Trajectbegeleiding verbinden met Systeem Therapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Trajectbegeleiding verbinden met Systeem Therapie"

Transcriptie

1 Trajectbegeleiding verbinden met Multi Systeem Therapie Samen werken aan mogelijkheden Dr. Hanneke van Gestel Prof. dr. Jaap van Weeghel Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen 1 1

2 Colofon Opdrachtgever Vereenigde Arbeidskundige Compagnie (VAC); Frans Hoebink en Herman Foeken Financiering Start Foundation Projectleiding Prof. dr. J. van Weeghel Prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen Tilburg University Tilburg University Projectuitvoering Dr. J. van Gestel-Timmermans Tilburg University Met dank aan: Refrisk en Stam b.v. Productie GGzE Een pdf-versie van het rapport is te downloaden via: Of via: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Van Gestel, Van Weeghel & Van Nieuwenhuizen, Oktober 2012

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 4 Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding van het onderzoek Doelstelling van het onderzoek Onderzoeksvragen Theoretische achtergrond Doelgroep Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2: Methode Ontwikkeling van de methodiek Selectie van respondenten Evaluatie van de methodiek; onderzoeksmethoden Analyses Hoofdstuk 3: Ontwikkeling van de methodiek Resultaten literatuuronderzoek Resultaten interviews Resultaten expertbijeenkomst De methodiek Motiverende gespreksvoering ter ondersteuning Beschrijving van de methodiek Hoofdstuk 4: Belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de methodiek Bevorderende factoren Belemmerende factoren Hoofdstuk 5: Eerste ervaringen met de methodiek Evaluatie van de trajecten Ervaringen van trajectbegeleiders met de methodiek Ervaringen van cliënten met de methodiek Ervaringen van MST-therapeuten met de methodiek Hoofdstuk 6: Resultaten vragenlijsten Vragenlijsten cliënten Checklist trajectbegeleiders Uitkomstenmonitor en activiteitenregistratie; resultaten trajecten Hoofdstuk 7: Conclusies, aanbevelingen en discussie Conclusies en aanbevelingen Conclusie en discussie Referenties Bijlage 1: Beschrijving van de trajecten Bijlage 2: Methodiekbeschrijving... 55

4 Samenvatting Inleiding Jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking, aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd, verlaten dikwijls voortijdig hun school of opleiding en slagen er vaak niet in om een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven. Op dit moment ontbreekt het in Nederland aan een welomschreven, empirisch gefundeerde methodiek van trajectbegeleiding, gericht op schooldeelname en arbeidsintegratie van deze groep jongeren. In dit onderzoek is gekeken of een al bewezen effectieve methodiek voor arbeids- en schooltoeleiding, Individual Placement and Support (IPS), zodanig kan worden aangepast dat deze ook geschikt is voor deze jongeren. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de aangepaste methodiek van trajectbegeleiding aansluit op verschillende vormen van systeemgerichte hulpverlening. In dit onderzoek zijn derhalve de principes en werkwijze van Multi Systeem Therapie (MST) als uitgangspunt gehanteerd. Het aanvankelijke doel van het project was om de genoemde methodiek te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Aangezien systematische implementatie van de methodiek binnen het project onmogelijk bleek te zijn, zijn de oorspronkelijke doelen bijgesteld. Het onderzoeksproject had daarom de volgende doelen: Systematische ontwikkeling en beschrijving van een mede op IPS en MST gebaseerde methodiek van trajectbegeleiding, die optimaal is toegesneden op de problemen en mogelijkheden van jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd. Het theoretisch inkaderen van deze methodiek van trajectbegeleiding. Identificatie van belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de methodiek. Evaluatie van de bevindingen van jongeren, trajectbegeleiders en significante anderen met deze methodiek aan de hand van casuïstiek, interviews met betrokkenen en eerste resultaten. Methode Voor de ontwikkeling van de methodiek is relevante literatuur bestudeerd en heeft een consultatieronde plaatsgevonden met landelijke experts. Ook werd de methodiek ontwikkeld op basis van empirische kennis en zijn er interviews gehouden met betrokkenen uit het werkveld, namelijk met: cliënten, uitvoerders van het project (trajectbegeleiders en MST-therapeuten) en vertegenwoordigers van andere direct betrokken partijen, zoals het onderwijs, UWV, JJI, jeugdreclassering en gemeenten. Op basis van dit theoretisch en empirisch bewijs is een eerste beschrijving van de methodiek ontstaan, in de vorm van een praktische handreiking, waarmee de trajectbegeleiders aan de slag konden gaan. Tot de doelgroep behoorden jongeren vanaf 12 jaar, met (ernstige) gedragsproblemen en met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking, aan wie een justitiële of civiele maatregel was opgelegd. In eerste instantie zouden voor het onderzoek alleen jongeren worden geïncludeerd die door MST werden doorverwezen. Nadat de methodiek beschreven was, bleek echter dat ook andere systeemgerichte interventies gekoppeld konden worden aan deze methodiek van trajectbegeleiding. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor trajectbegeleiding binnen het onderzoek was dat de jongere een systeemgerichte interventie onderging of had doorlopen. De methodiek is op verschillende manieren geëvalueerd. Allereerst werden vijf trajectbeschrijvingen gemaakt. Hiervoor zijn semigestructureerde interviews en vragenlijsten afgenomen bij vijf cliënten en 4

5 hun trajectbegeleiders. Ook werden de ervaringen van MST-therapeuten met de methodiek geëvalueerd aan de hand van interviews. Ten tweede werd bij cliënten de Nederlandse versie van de Herth Hope Index (HHI) afgenomen en de Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA ), om een eerste indruk te krijgen of er tijdens de trajecten verandering optrad in respectievelijk ervaren hoop voor de toekomst en kwaliteit van leven. Dit is gedaan bij aanvang van het traject en vijf á zes maanden later. Daarnaast is gevraagd naar sociaal demografische en psychiatrische gegevens (begin traject), delictgedrag en strafof civielrechtelijke maatregelen (begin traject en eind traject). Trajectbegeleiders vulden aan het begin van het traject en vijf á zes maanden later een checklist in om na te gaan of ze zich aan de principes van de methodiek hielden. Daarnaast werden de resultaten van de trajecten vastgelegd met behulp van de uitkomstenmonitor, een voor dit project aangepast onderdeel van de IPS monitor. De contacten en bezigheden van trajectbegeleiders werden vastgelegd met behulp van de activiteitenregistratielijst (afgeleid van de SCION arbeidsmonitor en aangepast voor dit onderzoek). Tenslotte werden nog gegevens geregistreerd over de werkgevers van cliënten, het soort banen waarin cliënten werkten en redenen voor uitval van cliënten. De gegevens werden kwalitatief en kwantitatief geanalyseerd. De interviews werden woordelijk uitgewerkt en daarna, indien mogelijk, voorgelegd aan de geïnterviewden om de inhoud te checken. Vervolgens werd het onderzoeksmateriaal gelezen en geanalyseerd volgens het zes stappen coderingsschema van Cresswell. De resultaten van deze analyse werden afgezet tegen de oorspronkelijke probleemstelling, de onderzoeksvraag en de relevante literatuur. De gegevens van de vragenlijsten van de cliënten werden geanalyseerd met behulp van de Reliable Change Index; dit is een methode om te bepalen of de scores van de cliënten bij de nulmeting en de tweede meting significant verschillen. Deze methode is geschikt voor kleine steekproeven. De checklists werden globaal geanalyseerd om te achterhalen of trajectbegeleiders volgens de principes van de methodiek hebben gewerkt. Tenslotte werden de resultaten van de trajecten en de contacten, bezigheden en tijdsinvestering van de trajectbegeleiders kwalitatief geanalyseerd evenals de gegevens over banen en werkgevers van cliënten en over uitval van cliënten. Onderzoeksvragen en resultaten Onderzoeksvraag 1: Waaruit dient een methodiek van trajectbegeleiding te bestaan, wil deze bruikbaar zijn voor de hiervoor beschreven groep jongeren? Wat zijn in dit verband bruikbare inzichten en elementen uit reeds bestaande werkwijzen en methodieken? Het literatuuronderzoek, de interviews en de expertbijeenkomst lieten zien dat de principes van IPS en MST, de elementen van de Strengths benadering, afstemming van passend werk (jobcarving), opstellen van een carrièreplan en motiverende gespreksvoering belangrijke basiselementen voor de methodiek waren. Aan de hand van deze basiselementen werden de hieronder genoemde acht principes opgesteld als basis voor de methodiek: 1. Het doel van de trajectbegeleiding is betaald werk of een reguliere opleiding. 2. Zero exclusion: iedere cliënt die aangeeft een betaalde baan te willen of een reguliere opleiding te willen volgen, krijgt trajectbegeleiding aangeboden, tenzij hiervoor geen financiële vergoeding beschikbaar blijkt te zijn. 3. Snelle plaatsing (place-then-train); plaatsing binnen vier weken in een passende opleiding en/of regulier werk. De trajectbegeleider werkt volgens actieve outreach. 4. Integratie met systeemgerichte interventies. 5. De voorkeuren en mogelijkheden van de jongere staan centraal. 5

