ATLAS-TI EEN INLEIDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ATLAS-TI EEN INLEIDING"

Transcriptie

1 ATLAS-TI EEN INLEIDING MTSO-INFO 24 DIMITRI MORTELMANS 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans Tel : +32 (03) Fax : +32 (03)

2 MTSO-INFO Documenten in de reeks MTSO-INFO werden geschreven door leden van de vakgroep MTSO (Methoden en Technieken van het Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek) met als doel op een heldere en eenvoudige manier bepaalde thema's van onderzoeksmethoden en computergebruik uit te leggen. De thema s sluiten aan bij analysetechnieken of softwareprogramma s die gebruikt worden aan de Faculteit PSW van de Universiteit Antwerpen. Vermits sommige documenten door andere leden van de Universiteit Antwerpen of daarbuiten nuttig kunnen zijn, worden deze gratis online aangeboden op Het downloaden en verspreiden van deze documenten is toegestaan mits correcte bronvermelding. WAARSCHUWING: De documenten worden slechts sporadisch bijgewerkt. Dit heeft repercussies voor die documenten die slaan op software. De auteurs hebben niet de bedoeling om bij het uitkomen van nieuwe versies van programma s steeds het hele document te herschrijven. Daarom dient de lezer er rekening mee te houden dat het document steeds slaat op de softwareversie zoals deze bij het uitkomen van het MTSO-INFO document gangbaar was.

3 ATLAS-TI. EEN INLEIDING Inhoud 1 INLEIDING: ALGEMENE CONCEPTEN VAN ATLAS-TI HERMENEUTICAL UNITS (HU) PRIMAIRE DOCUMENTEN ( ) QUOTATIONS ( ) CODES ( ) MEMOS ( ) FAMILIES ( ) SUPERCODES ( ) NETWERKEN ( ) KENNISMAKEN MET HET PROGRAMMA PRIMAIRE DOCUMENTEN VOORBEREIDEN EN TOEVOEGEN CODEREN FASE 1: RUWE DATA CODEREN De a-priori benadering: het codeboek genereren De a-priori benadering: coderen op basis van het codeboek De inductieve benadering: codes aanmaken tijdens het coderen FASE 2: AXIAAL CODEREN OF PATROONCODEREN AUTOMATISCH CODEREN Testfase: de zoekfunctie Eenvoudige en complexe zoekexpressies schrijven Automatisch coderen OVERBODIGE CODES CLEANEN MEMO S ANALYSEREN FAMILIES MAKEN EN GEBRUIKEN Families maken Families gebruiken QUOTATIONS OPVRAGEN DE QUERY-TOOL IN ATLAS-TI Operatoren De query-taal: queries schrijven Supercodes Textbase selection NETWERKVOORSTELLINGEN BOUWEN IN ATLAS-TI KWANTITATIEVE ANALYSE IN ATLAS-TI GEGEVENSUITVOER VANUIT ATLAS-TI NAAR SAS MTSO INFO / UA - FPSW

4 2 1 Inleiding: Algemene concepten van Atlas-ti Atlas/ti is slechts een van de vele pakketten die op de markt beschikbaar zijn voor het verwerken van kwalitatieve gegevens. In onze faculteit is voor Atlas/ti gekozen omdat het in 1997 het eerste softwarepakket was voor Windows 95. De makers van het programma omschrijven Atlas als een programma dat offers tools to manage, extract, compare, explore, reassemble meaningful pieces from your extensive amounts of data in a very creative, flexible, yet systematic way. Een set van hulpmiddelen dus die het leven van de kwalitatieve onderzoeker heel wat aangenamer maakt. Bovendien is Atlas-ti geprogrammeerd vanuit een Grounded Theory filosofie. Dat maakt het programma uitermate geschikt voor doorgedreven kwalitatieve analyses. Voor we het uitzicht van het programma en de belangrijkste onderdelen van het Atlasscherm behandelen, willen we hier eerst ingaan op de basisconcepten van het programma. Wanneer de gebruiker zich deze concepten eigen gemaakt heeft, is het werken met Atlas-ti (bijna) kinderspel. 1.1 Hermeneutical Units (HU) Atlas werkt met Hermeneutical Units, kortweg HU genaamd. Zo n HU is niets meer dan de verzamelnaam van één project in één bestand. Elk onderzoek zit bijgevolg in één HU en elke HU bevat naast de primaire documenten (interviews, teksten of beelden) ook codes, families, memos, zoekopdrachten, netwerken, enzovoort. Het hele project (op de primaire documenten na) wordt bewaard in één enkel bestand dat op de harde schijf terug te vinden is met de extensie.hpr. Binnen de hermeneutische unit worden allerlei objecten bewaard. Objecten is de verzamelterm die gebruikt wordt voor alle elementen waarmee de kwalitatieve onderzoeker tijdens zijn onderzoek werkt. Deze objecten zijn hiërarchisch te ordenen zoals onderstaande figuur aantoont:

5 3 Super codes Families Netwerken Code familie Codes Quotations Primaire documenten Primaire documenten familie Zoals het schema aangeeft is de hele hermeneutische unit een web van met elkaar verbonden en aan elkaar gekoppelde objecten. Het basisniveau wordt gevormd door de primaire documenten (de interviews). Die documenten worden onderverdeeld in quotations door er codes aan te hechten. Van de belangrijkste objecten kan je dan nog eens families maken. Zo vormen codes die bij elkaar horen een code familie en primaire documenten van gelijkaardige aard een familie van primaire documenten. Codes kunnen verder nog samengevoegd worden tot supercodes. Tot slot kan de onderzoeker zijn theorie grafisch uitbouwen doordat alle objecten met elkaar tot een netwerk te koppelen zijn in de netwerkeditor. Deze opsomming zou wel eens meer kunnen vertroebelen dan ophelderen. Daarom gaan we verder met een meer systematische behandeling van alle objecten die zojuist de revue gepasseerd zijn. 1.2 Primaire documenten ( ) De primaire documenten zijn het veldmateriaal, de ruwe data. In geval van beeldonderzoek kunnen dat foto s zijn, in de meeste gevallen zijn dat echter teksten. Atlas-ti kan drie typen primaire documenten behandelen: tekstmateriaal, visueel materiaal en auditief materiaal. We concentreren ons hier echter alleen op het tekstueel materiaal (interviews). Binnen dit hoofdstuk is het zelfs beter om te spreken van transcripts van interviews. Wanneer je een primair document in een HU binnenbrengt, krijgt dit een unieke naam. De naam begint steeds met P (van primair document) gevolgd door een uniek volgnummer. Daarachter worden nog de eerste veertig karakters van de bestandsnaam gevoegd. Het is daarom aan te raden om de bestandsnamen zo te kiezen dat je aan de hand van de eerste veertig karakters duidelijk weet van wie welk interview is. Het maakt het bladeren door de verschillende documenten later eenvoudiger.

6 4 1.3 Quotations ( ) Quotations zijn delen van het primaire document die door de onderzoeker belangwekkend of interessant zijn bevonden. De aard van een quotation is minder belangrijk. Het kan een teken, een woord, een lijn, een zin, een paragraaf of de hele tekst zijn. Belangrijk is te weten dat Atlas-ti automatisch quotations creëert zodra er minstens één code aan wordt gehecht. Ook al kan de gebruiker vrije (niet code-gebonden) quotations maken, hij werkt meestal met quotations die Atlas-ti creëert. Ook quotations hebben een eigen naamgeving. Elke quotation start met een index bestaande uit twee cijfers. Het eerste cijfer verwijst naar de nummer van het primaire document waar de quotation in terug te vinden is. Het tweede getal is een volgnummer van de quotation binnen dat document. Zijn er in een document dertig quotations terug te vinden dan zal het tweede getal oplopen tot Codes ( ) Codes hebben als doel betekenissen in de primaire documenten te vatten. Terugkerende en belangrijke elementen die uit de interviews naar voor komen, worden op een abstracter niveau getild door ze op te slaan in codes. Deze codes kunnen later in de analyse dan nog samengevoegd worden bij het vormen het theoretisch kader. Technisch gezien zijn codes korte omschrijvingen die het abstracte idee achter de code uitdrukken. Ook codes krijgen een additionele numerieke code bij de naam. Deze keer wordt een index gebruikt achter de naam. De index staat tussen accolades {} en bevat twee getallen die een theoretische inhoud hebben. Het eerste getal geeft aan hoeveel quotations reeds met deze code gecodeerd werden. Dit geeft een idee van de groundedness van de code. Hoe hoger de groundedness van een code, hoe meer bewijzen voor de code er gevonden werden in de primaire documenten. Dit kan belangrijk zijn bij het uitwerken van de analyse. Het tweede getal geeft aan hoeveel verschillende codes er nog tezamen met deze code aan één quotation gehecht werden. Let op: het getal geeft niet het maximaal aantal codes dat tegelijk met deze code aan één quotation werd gehecht. Het geeft wel het gecombineerd samen voorkomen van deze code met andere codes weer. Dit wordt de densiteit van de code genoemd. Hoe hoger het getal hoe meer de code met andere codes genesteld is. Ook dit is belangrijk om de plaats van een code in een theoretisch kader te bepalen. 1.5 Memos ( ) Memos zijn het theoretische en praktische geheugen van de onderzoeker. Tijdens het coderen kan hij aan quotations een memo hechten waarin hij schrijft waarom dit fragment met die bepaalde code verbonden werd. Of de onderzoeker kan een memo schrijven bij een bepaalde code wanneer hij inzichten krijgt over de plaats van de code in het theoretische kader. Daarnaast kunnen ook vrije memo s gecreëerd worden voor losse gedachten of ideeën tijdens het werken in Atlas-ti.

7 5 1.6 Families ( ) Families in Atlas-ti ondersteunen de analyse door bepaalde typen objecten te groeperen. Het meest voorkomend zijn families van codes en families van primaire documenten. Soms worden families wel eens omschreven als containers van Atlas-ti objecten. 1.7 Supercodes ( ) De Query Tool van Atlas-ti laat toe om in Atlas zoekacties (queries) uit te voeren op het voorkomen van codes. Queries worden door onderzoekers heel vaak gebruikt in hun onderzoek. Ze helpen immers om relaties en verbanden tussen de verschillende codes en quotations te ontdekken. Zo kan men een query schrijven om te kijken hoeveel keer bepaalde codes samen aan één quotation gehecht worden. Atlas-ti gaat er (correct) van uit dat het resultaat van een dergelijke query een nieuwe abstractie oplevert. Daarom kan de onderzoeker zijn query, indien hij die later nog eens wil bekijken of uitvoeren, opslaan in een Supercode. Het is een code omdat het opnieuw een abstractie vanuit de data betreft. Het is een supercode omdat deze code niet apart gebruikt kan worden om in primaire documenten verder te coderen. 1.8 Netwerken ( ) Wanneer de onderzoeker bezig is met het opbouwen van een theoretisch kader op basis van zijn data, kan hij gebruik maken van de netwerkeditor van Atlas-ti. Deze tool stelt de onderzoeker in staat verbindingen te leggen tussen alle objecten in Atlas-ti. Deze verbindingen krijgen een inhoudelijke betekenis omdat het niet zo maar pijlen zijn die getrokken worden, maar relaties die tussen objecten (bv. codes) gelegd worden. 2 Kennismaken met het programma Wanneer de gebruiker opstart krijgt hij van Atlas-ti de vraag of hij een nieuwe HU wil maken of een oude openen. Wanneer de onderzoeker zijn keuze heeft gemaakt, wordt het programma geopend en krijgen we volgend scherm te zien.

