mits Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135/136; 155/156 en 165/186

Transcriptie

1 Geïnstalleerd in bouwwerk ATT uitgegeven: 15 december 2008 geldig tot: 15 december 2013 Attesthouder Alusta natuurlijke ventilatietechniek b.v. Penningweg 7 / Postbus AB Etten-Leur T: F: alusta@alusta.com / Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135 /136; 155/156 en 185/1860 geschikt voor de toepassing in uitwendige scheidingsconstructies Verklaring van SKG Dit attest is op basis van BRL 5701: 2003 afgegeven door SKG conform het SKG Reglement Attestering:2006. SKG verklaart dat Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135/136; 155/156 en 165/186 geschikt zijn als voorziening voor de toevoer van verse lucht, die prestaties leveren als in dit attest omschreven, mits Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135/136; 155/156 en 165/186 voldoen aan de in dit attest vast gelegde technische specificatie(s) en mits de vervaardiging van de ventilatieroosters geschiedt overeenkomstig de in dit attest vastgelegde werkmethoden. Door SKG wordt in het kader van dit attest geen controle uitgeoefend op de productie van Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135/136; 155/156 en 165/186 noch op de montage in bouwwerken. SKG verklaart, dat Alusta aluminium ventilatieroosters type Thermob 134/135/136; 155/156 en 165/186 in zijn toepassingen onder bovengenoemde voorwaarden voldoen aan de van toepassing zijnde eisen van het Bouwbesluit. Voor de erkenning door de Minister van VROM wordt verwezen naar het Overzicht van erkende Kwaliteitsverklaringen in de bouw, zoals weergegeven op de website van de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) Voor SKG F.R. van den Toorn Plv. certificatiemanager Gebruikers van dit attest wordt geadviseerd om bij SKG te informeren of dit document nog geldig is. Dit attest bestaat uit 35 bladzijden Bouwbesluit Product is : Product eenmalig is : beoordeeld eenmalig op prestatie beoordeeld in op toepassing. prestatie in de toepassing. Herbeoordeling Herbeoordeling minimaal elke 5 jaar. minimaal elke 5 jaar.

2 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 2 Produkten conform dit attest worden geïdentificeerd door deze te voorzien van het merkteken c.q. logo van de fabrikant op de bedieningsknop, tezamen met de vermelding van het attestnummer van dit attest en de vermelding van het roostertype op een zegel. E.e.a. zoals hiernaast aangegeven. De identificatie wordt uitgevoerd in de vorm van een wit zegel met zwarte opdruk als volgt: Alusta natuurlijke ventilatietechniek b.v. attest nr.: ATT XXX type: Thermob 134/134/136/155/156/185/186 Plaats van de identificatie: in de (klooster)sponning / bovenzijde van elk ventilatierooster (bij voorkeur rechtsboven, gezien vanaf de buitenzijde). "XXX" is de aanduiding van het roostertype overeenkomstig vermelding in dit attest, eventueel aangevuld met een nadere aanduiding in verband met de waarde voor de prestatie aangaande de waterdichtheid van het ventilatierooster in gesloten toestand. Samenvatting prestaties Tabel 1 BOUWBESLUITINGANG Nr afdeling grenswaarde/ bepalingsmethode 2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie 2.12 Beperking van ontwikkeling van brand 2.15 Beperking van ontstaan van rook Uiterste grenstoestand, toetsing volgens test methode in relatie tot NEN-norm(en) Klasse 1, 2, 3 of 4, volgens NEN 6065, dan wel brandklasse A2, B, C of D volgens NEN-EN Rookdichtheid < 10 m -1, < 5,4 m -1 of < 2,2 m -1, volgens NEN 6066; dan wel rookklasse s2 volgens NEN-EN Inbraakwerendheid Weerstandsklasse > 2 volgens NEN Bescherming tegen Genormeerd geluidniveau- verschil D n, e,a geluid van buiten Volgens NEN in relatie tot NEN Wering van vocht van buiten Waterdicht, toetsing volgens testmethode in relatie tot NEN Luchtverversing a. capaciteit > grenswaarde b. luchtsnelheid < 0,2 m/sec c. regelbaarheid d. stromingsrichting toevoer verse lucht 3.17 Bescherming tegen ratten en muizen Geen openingen > 0,01 m 5.1 Thermische isolatie Warmtedoorgangscoëfficiënt n.v.t. op 2% van gebruiksoppervlakte gebruiksfunctie 5.2 Beperking van luchtdoor- Luchtvolumestroom van het totaal aan latendheid ge bieden en ruimten < 0,2 m 3 /sec volgens NEN 2686 prestaties volgens kwaliteitsverklaring Zie tabel 5 Geen vermelding Geen vermelding Zie tabel 3 Alle typen tenminste 32dB(A) Maximaal op te nemen toetsingsdruk. Zie tabel 7+8 geen vermelding traploos Van voorziening naar verblijfsruimte Geen openingen > 0,01 m Geen vermelding Zie tabel 8 opmerkingen i.v.m. toepassing Rooster oppervlak < 5% van het oppervlak van de uitwendige scheidingsconstructie. Rooster oppervlak < 5% van het oppervlak van de uitwendige scheidingsconstructie. Roosterhoogte < 15 cm De ventilatieroosters zijn in gesloten toestand waterdicht bij een luchtdruk verschil tot tenminste 1000 Pascal. Toe te passen > 1.8 m boven vloer van het verblijfsgebied. Ingevolge de regelingen Bouwbesluit als gepubliceerd door het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is deze door SKG afgegeven kwaliteitsverklaring o.a. in het kader van de bouwvergunning tevens het voldoende bewijs als bedoeld in artikel 1.6 van het Bouwbesluit, mits en voor zover deze kwaliteitsverklaring is opgenomen in de laatste uitgave van de Overzicht van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw, zoals weergegeven op de website van Stichting Bouwkwaliteit (SBK) en voorzover in verband met de toepassing geen hogere prestaties vereiste zijn. WENKEN VOOR DE AFNEMER 1. Inspecteer bij aflevering van de onder "Produktspecificatie" vermelde produkten, of: 1 e geleverd is wat is overeengekomen; 2 e het merk en de wijze van merken juist is en de toepassingsindicaties gegeven zijn; 3 e de produkten geen zichtbare beschadigingen en/of gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke; 4 e voldaan is aan eisen in verband met de toepassing. 2. Controleer of dit attest nog geldig is. Raadpleeg hiertoe de SBK website 3. Indien u op grond van het hiervoor gestelde afkeuring overgaat, neem dan contact op met: 1 e Alusta natuurlijke ventilatietechniek b.v. en zonodig met: 2 e SKG.

