WERK MAKEN VAN EROSIEBESTRIJDING
|
|
- Guus Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 WERK MAKEN VAN EROSIEBESTRIJDING Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
2 Colofon Samenstelling en redactie: Karel Vandaele en Ireen Librecht Advies- en ingenieursbureau Soresma nv Hari Neven, Martien Swerts, Liesbeth Vandekerckhove en Norbert Leyman Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Fotografie: Philippe Granval, Hari Neven, Jean Poesen, Peter Priemen, Martien Swerts, Karel Vandaele, Liesbeth Vandekerckhove, Patrick Vanhopplinus Verantwoordelijke uitgever: Jean-Pierre Heirman Directeur-generaal AMINAL Koning Albert II-laan 20, bus Brussel Depotnummer: D/2002/3241/310 Uitgave: Herwerkte versie November 2002 Lay-out en druk: Geers Offset nv, Oostakker Gedrukt op milieuvriendelijk papier Deze publicatie kunt u aanvragen via de Vlaamse Infolijn (tel ) of via of bij de afdeling Land (tel ) De afdeling Land maakt deel uit van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL) Inhoud Voorwoord 1 I. Bodemerosie wat en waar? 2 Natuurlijk verschijnsel? 3 Langs geulen en ravijnen 4 Bodemerosie Wanneer en hoeveel? 6 Gevolgen van bodemerosie? 6 Wordt het erger? 8 II. Erosie bestrijden 9 Erosiebestrijdingstechnieken 10 Goede landbouwpraktijken en basisbodemkwaliteit 11 Minimale bodembewerking 12 Hou de bodem bedekt 13 Ploegen na de oogst 14 Lineaire elementen en bufferstroken 15 Grasgangen 16 Aanleg van opvangsystemen 18 Herbebossing / Permanent grasland 19 Strokenbouw en contourbewerking 20 Erosiebestrijding op stroomgebiedsniveau 21 Randvoorwaarden voor erosiebestrijding 22 Geïntegreerde aanpak 23 III. Wie gaat dat betalen? 24 Het subsidiebesluit voor gemeenten 25 Sensibilisatie en communicatie 26 Het subsidiebesluit voor polders en wateringen 27 Groenbedekking 28 Braaklegging 29 Bebossing van landbouwgronden 30 Beheersovereenkomsten 31 Referenties 32 Nog vragen? 33 Nuttige adressen 33 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
3 Voorwoord Gedurende vele jaren werd de bodemerosieproblematiek in Vlaanderen ruim onderschat. Weinigen hadden oog voor de negatieve gevolgen van dit probleem. Sinds enige tijd krijgt bodemerosie meer aandacht in de media, vooral na hevige of langdurige regen met water- en modderellende tot gevolg. Daarnaast worden velen zich meer en meer bewust van de degradatie van ons bodempatrimonium door erosie. Wat is bodemerosie en waar treedt het op? Welke erosieprocessen resulteren in aanzienlijke bodemverliezen? Wat zijn de belangrijkste oorzaken en gevolgen? Een zinvolle aanpak van het probleem begint met een antwoord op al die vragen. Met deze brochure proberen we daartoe een eerste aanzet te geven. Wie werk wil maken van de bestrijding van erosie vindt in deze brochure een overzicht van de praktisch haalbare mogelijkheden en de financiële stimulansen. De Vlaamse Regering is er zich van bewust dat de bestrijding van bodemerosie in elk geval een geïntegreerde, brongerichte aanpak vereist. Een eenmalige, alleenstaande maatregel kan tijdelijk soelaas brengen, maar biedt op lange termijn meestal geen oplossing. Er wordt in de eerste plaats gekozen voor een stimulerend beleid. Landbouwers en gemeenten zullen financieel ondersteund worden voor het nemen van erosiebestrijdende maatregelen. Pas in tweede instantie wordt gedacht aan het verplicht opleggen van bepaalde maatregelen, en dit slechts onder bepaalde extreme omstandigheden en nadat de stimulerende maatregelen niet de nodige verbeteringen hebben kunnen teweegbrengen. Ik ben ervan overtuigd dat we, mits een goede samenwerking met de landbouw en de gemeenten, het probleem van de bodemerosie efficiënt kunnen aanpakken. De Vlaamse Regering neemt alleszins het engagement op om ook de komende jaren de nodige aandacht aan dit pijnpunt te blijven besteden. Vera Dua Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw Januari
4 Bodemerosie... wat en waar? Bodemerosie is een proces waarbij bodemdeeltjes (sediment) losgemaakt en verplaatst worden door water, ijs, wind of bodembewerking. In Vlaanderen neemt vooral bodemerosie door afstromend water zorgwekkende proporties aan. Deze brochure is dan ook toegespitst op bodemerosie door water in al zijn aspecten, van proces tot remediëring. Grote gebieden in Noordwest-Europa zijn onderhevig aan bodemerosie. Vooral in heuvelachtige gebieden met een zandlemige tot lemige bodem waar intensief aan landbouw wordt gedaan, is bodemerosie niet te verwaarlozen. In Vlaanderen situeren de problemen zich vooral in de hellende leem- en zandleemgebieden van Midden-België: de Vlaamse Ardennen, het Pajottenland, het Hageland en Haspengouw. Voor meer dan 60% van het Vlaams grondgebied is bodemerosie verwaarloosbaar. 2 Bron: Anton Van Rompaey - Labo voor Experimentele Geomorfologie - K.U. Leuven
5 Natuurlijk verschijnsel? Bodemerosie door water is de resultante van de actie van inslaande regen en het afstromend water enerzijds, en de weerstand van de bodem anderzijds. De factoren die deze processen beïnvloeden, zijn gekend: 1) de neerslag: Hevige of langdurige regens veroorzaken bodemerosie. 2) het reliëf: In vlakke gebieden komt bijna geen watererosie voor. Als de hellingen steiler en langer worden, neemt het erosierisico toe. Bodemerosie manifesteert zich het meest op steile hellingen en in zones waar veel water geconcentreerd wordt (droge valleitjes). 3) het bodemtype: Onze zandleem- en leemgronden behoren tot de meest erosiegevoelige bodems van de wereld. 4) de bodemstructuur: Door een goede bodemstructuur kan meer water (sneller) infiltreren en worden bodemdeeltjes minder gemakkelijk losgemaakt en verplaatst. Bodems verliezen hun stabiele kruimelstructuur, o.m. door een afname van het organisch stofgehalte, het bodemleven en de bodem-ph als gevolg van een verminderd gebruik van organische mest en het wegnemen van gewasresten na de oogst. Bovendien zijn de bodems meer en meer onderhevig aan compactatie door het gebruik van zware landbouwmachines. 5) de vegetatie: Onder een dichte en permanente begroeiing (bv. bos, permanent grasland, ) is er relatief weinig bodemerosie. Bodemerosie wordt echter problematisch wanneer de beschermende werking van de vegetatie permanent of tijdelijk wegvalt (bv. ontbossing, intensieve landbouw met eenjarige teelten,...). 3
6 Langs geulen en ravijnen verschillende processen onderkennen Er kunnen verschillende vormen van bodemerosie onderscheiden worden: B Intergeulerosie (fijnlagige erosie, diffuse erosie, sheet of interill erosion) treedt op wanneer inslaande regendruppels bodemdeeltjes losmaken die door het oppervlakkig afstromend water meegevoerd worden. Dat leidt tot laagsgewijze erosie, die visueel vrijwel niet detecteerbaar is. Enkel wanneer op het oppervlak niet-erodeerbare elementen aanwezig zijn (bv. stenen, oogstresten, ) wordt intergeulerosie zichtbaar door de vorming van kleine aardzuiltjes onder de beschermende elementen. Geulerosie (rill erosion) treedt op wanneer geconcentreerd afstromend water de bodemdeeltjes losmaakt en verplaatst, waarbij kleine kanaaltjes worden uitgeschuurd. Zolang die nog kunnen weggewerkt worden door normale bodembewerking (bv. ploegen) spreekt men van geultjes. C Indien stroomgeulen zo groot worden dat ze niet langer kunnen dichtgeploegd worden of telkens ontstaan op dezelfde plaats, spreekt men van ravijnen (ravijnerosie, gully erosion). Ravijnen kunnen een diepte van meerdere meters bereiken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen tijdelijke ravijnen (E) en bermravijnen (I). Tijdelijke ravijnen vormen zich op plaatsen in het landschap waar water zich concentreert, nl. in natuurlijke drainagelijnen (droge valleitjes) en in ploegvoren of tractorsporen. In uitzonderlijke gevallen kunnen ravijnen, ook in Vlaanderen, reusachtige afmetingen aannemen (J). Bermravijnen worden gevormd waar afstromend water een berm of talud kruist. E 4
7 Bodemdeeltjes die door het afstromend water worden verplaatst (of zich in het afstromend water bevinden), noemt men sediment. Het geërodeerde bodemmateriaal dat aan de voet van de helling wordt afgezet, is colluvium. D Schets ter illustratie van de meest voorkomende bodemerosieprocessen (door water) in Midden-België (naar Farres et al., 1993): A = productie van oppervlakkige afvoer B = intergeulerosie C = geulerosie D = colluvium E = tijdelijk ravijn J F = berm G = pijpingang H = pijpuitgang I = bermravijn J = ravijn. I 5
8 Bodemerosie... Wanneer en hoeveel? Vermits bodemerosie vooral voorkomt bij hevige of langdurige neerslag met een hoge erosiviteit en een lage vegetatiebedekking, is het risico op erosie het grootst in het (late) voorjaar, in de zomer en in het najaar. Wintergranen kunnen aanleiding geven tot een hoog erosierisico tussen oktober en maart. In het (late) voorjaar en in de zomer zorgen hevige onweders vaak voor erosieproblemen op akkers met bieten, aardappelen, witloof, maïs, enz. Metingen in het gebied tussen Leuven en Brussel tonen aan dat de maanden juni, juli en augustus verantwoordelijk zijn voor gemiddeld 60% van de totale jaarlijkse erosiehoeveelheid. De intensiteit waarmee de verschillende erosieprocessen voorkomen is sterk variabel. In Vlaanderen zijn ravijnen (inclusief tijdelijke en bermravijnen) verantwoordelijk voor de helft van het totale erosiebedrag. Verdeling van de gemiddelde maandelijkse neerslagerositeit op basis van een 100-jarige neerslagreeks te Ukkel (Verstraeten et al., 2001). Uit meerdere studies blijkt dat op hellende akkergronden in Vlaanderen de erosiebedragen variëren van één tot meer dan 10 ton per hectare en per jaar. In bepaalde gevallen worden waarden van meer dan 100 ton/ha.jaar opgemeten. Algemeen wordt aangenomen dat bodemerosie op termijn problematisch wordt als het erosiebedrag 10 tot 13 ton/ha.jaar overschrijdt (dit stemt overeen met een reliëfverlaging van +/- 0,6 tot 1 mm/jaar). Op plaatsen waar de vruchtbare (zand)leemlaag reeds zeer dun geworden is, ligt de aanvaardbare erosiesnelheid beduidend lager. Evolutie van de gewaserosiegevoeligheid t.o.v. naakte grond, voor bieten ingezaaid volgens de klassieke manier (na ploegen) en ingezaaid in residu van gele mosterd (Verstraeten et al., 2001). Gevolgen van bodemerosie? De verplaatsing van het geërodeerd bodemmateriaal blijft in vele gevallen beperkt tot het perceel zelf. Een deel wordt verder hellingafwaarts getransporteerd en wordt afgezet aan de voet van de helling (als colluvium), nog een ander deel komt in de waterlopen terecht. Wanneer we het sedimenttransport in de rivieren van Midden-België vergelijken met de erosiebedragen op de hellingen, dan blijkt dat uiteindelijk ca. 10% van het geërodeerde bodemmateriaal de rivieren bereikt. Dit percentage varieert echter sterk in functie van de kenmerken van het gebied. Waterlopen die een hellend akkerbouwgebied draineren, vervoeren vaak meer sediment. Erosie en het afstromend water kunnen zowel lokaal als stroomafwaarts voor problemen zorgen. 6