8 6 Wat op het eerste zicht opvalt, is het grote assortiment nieuwe iconen bovenaan en links en de vier verschillende drop-downmenu s. De betekenis van de iconen zal gradueel duidelijk worden doorheen deze cursus. Op de vier vensters gaan we nu iets dieper in: De essentie van het programma is terug te vinden in de vier lange rechthoekige venstertjes bovenaan het scherm. Deze laten de gebruiker toe om alle belangrijke onderdelen van Atlas snel te benaderen. Het meest linkse venster geeft een lijst van alle primaire documenten die in de HU zijn ondergebracht. Rechts naast dat venster kan de gebruiker alle quotations terugvinden. Het derde venster geeft een overzicht van alle codes die tot dan toe in het codeboek zijn opgenomen. Het laatste venster is het memo-venster. Elk van deze vensters bestaat in feite uit twee onderdelen: een vierkant venstertje en een zogenaamde drop down -lijst. Het vierkante venstertje aanklikken geeft een apart venster waar een overzicht gegeven wordt van het object in kwestie. In dat venster kan je de elementen die aanwezig zijn verwijderen, hernoemen of je kan er nieuwe bijmaken (een nieuwe code toevoegen bijvoorbeeld). De drop-downlijst geeft een overzicht van alle elementen die nu in dat onderdeel aanwezig zijn en geeft de gebruiker een snelle toegang tot die objecten. Klikken op een primair document uit de lijst van aanwezige documenten geeft dit document in de werkruimte weer zodat er bijvoorbeeld gecodeerd kan worden.

9 7 Margin Area aanof uitklikken Onder deze vierdeling volgt dan een grote werkruimte. Bij het opstarten van het programma is deze volledig leeg. Als men wil gaan coderen kan men de tekst van het primaire document daar op het scherm brengen (zie boven). In het voorbeeld is ook nog de zogenaamde Margin Area te zien. Dat is een optie die rechts een extra kantlijn creëert waarin de reeds toegekende codes zichtbaar worden. Dat is gemakkelijk voor de codeurs omdat die op die manier weten waar ze gebleven zijn (na een koffiepauze bijvoorbeeld). In essentie dient de werkruimte dus voor het afbeelden van de primaire documenten om te coderen of te corrigeren. 3 Primaire documenten voorbereiden en toevoegen De eerste stap bij het werken met Atlas-ti is het toevoegen van de ruwe data in het programma door de primaire documenten in het document in te voegen. Invoegen is hierbij een misleidende term want Atlas-ti legt enkel een koppeling naar het bestand dat de onderzoeker als primair document wil invoegen. Dat wil zeggen dat enkel de bestanden als externe documenten blijven bestaan naast de HU. Alle andere objecten worden bewaard in het hpr-bestand zelf. We gaan hier later nog dieper op in. In dit hoofdstuk werken we met tekstuele primaire documenten en bijgevolg gaan we teksten als primaire documenten in het programma inbrengen. De enige voorwaarde die Atlas stelt aan de tekstuele primaire documenten is dat ze in ASCII formaat zijn. In tegenstelling tot andere programma s moeten er dus geen speciale opmaakformaten gehanteerd worden of speciale opmaakvoorwaarden gerespecteerd worden. Je kan dus best je ingescande of ingetypte teksten in Word bewerken en aanpassen (bv. een spellingscontrole laten lopen). Als je het document dan opslaat als tekstbestand met regeleinden dan is hij perfect om in Atlas ingevoegd te worden 1. Er gebeuren dan twee dingen. Vooreerst wordt de 1 Waarom die regeleinden dan? Atlas kent geen Word Wrap. Dat is een techniek waarbij een tekstverwerker naar een nieuwe regel gaat wanneer de rechterkantlijn bereikt wordt. Op die

10 8 Word-tekst omgezet in ASCII-tekst die in Atlas ingelezen kan worden. Daarnaast wordt er op het einde van een regel waar de Word Wrap in actie komt nu een harde return gezet. Dat betekent dat de tekst die je in Atlas inleest nu perfect naar de volgende regel gaat en het Word Wrap probleem vermeden is. Als je van plan bent om met behulp van de Margin Area te coderen, raden we echter aan om nog een extra maatregel te nemen. Je kan zorgen dat alle onderdelen van Atlas het best op je scherm passen als je de kantlijn in Word van 16 naar 14 of 13 brengt. Dat doe je door in Word in de maatbalk net boven je document de grens tussen wit en grijs aan de rechterkant van 16 naar 14 of 13 te slepen. Als je de muis positioneert op de grens van 16 verandert je muis in een horizontale streep met twee pijltjes ( ). Als je die ziet, klik en sleep je naar links tot je op de gewenste grens aankomt. Vervolgens kies je in het menu Bestand voor Opslaan Als en selecteer je bij het bestandstype voor Tekstbestand met regeleinden en het bestand wordt in het juiste formaat opgeslagen. Het toevoegen van Primaire documenten in de HU is redelijk eenvoudig. Je klikt in het menu Documents op Assign en je krijgt een venster te zien dat veel verwantschap heeft met het Openen -venster in Windows. Je kan navigeren op je harde schijf en het bestand selecteren dat je wil toevoegen aan de HU. Wel is het aan te raden om de primaire documenten in dezelfde subdirectory op te slaan als de HU zelf. De standaarddirectory om dit te doen is de Textbank-directory onder de directory Atlasti zelf. Maar uiteraard heb je daarin zelf de keuze. In de Preferences kan je het pad waar de bestanden in gezocht dienen te worden zelf ook nog wijzigen naar je eigen voorkeur. Let wel op: zoals gezegd betekent het toevoegen van documenten aan een HU enkel dat Atlas het pad en de naam van het bestand onthoudt. Het betekent niét manier hoeft een gebruiker niet telkens te enteren wanneer hij op het einde van een regel komt, zoals in de tijd van de mechanische schrijfmachines nog moest. Tekst in Atlas wordt niet aan de rechterkant afgebroken zodat een regel die in Word correct lijkt, in Atlas heel ver langs rechts uit beeld verdwijnt. Dat is heel vervelend voor de codeurs omdat het werk daardoor enorm geremd wordt

11 9 dat deze documenten nu in de HU zitten. Daarom dienen de primaire documenten ook steeds op dezelfde plaats gehouden te worden en onder dezelfde naam. Verander je daar iets aan, dan ben je alle coderingen van dit document kwijt totdat alles weer bij het oude is. Dat is ook de reden waarom je per onderzoek ook best maar één HU construeert op één PC. Je kan in Atlas HU s wel samenvoegen maar voorzichtigheid blijft daar geboden. Als je dus problemen wil vermijden dan doe je er best aan de codeurs op één en dezelfde PC te laten werken. Nadien kan je alle primaire documenten en de HU kopiëren naar een andere PC (je eigen PC bijvoorbeeld) om analyse te doen. Het enige dat je moet vermijden, is dat aan twee HU s tegelijk iets verandert omdat je dan altijd maar één HU als definitief bestand kan behouden. 4 Coderen Eerder in dit hoofdstuk zagen we dat het coderen in twee fasen verloopt. In de eerste fase zal de onderzoeker de interviewtranscripts coderen met een bestaand codeboek (de a-prioribenadering) of vanuit de teksten van de interviews zelf (de inductieve benadering). In een tweede fase kan hij dan deze codes in trends en patronen samenbrengen tijdens het axiaal of patrooncoderen. Beide fasen kunnen in Atlas-ti uitgevoerd worden. 4.1 Fase 1: Ruwe data coderen We bespreken in deze paragraaf achtereenvolgens de wijze waarop in de a-priori benadering een codeboek gemaakt kan worden en op basis daarvan gecodeerd wordt. Vervolgens bespreken we de manier om op basis van de data rechtstreeks codes te maken De a-priori benadering: het codeboek genereren Om een volledig codeboek in te geven, klik je op het Code-venster (links naast de code-drop-downlijst). Je krijgt dan onderstaand venster te zien. Het codevenster is leeg omdat er nog geen codeboek in de Hermeneutische Unit

12 10 (HU) aanwezig is. Om codes toe te voegen, volstaat het om op de witte rechthoek te klikken. Dan krijgt de gebruiker de kans om de naam van de code in te tikken. Het is best om een korte en duidelijke naam te kiezen die ondubbelzinnig de code omschrijft. Verder lijkt het in de praktijk vaak ook nuttig om een hiërarchische ordening aan te brengen in de codes. Vaak kan je in codes een ordening in groepen en subgroepen onderscheiden. Om deze ordening in je codeschema terug te vinden doe je er dan ook best aan om de codes te nummeren: 1, 1.1, enz. Dan zal Atlas, die de codes alfabetisch rangschikt, de hiërarchie weergeven wat het coderen uiteraard makkelijker maakt. Zo kan je onder punt 1, de naam van een code geven en worden de verschillende categorieën 1.1, 1.2 enzovoort. Ook beslissingsbomen kan je op deze wijze uitwerken door de nummering steeds dieper te laten gaan. Telkens een code bijgevoegd wordt, verschijnt deze in het codevenster en in de drop-downlijst van de codes. Men kan een codeboek maken zonder dat er primaire documenten in de HU aanwezig zijn. Men hoeft met andere woorden niet te wachten op het binnenkomen van de gegevens om de HU helemaal klaar te stomen voor de codeurs. De onderzoeker kan desgewenst nog een woordje uitleg geven bij elk van de codes. In de onderste helft van het codevenster is een geel gebied voorzien. Wanneer je op een bepaalde code klikt kan je in deze gele zone commentaarregels over deze code toevoegen. Helaas helpen deze commentaarregels de codeurs niet bij het coderen. Wanneer ze aan het coderen zijn (zie verder) zien ze enkel een lijst met codes die toegewezen kunnen worden.

13 11 De commentaarregels krijgen ze er dan niet bij. Op het moment dat een bepaald fragment gecodeerd is, kan je de commentaar opnieuw opvragen. Als je in de Margin Area met de muis rechts klikt op een bepaalde code die toegekend is, kan je uit de keuzelijst die verschijnt de optie Display Info kiezen. Als je dat doet, krijg je de commentaar bij deze code te zien. Het praktisch nut van de commentaarregels is dus beperkt De a-priori benadering: coderen op basis van het codeboek Om het coderen vlot te laten verlopen doe je dat best in twee fasen: eerst print je alle teksten af en codeer je op papier alle teksten met het codeboek ernaast. Daarna gebruik je deze papieren om alles in Atlas-ti te coderen. Dat lijkt op dubbel en onzinnig werk. Toch is het dat niet om verschillende redenen. Ten eerste codeer je veel nauwkeuriger op papier. Dat heeft te maken met het betere overzicht dat je hebt als je op papier leest dan tegenover het lezen op scherm. Een paper lees je immers ook beter na op papier dan op scherm omdat je op scherm nog zeer veel fouten over het hoofd ziet. Ten tweede win je tijd op deze manier. Dat lijkt paradoxaal maar is het niet. Als je op scherm alle teksten moet lezen en dan beslissen welke code je er zal aan toewijzen, ben je veel langer bezig dan het denk- en doeproces uit elkaar te trekken. Het is dus sneller om eerst op papier alle codes op te schrijven en deze daarna in te voeren in Atlas-ti. Hier merk je nog een bijkomend voordeel op van het nummeren van je codes. Als je codes genummerd zijn, hoef je op papier ook enkel maar de codenummer op te schrijven in plaats van de naam van de code. Ook dat spaart tijd uit. Het coderen zelf verloopt steeds volgens hetzelfde stramien: selecteren, aanklikken, verbinden. Vóór het coderen begint, zorg je ervoor dat je het primaire document selecteert zodat je het in de werkruimte ziet.