3 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 3 INHOUDSOPGAVE Pag. 1. TECHNISCHE SPECIFICATIE Onderwerp Ventilatierooster Afmetingen Toegepaste materialen in THERMOB ventilatieroosters Bevestiging van het ventilatierooster in het gevelelement Aansluitingen 7 2. VOORSCHRIFTEN VOOR DE VERWERKING Levering van ventilatieroosters Transport en opslag Algemeen montagevoorschrift Beglazing bij ventilatieroosters van het type II Verwerking van kit Bescherming na montage Cement-vlekken Reiniging en onderhoud 8 3. PRESTATIES Prestaties uit het oogpunt van veiligheid / algemene sterkte Beperking van ontwikkeling van brand / bijdrage tot de brandvoortplanting Beperking van het ontstaan van rook / rookdichtheid Inbraakwerendheid Prestaties uit het oogpunt van gezondheid / bescherming tegen geluid va buiten Waterdichtheid Wering van vocht van binnen Luchtverversing / voorziening voor luchtverversing Bescherming tegen ratten en muizen Prestaties uit het oogpunt van energiezuinigheid / thermische isolatie Beperking van luchtdoorlatendheid Esthetische kwaliteit / maatvastheid van ventilatieroosters Esthetische kwaliteit / uiterlijk Bruikbaarheid in verband met bedienbaarheid van de regeling van de ventilatie-opening WENKEN VOOR DE GEBRUIKER Bestellen Controle op het geleverde Afkeur Reinigen/Onderhoud Gebruiksvoorschrift Demontage glas EISEN TE STELLEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM 13 BIJLAGEN 14 e.v.

4 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 4 Figuur 1: verdeling van Nederland in windsnelheidsgebieden volgens NEN 6702 Gebied 1: Gebied 2: Gebied 3: Markermeer, de waddeneilanden en Noord-Holland ten noorden van de gemeenten Heemskerk, Uitgeest, Wormerland, Purmerend en Edam-Volendam; Groningen, Friesland, Flevoland, de overige Noord-Hollandse gemeenten, Zuid-Holland en Zeeland; Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Tabel 2. geeft de toepassingsvoorwaarden voor ventilatieroosters met betrekking tot de sterkte en de waterdichtheid, zoals die bij een bepaalde lokatie en (ge-)bouwhoogte behoren. Deze voorwaarden hebben relatie met de optredende stuwdruk met betrekking tot de sterkte, overeenkomstig bepalingen in NEN 6702 en met de toetsingsdruk met betrekking tot de waterdichtheid, overeenkomstig bepalingen in NEN 2778, waarbij geen waterlekkage mag optreden. Zie voor de prestaties van de THERMOB ventilatieroosters als beschreven in dit attest art. 3.1, resp. art Tabel 2. Stuwdruk in Pascal (N/m 2 ) zoals die voor ventilatieroosters in verband met sterkte, respectievelijk waterdichtheid gelden. Hoogte dakrand boven WINDSNELHEIDSGEBIED *) maaiveld m 1 I II III onbebouwd bebouwd onbebouwd Bebouwd bebouwd onbebouwd sterkte water sterkte water sterkte water sterkte Water Sterkte water sterkte water *) Zie figuur 1 voor de indeling in windsnelheidsgebieden Voor tussenliggende waarden met betrekking tot de sterkte gelden waarden als vermeld in tabel 10. van NEN Voor tussenliggende waarden met betrekking tot de waterdichtheid (veelvouden van 50 Pascal) mag i.v.m. de hoogte rechtlijnig geïnterpoleerd worden.

5 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 5 1. TECHNISCHE SPECIFICATIE 1.1 Onderwerp Voorziening voor de toevoer van verse buitenlucht met behulp van afsluitbare ventilatieroosters, geplaatst in de sponning van een raamwerk van een gevelvulling. De THERMOB ventilatieroosters zijn vervaardigd uit thermisch onderbroken aluminium profielen met vast aangeëxtrudeerde aanslagprofielen, c.q. beglazingsprofielen, waarbij er sprake is van "ventilatieroosters met verbeterde thermische eigenschappen". De ventilatieroosters worden in twee typen uitgevoerd. Type I moet rondom zijn opgelegd in de sponning van een raamwerk. Type II kan aan één zijde rechtstreeks aansluiten op glas. 1.2 Ventilatierooster Identificatie-code Elk ventilatierooster is voorzien van een identificatie-code waarin ten minste is weergegeven de aanduiding van het roostertype en het attestnummer. De identificatie-code is aangebracht ter plaatse van de aanslag in de sponning van het raamwerk, zoals aangegeven op blad 2. van dit attest Vorm en samenstelling Het hart van de THERMOB ventilatieroosters bestaat uit een, overeenkomstig bepalingen in de UEAtc-Richtlijn voor thermisch verbeterde profielen, thermisch onderbroken, in hoofdzaak I-vormig profiel, waarin een gatenpatroon is aangebracht. In de daartoe aangebrachte langsgroeven kan een van eenzelfde gatenpatroon voorziene pvc-strook bewegen, waarmee het rooster geheel of gedeeltelijk kan worden geopend en gesloten. Aan de naar buiten gekeerde zijde van dit I-vormige profiel is een waterkering in de vorm van een kapprofiel aangebracht. In deze kap is een geringe hoeveelheid minerale wol aangebracht ter verbetering van de akoestische eigenschappen. Aan de naar binnen gekeerde zijde van het I-vormige profiel is een uitneembaar rooster met beweegbare pvcstrook aangebracht, beide voorzien van hetzelfde gatenpatroon en van een knop/koordbediening, welke bediening de geperforeerde pvc-stroken in zowel het I-vormige profiel als het uitneembare rooster gelijktijdig bedient. Afhankelijk van het gewenste uiterlijk zijn overeenkomstig tekeningen op blad 17 en verder, twee kaptypen beschikbaar: type 5 en type 6. Bij afmetingen van roosters waarvan de lengte groter is dan 1000 mm, zijn in het midden (en bij grotere afmetingen ook op 1/3 en 2/3 van de lengte) van het rooster, tussen de kap en het I-vormige profiel verstijvingsschotjes, h.o.h. maximaal 700 mm opgenomen als op tekeningen van doorsneden van de verschillende roostertypen op blad 17 e.v. aangegeven. In geheel geopende stand van de schuiven vallen perforaties in de schuiven geheel samen met de perforaties in de aluminium profieldelen. In gesloten stand van het rooster bedraagt de overlap ter weerszijden 2 mm + 0,5 mm. De hoogte van de gaten is afhankelijk van het type. Het afneembare rooster is met de handbediende knop/koordbediening ter linker of ter rechterzijde (conform klantspecificatie) traploos regelbaar. Bij lengte afmetingen groter dan 2500 mm, vindt bediening ter weerszijden plaats. In het ventilatierooster is, teneinde ongedierte effectief te weren, gaas opgenomen, als hierna in nader gespecificeerd. Ten behoeve van reiniging is dit gaas uitneembaar na uitnemen van het roosterdeel aan de binnenzijde, waarin zich de schuif-constructie bevindt. (In uitvoeringen met een borgingsschroef na losschroeven daarvan.) Het aanslagprofiel van Type I, waarmee tegen het (kozijn- ) kader wordt aangesloten, is aan de boven- en onderzijde gevuld met polystyreen, teneinde de afdichtingsconstructie te optimaliseren. Bij ventilatie-roosters van het Type II die rechtstreeks op glas worden aangesloten, is aan de onderzijde van het rooster een beglazingsprofiel in de vorm van een glasgoot geformeerd zoals weergegeven in tekeningen op blad 17 e.v. De oplegging ter plaatse van de kopschotten is afhankelijk van het type kopschot ofwel van (massief) pvc ofwel van een spuitgegoten gietstuk van hard kunststof pvc (polyvinylchloride) in witte of zwart/ antraciet kleurige uitvoering. 1.3 Afmetingen De afmetingen (b x h) zijn afhankelijk van het gevelontwerp van gebouwen en voldoen aan de eisen volgend uit het windsnelheidsgebied volgens NEN 2778 waarin het gebouw gesitueerd is. Op bestelling is iedere lengte tussen 300 en 5000 mm (± 2 mm) leverbaar. De nominale maat voor de inbouwhoogte van de onderscheidenlijke roostertypen als in dit attest omschreven, hebben overeenkomstig klantspecificatie dieptematen als op de tekeningen op blad 16 e.v.. Het oppervlak, zoals dat voor roosters (per 1000 mm) in verband met de bijdrage aan de brandvoortplanting in rekening moet worden gebracht, is gelijk aan het oppervlak als vermeld in tabel 3. Tabel 3. Afmetingen en inbouwmaten Rooster Type inbouwmaat hoogte in mm glasgoot afm. in mm type II Oppervlak / m / 135 / ; 26 of 32 0,100 m / ; 26 of 0,125 m / ; 26 of 32 0,150 m 2 Voor nadere informatie wordt hier verwezen naar de documentatie als op te vragen bij de attesthouder. De voor bepaling van de luchtdoorlatendheid in rekening te brengen sluitnaadlengte (c.q. "kierlengte"), overeenkomstig bepalingen in NEN 3661 van ventilatieroosters, wordt gevonden uit en gelijk gesteld met de lengte van de inbouwomtrek van het rooster, zoals daarmee de daarvoor bestemde opening wordt gevuld.

