SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
|
|
- Martha Willemsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SAMENVATTING Geschil over toepassing reparatiebeleid onbevoegde docenten; BVE De werknemer heeft met goedvinden van de werkgever een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de toepassing van het reparatiebeleid van de werkgever ten aanzien van docenten die niet in bezit zijn van de wettelijke onderwijsbevoegdheid. De werknemer stelt zich op het standpunt dat de werkgever dit beleid ten onrechte op hem van toepassing heeft verklaard. Vast staat dat de werknemer niet beschikt over een hbo- of wo-diploma. Eveneens staat vast dat de werkgever aan de werknemer geen geschiktheidsverklaring heeft afgegeven. Het enkele gegeven van een vaste benoeming impliceert niet dat daarmee voldaan is aan de wettelijke benoembaarheidseisen. Aldus dient de werknemer te voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel lid 2 onder d en e van de Wet educatie en beroepsonderwijs: de werknemer moet beoordeeld worden ter beantwoording van de vraag of hem alsnog een geschiktheidsverklaring afgegeven kan worden. Het algemene beleid dat de werkgever in dat kader heeft ontwikkeld is deugdelijk en redelijk. Aangezien hetgeen de werknemer aan bewijsstukken heeft overgelegd geen blijkt geeft van een niveau dat vergelijkbaar is met hbo- of wo-niveau, heeft de werkgever in redelijkheid kunnen besluiten het reparatiebeleid ten aanzien van onbevoegde docenten op de werknemer van toepassing te verklaren. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A en het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van 13 februari 2014, aangevuld op 6 maart 2014 en 5 mei 2014, heeft A aan de Commissie een geschil voorgelegd met betrekking tot het reparatiebeleid van de werkgever ten aanzien van docenten die niet in bezit zijn van de wettelijke onderwijsbevoegdheid. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 16 april De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 14 mei 2014 te Utrecht. A verscheen in persoon en werd bijgestaan door de heer E, juridisch adviseur. De werkgever werd vertegenwoordigd door mevrouw mr. F, juridisch medewerker, en de heer G, hoofd Juridische Zaken. Beide partijen hebben een pleitnotitie overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN A is sinds september 2000 als docent in dienst bij het C, sedert 2002 in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao bve. Pagina 1 van 5
2 Uit een door de werkgever uitgevoerde screening bleek in april 2012 dat van alle bij de werkgever werkzame docenten circa 25% onbevoegd was, waaronder A. Het merendeel van de betreffende groep docenten was werkzaam in een vast dienstverband. Op 21 november 2012 is in dat kader het Beleid en scenario s (on)bevoegde docenten vastgesteld. Dit beleid voorziet erin dat onbevoegde docenten volgordelijk door de werkgever gefaciliteerde stappen kunnen doorlopen om alsnog bevoegd te geraken. Het reparatiebeleid ziet op drie verschillende scenario s: een hbo-bachelorcertificaat ontbreekt, een pedagogisch-didactische aantekening ontbreekt, of beide voornoemde zaken ontbreken. A valt in de eerste categorie, hij heeft geen hbo-bachelorcertificaat. In mei 2013 heeft de werkgever A aangesproken op het ontbreken van de wettelijke onderwijsbevoegdheid. Vervolgens hebben A en de werkgever diverse keren met elkaar gesproken en gecorrespondeerd, waarbij A het standpunt innam dat hij wel bevoegd was en dat het reparatiebeleid daarom op hem niet van toepassing was. Op 4 november 2013 heeft A hierover een bezwaarschrift ingediend bij de Interne Geschillencommissie (IGC) van de werkgever. Bij advies van 11 december 2013 heeft de IGC het bezwaar van A ongegrond verklaard. De IGC was van oordeel dat A niet aan de benoembaarheidseisen van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) voldoet. Pas wanneer dat wel het geval is, kan de werkgever een geschiktheidsverklaring afgeven, aldus de IGC. Bij brief van 8 januari 2014 heeft de werkgever A meegedeeld het advies van de IGC te hebben overgenomen en A daarbij meegedeeld dat hij zich diende te richten naar het vastgestelde reparatiebeleid. Vervolgens heeft A met goedvinden van de werkgever op 13 februari 2014 de kwestie aan deze Commissie voorgelegd. 