14 12 In eerste instantie selecteer je een woord, zin of alinea (verder aangeduid als een tekstfragment ) waar je een code aan wil hechten. Vervolgens klik je op knop die het codevenster op het scherm zal brengen. Je kan nu alle codes die bij dit tekstfragment horen in dit venster aanduiden. Het selecteren gebeurt analoog als in het Windows Verkenner-venster. Dat wil zeggen dat je gewoon kan klikken om één item te selecteren. Je kan ook een item aanduiden en dan de Shift toets indrukken. Als je dan klikt worden alle items tussen het eerst geselecteerde en het laatst geselecteerde aangeduid. Dit dient om blokken van codes aan te duiden. Wil je verschillende codes apart aanduiden, houd je de CTRL-toets ingedrukt terwijl je verschillende codes aanklikt. Als je op OK klikt in het codevenster worden alle codes die geselecteerd werden, aan dit fragment toegewezen. Tegelijk wordt het tekstfragment in de vorm van een quotation aan het quotations-venster toegevoegd. (Een quotation is immers omschreven als een tekstfragment dat gecodeerd werd.) Onderstaand schema geeft het hele codeerproces nog eens schematisch weer:

15 13 0. Codescherm en primair document oproepen 1. Fragment aanblokken 2. Codevenster oproepen 3. Code(s) selecteren De inductieve benadering: codes aanmaken tijdens het coderen Er zijn twee manieren waarop je op een inductieve manier codes kan aanmaken tijdens het codeerproces. Bij eerste manier kan je als onderzoeker zelf de naam van de code intypen, op de andere manier creëer je een in vivo code op basis van een uitspraak van een respondent. Het proces om een nieuwe code te maken terwijl je aan het coderen bent in je teksten, verloopt redelijk analoog aan het toewijzen van een code uit een bestaand codeboek. In eerste instantie begin je opnieuw met het aanblokken van het tekstfragment waar de nieuwe code in staat. Vervolgens klik je op de knop Open Coding ( ) waardoor je een analoog venster krijgt als bij het creëren van een apart codeboek. In het venster kan je dan de naam van de nieuwe code intypen. Wanneer je meer dan één code tegelijk wil creëren, kan je het -teken gebruiken om de verschillende codes van elkaar te scheiden. Als je op OK klikt wordt deze code toegevoegd aan het codeboek én gehecht aan de quotation die Atlas-ti creëerde op basis van het tekstfragment dat aangeblokt werd. Onderstaand schema geeft een overzicht:

16 14 0. Primair document oproepen 1. Fragment aanblokken 2. Nieuwe code maken 3. Naam opgeven Wanneer je nu niet een eigen naam wil gebruiken om een code aan te maken maar een passage van de respondent zelf (maw je wil een in vivo code aan maken) dan klik je niet op het Open coding icoon maar wel op het In Vivo Coding icoon ( ). Als je dat doet zal er onmiddellijk een nieuwe code aangemaakt worden en toegewezen worden aan het fragment dat je aanklikte. Bij het creëren van in vivo codes moet je dus opletten dat je enkel die tekst selecteert die de naam van je nieuwe code moet worden. Eens de code gemaakt is, kan je ze desgewenst nog toewijzen aan een groter tekstfragment. 4.2 Fase 2: Axiaal coderen of patrooncoderen Tijdens de tweede fase van het coderen worden verschillende codes samengevoegd tot een aantal patrooncodes die zich op een hoger niveau van abstractie bevinden( zie hoger). In Atlas-ti kan je dergelijke codes bekomen door codes samen te voegen in een super-code. Dergelijke codes worden gemaakt met behulp van de Query-tool. Omdat deze tool zo n belangrijke rol speelt in de analyse van een onderzoek, behandelen we deze verder in dit hoofdstuk (zie verder). 4.3 Automatisch coderen Atlas-ti bevat naast het handmatig coderen ook een functie die het coderen automatisch laat verlopen. Dat kan handig zijn voor bepaalde uitdrukkingen of vaststaande afkortingen (bv. OCMW) Testfase: de zoekfunctie Atlas-ti maakt het mogelijk om het automatisch coderen eerst uit te testen alvorens echt te coderen op het document zelf. Uiteraard kan de ervaren gebruiker deze fase overslaan, maar vaak is het aangewezen om eerst het effect

17 15 van je zoekactie uit te testen alvorens alles te laten coderen. Om het automatisch coderen uit te testen, kan je in beperkte mate gebruik maken van de zoekfuntie van Atlas-ti. Die wordt opgestart als je in het menu Documents kiest voor de optie Search. Volgend venster wordt dan opgestart: Er wordt gevraagd om een zoekexpressie in te voeren. Een zoekexpressie is een zoekactie die een naam gekregen heeft. In het venster hierboven, is de naam van de zoekfunctie ARTIFICIALLIGHT. Na de naam van een zoekexpressie komt := te staan (in de Category Search Mode, zie verder). Alles wat daarna volgt, wordt gebruikt als op te zoeken termen. In het bovenstaande voorbeeld zijn dat alle woorden die beginnen met candle, lamp en alle lantern-woorden. Om de zoekactie te starten klik je op Next en Atlas-ti zal het volgende woord dat voldoet aan de expressie opzoeken. Het voordeel van zoekexpressies is dat deze in Atlas-ti bewaard blijven zolang de gebruiker ze zelf niet verwijdert 2. Bovendien zijn de expressies die in de zoekfunctie van Atlas-ti geschreven worden ook degene die getoond worden bij het automatisch coderen. Alles wat je hier dus schrijft, is niet verloren maar kan rechtstreeks gebruikt worden in de volgende stap Eenvoudige en complexe zoekexpressies schrijven Voor we dieper ingaan op het automatisch coderen willen we eerst wat meer aandacht besteden aan het schrijven van zoekexpressies. Er zijn drie mogelijke zoekacties in Atlas-ti. 1. Standaard zoeken (Standard Search Mode) In deze modus typt de gebruiker gewoon een term die gezocht moet worden. Er worden geen speciale tekens gebruikt en er wordt ook geen naam aan de zoekfunctie gegeven. Voorbeeld: OCMW zoekt naar elke vermelding van OCMW 2 Je verwijdert expressies door te klikken op Options. Dan krijg je de keuze om bepaalde zoekacties te verwijderen. Altas-ti zal een lijst van alle expressies tonen waaruit je de te verwijderen expressies kan aanduiden.

18 16 Het nadeel van de standaard zoekmethode is dat ze niet opgeslagen wordt als zoekexpressie. Daarvoor dien je de tweede mogelijkheid te kiezen: Category Search. 2. Categoriaal zoeken (Category Search) Het categoriaal zoeken heeft als grote voordeel dat je als gebruiker zoekexpressies opbouwt die je automatisch kan gebruiken bij het automatisch coderen. De standaard zoekactie en de GREP-zoekactie (zie punt 3) kunnen dat niet. De syntaxis van het categoriaal zoeken is hierboven reeds even aan bod gekomen. Eerst moet je een naam geven aan de zoekactie. Doorgaans staat deze naam in hoofdletters hoewel dit niet verplicht is. De naam wordt gevolgd door := (zonder aanhalingstekens). Alles daarna is de eigenlijke zoekfunctie. Er zijn een aantal bijkomende functies die je kan gebruiken: - De optie : Dit teken maakt dat je verschillende zoektermen kunt combineren (vergelijkbaar met het Booleaanse OR). Voorbeeld: OCMW VDAB zoekt naar OCMW of VDAB - De wildcard * : Dit teken is een vervanging van een niet nader bepaald aantal tekens Voorbeeld: arm* zoekt naar arm, arme, armoede, - De koppeling $ : Dit teken maakt het mogelijk om andere zoekexpressies in de zoekexpressie op te nemen, zonder dat je deze expressie nog eens moet hertypen. Dit kan veel werk besparen als je veel expressies moet testen. Voorbeeld: $DAG $NACHT zoekt naar de expressies die opgenomen zijn in de zoekexpressie DAG en die van NACHT. 3. GREP-zoekacties (Standard search mode + GREP) GREP is een zoektaal die gebruikt wordt door gevorderde zoekfuncties. Onder andere Word bevat ook een subset van GREP-commando s. Zoeken met GREP bouwt variatie in in de zoekfunctie. Je kan veel nauwkeuriger zoeken in de teksten. Helaas bouwt de GREP intern in Atlas-ti voort op de standaard zoekmodus waardoor je ook hier geen zoekexpressies kan opslaan. We geven een overzicht van de GREP-functies die je in Atlas-ti kan gebruiken (nadien geven we een reeks voorbeelden van deze functies):

19 17 GREP-Symbool Zoekactie ^ - Alles wat dit symbool volgt, wordt gezocht aan het begin van een nieuwe lijn. - Wanneer dit teken gebruikt wordt als het eerste teken tussen vierkante haken (zie verder) betekent het dat de karakters tussen vierkante haken niet gezocht zullen worden. $ Alles wat aan dit symbool voorafging, wordt gezocht aan het einde van een lijn.. Het punt staat voor één willekeurig karakter * De ster vervangt een willekeurig aantal tekens (waaronder ook nul). + De voorgaande expressie moet minimaal voorkomen (bv. arm+ zoekt naar arm maar ook naar arme, armoede, armgewricht, )? De voorgaande expressie moet helemaal of gedeeltelijk gevonden worden (bv. arme? Zoekt naar arme maar ook naar arm of ar) [] Eén van de karakters tussen haken wordt gezocht. Wanneer als eerste karakter een ^-teken wordt gebruikt, worden deze tekens niet gezocht (bv. [^0-9] zoekt naar niet-numerieke karakters). :d Zoekt naar een numeriek getal (dit is gelijk aan de expressie [0-9]) \ Dit teken stelt de syntaxis van GREP buiten werking. Op die manier kan je bijvoorbeeld ook zoeken naar het [-teken. We geven nu enkele voorbeelden van GREP-zoekacties: GREP-zoekactie Betekenis \[.*\] Zoekt naar een willekeurige tekst tussen vierkante haken. Er wordt tweemaal gebruik gemaakt van het \-teken om te kunnen zoeken naar [ en naar ]. De willekeurige tekst (de ster) tussen haken moet minstens één karakter lang zijn (het punt). 199[2-9] Zoek naar alle jaren tussen 1992 en Het volstaat om telkens één van de karakters tussen de vierkante haken terug te vinden. :d:d$ W[ao]uters ^.: Zoek naar alle nummers die bestaan uit twee cijfers (tweemaal :d) én die zich op het einde van een regel bevinden ($-teken). Zoek naar alle voorkomen van de familienaam Wouters. Daarbij kan de familienaam met au of ou geschreven zijn. Zoek naar alle lijnen die beginnen met één letter, gevolg door een dubbelpunt (bv. a: of b:) Automatisch coderen Als je zeker bent dat je zoekfunctie in orde is, kan je het automatisch coderen opstarten. Om dat te doen, kies je in het menu Codes voor de optie Coding en daaronder voor Autocoding. Volgend scherm verschijnt dan:

