vakken per kwartaal. De lokale schoolleiding wenste een lager tempo, om de combinatie van werken, studenten en privéleven voor de kandidaten werkbaar te houden. Ook heeft het programma te maken met diverse uitdagingen en kunnen de omstandigheden nogal weerbarstig zijn. Een samenvatting van deze uitdagingen: De taalsituatie: de Nederlandse taal is meestal de tweede taal van leraren in opleiding. Ook de instructietaal in de scholen is meestal Papiamentu (Bonaire) of Engels (St. Eustatius). Studeren in en via het Nederlands brengt dan ook de nodige uitdagingen met zich mee en wordt als moeilijk ervaren. Nederlands als studietaal, vaktaal, instructietaal en omgangstaal, zeker zoals Nederlanders die hanteren, ligt ver af van de dagelijkse werkelijkheid van de studenten. De schoolsituatie: scholen op de BES-eilanden werken in dezelfde periode ook aan bekwaamheidstrajecten. Dit betekent dat leraren in opleiding ook betrokken (moeten) zijn bij scholings- en uitvoeringsactiviteiten die op bekwaamheid zijn gericht. Dit zorgt ervoor dat de effectieve studietijd beperkt is. Gesprekken tussen het Maestro Kompas-team en schooldirecties leiden nog niet altijd tot duurzame oplossingen. Privéomstandigheden: een deel van de leraren in opleiding verkeert in privéomstandigheden die beperkende gevolgen hebben voor systematisch en structureel studeren: veel eenouder-gezinnen, gezinnen inwonend bij (schoon)ouders, kleine behuizing, geen degelijke ICT-apparatuur (computer, internetverbinding), et cetera. Studieomstandigheden en -omgeving: de meeste kandidaten hebben jaren geleden hun laatstgenoten opleiding gevolgd. De BES-eilanden zelf kennen geen studiecultuur en- omgeving. Daarnaast wordt een aantal opleidingen deels digitaal aangeboden terwijl de digitale wereld nog niet altijd deel uitmaakt van het dagelijkse leven en communicatiepatroon van een ieder. Ten slotte ervaart een deel van de studerenden het volgen van een opleiding als een verplichting die hun is opgelegd door de Nederlandse overheid. Dit heeft negatieve effecten op de motivatie, studiehouding en studieresultaten. 4.6 Verbinding van bouwsteen 1 en bouwsteen 2 De beide bouwstenen raken elkaar in het streven naar verduurzaming van de opleidingen in uitvoering, alsmede het verder uitbouwen van het digitaal aanbod van opleidingen in vormen van blended onderwijs. Hogeschool Utrecht zal de vijf genoemde opleidingen (zie sectie 4.2) de komende periode verder in blended vorm ontwikkelen en beschikbaar stellen aan de UniCarib-partners. In een samenwerkingsovereenkomst tussen de UniCarib en Maestro Kompas, zullen afspraken over de overdracht en daarbij behorende zaken uitgewerkt worden (zie ook sectie 5.2.3). De UoC en het IPA zijn hun opleidingen ook in blended vorm aan het gieten, waardoor opleiden deels op afstand mogelijk wordt. Blended learning is de preferente onderwijsstrategie om leraren op de BES-eilanden op te leiden, zowel gedurende de looptijd van het Maestro Kompas-programma onder bouwsteen 1, als op termijn voor de realisering van de duurzame regionale onderwijs-infrastructuur onder bouwsteen 2. De blended cursussen en opleidingen die onder bouwsteen 1 worden ontwikkeld en aangeboden, zijn daarmee dus een belangrijke bijdrage aan het realiseren van een duurzaam onderwijsaanbod voor leraren onder bouwsteen 2. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 17

19 18 Maestro Kompas

