ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0051

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0051"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0051 Uitspraak RECHTBANK LIMBURG Zittingsplaats Maastricht Strafrecht parketnummer: 03/ Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2013 in de strafzaak tegen [naam verdachte], geboren te [geboortegegevens], wonend te [adresgegevens]. Raadsman is mr. E.P. Vroegh, advocaat te Haarlem. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 14 en 16 januari 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. 2 De tenlastelegging De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met anderen of alleen: Feit 1: [slachtoffer] op 6 juni 2011 wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden; Feit 2: [slachtoffer] heeft proberen af te persen in de periode van 18 mei 2011 tot en met 6 juni 2011; Feit 3: [slachtoffer] op 6 juni 2011 heeft mishandeld; Feit 4: zich in de periode van 21 april 2010 tot en met 19 juli 2011 heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel in de vorm van gedwongen prostitutie.

2 3 De voorvragen De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat voor zover de officier van justitie onder feit 4 strafbare feiten ten laste heeft gelegd die zich buiten Nederland hebben afgespeeld, de rechtbank geen bevoegdheid heeft om over deze feiten te oordelen. Daarbij heeft de raadsvrouw gewezen op een arrest van het gerechtshof in Arnhem van 12 maart 2012, gepubliceerd onder LJN: BV8573. De rechtbank is op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting van oordeel dat verdachte strafbare gedragingen heeft begaan die zich mede in Nederland hebben afgespeeld. Slechts in het geval de rechtbank zou vaststellen dat deze feiten zich geheel buiten Nederland hebben afgespeeld, hetgeen dus niet zo is, zou in lijn met het door de raadsvrouw genoemde arrest een onbevoegdverklaring moeten volgen. De rechtbank is dan ook bevoegd om van de feiten kennis te nemen. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen. 4.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw is van mening dat verdachte van alle feiten moet worden vrijgesproken. Een bewezenverklaring zou komen te rusten op de verklaringen van getuigen, onder wie aangeefster [naam prostituee 1], aan wie de raadsvrouw geen vragen heeft kunnen stellen over hun verklaringen. In het licht van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaronder de uitspraak van 10 juli 2012 in de zaak Vidgen versus Nederland, moeten deze verklaringen worden uitgesloten van het bewijs, aldus de raadsvrouw. Nu er in de visie van de raadsvrouw na uitsluiting van die verklaringen geen ander bewijs voorhanden is, moet verdachte worden vrijgesproken. 4.3 Het oordeel van de rechtbank Inleiding De rechtbank moet zich in deze zaak buigen over de vraag of verdachte schuldig kan worden bevonden aan wederrechtelijke vrijheidsberoving, afpersing, mishandeling en mensenhandel. Volgens de officier van justitie staan de eerste drie feiten in directe relatie tot de beschuldiging van mensenhandel. Daarom zal de rechtbank eerst bespreken wat er op 6 juni 2011 is gebeurd en daarna ingaan op het motief voor de feiten 1 tot en met 3 om vervolgens te beoordelen of er sprake is geweest van mensenhandel. De aangifte van [slachtoffer], diens letsel en de verklaringen van [naam getuige 1] en verdachte De aangifte van [slachtoffer] houdt onder meer het volgende in.

3 [slachtoffer] moest 5000 euro aan een persoon genaamd [naam medeverdachte 1] betalen. [slachtoffer] had een relatie gekregen met een prostituee, genaamd [naam prostituee 1]. [slachtoffer] werd door een Russische jongen benaderd en hem werd gezegd dat als [slachtoffer] [naam prostituee 1] wilde hebben, [slachtoffer] 5000 euro moest betalen. Op 18 mei 2011, de dag waarop [naam prostituee 1] met de politie een intakegesprek heeft gehad aangaande mensenhandel, heeft [slachtoffer] [naam medeverdachte 1] ontmoet en bij die gelegenheid heeft [naam medeverdachte 1] [slachtoffer] verteld dat hij 5000 euro moest betalen en dat [naam prostituee 1] dan voor hem zou zijn. Omdat [slachtoffer] dit bedrag niet betaalde, volgden de vrijheidsberoving en mishandeling op 6 juni [slachtoffer] was op 6 juni 2011 bij een vriend, genaamd [bijnaam getuige 1] in Heerlen. Om ongeveer uur verlieten beiden de woning van [bijnaam getuige 1] om met de auto van [bijnaam getuige 1] naar Kerkrade te gaan. Toen [bijnaam getuige 1] wilde optrekken, zag [slachtoffer] plotseling een andere personenauto, een zwarte Audi A4, die hen klemreed. In de Audi zaten 3 personen. Twee mannen, de bijrijder en de passagier, stapten uit deze auto en liepen naar [slachtoffer]. [slachtoffer] herkende hen meteen. Ook de bestuurder van de Audi herkende [slachtoffer]. [slachtoffer] was te laat om zijn portier te sluiten en het portier werd door een van de mannen, genaamd [naam medeverdachte 1], opengetrokken en [slachtoffer] werd meteen met een vuist meermalen door deze man in zijn gezicht geslagen. [slachtoffer] voelde hevige pijn in zijn gezicht en aan zijn hoofd en oor. [slachtoffer] werd verder meermalen geschopt, waardoor hij hevige pijn in zijn rug en nek voelde. Vervolgens zijn de twee mannen achter in de auto van [bijnaam getuige 1] gestapt. Zij hebben [bijnaam getuige 1] gedwongen om naar Kerkrade te rijden. [slachtoffer] heeft onderweg geprobeerd uit de rijdende auto te springen, maar hij werd van achter bij zijn keel vastgehouden door een van de twee mannen. [bijnaam getuige 1] moest een bospad inrijden nabij het station van Kerkrade. [bijnaam getuige 1] moest op een gegeven moment stoppen en [slachtoffer] kreeg te horen dat ze moesten uitstappen. Nadat hij was uitgestapt, kreeg [slachtoffer] opnieuw klappen in zijn gezicht van [naam medeverdachte 1]. [slachtoffer] heeft geprobeerd weg te rennen, waarna de tweede man achter hem aankwam en hem heeft vastgepakt. Deze man zei tegen [slachtoffer] dat hij beter niet kon rennen; anders werd het alleen maar erger. [naam medeverdachte 1] heeft [slachtoffer] toen bedreigd: wanneer [slachtoffer] niet nu 5000 euro zou betalen, dan zou [naam medeverdachte 1] het hoofdje van de dochter van [slachtoffer] naar [slachtoffer] brengen. [slachtoffer] hoorde de andere man bellen en aan iemand uitleggen waar die naartoe moest komen. Vervolgens kwam de Audi ter plaatse met daarin dezelfde bestuurder. Deze bestuurder is naar [slachtoffer] toegekomen en heeft [slachtoffer] gezegd dat hij ook nog met hem te doen zou krijgen, als [slachtoffer] het nu niet geregeld zou krijgen. De mannen zijn vervolgens vertrokken in de Audi A4, nadat met [naam medeverdachte 1] was afgesproken dat [slachtoffer] enkele dagen later de 5000 euro zou betalen.