9 Voor de landbouw Bodemerosie wordt door de landbouwer niet altijd als problematisch ervaren. Deze vorm van landdegradatie vormt echter een reële bedreiging voor de bodemvruchtbaarheid. Dit leidt tot een afname van de gewasopbrengsten op lange termijn. Goede landbouwgrond is een zeer belangrijk en onvervangbaar productiemiddel. Om een duurzame landbouw mogelijk te maken, moet de productiecapaciteit van de gronden op peil blijven en zo mogelijk verbeteren. Op korte termijn zorgt erosie voor belangrijke opbrengstverliezen door het wegspoelen en onderspoelen van (kiem)planten, en voor problemen bij het bewerken van akkers. Lokale effecten Stroomafwaartse effecten Korte termijn Opbrengstverlies door wegspoelen Vervuiling waterlopen door sediment en de en/of begraven van zaaigoed, hieraan gebonden nutriënten en residu s meststoffen en bestrijdingsmiddelen. van bestrijdingsmiddelen. Problemen bij de bewerking van akkers. Overstroming van straten en gebouwen door modderig water. Lange termijn Vermindering van de bodemkwaliteit. Dichtslibben van wachtbekkens, waterlopen Vernietiging van archeologisch erfgoed. en rioleringen, wat leidt tot grote hoeveelheden ruimingsspecie. Schade aan de waterzuiveringsinfrastructuur. Bijdrage tot eutrofiëring van oppervlaktewater. Water- en modderoverlast Heel wat woonwijken in Midden-België worden regelmatig geconfronteerd met wateroverlast na lokale, hevige (late voorjaars- en zomer-) of langdurige (winter-) regens. Vaak hebben deze overstromingen een modderrijk karakter. Dit is meestal het gevolg van aanzienlijke bodemerosie op de hoger gelegen landbouwgronden, waardoor, samen met het afstromend water, veel bodemdeeltjes worden vervoerd. De aanwezigheid van sediment in het overstromingswater verergert de schade en ellende voor de getroffen bewoners aanzienlijk. Minstens 53 gemeenten in zuidelijk Vlaanderen worden periodiek geconfronteerd met water- en modderoverlast: lokale overstromingen, modder op wegen en in huizen, enz. De schade voor gemeenten en particulieren loopt jaarlijks op tot miljoenen euro. 7
10 Slib (waterlopen) Het gedeelte van het geërodeerde bodemmateriaal dat in de waterlopen terechtkomt, zorgt onder meer voor verhoogde kosten voor het onderhoud van waterlopen en voor het verwerken van de bagger- en ruimingsspecie. Metingen tonen aan dat 60 tot 80% van het slib in de waterlopen afkomstig is van bodemerosie. Via het geërodeerde sediment komen bovendien nutriënten en bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht, met negatieve gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Rioolwaterzuiveringsinstallaties krijgen af te rekenen met een verhoogde slijtage aan de pompinstallaties. Wordt het erger? Gegevens uit verschillende regio s van Noord-Europa suggereren dat de frequentie van water- en modderoverlast toegenomen is over de laatste decennia. Dit wordt vooral toegeschreven aan: wijzigingen in het bodemgebruik: introductie van teelten die de bodem minder bedekken en/of vasthouden (zoals erwten, aardappelen, maïs, ), het scheuren van weilanden, enz; de schaalvergroting en intensifiëring in de landbouw; een gebrekkig ruimtelijk beleid, waarbij woningen ingeplant werden in gebieden met een hoge kans op overstromingsproblemen; enz. Holle wegen zijn het resultaat van het reeds eeuwen lang steeds dieper uitschuren van de wegen. Bodemerosie is echter geen nieuw verschijnsel. Vanaf het ogenblik dat de mens zijn omgeving begon te ontginnen, komt bodemerosie voor. In het huidige landschap komen verschillende fossiele erosievormen voor. Denken we maar aan holle wegen, historische ravijnen, taluds, colluvium aan de voet van een helling en in (droge) valleitjes, enz. 8
11 Erosie bestrijden De vraag naar concrete plannen en middelen om aan de erosieproblemen en water- en modderoverlast te verhelpen, is groot. Er moet dan ook dringend werk gemaakt worden van haalbare en efficiënte erosiebestrijding, zowel op perceelsals op stroombekkenniveau. Hierna wordt een aantal kleinschalige technieken voorgesteld, die erosie kunnen beperken. Een aantal eenvoudige maatregelen kan immers al heel wat leed voorkomen. Tot op vandaag werd de erosieproblematiek zelden brongericht en integraal benaderd. De water- en modderoverlast werd in de mate van het mogelijke bestreden door het bouwen van wachtbekkens, het verhogen van de waterloop- en rioolcapaciteit, enz. Bij zeer hevige neerslag is de hoeveelheid oppervlakkig afstromend water echter zo groot, dat dergelijke maatregelen water- en modderoverlast niet kunnen voorkomen. Wanneer een woonkern in een vallei gelegen is, stroomt het met sediment beladen water immers rechtstreeks naar de woonkern toe, zonder dat rioleringen, waterlopen of andere stroomafwaartse maatregelen hieraan kunnen verhelpen. Het voorkomen van bodemerosie en de stroomafwaartse effecten (modderoverlast) moet daarom aan de bron worden aangepakt: op de hellende akker zelf. Daar ligt de grote uitdaging voor de komende jaren. De wijze waarop de mens kan ingrijpen op de factoren die bodemerosie veroorzaken, is sterk plaatsafhankelijk. Daarbij moet rekening gehouden worden met de lokale fysische, technische en sociaal-economische randvoorwaarden. Verschillende erosiebestrijdingstechnieken zijn mogelijk. Naast brongerichte maatregelen (bestrijden van de oorzaak van erosie), zijn bij extreme neerslag ook symptoomgerichte maatregelen nodig (voorkomen van negatieve gevolgen). 9
12 Erosiebestrijdingstechnieken Erosiebestrijdingstechnieken In onderstaande tabel is aangegeven welke impact verschillende erosiebestrijdingsmaatregelen hebben op de erosie-beïnvloedende factoren, en welk effect de ingreep heeft op de verschillende erosiefenomenen. Een deel van de technieken omvat cultuurtechnische ingrepen en goede landbouwpraktijken gericht op de landbouwer; een ander deel omvat kleinschalige infrastructuurwerken die door de landbouwer kunnen uitgevoerd worden, maar ook door de gemeenten kunnen gecoördineerd worden. Groenbedekker, mulching Minimale bodembewerking Grasgang in droge vallei Ploegen na de oogst Bufferstroken langs lineaire elementen Aanleg van aarden dammen Herbebossing / Permanent grasland Strokenbouw en contourbewerking Infiltratie-, bergings- en bezinkingszones Kleinschalige infrastructuur (verhogen wegen, taluds, ) Goede landbouwpraktijk en basisbodemkwaliteit Erosie-beïnvloedende factoren Structuurkenmerken bodem O O Vegetatieve bedekking O Reliëfkenmerken Erosieprocessen Erosie Geulerosie + + O + O O + +/O Tijdelijke ravijnerosie /O +/ / Bermravijn O O O O + +/- + O + O + Water- / modderellende / / Invloed van bestrijdingstechniek op erosie-beïnvloedende factoren: = belangrijke impact; O = beperkte impact; = geen impact. Invloed van bestrijdingstechniek op processen: + = belangrijke positieve impact; - = negatieve impact; O = neutraal effect; +/O = neutrale tot beperkt positieve impact; +/- = zowel positieve als negatieve impact. 10
13 Goede landbouwpraktijken en basisbodemkwaliteit Heel wat bekende landbouwpraktijken hebben tot doel een goede bodemstructuur op te bouwen en dragen zo bij tot het vermijden van erosie. Bovendien draagt een goede basisbodemkwaliteit bij tot een betere productiviteit van de bodem (betere bewerkbaarheid, betere opkomst, verhoogde rooibaarheid, betere doorworteling, optimale vorm van wortelgewassen, verhoogde opbrengst, ). Erosiebestrijdingstechnieken Effecten van een goede bodemstructuur: Een stevige kruimelstructuur weerstaat beter aan de erosieve inslag van regendruppels, waardoor minder snel verslemping of korstvorming optreedt. De neerslag kan beter en sneller infiltreren, zodat minder water afstroomt. Een bodem met stevige kruimelstructuur is beter bestand tegen de erosieve kracht van afstromend water en tegelijk wordt het afstromend water door het ruwe oppervlak afgeremd. De opbouw van een optimale bodemstructuur is de volle verantwoordelijkheid van de landbouwer. Het reliëf en het klimaat vormen een vast gegeven. De bodemstructuur daarentegen wordt gemaakt door de grondgebruiker. Een goede bodemstructuur is van essentieel belang. Hoe een goede bodemstructuur behouden en/of opbouwen? Het organische stofgehalte verhogen door het inzaaien van groenbedekkers na de oogst en/of het inwerken van voldoende organisch materiaal, zoals stro, oogstresten, stalmest, compost, champignonmest en in mindere mate drijfmest. De bodem-ph optimaliseren door bekalking. De ontwikkeling van bodemfauna (bv. regenwormen) en bodemflora stimuleren. Het compacteren van de bodem voorkomen (bv. trekkers en machines met wielen met breed draagvlak en lage bandenspanning, beperking van de werkgangen door combinatiemachines, percelen bewerken in droge omstandigheden). Andere goede landbouwpraktijken: De fijnheid van het zaaibed aanpassen aan de algemene weersomstandigheden en aan het zaaitijdstip (bij voorkeur zo grof mogelijk). Trekkersporen wissen door een ganzenvoet achter de wielen. Op sterke hellingsgronden ruggenteelt proberen te vermijden. Geen monoculturen op sterke hellingsgronden. Halveren van de hellingslengte van sterke hellingsgronden door splitsing in twee percelen met winter- en zomerteelt. Geschikte teeltrotatie. Wormgangen verhogen de porositeit, en daardoor de infiltratie van regenwater, de verluchting van het wortelstelsel en het waterbergend vermogen. Regenwormen verteren zowel minerale bodemdeeltjes als organisch materiaal en dragen zo in sterke mate bij tot de vorming van een goede kruimelstructuur. Een bijkomend voordeel is het vrijstellen van organisch materiaal in een voor de planten beschikbare vorm. 11