20 5 Bouwsteen 2: Het ontwikkelen van een duurzame opleidings- en infrastructuur in de Caribische regio De tweede bouwsteen van het Maestro Kompas-programma heeft tot doel om te komen tot een duurzame opleidings- en infrastructuur in de Caribische regio. Gezien de context van de eilanden en het feit dat de opleidingsbehoefte zowel po-leerkrachten als vo- en mbo-docenten betreft, zal een dergelijke toekomstige regionale opleidingsinfrastructuur een gedistribueerd karakter hebben met betrokkenheid van verschillende aanbieders met ieder hun eigen onderwijsaanbod. Blended learning als onderwijsstrategie zal hierbij, net als in bouwsteen 1, een belangrijke rol spelen. Bij het ontwikkelen van een dergelijke gedistribueerde regionale opleidingsinfrastructuur in brede zin onderscheiden we de volgende niveaus: Inrichten van de toekomstige organisatorische infrastructuur. Wie gaan het onderwijs aanbieden? Hoe wordt dit georganiseerd? En binnen welke juridische (samenwerkings)vorm? De activiteiten op dit vlak worden beschreven in paragraaf 5.1. Het opleidingsaanbod. Aan welke docentopleidingen voor welke doelgroepen is behoefte? Welke opleidingen dienen dus via de desbetreffende organisatorische infrastructuur aangeboden te worden? Paragraaf 5.2 beschrijft de uitgevoerde onderwijs-arbeidsmarktanalyse, koppelt deze aan het reeds beschikbare onderwijsaanbod, en beschrijft de analyse van de resterende kloof. De benodigde blended onderwijsinfrastructuur. Welke voorzieningen, kennis en vaardigheden zijn nodig om het toekomstige opleidingsaanbod in blended vorm aan te kunnen bieden? De activiteiten op dit vlak worden beschreven in paragraaf 5.3. Gedistribueerde regionale opleidingsinfrastructuur Benodigde organisatie Benodigd opleidingsaanbod Benodigde blended onderwijsvoorzieningen Naast deze activiteiten gericht op het ontwikkelen van de toekomstige regionale opleidingsinfrastructuur, worden onder bouwsteen 2 ook een tweetal activiteiten uitgevoerd ter ondersteuning van reeds zittende docenten: drie docentcoaches ondersteunen huidige vo-docenten (paragraaf 5.4), en de Maestro Kompaswebsite biedt een online informatie- en uitwisselingsplatform (paragraaf 5.5). Ten slotte wordt in paragraaf 5.6 de tussenstand opgemaakt en worden een aantal aandachtspunten voor de komende fase behandeld. 5.1 Organiseren van het opleiden van docenten voor de BES-eilanden Een duurzaam opleidingsaanbod voor (toekomstige) docenten op de BES-eilanden dient bij voorkeur een sterke regionale verankering te hebben. Dit is dan ook het uitgangspunt geweest in de ondersteuning vanuit Maestro Kompas bij het oprichten van het UniCarib-consortium. Vervolgens is voor de toekomstige opleiding van vo-, mbo- en po-leerkrachten in Caribisch Nederland een aantal scenario s ontwikkeld die de komende periode verder uitgewerkt zullen worden. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 19

21 5.1.1 UniCarib-consortium Op 20 maart 2014 hebben de universiteiten van St. Maarten (USM), Curaçao (UoC) en Aruba (UA) en het Instituto Pedagogico Arubano (IPA) de samenwerkingsovereenkomst UniCarib ondertekend, die tot stand is gekomen op initiatief van Maestro Kompas. Doel van het samenwerkingsverband is om het onderwijs en onderzoek in de Caribische regio, in de breedst mogelijke zin, te versterken. In de visie van het Maestro Kompas-team is een krachtig UniCarib randvoorwaardelijk voor een duurzaam scholingsaanbod vanuit de regio. Op 29 en 30 september 2014 is op Bonaire een conferentie georganiseerd met vertegenwoordigers van UniCarib en Maestro Kompas (zowel van de Open Universiteit als van Hogeschool Utrecht). Bij de voorbereiding en uitvoering van