3. STANDPUNTEN PARTIJEN Standpunt A A stelt dat om te beoordelen of hij in het bezit is van een wettelijke bevoegdheid moet worden gekeken naar de overgangsbepaling van artikel XI Wet beroepen in het onderwijs (Wet BIO). Daaruit volgt dat iemand die vóór het van kracht worden van de Wet BIO (in 2006) aan de benoemingsvereisten voldeed, daaraan ook daarna blijft voldoen. A voldeed voor 2006 aan de benoemdbaarheidsvereisten waardoor artikel lid 3 van de WEB van toepassing is. Dit artikellid bepaalt dat een onbevoegde docent binnen twee jaar aan de benoemingsvereisten moet voldoen. In dat kader wordt uitsluitend gesproken over het behalen van een certificaat met betrekking tot de pedagogisch-didactische kwaliteiten. A heeft een dergelijk certificaat in 2002 behaald en is daarna in vaste dienst benoemd. Zodoende voldeed en voldoet hij nog steeds aan de benoemingsvereisten. Het in 2002 verkregen vast dienstverband is impliciet een bewijs van geschiktheid. Het is aan de werkgever om het tegendeel te bewijzen, in welk geval de werkgever overigens feitelijk zou erkennen bewust in strijd met de wet te hebben gehandeld. De WEB stelt geen nadere vormvereisten en/of aanvullende eisen inzake de bevoegdheid en een eventuele geschiktheidsverklaring. A verricht dezelfde werkzaamheden als collega s die wel een hbo-achtergrond hebben. Zijn standpunt is overigens bevestigd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). A heeft altijd gezegd dat hij mee wil werken aan het reparatiebeleid en dat hij scholing wil volgen. Een Q1000-test, zoals de werkgever als eerste stap voorschrijft, voegt in dat verband echter niets toe. Er zijn meerdere mogelijkheden. A is inmiddels op eigen initiatief en op eigen kosten een EVC-traject gestart (EVC = Erkenning voor eerder Verworven Competenties). Naar verwachting zal hij dit traject in augustus 2014 met goed gevolg afronden. Pagina 2 van 5
3 Standpunt werkgever De werkgever voert aan dat A beschikt over een pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG), een mbodiploma en enkele certificaten die met name betrekking hebben op lassen. De wettelijk vereiste onderwijsbevoegdheid ontbreekt. De leden 1 en 2 van artikel van de WEB moeten in onderlinge samenhang worden beschouwd. Dit brengt, kort gezegd, met zich dat de werkgever een geschiktheidsverklaring pas kan afgeven indien A beschikt over een wo- of hbo-diploma (optie 1), of drie jaar praktijkervaring heeft én naar het oordeel van de werkgever geacht wordt te beschikken over hbo-werk- en denkniveau (optie 2). Optie 1 is in geval van A niet aan de orde en wat betreft optie 2 heeft hij het gevraagde niveau tot op heden niet aan kunnen tonen aan de hand van schriftelijke bescheiden. Uit de door A aangehaalde overgangsbepaling uit de Wet BIO volgt a contrario dat wanneer iemand in het verleden niet aan de eisen voldeed, hij dat na 2006 ook niet doet. Daarbij komt dat de ministeriële overgangsregeling voor docenten als A, waarvan lid 2 van artikel XI Wet BIO spreekt, niet tot stand is gekomen. De door DUO verstrekte informatie is feitelijk onjuist. Het enkel in bezit zijn van een PDG was ook in 2002 onvoldoende. Ook toen moest men door middel van opleiding/ervaring beschikken over een met hbo vergelijkbaar niveau. De strikt genomen niet juiste beslissing om A destijds in vaste dienst te benoemen, berustte louter op diens goede functioneren. Een geschiktheidsverklaring, die ook toen reeds vereist was, is echter nooit afgegeven. A weigert om invulling te geven aan het door de werkgever uitgestippelde beleid, meer specifiek om een zogenoemde Q1000-test af te leggen, waarmee hbo-werk- en denkniveau kan worden vastgesteld. De Q1000-test is in het op A van toepassing zijnde scenario de eerste stap, hetgeen onder meer is ingegeven door de laagdrempeligheid, snelheid en lage kosten van deze test. Het voorgeschreven stappenplan is volgordelijk, waarbij het niet aan de werknemer is om naar eigen inzicht en voorkeur zelf een keuze te maken uit het pakket. A wijkt derhalve met zijn keuze voor een EVC-traject af van het vastgestelde beleid, hetgeen onwenselijke precedentwerking kan hebben. Niettemin zal de werkgever in beginsel een geschiktheidsverklaring afgeven wanneer A het EVCtraject met goed gevolg afrondt. De werkgever wenst daarbij wel te benadrukken dat dit niet automatisch recht geeft op het mogen volgen van een door de school bekostigde hbo-opleiding. