Exarnen \AÀ/O. o I. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voorbereidend Wetenschappelijk. Tijdvak 2 Vrijdag 16 juni uur \-/ Onderwíjs 19

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Exarnen \AÀ/O. o I. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voorbereidend Wetenschappelijk. Tijdvak 2 Vrijdag 16 juni uur \-/ Onderwíjs 19"

Transcriptie

1 Et \.-, i Exarnen \À/O Vrbereidend 89 Wetenshappelijk Onderwíjs 19 Tijdvak 2 Vrijdag 16 juni uur it examen bestaat uit 50 vragen. \-/

2 r 1r Tenzij anders vermeld, is er sprake van nrmale situaties en geznde rganismen. Plantenanatmie fbeelding tnt een dwarsdrsnede van een gedeelte van een stengel van een zaadplant. Enkele ellen zijn met ijfers aangegeven. Welke van de aangegeven ellen zijn het laatst dr deling ntsta an? de ellen en 2 de ellen en 4 de ell en 2 en 3 de ellen 3 en 4 afbeelding 1 2r 3t vergrting 2OO x Rde bledellen n vlgreide rde bledellen van de mens kmen enkele rganellen, zals een kern, een endplasmatish retiulum en ribsmen, niet meeí ví. Een leerling vergelijkt vlgreide rde bledellen met zenuwellen van de mens en det daarver de vlgende beweringen: in deze rde bledellen wrdt minder eiwit geprdueerd dan in zenuwellen, 2 in deze rde bledellen neemt het aantal intate enzymmleulen sneller af dan in zenuwellen, 3 deze rde bledellen kunnen zih mittish delen en zenuwellen kunnen dat niet. Welke bewering is f welke beweringen zijn juist? alleen bewering alleen bewering 3 alleen de beweringen en 2 de beweringen 1,2 en 3 Een blkje uit een aardappel ij een pref wrdt uit een verse aardappel een blkje gesneden. it blkje wrdt ndergedmpeld in een bakje met een zutplssing. Wanneer na enige tijd het vlume van het blkje wrdt bepaald, blijkt dit niet te zijn veranderd. s aan het eind van de pref de nentratie van pgelste stffen in de mringende zutplssinglager dan, gelijk aan f hger dan de nentratie van pgelste stffen in het vaulevht van de aardappelellen van het blkje? Of kan dat niet uit het resultaat wrden afgeleid? e nentratie van pgelste stffen in de zutplssing is lager dan die in het vaulevht van de aardappelellen. e nentratie van pgelste stffen in de zutplssing is gelijk aan die in het vaulevht van de aardappelellen. e nentratie van pgelste stffen in de zutplssing is hger dan die in het vaulevht van de aardappelellen. at kan niet uit het resultaat wrden afgeleid Lees vêídr

3 4r Een weefsel fbeelding 2 geeft een bepaald type weefsel van een mens weer. ij een vlwassene bevinden zih gewnlijk geen haarvaten in dit type weefsel. Over de ellen in dit weefsel wrden drie beweringen gedaan met betrekking tt gebruik f transprt van gluse en van andere rganishe stffen. 1 eze ellen gebruiken geen gluse en andere rganishe stffen. 2 Gluse en andere rganishe stffen bereiken de ellen dr middel van diffusie dr de tussenelstf. 3 Gluse en andere rganishe stffen gaan de ellen binnen dr middel van diffusie dr de elmembranen. Welke van deze beweringen is f welke zijn juist? alleen bewering alleen bewering 2 alleen bewering 3 de beweringen 2 en 3 afbeelding 2 5r 6r Water n ellen van rganismen kan water vershillende funties vervullen. Enkele funties van water in rganismen wrden genemd. / Water dient als plsmiddel vr vele stffen. 2 Water wrdt verbruikt bij de pbuw van gluse. 3 Water wrdt verbruikt bij de afbraak van bepaalde mleulen. 4 Water is betrkken bij het verlenen van stevigheid. Welke van deze funties kan water vervullen bij planten met bladgren? alleen de funties en2 alleen de funties 1,3 en 4 alleen de funties 2,3 en 4 de funties 1,2,3 en4 Organellen Chlrplasten en mithndriën wrden met elkaar vergeleken met betrekking tt de reaties die in deze rganellen kunnen plaatsvinden. Hierver wrden drie beweringen gedaan. 1 n beide typen rganellen vinden reaties plaats, waarbij eletrnen wrden vergedragen. 2 n beide typen rganellen wrdt waterstf gebnden aan een -enzym. 3 n beide typen rganellen wrdt TP gevrmd uit P en Pi. Welke beweringen zijn juist? alleen de beweringen en 2 alleen de beweringen en 3 alleen de beweringen 2 en 3 de beweringen 1,2 en 3 / Lees verder

