R.T.G. Ruimte OPENBAAR. Korte aantekeningen van de bijeenkomst van 7 mei Aanvang: uur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "R.T.G. Ruimte OPENBAAR. Korte aantekeningen van de bijeenkomst van 7 mei Aanvang: uur"

Transcriptie

1 R.T.G. Ruimte OPENBAAR Korte aantekeningen van de bijeenkomst van 7 mei Aanvang: uur Aanwezig: Voorzitter: De heer H. Hartemink De leden: De heren Pennings, Weevers, Van Geenen, Groters, Smits, Van der Graaff en mevrouw Oonk. Namens het college: Wethouder Veldhuizen en de heer Scheffer. RTG-griffier: E.J.A.H. Smit. RTG Ruimte 1. Voorstel tot afwijzing van het verzoek van de heer mr. V. Wösten tot herziening van het bestemmingpslan Landelijk Gebied Insprekers: Mevrouw Te Voortwis en de heer Rutgers. De schriftelijke bijlage is bij dit verslag gevoegd. (bijlage I) Er zijn geen vragen aan mevrouw Te Voortwis en de heer Rutgers. Reactie college: De wethouder wijst erop dat momenteel de zaak bij de rechter ligt en dat het college hier gepast mee om zal gaan. Insprekers: De heer Post en mevrouw Lytvynova. De schriftelijke bijlage is bij dit verslag gevoegd. (bijlage II) Vragen aan de heer en mevrouw Post. Vraag: Heeft u in de rapporten gekeken welke normen er waren die voor dit bedrijf zouden gaan gelden? Vraag: Wij hebben dit bestemmingsplan in 2015 vastgesteld. Het is nog niet volledig van kracht omdat het bij de Raad van State ligt. U woont daar korter. Heeft u toen het bestemmingsplan echt bekeken? Vraag: Wanneer heeft u het gekocht? Antwoord: In Antwoord: Op dat moment was het stemmingsplan Buitengebied nog niet volledig. Wij zijn er vanuit gegaan dat hetgeen er stond, zo zou blijven met 6,3 odour als uitstoot. Wat wij daar zagen was voor ons al groot maar acceptabel gezien de omgeving. Antwoord: Op dat moment werden er adressen in het buitengebied ontnomen. Voor ons was Rosierweg 1 en 1a de hoofdprioriteit. De makelaar heeft ons er niet op gewezen dat dit uiteindelijk het doel zou worden. Insprekers: De heer en mevrouw Koskamp. De schriftelijke bijlage is bij dit verslag gevoegd. (bijlage III) Vragen aan de heer en mevrouw Koskamp. Vraag: U bent zelf varkenshouder geweest? Vraag: Hebben hier de campinggasten geen last van op dit moment? Antwoord: Ja. Wij hebben nog varkens bij huis. De stallen zijn verhuurd. In 2010 zijn deze al aangepast naar de huidige norm van uitstoot en vloeroppervlak. Antwoord: Een enkele keer ruiken ze het wel. Maar het is niet massaal. Inspreker: Mevrouw Klein Wolterink. Zij spreekt ook in namens de familie Jentink. De schriftelijke bijlage is bij dit verslag gevoegd. (bijlage IV)