4 Van het letsel van [slachtoffer] zijn foto s gemaakt. Daarop is te zien dat [slachtoffer] een blauw oog heeft en letsel aan zijn oor, hals en hoofd. Verdachte heeft ter zitting niet meer willen verklaren dan dat hij: op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats was. De man genaamd [bijnaam getuige 1], zijnde [naam getuige 1], is als getuige gehoord en heeft onder meer het volgende verklaard. [naam getuige 1] zag een zwarte Audi komen aanrijden en twee mannen uitstappen, die hij kende als [naam medeverdachte 1] en [verdachte]. Volgens [naam getuige 1] maakte [naam medeverdachte 1] het bijrijdersportier open van zijn auto en [verdachte] het achterportier aan die zelfde kant. Nadat [naam medeverdachte 1] (onder andere) [slachtoffer] klappen had gegeven, zag [naam getuige 1] dat [verdachte] achter in de auto plaatsnam en hij hoorde [verdachte] zeggen dat hij (de rechtbank: i.e. [naam getuige 1]) niet moest bewegen en rustig moest blijven. Nadat [naam medeverdachte 1] en [slachtoffer] op het bosweggetje waren uitgestapt, heeft [naam medeverdachte 1] [slachtoffer] opnieuw geslagen. [verdachte] is ook uitgestapt en is achter [naam medeverdachte 1] en [slachtoffer] aangerend. [verdachte] heeft vervolgens gebeld, waarna de Audi is komen aanrijden met dezelfde bestuurder. Conclusies van de rechtbank Met het hiervoor weergegeven bewijs is er voor de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs voor een bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 3, waarbij verdachte kan worden beschouwd als medepleger. Uit het dossier blijkt verder dat met de persoon genaamd [verdachte], verdachte wordt bedoeld. Met genoemde [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] worden [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] aangeduid. De rechtbank ziet geen aanleiding de verklaring van [naam getuige 1] uit te sluiten van het bewijs, zoals de raadsvrouw heeft bepleit. De stelling van de raadsvrouw dat de verklaring van deze getuige volledig moet worden uitgesloten van het bewijs, berust op een naar het oordeel van de rechtbank onjuiste interpretatie van de uitspraak inzake Vidgen. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is het niet toegestaan een bewezenverklaring uitsluitend of in overwegende mate te baseren op een verklaring van een getuige, aan wie de verdediging geen nadere vragen heeft kunnen stellen. Dit betekent dat als er geen substantieel bewijs uit andere bron voorhanden is, vrijspraak moet volgen. Daarmee is evenwel niet gezegd dat zo n getuigenverklaring hoe dan ook genegeerd moet worden, als de verdediging niet in de gelegenheid is geweest die verklaring te toetsen, zoals de raadsvrouw lijkt te betogen. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van de situatie als bedoeld in de uitspraak inzake Vidgen. Ten aanzien van de voorliggende feiten baseert de rechtbank haar oordeel niet alleen of overwegend op de verklaring van [naam getuige 1], maar evenzeer op die van aangever [slachtoffer], wiens verklaring de verdediging bij de rechter-commissaris heeft kunnen toetsen. Nu de verklaringen van [naam getuige 1] en [slachtoffer] op essentiële punten volledig overeenkomen, ziet de rechtbank geen enkele reden verdachte vrij te spreken.

5 Voor het aannemen van medeplegen is vereist dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen daders. De raadsvrouw heeft in subsidiaire zin betoogd dat hiervan geen sprake is geweest, maar de rechtbank verwerpt ook dat verweer. Verdachte heeft [naam medeverdachte 1] doorslaggevende ondersteuning geboden door niet alleen voortdurend aanwezig te zijn, maar ook door uitvoeringshandelingen te plegen. Verdachte is samen met [naam medeverdachte 1] naar [slachtoffer] gelopen, om hem zo te beletten de auto te verlaten en heeft zich vervolgens gericht op [naam getuige 1]. Op het bospad is verdachte meegerend als [slachtoffer] kennelijk wil wegkomen. De rechtbank acht het daarbij niet aannemelijk dat verdachte bij zijn handelen in het geheel niet heeft gesproken tegen [slachtoffer] en [naam getuige 1] en gaat er dan ook vanuit dat verdachte doelgericht, met woord en daad, zoals beschreven door [slachtoffer] en [naam getuige 1], zijn bijdrage aan het geheel heeft geleverd. Verdachte heeft daarnaast ook wetenschap vooraf gehad van het motief voor de vrijheidsberoving en mishandeling van [slachtoffer]: het laten betalen van 5000 euro. Tegen de hierna te beschrijven achtergrond van uitbuiting van vrouwen, onder wie genoemde [naam prostituee 1], waarbij de rechtbank verdachte prominent betrokken acht, is het voor de rechtbank onaannemelijk dat verdachte in het geheel niet wist wat er speelde tussen [naam medeverdachte 1] en [slachtoffer] met betrekking tot [naam prostituee 1]. Daarmee acht zij het ook onaannemelijk dat verdachte niet wist dat financiële belangen van [naam medeverdachte 1], en afgeleid daarvan van hemzelf, aanleiding vormden voor de gedragingen op 6 juni Verdachte heeft derhalve samen met voornoemde [naam medeverdachte 1] [slachtoffer] van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden en [slachtoffer] mishandeld met het oogmerk om [slachtoffer] 5000 euro te laten betalen. De feiten zijn gepleegd in een voortgezette handeling. Uit het dossier blijkt verder dat het bij een poging tot afpersing is gebleven. Er is geen geld aan verdachte overhandigd. De rechtbank zal, zoals opgemerkt, de feiten 1, 2 en 3 dan ook bewezen verklaren, zij het dat zij niet bewezen acht dat bij de afpersing een wapen aan [slachtoffer] is getoond. [slachtoffer] heeft immers verklaard dat hij geen wapen heeft gezien. Wel zou [naam getuige 1] een gebaar hebben gemaakt dat erop duidde dat er een vuurwapen was, maar [naam getuige 1] heeft dit niet bevestigd en het dossier bevat verder geen enkel bewijs waaruit kan worden afgeleid dat er daadwerkelijk een wapen aanwezig is geweest bij de vrijheidsberoving van [slachtoffer], laat staan dat dit getoond zou zijn. Het motief voor de feiten 1, 2 en 3 en mensenhandel Zoals hiervoor weergegeven, geeft [slachtoffer] in zijn aangifte aan waarom hij werd mishandeld en van zijn vrijheid werd beroofd: -kort samengevat- [slachtoffer] moest van [naam medeverdachte 1] 5000 euro betalen in verband met zijn relatie met [naam prostituee 1]. Omdat [slachtoffer] dit bedrag niet betaalde, volgden de vrijheidsberoving en mishandeling. Het is niet alleen [slachtoffer] die spreekt over het betalen van geld voor [naam prostituee 1], maar ook [naam prostituee 1] heeft verklaard dat [naam medeverdachte 1] tegen haar gezegd