4 7r ph Yan het bled e ph van het bled yan de mens rryrdt gehandhaafd p een waarde van ngeveer 7,4. e vlgende pressen hebben invled p de ph van het bled: aërbe dissimilatie van gluse in een atieve spier, 2 anaërbe dissimilatie van gluse in een atieve spier, 3 diffusie van CO, uit het bled naar de lngluht. Welk pres heeft f welke pressen hebben een verlagend effet p de ph van het bled? alleen pres alleen pres 2 alleen pres 3 de pressen en 2 Turgr ij een experiment staat een plant met zijn wrtels in een vedingsplssing. Op een bepaald tijdstip Q wrdt deze plant vergebraht naar een plssing waarin de nentratie van pgelste deeltjes hger is dan die in de eerste vedingsplssing. e verige mstandigheden blijven gelijk. e pname en de verdamping van water vr en na tijdstip Q zijn in het diagram (afbeelding 3) weergegeven. afbeeldíng 3 water (mg/uurl t +trjd(min) WatefOpname 8r - Op welk van de aangegeven tijdstippen P, R, S f T is de turgr van de sluitellen van de huidmndjes van de:ze plant het hgst? p tijdstip P p tijdstip R p tijdstip S p tijdstip T Lees verde,

5 \.-.- afbeelding 4 Weefselvleistf fbeelding 4 geeft shematish een haarvat \Meer en de strmrihting van het bled dr het haarvat tussen de plaatsen P en Q. e gebgen pijlen geven de vrming van weefselvleistf en het terugstrmen van weefselvleistf naar het bled shematish weer bledstrm weefsel eze pressen wrden beïnvled dr de bleddruk en dr de druk die ntstaat dr het vershil tussen de nentratie van pgelste stffen in het bledplasma en die in de weefselvleistf (de llïd-smtishe druk). Het verlp van de bleddruk en van de llïd-smtishe druk tussen P en Q kan in een diagram wrden weergegeven. n aíbeelding 5 zijn vier diagrammen,, C en getekend. \. afbeelding 5 druk t = bleddruk -- = llïd - smtishe druk ---> plaats in haarvat druk t druk t --> plaats in haarvat -+ plaats in haarvat druk t 9l n welk van deze diagrammen is in diagram in diagram in diagram C in diagram --> plaats in haarvat het bedelde verlp tussen P en Q juist weergegeven? Lees verder

6 10r andeningen van het zenuwstelsel Vier patiënten met elk een vershillende aandening van het zenuwstelsel vertnen de vlgende ziektebeelden. Patiënt kan niet snel ahter elkaar zijn handpalmen afwisselend naar bven en naar beneden draaien. Patiënt 2heeft een hgere hartslagfrequentie dan nrmaal. Patiënt 3 kan geen beelden herkennen, terwijl er wel impulsen in de netvliezen van zijn gen ntstaan. ij patiënt 4 kan wel de kniepeesreflex van zijn rehterbeen wrden pgewekt, maar zijn rehtervet is gevells. ij welke patiënt is de aandening waarshijnlijk gelaliseerd in de kleine hersenen? bij patiënt bij patiënt 2 bij patiënt 3 bij patiënt 4 Een pref Tabel geeft de nentratie gluse in het bled weer van de prefpersnen P en Q, die in rust zijn en die ieder evenveel van een plssing met 50 g gluse hebben gedrnken. tabel 1 Tijd na het drinken van gluse-plssing (min.) nentratie gluse in bled van prefpersnen (mg glus e/ 100 ml bled) persn P persn Q r r Over het vershil in de verandering van de glusenentratie in het bled van persn P en van persn Q wrden de vlgende uitspraken gedaan: 1 in de alvleesklier van persn Q wrdt minder insuline gevrmd dan in de alvleesklier van persn P, 2 in de lever van persn Q wrdt minder glygeen pgeslagen gedurende deze peride van 150 minuten dan in de lever van persn P, 3 in deze peride van 150 minuten bevat de urine van persn Q minder gluse dan die van persn P. V/elke uitspraak is f welke uitspraken zijn waarshijnlijk juist? alleen uitspraak alleen de uitspraken en 2 alleen de uitspraken 2 en3 de uitspraken 1,2 en Lees verde.