deze werkconferentie waren vier externe experts betrokken. Zo trad prof. dr. Frans Leijnse op als gespreksleider tijdens de conferentie en Rob Rabmund als co-facilitator. Daarnaast waren er twee onderwijskundige experts actief. Centrale vraag op de conferentie was hoe te komen tot een duurzame onderwijsinfrastructuur in de Caribische regio ten behoeve van het initieel opleiden van leraren po/vo/mbo en de professionalisering van scholen en onderwijsgevenden in Caribisch Nederland. Tegelijkertijd is daarbij onderkend dat alleen samenwerking op het gebied van de lerarenopleiding onvoldoende recht doet aan de potentie en behoeftes van de UniCarib-partners. Tijdens de conferentie zijn daarom naast het opleiden en blijvend professionaliseren van leraren ook andere thema s aan bod gekomen die voor een krachtig UniCarib-samenwerkingsverband van belang zijn Scenario s voor het opleiden van leraren vo en mbo Op de BES-eilanden wordt het vo- en mbo-onderwijs gecombineerd onder één dak. Als je kijkt naar de docentproblematiek, dan zijn er twee verschillende situaties te onderscheiden die elk apart bekeken moeten worden. Op Bonaire wordt er, door de SGB scholengemeenschap Bonaire, opgeleid volgens het Nederlandse onderwijsmodel. Wanneer we kijken naar de vakken die op dit moment in het vo- en mbo-onderwijs in Caribisch Nederland worden aangeboden (zie analyse van het aanbod onder paragraaf 4.2), en waarvoor dus ook in de toekomst leraren opgeleid dienen te kunnen worden, zien we dat een aantal van deze opleidingen reeds door UniCarib-partners wordt aangeboden; andere zijn in het kader van bouwsteen 1 door Hogeschool Utrecht ontwikkeld en zullen in blended vorm worden overgedragen aan (één van) de UniCarib-partners. Voor deze ontbrekende opleidingen, ongeveer 20 stuks, zijn een aantal scenario s denkbaar. Bijvoorbeeld het bereid vinden van Europees Nederlandse docenten om in Caribisch Nederland werkzaam te worden, of kunnen mensen uit Caribisch Nederland in Europees Nederland worden opgeleid. Een ander scenario, ingebracht door extern deskundige prof. dr. Frans Leijnse, is de ontwikkeling van een kopopleiding, een educatieve master voor mensen die al dan niet in Nederland de relevante vakmaster of bachelor hebben gehaald. De komende periode worden deze verschillende scenario s verder verkend. Op Saba wordt gewerkt met de zogenaamde CXC systematiek (Caribbean Examination Council), en is Engels de instructietaal. Meerdere omliggende landen in de regio werken volgens deze systematiek. St. Eustatius rekenen wij voor het verkennen van de scenario s ook tot deze situatie, aangezien met ingang van volgend jaar overgestapt wordt naar CXC en Engels als instructietaal. Dit Caribisch model is een heel ander onderwijssysteem, met ook deels andere vakken (zoals het vak Caribien Studies ). Het Caribische model wordt door ongeveer 15 omliggende landen gehanteerd. De verwachting is dan ook dat er in de regio een groot aanbod is en veel van de ontbrekende opleidingen gedekt kunnen worden door dit aanbod. Dit wordt in de komende periode verder verkend Scenario s voor het opleiden van leerkrachten po Voor het opleiden van toekomstige leerkrachten po in Caribisch Nederland zijn drie scenario s benoemd, die de komende periode nader worden uitgewerkt. Om een echte kwaliteitsslag te maken in het primair onderwijs, is 20 Maestro Kompas