14 Erosiebestrijdingstechnieken Bij minimale grondbewerking worden de vegetatieresten van de tussenteelt (groenbedekker) of van de laatste oogst zoveel mogelijk aan de oppervlakte bewaard. Er zijn verschillende vormen van minimale bodembewerking mogelijk, gaande van een nietkerende ploegbewerking tot het volledig achterwege laten van ploegen (directe inzaai, no-till). Minimale bodembewerking Op lange termijn resulteert minimale grondbewerking in een betere bodemstructuur, waardoor meer water kan infiltreren en de bodemdeeltjes minder snel worden losgemaakt en verplaatst. Deze techniek is dan ook enkel effectief wanneer hij jaar na jaar wordt toegepast op hetzelfde perceel. Voordelen van minimale bodembewerking: De goede doorworteling verhoogt de samenhang van de toplaag. Toename van het organisch materiaalgehalte en het biologisch leven (regenwormen, enz.), waardoor de bodemstructuur verbetert en de gewasopbrengst verhoogt. Verhoging van de infiltratiecapaciteit van de bodem, waardoor minder water afstroomt. De bodemverliezen worden daardoor sterk gereduceerd. De gewasresten beschermen de bodem tegen de erosieve werking van vallende regendruppels en afstromend water. Lagere arbeids- en brandstofkosten. Nadelen van minimale bodembewerking: Minimale bodembewerking is minder toepasbaar bij knolgewassen (o.a. bieten en aardappelen). Deze gewassen vereisen een goede bodembewerking om misvormingen en splitsingen van de wortels tegen te gaan. Minimale bodembewerking is enkel effectief indien het op lange termijn wordt toegepast. Noodzaak aan slakkenbestrijding. Overschakeling naar aangepaste machines is noodzakelijk. 12 Effect van bewerkingsmethode op bodemerosie, hoeveelheid oppervlakkig afstromend water en het afspoelen van nutriënten (Carter et al., 2000).
15 Een groenbedekker is een gewas dat wordt ingezaaid om de bodem optimaal bedekt te houden. Courante groenbedekkers zijn grassen (Engels en Italiaans raaigras en rogge), kruisbloemigen (bladkool, rammenas, gele mosterd, rapen en zomerkoolzaad), vlinderbloemigen (wikke, klaver en lupine) en phacelia. De inzaai van een groenbedekker kan gebeuren na de oogst van het zomergewas. De bodem blijft dan ook in de winter bedekt. De groenbedekker kan na de winter ingeploegd worden of geoogst worden of gebruikt worden als ondervrucht. Het is wenselijk om de bodem ook in de zomer, tijdens de hoofdteelt, maximaal bedekt te houden door een ondervrucht of dekvrucht onder/tussen de hoofdteelt aan te brengen. Dit kan gebeuren m.b.v. twee verschillende technieken: (1) mulchzaaien bestaat erin een hoofdgewas (bieten of maïs) uit te zaaien op een perceel bedekt met plantenresten die afkomstig zijn van een vorige teelt of van een bevroren (of gedode) groenbedekker die speciaal hiervoor werd uitgezaaid; Nadelen van een groenbedekker: Beperkte extra kosten zonder rendement op korte termijn. Zaaien van de hoofdteelt met ondervrucht vergt aangepaste machines. Late inzaai na late oogst van de hoofdteelt in het najaar geeft minder goede resultaten. Omwille van het mestoverschot zijn vlinderbloemigen niet wenselijk in de gangbare landbouw, maar enkel in de biologische landbouw. Hou de bodem bedekt... Groenbedekker, mulching & co Voordelen van een groenbedekker: Verbetering van de bodemstructuur door: - productie van organische stof en activering van bodemleven (bv. wormen); - doorworteling. Bescherming van de bodem tegen druppelinslag (geen verslemping). Hogere oppervlakteruwheid, waardoor de snelheid van afstromend water afneemt en de erosieve kracht ervan daalt. Opname van nitraten door de groenbedekker, waardoor de kans op uitspoeling van stikstof in het najaar en in de winter vermindert. Onkruid krijgt minder ontwikkelingskansen in de snel ontwikkelde gesloten bodembedekking. (2) onderzaaien bestaat erin een groenbedekking in de hoofdteelt in te zaaien (bv. inzaaien van gras in jonge maïs). Informatie over de voornaamste groenbedekkers, hun eigenschappen, tijdstip van inzaaien en dergelijke meer, kan worden verkregen bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Land- en Tuinbouw (ALT). Erosiebestrijdingstechnieken 13
16 Erosiebestrijdingstechnieken Na het oogsten blijft een akker er vaak onbedekt, gecompacteerd en verslempt bijliggen. De neerslag kan daardoor moeilijk infiltreren, zodat snel oppervlakkige afstroming kan optreden. Door het gladde bodemoppervlak neemt de stroomsnelheid van het water toe, waardoor de erosiviteit en het risico op geul- en ravijnvorming toenemen. Ploegen na de oogst Om dergelijke fenomenen te vermijden, kan de bodem geploegd worden na de oogst. De verslempte bovenlaag wordt gebroken, zodat de infiltratiecapaciteit van de bodem toeneemt en minder water afstroomt; bovendien neemt de oppervlakteruwheid toe, zodat afstromend water sterk geremd wordt en niet de kans krijgt veel sediment op te nemen en te transporteren.! Om de bodemstructuur niet te vernietigen, mag enkel geploegd worden wanneer de bodem redelijk droog is. Nadelen van ploegen na de oogst: Een bijkomende bewerking vraagt tijd en geld. Ploegen na de oogst is enkel effectief wanneer de bodem redelijk droog is. Deze maatregel heeft slechts een kortetermijneffect en draagt niet bij tot de opbouw van een goede bodemstructuur op lange termijn. Voordelen van ploegen na de oogst: Toename van de oppervlakteruwheid waardoor: meer water in de bodem kan dringen; de snelheid van het afstromend water daalt; regenwater gestockeerd wordt. 14
17 Lineaire elementen en bufferstroken Lineaire elementen zoals houtkanten, heggen, bermen, enz. spelen een belangrijke rol bij erosiebestrijding. Ze bevorderen de infiltratie, remmen het afstromend water en fungeren als sedimentvang. Bufferstroken aan de hellingopwaartse zijde van de lineaire elementen zullen de weerstand tegen watererosie en massatransport nog verhogen. Aanleg en onderhoud zijn zoals bij grasgangen (zie rubriek Grasgangen ). We kunnen verschillende soorten bufferstroken onderscheiden: langs wegen; langs waterlopen; langs holle wegen; langs houtkanten en heggen; langs taluds op perceelsgrenzen. Erosiebestrijdingstechnieken zonder berm met berm Voordelen van lineaire elementen en bufferstroken: Afstromend water wordt afgeremd. De infiltratie verhoogt. Meegevoerd sediment wordt opgevangen. De weerstand van bermen en taluds tegen massatransport en erosie neemt toe door de wortelmat. Nadelen van lineaire elementen en bufferstroken: Areaalverlies. Bijkomende kost voor onderhoud. Risico op verhoogde pijperosie door gravende dieren, afgestorven wortelsystemen, 15
18 Erosiebestrijdingstechnieken Grasgangen Afstromend water concentreert zich in natuurlijke drainagelijnen (droge valleitjes, thalwegen ) en wendakkers. Door de erosieve kracht van het water, is het risico op vorming van geultjes en ravijnen hier het grootst. Ravijnerosie kan worden bestreden door de bodem tegen uitschuring te beschermen, bijvoorbeeld door het aanleggen van een grasgang of het dichter inzaaien van gewassen (bv. wintergranen) in de thalweg. Onderzoek heeft aangetoond dat sterk gecompacteerde bodems ingezaaid met gras, de bodem beter verankeren en de snelheid (en dus de erosieve kracht) van het afstromend water verlagen. Waar een grasgang voorzien? De aanleg van een grasgang is het meest aangewezen in de thalwegen, omdat het water zich daar van nature concentreert en de vorming van ravijnen voorspelbaar is. De breedte van een grasgang is afhankelijk van de verwachte hoeveelheid op te vangen sediment komende van het stroomopwaartse gebied. Meestal zijn grasgangen tussen 9 en 30 m breed en bedekken de volledige valleibodem. Rekening houdend met de afmetingen van landbouwmachines (o.a. maaimachines) is het aanbevolen de breedte van een grasgang als een veelvoud van 3 m uit te voeren. De optimale breedte van de grasgang is een strook waardoor een waterlaag van 0,5 m dik kan passeren. Aanleg en onderhoud Het gras moet worden ingezaaid (bv. 100 kg/ha) op een tijdstip dat het snel groeit en dat er weinig erosierisico is (bv. een droge periode in augustus - september). Het betreft een mengsel van doorlevende grassoorten die zichzelf regenereren, het hele jaar door een goede bedekking geven, droogtebestendig en vorstbestendig zijn, een sterke en diepe wortelmat vormen en zorgen voor een goede ruwheid, ook na een recente maaibeurt. Maaien kan 1 à 2 keer per jaar, maar is niet vereist. Het is noodzakelijk dat het maaisel afgevoerd wordt. Begrazing kan eventueel gedoogd worden in droge omstandigheden. In droge omstandigheden kunnen (maai-)machines probleemloos over de grasgang rijden. Wanneer het nat is, dient dit zoveel mogelijk vermeden te worden. Bij de aanleg kan eventueel een ondiepe uitgraving voorzien worden om het water beter te geleiden. Men kan ook dammetjes en erosiepoelen combineren met de grasgang om het water nog meer af te remmen en/of te bufferen. Meer informatie over grasstroken en andere opvangsystemen vindt u in de brochure Kleinschalige erosiebestrijdingswerken - Een praktijkvoorbeeld. 16