7 Hrmnen fbeelding 6 geeft shematish de ligging arbeerdins 6 van hrmnklier Q bij de mens weer. n afbeeldin g 7 zljn vier rganen die bij mensen vrkmen, aangegeven met R, S, TenU. \.---, afbeelding 7 12r V/elk van de aangegeven rganen en afgifte van hrmnen? rgaan R rgaan S rgaan T rgaan U wrdt dr hrmnklier Q gestimuleerd tt prduktie Lees verder

8 f 13r e eerste menstruatie n het lihaam van een meisje vinden mstreeks het ptreden van de eerste menstruatie k andere veranderingen plaats die daarmee samenhangen. Hierver wrden twee beweringen gedaan. 1 Vrafgaand aan die eerste menstruatie beginnen zih de seundaire geslahtskenmerken te ntwikkelen. 2 e eerste vulatie kan pas plaats vinden, nadat alle eiellen in de varia van een meisje zih hebben ntwikkeld tt rijpe met vht gevulde fllikels. Welke bewering is f welke beweringen zijn juist? e beweringen en 2 zijn beide juist. lleen bewering is juist. lleen bewering 2 is juist. e beweringen en 2 zijn geen van beide juist. Jaarringen Íbeelding 8 geeft een dwarsdrsnede van een stuk hut weer. Hutvat P is in 1986 gevrmd. afbeelding vergrting 2OO x 14r n welk jaargetijde en in welk jazr zijn de hutvaten p plaats Q gevrmd? in het vrjaar van 1984 in de zmer van 1984 in het vrjaar van 1988 in de zmer van Lees verd,

9 \--' 15r Een bril ndig Veranderingen die in een g van een mens kunnen ptreden, zljn: het trebel wrden van het hrnvlies, 2 het trebel wrden van de lens, 3 het verminderen van de elastiiteit van de lens, 4 het grter wrden van de afstand tussen netvlies Oudere mensen kunnen dikwijls alleen wanne er ze en lens. de krant met gestrekte armen vr zih huden, deze znder bril lezen. rj/elke van de genemde veranderingen kan daarvan de rzaak zijn''! verandering verandering 2 verandering 3 verandering 4 Sherp waarnemen Een prefpersn kijkt p 250 m afstand met één g naar een plaat waarp een bm is getekend. Zij hudt haar andere g geslten. Vervlgens steekt zij haar duim p, zdat deze p 30 m afstand van haar g tussen g en plaat kmt (zie afbeelding 9). e delen van de tekening zijn niet in verhuding weergegeven. \-/ afbeelding 9 16r Zalzij haar duim en de bm gelijktijdig sherp waarnemen? En wat is de verklaring vr het al dan niet gelijktijdig sherp waarnemen van duim en bm? Zij neemï haar duim en de bm gelijktijdig sherp rvaar, want de lens van haar g is geammdeerd. Zij neemt haar duim en de bm gelijktijdig sherp waar, want zwel het beeld van de duim als van de bm valt p de gele vlek van het netvlies. Zij neemt haar duim en de bm niet gelijktijdig sherp waar, want p het netvlies valt het beeld van de duim samen met het beeld van de bm. Zij neemt haar duim en de bm niet gelijktijdig sherp waar, want de lens kan niet z geammdeerd zijn, dat zwel de duim als de bm gelijktijdig sherp kan wrden waargenmen. j Lees verder