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid De instelling is aangesloten bij deze Commissie. Het geschil kan de goede verstandhouding tussen partijen schaden en is met goedvinden van beide partijen aan de Commissie voorgelegd. Derhalve is de Commissie op grond van artikel N-7 cao bve bevoegd van het geschil kennis te nemen en is A ontvankelijk in zijn verzoek. Het geschil De voor de beoordeling van het onderhavige geschil relevante bepalingen zijn de volgende: Artikel XI Wet beroepen in het onderwijs 1.Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van de bekwaamheidseisen voor leraren en docenten in het bezit is van een bewijs van bekwaamheid tot het geven van onderwijs, beroepsonderwijs of educatie ingevolge de wettelijke voorschriften zoals luidend op de dag voor dat tijdstip van inwerkingtreding, wordt bij inwerkingtreding van die eisen aangemerkt als aan de van toepassing zijnde bekwaamheidseisen te voldoen. Pagina 3 van 5
4 2.Bij ministeriële regeling kunnen regels van overgangsrechtelijke aard worden vastgesteld ten aanzien van degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de bekwaamheidseisen voor leraren en docenten, ingevolge de wettelijke voorschriften zoals luidend op de dag voor dat tijdstip van inwerkingtreding bevoegd zouden zijn tot het geven van onderwijs, beroepsonderwijs of educatie zonder in het bezit te zijn van een bewijs van bekwaamheid daarvoor. Artikel Wet educatie en beroepsonderwijs [...] 2. Tot docent aan een instelling kan slechts worden benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming degene die: c. in het bezit is van een door het bevoegd gezag afgegeven geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel Artikel Wet educatie en beroepsonderwijs 1. Aan degene die niet in het bezit is van een in artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, genoemd getuigschrift of diploma respectievelijk genoemde erkenning van beroepskwalificaties wordt door het bevoegd gezag dat voornemens is betrokkene te benoemen een geschiktheidsverklaring afgegeven, indien de betrokkene naar het oordeel van het bevoegd gezag: a. vakinhoudelijk bekwaam is en geschikt is voor het beroep van docent, en b. voldoet aan de in artikel 4.2.3, derde lid, onder a genoemde eisen, blijkend uit het bezit van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of c. in staat is verantwoord les te geven en binnen twee jaar na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming tot docent te voldoen aan de in artikel 4.2.3, derde lid, onder a, genoemde eisen. 2. Het bevoegd gezag geeft de in het eerste lid bedoelde verklaring slechts af, indien: a. betrokkene in het bezit is van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs of in het hoger beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, niet zijnde een getuigschrift als bedoeld in artikel 4.2.1, tweede lid, onderdeel b 1 tot en met 4,, of d. betrokkene ten minste drie jaren ervaring heeft in de praktijk van het beroep waarop het desbetreffende onderwijs is gericht en naar het oordeel van het bevoegd gezag door een combinatie van opleiding en ervaring geacht wordt te beschikken over een kwalificatieniveau dat vergelijkbaar is met het onder a tot en met c bedoelde kwalificatieniveau, en e. de gevolgde opleiding en de maatschappelijke of beroepservaring van betrokkene, in onderlinge samenhang bezien, naar het oordeel van het bevoegd gezag van voldoende belang zijn in verhouding tot de beoogde werkzaamheden aan de instelling. 3. Indien betrokkene niet in het bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, stelt het bevoegd gezag vast, welke scholing en begeleiding voor betrokkene noodzakelijk zijn om binnen twee jaar na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming te kunnen voldoen aan de in artikel 4.2.3, derde lid onder a, genoemde bekwaamheidseisen ten aanzien van pedagogisch-didactische kennis, inzicht en vaardigheden. Vast staat dat A niet beschikt over een hbo- of wo-diploma. Eveneens staat vast dat de werkgever tot op heden aan A geen geschiktheidsverklaring heeft afgegeven, ook niet toen A in 2002 in vaste dienst werd benoemd. Derhalve dient te worden geconcludeerd dat de benoeming in vaste dienst destijds niet op juiste gronden heeft plaatsgevonden. Immers, ook toen diende een docent te voldoen aan de wettelijke eisen voor benoembaarheid, hetzij door middel van opleiding, hetzij door middel van een Pagina 4 van 5