20 18 Dit scherm is een uitgebreide versie van het zoekscherm dat we eerder bespraken. In eerste instantie moet je nu bepalen welke code automatisch toegewezen zal worden. Daaronder staat dan het vak waarin je de zoekfunctie kan typen. Je kan opnieuw gebruik maken van de drie soorten zoekfuncties (standaard, categoriaal en GREP). Enkel de categoriale zoekfuncties die je eerder al hebt gedefinieerd, kan je uit de lijst onder de zoekfuncties opzoeken. De andere twee typen moet je opnieuw ingeven. Na het intypen van je zoekfunctie, moet je ook bepalen wat er gecodeerd moet worden. In de eerste plaats kies je de reikwijdte. Wil je alleen het huidige primaire document (PT) coderen, dan kies je voor Current PT. Je kan ook uitbreiden naar alle documenten in je HU of naar een bepaalde familie (zie verder). Ook moet je ook aangeven wat Atlas-ti moet doen als hij een bepaalde zoekexpressie gevonden heeft. Hij kan dan exact coderen wat hij gevonden heeft (matched string) of hij kan de zin, de lijn, het woord, de paragraaf of de hele tekst coderen. Je start het automatisch coderen door op de Start-knop te klikken. Atlas-ti zal dan beginnen met het coderen. Wil je echter meer controle over wat Atlas-ti codeert, kan je de optie Always confirm aanklikken. Dan zal Atlas-ti steeds stoppen als hij een bepaalde expressie gevonden heeft. De gebruiker kan dan bevestigen (code it) of overslaan (skip it). 4.4 Overbodige codes cleanen Soms kan het zijn dat je een code verkeerd hebt toegewezen. Dan is het mogelijk om de code van de quotation te ontkoppelen. Daartoe selecteer je de quotation in de quotations-drop-downlijst. Het tekstfragment wordt dan door Atlas-ti zelf aangeblokt. Als je dan rechts klikt op dit fragment krijg je een keuzelijst te zien waar je Unlink codes aanklikt. Uit een lijst kan je dan kiezen welke codes je wil verwijderen.

21 19 In andere gevallen kan het zijn dat je een fragment per toeval twee keer codeert. Dat kan allerhande redenen hebben: een koffiepauze, verstrooidheid, per ongeluk dubbelklikken, enz. Dergelijke overbodige codes zijn moeilijk te achterhalen. Daarom heeft Atlas een Codings Analyser die je terugvindt in het menu Extras. De Codings Analyzer geeft per code weer welke codes twee keer voorkomen of overlappend gecodeerd werden. In het bovenste venster worden de codes weergegeven waar overbodige codes bij voorgekomen zijn. Daaronder staan dan paarsgewijs de overlappende quotations. Je kan twee dingen doen met overlappende coderingen: verwijderen of samenvoegen. Indien het twee fragmenten betreft die best samen in één fragment kunnen, dan is het aangewezen om voor Merge te kiezen en er op die manier één quotation van te maken. In het andere geval wordt één van de twee quotations verwijderd. Dat wil zeggen dat de band tussen code en quotation opgeheven wordt én dat de quotation verdwijnt. Ten minste als er geen andere referenties zijn. Als er meerdere codes aan één fragment toegewezen zijn dan wordt dat onderaan weergegeven door connectivity. Een connectivity van 1 betekent dat het fragment enkel met deze code is verbonden. Als er twee codes toegevoegd werden, dan stijgt de connectivity naar 2 enzovoort. Het is dus aan te raden om het fragment met de laagste connectivity te verwijderen en liefst het fragment met een waarde van 1. Dan wordt enkel de overbodige code verwijderd. In de andere gevallen worden de bijhorende codes eveneens verwijderd! Het gebruik van deze Codings Analyzer is heel nuttig zodra je veel teksten hebt die gecodeerd werden door onafhankelijke codeurs. Op die manier kan je je bestand cleanen en ben je er zeker van dat je in je output geen overbodige codes hebt zitten. 4.5 Memo s Memo s spelen een belangrijke rol voor de onderzoeker. Tijdens het coderen en de analyse van zijn gegevens kan het zijn dat er allerlei interessante verbanden gevormd worden die mogelijk later verloren gaan. Daarom is het noodzakelijk om deze ideeën snel ergens te kunnen noteren. In Atlas-ti is er een apart

22 20 memovenster voorzien (rechts bovenaan in het beeld). Wanneer de onderzoeker een memo wil maken klikt hij op het memovenster-icoon (dit staat links van het memo-venster). Volgend venster verschijnt dan: Door op de witte rechthoek te klikken kan je een nieuwe memo aanmaken. Het venster dat je krijgt vraagt om de titel van de memo (niet om de memotekst zelf!). Als je de memotekst zelf wil intypen, klik je in de gele zone onderaan om de tekst van de memo in te typen. Als je op het editor-icoon ( ) klikt, krijg je meer ruimte om de tekst in te typen. Je hebt nu een vrije memo gecreëerd. Dat wil zeggen dat je de memo nog nergens aan gehecht hebt. Dat kan je doen door op de naam van de memo te klikken met de rechtermuisknop. In het menu dat dan verschijnt kies je voor Link Memo to en dan kan je kiezen of je de memo hecht aan een quotation of een code, afhankelijk waar je een memo over wil schrijven. Memo s zijn ook inhoudelijk te typeren. In Atlas-ti kan je memo s drie types geven: een commentaar op iets (Commentary), een methode-memo (Method) of een theoretische memo (Theory). Standaard zal Atlas-ti kiezen voor het commentaartype. Dat zie je aan de accolades {} waar je Co zal terugvinden. Een theoriememo heeft Th tussen accolades en een methodememo Me. Het veranderen van het memotype gebeurt opnieuw door rechts te klikken op de naam van de memo. Uit de lijst kies je nu de optie Miscellaneous en daarna voor Change Memotype. Atlas-ti zal vervolgens een lijst geven van de drie types.

23 21 5 Analyseren Zoals uit de theoretische uitleg reeds gebleken zal zijn, is Atlas-ti minder goed geschikt voor matrixvoorstellingen. Dat wil zeggen dat in het programma zelf geen voorziening is ingebouwd om matrixvoorstellingen te genereren. Dit betekent niet dat de gebruiker geen quotations kan opvragen, deze interpreteren en ze vervolgens in Word in een matrix invoegen. Het is een tussenstap maar het werkt even goed. Netwerkvoorstellingen aan de andere kant is dan weer de sterke kant van het programma. We zijn geneigd om dit een veel groter pluspunt te vinden omdat netwerkvoorstellingen maken in Word toch iets complexer is dan matrices (in tabellen) creëren. 5.1 Families maken en gebruiken In het Atlas-bestand staan tientallen primaire teksten, afkomstig van diverse interviews. Om analyse te doen is het niet praktisch om al deze teksten mee te nemen in je output. Daarom kan je families maken waarin logisch bij elkaar horende teksten gegroepeerd kunnen worden. Als er geen onderscheid is binnen je teksten dan heeft dat geen zin. Het kan echter zijn dat je ergens in je analyse enkel geïnteresseerd bent in de vrouwelijke respondenten dan kan je een familie maken waar je dan enkel de vrouwelijke personen in stopt. Families kan je maken van teksten maar eveneens van codes om op die manier een aantal codes inhoudelijk bij elkaar te stoppen. Later zal blijken dat dit in de Querytool heel handig zal zijn. We behandelen hier echter alleen maar het maken van tekstfamilies. Voor codes (en ook memo s) is de procedure analoog Families maken Uit het menu Documents kies je Edit Families en dan de optie Open Family Browser en je krijgt het volgende scherm te zien:

24 22 Analoog aan het maken van nieuwe codes kan je met behulp van de witte rechthoek een nieuwe familie maken. Met behulp van de pijlen onderaan kan je dan teksten (of codes) toevoegen aan deze familie (van rechts naar links) of er elementen opnieuw uit verwijderen (van links naar rechts) Families gebruiken Om een analyse te doen op een bepaalde familie dien je deze familie actief te maken. Voor documentfamilies betekent dit dat de analyse alleen zal gebeuren op die teksten. Voor codes gebruik je dan alleen die codefamilie. Het principe van het actief maken van families steunt op zogenaamde List-Filters. Deze filters bieden de onderzoeker de mogelijkheid om allerlei filters toe te passen op de teksten of de codes. List-Filters kan je maken aan de hand van een heel aantal attributen in Atlas-ti. Zo kan je kiezen om alleen de teksten van je coauteur te zien en niet die van jezelf. Doorgaans is het echter alleen interessant om Tekst-families te gebruiken. In het menu Documents kies je voor de optie Set List- Filter. Je krijgt dan het volgende (zwevende) menu te zien: Standaard staat de optie ingesteld op All omdat alle primaire teksten zichtbaar zijn. Onderaan dit menu kan je echter kiezen om een filter te plaatsen op een bepaalde familie. Je krijgt dan het menu rechts te zien waar een lijst aangeboden

25 23 wordt van alle families die je hebt gedefinieerd. Kies uit deze lijst de gewenste familie om een selectie te maken van die teksten (als een bepaalde familie niet in de lijst staat, kan je verderbladeren met next of terug bladeren met previous). Eens je een bepaalde selectie gemaakt hebt, zal je zien dat in het Primary Textsmenu enkel die primaire teksten opgenomen zijn die tot die familie behoren. Wil je een andere groep selecteren, doorloop je het hele proces opnieuw. Wil je alle teksten terug zien klik je opnieuw All aan in het Set List-Filter-menu. 5.2 Quotations opvragen Om quotations op te vragen heb je verschillende methoden voorhanden in Atlas-ti. We bespreken er twee : de eenvoudige selectie van quotations van één code (deze paragraaf) en het selecteren van quotations met de Querytool (volgende paragraaf). Bij de eerste analyses zal een onderzoeker vaak een zicht willen krijgen op de verschillende quotations die horen bij een bepaalde code. Daartoe selecteer je de code waarvan je tekstfragmenten wil opvragen in het codevenster. Atlas-ti zal onmiddellijk een lijst presenteren van de verschillende fragmenten die tot deze code behoren. Het volstaat om hierbij op OK te klikken. De gewenste fragmenten krijg je door in het menu Codes te kiezen voor Output. Om de lijst van fragmenten voor deze code op te vragen klik je op Quotations for selected code. Je stuurt de output best eerst naar de editor om hem te bekijken. Indien het raadzamer is om de fragmenten op papier te hebben, kan je, mits het aanpassen van de lay-out, de fragmenten afprinten. Atlas-ti presenteert je nu een rapport van alle quotations die aan deze code verbonden zijn. Als je een bepaalde familie actief gemaakt hebt, zullen alleen de quotations uit de primaire documenten van die familie getoond worden.