10 17r 18r Enzymen Vrtdurend gaan werkzame enzymmleulen bij een mens verlren. it verlies wrdt gempenseerd dr aanmaak van enzymmleulen in lihaamsellen. Vier mgelijkheden vr het verlren gaan van enzymmleulen wrden genemd. 1 Enzymmleulen wrden dr de nieren uitgesheiden. 2 Enzymmleulen wrden met de gal uitgesheiden. 3 Enzymmleulen wrden in het spijsverteringskanaal verteerd. 4 ij de in het lihaam heersende temperatuur kan de strutuur van enzymmleulen slehts gedurende een beperkte tijd in stand blijven. Welke van deze mgelijkheden zijn inderdaad rzaak van het verlren gaan van werkzame enzymmleulen? alleen de mgelijkheden 2 en 4 alleen de mgelijkheden 3 en 4 alleen de mgelijkheden 1,2 en 3 de mgelijkheden 1,2,3 en 4 Glusestfwisseling n de stfwisseling van rganismen neemt gluse een belangrijke plaats in. Hiernder staan vier uitspraken ver de stfwisseling van gluse. 1 Gluse kan wrden gevrmd uit aminzuren. 2 Gluse kan wrden gevrmd uit klstfdixide en water. 3 Gluse kan wrden gevrmd uit melkzuur. 4 Gluse kan wrden mgezet in vetzuren. Welke uitspraak is f welke uitspraken zijnvan tepassing p de glusestfwisseling bij de mens? alleen uitspraak 3 alleen de uitspraken 2 en 4 alleen de uitspraken 1,3 en 4 de uitspraken 1,2,3 en 4 demhaling ij de mens verandert vrtdurend de druk van de luht in de lngblaasjes. n het diagram (aíbeelding l0) is p shematishe wijze het drukverlp van de luht in de lngblaasjes tijdens een aantal peenvlgende ventilatiebewegingen weergegeven. Langs de vertiale as is de druk van de luht in de lngblaasjes ten pzihte van de atmsferishe druk uitgezet. n het diagram is een aantal punten aangegeven. afbeelding 1O druk van luht + in lngblaasjes t..v. atmsferishe O druk (kpal t 19r n welk trajet van de urve zijn peenvlgend een in- en een uitademing en ng een inen een uitademing weergegeven, te beginnen met een inademing? in trajet PR in trajet PT in trajet QS in trajet QU 819?_46 19 Lees verd(

11 20r 21 r Zuurstf ij zgdieren bevinden zih tussen de lngen en de spieren van de brstkas respetievelijk het lngvlies, een vleistflaagje en het brstvlies. Tijdens de gaswisseling diffundeert zuurstf uit de lngluht naar het bled van de lnghaarvaten. Welke lagen passeren de zuurstfmleulen uit de luht van een lngblaasje tijdens de diffusie naar het bled in een lnghaarvat? alleen de wand van een lngblaasje en de wand van een lnghaarvat alleen de wand van een lngblaasje, het lngvlies en de wand van een lnghaarvat alleen de wand van een lngblaasje, het lngvlies, het vleistflaagje en de wand van een lnghaarvat de wand van een lngblaasje, het lngvlies, het vleistflaagje, het brstvlies en de wand van een lnghaarvat ntistffen n een experiment wrden muizen geïnfeteerd met de bateriesrt X. Uit deze muizen wrden vervlgens de antistffen geïsleerd die gevrmd zijn tegen antigenen van baterie X. an de geïsleerde antistffen wrdt een stf gekppeld die in ultravilet liht gren pliht. eze stf heeft geen invled p de antistf-antigeen reatie, maar bij deze reatie ntstaat wel een gren-plihtend neerslag. Vervlgens wrdt van drie nbekende muizen P, Q en R bled afgenmen waaruit bledserum wrdt gewnnen. an een bepaalde heveelheid bledserum van elk van deze muizen wrdt evenveel van hetzelfde mengsel van vershillende antistffen tegevegd. n dit mengsel bevinden zih k de antistffen tegen bateriesrt X waaíaan de gren-plihtende stf is gekppeld. Na verlp van tijd wrdt het vlgende resultaat verkregen:. bledserum van muis P + mengsel: gren-plihtend neerslag. bledserum van muis Q * mengsel: geen neerslag. bledserum van muis R + mengsel: neerslag dat niet gren pliht Uit deze resultaten wrden de vlgende nlusies getrkken: 1 in het bledserum van muis P bevinden zih alleen antigenen van bateriesrt X, 2 inhet bledserum van muis Q bevinden zih geen antigenen van bateriën, 3 in het bledserum van muis R bevinden zih andere antigenen dan die van bateriesrt X. Welke van deze nlusies is f welke zijn zeker juist? alleen nlusie alleen nlusie 3 nlusie en nlusie 2 nlusie 2 en nlusie Lees verder