6 Uitgegeven: 15 december 2008 blad Toegepaste materialen in THERMOB ventilatieroosters Aluminium profielen / legeringen De metalen onderdelen van het ventilatierooster zijn gemaakt van aluminium. Voor profielen zijn metaallegeringen van het type AlMgSi.0,5 (nr of nr volgens DIN 1748) gebruikt Aluminium / afwerking met een laksysteem Laksystemen, aangebracht op aluminium profielen, zijn overeenkomstig de QUALICOAT-voorschriften. Laksystemen leveren een duurzame prestatie als beschermende oppervlaktebehandeling voor het aluminium, met een hoge esthetische waarde en bieden een ruime mogelijkheid voor kleurkeuze en glansgraad volgens het RALkleurenpallet. Onthechting, verkleuring, verlies van glans door (normale) mechanische belasting en/of (al dan niet agressieve) milieu-factoren, of aantasting door corrosie is zodanig beperkt, dat zulke verschijnselen tenminste gedurende 5 jaar niet of in onbelangrijke mate zullen voorkomen. De hechting van laksystemen op aluminium is zodanig dat deze bij normale (stoot-) belastingen en/of mechanische bewerkingen niet zal splinteren, of geheel of gedeeltelijk zal onthechten van de ondergrond. Ook na vochtbelasting en langdurige ( 1000 uur) onderdompeling in een azijnzure chloride-oplossing (ph=3) blijft de hechting onveranderd goed en treedt daarbij geen noemenswaardige blaarvorming op. Opmerking: In kustgebieden tot een afstand van tenminste 2½ km uit de kust (en in andere gebieden met agressieve milieu-indicatoren, overeenkomstig bepalingen in hoofdstuk 7.2 in BRL 2701) is een tweelaags poederlaksysteem met een laagdikte van tenminste 90 micrometer, of een daaraan gelijkwaardig te stellen systeem toegepast Aluminium / afwerking door anodiseren Anodiseerwerk, geleverd onder het QUALANOD-label, bezit een laagdikte van tenminste 20 micrometer en levert een duurzame prestatie als beschermende oppervlaktebehandeling voor het aluminium, met een hoge esthetische waarde, doch met beperkte keuzemogelijkheden voor kleur en/of glans. Verkleuring, verlies van glans door (normale) mechanische belasting en/of (al dan niet agressieve) milieu-factoren, of aantasting door corrosie is zodanig beperkt, dat zulke verschijnselen tenminste gedurende 5 jaar niet of in onbelangrijke mate zullen voorkomen. Opmerking: In kustgebieden tot tenminste een afstand van 2½ km uit de kust (en in andere gebieden met agressieve milieu-indicatoren, bepaald overeenkomstig 7.2 in BRL 2701) bedraagt de laagdikte van anodiseerwerk tenminste 25 micrometer. 1 ) Isolatie-materiaal De isolator, aangebracht als thermische onderbreking van het kokerprofiel in de ventilatieroosters, is gemaakt van een tweecomponenten giethars (ρ= 1120 kg/m 3 ; λ= 0,20 W/m.K), geschikt voor toepassing in een temperatuursbereik van -40 tot +80 C. De (loze) ruimte in de profilering van het aanslagprofiel, wordt gevuld met een strip van geëxpandeerd polystyreen (ρ= kg/m 3 ; λ= 0,04 W/m.K), behoudens wanneer hierin een (glas-) paneel moet worden opgenomen. Ten behoeve van geluiddemping is in de profilering een minerale (glas-) wol (ρ = ± 25 kg/m 3 ; λ = 0,035 W/m.K) opgenomen. 1) Lit. WMRG-kwaliteitseisen, te bestellen bij VMRG, tel: Bewegingsmechanisme De kunststof/hard pvc-schuiven in het ventilatierooster worden door geleiding in de daarvoor bestemde profileringen ter weerszijden in het aluminium I-vormige profiel en het uitneembare rooster gelijktijdig bewogen, door verdraaiing linksom danwel rechtsom van de aan de binnenzijde geplaatste bedieningsknop (vervaardigd van een hard pvc-kunststof) ter linker of ter rechter zijde, waardoor de excentrisch geplaatste meenemer de schuif heen en weer beweegt Aluminium / gecoat gaas Achter de binnengeplaatste schuif is in de profilering van het uitneembare rooster plaats gehouden voor een gaas van met epoxyhars gecoat aluminium, zoals dat in de profilering is ingebracht. De maaswijdte van het gaas bedraagt overeenkomstig klantspecificatie ofwel 1,7 mm ofwel 4,0 mm Kunststof / hard-pvc kopschotten en schuif De onderdelen van het ventilatierooster worden aan elkaar bevestigd met behulp van kopschotten in ofwel uit plaatmateriaal gestanste uitvoering met een daarop bevestigd apart blokprofiel van hard-pvc (in wit of zwart), ofwel in een speciaal geprofileerde spuitgegoten uitvoering. Ook de schuiven in het rooster, alsmede de bedieningsknop, zijn vervaardigd van hard-pvc Afdichtingen / kit en/of bandmateriaal De vereiste dichting ter plaatse van de pvc-kopschotten (in standaard uitvoering) wordt verkregen door de kopschotten middels een siliconen-kit van het type K25 overeenkomstig bepalingen in NVN 3412 rondom te "verlijmen" c.q. af te sealen. Bij uitvoering met spuitgegoten pvc-kopschotten, wordt de dichting gerealiseerd door een geslotencellige pressband klasse S12,5 of beter, geschikt voor toepassingsgebied V4, overeenkomstig bepalingen in NEN 3413 van pvcschuim, ingelaten in een daarvoor bestemde profilering in het kopschot. Bandmateriaal in het kader, toegepast als rugvulling in de buitenafdichting, wordt afgeseald met kit type K25, is van een pe-band klasse S12,5 of beter, geschikt voor toepassingsgebied V3e overeenkomstig bepalingen in NEN 3413 (wordt niet meegeleverd) Afdichtingen / EPDM rubberprofielen Ten behoeve van de aansluiting op glas bij toepassing van ventilatieroosters van het Type II, wordt een EPDMspierubberprofiel in overeenstemming met bepalingen in NEN 5656 meegeleverd Bevestigingsmiddelen / roestvast staal Bevestigingsmiddelen zijn van roestvast staal, type AISI 304, kwaliteit A2 of beter.