19 Erosiebestrijdingstechnieken Voordelen van een grasgang: De beworteling en de vegetatieve bedekking zorgen voor een betere structuur en samenhang van de bodem, waardoor die meer bestand is tegen de uitschurende kracht van het water. Vermindering van de snelheid van het afstromend water, waardoor de erosieve kracht van het water daalt en de meegevoerde bodemdeeltjes afgezet worden (sedimentvang). Toename van de infiltratie.! Er mag niet geploegd worden parallel met de grasgang! Daardoor kunnen nevengeulen ontstaan naast de grasgang, zodat het effect van de grasgang volledig tenietgedaan wordt. Er mogen ook geen grachten worden aangelegd parallel met de grasgang. Nadelen van een grasgang: Areaalverlies. Moeilijk aan te leggen over percelen van verschillende eigenaars. Cultuurtechnisch niet evident (meestal niet aan de rand van een perceel). Bijkomende kost voor aanleg en onderhoud. Er mag niet bewerkt worden parallel met de grasgang (gevaar voor ontstaan van nevengeulen ). 17
20 Erosiebestrijdingstechnieken Voordelen van opvangsystemen: Aanleg van opvangsystemen Stroomopwaarts capteren en stockeren van afstromend water. Bufferend effect bij extreme neerslag; aftopping piekdebieten in de waterlopen stroomafwaarts. Opvang en sedimentatie van geërodeerde bodemdeeltjes binnen éénzelfde (of toch naburig) perceel. Nadelen van opvangsystemen: (Beperkt) areaalverlies. Kostprijs en onderhoud. Gevaar voor doorbraak bij zeer extreme regens. Om te beletten dat oppervlakkig afstromend water en het meegevoerde sediment via de valleitjes verder stroomafwaarts stroomt en daar water- en modderellende veroorzaakt, kunnen stroomopwaarts opvangsystemen voorzien worden, waar het afstromend water kan blijven staan, infiltreren of verdampen, en het meegevoerde sediment kan bezinken. Zo kunnen op regelmatige plaatsen bijvoorbeeld aarden dammen, overstromingsof bezinkingszones worden aangelegd. Dit kan op perceelsniveau gebeuren (door landbouwers), of per blok van percelen (gemeenten). Daarbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de bestaande topografie (bv. ophogen van een weg die de vallei dwarst). Aanleg van een aarden dam Aarden dammen dienen aangelegd te worden dwars op de richting van de thalweg. De dam moet voldoende breed en hoog zijn om het afstromend water te capteren; de dimensies moeten berekend worden in functie van de te verwachten hoeveelheid afstromend water. De dam wordt over de hele lengte op hetzelfde peil aangelegd en is op het hoogste punt tussen 0,3 en 1,5 m hoog; de helling bedraagt maximaal 45. Voor grote dammen is een verstevigde overloop aangewezen. In de dam kan best een knijpopening voorzien worden, zodat een beperkt debiet kan doorgelaten worden en de buffer geleidelijk kan leeglopen. De dam kan gecombineerd worden met een stroomopwaarts uitgegraven bufferzone (erosiepoel) van hoogstens 0,5 m diep. Hierbij wordt de dam opgehoogd met het uitgegraven materiaal, waardoor de grondbalans in evenwicht blijft. Op de aarden dam en de bufferzone kan men het best gras zaaien. De inzaai en het onderhoud zijn ook hier zoals beschreven in de rubriek Grasgangen. 18
21 Herbebossing / Permanent grasland Geul- en intergeulerosie worden zeer sterk gereduceerd indien de bodem voldoende bedekt is met vegetatie. Bij een gelijkmatige spreiding van de vegetatie (dus niet bij rijgewassen) kan men stellen dat een grondbedekking van 30% de geul- en intergeulerosie al met 80% reduceert t.o.v. een onbedekte bodem. Het permanent bedekt houden van de bodem (met gras, meerjarige teelten of bos) is dus een efficiënte erosiebestrijdingstechniek. Grasland dat gelegen is op strategische plaatsen moet zoveel mogelijk behouden worden. Het gaat om potentieel erosiegevoelige percelen, percelen stroomafwaarts van een hellend gebied waar bodemerosie plaatsgrijpt (bv. intensieve akker- of tuinbouw) en/of waarover overmatig veel oppervlakkig water afspoelt (bv. fruitplantages). Erosiebestrijdingstechnieken Waar een grasland of bos voorzien? Bos- en graslandpercelen worden bij voorkeur gesitueerd op sterk hellende percelen of op percelen die regelmatig met erosiefenomenen geconfronteerd worden. Grasland kan overal ingezaaid worden, in het bijzonder op strategisch gelegen locaties. Bospercelen dienen echter bij voorkeur zoveel mogelijk stroomopwaarts in het bekken aangelegd te worden (op de koppen ). De aanwezigheid van akkers stroomopwaarts van bospercelen kan aanleiding geven tot het ontstaan van bosravijnen. Een bosbodem is immers zeer los en gemakkelijk uitschuurbaar. Voordelen van herbebossing / permanent grasland: Stijging van de infiltratiecapaciteit van de bodem en dus minder oppervlakkige afstroming. Betere fixatie en structuur van de bodem door beworteling. Oppervlakteruwheid bevordert de sedimentatie. Interceptie (geen rechtstreekse druppelinslag). 19
22 Erosiebestrijdingstechnieken Strokenbouw en contourbewerking Bij strokenbouw wordt op aanpalende percelen een verschillend gewas geteeld. Door de afwisseling van teelten met een verschillende bodembedekkingsgraad en/of bodemruwheid, wordt geërodeerd sediment opgevangen en niet verder stroomafwaarts meegevoerd. Bodembewerking volgens de hellingsrichting bevordert de ontwikkeling van geultjes. Voordelen van strokenbouw: Reductie van de hellingslengte. Sediment wordt slechts over korte afstanden verplaatst. Voordelen van contourbewerking: De ploegvoren fungeren als kleine dammetjes die het water ophouden, waardoor minder snel afstroming optreedt. Contourbewerking is het bewerken van de bodem loodrecht op de hellingsrichting. Daardoor wordt vermeden dat door het ploegen reeds kleine stroomkanaaltjes worden voorgevormd, waarlangs het water gemakkelijker zijn weg hellingafwaarts vindt.! Contourbewerking kan bij hevige stortbuien aanleiding geven tot de vorming van (tijdelijke) ravijnen in natuurlijke drainagelijnen. Indien nodig moet de thalweg voorzien worden van een grasgang. 20
23 Erosiebestrijding op stroomgebiedsniveau Door de omvang en het geïntegreerd karakter van ruilverkaveling en landinrichting, zijn deze projecten het instrument bij uitstek om de erosieproblematiek op een gebiedsgerichte manier aan te pakken. De remediërende maatregelen kunnen zowel betrekking hebben op de herverkaveling, als op cultuurtechnische aspecten, als op het onttrekken van gronden aan landbouwgebruik en het specifiek inrichten van deze gronden voor erosiebestrijding. Erosiebestrijdingstechnieken Landinrichting: Behoud / herstel en aanleg van lineaire landschapselementen (houtkanten, bermen, taluds, enz.). Aanleg van groenstroken langs waterlopen. Herverkaveling: Grootte en oriëntatie van de kavel. Omzetten van akkerland naar bos of permanent grasland. Kavelpatroon aanpassen aan topografische en hydrologische kenmerken van het landschap. Cultuurtechnisch: Verhogen infiltratie- en buffercapaciteit van grachten. Aangepast verhardingstype voor de wegen. Aanleg van opvangsystemen. BE = grasgang, T = talud, TB = beboste talud, MT = erosiepoel, PI = overstroombare weide, F = gracht, FT = gracht met talud, FC = ringgracht, FD = buffergracht (Chambre d Agriculture de Seine Maritime et de L Eure, A.R.E.A.S.). 21
24 Geïntegreerde aanpak Erosie is een natuurlijk fenomeen en heeft steeds bestaan. Dit proces wordt in sterke mate door menselijk toedoen beïnvloed, en de impact ervan is de voorbije decennia toegenomen. Wellicht lijkt de strijd tegen erosie voor velen complex en onoverkomelijk. Toch is een geïntegreerde aanpak ervan mogelijk, mits een voldoende onderkenning van het probleem. Een aantal van de beschreven erosiebestrijdingstechnieken kan vrij gemakkelijk op een grote oppervlakte worden toegepast. Sommige, meer ingrijpende maatregelen, zijn enkel in extreme omstandigheden aangewezen. In elk geval moet de aanpak steeds beginnen aan de bron. Een optimale bodemstructuur en de toepassing van de gangbare goede landbouwpraktijken zijn de basistechnieken van erosiebestrijding voor elke landbouwer. Met aangepaste maatregelen, zoals breedwerpig zaaien, ploegen na de oogst, het gebruik van groenbedekking, het realiseren van een optimale bodem-ph, het verhogen van de hoeveelheid organisch materiaal, en het stimuleren van het biologisch leven in de bodem, kunnen reeds de eerste resultaten bereikt worden. Dit alleen volstaat echter niet om bodemerosie te voorkomen. Er zijn bijkomende inspanningen noodzakelijk. Het inzaaien in ondervrucht en het toepassen van minimale grondbewerking zijn zeer effectief, en, mits het aanwenden van de juiste werktuigen, toepasbaar door heel wat landbouwers. Bij de keuze van de akkerbouwteelt is het de verantwoordelijkheid van de landbouwer om rekening te houden met de erosiegevoeligheid van het perceel. Wie overschakelt naar een intensievere teelt, moet het risico goed inschatten. In akkerbouwgebieden is het omzetten van het bodemgebruik naar permanent grasland en bos vooral aangewezen in sterk hellende zones. Een doordachte inplanting is van cruciaal belang om het effect zo optimaal mogelijk te benutten. Structurele ingrepen, zoals strokenbouw, tussenschakeling van grasstroken, bufferstroken langs (holle) wegen en taluds, en aanleg van bufferbekkens, vullen het gamma van maatregelen aan. Ze zullen vooral bij hevige regen helpen om de verplaatsing van bodemmateriaal en de water- en modderoverlast stroomafwaarts te beperken. Omwille van de reële kans op zeer hevige lokale regenbuien, zijn structurele ingrepen noodzakelijk naast de maatregelen die eerder ingrijpen op de sluipende erosieprocessen. Erosiebestrijdingstechnieken DUS: Om erosie te bestrijden is een aangepaste mix van maatregelen nodig: bij voorkeur brongerichte maatregelen, maar ook symptoomgerichte maatregelen voor periodes van hoge neerslag. 23