6 heeft dat [slachtoffer] losgeld voor haar moest betalen. Volgens [naam prostituee 1] ging het om een bedrag van 5000 euro. Verder heeft [naam prostituee 1] verklaard dat [naam medeverdachte 1] tegen haar gezegd heeft dat als [slachtoffer] niet betaalde, [naam medeverdachte 1] ervoor zou zorgen dat [naam prostituee 1] weg zou zijn, zou verdwijnen of dat [naam medeverdachte 1] [naam prostituee 1] misschien wel zou doorverkopen. Dit levert voldoende bewijs op dat [naam medeverdachte 1] doende was letterlijk, goedschiks of kwaadschiks, [naam prostituee 1] aan [slachtoffer] te verkopen. Er is dan ook sprake geweest van vrouwenhandel. Het bewijs hiervoor bestaat niet alleen uit de verklaringen van [slachtoffer] en [naam prostituee 1]. Het is namelijk [naam medeverdachte 1] zelf die onverbloemd over zijn handel in vrouwen spreekt. Dit blijkt uit de navolgende tapgesprekken met een persoon genaamd [betrokkene 1]: Gesprek d.d. 8 juni 2011 te 23:37:44 uur: [naam medeverdachte 1] had een afspraak met hem dat zij om 7 uur er zal zijn. [naam medeverdachte 1] vraagt wanneer zij hier zal zijn. [betrokkene 1] zegt dat zij er maandag zal zijn. [betrokkene 1] gaat morgen een ticket voor haar kopen. Zij komt in Amsterdam aan. [naam medeverdachte 1] vraagt of zij niet naar Düsseldorf kan vliegen. [naam medeverdachte 1] zegt dat het te ver is om voor haar alleen naar Amsterdam te gaan. [betrokkene 1] moet er voor zorgen dat zij maandag zeker hier zal zijn. Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 14:08:14 uur: [betrokkene 1] heeft gisteren geen tijd gehad om een ticket te kopen. [betrokkene 1] heeft nu een ticket gekocht voor de 14de. [betrokkene 1] zal [naam medeverdachte 1] mailen hoe zij er nu uitziet, zodat [naam medeverdachte 1] haar zal herkennen. [naam medeverdachte 1] vraagt of zij niet lelijk is. [betrokkene 1] zeg nee. [naam medeverdachte 1] heeft haar immers gezien. Zij was degene die achter de koelkast zat. [naam medeverdachte 1] vraagt of [betrokkene 1] al foto s heeft gestuurd van de tweede. Dat heeft [betrokkene 1] nog niet gedaan, omdat de foto s vandaag gemaakt zullen worden. [betrokkene 1] zegt dat het zo goed is, een foto in een badpak. [naam medeverdachte 1] is het met hem eens. Want als er een met een kapotte buik komt, wat moet hij dan met haar? [naam medeverdachte 1] zegt als de zaken normaal zullen lopen, zal ik minimaal 3 stuks bij jou kopen. Ik heb er nu 5 stuks. Je moet niet naar rechts of links springen. Zolang ik ze bij jou afneem, moet je ze aan mij geven. Daarna, wanneer ik stop, mag je ze aan iedereen geven, aan Turken, aan wie je wilt. [betrokkene 1] zegt: Als je er 3 af neemt, zal ik 1500 euro per hoofd vragen. Voor de rechtbank is het volstrekt helder dat de gesprekken betrekking hebben op de aankoop van vrouwen. Op 9 juni 2011 is [naam medeverdachte 1] bovendien ook nog bezig met de verkoop aan [slachtoffer] van [naam prostituee 1], nu hij telefonisch met [slachtoffer] onderhandeld heeft over de betaling (alsnog) van 1500 euro, zoals blijkt uit het navolgende gesprek: Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 16:53 uur:

7 [naam medeverdachte 1] wordt gebeld door [voornaam slachtoffer]. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij niet weet hoe hij het op dit moment moet regelen, maar hij denkt niet dat dat gaat lukken. [naam medeverdachte 1] vraagt of hij het deze week niet kan regelen. [voornaam slachtoffer] zegt dat het niet gaat lukken. [naam medeverdachte 1] zegt oke en vraagt tot wanneer hij dan tijd nodig heeft. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij dat niet weet. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij vanavond misschien 1500 euro voor hem kan regelen en meer kan hij niet gaan regelen voor hem. Dat gaat echt niet lukken. [naam medeverdachte 1] zegt: als jij normaal doet doen wij ook normaal. Hoe lang heb je tijd nodig. Als je vandaag wat kan regelen dan is het ook goed, dan hebben wij ook een beetje. (.) [naam medeverdachte 1] zegt: ik geef je tijd genoeg tot jij hebt.( ) [voornaam slachtoffer] zegt dat hij ook geen zin heeft nog klappen te krijgen. [naam medeverdachte 1] zegt dat hij de vorige keer gewoon heel kwaad was. [naam medeverdachte 1] zegt: maar als je normaal doet waarom zou ik je slaan.( ) [voornaam slachtoffer] zegt dat als hij vanavond die 1500 euro bij elkaar heeft hij gewoon weer bij Hornbach af wil spreken ( ) [naam medeverdachte 1] zegt dat het goed is. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij ook niet alleen gaat komen, dat weet hij 100% zeker. Hij gaat echt niet meer alleen. Hij laat zich niet nog een keer op zijn gezicht vegen ( )[naam medeverdachte 1] zegt ik geef je wel een advies, je moet die hoer beter weggooien anders krijg je nog meer problemen. [voornaam slachtoffer] heeft geen zin in problemen heeft gezegd dat dat meisje gewoon bij hem blijft en voor de rest niets(...). [naam medeverdachte 1] heeft blijkens het zo-even weergegeven tapgesprek van 14:08 uur 5 vrouwen en is van plan dat aantal uit te breiden. Het uiterlijk van de vrouwen is kennelijk van commercieel van belang voor [naam medeverdachte 1]: als de buik van de vrouw kapot is, weet [naam medeverdachte 1] niet wat hij met haar moet. Er is dan ook letterlijk sprake van mensenhandel en van een vorm van uitbuiting van vrouwen. Nergens blijkt immers uit dat de desbetreffende vrouwen akkoord gingen met de transacties en/of deelden in de opbrengsten van deze handel. Uit het dossier volgt voorts dat het gaat om de aankoop van vrouwen met het oog op prostitutie. Zo is er de verklaring van [naam prostituee 1]. Zij heeft in haar verklaring bij de politie onder meer het volgende verklaard. [naam prostituee 1] is door haar vriendin [naam vriendin] gevraagd vanuit Letland mee te gaan naar Nederland om te werken. Met een ander meisje genaamd [betrokkene 2] is zij op 21 april 2010 in Nederland aangekomen en opgevangen in een woning in Roermond. In deze woning waren ook drie Russen, [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en [verdachte]. Na twee of drie dagen werd zij naar club [naam club] in Linne (gemeente Maasgouw) gebracht, alwaar werd uitgelegd dat [naam prostituee 1] werkzaamheden als prostituee moest verrichten. Als [naam prostituee 1] uit de club wegwilde, kwamen de drie Russen haar en andere vrouwen halen. Het werk ging altijd door, ook als zij ongesteld was. De benodigde condooms, gel en sponsjes bekostigden de vrouwen zelf bij een seksshop. De drie Russen brachten de vrouwen daar naartoe. [naam prostituee 1] werkte ook in sauna- en seksclubs in Roermond, St. Truiden in België en in Herzogenrath in Duitsland voor de drie Russen. [naam prostituee 1] verdiende met haar werkzaamheden 200 à 300 euro per dag. Dat geld moest zij -tegen haar wil- delen, aanvankelijk met 5 jongens, later met [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en [verdachte], die de helft kregen. De andere vrouwen waren [naam prostituee 2] en [naam prostituee 3]. Ook zij deelden hun verdiensten met de jongens, volgens [naam prostituee 1].