6 6. Voortdurende inspanning van jongere, gezin, werkgever en school. 7. Ondersteuning op langere termijn, beschreven via controleerbare subdoelen en einddoelen. Het vaststellen van hoopvolle toekomstdoelen is van belang en daarnaast dat er een ontwikkelperspectief is. 8. Doorlopende evaluatie, systematische inschatting van scholings- en arbeidsmogelijkheden. Als het werk passend is, dan wordt een terugvalpreventieplan opgesteld. Motiverende gespreksvoering kan hierbij ondersteunend zijn, maar trajectbegeleiders moeten hierin dan wel gecoacht worden door de organisatie. Onderzoeksvraag 2: Welke belemmerende en bevorderende factoren spelen een rol bij de implementatie ervan? Bevorderende factoren waren dat de methodiek breed gedragen werd door alle betrokkenen en tot stand gekomen is samen met betrokkenen. Bovendien sloot de werkwijze nauw aan bij de kennis, motivatie en vaardigheden van de trajectbegeleiders en bij de werkwijze van de organisaties. Tenslotte hadden de trajectbegeleiders ruimte om de interventie toe te passen in overeenstemming met de individuele behoeften van de cliënt. Hoewel er in de praktijk bij alle betrokkenen behoefte is aan een systeemgerichte methodiek, is het in deze studie niet gelukt om de methodiek systematisch te implementeren en systematisch te evalueren. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat er onvoldoende tijd en middelen beschikbaar waren voor training van de trajectbegeleiders en voor het opzetten van structurele supervisie en intervisie, structurele verslaglegging en samenwerking tussen de organisaties. Dit heeft geleid tot problemen bij de verspreiding, invoering en borging van de methodiek. Door de genoemde problemen was alleen nog evaluatie van de methodiek op trajectniveau mogelijk. Daarnaast was het erg moeilijk om voldoende cliënten te werven, waardoor de evaluatie beperkt bleef tot zestien trajecten. Onderzoeksvraag 3: Wat zijn de eerste ervaringen met de methodiek van jongeren, trajectbegeleiders en MST? De methodiek is vernieuwend, goed uitvoerbaar en werkt ondersteunend voor trajectbegeleiders. Bij de trajecten die succesvol verliepen bleek het succes samen te hangen met: de interdisciplinaire samenwerking, de intensieve samenwerking met werkgevers, scholen, het outreachend werken, het benadrukken van krachten, positieve eigenschappen en eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en het optreden van de trajectbegeleider als casemanager. Ook het werken binnen een gedwongen kader door samenwerking met UWV of reclassering bleek succesvol te zijn. Enkele principes van de methodiek kwamen in de praktijk niet zo goed uit de verf. De integratie met systeemgerichte behandelaars werd bemoeilijkt door de slechte informatieoverdracht vanuit hulpverlenende instanties. Ook bleken trajectbegeleiders soms cliënten te excluderen; ze waren van mening dat iemand soms eerst behandeld moet worden voordat deze een traject aangeboden kan krijgen. Verder waren trajectbegeleiders van mening dat plaatsing binnen vier weken niet het doel zou moeten zijn van de methodiek, maar het zo snel mogelijk vinden van passend werk. Tenslotte vonden sommige trajectbegeleiders dat ze onvoldoende inspanning vragen van steunsystemen en voor enkele trajectbegeleiders was de relatie met de jongere niet van primair belang. Trajectbegeleiders zijn van mening dat de doelgroep ook jongeren met antisociaal gedrag (en psychische problematiek of een cognitieve beperking) zonder maatregel zou moeten bevatten. Daarnaast vinden ze dat deze jongeren een casemanager zouden moeten hebben en dat ze zelf heel goed deze rol 6

7 kunnen invullen. Ook gaven de trajectbegeleiders aan dat ze ervoor moeten waken om niet in een hulpverlenersrol te vervallen binnen de trajecten. Uit de evaluatie bleek ook dat trajectbegeleiders tegen vele belemmerende factoren aanliepen in de praktijk, omdat ze afhankelijk zijn van andere systemen. De financiering van trajecten, de bureaucratische houding van instanties en hulpverleners, de houding van werkgevers en scholen ten aanzien van de doelgroep en de traagheid van ons rechtssysteem werken belemmerend, omdat er geen rekening wordt gehouden met de voortgang van het traject en met de situatie van de jongere. Jongeren waardeerden de persoonlijke begeleiding en vinden het prettig dat belangrijke personen uit hun omgeving betrokken worden bij het traject. Alle jongeren waren tevreden over het traject. Ook MST therapeuten waren tevreden over de overdracht en samenwerking en vinden vooral een snelle overdracht en een goede afstemming tussen alle systemen rondom de jongere van belang. Onderzoeksvraag 4: Wat zijn de eerste resultaten van de initieel toegepaste methodiek, in termen van zowel arbeids- en schoolparticipatie en de ervaren hoop en kwaliteit van leven van de deelnemende doelgroep? Alle hieronder genoemde resultaten zijn slechts een eerste indicatie. Ze moeten gezien worden in het licht van de implementatie, die niet systematisch is verlopen. Bovendien hebben slechts vijftien cliënten op T0 een vragenlijst ingevuld en acht op T1. De vragenlijsten van de cliënten laten een verbetering in de scores op hoop zien en een overwegend dalende trend in de scores op kwaliteit van leven. Slechts bij enkele cliënten was dit verschil significant. Uit de vragenlijsten bleek verder dat sommige cliënten na verloop van tijd beter lijken te weten waarvoor ze hulp nodig hebben. Uit de uitkomstenmonitor bleek dat zeven van de zestien cliënten geplaatst zijn in regulier werk, waarvan vijf succesvol (één van hen nog steeds in een proefplaatsing); bij twee trajecten is het resultaat niet bekend. Vier van deze cliënten zijn binnen vier weken geplaatst en één binnen zes weken. De andere cliënten zijn binnen tien en veertien maanden geplaatst. Verder zijn vier cliënten geplaatst in een opleiding, waarvan één succesvol en bij drie is het resultaat onbekend. Van zes trajecten in totaal zijn door omstandigheden de resultaten onbekend. Vier trajecten zijn niet succesvol verlopen, waarvan bij twee trajecten onvoldoende samenwerking met de werkgever was. Uit de activiteitenregistratielijst bleek dat er in de succesvolle trajecten aanvankelijk frequenter contact was met werkgever, collega s, opleiding en ouders/verzorgers of partner dan in andere trajecten. Bij de langer lopende succesvolle trajecten waren de contacten met werkgevers nog steeds frequent na één jaar, maar waren de contacten met ouders en hulpverleners minder frequent dan bij aanvang van het traject. Onderzoeksvraag 5: Welke lessen kunnen worden getrokken uit de evaluatie? Een landelijk steunsysteem voor de implementatie van de methodiek zou zorg kunnen dragen voor de financiering van trajecten en voor systematische implementatie. Samenwerking tussen verschillende instanties is van belang om de methodiek beter te kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld samenwerking tussen scholen en hulpverleners en samenwerking tussen trajectbegeleiders en hulpverleners. Bij deze samenwerking zou de continuïteit van het traject voorop moeten staan. De trajectbegeleider kan voor de centrale regie zorgen én voor een gedwongen kader, door intensief samen te werken met UWV of reclassering. Deze centrale regie en intensieve samenwerking zijn nodig om de jongeren de structuur en duidelijkheid te kunnen bieden die ze nodig hebben om een plaats ter verwerven in de maatschappij. 7