7 Uitgegeven: 15 december 2008 blad Bevestiging van het ventilatierooster in het gevelelement Algemeen / montagetekeningen De montage van ventilatieroosters geschiedt overeenkomstig de tekeningen als opgenomen op blad 17 en verder in dit attest Kader / randvoorwaarden Voor zover voldaan is aan bepalingen in NEN 6702, zijn gevelelementen in staat om optredende belastingen zonder blijvende vervormingen op te nemen en af te dragen aan het bouwkundig kader, waardoor zulke gevelelementen geschikt zijn om daarin ventilatieroosters op te nemen. De THERMOB ventilatieroosters zijn geschikt voor bevestiging in de sponning van raamwerken in gevelelementen, vervaardigd uit hout, kunststof of metaal, c.q. combinaties daarvan. De hoogte van de sponning bedraagt overeenkomstig tekeningen tenminste 17 mm. De diepte van de sponning is zodanig gekozen, dat daarin het aanslagprofiel volledig wordt opgenomen en afdichtingen correct overeenkomstig tekeningen in dit attest kunnen worden aangebracht. Maatvoering van kaders is als op tekeningen is aangegeven, waardoor ter weerszijden van roosters tenminste 2 mm blijvende speling gerealiseerd is, teneinde thermische lengteveranderingen van het aluminium rooster ongehinderd te kunnen opnemen en de dichtingsfunctie duurzaam gewaarborgd is. Kaders zijn vlak, staan te lood en zijn vrij van scheluwvervorming met een tolerantie van max. 1 mm/m 1 tot een maximale afwijking in absolute zin van 3 mm Kader / afdichtingen Afdichtingen zijn als op tekeningen op blad 17 en verder aangegeven. Bij binnenbeglazing is bij toepassing in een raamwerk van hout, waterinfiltratie voorkomen door toepassing van een effectieve waterkering aan de buitenzijde in de aanslag tegen het kader waartegen het rooster aansluit, in de vorm van een waterbestendige, comprimeerbare, enkel- of dubbelzijdig klevende band, met gesloten cellenstructuur overeenkomstig NEN 3413 als rugvulling, afgeseald met een kit K25. Afdichting aan de binnenzijde door middel van een kit K12,5 of beter overeenkomstig NVN 3412 op een rugvulling, of door middel van een op het raamwerk aansluitend spievormig rubberprofiel in overeenstemming met eisen volgens NEN Het aanbrengen van een eventuele kit-afdichting gebeurt overeenkomstig de specificaties van de kitleverancier. Bij toepassing in een raamwerk van aluminium- of kunststof profielen, wordt afdichting veelal gerealiseerd door middel van inklemming in de glaslijst-constructie met behulp van een in overeenstemming met eisen volgens NEN 5656 geschikt EPDM rubberprofiel. Bevestiging van het rooster geschiedt ofwel middels daarvoor geschikte houtschroeven door de daartoe bestemde bevestigingsgaten in het ventilatierooster, h.o.h. ca. 400 à 600mm, ofwel door middel van inklemming in een glaslijstconstructie. Bevestigingslengte in hout bij bevestiging middels schroeven, is tenminste 30 mm. Schroefbevestigingen in hardhout zijn voorgeboord met een boordiameter gelijk of kleiner dan de kern van de schroef. Van schroeven voor bevestiging in hardhout loopt de spoed door tot direct onder de kop van de schroef. Zie voor afdichtingen als hiervoor onder beschreven Plaatsing in een kader van aluminium of kunststof Bevestiging wordt voornamelijk gerealiseerd door middel van inklemming in een aan het desbetreffende aluminium of kunststof profielsysteem eigen glaslijstconstructie. Afdichting wordt in dat geval vrijwel altijd gerealiseerd met behulp van EPDM-rubberprofielen. Ingeval van (aanvullende) bevestiging met schroeven, worden uitsluitend bevestigingsmiddelen van roestvast staal toegepast. Kwaliteit A2 of beter Plaatsing in een kader van staal Ingeval van bevestiging in stalen gevelelementen door middel van schroeven, wordt corrosie door potentiaalverschil voorkomen, door direct contact tussen het aluminium en het staal ter plaatse van bevestigingspunten te vermijden door toepassing van pvc-onderlegringen in de bevestigingen. Bevestigingsmiddelen zijn daarop afgestemd en zijn uitsluitend van roestvast staal. Kwaliteit A-2 of beter. De afdichting wordt in dat geval vrijwel uitsluitend gerealiseerd met behulp van een kit-constructie, waarbij kit als sealing op een rugvulling wordt aangebracht Aansluiting op glas / roosters Type II Voor de montage van ventilatieroosters op glas is de glasdikte bepaald overeenkomstig NEN 2608, (eventueel m.b.v. NPR 3599), met inachtname van waarden voor de windbelasting als vermeld in tabel 2. Voor de aansluiting op glas wordt een met het rooster meegeleverd EPDM-rubberprofiel in de vorm van een spierubber no. S 3501 toegepast, als aangegeven in de tekening voor montage op blad 17 en verder in dit attest. (Zie ook onderstaande tabel 4.) De relatie tussen glasdikte en uitvoering van het rubberprofiel wordt per geval, afhankelijk van de glasgootbreedte, nader per bestelling bepaald. De toe te passen inschuifprofielen worden daarop afgestemd. Bij buitenbeglazing is bij uitvoering overeenkomstig tekeningen waterinfiltratie op gelijkwaardige wijze als bij binnenbeglazing voorkomen en is een goede en duurzame dichting daardoor gerealiseerd. Kit voor buitentoepassingen is kit K25 overeenkomstig NVN Plaatsing in een kader van hout