22 het hierbij noodzakelijk dat de BES-eilanden de beschikking krijgen over een duurzame onderwijsinfrastructuur. Dat houdt in dat voldoende leerkrachten primair onderwijs bekwaam en bevoegd zijn en hun roots ook in de regio hebben. Zo n opleiding voor leerkrachten primair onderwijs kan vervolgens als kapstok fungeren om ook andere opleidingen aan op te hangen (denk aan speciaal onderwijs, docentprofessionalisering, etc.). De drie scenario s zijn op hoofdlijn: Optie 1: een volledig zelfstandige opleiding voor leerkrachten primair onderwijs. Bij deze variant wordt ervan uitgegaan dat niet alleen alle facilitaire en digitale voorzieningen voor handen zijn, maar dat ook alle vakinhoudelijke deskundigheid in de vorm van eigen personeel beschikbaar is. Optie 2: een opleiding voor leerkrachten primair onderwijs in samenwerking met partners uit UniCarib. Optie 3: een opleiding voor leerkrachten primair onderwijs in samenwerking met (een) partner(s) uit Europees Nederland Vervolgactiviteiten Voor het opleiden van toekomstige vo- en mbo-docenten wordt de komende periode de overdracht van de HU-cursussen naar de UniCarib partners georganiseerd. Ook wordt, op basis van het nadere onderwijsarbeidsmarktonderzoek (zie sectie 5.2.1), verkend welke mogelijke alternatieve strategieën er zijn om het huidige verloop van vo- en mbo-docenten te verminderen. Op basis hiervan wordt een advies geschreven over hoe deze toekomstige opleidingen te organiseren, gebaseerd op samenwerking met de UniCarib partners, onderwijsinstellingen in Europees Nederland, en eventueel nieuwe lerarenopleidingen. Dit scenario wordt medio 2016 opgeleverd. Voor het opleiden van toekomstige leerkrachten po wordt de komende periode (april juli 2015) ingezet op het uitwerken van de drie beschreven scenario s op haalbaarheid en implicaties, waarbij een sterke betrokkenheid van de UniCarib-partners de voorkeur geniet. In september 2015 zal advies worden uitgebracht over welke optie de meeste perspectieven biedt om tot een duurzame versterking te komen van opleidingsfaciliteiten voor leerkrachten primair onderwijs op de BES-eilanden. 5.2 Benodigd opleidingsaanbod voor docenten Om zicht te krijgen op de te verwachten opleidingsbehoefte voor docenten voor de BES-eilanden zijn twee activiteiten ondernomen. Er is een onderwijs-arbeidsmarktonderzoek uitgevoerd naar de in- en uitstroom van docenten in het onderwijssysteem, om een idee te krijgen van de omvang van de te verwachten opleidingsvraag. Daarnaast is er (voor het vo en mbo) gekeken welke vakken er aangeboden worden, en voor welke kwalificaties dus in de toekomst docenten opgeleid moeten worden. Deze -te verwachten- vraag is vervolgens vergeleken met het huidige aanbod aan docentopleidingen De onderwijsarbeidsmarkt In 2014 is de desk-study Onderwijsarbeidsmarkt en lerarenopleidingen in Caribisch Nederland uitgevoerd en ingebracht als document tijdens de UniCarib-conferentie in september (zie paragraaf 5.1). Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met prof. dr. Frank Cörvers, onderzoeksleider bij het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) voor het programma Menselijk kapitaal in de regio en tevens hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. Het doel van dit vooronderzoek was om na te gaan: hoe de onderwijsarbeidsmarkt op de BES-eilanden er momenteel uitziet wat betreft omvang, samenstelling en dynamiek van de leraren, scholen en lerarenopleidingen, hoe -gegeven de kenmerken van de huidige onderwijsarbeidsmarkt- een duurzame regionale onderwijsinfrastructuur opgezet kan worden. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 21