26 24 In de output krijg je steeds het fragment dat deze gekozen code draagt met daarbij ook alle andere codes die eventueel aan hetzelfde fragment gehecht zijn. Op die manier kan je fragmenten soms beter plaatsen in het geheel. 5.3 De Query-tool in Atlas-ti De Query-tool is een heel belangrijk instrument in Atlas-ti. Om die reden besteden we redelijk veel aandacht aan dit instrument. De Query-tool stelt de onderzoeker in staat om quotations op te vragen, op basis van de codes die aan deze quotations gehecht zijn. Alleen zal hij nu een veel fijnere zoekactie kunnen creëren dan in de vorige paragraaf werd uiteengezet. Quotations worden nu immers geselecteerd op basis van een query. Queries zijn opgebouwd uit objecten (operanden) en functies (operatoren). Je kan de Query Tool opstarten door in het menu Codes te klikken op Output en daarbinnen de optie Quotation Retrieval te selecteren. Volgend scherm verschijnt dan:

27 25 In het venster vinden we de verschillende onderdelen terug die helpen om queries op te bouwen: de operatoren-knoppenbalk, de vensters met code families en codes, het zoektermgeheugen, het feedback venster en het resultaten venster. We gaan nu systematisch in op de onderdelen van de Query-tool en op de manier waarop je queries kan schrijven in Atlas-ti Operatoren Operatoren zijn ingebouwde functies aan de hand waarvan de onderzoeker de relaties definieert waarin codes tot elkaar staan. Er zijn drie typen operatoren: Booleaanse, Semantische en Nabijheidsoperatoren. A. Booleaanse operatoren. Booleaanse operatoren zijn functies die door middel van kenwoorden een relatie tussen twee elementen weergeven. Booleaanse operatoren zijn wijdverspreid in het wetenschappelijk onderzoek en in zoekfuncties in het algemeen (zie bv. zoeken op Internet). Er zijn vier Booleaanse operatoren beschikbaar. Drie ervan (OR, XOR, AND) vereisen twee operanden, de laatste (NOT) heeft genoeg aan één operand.

28 26 Icoon Kenwoord Omschrijving OR XOR AND NOT Alle quotations worden geselecteerd die minstens gecodeerd zijn met een van beide codes. Alle quotations worden geselecteerd die exact gecodeerd zijn met één van beide codes. Als beide codes samen voorkomen, wordt de quotation niet geselecteerd (zie OR). Alle quotations worden geselecteerd die exact gecodeerd zijn met alle opgegeven codes. Alle quotations worden geselecteerd behalve diegene die gecodeerd zijn met de opgegeven code. B. Semantische operatoren Semantische operatoren selecteren codes gebaseerd op theoretische relaties die eerder gelegd werden in de Netwerk-editor. Deze operatoren gaan theoretisch dieper dan de Booleaanse. Hier worden immers theoretische beslissingen die de onderzoeker genomen heeft over relaties tussen codes gebruikt als zoekfunctie. Er zijn drie semantische operatoren: Icoon Kenwoord Omschrijving SUB UP SIBlings Deze operator bekijkt het netwerk naar beneden toe. Alle quotations van de gekozen code worden weergegeven, alsook alle die onder de gekozen code zitten. Hierbij worden alleen transitieve (causale) pijlen afgegaan en geen symmetrische. Deze operator geeft alle quotations weer van de gekozen code en alle directe supercodes op een hoger niveau. In tegenstelling tot de SUB-operator gaat de UP slechts één niveau hoger. De SUB gaat zo diep als mogelijk. Alle quotations worden gegeven van de gekozen code en alle onderliggende codes van de codes die één niveau hoger liggen dan de code. De Query-tool gaat dus na tot welke codes een bepaalde code behoort en past vervolgens de SUB-operator toe op elk van deze hogerliggende codes. C. Nabijheidsoperatoren Deze operatoren worden steeds uitgevoerd op exact twee operanden. De bijzonderheid van deze operatoren is dat ze niet commutatief zijn. Dat wil zeggen dat de volgorde waarin men ze invoegt van belang is. Niet alleen zijn ze inhoudelijk van belang: als je schrijft A volgt B dan is dat iets anders dan B volgt A. Ook het soort quotations dat gegeven wordt, is belangrijk. De regel is dat de operand die eerst staat de quotations levert. Dat betekent concreet dat A WITHIN B alle quotations van code A geeft op voorwaarde dat ze binnen quotations voorkomen die B gecodeerd werden. Wil je de quotations van B dan wordt dezelfde uitdrukking B ENCLOSES A oftewel: geef alle quotations van B waarbij de voorwaarde geldt dat er quotations in zitten die A gecodeerd werden. Er zijn zeven operatoren in deze groep, onderverdeeld in vier subklassen:

29 27 Icoon Kenwoord Omschrijving Omvattende operatoren WITHIN ENCLOSES Overlappende operatoren Afstandsoperatoren A WITHIN B geeft alle quotations gecodeerd met A die omsloten worden door quotations die gecodeerd werden met B. A ENCLOSES B geeft alle quotations A die een quotation bevatten die met B is gecodeerd. OVERLAPPED_BY A OVERLAPPED_BY B geeft alle quotations die gecodeerd werden met A en die overlapt worden door quotations gecodeerd met B. OVERLAPS A OVERLAPS B geeft alle quotations die gecodeerd werden met A en die quotations, gecodeerd met B, overlappen. FOLLOWS PRECEDES Samenvoorkomende operator A FOLLOWS B geeft alle quotations die gecodeerd werden met A en die volgen op quotations gecodeerd met B. Desgewenst kan de afstand in aantal lijnen opgegeven worden. A PRECEDES B geeft alle quotations die gecodeerd werden met A en die gevolgd worden door quotations gecodeerd met B. Desgewenst kan de afstand in aantal lijnen opgegeven worden. CO-OCCURENCE A CO-OCCURRING B geeft alle quotations gecodeerd met A die samenvallen met B De query-taal: queries schrijven De grote moeilijkheid van de Querytool is niet het vertrouwd raken met de verschillende operatoren. Dat gaat redelijk vlot. Het grote probleem van de Querytool is dat de opbouw van de queries zelf gebaseerd is op de RPN-principes (Reversed Polish Notation). Deze schrijfwijze werd ontwikkeld door de Poolse wiskundige Lukasiewicz en wordt gekenmerkt door het feit dat er geen komma s of ronde haken gebruikt moeten worden en dat elke toevoeging van een term een juiste query oplevert. Helaas wil juist niet altijd zeggen zinvol of bruikbaar. De moeilijkheid bij de RPN-benadering is aanvankelijk de volgorde waarin je operanden en operators toevoegt. We zijn immers gewoon om bij een optelling eerst de ene operand te geven (getal 1), dan de operator (+) en tot slot de tweede operand (getal 2). In de RPN-taal worden eerst de operanden gegeven en daarna de operator. Dat wil zeggen dat een optelling er uit ziet als: getal1 getal2 +. Strikt genomen zijn we de werkwijze gewoon in andere Windowsprogramma s. Zo klik je in Word ook eerst een paragraaf aan (de operand) waarna je op de deleteknop drukt (de operator). We geven nu enkele voorbeelden met de drie groepen van operatoren. A. Booleaanse operatoren Opdracht: Geef alle quotations die gecodeerd zijn met code A of met B maar niet met code C.

30 28 Uitvoering: 1. Dubbelklik op de code A. Deze verschijnt in het feedbackscherm (midden rechts). Het resultaatvenster geeft alle quotations met code A. 2. Dubbelklik op code B. Het resultaatvenster geeft alle quotations met code B. Beide operanden staan nu in het zoekterm-geheugenscherm (rechts boven). 3. Klik nu op de operator XOR en kijk naar de veranderingen in het geheugen scherm. Beide operanden worden nu samengevoegd tot een nieuwe (complexere) operand (A XOR B). 4. Dubbelklik nu op code C. Het resultaatvenster geeft alle quotations met code C. In het geheugenvenster komen nu terug twee operanden te staan. 5. Klik op de Not operator. Vermist de NOT operator enkel op de laatst ingegeven operand werkt, blijven er twee operanden staan in het geheugenvenster. Alleen wordt de laatste operand nu een complexere operand (NOT C). 6. Klik nu op AND om de twee operanden in het geheugenvenster te verbinden. Nu krijg je het verwachte resultaat. B. Semantische operatoren Opdracht: Geef alle quotations die gecodeerd zijn met code A en al zijn subtermen maar niet gecodeerd met code B. Uitvoering: 1. Dubbelklik op de code A. Deze verschijnt in het feedbackscherm. Het resultaatvenster geeft alle quotations met code A. 2. Klik op de operator SUB. Vermits nu alle subtermen van A toegevoegd worden, kan het zijn dat het aantal gevonden quotations serieus oploopt. 3. Dubbelklik op code B. Het resultaatvenster geeft alle quotations met code B. In het geheugenvenster komen opnieuw twee operanden te staan. 4. Klik op de NOT operator. Vermist de NOT operator enkel op de laatst ingegeven operand werkt, blijven er twee operanden staan in het geheugenvenster. Alleen wordt de laatste operand nu een complexere operand (NOT B). 5. Klik nu op AND om de twee operanden in het geheugenvenster te verbinden. Nu krijg je het verwachte resultaat. C. Nabijheidsoperatoren Opdracht: Geef alle quotations die gecodeerd zijn met code A en al zijn subtermen die besloten zitten in ruimere quotations die met B gecodeerd zijn.

OPTICAL CHARACTER RECOGNITION (OCR)

OPTICAL CHARACTER RECOGNITION (OCR) OPTICAL CHARACTER RECOGNITION (OCR) MTSO-INFO 21 DIMITRI MORTELMANS 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53

Nadere informatie

DE NETWERKPRINTER INSTALLEREN

DE NETWERKPRINTER INSTALLEREN DE NETWERKPRINTER INSTALLEREN MTSO-INFO-EXTRA 4 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax

Nadere informatie

SPYWARE VERWIJDEREN MTSO-INFO-EXTRA 8 VAKGROEP MTSO 2001

SPYWARE VERWIJDEREN MTSO-INFO-EXTRA 8 VAKGROEP MTSO 2001 SPYWARE VERWIJDEREN MTSO-INFO-EXTRA 8 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03)

Nadere informatie

WINDOWS-UPDATE MTSO-INFO-EXTRA 5 VAKGROEP MTSO 2001

WINDOWS-UPDATE MTSO-INFO-EXTRA 5 VAKGROEP MTSO 2001 WINDOWS-UPDATE MTSO-INFO-EXTRA 5 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03) 820.28.82

Nadere informatie

NETWERKVERBINDINGEN MAKEN

NETWERKVERBINDINGEN MAKEN NETWERKVERBINDINGEN MAKEN MTSO-INFO-EXTRA 7 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax :

Nadere informatie

INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST

INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST MTSO-INFO-EXTRA 2 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax

Nadere informatie

Bestanden ordenen in Windows 10

Bestanden ordenen in Windows 10 Bestanden ordenen in Windows 10 Waar heb ik dat bestand ook al weer opgeslagen? Vraagt je jezelf dat ook regelmatig af, dan is het tijd om je bestanden te ordenen. Sla bestanden op in een map met een logische

Nadere informatie

Vergelijkingseditor 2007

Vergelijkingseditor 2007 Vergelijkingseditor 2007 Wiskunde Module 1a Wiskunde en ICT 1 WISKUNDE EN ICT Tijdens de lessen wiskunde op deze hogeschool met de laptop moet je ook voor wiskunde de laptop zinvol gebruiken. Dat dit niet

Nadere informatie

Wiskunde en ICT 1. Met het lettertype wiskunde.ttf kan je onderstaande wiskundige symbolen invoegen.