8 [naam prostituee 1] heeft aangegeven dat haar eigenaren drie Russische jongens waren, te weten [naam medeverdachte 1], [verdachte] en [naam medeverdachte 2]. Bij haar intakegesprek met de politie op 18 mei 2011 heeft zij de politie foto s ter beschikking gesteld van die drie Russen. Het betreft [verdachte], [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1]. De verklaring van [naam prostituee 1], dat zij de helft van haar verdiensten moest afstaan aan de eigenaar van de club waar zij werkte en dat zij de andere helft, zijnde 200 tot 300 euro per dag nog moest delen met verdachten, wordt ook ondersteund door het navolgende. In de woning aan de [adres 1] te H. werd op 9 juni 2011 een USB-stick aangetroffen. Deze USB-stick werd onderzocht en daarop werden onder meer fotobestanden en tekstbestanden aangetroffen, waaronder een tekstbestand met de naam en adresgegevens van [naam medeverdachte 1] en een tweetal spreadsheets betreffende Septembris 2010 en Oktobris [naam prostituee 1] heeft over deze spreadsheets verklaard dat het een door haar opgesteld overzicht van haar inkomsten uit prostitutie betrof over de maanden september en oktober 2010, waarbij de eerste kolom haar inkomsten betroffen (zijnde 50% van de totale inkomsten derhalve na aftrek van de 50 % voor de club eigenaar). In de tweede kolom was het gedeelte opgenomen van dit bedrag, dat zij had moeten afstaan aan derden. In het dossier bevindt zich voorts het navolgende telefoongesprek dat werd gevoerd kort voor de aanhouding van [naam medeverdachte 1] en voor de doorzoeking in de woning [adres 1] te H.: Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 17:13: [naam medeverdachte 1] belt uit met NN vrouw [naam medeverdachte 1] vraagt of daar nog iets is. NN-vrouw zegt: haar werkdagboek, zij hield dagelijks de kas bij. Het is over Verder is er nog een plaatje met alle gegevens van [naam medeverdachte 1]. [naam medeverdachte 1] scheldt en vraag zich af hoe zij er aan komt. (...) [naam medeverdachte 1] zegt dat het slecht met hem gaat. Voorts is [naam medeverdachte 1] door de politie geobserveerd en gezien werd op 9 juni 2011 om uur dat [naam medeverdachte 1] met 2 vrouwen een woning aan de [adres 1] te H. binnenging. [naam medeverdachte 1] is vervolgens elders in H. aangehouden om uur. In de voornoemde woning aan de [adres 1] werden op dezelfde dag om uur in een van de binnenzijde afgesloten badkamer [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] aangetroffen. In de woning werden visitekaartjes van seksclubs en sauna s in beslag genomen. Verder zijn in de woning foto s gemaakt van vrouwenlingerie en een grote hoeveelheid condooms. De 3 aangetroffen vrouwen hebben bij hun intakegesprek bij de politie verklaard dat zij in de prostitutie werkzaam waren. Dit alles laat de conclusie toe dat naast [naam prostituee 1], ook [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] behoorden tot de 5 stuks van [naam medeverdachte 1] en dat deze vrouwen voor [naam medeverdachte 1] werkten in de prostitutie.

9 Op zichzelf volgt uit het voorgaande nog niet onomstotelijk dat [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte ook financieel profiteerden van de werkzaamheden van de andere dames, [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3]. Zij hebben immers, anders dan [naam prostituee 1], niet verklaard dat zij inkomsten afstonden aan verdachte en zijn medeverdachten. Uit de verklaring van [naam prostituee 1] kan weliswaar worden geconcludeerd dat [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte deze vrouwen financieel uitbuitten op dezelfde manier als bij haar het geval was, maar alleen op basis van deze verklaring kan dit niet worden bewezen verklaard. Er is echter meer bewijs voorhanden. Uit de telefoongegevens van de gsm van [naam medeverdachte 1] blijkt namelijk dat er geregeld contact is met de vrouwen [betrokkene 3], [bijnaam prostituee 3] en [bijnaam prostituee 4]. Daarbij zijn er voldoende aanwijzingen dat [bijnaam prostituee 3], [naam prostituee 3] is geweest en [bijnaam prostituee 4], [naam prostituee 4]. [naam medeverdachte 1] krijgt van hen bij herhaling sms jes: - 23 mei 2011: (sms 6 van [bijnaam prostituee 3]) te uur [naam medeverdachte 1] als ik vandaag een goede dag heb op het werk. Zal het mogelijk zijn om het geld morgen naar huis op te sturen? - 28 mei 2011: (sms 6 van [betrokkene 3]) te uur - (...) Hoe gaat het? Bij ons zijn gangetje, [bijnaam prostituee 4] 200, ik 150; - 28 mei 2011: (sms 2 van [betrokkene 3]) te 20:09 uur - We doen elke dag ons best; - 29 mei 2011: (sms 3 van [bijnaam prostituee 3] te uur - Normaal. Alleen gisteren was er niemand; - 29 mei 2011: (sms 4 van [betrokkene 3]) te uur - [bijnaam prostituee 4] is naar de kamer, ik 110, zij heeft 3 kamer; - 30 mei 2011: (sms 3 van [bijnaam prostituee 3]) 16:44 uur - (...) [naam medeverdachte 1] er is een probleem in de bar. Er is geen licht. En [betrokkene 5] zegt dat zij hem dicht gooit. En dat hier blijven niet kan!; - 31 mei 2011: (sms 2 van [naam prostituee 2]) te uur - Goedemorgen! Mogen we ALSJEBLIEFT vandaag vrij nemen. Het is toch slecht weer ik denk dat er geen mens komt; - 1 juni 2011: (sms 3 van [betrokkene 3]) te 13:00 uur - Goedemorgen! Gaan we vandaag naar het werk? Hoe laat kom je? - 2 juni 2011: (sms 2 van [bijnaam prostituee 3]) te uur - Voorlopig 50 de rest bij [betrokkene 4]! - 2 juni 2011: (sms 4 van [bijnaam prostituee 3]) te uur - [naam medeverdachte 1] ik heb slechts 50;