5 door de werkgever afgegeven geschiktheidsverklaring. Wat daar verder van zij, anders dan A stelt impliceert het enkele gegeven van een vaste benoeming niet dat daarmee is voldaan aan de wettelijke benoembaarheidseisen. Daar is meer voor nodig. Het voorgaande brengt met zich dat het overgangsrecht zoals neergelegd in artikel XI Wet BIO niet op A van toepassing is, nu hij niet voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden. Aldus dient A te voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel lid 2 onder d en e van de WEB. Concreet betekent dit dat A behoort tot de docenten, die beoordeeld dienen te worden door de werkgever, ter beantwoording van de vraag of aan hem alsnog een geschiktheidsverklaring afgegeven kan worden. Het algemene beleid dat de werkgever in dat kader heeft ontwikkeld komt de Commissie deugdelijk en redelijk voor. Zo blijkt de volgorde van de door de betreffende docent te ondernemen stappen mede gebaseerd op aspecten als laagdrempeligheid, kosten en snelheid. Tevens houdt het beleid rekening met eventuele persoonlijke omstandigheden van de docent en is er een hardheidsclausule opgenomen. Aangezien hetgeen A aan bewijsstukken heeft overgelegd naar het oordeel van de Commissie geen blijkt geeft van een niveau dat vergelijkbaar is met hbo- of wo-niveau, heeft de werkgever A in redelijkheid kunnen verplichten zich te richten naar het vastgestelde reparatiebeleid. Ten slotte en ten overvloede merkt de Commissie nog het volgende op. Hoewel A met het weliswaar op eigen kosten starten van een EVC-traject bewust is afgeweken van het door de werkgever vastgestelde beleid, acht de Commissie het redelijk dat de werkgever, nu het EVC-traject naar verwachting binnen afzienbare termijn zal worden afgerond, de uitkomst daarvan tot het nieuwe schooljaar en uiterlijk 1 oktober 2014 afwacht alvorens eventueel nadere actie richting A te ondernemen in het kader van het ingezette beleid. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie dat de werkgever in redelijkheid heeft kunnen besluiten het reparatiebeleid ten aanzien van onbevoegde docenten op A van toepassing te verklaren. Aldus gedaan te Utrecht op 13 juni 2014 door mr. P.E.M. Messer-Dinnissen, voorzitter, mr. Chr. H. Stokman-Prins en mr. G.J. Wubs-Postma, leden, in aanwezigheid van mr. J.J. van Beek, secretaris. mr. P.E.M. Messer-Dinnissen voorzitter mr. J.J. van Beek secretaris Pagina 5 van 5
Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatiehet College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatieNotitie Ontheffingen bevoegdheidsregels
Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele
Nadere informatieBezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.
108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G
SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieBeroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.
108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever
SAMENVATTING 104019 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
SAMENVATTING 104000 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure
Nadere informatieUITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,
Nadere informatiede Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster
103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F
SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft
Nadere informatieSAMENVATTING. 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO
SAMENVATTING 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO Partijen zijn verdeeld over: A. De aard van de werkzaamheden van bezwaarde op de resultaatgebieden: 1. Optreden als expert/inhoudsdeskundige,
Nadere informatie106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.