8 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 8 Tabel 4. Relatie glasdikte en type rubberprofiel maat voor de glasdikte glasgoot- Breedte profielnummer EPDM-rubber 16 tot 18 mm 22 mm S tot 22 mm 26 mm S tot 26 mm 32 mm S 4513 Voor nadere informatie wordt hier verwezen naar de documentatie als op te vragen bij de attesthouder. Beglazing is bij voorkeur droge beglazing overeenkomstig bepalingen in NEN Uitvoering van beglazing is in overeenstemming met bepalingen in NPR Aansluitingen De aansluitingen van de ventilatieroosters aan het gevelelement, resp. het glas, worden zodanig overeenkomstig detailtekeningen op blad 17 en verder uitgevoerd zodat aansluitingen, bepaald overeenkomstig NEN-EN 1027 wind- en waterdicht zijn tot een toetsingsdruk van tenminste 650 Pascal.

9 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 9 2 VOORSCHRIFTEN VOOR DE VERWERKING 2.1 Levering van ventilatieroosters De THERMOB ventilatieroosters, overeenkomstig dit attest, zijn bij levering voorzien van de identificatie-code als vermeld in art De ventilatieroosters worden, tezamen met de bijbehorende (rubber-) afdichtingsprofielen, in gesloten toestand in krimpfolie verpakt aangeleverd bij verwerkers in de fabriek waar gevelelementen worden vervaardigd, of op de bouwplaats. Een verwerkingsvoorschrift wordt aan de opdrachtgever ter beschikking gesteld. 2.2 Transport en opslag Bij transport in gemonteerde toestand in gevelelementen, moeten roosters in gesloten stand staan. Opslag dient zodanig te geschieden, dat daardoor beschadigingen of vervuilingen worden voorkomen. Roosters in opslag dienen bij voorkeur droog en los van de vloer en bij stapeling onderling gescheiden door een lat h.o.h. maximaal 2000 mm. (recht boven elkaar!) te worden opgeslagen. 2.3 Algemeen montagevoorschrift Teneinde prestaties te kunnen leveren als hierna in hoofdstuk 3. vermeld, dient de uitvoering van plaatsing van ventilatieroosters in gevelvullingen te geschieden overeenkomstig de specificaties als hiervoor in paragraaf 1.5 omschreven. Zulks met inachtname van tekeningen als hierna op blad 17 en verder in het attest opgenomen. Voorts dient verwerking te geschieden overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften van de attesthouder met inachtname van het hiervoor gestelde. 2.4 Beglazing bij ventilatieroosters van het type II Beglazing dient te geschieden overeenkomstig de bepalingen in art in dit attest. Opmerking: De bepalingsmethode voor de doorbuiging van ventilatieroosters met behulp van de 4-punts-buigproef als bepaald in bijlage 1. in BRL 5701, ten behoeve van de bepaling van de toepassing van roostertype II in verband met de sterkte, is conservatief ten opzichte van de praktijk, waarin glas een bijdrage levert met betrekking tot de uiteindelijke stijfheid van het geheel. In de beproeving wordt de invloed van het glas immers niet meegenomen. Bovendien is geen reductie van de stuwdrukwaarden als vermeld in tabel 10. van NEN 6702 toegepast, waar deze waarden feitelijk relatie houden met de uitgangspunten voor de bepaling van de sterkte (en niet met de stijfheid, waarvoor bedoelde stuwdrukwaarden vermenigvuldigd zouden mogen worden met een factor 0,75, zoals deze waarden in de praktijk bij toepassing van metalen of kunststof gevelelementen ook gehanteerd worden). Van waarden voor maximaal toelaatbare stuwdrukken als vermeld in tabel 5. in dit attest, mag derhalve veilig worden aangenomen, dat bij toepassing van glas geen bezwaar zal ontstaan tegen de eis m.b.t. de doorbuiging van glas, waar in NEN 2608 bepaald is, dat doorbuiging bij toepassing van glas een maximum van 0,028 x de lengte met een absoluut maximum van 8 mm niet mag overschrijden. 2.5 Verwerking van kit Instructies voor de verwerking van kit als afdichting moeten overeenkomstig het verwerkingsvoorschrift van de kitleverancier nauwgezet worden opgevolgd. Bij verwerking op de bouwplaats mag kit niet worden verwerkt bij temperaturen beneden 5 C. 2.6 Bescherming na montage Na de montage dienen ten tijde van de bouw effektieve maatregelen genomen te worden om ventilatieroosters te beschermen tegen beschadiging of vervuiling als gevolg van opwaaiend zand of van de gevel afvloeiend vervuild (cement- )water o.d Cement-vlekken Aantasting door cement of kalk moet worden voorkomen. In voorkomend geval direkt met veel schoon leidingwater wegspoelen. Bij voorkeur niet wrijven. Alleen in geval van hardnekkige vlekken deze in rondgaande bewegingen met veel water (zacht) wegwrijven. Ingedroogde vlekken van kalk of cement zijn niet meer te verwijderen! 2.8 Reiniging en onderhoud Voor reiniging en onderhoud van het aluminium ventilatierooster, wordt hier verwezen naar de onderhoudsvoorschriften zoals die door de VMRG te Nieuwegein worden gepubliceerd.