12 Temperatuur n het diagram (afbeelding l1) is de lihaamstemperatuur van een zgdier uitgezet tegen de mgevingstemperatuur. Het dier was bij de metingen steeds in rust. ij P is de laagste en bij Q de hgste mgevingstemperatuur aangegeven waarbij het dier de lihaamstemperatuur nstant kan huden. Het nstant huden van de lihaamstemperatuur kmt neer p het handhaven van de zgenemde warmtebalans. eze balans kan bijvrbeeld wrden verstrd \ryanneer de warmteprduktie in het lihaam hg is, terwijl de afgifte van warmte gering is. n één van de diagrammen in afbeelding 12 is het verband tussen de bij de stfwisseling in rust geprdueerde warmte en de mgevingstemperatuur in het trajet PQ juist weergegeven. afbeelding 1 1 5,J së l-l FË -tre -lt afbeelding 12 *,.Y = tt L. L {J E L3 À.9 Ë -v =E g t {J E L 3 l.9 +, J J E Lt v E b G 3 À.9 x 3 T' Lt {J E s 3l PO mqevings- + v - temperatuur PO ---> mqevings- v - temperatuur PO * PO _ mgevings- "- temperatuur mqevings- r - temperatuur 22r rilelk diagram geeft dit verband juist weer? diagram diagram diagram C diagram 23r Huidmndjes ij nderzek aan weegbreeplanten is gebleken dat p waríne dagen de huidmndjes midden p de dag diht gaan. ls de huidmndjes diht zijn, stijgt de temperatuur in de bladeren. Wat is de direte rzaak van deze temperatuurstijging? het afnemen van de dissimilatie in de bladeren het afnemen van de ftsynthese in de bladeren het afnemen van de luhtvhtigheid rnd de bladeren het afnemen van de verdamping in de bladeren Lees verde

13 24r Spierellen ij een bepaalde persn wrden spierellen van de darmwand en beenellen van de shedel vergeleken. Hierver wrden de vlgende beweringen gedaan: / zijn spierellen hebben een ander gentype dan zijn beenellen, 2 zijn spierellen zijn uit een ander kiemblad ntstaan dan zijn beenellen, 3 dr zijn spierellen zijn f wrden andere eiwitten geprdueerd dan dr zijn beenellen. Welke van deze beweringen is f welke zijn juist? alleen bewering 2 alleen bewering 3 alleen de beweringen en 2 alleen de beweringen2 en3 Een eiel ln afbeelding 13 geven de tekeningen shematish drie peenvlgende stadia weer van de ntwikkeling van een eiel bij de mens. Een aantal kernen is met de ijfers 1,2,3 en 4 aangegeven. afbeelding r Welke van de aangegeven alleen kern alleen de kernen en 2 alleen de kernen 3 en 4 de kernen 2,3 en 4 kernen is f welke zijn haplïd? Lees verder

14 ppels ij appels van een bepaald ras is de invled nderzht van het zuurstfperentage van de luht p de heveelheid afgegeven klstfdixide en de heveelheid pgenmen zuurstf. n deze vruhten vnd alleen dissimilatie van mnsahariden plaats. e temperatuur werd tijdens het nderzek nstant gehuden. e resultaten zijn weergegeven in het diagram (afbeelding l4). e grafieken die de afgifte van klstfdixide en de pname van zuurstf weergeven, vallen samen vanaf het punt waar het zuurstfperentage van de luht hger is dan 8. afbeelding 14 gas (mg/kg/uur) ^10 afgifte COz pname in luht (%) 26r 27r 28r 29r Een gedeelte van het verlp van de grafieken kan wrden verklaard uit het ptreden van dissimilatie vait glus e znder zuurstf. ij dissimilatie van glus e znder zuurstf wrdt dr de ellen van de appel klstfdixide gevrmd. Welk prdukt wrdt hierbij ng meer gevrmd? azijnzuvr ethanl melkzuur e heveelheid gluse die de ellen van de appel verbruiken vr de vrming van een bepaalde heveelheid TP, is bij lá zuurstf in de luht anders dan bij 5% zuurstf en weer anders dan bij 25% zuurstf. ij welk van deze perentages zuurstf in de luht wrdt dr de appelellen de grtste heveelheid gluse verbruikt vr de vrming van deze bepaalde heveelheid TP? bij l/ zuurstf bij 5/ zuurstf bij 250/ zuurstf s zuurstf een beperkende fatr vr de zuurstfperentages van 5, 10 f 15? alleen bij 5/ zuurstf alleen bij 50/ en bij 100/ zuurstf bij 50/0, bij 100/ en bij 150/0 zuurstf Vanaf welk perentage zuurstf in de luht vindt alleen plaats? vanaf 3/ zvurstf vanaf 80Á zuurstf vanaf l5/ zuurstf aërbe dissimilatie van gluse bij aërbe dissimilatie van gluse Lees verdei