2 Vragen aan mevrouw Klein Wolterink. Vraag: Welke uitspraak van de Rechtbank Gelderland bedoelt u? Vraag: Wat vindt u van de wensen van actiegroep max5odour? Vraag: Wat zouden wij nu precies voor u kunnen betekenen? Vraag: Stel dat wij zouden voldoen aan uw wensen om de geur belasting te handhaven aan de eerder genoemde normen. Heeft u dan geen bezwaar tegen de uitbreiding van 2 naar 6 stallen? Vraag: Er zijn twee normen; 6,3 en is de maximale norm. Daar lijkt nu overheen te worden gegaan. Stel dat deze op 12 odour zou uitkomen. Wat zou u daarvan vinden? Antwoord: Uitspraak van 12 november Dat is de uitspraak die gaat om het beroep tegen de Omgevingsvergunning. Door de rechtbank is het milieudeel geschorst. Dit betekent dat de initiatiefnemer wel mag bouwen maar op basis van de schorsing geen varkens mag huisvesten. Antwoord: Los van de wensen van de actiegroep max5odour, is onze specifieke wens dat in de vaststelling van het bestemmingsplan is gerekend dat de uitstoot van emissie op 6,3 odour zou komen te liggen. Dit is wat ons is voorgespiegeld en ook onze wens. Onze wens is dat de gemeenteraad ons helpt om de initiatiefnemer daar aan te houden. Antwoord: Wij willen de gemeenteraad een aantal suggesties aanreiken. 1. In het bestemmingsplan de enkelvoudige stankhinder middels een aanvullende voorwaarde binden aan 6,3 odeur; 2. Het college alsnog dringend adviseren en toezien op de intrekking van de omgevingsvergunning door het college; 3. Overwegen de goedkeuring aan het bestemmingsplan voor wat betreft de Gendringseweg 9 te herroepen. Antwoord: Nee. Het gaat om de uitstoot van de stallen. Voor ons is heel belangrijk dat onze leefomgeving leefbaar blijft. Antwoord: Wij zouden positief verrast worden op het moment dat er overleg komt met de initiatiefnemer. In een eerder stadium hebben wij geprobeerd als buurt hier inspanning op te leveren, ook een handreiking gedaan. Maar zolang dat moment er niet is, is het voor ons lastig om daar op te reageren. Inspreker: Ing. R.B.M. Aagten namens maatschap van de Wolfshaar. De schriftelijke bijdrage is bij dit verslag gevoegd. (bijlage V) Vragen aan de heer Aagten. 2

3 Vraag: Stel dat wij het hebben over 12 odour. Bent u dan bereidt om daarover met elkaar in gesprek te treden? Vraag: Heeft u aan mediation gedacht? Vraag: U noemde de mogelijkheid, die u heeft aangeboden, om de geurbelasting terug te brengen. Er zijn toch ook geluidsnormen. Worden deze dan niet overschreden? Antwoord: In het verleden hebben wij meerdere gesprekken gehad. Er is veel gebeurt de afgelopen jaren. Dit maakt een goed gesprek niet gemakkelijker. Daarnaast speelt mee dat wij op dit moment met de vergunning bij de Rechtbank zitten. De Rechtbank heeft, in die uitspraak die al aangehaald is, inderdaad het milieudeel geschorst. De Rechtbank noemt daarbij expliciet dat straks bij de bodemprocedure gekeken wordt naar de normen die golden op het moment van besluitvorming. De enige reden dat de RvSt. toch geschorst heeft is dat zij niet heeft kunnen beoordelen of er mogelijk andere aspecten zijn waarop de vergunning zou kunnen stranden. Dan zou bij nieuwe besluitvorming, als de vergunning wordt vernietigd, de nieuwe geurnormen wel van toepassing zijn. Wij hebben naar de Rechtbank aangegeven dat het op zich niet afhankelijk is van de hoogte van de geur emissie, hoe hoog de geurbelasting wordt, maar dat er ook technische mogelijkheden zijn door te voeren op de luchtwassers. Bv. door de luchtuitlaat te smoren zodat de uittredende ventilatielucht sneller, harder omhoog gaat. Het effect daarvan is dat de directe omgeving minder zwaar belast wordt en wij hebben ook laten zien dat wij op een geurbelasting kunnen komen die 10 bedraagt en misschien nog wel lager uit kan komen. Gevolg daarvan is dat de adviseur van de buren naar de Rechtbank aangeeft dat het technisch helemaal niet zo gemakkelijk is omdat wij dan waarschijnlijk meer geluid gaan produceren en dat wij dan in geluid gaan vastlopen. Dus de handreiking die wij hebben gedaan wordt op andere aspecten weer de kop in gedrukt. Dit betekent dat het overleg hierover heel moeizaam gaat. Wij wachten op een oordeel van de rechter en afhankelijk daarvan moeten wij kijken, hoe verder. Antwoord: Wij hebben de vraag gekregen van de wethouder. Wij hebben aangegeven, namens Van de Wolfshaar, dat hij vrij is om een afspraak te beleggen, maar dat wij niet de procedures stop willen zetten. Wij zijn sinds 2015 actief met het verplaatsen van het bedrijf dat oorspronkelijk op de Veluwe zat. Wij willen graag overleggen maar gaan geen mediation traject in met daarbij stopzetting van de procedures want het duurt al veel te lang. Antwoord: Wij hebben uitgebreid gemotiveerd dat hier geen sprake van is. Twee bureaus hebben hier naar gekeken. De gemeente heeft hier ook naar gekeken. Allen komen tot de conclusie dat de geluidsnormen niet worden overschreden. Mr. Wösten trekt dit volledig in twijfel en strooit met zand, zodat de rechter daarover aan het twijfelen komt. Door de fracties van de Progressieve Partij en D66 zijn over dit onderwerp schriftelijke vragen 3