8 Conclusie en discussie Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de methodiek veelbelovend is. De eerste resultaten zijn positief. Verder waren de uitvoerders, MST-therapeuten en cliënten positief over de methodiek en zien ook betrokkenen uit het werkveld de voordelen ervan en de noodzaak om partijen bij elkaar te brengen. Het huidige onderzoek kent echter in grote lijnen drie beperkingen. Allereerst is het onderzoek in een vroege fase van de implementatie gestart, terwijl de implementatie en uitvoeringsfase van de methodiek veel tijd nodig hadden en nog onvoldoende gerealiseerd waren. Ten tweede was de registratie van de interventie nog niet op orde, waardoor het proces lastig te volgen was. De studie was dan ook bedoeld om de ontwikkeling en implementatie van de interventie te ondersteunen en was niet bedoeld als effectevaluatie. Ten derde was het moeilijk om voldoende cliënten te includeren voor het onderzoek. Hier spelen economische belangen een rol, maar ook de attitude van de hulpverleners en organisaties. Door deze beperkingen zijn de eerste resultaten slechts een indicatie en kunnen deze mogelijk nog verder verbeteren door structurele implementatie van de methodiek. Omdat de methodiek breed gedragen wordt door de praktijk en bedoeld is om jongeren uit de doelgroep beter en efficiënter te kunnen helpen, is het wenselijk om een grootschalig onderzoek in te zetten naar de effecten van de methodiek, waarbij meerdere organisaties en cliënten betrokken zijn. Dit onderzoek zou dan van start moeten gaan in een later stadium van de implementatie. Hierbij dient ook nadruk te worden gelegd op samenwerking tussen de verschillende organisaties om de methodiek verder te kunnen ontwikkelen. 8

9 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Aanleiding van het onderzoek Jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking, aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd, verlaten dikwijls voortijdig hun school of opleiding en slagen er bovendien vaak niet in om een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven. Op dit moment ontbreekt het in Nederland aan een welomschreven, empirisch gefundeerde methodiek van trajectbegeleiding, gericht op schooldeelname en arbeidsintegratie van deze groep jongeren. Om deze lacune op te vullen, is in dit onderzoek gekeken of een al bewezen effectieve methodiek voor arbeids- en schooltoeleiding, Individual Placement and Support (IPS), zodanig kan worden aangepast dat deze ook geschikt is voor deze jongeren. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de trajectbegeleiding aansluit op verschillende vormen van systeemgerichte hulpverlening. In dit onderzoek zijn derhalve de principes en werkwijze van Multi Systeem Therapie (MST) als uitgangspunt gehanteerd Doelstelling van het onderzoek Het aanvankelijke doel van het project was om een methodiek te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren die optimaal is toegesneden op de problemen en mogelijkheden van jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd. Aangezien systematische implementatie van de methodiek binnen het project onmogelijk bleek te zijn, zijn de oorspronkelijke doelen bijgesteld. Het onderzoeksproject had daarom de volgende doelen: Systematische ontwikkeling en beschrijving van een mede op IPS en MST gebaseerde methodiek van trajectbegeleiding, die optimaal is toegesneden op de problemen en mogelijkheden van jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd. Het theoretisch inkaderen van deze methodiek van trajectbegeleiding. Identificatie van belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de methodiek. Evaluatie van de bevindingen van jongeren, trajectbegeleiders en significante anderen met deze methodiek aan de hand van casuïstiek, interviews met betrokkenen en eerste resultaten. 1.3 Onderzoeksvragen Uit de onderzoeksdoelen volgden vijf onderzoeksvragen: 1. Waaruit dient een methodiek van trajectbegeleiding te bestaan, wil deze bruikbaar zijn voor de hiervoor beschreven groep jongeren? Wat zijn in dit verband bruikbare inzichten en elementen uit reeds bestaande werkwijzen en methodieken? 2. Welke belemmerende en bevorderende factoren spelen een rol bij de implementatie van de methodiek? 3. Wat zijn de eerste ervaringen met de methodiek van jongeren, trajectbegeleiders en MST? 4. Wat zijn de eerste resultaten van de initieel toegepaste methodiek, in termen van arbeids- en schoolparticipatie, ervaren hoop en subjectieve kwaliteit van leven van de deelnemende groep jongeren? 5. Welke lessen kunnen worden getrokken uit de evaluatie? 9

10 Het onderzoek betreft een praktijkgericht onderzoek naar de ontwikkeling, initiële toepassing en eerste resultaten van een methodiek. Het is uitgevoerd in het kader van het project Herstel van het gewone leven van de Vereenigde Arbeidskundige Compagnie (VAC) en MST-Nederland. In de nu volgende paragrafen wordt kort stilgestaan bij de theoretische achtergrond. 1.4 Theoretische achtergrond Individual Placement and Support (IPS) Zoals aangegeven, is de methodiek gebaseerd op de principes van Individual Placement and Support (IPS). IPS is een uit de Verenigde Staten afkomstig programma om mensen te begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een reguliere, betaalde baan. Het is het meest geïmplementeerde en bestudeerde model van supported employment (begeleid werken) en ook het meest succesvolle model. Het model is, evenals supported employment, bedoeld voor mensen met ernstige en langdurige psychische aandoeningen en gericht op het snel vinden van een reguliere baan (eerst plaatsen, dan trainen). Begeleiding vindt plaats door intensieve samenwerking tussen trajectbegeleiders en behandelaars (1, 2, 3). De laatste jaren zijn ook succesvolle IPS-programma s ontstaan voor jongeren met een eerste psychose, waarbij IPS zich behalve op het verkrijgen en behouden van reguliere, betaalde arbeid ook richt op het beginnen of hervatten van een opleiding (4). De overheersende filosofie van IPS is dat mensen met een beperking in staat zijn om gewoon betaald werk te verrichten. Het primaire doel van IPS is dus niet het veranderen van de cliënt, maar het vinden van een zo goed mogelijke aansluiting tussen de kwaliteiten en ervaringen van de cliënt en de kenmerken en vereisten van een reguliere baan. In de praktijk wordt IPS vooral aangeboden aan cliënten van ambulante GGz-teams. Hoofdkenmerken van IPS zijn: 1. Regulier, betaald werk is het centrale doel. 2. Zero exclusion: iedere cliënt die aangeeft een betaalde baan te willen of een reguliere opleiding te willen volgen, krijgt IPS-trajectbegeleiding aangeboden. 3. Er wordt snel en gericht naar een baan gezocht, uitgaande van place, then train. 4. De voorkeuren van de cliënt staan centraal. 5. Er wordt langdurige ondersteuning geboden, zowel aan de cliënt, als aan familie en personen aan werk- of schoolcontext, zo lang als zij daaraan behoefte hebben en zo nodig vele jaren achtereen. 6. Er vindt doorlopend systematische inschatting van arbeidsmogelijkheden plaats. Gedurende het hele traject wordt herhaaldelijk nagegaan welke functies en werkzaamheden voor de cliënt het meest geschikt zijn. 7. Arbeidsintegratie is onderdeel van GGz-hulp. De IPS-trajectbegeleider maakt deel uit van een GGz-team. 8. Cliënten krijgen advies en ondersteuning bij uitkeringskwesties die zich kunnen voordoen bij werkhervatting. 10

11 Multi Systeemtherapie (MST) De methodiek dient op hoofdlijnen compatibel te zijn met de principes en werkwijze van Multi Systeemtherapie (MST). MST is een intensieve vorm van behandeling, bestemd voor jongeren van 12 tot 18 jaar, die vanwege ernstig grensoverschrijdend gedrag (dreigen) geplaatst (te) worden in een justitiële jeugdinrichting of binnen de forensische jeugdpsychiatrie (5-7). Bij MST bezoekt de therapeut het gezin van de jongere meerdere malen thuis en is 24 uur per dag bereikbaar. Daarnaast zijn er contacten met bijvoorbeeld de leerkracht of werkgever. Centraal uitgangspunt van MST is dat het antisociale gedrag van de jongere wordt veroorzaakt door kenmerken van de jongere zelf, het gezin, de vriendengroep, de school en de buurt. De aanpak van het ongewenste gedrag bestaat uit het verminderen van de risicofactoren en het versterken van beschermende factoren die passen in de context van het gezin. MST beoogt (her)plaatsing van de betreffende jongere in een justitiële inrichting te voorkomen en beoogt tevens de competenties van het gezin te vergroten. De behandeling duurt vijf maanden en helpt ouders en jongeren om vaardigheden te ontwikkelen, eigen problemen op te lossen en eigen hulpbronnen te vinden. Onderzoek heeft aangetoond dat MST de recidive met betrekking tot ernstige delicten van de jongeren verlaagt, het functioneren van de gezinnen van deze jongeren verbetert en dat uithuisplaatsingen afnemen. De principes van MST zijn: 1. Het primaire doel van de assessment is inzicht te krijgen in de fit of samenhang tussen de problemen en hun bredere systemische context. 2. Therapeutische contacten benadrukken het positieve. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de krachten in de verschillende systemen, die verandering in de situatie van de jongere op gang kunnen brengen. Het gaat er dus om hoe de jongere vanuit de verschillende systemen ondersteund kan worden. 3. De interventies versterken verantwoordelijk gedrag van ouders en jongere en verminderen onverantwoordelijk gedrag van de gezinsleden. 4. De interventies zijn gericht op het hier en nu, op concrete actie en op specifieke en helder omschreven problemen. 5. De interventies zijn gericht op gedrag (interacties) binnen en tussen diverse systemen dat problemen in stand houdt. 6. Interventies zijn gericht op het ontwikkelingsniveau van de jongere en passen bij de ontwikkelingsbehoefte van de jongere. 7. Interventies vragen voortdurende (dagelijkse of wekelijkse) inspanning van gezinsleden. 8. De effectiviteit van de interventies wordt continu geëvalueerd vanuit verschillende perspectieven. Er is voortdurende evaluatie en controle op belemmeringen voor succes (systematische cyclus van probleemanalyse en -aanpak). 9. De interventies zijn gericht op generalisatie en handhaving van de ingezette veranderingen (ten gevolge van de behandeling). Dit gebeurt door competenties van ouders of verzorgenden te vergroten, zodat zij in de behoeften van gezinsleden in de verschillende systemische contexten kunnen voorzien. Behalve IPS en MST, zijn ook andere methodieken meegenomen in het onderzoek, zoals de Strengths benadering van Rapp (8) en de Individuele Rehabilitatie Benadering (9). Omdat mede gelet is op de behoeften van trajectbegeleiders en andere mensen uit het werkveld, zijn er uiteindelijk echter geen elementen van de IRB aan de methodiek toegevoegd. 11