10 - 2 juni 2011: (sms 4 van [bijnaam prostituee 3]) te uur - Nee, gewoon, [verdachte] zei gisteren tegen de meisjes dat wat zij bij [betrokkene 4] verdienen, ze zelf houden! Ik informeer of het bij jou ook zo is of niet! - 3 juni 2011: (sms 5 van [betrokkene 3]) te 17:42 uur -(...) Ik heb 3 kamers, [bijnaam prostituee 4] 2. Hoe gaat het met je? - 3 juni 2011: ( sms 6 van [betrokkene 3]) te 17:47 uur - Kom je ons vanavond ophalen? - 3 juni 2011: (sms 3 van [betrokkene 3]) te uur - Ok, alles is normaal. Ik heb 350, [bijnaam prostituee 4] 220; - 3 juni 2011: (sms 6 van [betrokkene 3]) te uur - Ik heb 350, [bijnaam prostituee 4] 270; - 4 juni 2011: (sms 2 van [betrokkene 3]) te uur - Bij ons zijn gangetje. Ik heb 250 [bijnaam prostituee 4] 200. Het is druk maar je moet 40 minuten 1 uur op een kamer wachten. Schrijf straks hoe alles is gegaan, ok? - 4 juni 2011: (sms 4 van [bijnaam prostituee 4]) uur - Ik heb 300. [betrokkene 3] heb ik lang niet gezien. Ook hier spreekt de inhoud van de berichten in het licht van wat in de [adres 1] in H. is aangetroffen voor zichzelf: in deze berichten worden verdiensten in euro s uit prostitutie vermeld. Het gaat over verdiend geld, over kamers en over klanten. Kennelijk worden de verdiensten tot in de late avonduren vergaard en het mag als een feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat dit uren zijn waarop seksclubs open zijn. Verder wordt in deze berichten aan [naam medeverdachte 1] gevraagd of de vrouwen vrij mogen nemen, verdiensten zelf mogen behouden of mogen besteden. De bedragen die in de sms jes vermeld worden, zijn vergelijkbaar met de bedragen die [naam prostituee 1] zegt te hebben verdiend per dag. Haar verklaring, bezien in samenhang met deze sms jes, de uitlatingen van [naam medeverdachte 1] in tapgesprekken met [betrokkene 1] en de wijze van aantreffen van [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in de woning aan de [adres 1] in H., brengen de rechtbank tot de conclusie dat [naam medeverdachte 1] [naam prostituee 1], [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] heeft gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van uitbuiting door misbruik van hun kwetsbare positie en dat hij van deze vier vrouwen een deel kreeg van wat zij als prostituee verdienden. Dit valt rechtstreeks op te maken uit de vraag van [bijnaam prostituee 3] op 2 juni 2011: zij heeft het in haar sms over meisjes die bij [betrokkene 4] hun verdiensten zelf mogen houden en wil kennelijk weten of zij (meervoud dus) ook bij [naam medeverdachte 1] verdiensten zelf mogen houden of juist niet. Bovendien valt niet in te zien, waarom deze vrouwen anders vrijwel dagelijks aan [naam medeverdachte 1] meldden wat zij verdiend hadden. Daarbij worden de bedragen aan [naam medeverdachte 1] kennelijk verantwoord: [naam medeverdachte 1], ik heb slechts 50, zegt [bijnaam prostituee 3] en [betrokkene 3] legt op 4 juni 2011 uit dat het weliswaar druk is, maar dat ze lang moeten wachten op een kamer en dat ze straks schrijft hoe alles is gegaan, waarna ze aan [naam medeverdachte 1] vraagt of hij dat ok

11 vindt. Hieruit blijkt dat de vrouwen zich verplicht voelden [naam medeverdachte 1] te waarschuwen voor tegenvallende inkomsten. Het vragen om toestemming om geld naar huis te mogen sturen, duidt eveneens op het afleggen van verantwoording. [naam medeverdachte 1] ontving dus geld van de vrouwen en had vergaande controle/zeggenschap over de verdiensten. Duidelijk is daarmee dat [naam medeverdachte 1] de spil in het geheel was, maar gelet op de verklaring van [naam prostituee 1] mag worden aangenomen dat ook verdachte zijn deel kreeg. Verdachte was namelijk nauw betrokken bij de activiteiten van [naam medeverdachte 1], hetgeen blijkt uit het volgende. Op 25 mei 2011 heeft verdachte aan [naam medeverdachte 1] een sms gestuurd met de vraag of [naam medeverdachte 1] ze al naar de club heeft gebracht. Dit halen en brengen komt vervolgens ook naar voren uit de inhoud van de verklaringen van [naam prostituee 1] en van de getuige [naam getuige 2]. De vrouwen worden telkens onder begeleiding van [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte gehaald en gebracht naar de clubs. [naam prostituee 1] heeft hierover namelijk verklaard dat zij en de andere vrouwen altijd door verdachte, [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] van de woning naar de clubs en omgekeerd werden gebracht. Met [naam prostituee 1] is verder in haar intakegesprek en haar verhoor gesproken over een woning aan de [adres 2] in H. De buurman van die woning, de getuige [naam getuige 2], heeft verklaard dat hij begin 2010 nieuwe buren kreeg. Twee jonge dames die uit Oost-Europa afkomstig waren en die altijd in gezelschap waren van drie Oost-Europese jongens. Vrijwel dagelijks gingen de meisjes rond uur weg in gezelschap van de drie jongens. De meisjes waren nooit alleen. Tussen en uur kwamen de meisjes weer thuis, altijd in gezelschap van de drie jongens. Een van de jongens voerde altijd het woord. De meisjes zelf kwamen niet aan de voordeur en deden geen boodschappen; dat werd door de jongens gedaan. Als de meisjes en de jongens s middags vertrokken, dan werd eerst een van de auto s gehaald en voorgereden. Daarna kwamen de meisjes onder begeleiding van een van de jongens naar buiten, stapten ze in de auto en reden ze weg. Als men s avonds thuiskwam, dan werden de meisjes met de auto voor de deur afgezet en gingen ze onder begeleiding van een van de jongens de woning binnen. In het voorjaar van 2011 heeft [naam getuige 2] deze jongens en meisjes voor het laatst gezien. Op foto s herkende [naam getuige 2] verdachte, [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2]. Verdachte is door [naam getuige 2] aangeduid als de bestuurder van de auto s waarmee de meisjes werden opgehaald. Er is voorts een tapgesprek dat duidt op nauwe samenwerking tussen [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte en dat de verklaring van [naam prostituee 1] over het afstaan van geld ondersteunt. Gesprek d.d. 8 juni 2011 te 21:13 uur [naam medeverdachte 1] belt uit naar [betrokkene 3]. [naam medeverdachte 1] zegt dat hij het heeft gevonden, een hotel waar een ober marihuana op een dienblad brengt. [naam medeverdachte 1] verwacht van [betrokkene 3] een erotische massage gratis. [naam medeverdachte 1] zegt: wie gaat jullie anders naar het werk brengen? [betrokkene 3] zegt dat