4 ingediend. Deze zijn middels raadsmededeling beantwoord. Vragen over raadsmededeling Vraag: U spreekt van een norm van 20 odour in de Geurvisie. In de Aaltense geurverordening staat die niet vermeld. Daar wordt de wettelijke norm van 14 odour nog eens bekrachtigd. Ons lijkt dat alleen de verordening rechtskracht heeft. De geurvisie is slechts een beleidsmatige onderbouwing hiervan. Klopt deze interpretatie? Vragen aan het college. Vraag: Zijn er meer bedrijven in Aalten die nu een geuroverschrijding hebben door het aanpassen van de norm? Hoeveel zijn er dat? Vraag: Is u bekend dat er een vergelijkbare situatie beschreven is in Grubbenvorst? Wellicht kunnen wij hier van leren? Dit staat beschreven in weekblad de Boerderij van vrijdag 26 april Vraag: Wat zijn de consequenties als wij tegen uw advies ingaan? Vraag: Is er vanuit het college gedacht aan mediation in deze kwestie? Zo niet, zou het college hiertoe bereidt zijn om daarin een regierol te nemen? Vraag: De commissie Biesheuvel is aan de orde geweest. Vorige maand hebben zij het rapport aan de Minister overhandigd. Hierin wordt o.a. geconcludeerd dat de huidige wetgeving wel de rechten van veehouderijen maar onvoldoende die van omwonenden beschermd. Wij als lokale overheid zouden alles op alles kunnen zetten om bewoners beter te beschermen tegen geuroverlast. Welke mogelijkheden ziet u hiervoor in zijn algemeenheid en in dit concrete geval? Vraag: Wij zouden het college kunnen verzoeken de Omgevingsvergunning in te trekken of te schorsen? Vraag: Is er voldoende oog geweest in dit traject voor alle belangen. Niet alleen op dat van de Antwoord: Dit is juist. Antwoord: Hier is geen onderzoek naar gedaan. Hoeveel het er zijn is niet bekend. Dit antwoord houdt u tegoed. Zodra het wel bekend is zullen wij dit meedelen. Antwoord: Wij kennen de situatie niet. Misschien dat u die documentatie heeft? Antwoord: Wij hebben te maken met behoorlijk bestuur. Destijds hebben wij een besluit genomen. Wij spreken hier over een bestemmingsplan en er is sprake van een omgevingsvergunning. Dit moeten wij niet door elkaar halen. Wij hebben hier te maken met het Landelijk Bestemmingsplan Buitengebied Daar zijn deels al zaken door de Raad van State beklonken. Om hier nu totaal vanaf te wijken zou ten opzichte van andere zaken die spelen een onjuiste gang van zaken zijn. Wij proberen het bestemmingsplan voor elkaar te krijgen. Mocht de Rechtbank aangeven dat het zus of zo moet dan zullen wij dit absoluut respecteren. Zodra de uitspraak komt houden wij daar rekening mee. Antwoord: De heer Aagten heeft het juist weergegeven. De vraag hebben wij neergelegd bij de cliënt van de heer Van Aagten. Als wij hier een positieve signaal op krijgen willen wij hier natuurlijk aan meewerken. De vraag is al gesteld door de gemeente, richting van de Wolfshaar. Het antwoord heeft de heer Aagten gegeven. Antwoord: Wij hebben ons aan de wet te houden. In dit geval moet je er vanuit gaan dat er een Omgevingsvergunning is verleend. Deze blijft op tafel, ongeacht welk besluit u ook neemt op basis van dit voorstel. Antwoord: Als raad kunt u elk verzoek neerleggen bij het college. Maar deze vergunning is verleend. Wij hebben te maken met een belangenafweging, met een andere partij. Deze vergunning kunnen wij niet zomaar weer van tafel halen. Antwoord: Alle belangen van alle inwoners worden meegenomen. Ook van deze groep maar 4