12 1.5 Doelgroep De doelgroepomschrijving kwam tot stand in samenwerking met VAC en MST. De doelgroep van het onderzoek betreft: Jongeren vanaf 12 jaar. In Nederland mogen jongeren vanaf 13 jaar actief zijn op de arbeidsmarkt, maar tot het 18 e levensjaar vallen zij onder de leerplichtwet. Het uitgangspunt is dat school voor werk gaat, maar wanneer school niet de oplossing kan bieden, moet werk mogelijk zijn. Een bovengrens voor leeftijd wordt wel binnen de behandelmethoden (zoals MST) aangehouden, maar is hier niet van belang omdat trajectgeleiding op alle leeftijden mogelijk is. Er is sprake van (ernstige) gedragsproblemen die zich uiten op verschillende levensgebieden, vaak multi-causaal van aard zijn en kunnen leiden of hebben geleid tot ingrijpen van jeugdzorg of justitie. Beschikbaar voor school en/of werk. Beschikbaarheid wordt voor een deel bepaald door fysieke beschikbaarheid. Detentie of opname in een GGz-instelling kunnen een tijdelijke onderbreking van het traject veroorzaken. Daarnaast kan ernstige verslaving ertoe leiden dat iemand zeer slecht bereikbaar is of niet regelmatig op het werk of school verschijnt, waardoor de beschikbaarheid voor trajectbegeleiding zodanig beperkt is dat behandeling voor de verslaving vooraf dient te gaan aan een traject naar school of werk. Bereikbaar voor trajectbegeleiding. Als communicatie met de jongere een steeds terugkerend probleem blijkt te zijn, ondanks de inzet van verschillende methoden om de motivatie van de jongere te stimuleren, wordt een traject naar school of werk of begeleiding naar school of werk uitgesloten. In behandeling (geweest) van een systeemgerichte behandelaar. Omdat er sprake is van een doelgroep met ernstige gedragsproblemen, zijn op het gedrag gerichte interventies al door een therapeut ingezet (zoals MST, FFT, MDFT) of wordt door een behandelaar systeemgericht gewerkt. De trajectbegeleider richt zich primair op functioneel gedrag op school en in werk. Financiering van het traject moet mogelijk zijn. Indien blijkt dat financiering van het traject niet gerealiseerd kan worden, moet het traject gestopt worden. 1.6 Opbouw van het rapport De opbouw van het rapport wordt weergegeven in Tabel 1. Tabel 1: Overzicht van welke onderzoeksvraag in welk hoofdstuk wordt behandeld Hoofdstuk Beantwoording onderzoeksvraag 1. Inleiding 2. Methode; opzet en uitvoering onderzoek 3. Ontwikkeling methodiek Onderzoeksvraag 1 4. Belemmerende en bevorderende factoren bij de Onderzoeksvraag 2 implementatie van de methodiek 5. Eerste ervaringen met de methodiek; Onderzoeksvraag 3 evaluatie vijf trajecten 6. Resultaten vragenlijsten Onderzoeksvraag 4 7. Conclusie, discussie en aanbevelingen Onderzoeksvraag 5 12

13 Hoofdstuk 2: Methode In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de methodiek, de selectie van respondenten en de overige onderzoeksmethoden. Verder komen de dataverzameling en analyses aan bod. 2.1 Ontwikkeling van de methodiek Literatuuronderzoek Allereerst is een gerichte verkenning van relevante literatuur uitgevoerd om (potentieel) bruikbare principes en elementen op het spoor te komen voor de beoogde methodiek van trajectbegeleiding. In eerste instantie werd hiertoe literatuur over IPS en MST verkend, en tevens werden andere potentieel relevante methodieken bestudeerd, waaronder Strengths benadering van Rapp (8) en de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB; 9). Raadpleging experts Daarnaast vond een consultatieronde plaats met landelijke experts, waarbij deskundigen op het gebied van behandeling, reïntegratie en trajectbegeleiding van de doelgroep werd gevraagd hun input te leveren voor de beoogde methodiek. Er werden zes experts geraadpleegd. Interviews De methodiek werd mede ontwikkeld aan de hand van empirische kennis. Deze empirische kennis kwam tot stand door interviews af te nemen bij verschillende betrokkenen uit het werkveld: cliënten, uitvoerders van het project (trajectbegeleiders en MST-therapeuten) en vertegenwoordigers van andere direct betrokken partijen, zoals het onderwijs, UWV, JJI, jeugdreclassering en gemeenten. In de interviews werd gevraagd uit welke elementen de beoogde methodiek zou moeten bestaan, welke knelpunten zich in de uitvoering zouden kunnen voordoen, etc. Hierbij werd ook de ervaringskennis van cliënten benut, door hen te vragen naar sterke en zwakke punten binnen hun trajectbegeleiding, en naar suggesties voor de te ontwikkelen methodiek. Op basis van het bovengenoemde theoretisch en empirisch bewijs is een eerste beschrijving van de methodiek ontstaan, in de vorm van een praktische handreiking waarmee de betrokken trajectbegeleiders aan de slag konden gaan (zie ook hoofdstuk 3 en bijlage 2). 2.2 Selectie van respondenten In principe konden alle jongeren, die voldeden aan de doelgroepbeschrijving, worden geïncludeerd. In eerste instantie zouden alleen jongeren worden geïncludeerd die door MST werden doorverwezen. Nadat de methodiek beschreven was, bleek dat ook andere systeemgerichte interventies gekoppeld konden worden aan deze methodiek van trajectbegeleiding. Voorwaarde was wel dat de jongere een systeemgerichte interventie moest ondergaan of doorlopen hebben om in aanmerking te komen voor de trajectbegeleiding binnen het onderzoek. 2.3 Evaluatie van de methodiek; onderzoeksmethoden Procesevaluatie op cliëntniveau Om de ervaringen met de methodiek te evalueren werden vijf trajectbeschrijvingen gemaakt (zie hoofdstuk 5). Hiervoor zijn semigestructureerde interviews en vragenlijsten afgenomen bij vijf cliënten en hun trajectbegeleiders. Ook werden de ervaringen van MST-therapeuten met de methodiek geëvalueerd aan de hand van interviews. 13

14 Instrumenten cliënten Om een eerste indruk te krijgen of er tijdens de trajecten verandering optrad in ervaren hoop voor de toekomst en kwaliteit van leven, werd bij cliënten respectievelijk de Nederlandse vertaling van de Herth Hope Index (HHI) afgenomen (10, 11) en de Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA) (12, 13). Daarnaast werd gevraagd naar sociaal demografische en psychiatrische gegevens (begin traject), delictgedrag en straf- of civielrechtelijke maatregelen (begin traject en eind traject). Dit werd gedaan bij aanvang van het traject en vijf á zes maanden later. Instrumenten trajectbegeleiders De trajectbegeleiders vulden aan het begin en aan het eind van het traject een checklist in om na te gaan of ze zich aan de principes van de methodiek hielden. Daarnaast werden de resultaten van de trajecten vastgelegd met behulp van de uitkomstenmonitor, een voor dit project aangepast onderdeel van de IPS monitor. De contacten en bezigheden van trajectbegeleiders werden vastgelegd met behulp van de activiteitenregistratielijst (afgeleid van de SCION arbeidsmonitor (14) en aangepast voor dit onderzoek). Tenslotte werden nog gegevens geregistreerd over de werkgevers van cliënten, het soort banen waarin cliënten werkten en redenen voor uitval van cliënten. 2.4 Analyses De interviews werden woordelijk uitgewerkt en indien mogelijk werden de uitgewerkte interviews voorgelegd aan de geïnterviewden om de inhoud te checken. Daarna werd het onderzoeksmateriaal gelezen. Voor datareductie werd het zes stappen coderingsschema van Cresswell gebruikt (15). De data werden verkend door individuele ervaringen met de methodiek te groeperen in categorieën. Het aantal categorieën werd beperkt en tekstfragmenten werden gebundeld onder dezelfde codes. De inhoud ervan werd systematisch geanalyseerd om de belangrijkste onderwerpen te kunnen achterhalen. De resultaten van deze analyse werden afgezet tegen de oorspronkelijke probleemstelling, de onderzoeksvraag en de relevante literatuur. De gegevens van de vragenlijsten van de cliënten werden geanalyseerd met behulp van de Reliable Change Index (16); dit is een methode om te bepalen of de scores van de cliënten bij de nulmeting en de tweede meting significant verschillen. Deze methode is geschikt voor kleine steekproeven. De checklists werden globaal geanalyseerd om te achterhalen of trajectbegeleiders volgens de principes van de methodiek hebben gewerkt. Tenslotte werden de resultaten van de trajecten en de contacten, bezigheden en tijdsinvestering van de trajectbegeleiders kwalitatief geanalyseerd evenals de gegevens over banen en werkgevers van cliënten en uitval van cliënten. 14