Wiskunde en ICT 1. Met het lettertype wiskunde.ttf kan je onderstaande wiskundige symbolen invoegen. Vergelijkingseditor 2010 Wiskunde Module 1a Wiskunde en ICT 1 WISKUNDE EN ICT Tijdens de lessen wiskunde op deze hogeschool met de laptop moet je ook voor wiskunde de laptop zinvol gebruiken. Dat dit niet

Nadere informatie

MICROSOFT WORD XP WERKEN MET REVISIES

MICROSOFT WORD XP WERKEN MET REVISIES MICROSOFT WORD XP WERKEN MET REVISIES MTSO-INFO 7 KOEN PEPERMANS DIMITRI MORTELMANS 2004 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32

Nadere informatie

Technische handleiding database ontslagmanagement

Technische handleiding database ontslagmanagement Technische handleiding database ontslagmanagement 1. Het databasevenster De database opent u door te dubbelklikken 1 op het Access-icoon Ontslagmanagement.lnk Mogelijk krijgt u eerst één of meerdere vensters

Nadere informatie

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmanagement

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmanagement Handleiding CROW Kennisbank Contentmanagement Inhoudsopgave Inleiding... 2 Hoofdstuk 1 - Navigeren door de inhoudsopgaven... 3 1.1 Indeling inhoudsopgave wijzigen... 3 1.2 Selecteren van titels in de navigatie...

Nadere informatie

Ledenlijsten + etiketten maken

Ledenlijsten + etiketten maken Ledenlijsten + etiketten maken Eerst wordt uitgelegd hoe je een ledenlijst (van alle clubleden of leden per lesjaar) kan opvragen en bewerken en nadien hoe je met deze lijst etiketten kan maken. De ledenlijst

Nadere informatie

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Handicom Symbol for Windows Image Manager (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Inhoud Inleiding... 2 1. Image Manager hoofdscherm...3 1.1 Onderdelen van het venster...3 1.2 Het scherm veranderen...3 1.2.1

Nadere informatie

Handleiding digitaal dossier

Handleiding digitaal dossier Handleiding digitaal dossier Handleiding digitaal dossier... 1 Omschrijving... 2 Login met persoonlijke account... 3 Geen persoonlijke account... 3 Automatisch omwisselen naar persoonlijke account... 4

Nadere informatie

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at www.pyrrho.

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at www.pyrrho. Automatisering voor Financiële Dienstverleners Werken met Queries en Merge Documenten For more information visit our website at www.pyrrho.com Date: Document Nr: 30 maart, 2007 UBizzMerge, Versie 4.0 Status:

Nadere informatie

WebQuest / WebKwestie. met Word 2003. www.webkwestie.nl

WebQuest / WebKwestie. met Word 2003. www.webkwestie.nl WebQuest / WebKwestie met Word 2003 www.webkwestie.nl Een WebQuest / WebKwestie maken in Word 2003 Belangrijk is dat alle pagina s en afbeeldingen die u gebruikt in één map worden opgeslagen. Download

Nadere informatie

Beknopte handleiding Overhoor 4.0.3 NL (Efka-soft)

Beknopte handleiding Overhoor 4.0.3 NL (Efka-soft) Beknopte handleiding Overhoor 4.0.3 NL (Efka-soft) 1. Programma algemeen 1.1 Downloaden en installeren 1.2 Opstarten 1.3 Afsluiten 1.4 Verwijderen 2. Overhoorbestanden gebruiken 2.1 Nieuw bestand maken

Nadere informatie

Aan de slag met AdminView

Aan de slag met AdminView Aan de slag met AdminView uitgebreide handleiding S for Software B.V. Gildeweg 6 3771 NB Barneveld tel 0342 820 996 fax 0342 820 997 e-mail info@sforsoftware.nl web www.sforsoftware.nl Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland Handicom Symbol for Windows Image Manager (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland Inhoud 1. Image Manager hoofdscherm... 2 1.1 Onderdelen van het venster... 2 1.2 Het scherm veranderen... 2 1.3 Een andere

Nadere informatie

EEN PC AANSLUITEN MTSO-INFO-EXTRA 1 VAKGROEP MTSO 2001

EEN PC AANSLUITEN MTSO-INFO-EXTRA 1 VAKGROEP MTSO 2001 EEN PC AANSLUITEN MTSO-INFO-EXTRA 1 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03)

Nadere informatie

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar ! Bijlage inlezen nieuwe tarieven (vanaf 3.2) Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar Scipio 3.303 biedt ondersteuning om gebruikers alle tarieven van de verschillende verzekeraars in één keer

Nadere informatie

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken Deel 7: PowerPoint Presentaties gemakkelijker maken De mogelijkheden van PowerPoint als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen. CNO Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

AFO 113 Authoritybeheer

AFO 113 Authoritybeheer AFO 113 Authoritybeheer 113.1 Inleiding Authority records die gebruikt worden in de catalogusmodule kunnen via deze AFO beheerd worden. U kunt hier records opzoeken, wijzigen, verwijderen of toevoegen.

Nadere informatie

Handleiding Wordpress

Handleiding Wordpress Handleiding Wordpress Inhoudsopgave 1. Inloggen 2. Berichten en Pagina s 3. Afbeeldingen en video s 4. Weblinks 1. Inloggen 1.1 Inloggen bij Wordpress We starten met het inloggen op je WordPress gebaseerde

Nadere informatie

Windows 8, Windows 8.1, deel II

Windows 8, Windows 8.1, deel II Windows 8, Windows 8.1, deel II Opstarten op bureaublad Daar we toch de gewoonte hebben om via het bureaublad te werken, is het misschien handig om de PC te laten opstarten op het bureaublad in plaats

Nadere informatie

Central Station. CS website

Central Station. CS website Central Station CS website Versie 1.0 18-05-2007 Inhoud Inleiding...3 1 De website...4 2 Het content management systeem...5 2.1 Inloggen in het CMS... 5 2.2 Boomstructuur... 5 2.3 Maptypen... 6 2.4 Aanmaken

Nadere informatie

Samenvoegen met Word en Excel 2010

Samenvoegen met Word en Excel 2010 Samenvoegen met Word en Excel 2010 Inhoudsopgave Samenvoegen Word-Excel / Mailingen... 2 Tip Samenvoegvelden automatisch markeren... 4 Tip Installeer PDF-creator... 7 Tip Sla het Word-document en Excel-document

Nadere informatie

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4 Handleiding CMS Inhoud 1 Inloggen 2 Algemeen 3 Hoofdmenu 4 Pagina s 4.1 Pagina s algemeen 4.2 Pagina aanpassen 5 Items 5.1 Items algemeen 5.2 Item aanpassen 6 Editor 6.1 Editor algemeen 6.2 Afbeeldingen

Nadere informatie

HANDLEIDING DOIT BEHEER SYSTEEM

HANDLEIDING DOIT BEHEER SYSTEEM HANDLEIDING DOIT BEHEER SYSTEEM ALGEMENE INFORMATIE Het Doit beheer systeem is een modulair opgebouwd systeem waarin modules makkelijk kunnen worden toegevoegd of aangepast, niet iedere gebruiker zal dezelfde

Nadere informatie

QUESTI OPSTARTGIDS ALGEMENE INSTELLINGEN EN LVS

QUESTI OPSTARTGIDS ALGEMENE INSTELLINGEN EN LVS 01 - WELKOM BIJ QUESTI Welkom bij Questi. Alvorens je opstart, willen we je graag attent maken op enkele zaken. Voor je op de knop inloggen klikt, bekijk je best even de algemene filmpjes onder de knop

Nadere informatie

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. HetSchoolvoorbeeld 2.1. Websites voor het onderwijs. Websites Social media Mediawijsheid Grafisch ontwerp

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. HetSchoolvoorbeeld 2.1. Websites voor het onderwijs. Websites Social media Mediawijsheid Grafisch ontwerp HetSchoolvoorbeeld.nl Websites voor het onderwijs Handleiding HetSchoolvoorbeeld 2.1 Websites Social media Mediawijsheid Grafisch ontwerp Handleiding HetSchoolvoorbeeld 2.1 Pagina 1 Inhoud 1 Opbouw van

Nadere informatie

SNEL WERKEN MET EXCEL

SNEL WERKEN MET EXCEL SNEL WERKEN MET EXCEL 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl Snel werken met Excel C O M P

Nadere informatie

Kwalitatieve analyse met NVivo

Kwalitatieve analyse met NVivo Kwalitatieve analyse met NVivo Dimitri Mortelmans Acco Leuven / Den Haag Inhoud 1. Vooraf 11 2. Een rondleiding in het kwalitatief onderzoek 15 2.1 Wat is kwalitatief onderzoek? 15 2.1.1 De vraagstelling

Nadere informatie

Leerpaden maken. 1. Account en wachtwoord. 2. Maak een nieuw leerpad aan. 3. Inhoud aan een leerpad toe voegen. 4. Structuur aanbrengen op een pagina.

Leerpaden maken. 1. Account en wachtwoord. 2. Maak een nieuw leerpad aan. 3. Inhoud aan een leerpad toe voegen. 4. Structuur aanbrengen op een pagina. Leerpaden maken 1. Account en wachtwoord 2. Maak een nieuw leerpad aan. 3. Inhoud aan een leerpad toe voegen. 4. Structuur aanbrengen op een pagina. 5. Structuur aanbrengen met stappen 6. Structuur aanbrengen

Nadere informatie

Symbol for Windows BlissEditor

Symbol for Windows BlissEditor Handicom Symbol for Windows BlissEditor ( Versie 4 ) Handicom, 2006, Nederland Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Schermopbouw van de Bliss Editor...3 2.1 Werkbalk... 3 2.2 Matrix... 4 2.3 Palet met basisvormen,

Nadere informatie

Handleiding ICD10BE codeertool. Inleiding. P. 1 1 januari 2014 ICD10BE CODEERTOOL

Handleiding ICD10BE codeertool. Inleiding. P. 1 1 januari 2014 ICD10BE CODEERTOOL P. 1 Handleiding ICD10BE codeertool. Inleiding Deze codeertool bevat de officiële ICD10CM en ICD10PCS handboeken zoals ze ter beschikking worden gesteld door CMS (http://www.cms.gov/medicare/coding/icd10/index.html)

Nadere informatie

Legal Eagle Agenda handleiding versie 2.8 december 2007

Legal Eagle Agenda handleiding versie 2.8 december 2007 Legal Eagle Agenda handleiding versie 2.8 december 2007 Algemeen... 2 Afspraken... 6 Synchroniseren... 6 Synchroniseren... 7 Export... 8 Filters... 9 * Er kan niet met Outlook Express gesynchroniseerd

Nadere informatie

Fotografie Sophie Berten Zeelaan 74 8660 De Panne 058/62 45 46 www.fotogeniek.net sophie@fotogeniek.net. Fotogeniek - Creative photos Handleiding

Fotografie Sophie Berten Zeelaan 74 8660 De Panne 058/62 45 46 www.fotogeniek.net sophie@fotogeniek.net. Fotogeniek - Creative photos Handleiding Fotografie Sophie Berten Zeelaan 74 8660 De Panne 058/62 45 46 www.fotogeniek.net sophie@fotogeniek.net Fotogeniek - Creative photos Handleiding Inhoudsopgave FOTOGENIEK - CREATIVE PHOTOS HANDLEIDING...

Nadere informatie

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmangement

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmangement Handleiding CROW Kennisbank Contentmangement 4-7-2013 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Hoofdstuk 1 - Navigeren door de inhoudsopgaven... 3 1.1 Indeling inhoudsopgave wijzigen... 3 1.2 Selecteren van titels

Nadere informatie

DATABASEBEHEER IN EXCEL

DATABASEBEHEER IN EXCEL DATABASEBEHEER IN EXCEL 1. LIJSTEN Een lijst is een reeks van rijen met gelijksoortige gegevens waarvan de eerste rij de labels (veldnamen) bevat. Een voorbeeld: Je kunt een lijst beschouwen als een eenvoudige

Nadere informatie

Handleiding theocms2 K.U.Leuven - Faculteit Godgeleerdheid Stijn Van Baekel 1/19. - HANDLEIDING CMS2 - http://theo.kuleuven.be/

Handleiding theocms2 K.U.Leuven - Faculteit Godgeleerdheid Stijn Van Baekel 1/19. - HANDLEIDING CMS2 - http://theo.kuleuven.be/ Stijn Van Baekel 1/19 - HANDLEIDING CMS2 - http://theo.kuleuven.be/ laatste aanpassing: 08/10/2008 Stijn Van Baekel 2/19 Index Index... 2 Inleiding... 3 1. Tonen van pagina s... 4 2. Beheer van pagina

Nadere informatie

Instellen Finchline Topics & Booleaans zoeken

Instellen Finchline Topics & Booleaans zoeken Instellen Finchline Topics & Booleaans zoeken Versie 3.0 Introductie In deze handleiding wordt uitgelegd hoe je in Finchline topics kunt instellen. Een topic is een zoekactie naar een bepaald onderwerp.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Edit

Gebruikershandleiding Edit Gebruikershandleiding Edit Maak gebruik van de inloggegevens die je terugvindt in jouw mailbox. Noteer ze eventueel ook hier: url: www.. nl/edit Navigeer naar dit adres, door de url in te typen in de adresbalk

Nadere informatie

2. Hoe zoeken in deze databank?... 2. 2.1 Snelzoeken... 2. 2.2 Eenvoudig zoeken... 4. 2.3 Geavanceerd zoeken... 5. 2.4 Zoeken via zoekbomen...

2. Hoe zoeken in deze databank?... 2. 2.1 Snelzoeken... 2. 2.2 Eenvoudig zoeken... 4. 2.3 Geavanceerd zoeken... 5. 2.4 Zoeken via zoekbomen... Abraham Gids voor het gebruik van de databank Inhoudsopgave 1. Wat is Abraham?... 2 2. Hoe zoeken in deze databank?... 2 2.1 Snelzoeken... 2 2.2 Eenvoudig zoeken... 4 2.3 Geavanceerd zoeken... 5 2.4 Zoeken

Nadere informatie

Inhoud. Handleiding Dododent. Beste tandarts of praktijkmanager,

Inhoud. Handleiding Dododent. Beste tandarts of praktijkmanager, Handleiding Dododent Beste tandarts of praktijkmanager, Hartelijk dank voor de aanschaf van een website bij Dodoworks. Hieronder volgt een uitgebreide handleiding van het Dododent systeem waarmee de website

Nadere informatie

Inleiding. Instellingen. Agendamodule

Inleiding. Instellingen. Agendamodule Inleiding Instellingen Agendamodule Inhoudsopgave 1. Starten in Omniwize 2 a) opstarten en inloggen 2 b) mijn profiel wijzigen (enkel nodig bij eerste gebruik) 2 2. Een kleine rondleiding door het programma

Nadere informatie

HANDLEIDING DMS. Handleiding DMS. Dit document is de handleiding voor het DMS (Document Management Systeem) op drie verschillende niveau s:

HANDLEIDING DMS. Handleiding DMS. Dit document is de handleiding voor het DMS (Document Management Systeem) op drie verschillende niveau s: HANDLEIDING DMS Dit document is de handleiding voor het DMS (Document Management Systeem) op drie verschillende niveau s: Gebruiker Coördinator Administrator end2end solutions pagina 1 Op het DMS van Ieper

Nadere informatie

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3 Badge it voor Windows 95/98/NT/2000/XP Inhoudsopgave 1. Installatie... 3 2. Start... 4 2.1. Nieuwe database maken... 5 2.2. De geselecteerde database openen... 5 2.3. De naam van de geselecteerde database

Nadere informatie

3.4 De Wizard voor het samenvoegen

3.4 De Wizard voor het samenvoegen 3.4 De Wizard voor het samenvoegen Het hoofddocument kan een brief, maar kan ook een etiket of enveloppe zijn. Bij het samenvoegen van het hoofddocument met het gegevensbestand worden telkens de gegevens

Nadere informatie

Handleiding Online Kennisbank CROW. Contentmanagement

Handleiding Online Kennisbank CROW. Contentmanagement Handleiding Online Kennisbank CROW Contentmanagement Inhoud De Kennisbank van CROW is het online naslagwerk bestaande uit vele relevante CROW kennisproducten op het gebied van infrastructuur, verkeer en

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Soms kan het nuttig zijn verkeerde gespelde eigennamen te laten opzoeken en te vervangen via de functie Bewerken vervangen

Soms kan het nuttig zijn verkeerde gespelde eigennamen te laten opzoeken en te vervangen via de functie Bewerken vervangen Doelstellingen: module 1 correctie en revisie Tekstfragmenten in een document zoeken en eventueel vervangen. Zich ervan bewust zijn van de risico s verbonden aan automatisch vervangen. Spellingcontrole

Nadere informatie

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006 Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006 Een uitgave van Dedicon Postbus 24 5360 AA GRAVE Tel.: (0486) 486 486 Fax: (0486) 476 535 E-mail: abonnee@dedicon.nl 1 Inhoudsopgave 1.1 De-installatie...

Nadere informatie

U kunt de helpbestanden op verschillende manieren openen. Standaard activeert u de helpbestanden via de toets F1.

U kunt de helpbestanden op verschillende manieren openen. Standaard activeert u de helpbestanden via de toets F1. Les 19 Help In deze les leert u hoe u de helpbestanden van Excel gebruikt om snelle antwoorden te vinden op een aantal vragen die u over het programma hebt. Houd er echter rekening mee dat u online moet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010 Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010 1.0 Introductie Excel helpt om data beter te begrijpen door het in cellen (die rijen en kolommen vormen) in te delen en formules te gebruiken om relevante berekeningen

Nadere informatie

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. Versie 2.2 - juni 2014. Websites voor het onderwijs. Meest recente uitgave: www. hetschoolvoorbeeld.

Handleiding. HetSchoolvoorbeeld.nl. Versie 2.2 - juni 2014. Websites voor het onderwijs. Meest recente uitgave: www. hetschoolvoorbeeld. HetSchoolvoorbeeld.nl Websites voor het onderwijs Handleiding Versie 2.2 - juni 2014 Meest recente uitgave: www. hetschoolvoorbeeld.nl/handleiding Handleiding HetSchoolvoorbeeld 2.2 Pagina 1 Inhoud Inhoud

Nadere informatie

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Opstarten en inloggen, overzicht startscherm, uitleg symbolen Hoofdstuk 2: aanmaken relaties Hoofdstuk 1: Opstarten

Nadere informatie

HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE

HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE Versie 2.14 / oktober 2006 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... pag. 3 2. SYSTEEM VEREISTEN... pag. 3 3. INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE... pag. 4 4. OPSTARTEN VAN DE SOFTWARE... pag.

Nadere informatie

Versie: 0.2. Gebruikershandleiding XOPUS XML-editor

Versie: 0.2. Gebruikershandleiding XOPUS XML-editor Versie: 0.2 Gebruikershandleiding XOPUS XML-editor Wijzigingsbeheer Versie Datum Omschrijving Auteur(s) 0.1 31-12-2012 Initiële versie Eric Wijnschenk 0.2 02-01-2013 Wijzigingen nav review Jeroen van Hemert

Nadere informatie

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor?

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor? PDF XCHANGE EDITOR PDF XHCANGE editor is een programma om PDF bestanden te lezen en te bewerken. Deze handleiding is geschreven voor versie 5.5 van PDF XCHANGE editor. Als je een andere versie gebruikt

Nadere informatie

Overzichten genereren in het FMIS

Overzichten genereren in het FMIS Overzichten genereren in het FMIS 1. Algemeen Het FMIS is een database-applicatie waarin een gigantische set aan gegevens zit. Deze gegevens worden beheerd door gebruik te maken van de verschillende modules:

Nadere informatie

Symbol for Windows Planner Versie 0.8

Symbol for Windows Planner Versie 0.8 Symbol for Windows Planner Versie 0.8 Inhoud Inleiding... 3 1. Weergaven... 4 2. RealTime modus (de agenda raadplegen)... 6 2.1. Wat is een modus... 6 2.2. Eenvoudigste weergave... 6 2.3. Uitgebreidere

Nadere informatie

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac 2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac Deze cursus bestaat uit 4 delen. 1. Werkblad gebruiken voor berekeningen 2. Werkblad gebruiken voor het maken van lijsten 3. Werkblad gebruiken voor een (eenvoudige) boekhouding

Nadere informatie

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder: Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher De inhoud van websites kan worden ingevoerd en gewijzigd met behulp van een zogenaamd Content Management Systeem (CMS). De websites van Muismedia

Nadere informatie

1 1: Algemene informatie

1 1: Algemene informatie 0 INHOUDSOPGAVE 1. Algemene informatie 2. Leerlingen-programma 3. Docenten-programma Algemene setup toetsen Overzicht uitleningen Producten Toets en Resultaten Barcodes 0-1 1 1: Algemene informatie Met

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Psychorom. Bohn Stafleu van Loghum

Gebruikershandleiding Psychorom. Bohn Stafleu van Loghum Gebruikershandleiding Psychorom Bohn Stafleu van Loghum Inhoudsopgave 1. Opstarten cd rom na installatie 3 2. Werking programma 4 2.1 Zoeken 4 2.2 Zoektermen combineren 5 3. Menu Bestand 8 3.1 Afdrukken

Nadere informatie

Aan de slag met: eenvoudig zoeken en filteren van zoekresultaten

Aan de slag met: eenvoudig zoeken en filteren van zoekresultaten Aan de slag met: eenvoudig zoeken en filteren van zoekresultaten versie januari 0 Wilt u zoeken zoals u in Google zoekt, dan is de homepage uw startpunt. Tik uw zoekvraag in in het zoekveld. Rechts verschijnen

Nadere informatie

1. CTRL- en SHIFT-knop gebruiken om meerdere variabelen te selecteren

1. CTRL- en SHIFT-knop gebruiken om meerdere variabelen te selecteren SPSS: Wist je dat (1) je bij het invoeren van de variabelen in het menu door de CTRL-knop ingedrukt te houden, meerdere variabelen kunt selecteren die niet precies onder elkaar staan? Met de SHIFT-knop

Nadere informatie

opgericht 1 augustus 1932 Handleiding Artikel plaatsen

opgericht 1 augustus 1932 Handleiding Artikel plaatsen opgericht 1 augustus 1932 Handleiding Artikel plaatsen Gemaakt door : Marcel van Vuuren Bijgewerkt op : vrijdag 24 juli 2015 Versie : 24072015_v3.0 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Plaatsen van een artikel...