25 Wie gaat dat betalen? Het in goede conditie houden van de bodem is uiteraard de verantwoordelijkheid van iedere landbouwer. Heel wat van de voorgestelde bestrijdingstechnieken gaan echter verder dan de algemeen aanvaarde goede landbouwpraktijk. Landbouwers die bereid zijn deze technieken toe te passen, worden dan ook financieel ondersteund. Er bestaan reeds een aantal financiële instrumenten, die echter niet specifiek voor erosiebestrijding ontwikkeld werden. In de toekomst zullen landbouwers ook beheersovereenkomsten kunnen afsluiten voor het treffen van erosiebestrijdende en erosiebeperkende beheersmaatregelen zoals het behoud van strategisch gelegen grasland, het aanleggen van grasbufferstroken, grasgangen en kleine dammetjes of het toepassen van minimale en niet-kerende bodembewerking. Gemeenten en provincies zullen een gelimiteerde steun kunnen geven bovenop de vergoeding van de afgesloten beheersovereenkomsten op voorwaarde dat de gemeente beschikt over een goedgekeurd erosiebestrijdingsplan en dat de betrokken percelen gelegen zijn binnen het plangebied. De verschillende beheerspakketten zullen in een aparte brochure worden toegelicht. Voor ingrepen op een schaal groter dan het individuele perceel, voorziet het Erosiebesluit subsidies voor het uitvoeren van kleinschalige, brongerichte erosiebestrijdingsmaatregelen door gemeenten. Via de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest kan een gemeente ook een subsidie krijgen voor de aanleg van een demonstratieveld, voor het organiseren van een excursie naar een demonstratieveld buiten de eigen gemeente, voor het inrichten van informatiesessies en voor het individueel benaderen van landbouwers in probleemgebieden. Ook polders, wateringen en verenigingen van polders of verenigingen van wateringen krijgen rechtstreeks financiële steun van het Vlaamse Gewest voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige voorzieningen in en rond waterlopen, die de aanvoer van sediment en erosiemateriaal tegengaan. 24
26 Het subsidiebesluit voor gemeenten Gemeenten kunnen sinds de goedkeuring van het Erosiebesluit (Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2001 houdende de subsidiëring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeenten uitgevoerd worden) subsidies ontvangen voor het uitvoeren van kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen. De maatregelen zijn brongericht en kunnen zowel het opmaken van een erosiebestrijdingsplan als het uitvoeren van erosiebestrijdingswerken zoals grasstroken, dammetjes, buffergrachten, erosiepoelen,, omvatten. De subsidies bedragen: 12,50 EUR/ha voor het opmaken van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan; 75 % van de totale investeringskosten voor het uitvoeren van erosiebestrijdingswerken. Het plan kan worden opgemaakt voor heel de gemeente of voor een deel van de gemeente. Om de goedkeuring van het plan en de subsidie te bekomen, moet het plan worden opgemaakt volgens de Code van goede praktijk voor het opmaken van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan. De gemeente kan zowel werken uitvoeren op eigen gronden als op gronden van derden. Bij het uitvoeren van erosiebestrijdingswerken worden zowel de werken als de grondinname gesubsidieerd. De werken dienen beheerd te worden (instandhouding en onderhoud) gedurende 20 jaar. De informatieve brochure Kleinschalige erosiebestrijdingswerken - Een praktijkvoorbeeld illustreert het ontwerpen en uitvoeren van erosiebestrijdingswerken aan de hand van concrete voorbeelden uit de gemeente Gingelom. Instrumenten Meer informatie? Contacteer de afdeling Land van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of lees de brochures Wegwijzer doorheen het erosiebesluit - Subsidies voor plannen en werken en Kleinschalige erosiebestrijdingswerken - Een praktijkvoorbeeld. 25
27 Instrumenten Sensibilisatie en communicatie Gemeenten die een samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met het Vlaamse Gewest kunnen een subsidie krijgen voor de aanleg van een demonstratieveld, voor het organiseren van een excursie of voor het inrichten van een informatieavond of -namiddag en voor het individueel benaderen van landbouwers in bepaalde gebieden. De subsidies bedragen: 125 EUR voor het aanleggen van een demonstratieveld van minstens 50 are; 50 EUR voor het organiseren van een informatieavond of -namiddag; 250 EUR voor een excursie met minstens 15 landbouwers; 50 EUR per individueel benaderde landbouwer met percelen in de gebieden knelpunten bodem op het erosiebestrijdingsplan. Meer informatie? Contacteer de afdeling Land van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of lees de Infokrant. De totale subsidie voor de eerste 3 maatregelen samen kan maximaal 425 EUR/jaar bedragen. Tijdens de opmaak van een erosiebestrijdingsplan kan geen aanspraak gemaakt worden op de bijkomende subsidie voor het organiseren van een informatiesessie. Om te kunnen genieten van een vergoeding voor de individuele benadering van landbouwers met percelen in probleemgebieden moet de gemeente beschikken over een goedgekeurd erosiebestrijdingsplan. 26
28 Het subsidiebesluit voor polders en wateringen Bestrijding van erosiemateriaal in en rond waterlopen Instrumenten Door de goedkeuring van het Besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 2002 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders en wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken kunnen polders en wateringen een gewestbijdrage ontvangen voor het opstellen van een waterhuishoudingsplan of voor het uitvoeren van werken inzake waterbeheer. De maatregelen beogen een brongerichte aanpak, in en rond de waterloop, om wateroverlast, waterverontreiniging, aantasting van het natuurlijk milieu van het watersysteem, verdroging en erosie te voorkomen of te remediëren. Het plan wordt opgemaakt voor de subhydrografische zones, ook wel VHA-zones genoemd, waar de polder of de watering deel van uitmaakt. Bij voorkeur wordt er gewerkt op deelbekkenniveau (subhydrografische zone) in samenwerking met de betrokken gemeenten en provincie. Bij het uitvoeren van werken worden zowel de werken als de grondinname gesubsidieerd. De bestemming van het onroerend goed mag niet worden gewijzigd zonder toestemming van de bevoegde minister. De gewestbijdrage bedraagt: EUR vermenigvuldigd met een correctiefactor per subhydrografische zone (het plangebied / deelbekken kan bestaan uit meerdere subhydrografische zones), voor het opstellen van een waterhuishoudingsplan. 50 tot 75% van de totale investeringskosten voor het uitvoeren van werken inzake waterbeheer, afhankelijk van de aard van het werk. De subsidie bedraagt 75% van de totale investeringskosten voor de aanleg van onder meer: - wacht- of retentiebekkens die noodzakelijk zijn voor: * de duidelijke vertraging van de afvoer van oppervlaktewater en hemelwater; * de verhoging van de infiltratiemogelijkheden van oppervlaktewater en hemelwater; - voorzieningen die de aanvoer van sedimenten en erosiemateriaal naar de waterlopen tegengaan; - zand- en/of slibvangen. Meer informatie? Contacteer de afdeling Water van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 27
29 Instrumenten Groenbedekking Elke landbouwer, zowel in hoofdberoep als in nevenberoep, kan een premie genieten om de kosten voor het inzaaien van groenbedekking te vergoeden. De premie bedraagt 50 EUR/ha.jaar. De groenbedekker moet gezaaid worden voor 1 november en minstens tot 15 februari behouden blijven. Na 15 februari kan de groenbedekker geoogst of ingeploegd worden, maar hij kan ook na een eventuele, bij voorkeur mechanische, vernietiging behouden blijven als mulch bij directe inzaai van het volgende gewas. De landbouwer heeft keuze tussen volgende groenbedekkers: meerdere soorten klaver en raaigras, wikke, snijrogge, bladkool, bladrammenas, gele mosterd, lupinen en phacelia. De landbouwer dient jaarlijks in het totaal minstens 2 ha groenbedekkers te zaaien gedurende 5 opeenvolgende jaren. Alle percelen (akkerbouw, tuinbouw) komen in aanmerking. Met betrekking tot erosiebestrijding worden groenbedekkers bij voorkeur ingezaaid op de meest erosiegevoelige percelen. Voor de gesubsidieerde percelen met groenbedekker mag geen verhoogde bemesting worden aangevraagd in het kader van het mestdecreet. Onder bepaalde voorwaarden kan wel een subsidie worden aangevraagd in het kader van beheersovereenkomsten of biologische landbouw. Meer informatie? Contacteer de afdeling Land- en Tuinbouwvorming van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 28
30 Braaklegging Instrumenten In het kader van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid krijgen akkerbouwers een subsidie per hectare (bv. 418,32 EUR/ha.jaar in de leemstreek voor het jaar 2002). Een akkerbouwer die voor meer dan de oppervlakte die overeenkomt met een productie van 92 ton graan (bv. 13,86 ha voor de leemstreek) deze oppervlaktesteun wil krijgen moet 10% van de beteelde oppervlakte braak laten liggen voor een periode van 1 jaar of van 2 tot 5 jaar (meerjarige braak). Daarnaast kan door iedere akkerbouwer een vrijwillige braak tot 40% van het akkerbouwareaal aangevraagd worden. De oppervlaktesteun wordt uitbetaald zowel voor de beteelde als voor de braakoppervlakte. De braakpercelen moeten voldoen aan de algemene voorwaarden voor de akkerbouwpremies (o.a. premiegerechtigd zijn en minstens 30 are groot en 20 meter breed zijn). Op de braakpercelen kan men ofwel een spontane vegetatie laten ontwikkelen ofwel allerhande toegelaten gewassen inzaaien (zoals gras, klaver, enz.). Meer informatie? Contacteer het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. In beide gevallen moeten de percelen onderhouden worden en de onkruiden mogen niet in zaad komen. Tijdens de braakperiode zijn de bodems beschermd tegen erosie. In het kader van erosiebestrijding worden de verplichte of vrijwillige braakpercelen dus het best op de meest erosiegevoelige akkers gepland. 29