15 Hoofdstuk 3: Ontwikkeling van de methodiek In dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoord uit welke elementen een methodiek van trajectbegeleiding dient te bestaan die bruikbaar is voor de doelgroep (onderzoeksvraag 1). Hierbij is gekeken naar wat in dit verband bruikbare inzichten en elementen uit bestaande werkwijzen en methodieken zijn. Tijdens het onderzoek is ook empirisch bewijs verzameld voor de ontwikkeling van de methodiek. Alle stakeholders zijn bij de ontwikkeling betrokken, door interviews bij hen af te nemen. Daarnaast vond een consultatieronde plaats met zes landelijke experts. Hierbij werden deskundigen op het gebied van behandeling, reïntegratie en trajectbegeleiding van de doelgroep gevraagd om hun input te leveren voor de beoogde methodiek. 3.1 Resultaten literatuuronderzoek Zoals eerder aangegeven is de literatuur over IPS en MST verkend, en zijn tevens andere potentieel relevante methodieken bestudeerd, waaronder de Strengths benadering van Rapp (8) en de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB; 9). Het Strengths Model van Rapp (8) gaat, evenals MST, uit van het ecologisch perspectief. Volgens dit perspectief dient aan een interventie een analyse vooraf te gaan van krachten van de cliënt zelf en van hulpbronnen uit de omgeving, die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de cliënt. Ook faciliteert het Strengths Model de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. Interventies dienen gebaseerd te zijn op keuzes van de cliënt en moeten ervan uitgaan dat iedereen kan leren, groeien en veranderen. Daarnaast wordt belang gehecht aan de relatie tussen cliënt en hulpverlener en het werken van hulpverleners volgens actieve outreach. Volgens dit model zijn enerzijds de mogelijkheden van de cliënt bepalend voor zijn kwaliteit van leven, maar anderzijds moet de omgeving de persoon in staat stellen om zijn kwaliteiten te benutten. Dat kan voor de methodiek betekenen dat er soms banen moeten worden gecreëerd (jobcarving; 17). Volgens het sociaalecologisch model van Bronfenbrenner (18), dat door MST wordt gehanteerd, zitten oorzaken van de gedragsproblemen van jongeren niet alleen binnen de systemen waarin jongeren zich bewegen (zoals familie, vrienden, school en wijk), maar ook ertussen (5). De genoemde aspecten (met uitzondering van elementen van IRB) werden ook door trajectbegeleiders en anderen aangegeven als essentiële elementen voor de methodiek. 3.2 Resultaten interviews De interviews hadden tot doel empirisch bewijs te verzamelen voor de ontwikkeling van de methodiek. Door mensen uit de praktijk te betrekken bij de ontwikkeling van de interventie en hen mee te laten denken over werkzame elementen, wordt ook het draagvlak voor de interventie beter. In totaal is met 20 personen een interview gehouden. Met zeven uitvoerders van het project (vijf trajectbegeleiders en twee MST- therapeuten), en verder met: twee personen van REC-4- en één persoon van VSO-onderwijs, twee personen van het UWV, één persoon van een JJI, één persoon van de jeugdreclassering, twee personen van de gemeente Tilburg en vier cliënten. Uit deze interviews kwam in grote lijnen naar voren dat er in de praktijk behoefte is aan een geïntegreerde aanpak. Verschillende partijen ervaren barrières die vaak hun oorsprong vinden in onvoldoende samenwerking tussen de verschillende systemen rondom een jongere. Zo blijkt uit de interviews met scholen dat de jongeren uit de doelgroep vaak uitvallen bij het ROC onderwijs. Schoolbegeleiders kijken niet vanuit de competenties die nodig zijn voor het bedrijfsleven en jobcoaches werken weinig samen met scholen. De begeleiding in leerwerkbedrijven valt in de praktijk vaak tegen, volgens een woordvoerder van het UWV. Hij is van mening dat de begeleiding naar werk eigenlijk al op school moeten beginnen. Er zou een vaste begeleider moeten zijn die de jongere zowel op school als op het werk begeleidt. Alleen 15

16 in het speciaal onderwijs en zeker in het praktijkonderwijs wordt al een betere aansluiting gezocht op de arbeidsmarkt dan vijf jaar geleden. De woordvoerder van het UWV is van mening dat de samenwerking tussen instanties wordt belemmerd doordat de verschillende instanties (onderwijs, ministerie Volksgezondheid Welzijn en Sport, UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) allemaal hun eigen beleid en wetgeving hebben. Hij stelt dat er meer samenwerking zou moeten komen op inhoud, dat centrale regie belangrijk is en ook dat de zorg gestroomlijnd wordt. Het UWV zou volgens deze woordvoerder een centrale rol als coördinator in kunnen nemen en werkt nu te veel op afstand. Volgens een hoofd pedagogische staf van een JJI is er vanuit de instellingen vaak geen contact met de systemen in de eigen omgeving van de jongere, omdat de jongere niet in de buurt van de instelling woont. Workwise is een vorm is van individuele trajectbegeleiding die zowel binnen als buiten de JJI-instellingen wordt gegeven (19). De reclassering neemt vervolgens het traject in de eigen omgeving over, maar de begeleiding zou (volgens het hoofd pedagogische staf) intensiever kunnen zijn als deze door een jobcoach werd gedaan. Jongeren haken ook af op de lange bureaucratische routes. Zowel de woordvoerder van de JJI als van de reclassering zeggen dat het lastig is om geschikte werkgevers te vinden. Daarnaast wordt aangegeven dat er hele grote verschillen zijn in de begeleiding van deze jongeren tussen scholen onderling en werkgevers onderling. Het gedwongen kader is vaak wel nodig bij de doelgroep. Daarom is samenwerking tussen jobcoach en reclassering belangrijk. Verder worden door de woordvoerder van de reclassering de volgende barrières genoemd: de psychische problematiek zelf, die eerst om behandeling kan vragen alvorens een traject te starten, de wachtlijsten van de zorg, de hoeveelheid tijd benodigd voor rapportage bij de reclassering, de verschillende financieringsregelingen voor de trajectbegeleiding en de diagnose (het stempel) benodigd voor een Wajong uitkering en een jobcoach traject. Door de huidige regelgeving vallen veel mensen buiten de boot. Ook door mensen van de gemeente wordt aangegeven dat er samenwerkingsproblemen zijn en problemen wat betreft overzicht en financiering van de trajecten. Scholen zijn vaak niet op de hoogte van bepaalde financieringsmogelijkheden. Het kost de gemeente ook veel moeite om scholen, die passend onderwijs aanbieden, te laten samenwerken met de jeugdhulpverlening. Daarnaast is er een gebrek aan aansturing en het aanbod is onoverzichtelijk, waardoor instanties de verantwoordelijkheid voor de jongere vaak afschuiven en er sprake is van job hoppen en methodiek hoppen. Snelle plaatsing kan volgens een woordvoerder van het UWV ook negatief uitwerken. Bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking hebben er vaak last van overschat te worden. Na negatieve ervaringen met deze jongeren ontstaat er vaak weerstand bij behandelaars, werkgevers en bij de jongeren zelf. Ook hebben werkgevers veel last van administratieve rompslomp als ze een jongere aannemen. Trajectbegeleiders noemen de volgende barrières bij de uitvoering van de trajecten: de financiering van de trajecten, het langs elkaar heen werken van systemen, te weinig tijd binnen de caseload, de grote hoeveelheid papierwerk, slechte communicatie met andere hulpverleners, onvoldoende informatieverstrekking door hulpverleners, en de politiek die geen ruimte biedt aan deze jongeren. Verder benadrukken ook enkele trajectbegeleiders dat snelle plaatsing niet altijd een succesverhaal is. MST therapeuten vinden het belangrijk dat een traject snel opgestart wordt, dat de principes van MST meegenomen worden in het traject en dat de aanpak praktisch is. Zo zouden bijvoorbeeld taakstraffen juist onderdeel moeten zijn van het traject, zodat de voortgang niet belemmerd wordt. Ouders dienen een belangrijke rol te hebben, in samenspraak met mensen van school en werk. De lijntjes van de trajectbegeleider met deze personen dienen kort te zijn. Ook moet er een goede samenwerking zijn met MST 16