15 30r Een erwteplant Tijdens een experiment werd een erwteplant in een mgeving gebraht waar zih in de luht tcor.bevnd. it tco, was dr radi-atieve rac-atmen gemerkt, zdat de verspreiding van de klstfatmen uit dit t4co, in de plant kn wrden gevlgd. Van de tc, die dr een blad werd pgenmen, werd 90% teruggevnden in peul P bij dat blad (zie afbeelding 15). r welke delen van de plant is de meeste rac van het blad naar de peul ververd? dr bastvaten dr hutvaten dr interellulaire hlten in het parenhym afbeelding r Na een aantal weken is de peul rijp. e rijpe peul wrdt geplukt en de kiempjes, de zaadlbben en de wand van de peul wrden nderzht p de aanwezigheid van rac. n welke van de genemde delen kunnen zih eiwitten bevinden die tac bevatten? alleen in de kiempjes alleen in de zaadlbben en in de wand van de peul in de kiempjes, in de zaadlbben en in de wand van de peul Een nier fbeelding 16 geeft een niereenheid van de mens weer met bijbehrende bledvaten. Enkele delen zijn met ijfers aangegeven. afbeelding 16 32r 33r n welk van de del en 2, 3 f 5 bezitten de wandellen de meeste mithndriën per el? in deel 2 in deel 3 in deel 5 Van het bledplasma dat dr bledvat wrdt aangeverd, wrdt 20% vrurine. e verige 80% strmt verder dr bledvat 5. Van de K+-inen in de vrurine wrdt 900/ geresrbeerd. Van het water in de vrurine wrdt 99% geresrbeerd. Op welke van de plaatsen 2, 4 f 6 is de nentratie K+-inen het hgst? p pla ats 2 p plaats 4 p plaats Lees verder

16 rwee hartslagen Het diagram in aíbeelding 17 geeft het verlp van de bleddruk weer p drie vershillende plaatsen in het bledvatenstelsel van de mens. eze drie plaatsen zijn: het begin van de arta, de linkerbezem en de linkerkamer van het hart. e tekening van afbeelding l7 geeft shematish een drsnede weer van de linker harthelft p een bepaald mment van de hartslag. aíbeerdinglt,jt;'k, t 34r 35r 36r...-. = $rafigk P graf = iek O - = gífiek R 345 V/elk drukverlp wrdt dr grafiek Q weergegeven? het drukverlp in de arta het drukverlp in de linkerbezem het drukverlp in de linkerkamer -> t'id (se) Gedurende welke peride in het diagram wrdt de situatie gevnden die in de tekening van aíbeelding 17 is weergegeven? gedurende de peride tussen tijdstip en tijdstip 3 gedurende de peride tussen tijdstip 2 en tijdstip 4 gedurende de peride tussen tijdstip 5 en tijdstip 6 emand tekent een diagram van het verlp van de bleddruk in de rehterkamer van dit hart. Zal in dit diagram de hgste waarde van de bleddruk lager zijn dan 16 kpa, gelijk zijn aan 16 kpa fhger zijn dan 16 kpa? lager gelijk hger mpulsen n afbeelding 18 is een deel van een axn van een zgdier shematish weergegeven. it axn wrdt p plaats Q kunstmatig geprikkeld. ls gevlg hiervan wrdt zwel in de rihting van P als in de rihting van R één impuls vrtgeleid. afbeelding 18,5m 0,05m O.O5m afbeelding 19 membraanptentiaal (mv) l l+ +trjd Lees verder