31 Instrumenten Bebossing van landbouwgronden Publiekrechtelijke, privaatrechtelijke rechtspersonen en natuurlijke personen kunnen een premie ontvangen voor het bebossen van landbouwgronden waarvan ze eigenaar zijn of die ze pachten. De bebossing moet minstens 0,5 ha bedragen en men moet in het bezit zijn van de nodige vergunningen en adviezen. De bebossing dient minstens 25 jaar als bos behouden te worden, met uitzondering van een eerste generatie populier in agrarisch gebied die slechts 15 jaar moet behouden worden. De oppervlakte bosaanleg kan meegerekend worden in de oppervlakte voor de verplichte braaklegging. De inkomenssteun wordt dan wel herleid tot de braakleggingspremie. Aan elk privaatrechtelijk rechtspersoon of natuurlijk persoon kan een jaarlijkse premie verleend worden ter compensatie van inkomensverliezen. Deze premie werd met de invoering van het nieuwe subsidiebesluit aanzienlijk verhoogd. Overzicht van de huidige premies voor het bebossen van landbouwgrond Aanplantingssubsidie Subsidie voor de bebossing van minstens 0,5 ha Bijkomende subsidie voor aanleg onderetage Bijkomende subsidie voor aanleg mantelstruweel of brandsingel Afhankelijk van de gekozen boomsoorten van EUR/ha voor klasse I (bebossing met zomereik en wintereik) tot 850 EUR/ha voor klasse VII (bebossing met cultuurpopulier zonder etage) 500 EUR/ha 100 EUR/100 m Onderhoudssubsidie Subsidie ter dekking van de onderhoudskosten gedurende de eerste 5 jaar Afhankelijk van de gekozen boomsoort van EUR/ha voor loofbomen tot 875 EUR/ha voor naaldbomen Supplement Te bebossen grond gelegen in bosgebied of bosuitbreidingsgebied Beplanting met aanbevolen herkomsten 250 EUR/ha 250 EUR/ha Inkomenscompensatie landbouwers in hoofdberoep of nevenberoep Ecologische bebossing met inheems loofhout 500 EUR/ha gedurende 20 jaar Economische bebossing met populier, naaldhout 375 EUR/ha gedurende 5 jaar of niet-inheems loofhout Inkomenscompensatie privaatrechtelijke personen of natuurlijke personen Ecologische bebossing 175 EUR/ha gedurende 15 jaar Economische bebossing 175 EUR/ha gedurende 5 jaar Meer informatie? Contacteer de afdeling Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 30
32 Beheersovereenkomsten Perceelsrandenbeheer en aanleg van kleine landschapselementen Instrumenten Landbouwers kunnen, voor percelen die aangegeven zijn bij de Mestbank, een 5-jarige beheersovereenkomst sluiten met de Vlaamse overheid, waardoor ze zich ertoe verbinden om een rol te spelen als beheerder van de natuur en het landschap. Daarvoor krijgt de landbouwer een vergoeding. Gemeenten en provincies kunnen in het kader van hun natuur- en milieubeleid, samen tot maximum 30% vergoeding toekennen bovenop de beheersvergoeding. Deze verhoging is facultatief en niet cumuleerbaar met supplementen binnen landschappelijke relictzones. Sommige beheersmaatregelen dragen bij tot het bestrijden van bodemerosie en het voorkomen van modderoverlast. Aldus zijn er subsidies voor de aanleg en het onderhoud van houtkanten, houtwallen en heggen, en akkerranden langs waterlopen en holle wegen. Pakket zorgen voor perceelsranden Langs waterlopen - akkerrand met gras of spontane vegetatie Langs waterlopen - akkerrand met spontane vegetatie Langs holle wegen - akkerrand met gras rand van 5 tot 10 m breed gras inzaaien of spontane vegetatie laten evolueren geen bestrijdingsmiddelen, behalve tegen distels niet bemesten, ook niet met slib van rioolwaterzuivering max. 1 maal per jaar maaien vanaf 15 juni; niet beweiden maaisel afvoeren binnen 15 dagen rand van 5 tot 10 m breed spontane vegetatie laten evolueren geen bestrijdingsmiddelen, behalve tegen distels niet bemesten, ook niet met slib van rioolwaterzuivering niet maaien, beweiden, berijden met voertuigen, ploegen, frezen of scheuren gedurende 5 jaar rand van 3 tot 10 m breed; oppervlakte min. 200 m 2 geen grondbewerkingen uitvoeren geen bestrijdingsmiddelen, behalve tegen distels niet bemesten, ook niet met slib van rioolwaterzuivering geen vuur maken in de holle weg of op minder dan 5 m van de akkerrand elke niet-natuurlijke afstroming van het perceel naar de holle weg voorkomen 0,13 EUR/m 2.jaar 0,13 EUR/m 2.jaar 0,13 EUR/m 2.jaar Aanplanting en onderhoud van een heg Aanplanting en onderhoud van een houtkant of houtwal Pakket zorgen voor kleine landschapselementen heg aanplanten met streekeigen soorten min. 50 m lang plantafstand 1 à 2 m geen bestrijdingsmiddelen, behalve tegen distels niet bemesten, ook niet met slib van rioolwaterzuivering geen vuur maken in of op minder dan 20 m van de heg houtkant of houtwal aanplanten met streekeigen soorten max. 10 m breed; oppervlakte min. 3 are bosplantsoen min. 40 cm hoog plantafstand max. 1,5 m, in driehoeksverband geen bestrijdingsmiddelen, behalve tegen distels niet bemesten, ook niet met slib van rioolwaterzuivering geen vuur maken in of op minder dan 20 m van de houtkant of houtwal - 0,50 EUR/m.jaar, met 0,15 EUR te verhogen binnen relictzones - max. 200 EUR/ha.jaar, met max. 60 EUR verhoogbaar binnen relictzones 14 EUR/are.jaar, met 4,25 EUR te verhogen binnen relictzones (Principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 19 juli 2002) Meer informatie? Contacteer de Vlaamse Landmaatschappij of lees de brochure Beheersovereenkomsten - Boeren beheren de natuur. 31
33 Referenties De Ploey J, Bodemerosie in de lage landen. Een Europees Probleem. Acco Uitgeverij, Leuven- Amersfoort, 108 p. Farres P, Poesen J, Wood S, Soil Erosion Landscapes. Geography Review 6, Boardman J, Ligneau L, de Roo A, Vandaele K, Flooding of property by runoff from agricultural land in northwestern Europe. Geomorphology 10, Poesen J, Govers G, Bodemerosie in Midden- België. Een stand van zaken. Onze Alma Mater 48, Poesen J, Govers G, Goossens D, Verdichting en erosie van de bodem in Vlaanderen. Tijdschrift van de Belg. Ver. Aardr. Studies (BEVAS) 2, Vandaele K, Temporele en ruimtelijke dynamiek van bodemerosieprocessen in landelijke stroomgebieden (Midden-België) - een terreinstudie. Niet gepubliceerd doctoraal proefschrift, K.U.Leuven, Fac. Wetenschappen, Leuven, 278 p. + figurenbundel. Jordan V W L, The development of integrated arable production systems to meet potential economic and environmental requirements. Outlook of Agriculture 27(3), Tebrügge F, Düring R, Reducing tillage intensity: a review of results from a long-term study in Germany. Soil and Tillage Research 53(1), Van Rompaey A, Govers G, Waumans T, Van Oost K, Poesen J, Desmet J, Een regionale bodemerosiekaart voor 3, 6 p. Verstraeten G, Poesen J, Steegen A, Govers G, Bodemerosie door water: bron van vele milieuproblemen in 2, 1-8. Vlaamse Landmaatschappij & AMINAL, Beheersovereenkomsten - Boeren beheren de natuur, 19 p. ALT, Code van goede landbouwpraktijken - Nutriënten akkerbouw, 86 p. Carter A, Stride C, Jordan V, Improved soil management for agronomic and environmental gain. Brochure of the Soil Management Initiative (SMI), 10 p. Technologisch Instituut v.z.w. - Genootschap Land, Natuur en Water, Tekstbundel studiedag Erosiebestrijding in Vlaanderen. C.C. De Borre, Bierbeek, 27 september Verstraeten G, Modderoverlast, sedimentatie in wachtbekkens en begroting van de sedimentexport naar waterlopen in Midden-België. Niet gepubliceerd doctoraal proefschrift, K.U.Leuven, Fac. Wetenschappen, Leuven, 252 p. AMINAL, afdeling Land, Code van goede praktijk voor het opmaken van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan, 84 p. Verstraeten G, Van Oost K, Van Rompaey A, Poesen J, Govers G, Integraal land- en waterbeheer in landelijke gebieden met het oog op het beperken van bodemverlies en modderoverlast (proefproject gemeente Gingelom). K.U.Leuven, Lab. Experimentele Geomorfologie, Leuven, 67 p. AMINAL, afdeling Land, Wegwijzer doorheen het erosiebesluit - Subsidies voor plannen en werken, 17 p. AMINAL, afdeling Land, Kleinschalige erosiebestrijdingswerken - Een praktijkvoorbeeld, 40 p. AMINAL, afdeling Land. Infokrant Werk maken van erosiebestrijding. 32
34 Nog vragen? Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Land Alhambra-gebouw Emile Jacqmainlaan 20, bus Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ Nuttige adressen Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Bos en Groen Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Water Alhambra-gebouw Emile Jacqmainlaan 20, bus Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Land- en Tuinbouwvorming Leuvenseplein Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer Dienst Akkerbouw W.T.C. III, 7de verdieping Simon Bolivarlaan Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ Vlaamse Landmaatschappij (VLM) Gulden-Vlieslaan Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/
35
Studiedag NKB: Inleiding
Wat is bodemerosie Gevolgen Instrumenten Liesbeth Vandekerckhove Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Studiedag niet-kerende bodembewerking,
Nadere informatieKLEINSCHALIGE EEN PRAKTIJKVOORBEELD EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
KLEINSCHALIGE EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN EEN PRAKTIJKVOORBEELD A F D E L I N G L A N D Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 3 Inhoudsopgave 1. Situering en doel van deze brochure 5 2. Voorstellen en ontwerpen
Nadere informatieBodemerosie: oorzaken en oplossingen. Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming
Bodemerosie: oorzaken en oplossingen Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Wat is bodemerosie? Bodemerosie = belangrijke bron van sediment in oppervlaktewater!!