10 Alusta natuurlijke ventilatietechniek b.v. ventilatieroosters van het type thermob 131, 151 en 181, geschikt voor toepassing in gevelelementen Uitgegeven: 15 december 2008 blad PRESTATIES PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN VEILIGHEID ALGEMENE STERKTE; BB-AFDELING Sterkte BB. Art Een ventilatierooster van het type I, geplaatst in een gevelelement voldoet aan art. 2.1 van het Bouwbesluit, bepaald overeenkomstig art. 2.4 van het Bouwbesluit Belasting door eigen gewicht en belasting door wind van ventilatieroosters van het type II. De sterkte en de doorbuiging van het ventilatierooster en de sterkte van de bevestiging in het gevelelement wordt bepaald overeenkomstig bijlage I van BRL 5701, en bedraagt minder dan 0,005 maal de lengte van het rooster. Zie voor de onderscheidenlijke roostertypen de waarden als in onderstaande tabel 5 vermeld. De geschiktheid van een bepaalde constructie is vervolgens te vinden door vergelijk van de voor die constructie toepasselijke waarde als vermeld in tabel 5 met de voor de desbetreffende toepassing vereiste waarde als gegeven in tabel 2 op blad 4. Tabel / 136 De maximale rekenwaarde van de windbelasting overeenkomstig NEN 6702, afhankelijk van de lengte van het ventilatierooster en de hoogte van de ruit die door het ventilatierooster wordt ondersteund, in Pascal. 1,0 m 1,5 m 2,0 m 2,5 m 3,0 m 155 / / / / / / / / / / / / 136 Rooster lengte Rooste rtype Glashoogte in m doorbuiging doorbuiging doorbuiging doorbuiging doorbuiging Max. 5 mm Max. 7,5 mm Max. 10 mm Max. 12,5 mm Max. 15 mm 0, , , , , , / / 186 Indien de rekenwaarde van de belasting overeenkomstig NEN 6702 (als vermeld in tabel 2.) niet hoger is dan de waarde als vermeld in tabel 5. bij de van toepassing zijnde roosterlengte en glashoogte, dan voldoet ventilatierooster van het type II geplaatst in een gevelvulling aan artikel 2.1 van het Bouwbesluit. Voor tussenliggende waarden voor roosterlengten mag voor interpolatie van waarden als vermeld in tabel 5. gebruik worden gemaakt van de grafieken als opgenomen, respectievelijk in figuren 3, 4 en 5 op bladen 30, 31 en 32 in dit attest. BEPERKING VAN ONTWIKKELING VAN BRAND; BB-AFD 2.12 (FACULTATIEF) 3.2 Bijdrage tot de brandvoortplanting BB art Overeenkomstig art van het Bouwbesluit geldt, dat er geen eis met betrekking tot de klasse van brandvoortplanting wordt gesteld aan 5% van de totale oppervlakte van de bedoelde constructie-onderdelen van iedere afzonderlijke ruimte. Ventilatieroosters vallen doorgaans onder deze 5%. De bijdrage tot brandvoortplanting van de ventilatieroosters is niet beoordeeld. De met betrekking tot de brandveiligheid in rekening te brengen oppervlakte van ventilatieroosters is gegeven in tabel 3. in 1.3. BEPERKING VAN ONTSTAAN VAN ROOK; BB-AFD (FACULTATIEF) 3.3 Rookdichtheid / BB art Overeenkomstig art van het Bouwbesluit geldt dat er geen eis met betrekking tot het ontstaan van rook wordt gesteld aan 5% van de totale oppervlakte van de bedoelde constructie-onderdelen in elke afzonderlijke ruimte. Ventilatieroosters vallen doorgaans onder deze 5%. De (bijdrage aan de) rookproductie van de ventilatieroosters is niet beoordeeld. De met betrekking tot de brandveiligheid in rekening te brengen oppervlakte van ventilatieroosters is gegeven in tabel 3 in 1.3. INBRAAKWERENDHEID; BB-AFD (FACULTATIEF)

11 Alusta natuurlijke ventilatietechniek b.v. ventilatieroosters van het type thermob 131, 151 en 181, geschikt voor toepassing in gevelelementen Uitgegeven: 15 december 2008 blad Inbraakwerendheid BB art De ventilatierooster hoogte (zie tabel 3) is < dan 15 cm, waardoor er geen eis geldt m.b.t. inbraakwerendheid. PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN GEZONDHEID BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN; BB-AFD Karakteristieke geluidwering, BB art. 3.1 In hoofdstuk 3. van Rekenmethode GGG is aangegeven hoe de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie G A;k berekend kan worden, als de geluiddemping van de onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie bekend is. De geluiddemping van ventilatieroosters wordt uitgedrukt in de grootheid D n,e;a. De waarden van deze grootheid voor ventilatieroosters in geopende stand, bepaald overeenkomstig deel 10 van NEN ISO 20140, met inachtname van (meet)toleranties overeenkomstig bepalingen in annex A. in deel 2. van deze norm, bedraagt: 26 db(a) voor de typen 134, 135 en 136; 26 db(a) voor de typen 155 en 156; 25 db(a) voor type 185; 26 db(a) voor type 186. De waarde van de grootheid D n,e;a voor ventilatieroosters in gesloten stand, bepaald overeenkomstig NEN ISO bedraagt voor alle typen THERMOB-ventilatieroosters tenminste 32 db(a) Relatie ventilatie-capaciteit/geluiddemping De waarde van R q,a, bepaald overeenkomstig Rekenmethode GGG, bedraagt: 2 db(a) voor de typen 134, waarbij q v = 12 dm 3 /s. en voor de typen 135 en 136: waarbij q v = 15 dm 3 /s. 1 db(a) voor de typen 155 en 156, waarbij q v = 20 dm 3 /s. 0 db(a) voor de typen 185, waarbij q v = 29 dm 3 /s. WERING VAN VOCHT VAN BUITEN; BB-AFD Waterdichtheid; Prestatie-eisen, BB-artikel Waterdichtheid in gesloten stand van het rooster Geplaatst in een gevelelement is het ventilatierooster in gesloten toestand waterdicht, tot een maximale toetsingsdruk van 1000 Pa. Hierdoor zijn de THERMOB ventilatieroosters met betrekking tot waterdichtheid ongelimiteerd toepasbaar en geschikt voor toepassing in bouwwerken in Nederland. De waterdichtheid is bepaald overeenkomstig NEN-EN 1027 onbeschermde opstelling als voorgeschreven in BRL (In tabel 2. zijn de toetsingsdrukken vermeld, welke voor de verschillende windsnelheidsgebieden in de norm gegeven zijn voor het bepalen van het toepassingsgebied van gevelvullingen met betrekking tot de waterdichtheid.) Waterdichtheid in geopende stand van het rooster Ventilatieroosters in geopende stand zijn bij toepassing van fijnmazig gaas met maaswijdte 1,7 x 1,7 mm, bepaald - onbeschermde opstelling - overeenkomstig NEN-EN 1027 waterdicht tot een positief luchtdrukverschil, gemeten over de constructie tussen buiten en binnen, als in onderstaande tabel 6. voor onderscheidenlijke roostertypen vermeld. Tabel 6. Waterdichtheid in geopende stand van het rooster Roostertype Thermob 134/135/136 Thermob 155/156 Thermob 185/186 Waterdichtheid in geopende stand 70 Pascal 70 Pascal 70 Pascal De waterdichtheid is bepaald in geheel geopende stand, na "voorregenen" gedurende 15 min. (zonder drukverschil), in stappen van 5 Pascal (beginnend bij 15 Pascal), steeds gedurende 300 sec. 3.7 Wering van vocht binnen BB art De eisen aan de temperatuurfactor van de binnenoppervlakte zijn niet van toepassing op ventilatieroosters. LUCHTVERVERSING; BB-AFD. 3.10