17 37r Kan dit axn een deel zijn van een mtrish neurn, van een sensrish neurn f van beide type neurnen? alleen van een mtrish neurn alleen van een sensrish neurn zwel van een mtrish neurn als van een sensrish neurn Op plaats R verandert het ptentiaalvershil tussen de binnenkant en de buitenkant van het membraan. it is in het diagram (afbeelding 19) weergegeven. e vertiale pijl in dit diagram geeft het tijdstip van prikkeling bij Q aan. ls gevlg van de prikkel p plaats Q verandert k het ptentiaalvershil p plaats P. n afbeelding 20 zijn drie diagrammen getekend. e vertiale pijlen in deze diagrammen geven het tijdstip van prikkeling bij Q aan. aíbeelding 20 membraanptentiaal (mv) l + -+t-d +tijd 38r 39r 40r n welk van deze diagrammen is de in diagram in diagram in diagram C verandering p plaats P juist weergegeven? e geleidingssnelheid van de impuls bedraagt 100 m/s. s de rustptentiaal p plaats P hersteld als de impuls bij S arriveert? En de rustptentiaal p plaats R? e rustptentiaal is dan p de plaatsen P en R niethersteld. e rustptentiaal is dan alleen p plaats R hersteld. e rustptentiaal is dan zwel p plaats P als p plaats R hersteld. Het axn wrdt p plaats Q pnieuw geprikkeld, nu met een sterkere prikkel. Ok deze prikkel heeft het ntstaan van één impuls tt gevlg, die in beide rihtingen wrdt vrtgeleid. Verandert dr deze sterkere prikkeling de geleidingssnelheid van de impuls? Z ja, wrdt de geleidingssnelheid kleiner f grter dan 100 m/s? Nee, de geleidingssnelheid blijft 100 m/s. Ja, de geleidingssnelheid wrdt kleiner dan 100 m,/s. Ja, de geleidingssnelheid wrdt grter dan 100 m/s Lees verder

18 demhaling n het stripbek 'sterix in Hispania' kmt een jngetje vr dat anderen zijn wil weet p te leggen dr langdurigziin adem in te huden (zie afbeelding2l). ij het inhuden van de adem krijgt het jngetje een rd hfd. Na enige tijd met hij th weer uitademen. Wanneer de samenstelling van de dan uitgeademde luht zu wrden nderzht, zu blijken dat die dan ng wel zuurstf bevat. af beelding 21 N JRWEL SPEENVRRKEN? /nelk? },{lam? ZURE ZJLT?VTS? brn: sterix in Hispania () 1988 Les Editins lbert Rene - Gsinni/Uderz 41 r 42r 43r Kan het adem inhuden en het weer uitademen alleen wrden beïnvled dr het animale zenuwstelsel, alleen dr het autnme zenuwstelsel f dr beide? alleen dr het animale zenuwstelsel alleen dr het autnme zenuwstelsel zwel dr het animale als dr het autnme zenuwstelsel Over de veranderingen in de bledstrm die ptreden wanneer het jngetje een rd hfd krijgt, wrden drie beweringen gedaan. 1 e heveelheid bled die per minuut dr zijn lngen strmt, neemt te. 2 e heveelheid bled die per minuut uit zijn hfd naar zijn hart strmt, neemt af. 3 e heveelheid bled die per minuut uit zijn hart naar zijn hfd strmt, neemt af. Welke bewering is juist? bewering bewering 2 bewering 3 Waardr gaat het jngetje tegen zijn zin p een bepaald mment th weer ademhalen? dr het stijgen van de bleddruk dr het dalen van het zuurstfgehalte van het bled dr het stijgen van het klstfdixidegehalte van het bled Lees verder