106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,
Nadere informatieSAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO
SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat
Nadere informatie105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo
105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatieDoor werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.
106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren
107364 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving
Nadere informatiehet College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatieBezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond
LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING CONFESSIONEEL BVE FUWA Confessioneel BVE 2014-01 18 november 2014 Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond Samenvatting
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieSAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE
SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.
108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen
Nadere informatieSAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE
SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam
107544 Terugplaatsing in de functie docent LB is onthouding van promotie. De terugplaatsing is redelijk omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten van docent LD en omdat hij de aangeboden
Nadere informatieSluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO
106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te
Nadere informatieInterpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.
108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
SAMENVATTING 105250 - Geschil over toepassing artikel H-60 De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder
Nadere informatieCommissie van Beroep VO SAMENVATTING
SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee
103469 S AMENV ATTING Bezwaar tegen de waardering als programmacoördinator/docent 10 BVE Werknemer is in het kader van de invoering van FUWA-BVE benoemd als programmacoördinator/docent schaal 10 opleiding
Nadere informatieOntslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO
106522 - Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita
107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4-3 0 5
U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder
Nadere informatieHet medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK
107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.
107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.
Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 344 Wet van 30 juni 2004 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet
Nadere informatieSAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.
SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming
Nadere informatieUITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel
107068 - De indeling van de functie in die van Adviseur/inhoudsdeskundige B is juist omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving en de kenmerkscores correct
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.
106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten
Nadere informatieADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt
107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende
Nadere informatieCommissie van Beroep VO
105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd
Nadere informatieSAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR
SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract
Nadere informatieCommissie van beroep vo
107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende
Nadere informatieUITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.
107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en
Nadere informatieSAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)
SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over
Nadere informatieGeschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.
108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieSAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR
SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A
107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107525 - De werkgever past de cao mbo niet goed toe door de werkverdeling vast te stellen zonder dat eerst het team in de gelegenheid is gesteld hiervoor een voorstel te doen en door onjuiste invulling
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
104275 SAMENVATTING Landelijke De hoofdlocatie van de school bezit een mediatheek. De vestiging waar bezwaarde werkzaam is heeft een open leercentrum. Het scoreprofiel van de Coördinator Mediatheek wijkt
Nadere informatieSAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming
Nadere informatieBij beslissing van 14 april 2013 heeft het college van bestuur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2013/091 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 9 oktober 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bestuursakkoord collegegeld tweede
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 105044 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De arbeidsongeschiktheid van werkneemster heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden is niet te verwachten.
Nadere informatieNalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 103720/103727 Twee Beroepen tegen ontslag wegens reorganisatie BVE Het dienstverband is opgezegd tijdens ziekte van de werknemer. De Commissie overweegt dat de werkgever ingevolge artikel
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen
108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,
Nadere informatiede Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR
Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105932 - Beroep tegen indirecte onthouding promotie: Het beroep is gericht tegen de beslissing om de werknemer in het schooljaar 2013-2014 met 7 lessen in de bovenbouw en 7,5 lessen in de
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatie107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was.
107502/107581 - De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY1711
ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-10-2012 Datum publicatie 31-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201986/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman
Werknemer, aanvankelijk benoemd als docent, kampt al vele jaren met hartproblemen als gevolg waarvan hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest. Na volledig herstel is hij weer gaan werken als projectleider,
Nadere informatie3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.
Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,
Nadere informatieUITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever
108101 - Het bezwaar tegen handhaving van de functie informatiemanager schaal 11 is gegrond omdat bepaalde structurele werkzaamheden niet in de functiebeschrijving zijn opgenomen. in het geding tussen:
Nadere informatieCommissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013
Commissie voor geschillen CAO-BVE Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2013 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der
Nadere informatieBezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:
Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs: Uitspraak 07.03 9 oktober 2007 Functiewaardering remedial teacher Vanwege het ontbreken van
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.
107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatieVerzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING
106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout
107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR
108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd
Nadere informatie