17 en andere partijen. De trajectbegeleider kan gebruik maken van de analyse van MST en inzoomen op factoren die ook voor het verkrijgen en/of behouden van werk of school van belang zijn. In grote lijnen is aangegeven dat de methodiek de volgende elementen zou moeten bevatten: Aansluiting en integratie met MST (drivers en triggers, fit ) en andere systeemgerichte interventies. Goede afstemming en afspraken tussen de verschillende partijen en alle betrokken hulpverleners. Regelmatige huisbezoeken en een laagdrempelige, niet te formele benadering. Integratie met MST betekent ook een intensieve betrokkenheid van belangrijke personen uit de omgeving van de cliënt bij de begeleiding naar school of werk. De sterke kanten van de cliënt moeten worden benadrukt. Een motiverende, steunende en positieve aanpak (positief bekrachtigen). Een ontwikkelperspectief voor de cliënt; opstellen van een carrièreplan met nadruk op het doorlopend inschatten van arbeidsmogelijkheden. Concrete doelen. Betaald werk; hierin moet een zekere hiërarchie worden aangebracht. Daarnaast is het belangrijk dat de jongere een werkplek krijgt waar deze zeer welkom is (hoge tolerantiegraad werkgever). Jobcarving, inclusief een soort stappenplan in het afstemmen van passend werk. Richtlijnen over wat te doen met ongemotiveerde cliënten. Richtlijnen over hoe om te gaan met maatregelen en taakstraffen om onderbreking van het traject zo veel mogelijk te voorkomen. Training en coaching van de trajectbegeleiders in de nieuwe methodiek. Uitwisseling, afstemming en intervisie tussen trajectbegeleiders onderling. Jongeren vinden het belangrijk dat er één hoofdpersoon is die andere behandelaars inlicht, zodat je niet door iedereen apart gebeld wordt. Ze vinden het ook belangrijk om op een leuke werkplek terecht te komen, met mensen met wie ze prettig samenwerken. Trajectbegeleiders moeten niet te veel pushen in het begin, maar de cliënt rustig laten wennen. Ook zou de cliënt niet verplicht moeten worden om ergens te werken waar zijn interesses niet liggen. Volgens de jongeren moet de trajectbegeleider zich goed kunnen inleven en gezag uitstralen, maar niet uit de hoogte doen. Er moet sprake zijn van een wederkerige relatie met begrip en inlevingsvermogen voor de cliënt, helderheid, openheid en duidelijkheid. Ook zekerheid, vertrouwen en steun zijn belangrijk in de relatie. Hierbij is ook de bereikbaarheid van de trajectbegeleider van belang. 3.3 Resultaten expertbijeenkomst Mede naar aanleiding van de hiervoor beschreven resultaten is een bijeenkomst georganiseerd met experts op het gebied van IPS, trajectbegeleiding en MST, experts op het gebied van ontwikkeling, onderzoek (naar effectiviteit) en implementatie van jeugdinterventies binnen de zorg, experts op het gebied van onderwijs en begeleid leren voor de doelgroep, en op het gebied van maatschappelijk kwetsbare groepen. Tijdens de expertbijeenkomst werd bevestigd dat het betrekken van de omgeving van de cliënt bij de trajectbegeleiding vernieuwend is. Vanuit MST bleek er behoefte te zijn aan voortzetting van het traject door een jobcoach omdat MST niet altijd binnen vijf maanden het gewenste resultaat bereikt. MST zou alle hulpverleningsnetwerken kunnen mobiliseren en de trajectbegeleider kan zorgen voor afstemming op casus- en institutioneel niveau. Ook dient de trajectbegeleider aan te sluiten bij andere (gedrags)interventies en behandelingen. De centrale regie zou bij de reclassering of kinderbescherming kunnen liggen. 17

18 3.4 De methodiek Het literatuuronderzoek, de interviews en de expertbijeenkomst lieten zien dat de principes van IPS en MST, de elementen van de Strengths benadering, afstemming van passend werk (jobcarving), opstellen van een carrièreplan en motiverende gespreksvoering belangrijke basiselementen voor de methodiek waren. Aan de hand van deze basiselementen werden de hieronder genoemde acht principes opgesteld als basis voor de methodiek (zie voor een gedetailleerde beschrijving de bijlage): 1. Betaald werk of een reguliere opleiding Het doel van de trajectbegeleiding is betaald werk of een reguliere opleiding. 2. Zero exclusion Elke cliënt die aangeeft een betaalde baan te willen of een reguliere opleiding te willen volgen, krijgt trajectbegeleiding aangeboden, tenzij hiervoor geen financiële vergoeding beschikbaar blijkt te zijn. 3. Snelle plaatsing (place-then-train) De trajectbegeleider helpt de jongere zo snel en zo gericht mogelijk bij het zoeken naar een passende opleiding en/of regulier werk. Het operationele doel is de cliënt binnen vier weken in een gestructureerde omgeving te plaatsen. De trajectbegeleider werkt volgens actieve outreach; ontmoet de cliënt in zijn eigen omgeving. Primair wordt gezocht naar werk, maar een proefplaatsing die op korte termijn leidt tot werk (waarbij het voorlopige werk dient als middel) is ook mogelijk. 4. Integratie met systeemgerichte interventies De trajectbegeleider sluit aan bij de bevindingen uit de systeemgerichte interventies en werkt samen met andere hulpverleners. Er vindt regelmatig overleg plaats en doelen worden op elkaar afgestemd. Het traject is gericht op positieve en sterke punten van de jongere, van het gezin en van de andere systemen. 5. De voorkeuren en mogelijkheden van de jongere staan centraal Het werk of de opleiding moet dus aansluiten op de wensen, mogelijkheden en werkervaringen ofwel het ontwikkelingsniveau van de jongere. De individuele voorkeur, waarden en doelen van de cliënt staan voorop. 6. Voortdurende inspanning van jongere, gezin, werkgever en school Door de gedeelde verantwoordelijkheid wordt duidelijk of een jongere wil en kan meewerken aan de doelen. Ook werkgever, collega s en school dienen betrokken te worden bij de trajectbegeleiding en krijgen de nodige ondersteuning van de trajectbegeleider om de jongere optimaal te kunnen begeleiden. 7. Ondersteuning op langere termijn, beschreven via controleerbare sub- en einddoelen De achterliggende gedachte is steeds dat mensen met psychische aandoeningen voortdurend kunnen leren, groeien en veranderen. Het vaststellen van hoopvolle toekomstdoelen is van belang en daarnaast dat er een ontwikkelperspectief is. Het doel van de hulpverlening is dat de cliënt steeds meer op een creatieve manier zijn talenten gaat gebruiken én zijn steunsystemen in de samenleving. Het gaat om voortdurende samenwerking en later om geleidelijke losmaking. Alle betrokkenen dienen op de hoogte te zijn van de doelen en te weten wat de bedoeling van het traject is. Er worden doelen opgesteld voor de korte en lange termijn. De doelen en vorderingen worden beschreven en geëvalueerd, zodat gecontroleerd kan worden hoe het met de jongere gaat en of het einddoel wordt bereikt. 8. Doorlopende evaluatie en systematische inschatting van scholings- en arbeidsmogelijkheden Gedurende het traject wordt herhaaldelijk, op basis van ervaringen op school en/of werk, nagegaan welke opleiding, functies en werkzaamheden voor de jongere het meest geschikt zijn. Als dit niet 18