23 Het onderzoek biedt veel bruikbare bevindingen. Zo is er een opvallende grote mobiliteit van leraren op de BES-scholen: Van de 145 po-leerkrachten in 2010 zijn er in de periode 10 oktober 2010 tot september (=36%) vertrokkenen en 61 (=42%) nieuw aangesteld. Van de 157 vo/mbo-leerkrachten zijn er 69 (= 44%) vertrokken en 127 (81%) nieuw aangesteld. In de komende jaren zal, onder diverse aannames, een instroom van gemiddeld zo n 63 leraren per jaar nodig zijn om de baanopeningen die ontstaan door de uitbreidings- en vervangingsvraag in te vullen. Als er bovendien wordt verondersteld dat 20% van de nieuwe leraren onbevoegd is gebaseerd op het percentage van onbevoegden in het zittende lerarenkorps - dan is het aantal onbevoegde leraren voor bijscholing gelijk aan 13, dat is 20% van Vakken waarvoor docenten opgeleid moeten worden Om de opleidingsbehoefte in kaart te brengen is eerst gekeken naar het huidige aanbod aan vakken in het vo/ mbo op de BES-eilanden. Vervolgens is gekeken hoe dit aanbod nu verzorgd wordt en wat het profiel van het personeel is. Voor een aantal van de aangeboden vakken blijkt er in de regio (via de Universiteit van Curaçao, IPA, Universiteit van Aruba en Universiteit van Sint Maarten) een lerarenopleiding beschikbaar te zijn dan wel een opleiding van de Hogeschool Utrecht, die op het moment onder bouwsteen 1 wordt aangeboden (wiskunde, biologie, techniek, gezondheid en welzijn, omgangskunde) en vervolgens overgedragen wordt aan (één van) de UniCarib partners. Echter, voor diverse vakken blijkt er nog geen lerarenopleiding in de regio beschikbaar te zijn. Alle avo (algemeen vormend onderwijs) vakken zouden blended per kunnen worden aangeboden door Hogeschool Utrecht e.a. in een samenwerking met (een) UniCarib partner(s). Wensen en mogelijkheden worden nog nader onderzocht, zowel vanuit Maestro Kompas als vanuit de betrokken instellingen zelf Vervolgactiviteiten De vervolgactiviteiten richten zich op a) het vergroten van het aanbod van docentopleidingen voor het vo en mbo via blended oplossingen, en b) het uitvoeren van een analyse van de oorzaken van de zeer grote mobiliteit onder docenten en van de mogelijkheden om deze terug te dringen. Met betrekking tot a) worden de blended cursussen en opleidingen die onder bouwsteen 1 door Hogeschool Utrecht zijn ontwikkeld aan de UniCarib-partners overgedragen. Op dit moment is een aantal mogelijke scenario s voor deze overdracht in kaart gebracht. Deze scenario s lopen uiteen van alleen het overdragen van de vakinhouden (content) tot aan het participeren van de UniCarib-partners in een toekomstig consortium dat gezamenlijk de elektronische leeromgeving van Hogeschool Utrecht (HUbl) doorontwikkelt. Met betrekking tot b) wordt op dit moment een voorstel geschreven voor een uitgebreider arbeidsmarktonderzoek dat de ontbrekende inzichten m.b.t. de hoge mobiliteit moet gaan verschaffen. Daarnaast wordt de komende tijd in directe samenwerking met de UniCarib-partners het arbeidsmarktonderzoek uitgebreid naar de CAS-eilanden. Gezien de geografische ligging van de eilanden en de onderlinge verwevenheid (ook qua arbeidsmobiliteit), kan de arbeidsmarkt van de BES-eilanden namelijk niet losgezien worden van de arbeidsmarkt van de CAS-eilanden. Daarmee kunnen ook beide onderwijsmarkten niet los van elkaar worden gezien. Een toekomstige duurzame regionale opleidingsinfrastructuur voor alleen leraren op de BES-eilanden zal waarschijnlijk niet levensvatbaar zijn, maar wellicht is bij opschaling naar de CASeilanden wel een haalbaar scenario mogelijk. Hierbij zal een duidelijk onderscheid naar po en vo/mbo gemaakt worden (conform de uitsplitsing onder en 5.1.3). 22 Maestro Kompas