12 KOMO Attest Alusta ventilatieroosters van het type thermob 131, 151 en 181, geschikt voor toepassing in gevelelementen Nummer: ATT uitgegeven: 15 december 2003 blad Voorziening voor luchtverversing BB art Thermisch comfort De luchttoevoer door het ventilatierooster leidt niet tot verstoring van het thermisch comfort van de leefzone overeenkomstig NEN 1087, indien de opening van het rooster ten minste 1.8 m boven de vloer is aangebracht Regelbaarheid In gesloten stand laat het ventilatierooster (bij een drukverschil van 1 Pa) niet meer door dan 10% van de nominale capaciteit. Het ventilatierooster is traploos regelbaar. Het ventilatierooster voldoet daarmee aan van NEN Zie ook tabel 9. In Capaciteit Of een gebouw, afhankelijk van het oppervlak van de verblijfsgebieden en indeling, voldoet aan tabel van het Bouwbesluit, moet per gebouw worden bepaald. Bij deze bepaling kan gebruik worden gemaakt van de in tabel 7. en 8. vermelde gegevens van de ventilatiecapaciteit van de ventilatieroosters in geheel geopende stand, bepaald overeenkomstig NEN Tabel 7. Capaciteit van de ventilatieroosters bij een drukverschil van 1 Pa, als bedoeld in NEN 1087 Roostertype Thermob 134 Thermob 135/136 Thermob 155/156 Thermob 185/186 Capaciteit q v (dm 3 /m.s) 12 dm 3 /m.s 15 dm 3 /m.s 20 dm 3 /m.s 29 dm 3 /m.s Tabel 8. Bijdrage aan de luchtvolumestroom in dm 3 /m.s, bepaald overeenkomstig NEN 1087 bij verschillende drukverschillen Drukverschil (Pa) Thermob 134 In dm 3 /m.s Thermob 135/136 In dm 3 /m.s Thermob 155/156 In dm 3 /m.s Thermob 185/186 In dm 3 /m.s 1 Pa 2 Pa 5 Pa 10 Pa 20 Pa 50 Pa 100 Pa BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN; BB-AFD Bescherming tegen ratten en muizen BB art In de ventilatieroosters komen geen openingen voor breder dan 0,01 m. PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN ENERGIEZUINIGHEID THERMISCHE ISOLATIE; BB-AFD Warmtedoorgangscoëfficient; BB art. 5.5 In art. 5.5 wordt gesteld dat voor een oppervlakte, van ten hoogste 2% van de gebruiksoppervlakte, van de uitwendige scheidingsconstructie geen eis geldt met betrekking tot de thermische isolatie. Ventilatieroosters vallen in beginsel onder deze 2%. De warmtedoorgangscoëfficiënt U van de THERMOB ventilatieroosters, toegepast in een gevelvulling waarvan de warmtedoorgangscoëfficiënt, bepaald overeenkomstig NEN 5128 tenminste 4,0 W/m 2 K bedraagt, bezitten, bepaald overeenkomstig NEN 5128 een warmtedoorgangscoëfficiënt van ten hoogste 4,0 W/m 2 K. De met betrekking tot de thermische isolatie in rekening te brengen oppervlakte van ventilatieroosters is gegeven in tabel 3. in 1.3. BEPERKING VAN LUCHTDOORLATENDHEID; BB-AFD.5.2

13 KOMO Attest Alusta ventilatieroosters van het type thermob 131, 151 en 181, geschikt voor toepassing in gevelelementen Nummer: ATT uitgegeven: 15 december 2003 blad Luchtvolumestroom BB art. 5.8 De bijdrage aan de luchtvolumestroom bij gesloten stand van het rooster, als bedoeld in NEN 2686, bepaald voor toepassingsvoorbeelden overeenkomstig de beproevingsmethode als gegeven in NEN 3661, is voor onderscheidenlijke toetsingsdrukken gegeven in tabel 9. De aansluiting naar de luchtlekkage per m 1 sluitnaad (kierlengte) als gehanteerd in NEN 3661 wordt gevonden door de waarden als vermeld in tabel 9. te delen door de omtrek van het rooster (= 2,20; 2,25 of 2,30) als bepaald in 1.3. Volgens NEN 3661 geldt als maximum voor het luchtlekverlies een waarde van 2,5 dm 3 /s per m 1 sluitnaad en een waarde van 0,5 dm 3 /s per m 1 naad. Tabel 9. Luchtlekkage in dm 3 /m.s van ventilatieroosters, bepaald overeenkomstig NEN 3661 in gesloten stand drukverschil (Pa) toegestane waarde bij 1 Pa drukverschil (10% van q v volgens NEN 1087) 1 Pa (gevonden) 10 Pa (bepaald) toegestaan absoluut luchtlekverlies volgens NEN Pa (bepaald) Thermob 134 (dm 3 /m.s) 1,2 dm 3 /m.s < 0,6 dm 3 /m.s 0,6 dm 3 /m.s 6,6 dm 3 /m.s 3,5 dm 3 /m.s Thermob 135/136 (dm 3 /m.s) 1,5 dm 3 /m.s < 0,6 dm 3 /m.s 0,6 dm 3 /m.s 6,6 dm 3 /m.s 3,5 dm 3 /m.s Thermob 155/156 (dm 3 /m.s) 2,0 dm 3 /m.s < 0,3 dm 3 /m.s 0,3 dm 3 /m.s 6,7 dm 3 /m.s 2,7 dm 3 /m.s Thermob 185/186 (dm 3 /m.s) 2,9 dm 3 /m.s < 0,3 dm 3 /m.s 0,3 dm 3 /m.s 6,9 dm 3 /m.s 5,8 dm 3 /m.s De THERMOB ventilatieroosters zijn hierdoor met betrekking tot de winddichtheid overeenkomstig bepalingen in NEN 3661 ongelimiteerd toepasbaar en geschikt voor toepassing in bouwwerken in heel Nederland Esthetische kwaliteit / maatvastheid van ventilatieroosters De tolerantie op de maatvoering ten opzichte van de nominale waarden, bedraagt bij elementen met afmetingen kleiner dan 1000 mm niet meer dan + 1,5 mm; bij afmetingen groter dan 1500 mm niet meer dan + 2,0 mm. De tolerantie in de ontmoeting van profielen in verbindingen bedraagt niet meer dan 0,3 mm Esthetische kwaliteit / uiterlijk Voor gelakt aluminium geldt, dat de oppervlakte egaal en gelijkmatig van structuur en kleur is en vrij van storende effecten, bezien met het ongewapende oog op een afstand van 5 meter voor de gevel. Voor anodiseerwerk geldt bovendien, dat op gelijke afstand geen storende vlammen of vlekken zichtbaar zijn. De laksystemen zijn volgens Qualicoat gelijkmatig dekkend op zichtzijden aangebracht zonder storende defecten in het oppervlak zoals zakkers, blaasjes, insluitingen, kraters o.d.. Zulks bezien met het ongewapende oog op een afstand van 3 meter voor de gevel. Verschil in kleur en/of glansgraad groter dan bij de overeengekomen grensmonsters zijn bij beoordeling met het ongewapende oog op een afstand van 5 meter voor de gevel niet (storend) waarneembaar Bruikbaarheid in verband met de bedienbaarheid van de regeling van de ventilatie-opening De ventilatieschuif is, overeenkomstig NEN 3662 eenvoudig met de hand bedienbaar. Voor de bediening van ventilatieschuiven wordt conform de specificatie van de klant een bedieningsgarnituur overeenkomstig specificaties van de producent meegeleverd teneinde het bedieningsgemak te verhogen, terwijl de bediening danwel ter rechter danwel ter linker zijde van het rooster plaats kan vinden, overeenkomstig specificatie van de klant. 4. WENKEN VOOR DE GEBRUIKER