12 [verdachte] het dan gaat doen. [naam medeverdachte 1] zeg dat [verdachte] en [naam medeverdachte 2] nog duurder zijn. Ook houdt [bijnaam prostituee 3] [naam medeverdachte 1] een mededeling van verdachte aangaande de verdiensten voor in haar sms van 2 juni Uit deze verklaringen en telefoongegevens kan dan ook worden opgemaakt dat verdachte betrokken is bij het brengen van vrouwen naar de clubs, er kennelijk ervan op de hoogte is dat er verdiensten worden afgestaan en dat hij geld ontving; hij is immers duurder dan [naam medeverdachte 1]. Het bestaan van een nauwe relatie tussen verdachte en [naam medeverdachte 1] blijkt verder uit de inhoud van een gesprek dat door verdachte en [naam medeverdachte 1] is gevoerd op 9 juni 2011, kort nadat [naam medeverdachte 1] de woning aan de [adres 2] in H. is binnengegaan: Gesprek d.d. 9 juni 2011, te 16:56 uur: [naam medeverdachte 1] belt uit met [verdachte]. [naam medeverdachte 1] vraagt waar hij is. [verdachte] is in Heerlen. [naam medeverdachte 1] zegt dat hij zo meteen met die Joegoslaaf gaat praten. [naam medeverdachte 1] zegt dat shit is gebeurd. Die klootzak wil ons volgens mij bij de politie verklikken, zegt [naam medeverdachte 1]. [naam medeverdachte 1] is nu bij villeboedka (fonetisch). Hij komt zo naar Kruidvat, bij Jan Linders. [naam medeverdachte 1] gaat met hem praten. [naam medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] beter thuis kan blijven. Want misschien wordt hij in de gaten gehouden. [naam medeverdachte 1] zegt dat er vandaag de politie daar is geweest. Bij het huis van [voornaam slachtoffer]. [verdachte] wil ook komen. [verdachte] moet het zelf weten maar hij zegt dat het beter is als niet iedereen komt. [naam medeverdachte 1] zegt: [naam verdachte], stel dat er shit gebeurt. Jij hebt thuis iets liggen. Daarom kun je er beter blijven. [naam medeverdachte 1] zal [verdachte] bellen als hij klaar is. Dan kan [verdachte] komen. [naam medeverdachte 1] spreekt over ons verklikken en acht het raadzaam dat niet iedereen komt. Verdachte heeft thuis iets liggen. Voor verdachte is kennelijk meteen duidelijk waar dit gesprek precies betrekking op heeft en hij geeft aan te willen komen. Voor de rechtbank volgt daaruit dat afstemming plaatsvindt en dat beide betrokkenen nauw samenwerken. Met dit alles staat het voor de rechtbank in voldoende mate vast dat er gesproken kan worden van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte. Dat, dan dusdanig dat bewezen kan worden geacht dat verdachte, overeenkomstig de verklaring van [naam prostituee 1], als medepleger kan worden aangemerkt van de uitbuiting en derhalve ook deelde in de verdiensten van de vrouwen. Niet alleen moesten de vrouwen vergaand verantwoording afleggen over het geld dat zij verdienden en geld afstaan, hetgeen de rechtbank als een vorm van dwang aanmerkt, er was gelet op de verklaring van de getuige [naam getuige 2], ook altijd toezicht op de vrouwen, waaruit onvrijheid spreekt. [naam medeverdachte 1] besliste bovendien nog op andere wijze over het

13 gaan en staan van de vrouwen. [bijnaam prostituee 4] vraagt op 31 mei 2011 of ze alsjeblieft vrij mogen nemen. In het licht van de verklaring van [naam prostituee 1] dat het werk altijd, 7 dagen per week, doorging, is het op zijn minst opmerkelijk dat de vrouwen aan [naam medeverdachte 1] groen licht vragen om een keer niet te hoeven werken. Dit is echter niet het enige voorbeeld van een onaanvaardbare, vergaande greep van [naam medeverdachte 1] op de vrijheid van de vrouwen. Dit blijkt uit het volgende. Opvallend zijn enkele sms jes en tapgesprekken: - 3 juni 2011: (sms 1 van [bijnaam prostituee 3]) [naam medeverdachte 1] we hebben alles opgeruimd. Mogen we snel naar de winkel? - 7 juni 2011: (sms 5 van [bijnaam prostituee 4]): Mag ik naar de apotheek een pleister kopen? - 9 juni 2011: (sms 2 van [bijnaam prostituee 4]): Mag ik met [betrokkene 6] naar de kapper Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 15:09 uur: [naam medeverdachte 1] belt uit naar NN-vrouw NN-vrouw zegt dat ze bij de apotheek bij Action zijn. Daarna gaan ze naar de kapper en dan naar de winkel. Ze zijn nu met z n tweeën, NN-vrouw en [bijnaam prostituee 4]. [naam medeverdachte 1] vraagt waar [bijnaam prostituee 3] is. [bijnaam prostituee 3] ligt op de bank, zegt NN-vrouw. [naam medeverdachte 1] zal zo komen maar hij kan niets kopen, want hij is nu niet alleen.( ) [naam medeverdachte 1] zegt: Jullie mogen niet gezien worden. Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 16:14 uur: [naam medeverdachte 1] wordt gebeld door NN-vrouw [naam medeverdachte 1] vraagt waar ze zijn. Ze zijn om de hoek van het cafeetje waar ze altijd eten. [naam medeverdachte 1] wil weten waarom NN-vrouw zo gek als een deur is. [naam medeverdachte 1] zou naar de kapper komen. NN-vrouw had hem moeten bellen en zeggen dat ze daar zijn weggegaan. [naam medeverdachte 1] had immers geen beltegoed. NN-vrouw zegt dat ze bij een andere kapper zijn. NN-vrouw had het tegen [naam medeverdachte 1] moeten zeggen. NN-vrouw zegt sorry. De rechtbank constateert dat de vrouwen in deze berichten en gesprekken voor volkomen dagelijkse en bijna futiele dingen verantwoording afleggen en toestemming vragen aan [naam medeverdachte 1]. [naam medeverdachte 1] wil weten waar ze zijn en wordt vervolgens boos, als de NN-vrouw niet bij de kapper blijkt te zijn, maar elders en [naam medeverdachte 1] kennelijk niet weet waar zij en de andere vrouw(en) zijn. Ze krijgen daarbij telefonisch op 9 juni 2011 te 15:09 uur de opdracht ervoor te zorgen dat ze niet gezien worden. Dit telefoongesprek vindt plaats tussen [naam medeverdachte 1] en een NN vrouw met telefoon nummer [telefoonnummer], een nummer dat in gebruik is bij [naam prostituee 2]. Dat de vrouwen deze boodschap serieus hebben genomen blijkt reeds uit het feit dat later die dag, op 9 juni 2011 omstreeks 18:00 uur, [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in de woning [adres 1] worden aangetroffen in een van de binnenzijde afgesloten badkamer. Kortom: [naam medeverdachte 1] controleert de vrouwen en houdt toezicht op het gaan en staan van de vrouwen.