24 5.3 Blended onderwijs faciliteren Wat ook de uitkomst van de organisatorische oplossing (sectie 5.1) en het uiteindelijke aanbod van docentenopleidingen (sectie 5.2) wordt, het blended verzorgen van deze opleidingen in een gedistribueerde omgeving (door diverse aanbieders) ligt voor de hand. Dit, gevoegd bij de wereldwijde trend om meer online elementen in het onderwijs te brengen, vereist state-of-the-art blended learning-voorzieningen en de daarbij behorende kennis en vaardigheden Blended learning voorzieningen Een efficiënte inzet van een blended onderwijsaanbod behoeft betrouwbare voorzieningen aan zowel de kant van de onderwijsaanbieders (UniCarib, mogelijk aanbieders uit Europees Nederland) als aan de kant van de ontvangers (aankomende leraren en scholen op de BES-eilanden). Aan de kant van de UniCarib-partners is de huidige situatie m.b.t. deze voorzieningen, alsmede de opties voor toekomstige integratie/samenwerking, medio 2014 in kaart gebracht en vastgelegd in een rapport 8, dat als input diende voor de UniCarib-conferentie in september Op basis van dit rapport en de daarop volgende discussie is tijdens de UniCarib-conferentie besloten dat er voorlopig niet gestreefd wordt naar één gezamenlijke elektronische leeromgeving. De UniCarib-werkgroep blended learning gaat wel specificeren uit welke componenten zo n toekomstige blended learninginfrastructuur voor de Caribische regio dient te bestaan, en wat een mogelijk groeimodel is om deze te realiseren Blended learning kennis en vaardigheden De UniCarib-partners hebben in mindere en meerdere mate ervaring met het ontwikkelen en aanbieden van blended learning: IPA biedt in het kader van Maestro Kompas een deel van haar vakken reeds in blended vorm aan voor docenten op St. Eustatius en heeft de ambitie ook andere vakken naar blended learning om te zetten. UoC is betrokken bij het aanbieden van de HU-blended learning cursussen voor leraren vo, en heeft de ambitie om haar onderwijsaanbod van de Algemene Faculteit in blended vorm te herontwikkelen. UA zet haar opleiding wiskunde naar blended learning om. Ter ondersteuning van het (door)ontwikkelen van het blended onderwijsaanbod zijn door Maestro Kompas in 2013 en 2014 diverse hands-on trainingen verzorgd voor medewerkers van IPA en UoC. Ook is IPA geadviseerd over de vernieuwing, inrichting en het beheer van hun elektronische leeromgevingen Moodle en BlackBoard. Daarnaast is aan alle medewerkers van de UniCarib-partners deelname aangeboden aan de achtweekse MOOC blended learning ontwikkelen, die door de Open Universiteit is verzorgd in het najaar van Onderwerpen die in deze MOOC aan bod kwamen waren toetsing, beoordeling en feedback; begeleiden en individueel leren; begeleiden en samenwerkend leren; cursusontwerp; en ontwikkelen van online leermaterialen. In totaal hebben zo n 30 deelnemers van de CAS- en BES-eilanden aan deze MOOC deelgenomen Vervolgactiviteiten Op het gebied van voorzieningen ondersteunt Maestro Kompas waar nodig de blended learning-werkgroep van UniCarib. Dit gebeurt o.a. door samen met de Unicarib partners te onderzoeken welke ICT-voorzieningen zij hebben dan wel nodig hebben om blended learning te kunnen faciliteren. Tevens wordt gekeken of er 8 Document UniCarib technische infrastructuur: Randvoorwaarden, overwegingen en opties. Naar een duurzame infrastructuur voor het opleiden en professionaliseren van leraren in Caribisch Nederland 23