Nadere informatieEROSIEBESTRIJDING. een algemene toelichting. Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek
EROSIEBESTRIJDING een algemene toelichting Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Erosiebestrijding in de praktijk 1. Voorstelling steunpunt Erosie 2. Erosieproblematiek
Nadere informatieEROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN
EROSIEBESTRIJDING In vele streken in Vlaanderen is bodemerosie op akkers een groot probleem. Op ongeveer 13% van de akkerbouwpercelen zou jaarlijks 5 tot 10 ton vruchtbare landbouwgrond per ha verloren
Nadere informatieErosiebeleid in Vlaanderen. Annelies Gorissen, Karel Vandaele, Jo Lammens en Peter Priemen Provinciaal Steunpunt Land & Water
Erosiebeleid in Vlaanderen Annelies Gorissen, Karel Vandaele, Jo Lammens en Peter Priemen Provinciaal Steunpunt Land & Water Actoren Sensibiliseren en stimuleren Beheersovereenkomsten (VLM) VLIF-steun
Nadere informatieDonderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Start werking erosiecoördinatoren - Bertem
Donderdag 7 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Start werking erosiecoördinatoren - Bertem Geachte schepen De Muylder, Geachte mevrouw Meesschaert,
Nadere informatieErosie in Vlaanderen. Samen werk maken van erosiebestrijding
Erosie in Vlaanderen Samen werk maken van erosiebestrijding voorwoord Het voorwoord legt link uit tussen de voorgestelde groeikunstwerken en het nieuwe LNE dat begint te groeien. Korte uitleg over eco-kunst
Nadere informatieErosiebestrijding: meer dan sediment uit de waterlopen houden
Erosiebestrijding: meer dan sediment uit de waterlopen houden : De verdoken schakel in het waterbeleid. Sediment samen aanpakken biedt vele kansen. Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Sediment
Nadere informatieErosiebestrijding in Vlaams-Brabant Stefanie Bourgeois - provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen
) EROSIEGEVOELIGHEID EN GEVOLGEN erosiegevoeligheid zeer sterk Erosiegevoeligheid gemeenten Vlaanderen Bron: ALBON, 009 sterk medium weinig zeer weinig Erosiebestrijding in Vlaams-Brabant Stefanie Bourgeois
Nadere informatieT I I Grasbufferstroken
I Grasbufferstroken Grasbufferstroken Principe Een grasbufferstrook moet het afstromende water afremmen zodat het meegevoerde sediment in de strook wordt afgezet. Omdat de oppervlakte van de aaneengesloten
Nadere informatieRandvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE
Randvoorwaarden Erosie Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Context Erosie 100,000 ha 2,000,000 ton bodem/jaar 400,000 ton slib/jaar naar waterlopen na 10 jaar erosiebeleid : beleidsindicator
Nadere informatieErosie in Vlaanderen. Gert Verstraeten. 15 Maart 2012
Erosie in Vlaanderen Gert Verstraeten 15 Maart 2012 Inhoud Wat Intensiteit Kaderen in ruimte en tijd Toekomst (klimaatverandering, landgebruik) Erosie in Vlaanderen: wat? Erosie = losmaken, verplaatsen
Nadere informatieErosie: wat, waar en vooral wat doe je eraan?
Erosie: wat, waar en vooral wat doe je eraan? Martien Swerts 1, Petra Deproost 1 en Jan Vermang 2 1 Afdeling Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO) 2 Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en Projecten
Nadere informatieRandvoorwaarde - erosiebestrijding /
Randvoorwaarde - erosiebestrijding / 1.01.2016 Sinds de invoering van de randvoorwaarden in 2005, zijn landbouwers verplicht om op percelen met een zeer hoge erosiegevoeligheid maatregelen te treffen om
Nadere informatieRandvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming
Randvoorwaarden erosie Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Randvoorwaarden Erosie: Wat kunnen we doen? Bodem bedekt houden Teelt die jaar rond volledige bedekking
Nadere informatieExcursie Werk maken van erosiebestrijding in Truiense regio Donderdag 13 december 2007 Sint-Truiden & Gingelom
Excursie Werk maken van erosiebestrijding in Truiense regio Donderdag 3 december 27 Sint-Truiden & Gingelom Samenwerking Land & Water Gingelom, St-Truiden, Nieuwerkerken, Geetbets, Herk-de-St ad en de
Nadere informatieForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 3 Afspoeling en erosie
ForwardFarming Field Academy Water Protection Training Module 3 Afspoeling en erosie 2018 Afspoeling en erosie Soorten afspoeling / erosie Het hoogste risico op verontreiniging van oppervlaktewater door
Nadere informatieModellering ESD erosiebestrijding en reductie sedimenttransport. waterlopen
Modellering ESD erosiebestrijding en reductie sedimenttransport naar de waterlopen Petra Deproost Vlaams Planbureau voor Omgeving Studiedag VPO, 3 oktober 2017 ESD erosiebestrijding en reductie sedimenttransport
Nadere informatie1. Perceel met uniforme helling
Omschrijving van types hellingen in het kader van de toepassing van het keuzepakket bufferstrook op percelen met een hoge of zeer hoge erosiegevoeligheid om te voldoen aan de randvoorwaarden erosie 1.
Nadere informatieAFSPOELING/EROSIE. Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit. Afspoeling en erosie verminderen
AFSPOELING/EROSIE Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit Afspoeling en erosie verminderen HOU ONS WATER SCHOON TOPPS prowadis heeft als doel om vervuiling van het oppervlaktewater door
Nadere informatieWat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols
Jan Vermang Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Studiedag Erosie: niet-kerende bodembewerking, 27 augustus 2013 Ruraal Netwerk
Nadere informatieWerking steunpunt erosie
Werking steunpunt erosie provincie Oost-Vlaanderen Liesbet Rosseel Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Werking steunpunt erosie 1. erosiecoördinator in 21 gemeenten in Vlaamse Ardennen
Nadere informatieAanpak van erosie- en waterproblemen Riemst
Gemeentelijk beleid in grensoverschrijdende plattelandsregio s studiebezoek La politique locale en milieu rural transfrontalier voyage d étude 23 maart 2012 Riemst, een prachtige plattelandsgemeente Aanpak
Nadere informatie1. Perceel met uniforme helling
Omschrijving van types hellingen in het kader van de toepassing van het keuzepakket bufferstrook op percelen met een hoge of zeer hoge erosiegevoeligheid om te voldoen aan de randvoorwaarden erosie 1.
Nadere informatieWitloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen
Witloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen Sinds 2014 zijn er nieuwe regels voor het beheer van erosiegevoelige percelen. Dit bracht op deze percelen ernstige gevolgen met zich mee voor erosiegevoelige
Nadere informatieErosiebestrijding in de randvoorwaarden. Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017
Erosiebestrijding in de randvoorwaarden Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017 Erosiebestrijdingsmaatregelen in de randvoorwaarden Inhoud: Inleiding Nieuwe regelgeving vanaf 2016 Voorbeelden rotaties
Nadere informatieGroenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek
Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Bram Van Nevel Bram.van.nevel@inagro.be 051/27.33.47 Waarom groenbedekkers? 1. Restnitraat 2. Verhogen bodemvruchtbaarheid 3. Verlagen
Nadere informatieVIII Buffergrachten T VIII
VIII Buffergrachten Buffergrachten Principe Een buffergracht vangt afstromend water en sediment tijdelijk op en voert ze vertraagd af naar een waterloop, (gescheiden) riolering of andere buffervoorziening
Nadere informatieMINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 4 JUNI 1999. - Ministerieel besluit betreffende het toepassen van milieuvriendelijke landbouwproductiemethoden ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 2078/92
Nadere informatieBODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters
BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek
Nadere informatieVERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED
DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieSTRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN
STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt
Nadere informatieOpties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019
Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019 Laatst gewijzigd 28 februari 2019 Om aan de vergroeningseis 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen kunt u in 2019 kiezen voor 1 of meer van de volgende
Nadere informatieVanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :
Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,
Nadere informatieGingelom. Water en land... hand in hand. Water- en modderoverlast: waarom? Voorwoord ...
Gingelom...... Water en land... hand in hand Voorwoord Onze gemeente werd in het verleden vaak getroffen door water- en modderoverlast. Sedert het einde van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 werden
Nadere informatieNieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden. Lierde 17/3/2016 Bart Debussche
Nieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden Lierde 17/3/2016 Bart Debussche Nieuwe erosiebestrijdingsmaatregelen in de randvoorwaarden Inhoud: Historiek Nieuwe regelgeving vanaf 2016 Erosiegevoeligheid percelen:
Nadere informatieKansen voor NKG op zand
Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk
Nadere informatieVragen en opmerkingen erosieklassen 2017
Vragen en opmerkingen erosieklassen 2017 VRAAG 1: De inkleuring van percelen volgens de potentiële bodemerosiekaart stemt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Waarom zijn percelen bijvoorbeeld paars
Nadere informatieBeheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU
Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren
Nadere informatieRapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw
Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:
Nadere informatieBeperken van water- en modderoverlast door aanleg kleine dammen in landbouwgebied
K. Vandaele, P. Priemen, J. Lammens, F. Creemers Watering van Sint-Truiden / Interbestuurlijke Samenwerking Land & Water B. van Wesemael Université Catholique de Louvain, Geography Department M. Swerts
Nadere informatieBert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling
Probleemstelling Groenteteelt: relatief hoge verliezen van nutriënten naar milieu (relatief beperkte bewortelingsdiepte) Nitraat: zeer mobiel en snelle uitspoeling Monitoringsnetwerk VMM = MAP-meetpunten
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water 2019 13 Botanisch waardevol grasland Categorie Water Tot in de vijftiger jaren waren veel graslanden rijk aan (bloeiende) kruiden en grassen.
Nadere informatieBEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren
BEHEEROVEREENKOMSTEN Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren LANDBOUW + NATUUR i.p.v. landbouw vs. natuur 13/03/2017 2 Beheerovereenkomsten Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM -
Nadere informatieVeldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor
Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor Voorwaarden Stikstofbindende gewassen 1.0 a. Eén van de toegestane
Nadere informatieBeheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij
Beheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij De Vlaamse overheid: 13 beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie Onderwijs en Vorming Landbouw en Visserij Leefmilieu, Natuur
Nadere informatieRapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw
Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:
Nadere informatieInfosessies nieuw GLB: Vergroening
Infosessies nieuw GLB: Vergroening 9 september 2014 Deze presentaties zijn door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Er
Nadere informatieBODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?
BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,
Nadere informatiede Dijlevallei De vorming van een meanderend ontbossingen en bodemerosie:
De vorming van een meanderend rivierlandschap als gevolg van historische ontbossingen en bodemerosie: de Dijlevallei Gert Verstraeten, Nils Broothaerts en Bastiaan Notebaert Afdeling Geografie, KU Leuven
Nadere informatieVanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering
Vanggewas na maïs Verplichting 2019 Aandachtspunten VAB Maarsbergen, 4 april 2019 Bert Knegtering Vanggewas na maïs Vanaf 2019 is er een verschil in de inzaaidatum voor vanggewassen die direct na de oogst
Nadere informatieAardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen
Aardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen Uitbreiding erosiemaatregelen Vanaf 2014 gingen bijkomende erosiemaatregelen in voege. De erosiebestrijdingsmaatregelen
Nadere informatieVeilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw
Veilig werken Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Programma voor vandaag: Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Kahoot Oefentoets bodemgebruik Veilig werken & Duurzaam bodemgebruik? Veilig werken & Duurzaam
Nadere informatieDe wilgenteendam. Context. Het project PROSENSOLS. Contactgegevens. Een plantaardige erosiemaatregel. In deze folder : Pagina 12
Contactgegevens Pagina 12 Een plantaardige erosiemaatregel Hiel Marie-Pierre Croix du Sud 2, bte L7.05.02 1348 Louvain-la-Neuve telefoon : 010 47 37 16 fax : 010 47 38 83 email : marie-pierre.hiel@uclouvain.be
Nadere informatieWaarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?
Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van
Nadere informatieBeheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU
Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren
Nadere informatieV Dammen uit plantaardige materialen
V Dammen uit plantaardige materialen Dammen uit plantaardige materialen Principe Dammen uit plantaardige materialen zorgen in de eerste plaats voor het opvangen van sediment. Doordat het afstromende water
Nadere informatieOrganische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers
Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers Demoproject bemesting in de vollegrondssierteelt: het totaal concept gedemonstreerd! Verónica Dias (PCS) Stijn Moermans (BDB) Projectpartners
Nadere informatieMest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM)
Mest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM) Het is evident dat mest thuishoort op het land en niet in het water. En toch gebeurt het regelmatig dat dierlijke
Nadere informatieEAG COVERMENGSELS TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS
EAG COVERMENGSELS EN TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS 2015 VOORDELEN COVERMENGSELS Principe : Het samenvoegen van soorten groenbedekkers met de bedoeling er landbouwkundige voordelen uit te halen zoals : Voldoen
Nadere informatieAgrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin?
Agrobiodiversiteit in Vlaanderen Hoe ondersteunt, stimuleert en verplicht de overheid hierin? Abts Mathias Departement Landbouw en Visserij Inhoudstafel * Inleiding: wat is duurzame landbouw? * Verplichtingen
Nadere informatieOverzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2
Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.2 14 december 2015 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd
Nadere informatievan harte welkom Koolstof Kringlopen
van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof
Nadere informatie1-meter teeltvrije zone. Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank
Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank Intro Wat is de Waar van toepassing Doel Ondersteunende maatregelen Beheerovereenkomsten Gevolgen Controleactie Handhaving 2018-2019 Aanpak Resultaten
Nadere informatieBereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans
Demetertool Vlaanderen is open ruimte Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans LNE Groenbedekker Gele mosterd De online Demetertool
Nadere informatieDemonamiddag erosie 19 juni 2018
Demonamiddag erosie 19 juni 2018 Ellen Dams DPLV (2016 2018) Erosie in de sier- en fruitteelt: Een brongerichte aanpak 1 Agenda 2 Wetgevend kader Pascal Braekman (Departement Landbouw & Visserij) 3 Wetgevend
Nadere informatieTeelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII
Teelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII Alex De Vliegher In samenwerking met K. Nijs, H. Hernalsteen en G. Rombouts (Dept LV Vlaanderen) Juni 2016 Alex De Vliegher tel 09 272 26 95 alex.devliegher@ilvo.vlaanderen.be
Nadere informatieT VII VII Bufferbekkens
VII Bufferbekkens Bufferbekkens Principe Afstromend water en sediment worden tijdelijk opgevangen in een uitgegraven bekken. Doordat het water daarin stilstaat, kan het sediment bezinken en het water vertraagd
Nadere informatieBodem en Water, de basis
Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer
Nadere informatieOrganische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers
Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers Demoproject bemesting in de vollegrondssierteelt: het totaal concept gedemonstreerd! Verónica Dias (PCS) Stijn Moermans (BDB) Projectpartners
Nadere informatieCorrect gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Ellen Pauwelyn Studiedag witloof, Inagro, 14/02/2014 PROBLEMATIEK Aantal pesticiden pesticiden per meetplaats - 2012 1-10 11-20 21-30 31-40 Frankrijk Nog heel
Nadere informatieToespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Watering van Sint-Truiden. (enkel het gesproken woord telt)
Vrijdag 6 mei 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Watering van Sint-Truiden (enkel het gesproken woord telt) Geachte voorzitter van de Watering, Mevrouw
Nadere informatieHet beste tijdstip om grasland te vernieuwen
Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...
Nadere informatiePerceelswerken NU! Tope Tegoare Oproep 2014 SUBSIDIEREGLEMENT
Landinrichtingsproject Jabbeke Wingene Inrichtingsplan Groenhove Vrijgeweid Perceelswerken NU! Tope Tegoare Oproep 2014 SUBSIDIEREGLEMENT Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Wie kan de subsidie aanvragen?... 2
Nadere informatieinagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW
inagro ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW Code van goede praktijk bodembescherming advies gehalte en zuurtegraad 2 Toelichting resultaten MTR_versie 2011 ORGANISCHE KOOLSTOF Organische stof en in de
Nadere informatieGroenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering
Groenbemesters 2015-2016 Een vruchtbare investering Beste akkerbouwer, Gezondheid, structuur en een goed bodemleven van de bodem verbeteren de opbrengst van teeltgewassen en hiermee ook uw bedrijfsresultaat.
Nadere informatieWoensdag 29 juni Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR
Woensdag 29 juni 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR 10 jaar beheerovereenkomsten (in Oost-Vlaanderen) Mijnheer de gedelegeerd bestuurder, Geachte genodigden,
Nadere informatieBodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1
Bodemkunde Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodems en hun eigenschappen 3 Bodems en hun eigenschappen Opdracht: - Zoek op wat het bodemprofiel is waar je zelf woont / werkt / stage loopt 4
Nadere informatieVERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING
DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING Campagne //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieStudienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Annemie Elsen BDB Inhoud Belang van organische stof in de bodem meten
Nadere informatiesystematisch gemeten
K. Vandaele 1, O. Evrard 2, M. Swerts 3, J. Lammens 4, P. Priemen 4, B. van Wesemael 2, M. De Vrieze 3 Effect van erosiebestrijdingsmaatregelen in deelbekken Melsterbeek systematisch gemeten 1 Watering
Nadere informatieLandgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren
Landgebruik en bodemkwaliteit 60-20 - 20 Jan de Wit Nick van Eekeren Grasland Bouwland Huidige landbouwontwikkeling naar controle just in time, precisiebemesting,. Dit vraagt ook om risico-beheersing,
Nadere informatieZorg voor de rand. Leaderproject Meetjesland In de ban van de rand. Samenwerking voor Agrarisch Landschap vzw (SVAL) Vande Ryse Luc
Studieavond voedergewassen en veehouderij 5 februari 2019 Zorg voor de rand Leaderproject Meetjesland 2017 2019 In de ban van de rand Samenwerking voor Agrarisch Landschap vzw (SVAL) Vande Ryse Luc Inhoud
Nadere informatieAanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015
Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015 Inhoudstafel: - Mestdecreet Algemeen moet onder titel Mestbankaspecten komen - Paginanummer van Mestbankaspecten is 79 i.p.v. 80 Fiche Verzamelaanvraag
Nadere informatieControle op de erosiemaatregelen Hubert Hernalsteen
Controle op de erosiemaatregelen Hubert Hernalsteen Controle op de erosiemaatregelen Erosiemaatregelen Overzicht van de verplichtingen Erosiekaart 2018 Controleresultaten Overzicht controleresultaten Meest
Nadere informatieImpact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg
Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg Mia Tits, Frank Elsen Project uitgevoerd door de Bodemkundige
Nadere informatieHet belang van een goede bodem
Het belang van een goede bodem Een gezonde bodem is belangrijk. Logisch, zal iedere teler zeggen. Toch is het opvallend dat de praktijk niet altijd overeenkomt met dit zo vanzelfsprekende feit. In vele
Nadere informatieNIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN
NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN Vandergeten J.P. & Vanstallen M. Prov. Vlaams-Brabant - Tollembeek 2 NKG & Erosiebestrijding wordt vanaf het eerste jaar waargenomen dubbel effect: - op niveau
Nadere informatieTeelthandleiding wettelijke regels
Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,
Nadere informatieOrganische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1
Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf
Nadere informatieOverzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d 1 december FAC versie december 2016 ANLb
Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.3 14 december 2016 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd
Nadere informatiebladrammenas Facelia Incarnaatklaver onkruid Structuur
bladrammenas Facelia Incarnaatklaver Wikken afspoeling onkruid doorlaatbaarheid Structuur Naar de diepere grondlagen Gele mosterd Japanse haver Facelia Wikken afspoeling Organisch materiaal onkruid VOORDELEN
Nadere informatieDe landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon
4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair
Nadere informatieSteekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.
INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld
Nadere informatieir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011
ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters
Nadere informatieBeheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017
Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan
Nadere informatieErosieklas 2019 Vlaamse Ardennen
Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen 5 maart 2019 Erosiecafé s 2018 Algemeen overzicht Heuvelland/Zwevegem 2 ondernemersgroepen goed bodemzorg ism Leader kleine kemmelbeek Vlaamse Ardennen 2 erosieklassen
Nadere informatieWelkom op dit feestelijk moment ter gelegenheid van 10 jaar. beheerovereenkomsten in Oost-Vlaanderen. Vandaag sta ik graag
Woensdag 29 juni 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR 10 jaar beheerovereenkomsten (in Oost-Vlaanderen) Mijnheer de gedelegeerd bestuurder, Geachte genodigden,
Nadere informatieWijzigingen randvoorwaarden 2015
Wijzigingen randvoorwaarden 2015 Wijzigingen 2015 Wijzigingen 2015: Vereenvoudiging Vereenvoudiging randvoorwaarden 2015 (nieuwe GLB) Van 18 naar 13 richtlijnen waarbij volgende geschrapt worden: Slibrichtlijn
Nadere informatie