14 De rechtbank is alles overziend van oordeel dat de vrouwen vergaand onvrij waren en dat er sprake is geweest van dwang en van feitelijkheden in de vorm van ontoelaatbare controle over de vrouwen, zodanig dat gezegd kan worden dat zij hun verdiensten gedwongen moesten afstaan en gedwongen werkten voor [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte. Verdachte is door zijn nauwe samenwerking met [naam medeverdachte 1] in het geheel aan te merken als medepleger en kan derhalve worden veroordeeld voor mensenhandel. Anders dan de verdediging hecht de rechtbank geen geloof aan de uitlatingen die [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] doen tegenover de politie als zij, na hun ontdekking in het pand aan de [adres 1], zeggen geen slachtoffer te zijn van mensenhandel. De zojuist weergegeven feiten en omstandigheden zijn met die uitlatingen in een te grote tegenspraak. Gegeven de voorgaande vaststellingen, acht de rechtbank het ook geenszins onaannemelijk dat zij vooraf geïnstrueerd zijn om iets dergelijks te zeggen. De sms van [naam medeverdachte 1] waarbij de dames nog eens ingescherpt krijgen dat ze niet gezien mogen worden, spreekt voor de rechtbank op dit punt boekdelen. Het bewijs dat de rechtbank redengevend acht voor haar bewezenverklaring bestaat ook ten aanzien van feit 4 niet alleen of in overwegende mate uit de inhoud van de verklaring van [naam prostituee 1], zodat er geen sprake is van de situatie als bedoeld in de uitspraak van 10 juli 2012 van het Europese hof voor de rechten van de mens inzake Vidgen, waarop de raadsvrouw een beroep heeft gedaan. De rechtbank ziet ook geen reden de verklaring van [naam prostituee 1] volledig buiten beschouwing te laten, omdat deze onbetrouwbaar zou zijn, nu op essentiële punten uit meerdere bronnen bevestiging ontleend kan worden voor die verklaring. Daar waar er geen bewijs uit andere bron is, zal de rechtbank verdachte vrijspreken, omdat anders niet voldaan zou zijn aan het wettelijk vereiste bewijsminimum. Deze vrijspraak bestaat hieruit dat niet bewezen kan worden dat verdachte de vrouwen gedwongen heeft te starten met werkzaamheden in de prostitutie, noch dat hij en/of [naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] geweld hebben gebruikt of gedreigd hebben geweld te gebruiken, zoals de officier van justitie ten laste heeft gelegd. 4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte Feit 1 op 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededader met dat opzet de auto waarin [slachtoffer] zich bevond, klemgereden en die [slachtoffer] geslagen en die [slachtoffer] tegen zijn wil in een (rijdende) auto gehouden en die [slachtoffer] terug in de auto getrokken en die [slachtoffer] - toen hij op het bospad trachtte te vluchten - achtervolgd en voorkomen dat hij zijn vlucht kon voltooien; Feit 2

15 in de periode van 18 mei 2011 tot en met 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkade, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 5000 euro, toebehorende aan [slachtoffer], met dat opzet, - die [slachtoffer] meermalen heeft/hebben geslagen en geschopt en - tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, het hoofd van de dochter van die [slachtoffer] naar [slachtoffer] zou brengen, indien die [slachtoffer] niet zou betalen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; Feit 3 op 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk mishandelend [slachtoffer] meermalen heeft geslagen en geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden; Feit 4 in de periode van 21 april 2010 tot en met 9 juni 2011 in de gemeente Roermond en de gemeente Maasgouw en de gemeente Kerkrade en de gemeente Heerlen en te Sint Truiden, in België en te Herzogenrath in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3], door dwang en feitelijkheden en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gehuisvest en opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3], en die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] door dwang en feitelijkheden hebben gedwongen hen te bevoordelen uit de opbrengst van dier seksuele handelingen met een derde, en die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hebben meegenomen naar België en/of Duitsland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in België en/of Duitsland ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, en opzettelijk voordeel hebben getrokken uit de uitbuiting van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3], bestaande die dwang en die feitelijkheden hieruit dat verdachte en/of zijn mededaders

16 - die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] als prostituee hebben laten werken en - die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] opdracht hebben gegeven om een aantal dagen per week en/of een aantal uren per dag als prostituee te werken en - ruimtes in Roermond en in Linne (gemeente Maasgouw) en in één of meer andere plaatsen in Nederland en België en Duitsland hebben geregeld, alwaar die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] haar prostitutiewerkzaamheden konden/moesten verrichten en - die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] naar/van de plek waar zij zich prostitueerden hebben gebracht en - het die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] meermalen niet hebben toegestaan dat zij zonder toezicht buiten kwamen en - woonruimte voor die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hebben geregeld en - hebben zorggedragen voor controle en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten daaruit van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] en - die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hun verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, hebben laten afgeven aan verdachte en/of zijn mededaders en - hebben verhinderd dat die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] uit eigen vrije wil haar prostitutiewerkzaamheden zouden kunnen beëindigen, en - die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in een door verdachte en/of zijn mededaders gecontroleerde situatie hebben gehouden. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 5 De strafbaarheid Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op: Feit 1 medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of