19 Ontwikkeling van een kikker Na de bevruhting van een eiel van een kikker ntstaat uit de zygte een mrula (zie afbeelding 22). Gedurende deze ntwikkeling'treden in de ellen geen mutaties p. afbeelding 22 44r 45r 46r Kmen in deze mrula haplïde elkernen vr? Z ja, is een deel van de elkernen in deze mrula haplïd f zijn alle elkernen haplïd? Nee in deze mrula kmen geen haplïde elkernen vr. Ja, een deel van de elkernen is haplïd. Ja, alle elkernen zijn haplïd. emand ziet dat tijdens de ntwikkeling de vlgende veranderingen ptreden: 1 dr verplaatsing van ellen ntstaat een hlte (de erdarm), 2 er wrdt mesderm gevrmd uit entderm, 3 aan de rugzijde ntstaat dr instulping van het etderm een buisvrmige strutuur waaruit nder andere hersenen en ruggemerg zullen ntstaan. Welke van deze veranderingen wrdt de neurulatie genemd? verandering verandering 2 verandering 3 Jnge kikkerlarven veden zih met plantaardig materiaal, terwijl vlwassen kikkers vral van insekten leven. Met betrekking tt het darmk anaal van jnge kikkerlarven en van vlwassen kikkers wrden twee beweringen gedaan: 1 in verhuding tt de grtte van het lihaam is het darmkanaal van vlwassen kikkers langer dan dat van jnge kikkerlarven, 2 zwel in het darmkanaal van jnge kikkerlarven als in dat van vlwassen kikkers wrden peptidasen gevrmd. Welke bewering is f welke beweringen zijn juist? alleen bewering alleen bewering 2 de beweringen en Lees verder

20 Een stambm ij de mens bevindt zih in elk hrmsm van paar nummer 9 een gen vr het 0-bledgrepensysteem. e bledgrepen van het 0-systeem wrden bepaald dr de allelen, ts en i. n een hrmsm nummer 9 kan zih eveneens een dminant allel E bevinden, dat een bepaalde afwijking verrzaakt. e stambm (afbeelding23) geeft de fentypen van leden van een familie met betrekking tt deze eigenshappen. afbeelding O= vruw znder afwiiking O=vruw met afwijkine t] = man znder afwijking =man met afwijking 47 r V/at is het gentype van vruw 1? e e e 48t ij welke van de aangegeven persnen bij een van de uders vrafge gaan? alleen bij persn 4 bij de persnen en 3 bij de persn en 2 en 4 C is aan het ntstaan van het gentype rssing-ver Lees verdet

21 Een vreemde vlieg ij rsphila kmt sms gynandrmrfie arbeeldins 24 vr (zie afbeelding 24). Een deel van het lihaam van een gynandrmrfe vlieg is vruwelijk met kernen met twee X-hrmsmen (XX) en een deel van het lihaam is mannelijk met kernen met éen X-hrmsm (XO). e geslahtskenmerken wrden bij rsphila dr het gentype van de ellen van het desbetreffende lihaamsdeel 49r G 50 Over het ntstaan van een gynandrmrfe vlieg wrden de vlgende uitspraken gedaan: deze vlieg ntstaat drdat een eiel dr twee spermaellen is bevruht: één spermael met een X-hrmsm, de andere spermael met een Y-hrmsm in de kern; 2 deze vlieg ntstaat drdat een eiel is bevruht dr een spermael die als gevlg van een afwijkende meitishe deling niet één X- f één Y-hrmsm in de kern heeft, maar beide geslahtshrmsmen; 3 deze vlieg ntstaat uit een zygte met twee X-hrmsmen; bij één van de klievingsdelingen ntstaat een kern, waarin zih maar één X-hrmsm bevindt. ti/elke uitspraak zal naar alle waarshijnlijkheid een verklaring zijn vr het ntstaan van een gynandrmrfe vlieg? uitspraak uitspraak 2 uitspraak 3 e meder van een andere gynandrmrfe vlieg zag eí nrmaal uit en was hmzygt vr lihaamskleur, beharing en vleugellengte. e vader van deze vlieg had een zwarte lihaamskleur, rvas sterk behaard en had krte vleugels. eze eigenshappen wrden bepaald dr reessieve allelen. e allelen vr vleugellengte zijn X-hrmsmaal, de allelen vr de andere eigenshappen niet. Staat p grnd van deze gegevens vast he de mannelijke helft van deze vlieg eruit ziet met betrekking tt de drie genemde eigenshappen? Z ja,he ziet de mannelijke helft eruit? Nee, de mannelijke helft heeft een nrmale lihaamskleur en nnnale beharing, maar de vleugelvrm is niet te bepalen. Ja, de mannelijke helft heeft een zwarte lihaamskleur, sterke beharing en een krte vleugel. Ja, de mannelijke helft heeft een nrmale lihaamskleur, nrmale beharing en een nrmale vleugel