5 ondernemer. Zou u nog eens willen kijken hoe al deze mensen op een goede manier met elkaar in verbinding kunnen worden gebracht? Vraag: Onze Geurverordening is 10 jaar oud. Wilt u overwegen om een nieuwe, aangescherpte verordening voor te bereiden? Vraag: Wij zitten in een situatie dat door normverandering de geur is toegenomen. De vergunning is in de oude situatie verleend dus die zal daarop beoordeeld moeten worden. Is het mogelijk om nog aanvullende eisen te gaan stellen om toch bij die oude norm te komen die wij eigenlijk voor ogen hadden? Reactie van de heer en mevrouw Post. Er wordt al gerefereerd dat wij ons juridisch aan de wet moeten houden. Wij zien niet alleen hier in Gelderland maar ook in Noord Brabant de problematiek met megastallen en zeker met de leefbaarheid van buurtbewoners. Dit is echt een vraagstuk in de maatschappij. Wij denken dat je hier met een heel ander niveau mee om moet gaan. Wij zitten hier serieus met de leefbaarheid van het buitengebied. Dit soort projecten vinden wij industrie. Boer zijn, vinden wij iets anders. Dit heeft mogelijkheden maar dit hoort niet thuis in het buitengebied. Daar hebben wij speciale gebieden voor of je hebt een ander vraagstuk en vraagt dan opsplitsing zodat een bedrijf over meerdere locaties wordt verspreidt. Je moet oppassen dat je de leefbaarheid van het buitengebied niet kapot maakt waardoor je eigenlijk vergrijzing krijgt. Dat is iets waar de gemeente Aalten heel erg op hamert voor het buitengebied. Wij willen geen vergrijzing. Het is belangrijk dit als politiek oogpunt te behouden. ook van de aanvrager. Er is absoluut geen onderscheid gemaakt. Wij hebben ook oog voor de groep. Als wij tot een oplossing kunnen komen, dan kent u het antwoord. Antwoord: Deze vraag neem ik mee naar het college. Antwoord: Hier zit een juridisch punt aan. Ten tijde dat de zaak speelde, golden bepaalde voorwaarden. Die moeten wij respecteren. Wij wachten deze procedure af en de uitspraak respecteren wij. Om tussentijds de spelregels te veranderen ga ik niet toezeggen. Reactie van mevrouw Klein Wolterink. De heer Pennings vraagt naar bestaande situaties waar ook sprake zou zijn van een overlast situatie. Spreekster wil benadrukken dat dit nog geen bestaande situatie is. Dit is een vergunde situatie waar, door de 4 extra stallen, de overschrijding van emissies dreigt te ontstaan. Er is nog niet gebouwd. In die zin kan er nog besluitvorming genomen worden om te voorkomen dat er een catastrofe ontstaat voor ons door falende luchtwassers en falende besluitvorming. Reactie van de heer Aagten. Concreet heeft wethouder Kok ons de vraag gesteld of wij bereid zijn in overleg te gaan. Daar hebben wij volmondig, ja, op geantwoord. Wij hebben de bal bij de wethouder laten liggen en gezegd dat hij met de buurt moet overleggen of zij daartoe ook bereid zijn. Daarnaast hebben wij opgemerkt dat wij niet willen dat procedures stop gezet worden. Wij zijn al 5 jaar bezig en nog lang niet aan het eind. Wij moeten gewoon door. Dit wil niet zeggen dat wij niet bereid zijn om in de tussentijd te overleggen. Dit willen wij nogmaals benadrukken. 5

6 De voorzitter concludeert dat er toezeggingen zijn gedaan: Vraag: Zijn er meer bedrijven in Aalten die nu een geuroverschrijding hebben door het aanpassen van de norm? Hoeveel zijn er dat? Antwoord: Hier is geen onderzoek naar gedaan. Hoeveel het er zijn is niet bekend. Dit antwoord houdt u tegoed. Zodra het wel bekend is zullen wij dit meedelen. Vraag: Onze Geurverordening is 10 jaar oud. Wilt u overwegen om een nieuwe, aangescherpte verordening voor te bereiden? Antwoord: Deze vraag neem ik mee naar het college. De voorzitter concludeert dat dit voorstel als bespreekstuk naar de raadsvergadering van 21 mei 2019 kan. 6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18