17 beroofd houden, deel uitmakend van een voortgezette handeling Feit 2 poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, deel uitmakend van een voortgezette handeling Feit 3 medeplegen van mishandeling, deel uitmakend van een voortgezette handeling Feit 4 mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 6 De strafoplegging 6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen van 6 jaren met aftrek van voorarrest. 6.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft geen nadrukkelijk onderbouwd standpunt ingenomen met betrekking tot een op te leggen straf. 6.3 Het oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge komen. Verdachte is langdurig betrokken geweest bij het financieel uitbuiten van vrouwen. De vrouwen waren afkomstig uit Letland. In Nederland moesten zij voor verdachte en zijn medeverdachten werken in de prostitutie. De vrouwen werden ernstig beknot in hun vrijheid. Zij werden gebracht naar en gehaald van hun werk en hielden de verdachten tijdens hun werkzaamheden per sms op de hoogte van hun verdiensten. Van hun verdiende geld moesten de vrouwen, na afgifte van de helft daarvan aan de clubeigenaar, ook nog eens de helft aan verdachte en zijn medeverdachten

18 afstaan. De vrouwen moesten zeven dagen per week werken en moesten aan verdachte en zijn medeverdachten toestemming vragen voor een bezoek aan de kapper, winkel of apotheek. Er is weliswaar geen sprake geweest van directe fysieke dwang of van geweldshandelingen waarmee de vrouwen gedwongen werden zich te prostitueren en geld af te staan, maar als één van hen, [naam prostituee 1], kennelijk de prostitutie wil verlaten, volgt er wel degelijk geweld. De vriend van [naam prostituee 1], [slachtoffer], is hiervan het slachtoffer geworden, omdat hij weigerde zijn vriendin uit handen van verdachte en zijn medeverdachten vrij te kopen. Verdachte en zijn medeverdachten deinzen er blijkbaar niet voor terug hun toevlucht te zoeken tot mishandeling, vrijheidsberoving en afpersing, als hun financiële belangen worden gefrustreerd. Voor de rechtbank en de samenleving valt niet te begrijpen waarom jonge mannen als verdachte menen op deze manier aanspraak te kunnen maken op de inkomsten van een groep vrouwen, die een zwaar beroep uitoefenen en in een kwetsbare positie verkeren. Met dit alles heeft verdachte blijk gegeven van een groot gebrek aan normbesef en respect. Een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is dan ook niet aan de orde. Met betrekking tot mensenhandel komt de rechtbank op grond van vergelijkbare uitspraken tot een uitgangpunt van 10 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf per slachtoffer. Daarnaast dient de rechtbank straf op te leggen voor de feiten 1 tot en met 3, waarvoor zij een gevangenisstraf van 8 maanden gepast acht. Van factoren die aanleiding zouden kunnen zijn tot het opleggen van een lagere straf is geen sprake. De rechtbank zal dan ook 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met aftrek van het voorarrest van verdachte. 7 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 45, 47, 56, 57, 273f, 282, 300, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht. 8 De beslissing De rechtbank: Voorvragen - verklaart zich bevoegd kennis te nemen van de onderhavige zaak; Bewezenverklaring - verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid

19 - verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven; - verklaart verdachte strafbaar; Straffen - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 jaren; - bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf. Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. J.S. Holthuis en mr. C.G.A. Wouters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 januari BIJLAGE I: De tenlastelegging Aan de verdachte is na wijziging ten laste gelegd dat 1. hij op of omstreeks 06 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkrade, althans in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] geslagen en/of die [slachtoffer] tegen zijn wil in een (rijdende) auto gehouden en/of die [slachtoffer] (terug) in de auto getrokken; 2. hij in of omstreeks de periode van 18 mei tot en met 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkade, althans in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (5000 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)met dat opzet, - die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of - die [slachtoffer] een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of

20 - tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, het hoofd van de dochter van die [slachtoffer] naar [slachtoffer] zou brengen, indien die [slachtoffer] niet zou betalen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 3. hij op of omstreeks 06 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkrade, althans in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 4. hij in of omstreeks periode van 21 april 2010 tot en met 19 juli 2011 in de gemeente Roermond en/of de gemeente Maasgouw en/of de gemeente Kerkrade en/of de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland en/of te Sint Truiden, in elk geval in België en/of te Herzogenrath, in elk geval in Duitsland en/of te Riga, in elk geval in Letland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3], door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of doorbedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer anderefeitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door misleiding en/of doormisbruik van een kwetsbare positie heeft geworven en/of gehuisvest en/ofopgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3], en/of die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] heeft/hebben aangeworven en/of medegenomen en/of doen brengen (vanuit Letland) naar Nederland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handeling(en) met en/of voor een derde tegen betaling, en/of die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door misleiding en/of door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare situatie heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem/hen te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handeling(en) met en/of voor een derde, en/of die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] heeft/hebben medegenomen naar België en/of Duitsland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3]

ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0078

ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0078 ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0078 Uitspraak RECHTBANK LIMBURG Zittingsplaats Maastricht Strafrecht parketnummer: 03/703223-11 Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2013 in de strafzaak tegen [verdachte],

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0046

ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0046 ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0046 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 30-01-2013 Datum publicatie 30-01-2013 Zaaknummer 03-703221-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:GHARL:2014:3064 ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 Instantie: Rechtbank Limburg Datum uitspraak: 07-05-2013 Datum publicatie: 16-05-2013 Zaaknummer: 03-700208-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 23-05-2012 Zaaknummer 19.605400-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372 Instantie Datum uitspraak 23-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 02-666988-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 Instantie Datum uitspraak 06-10-2000 Datum publicatie 11-10-2004 Zaaknummer 0975730199 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/ LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/800863-08 Datum uitspraak: 08-09-2008 Datum publicatie: 13-10-2008 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: De militaire kamer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:2849

ECLI:NL:RBZWB:2016:2849 ECLI:NL:RBZWB:2016:2849 Instantie Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 10-05-2016 Zaaknummer 02-820724-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHARL:2013:4611 ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer: 24-002670-09 Uitspraak d.d.: 1 juli 2013 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:610

ECLI:NL:RBNNE:2017:610 ECLI:NL:RBNNE:2017:610 Instantie Datum uitspraak 24-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830257-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

ECLI:NL:GHAMS:2016:709 ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2015:384

ECLI:NL:OGEAA:2015:384 ECLI:NL:OGEAA:2015:384 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 05-10-2015 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer P-2014/15112, 134 van 2015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

LJN: AV7271, Rechtbank Alkmaar, 14.810593-05 en 15.630200-05 (tul)

LJN: AV7271, Rechtbank Alkmaar, 14.810593-05 en 15.630200-05 (tul) LJN: AV7271, Rechtbank Alkmaar, 14.810593-05 en 15.630200-05 (tul) Datum uitspraak: 14-03-2006 Datum publicatie: 28-03-2006 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie