Opdracht zoeken en vinden van informatie

Transcriptie

1 Opdracht zoeken en vinden van informatie Opdracht 1, zoekvraag bepalen: Voordat je informatie gaat zoeken, is het handig om eerst je zoekvraag te bepalen. Anders krijg je veel informatie waar je niets aan hebt. Stel, je moet een presentatie houden over rozen. Je wilt hier informatie over Stap 1: Schrijf ten minste zes vragen op waarop je antwoord wilt hebben. Probeer zo gedetailleerd mogelijk te zijn. Tip: Als je nog niet zo goed weet wat je allemaal zou kunnen vertellen, zoek je eerst quick and dirty via Google. Stap 2: Kruis de vragen aan waar je het antwoord nog niet van weet. Dat zijn de vragen waarover je informatie wilt op Over de vragen waar je het antwoord zelf al weet, hoef je immers geen informatie meer op te Opdracht 2, bronnen bepalen: Om informatie te vinden, kun je internet raadplegen. Maar er zijn ook andere bronnen. In deze opdracht ga je uitzoeken welke bron of bronnen je in welke situatie kunt gebruiken. Je hebt een aantal zoekvragen bedacht. Kies steeds een bron die je zou gebruiken om de informatie te vinden. Kies uit: informatieve boeken; woordenboek; naslagwerk; vaktijdschrift; encyclopedie; atlas; krant; expert; wat je zelf al weet

2 Zoekvraag Bron 1. Wat betekent het begrip mighty machines? 2. In welke van de Nederlandse provincies komt de bodemsoort klei voor? 3. Welke nieuwe loonwerkmachines zijn er op de markt? 4. Is het beroep van loonwerker een zwaar beroep? Vergelijk jouw keuzes met die van een klasgenoot of bespreek je gemaakte keuzes met je docent. Welke verschillen zijn er? Wat vind je van de keuzes van anderen? Opdracht 3, zoektechnieken - trefwoorden Hoe beter je je trefwoorden formuleert, hoe gemakkelijker je via internet de gewenste informatie kunt vinden. Kies een van de zoekvragen (zie boven) waarvan je het antwoord niet weet. Bedenk hierbij tenminste zes trefwoorden en zoek een voor een op deze trefwoorden. Noteer de eerste 2 sites van je zoekresultaat. Zoekvraag Trefwoord Naam sites Vraag Antwoord 7. Komen steeds dezelfde sites bovenaan? 8. Voer vijf trefwoorden tegelijk in. Komen dezelfde sites bovenaan te staan? Wat vind je handiger: één trefwoord invoeren of meerdere trefwoorden tegelijk?

3 Opdracht 4, zoektechnieken - geavanceerd zoeken: In deze opdracht leer je hoe je geavanceerd kunt Geavanceerd zoeken betekent dat je heel gedetailleerd zoekt. Je wilt informatie over rozen. Je hebt voor internet gekozen om je informatie te vinden. Je wilt geen sites van bedrijven. Stap 1: Zoek via Google op rozen. Schrijf de namen van de eerste zes sites op. Hoeveel van deze sites zijn sites van bedrijven, denk jij? Stap 2: Ga naar geavanceerd Typ in bij alle woorden: rozen. Typ in bij zonder de woorden : het woord bedrijf en het woord kwekerij. Druk op zoek. Welke sites zijn nu de eerste zes sites? Vind jij geavanceerd zoeken een handige manier van zoeken? Waarom wel of waarom niet? Opdracht 5, zoektechnieken - meervoud en enkelvoud: Het kan verschil maken of je een trefwoord in meervoud of enkelvoud formuleert. In deze opdracht zie je waarom. Stel, je zoekt informatie over rozen. Typ het woord roos in. Krijg je dezelfde hits als wanneer je zoekt op rozen? Welk trefwoord kun je beter gebruiken als je informatie zoekt over rozen als bloem: is dat roos of rozen? Waarom? Opdracht 6, zoektechnieken synoniemen: Je kunt je zoekvraag aanscherpen door synoniemen te gebruiken in een zoekopdracht. Stel, je hebt laatst een leuk autootje gezien. Zo n auto wil jij later ook! Iemand vertelde je dat het een oud model Beatle was. Oftewel: een kever.

4 Je wilt meer weten over deze auto. Je gaat op het internet Opdracht Zoekresultaten 9. Typ het woord Beatle in. Typ het woord auto in. Typ de woorden Beatle en auto in. Typ de woorden Beatle en auto en oud model in. Typ nu de woorden Beatle en kever in. Met welk trefwoord of welke trefwoorden had je het meest succes? Je wilt aan je vriendin een afbeelding van deze auto laten zien. Stap 1: Ga naar Google. Stap 2: Klik op Afbeeldingen. Stap 3: Typ in: kever. Opdracht 7, zoeken en vinden van informatie via een zoekplan: Stel, voor een werkstuk moet je zo veel mogelijk informatie vinden over het scheiden van afval. Je kiest internet om je informatie te vinden. Je gaat eerst op je eigen manier zoeken, en daarna via een zoekplan. Stap 1: Zoek eerst op je eigen manier. Op welke sites kom je terecht? Stap 2: Zoek nog een keer, maar ga nu te werk volgens het zoekplan. Dus: Opdracht Antwoord Formuleer eerst je zoekvraag en schrijf die op. Denk na over wat je al weet en schrijf dit op. Bepaal je bronnen op internet. Is dat Google? Of is er een zoekmachine die gespecialiseerd is in het onderwerp waar je mee bezig bent? Zoek altijd met voldoende en geschikte trefwoorden. Typ die trefwoorden in via de zoekmachine. Op welke sites kom je nu terecht? Wat vind je handiger: op je eigen manier zoeken, of zoeken via een zoekplan?

5 Opdracht 8, beoordelen welke zoekmachine de beste informatie oplever: In deze opdracht ervaar je dat niet alle zoekmachines dezelfde informatie leveren. Stel, je wilt antwoord hebben op de volgende vraag: Hoe moet ik een aquarium schoonmaken?. Stap 1: Typ de trefwoorden aquarium en schoonmaken in via Google ( Bekijk de gevonden informatie. Ben je tevreden over wat je vindt? Stap 2: Typ dezelfde trefwoorden in bij Davindi ( Vind je wat je zoekt? Stap 3: Typ de trefwoorden in bij de Educatieve Content Catalogus (ECC, Wat vind je nu? Stap 4: Welke zoekmachine levert voor jou in dit geval de meest bruikbare informatie op? Waarom? Soms is het handig om eerst in Google te gaan zoeken, soms vind je informatie sneller via Davindi of de ECC. Stap 5: Bedenk een zoekvraag waar je voor het antwoord het eerst in Google zou gaan Stap 6: Bedenk een zoekvraag waar je voor het antwoord het eerst in Davindi zou gaan Stap 7: Bedenk een zoekvraag waar je voor het antwoord het eerst in de ECC zou gaan Stap 8: Bespreek met een klasgenoot jullie zoekvragen. Ben jij het eens met de zoekmachines die hij gekozen heeft bij de zoekvragen?