14 Uitgegeven: 15 december 2008 blad Bestellen De gebruiker dient in voorkomende gevallen de fabrikant kenbaar te maken of het ventilatierooster wordt toegepast in het kustgebied (afstand tenminste 2,5 km uit de kust) of in een ander gebied met agressieve omstandigheden, in welke situatie het ventilatierooster voorzien wordt van een 2- laags poedercoatsysteem met een laagdikte van tenminste 90 mu. 4.2 Controle op het geleverde Bij aflevering van de in de specificatie vermelde produkten inspecteren of: - geleverd is wat is overeengekomen; - de identificatie-code en de wijze van aanbrengen juist zijn; - de produkten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke. 4.3 Afkeur Indien op grond van het onder 4.1 gestelde tot afkeur wordt overgegaan, dient contact te worden opgenomen met de attesthouder c.q. producent. 4.4 Reiniging/ Onderhoud In verband met het goede funktioneren van het rooster is reiniging door regelmatig schoonmaakonderhoud (2 á 4 keer per jaar) aan te bevelen. Voor het reinigen van het opppervlak van het rooster kan gebruik gemaakt worden van een sopje van alkalivrije zeep (neutraal afwasmiddel). In hardnekkige gevallen kan gebruik gemaakt worden van produkten waarmee de lak van auto s wordt gereinigd. Goed naspoelen met schoon leidingwater. Het gebruik van schuurmiddelen en/of synthetische reinigingsmiddelen is niet toegestaan. Voor wat betreft het gaas kan volstaan worden met schoonblazen 4.5 Gebruiksvoorschrift Een gebruiksvoorschrift voor de gebruiker wordt standaard bij elk ventilatierooster meegeleverd. Een regelmatige bediening van het ventilatierooster is de beste garantie voor een blijvend goed funktioneren van het rooster. 4.6 Demontage glas Indien het ventilatierooster geplaatst is in een metalen- of kunststof gevelelement, dient men erop bedacht te zijn, dat bij demontage van het glas, het ventilatierooster uit de sponning kan vallen. 5. EISEN TE STELLEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM Het kwaliteitssysteem van de attesthouder draagt er zorg voor, dat de produktie van de ventilatieroosters te allen tijde in overeenstemming is met de technische specificatie, als gegeven in Hoofstuk 1. in dit attest.

15 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 15 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 134 / 135 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 134 / 135 dwarsdoorsnede TYPE II

16 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 16 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 136 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 136 dwarsdoorsnede TYPE II

17 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 17 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 155 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 155 dwarsdoorsnede TYPE II

18 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 18 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 156 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 156 dwarsdoorsnede TYPE II

19 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 19 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 185 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 185 dwarsdoorsnede TYPE II

20 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 20 OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 186 dwarsdoorsnede TYPE I OVERZICHT VENTILATIEROOSTERTYPEN / THERMOB 186 dwarsdoorsnede TYPE II

21 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 21 Type l / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met standaard kunststof kopschotten met verkitting / buitenbeglazing

22 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 22 Type ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met standaard kunststof kopschotten met verkitting / buitenbeglazing

23 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 23 Type ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met standaard kunststof kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

24 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 24 Type l / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met spuitgegoten kopschotten met verkitting / buitenbeglazing

25 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 25 Type ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met spuitgegoten kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

26 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 26 Type ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / HOUT met spuitgegoten kunststof kopschotten met verkitting / buitenbeglazing

27 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 27 TYPE l / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / PROFIELCONSTRUCTIES met standaard kunststof kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

28 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 28 TYPE ll/ AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / PROFIELCONSTRUCTIES met standaard kunststof kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

29 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 29 TYPE l / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / PROFIELCONSTRUCTIES met spuitgegoten kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

30 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 30 TYPE ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / PROFIELCONSTRUCTIES met spuitgegoten kopschotten met verkitting / binnenbeglazing

31 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 31 TYPE ll / AANSLUITDETAILS bij montage in raamwerk / GLASAANSLUITING

32 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 32 Figuur 2 Verband voor de bepaling van de toelaatbare stuwdruk, afhankelijk van lengte en de hoogte van de glasruit voor Thermob 134

33 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 33 Figuur 3 Verband voor de bepaling van de toelaatbare stuwdruk, afhankelijk van lengte en de hoogte van de glasruit voor Thermo 135 / 136

34 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 34 Figuur 4 Verband voor de bepaling van de toelaatbare stuwdruk, afhankelijk van lengte en de hoogte van de glasruit voor de Thermob 155 / 156

35 Uitgegeven: 15 december 2008 blad 35 Figuur 5 Verband voor de bepaling van de toelaatbare stuwdruk, afhankelijk van lengte en de hoogte van de glasruit voor de Thermob 185 / 186