Nadere informatie

Microsoft Word 365. Weergave AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

Microsoft Word 365. Weergave AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365 Microsoft Word 365 Weergave Inhoudsopgave 2. Weergave 2.1 Document openen en de cursor verplaatsen 2.2 Scrollbalk, weergaveknoppen en mini-werkbalk 2.3 Verborgen opmaakmarkeringen 2.4 Speciale lettertekens

Nadere informatie

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl Excel reader Beginner Gemiddeld Auteur Bas Meijerink E-mail bas@excel-programmeur.nl Versie 01D00 Datum 01-03-2014 Inhoudsopgave Introductie... - 3 - Hoofdstuk 1 - Databewerking - 4-1. Inleiding... - 5-2.

Nadere informatie

Samen op zoek naar proeven

Samen op zoek naar proeven Samen op zoek naar proeven De handleiding Jens Vanhouwaert jens@vanhouwaert.be 1 Inhoudsopgave 1 Handleiding... 4 1.1 De website... 4 1.2 Algemene werking... 4 1.3 Download de databank... 4 1.3.1 Internet

Nadere informatie

Samenvoeging document syntax

Samenvoeging document syntax Samenvoeging document syntax Kleos beschikt over een interne model- en tekstblokbewerker om de aanmaak en de bewerking van modellen en tekstblokken mogelijk te maken. U kunt hiervoor echter ook een externe

Nadere informatie

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

6. Tekst verwijderen en verplaatsen 6. Tekst verwijderen en verplaatsen In deze module leert u: een stuk tekst selecteren een stuk tekst verwijderen; acties ongedaan maken en opnieuw doen; een stuk tekst vervangen; een stuk tekst verplaatsen;

Nadere informatie

Etiketten printen met OpenOffice

Etiketten printen met OpenOffice Etiketten printen met OpenOffice Johan Henselmans Het is eenvoudig om met OpenOffice etiketten te printen. Hieronder de stappen: 1. Ga naar Extra,Gegevensbronnen en kies een gegevensbron of maak er een.

Nadere informatie

Introductie ATLAS-ti 6.2. Louis Polstra, lector Arbeidsparticipatie

Introductie ATLAS-ti 6.2. Louis Polstra, lector Arbeidsparticipatie Introductie ATLAS-ti 6.2 Louis Polstra, lector Arbeidsparticipatie Opbouw Achterliggende principes Kernbegrippen; Hermeneutische eenheid, Primary Document, Codes & Family s supercodes + netwerk Per kernbegrip

Nadere informatie

Informatie gebruik Digi Bord

Informatie gebruik Digi Bord Informatie gebruik Digi Bord Aan de slag Schakel de pc en de beamer aan en het bord is te gebruiken. Het bord hoeft u niet apart aan te zetten. De pen is nu alleen te gebruiken als muis. Beamer De beamer

Nadere informatie

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Handleiding Landelijk Indicatie Protocol programma pagina 1 of 18 Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Welkom bij LIP Lip is ontstaan uit een toegevoegde module aan het kraamzorg administratie pakket van

Nadere informatie

Microsoft Offi ce OneNote 2003: een korte zelfstudie

Microsoft Offi ce OneNote 2003: een korte zelfstudie Microsoft Offi ce OneNote 2003: een korte zelfstudie Werken met OneNote: zelfstudie 1 MICROSOFT OFFICE ONENOTE 2003 ZORGT VOOR OPTIMALE PRODUCTIVITEIT DOOR EENVOUDIGE VASTLEGGING, EFFICIËNTE ORGANISATIE

Nadere informatie

3.1.6 Nieuwe lijst toevoegen

3.1.6 Nieuwe lijst toevoegen 3.1.6 Nieuwe lijst toevoegen Om een nieuwe lijst toe te voegen, kies je de knop Maken in de algemene koppelingsbalk bovenaan een pagina van een Windows Sharepoint website. Je krijgt de keuze uit een aantal

Nadere informatie

Excel voor de beginner (4) Handleiding van Helpmij.nl

Excel voor de beginner (4) Handleiding van Helpmij.nl Excel voor de beginner (4) Handleiding van Auteur: CorVerm Juni 2008 Excel voor beginners deel 4. Zoals we in deel drie hebben beloofd gaan we het in deze ronde hebben over het geven van namen aan (een)

Nadere informatie

Leer- en Doegids: Een nieuwe presentatie in Power Point 2007 DEEL III: VAN GEANIMEERDE PRESENTATIE tot

Leer- en Doegids: Een nieuwe presentatie in Power Point 2007 DEEL III: VAN GEANIMEERDE PRESENTATIE tot Leer- en Doegids: Een nieuwe presentatie in Power Point 2007 DEEL III: VAN GEANIMEERDE PRESENTATIE tot DIAVOORSTELLING Prof. W.Leirman We openen opnieuw Power Point, ofwel via Start > ofwel via Start >

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Geneeskundig Adresboek. Bohn Stafleu van Loghum

Gebruikershandleiding Geneeskundig Adresboek. Bohn Stafleu van Loghum Gebruikershandleiding Geneeskundig Adresboek Bohn Stafleu van Loghum Inhoudsopgave 1. Opstarten cd rom na installatie 3 2. Werking programma 4 2.1 Zoeken 4 2.2 Zoektermen combineren 5 3. Menu Bestand 6

Nadere informatie

HANDLEIDING POSTSTUKREGISTRATIE

HANDLEIDING POSTSTUKREGISTRATIE HANDLEIDING POSTSTUKREGISTRATIE Versie 3-04/10/2005 Dit document is de handleiding voor de poststukregistratie e2e nv pagina 1/20 1 Index 1 INDEX... 2 2 ROLLEN... 3 3 VERWERKER... 4 3.1 OVERZICHT... 4

Nadere informatie

1 Inleiding 1 / 24. DATUM UITGIFTE : 24-1-2014 DATUM HERZIENING : 18-7-2014 Gebruikershandleiding ivms-4200-client 2.0 HIKVISION

1 Inleiding 1 / 24. DATUM UITGIFTE : 24-1-2014 DATUM HERZIENING : 18-7-2014 Gebruikershandleiding ivms-4200-client 2.0 HIKVISION 1 / 24 1 Inleiding Deze verkorte handleiding beschrijft de meest gebruikte mogelijkheden voor het live bekijken van beelden, evenals het opvragen van opgenomen beelden. Mochten er vragen, opmerkingen of

Nadere informatie

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher De inhoud van Muismedia websites wordt ingevoerd en gewijzigd met behulp van een zogenaamd Content Management Systeem (CMS): de ContentPublisher.

Nadere informatie

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker De tekstverwerker De tekstverwerker is een module die u bij het vullen van uw website veel zult gebruiken. Naast de module tekst maken onder andere de modules Aankondigingen en Events ook gebruik van de

Nadere informatie

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving Kennismaking Word is een tekstverwerkingsprogramma. U kunt er teksten mee maken, zoals brieven, artikelen en verslagen. U kunt ook grafieken, lijsten en afbeeldingen toevoegen en tabellen maken. Zodra

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Training MANUAL DE USUARIO NAC SPORT ELITE Version 1.3.400 Nacsport Training wwww.nacsport.com 1 Index 1- AFBEELDINGEN 2- OEFENINGEN 3- TRAINING 4- KALENDER Nacsport Training wwww.nacsport.com

Nadere informatie

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet Inloggen Surf naar www.instapinternet.nl of www.basisonline.nl. Vervolgens klikt u op de button Login links bovenin en vervolgens op Member Login. (Figuur

Nadere informatie

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende: Mappen en bestanden 1 Mappen en bestanden Een bestand is een verzamelnaam voor teksten, tekeningen of programma s. Alles wat op de vaste schijf van uw computer staat, is een bestand. Op een vaste schijf

Nadere informatie

Handleiding Op Maat Wizard.

Handleiding Op Maat Wizard. Handleiding Op Maat Wizard. Met de Op Maat Wizard kun je zelf vullingen maken voor de verschillende werkvormen in het Op Maat programma. Wanneer je de software (Speler en Wizard) niet in je bezit hebt,

Nadere informatie

MOTUS- APP: De gebruikersgids

MOTUS- APP: De gebruikersgids MOTUS- APP: De gebruikersgids 1 Hoe de MOTUS- app gebruiken Een gebruikersgids voor de web tool van MOTUS is beschikbaar via de webpagina s http://www.motus.vub.ac.be en www.motusdemo.com. Wat nu volgt

Nadere informatie

SPECIALE VERSIE VOOR LEERKRACHTEN. Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher. 1. Inloggen. 2. Overzicht

SPECIALE VERSIE VOOR LEERKRACHTEN. Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher. 1. Inloggen. 2. Overzicht SPECIALE VERSIE VOOR LEERKRACHTEN Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher De inhoud van de schoolwebsite wordt ingevoerd en gewijzigd met behulp van een zogenaamd Content Management Systeem

Nadere informatie

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Hoe moet je een prachtige presentatie maken? Hoe moet je een prachtige presentatie maken? www.meestermichael.nl Geef de presentatie een titel. Klik dit vak aan om jouw presentatie een ondertitel te geven. Hier kun je je presentatie een titel geven

Nadere informatie

196 CEWE *)zie einde les

196 CEWE *)zie einde les www.sencomp.nl 196 CEWE *)zie einde les laatst gewijzigd 29 oktober 2012 Uw keuze voor het maken van een fotoboek met CEWE. Deze cursus bestaat uit 5 delen.indien u gekozen heeft voor Hema lees Hemafotoboek

Nadere informatie

Quickstart. Browser instellingen

Quickstart. Browser instellingen Browser instellingen Projectadministratie is getest onder : Mac OS 10.3 met Safari versie 1.3 Mac OS 10.4 met Safari versie 2.0.3 (417.9.2) Windows met Internet Explorer versie 6.0.2900.2180. Belangrijke

Nadere informatie