19 optimaal past, dan worden doelen bijgesteld. Er wordt gedacht in termen van werk en niet in termen van een functie. Dat wil zeggen dat, indien nodig, een nieuwe baan wordt gecreëerd door binnen een organisatie een takenpakket samen te stellen dat aansluit op de mogelijkheden van de jongere. Er vindt dus voortdurende evaluatie en bijstelling van doelen plaats. Als het werk passend is, dan wordt een terugvalpreventieplan opgesteld. 3.5 Motiverende gespreksvoering ter ondersteuning Volgens trajectbegeleiders is het vasthouden van de motivatie bij deze jongeren een probleem. Een cursus motiverende gespreksvoering zou voor sommige trajectbegeleiders mogelijk ondersteunend kunnen zijn bij hun werkzaamheden. In de literatuur wordt beschreven dat een workshop van twee dagen tot matige verbetering van vaardigheden leidt, die na vier maanden weer tot baseline niveau dalen. Coaching en/of feedback op deze vaardigheden leidt tot meer winst. Een langere training zou tot weer betere resultaten leiden (20). Over de optimale duur van de training is in de literatuur geen consensus (21). Trajectbegeleiders kunnen echter ook veel van elkaar leren ten aanzien van het motiveren van cliënten. Hierbij spelen factoren als: overzicht bieden, eigen verantwoordelijkheid en eigen regie bieden, het bepalen van het juiste tempo, oog hebben voor aspecifieke factoren die het proces kunnen belemmeren, een kader bieden en zorgen voor een goede match met de trajectbegeleider. 3.6 Beschrijving van de methodiek De methodiekbeschrijving voor de trajectbegeleiders was handelingsgericht, maar tegelijk ook globaal, zodat zij ruimte hadden om de interventie toe te passen in overeenstemming met de individuele behoeften van de cliënt (zie bijlage 2). Volgens de literatuur is dit een goede basis om weerstand bij implementatie te voorkomen (22, 23). 19

20 Hoofdstuk 4: Belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de methodiek In dit hoofdstuk wordt onderzoeksvraag 2 besproken: wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de methodiek? 4.1 Bevorderende factoren Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven, was de beschrijving van de interventie handelingsgericht voor de trajectbegeleiders, maar tegelijk ook globaal, zodat zij ruimte hadden om de interventie toe te passen in overeenstemming met de individuele behoeften van de cliënt. Bovendien sloot de werkwijze van de methodiek nauw aan bij de werkwijze van de organisaties, die al volgens de methode Supported Employment werkten. Tenslotte beschikten de trajectbegeleiders over voldoende kennis, en vaardigheden om met de interventie te gaan werken en waren ze ook voldoende gemotiveerd. Deze factoren zijn bevorderend voor de implementatie van de methodiek (22). 4.2 Belemmerende factoren Financiering trajecten De eerste belemmerende factor bij de implementatie van de methodiek was de financiering van de trajecten, waardoor het moeilijk werd om samenwerkingspartners te vinden. Nadat de methodiek was beschreven, is er een voorlichtingsmiddag georganiseerd voor de trajectbegeleiders van alle betrokken organisaties, waarin de methodiek en het onderzoek werden besproken. De methodiek werd door de betrokkenen enthousiast ontvangen. De methodiek vereist echter dat cliënten snel worden geplaatst in een passende opleiding of regulier werk, terwijl de financiering van de trajecten vaak niet op korte termijn mogelijk is. Daardoor liepen de betrokken organisaties een financieel risico. Tegelijkertijd waren er, door bezuinigingsmaatregelen van de overheid, allerlei veranderingen in de regelgeving ten aanzien van de financiering van de trajecten. Dit had tot gevolg dat de twee samenwerkingspartners van de opdrachtgever in de eerste fase van de implementatie (maart 2011) afhaakten. Hierdoor vertraagde de werving van cliënten, omdat eerst nieuwe samenwerkingspartners moesten worden gezocht. Deze zijn in oktober 2011 gevonden. Opnieuw vond een werkconferentie plaats met mogelijke toekomstige partners binnen het onderzoek waarin de bedoeling van het onderzoek werd uitgelegd en uitleg werd gegeven over de methodiek. Hierbij waren echter niet alle trajectbegeleiders aanwezig. Concurrentiepositie Hoewel de trajectbegeleiders en de organisaties bereid waren om met de methodiek te gaan werken, ontstonden er problemen ten aanzien van de verdere verspreiding, invoering en borging van de methodiek. Onderzoek heeft aangetoond dat de implementatie en borging van goede interventies vereist dat er een eigenaar is die zich verantwoordelijk stelt voor de juiste implementatie, de noodzakelijke ondersteuning en de kwaliteitscontrole van de interventie (24). De opdrachtgever wilde echter, als eigenaar van de methodiek 1 en vanwege zijn concurrentiepositie, zelf werken aan een systeem om de methodiek binnen de organisatie te borgen. Dit had tot gevolg dat er geen gezamenlijk monitorsysteem of registratiesysteem kon worden opgezet. 1 Eigenaar: houder van kennis over een specifieke handelswijze bij een specifieke doelgroep en daaraan gekoppelde handboeken, trainingen en monitors. 20

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91 Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Prisma MST-LVB Multi Systeem Therapie Licht Verstandelijk Beperkt Prisma heeft

Nadere informatie

Behandeling Multi Systeem Therapie (MST)

Behandeling Multi Systeem Therapie (MST) Behandeling Multi Systeem Therapie (MST) Sterk Huis is er voor iedereen die hulp nodig heeft. Wij bieden een warme en veilige omgeving waar je terechtkunt met grote opvoedings- en ontwikkelingsvragen.

Nadere informatie

Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding

Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding Persoon Jongeren met een beperking die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt Situatie Tuinbouwbedrijf

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen Promenzo werkt Promenzo begeleidt en ondersteunt mensen met ernstige psychiatrische of psychische problemen bij het zoeken naar, vinden en behouden van

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding Plan van Aanpak Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding De gemeente Lelystad heeft in juni 2013 een plan gemaakt inzake de aanpak van multiproblematiek

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie. Een opname voorkomende behandeling bij ernstige gedragsproblemen

Multi Systeem Therapie. Een opname voorkomende behandeling bij ernstige gedragsproblemen Multi Systeem Therapie Een opname voorkomende behandeling bij ernstige gedragsproblemen Over MST MST is bewezen effectief. Internationaal wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat MST uithuisplaatsing

Nadere informatie

Supported Employment modelgetrouwheid in Vlaamse arbeidsrehabilitatieprogramma s Knaeps J. & Van Audenhove Ch. GGZ-congres, 2012 Overzicht Inleiding Onderzoek Onderzoeksvragen Methode Analyse Resultaten

Nadere informatie

IPS lijnen naar de toekomst. Jaap van Weeghel Utrecht, 12 april 2019

IPS lijnen naar de toekomst. Jaap van Weeghel Utrecht, 12 april 2019 IPS lijnen naar de toekomst Jaap van Weeghel Utrecht, 12 april 2019 Individuele Plaatsing & Steun (IPS) Hoofdkenmerken Regulier betaald werk is het centrale doel Iedere cliënt die baan wil, wordt in traject

Nadere informatie

Geen (potentiële) belangenverstrengeling

Geen (potentiële) belangenverstrengeling DISCLOSURE BELANGEN SPREKER Geen (potentiële) belangenverstrengeling Kennis en participatiefestival 24-5-2018 Bevorderen van IPS implementatie door financiering en samenwerking tussen GGZ en UWV mentation

Nadere informatie

Bouwstenen voor effectieve reintegratie

Bouwstenen voor effectieve reintegratie Bouwstenen voor effectieve reintegratie voor mensen met een beperking Luuk Mallee - Regioplan Michiel Sebel Werkse! Delft Robert Nijmands Werkse! Delft Het onderzoek Effectiviteit re-integratie arbeidsbeperkten.

Nadere informatie

Rectificatie Besluit Protocol Scholing 2008

Rectificatie Besluit Protocol Scholing 2008 UWV Rectificatie Besluit Protocol Scholing 2008 In de Staatscourant van 12 augustus 2008, nr. 154, is het Besluit Protocol Scholing 2008 geplaatst. Abusievelijk is bij dit besluit de verkeerde bijlage

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

Individuele Plaatsing en Steun (IPS) Individuele Plaatsing en Steun (IPS) Groeicijfers in Nederland Jaap van Weeghel, Den Haag, 7 februari 2019 Kennis delen over herstel, behandeling en participatie bij ernstige psychische aandoeningen 22-2-2019

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie

Multi Systeem Therapie Multi Systeem Therapie Vrijwillig toegankelijke zorg Een opname voorkomende behandeling bij ernstige gedragsproblemen Informatie voor: wijkteams, huisartsen, ouders en gemeenten Stichting Ottho Gerhard

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie

Multi Systeem Therapie Multi Systeem Therapie Onder (voorwaardelijke) machtiging van de kinderrechter Een opname-verkortende of opname-vervangende behandeling bij ernstige gedragsproblemen Informatie voor: Ouders, kinderrechters,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen

Nadere informatie

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Datum 23-07- 2012 Versie: 1.0 Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Inleiding: De personal coach wordt ingezet om deelnemers van WelSlagen Diversiteit met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Dr. Hanneke van Gestel-Timmermans Dr. Evelien Brouwers Dr. Marcel van Assen Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Herstellen doe je zelf Ontwikkeld

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar?

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar? Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar? Resultaten van een implementatieonderzoek N. van Erp, F. Giesen, L. van Leeuwen, J. van Weeghel Trimbos-instituut 2006 1 Inhoud presentatie Wat houdt

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Ellen Otto & Daniëlle van Duin Kenniscentrum Phrenos Ontwikkeling Richtlijn Achtergrond

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Ellen Otto IPS projectcoördinator Kenniscentrum Phrenos docent IPS leergang Phrenos Arbeidsrehabilitatie Traditionele aanpak: langdurige, stapsgewijze voorbereiding (SV)

Nadere informatie

Wij analyseren de situatie en vervolgens werken we met een eenvoudig categoriemodel:

Wij analyseren de situatie en vervolgens werken we met een eenvoudig categoriemodel: Re-integratiebegeleiding (2 e en 3 e spoor) Doel 1. Duidelijkheid! Wij analyseren de situatie en vervolgens werken we met een eenvoudig categoriemodel: 2. Werk! * Ruime arbeidsmogelijkheden * Beperkte

Nadere informatie

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken Ervaringen uit het veld Overzicht programma Wie ben ik: - Philip Stein - masterstudent sociologie - afgerond A&O-psycholoog Programma: - half uur presentatie,

Nadere informatie

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' J.E. Slagter/S. Ros De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 57 42 1 7-11-2018 - Geachte heer, mevrouw, Tijdens de behandeling

Nadere informatie

Stap voor stap op zoek naar eigen verantwoordelijkheid. YOUTURN

Stap voor stap op zoek naar eigen verantwoordelijkheid. YOUTURN Stap voor stap op zoek naar eigen verantwoordelijkheid. YOUTURN Ook medewerkers ervaren YOUTURN als prettig. YOUTURN In JJI Lelystad werken jongeren stapsgewijs aan hun terugkeer naar de maatschappij.

Nadere informatie

IPS arbeidsintegratie voor mensen met psychische aandoening

IPS arbeidsintegratie voor mensen met psychische aandoening IPS arbeidsintegratie voor mensen met psychische aandoening 18 september Klaas Pieter Derks 1 Urgentie Psychische gezondheidsklachten behoren tot de belangrijkste oorzaken voor uitval uit de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Voor wie is JeugdzorgPlus? Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun

Nadere informatie

Participatie. Integrale Arbeidscoach. Versterking bij werken met een beperking

Participatie. Integrale Arbeidscoach. Versterking bij werken met een beperking Participatie Integrale Arbeidscoach Versterking bij werken met een beperking meedoen mogelijk maken Mensen met een beperking zijn vaak goed in staat om betaalde arbeid te verrichten. Een passende werkplek

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun kans op een goede terugkeer

Nadere informatie

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?!

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?! Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?! Goede implementatiestrategieën voor interventies gericht op behoud van cognitie (45+) i.o.v. de Hersenstichting en i.s.m. Mulier Instituut

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Productcatalogus 2015

Productcatalogus 2015 Productcatalogus 2015 Stichting ToReachIt Simple as A.B.C. Acceptance is the Beginning of Change Inhoudsopgave Inleiding Pag. 1.1 Waarom deze productcatalogus 3. 1.2 Stichting ToReachIt samengevat 3. Producten

Nadere informatie

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht WWW.IKBENHARRIE.NL

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht WWW.IKBENHARRIE.NL Ik ben Geïnteresseerd Creatief WWW.IKBENHARRIE.NL Communicatief Geeft aandacht Eerlijk Gestructureerd Geduldig Harrie is ontwikkeld door CNV Jongeren en Vilans, met dank aan de support van UWV en Instituut

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Prof. Dr. Bea Maes K.U.Leuven Inhoud Wat is vraagverduidelijking? Wat is kwaliteitsvolle vraagverduidelijking? Wat zijn de ervaringen van personen met een handicap

Nadere informatie

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA EVALUATIE WERKTOP Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Juni 2014 SAMENVATTING Gemeenten

Nadere informatie

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid 5/15/2014 Lezing Jongeren aan de Onderkant van de Arbeidsmarkt Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid A.holwerda01@umcg.nl 050-3638274 1 ParticipatieWet Gemeenten integrale

Nadere informatie

Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen

Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen KCVG onderzoekers: M. Vukadin, F.G. Schaafsma, J.R. Anema Trimbos Instituut: H. Michon GGZ In geest - Actenz:

Nadere informatie

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Lid en Nederlandse vertegenwoordiger van de European Union of Supported Employment De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Competenties van de jobcoach NVS/EUSE bestaan uit de integratie van Kennis,

Nadere informatie

Schakenbosch in het kort

Schakenbosch in het kort Schakenbosch in het kort 2 Schakenbosch in het kort Schakenbosch is een behandelcentrum JeugdzorgPlus voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen. Daarnaast hebben de jongeren psychiatrische

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Op weg naar meer kennis over wat werkt voor multiprobleemgezinnen (MPG) MSc L. (Loraine) Visscher, Universitair Medisch Centrum Groningen

Op weg naar meer kennis over wat werkt voor multiprobleemgezinnen (MPG) MSc L. (Loraine) Visscher, Universitair Medisch Centrum Groningen Op weg naar meer kennis over wat werkt voor multiprobleemgezinnen (MPG) MSc L. (Loraine) Visscher, Universitair Medisch Centrum Groningen Consortium ZOP&MPG Aanleiding In de Databank Effectieve Interventies

Nadere informatie

Individuele Plaatsing en Steun

Individuele Plaatsing en Steun Individuele Plaatsing en Steun Cris Bergmans (cbergmans@kcphrenos.nl) Stafmedewerker IPS kenniscentrum Phrenos IPS trajectbegeleider etips.nl Presentatie Werkatelier Utrecht Belang betaald werk voor mensen

Nadere informatie

Beleidsregels Protocol Scholing 2008

Beleidsregels Protocol Scholing 2008 DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 2.3.2.52 vervallen: het (vrijwel) gelijknamige bericht, datumnr 0509-841 Beleidsregels Protocol Scholing 2008 tekst + toelichting bronnen Staatscourant 2008, nr.

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

LOOPBAANADVIES WERKEN NAAR VERMOGEN voor jongeren met een beperking

LOOPBAANADVIES WERKEN NAAR VERMOGEN voor jongeren met een beperking LOOPBAANADVIES WERKEN NAAR VERMOGEN voor jongeren met een beperking samen presteren op individueel niveau bij onderzoek en advies Project : Experimentenregeling UWV Datum : 19-02-2009 Inleiding In de visie

Nadere informatie

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum CMWW Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz. 3 2. Uitvoering Blz. 3 3. Aanpak Blz. 4 4. Ontwikkelingen van het JPP Blz. 5 5. Conclusies en Aanbevelingen Blz. 6

Nadere informatie

Werk Eerst leidt mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toe naar betaalde arbeid met duurzaam perspectief.

Werk Eerst leidt mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toe naar betaalde arbeid met duurzaam perspectief. Werk Eerst leidt mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toe naar betaalde arbeid met duurzaam perspectief. Dit kunnen mensen met een uitkering zijn, maar ook mensen met een beperking (fysiek

Nadere informatie

Zorgtraject Thuis Best.

Zorgtraject Thuis Best. Zorgtraject Thuis Best. Met oprechte belangstelling betrokken in dialoog klantgericht efficiënt Thuis Best Het zorgtraject Thuis Best gaat uit van een nauw samenwerkingsverband tussen Almata, de Viersprong,

Nadere informatie

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB Forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben na een delict strafrechtelijk zorg opgelegd gekregen.

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

Werken, leren en activiteiten

Werken, leren en activiteiten Werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld

Nadere informatie

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams 1. Introductie: het implementatietraject Een GGz- of onderwijsinstelling heeft het besluit genomen Begeleid Leren (Kiezen- Verkrijgen-Behouden model)

Nadere informatie

Werkprogramma voor risicojongeren

Werkprogramma voor risicojongeren Werkprogramma voor risicojongeren Programma voor risicojongeren, gericht op het verkrijgen en behouden van beroepsopleiding en werk. Ik had eerst nooit echt zin om door te zetten. Veel te veel afleiding

Nadere informatie

Samen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie

Samen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie Samen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie Beschadigd en wantrouwend. Relationele gezinstherapie Relationele gezinstherapie probeert relaties binnen het gezin te verbeteren. De systeemgerichte

Nadere informatie

Inzicht in psychische kwetsbaarheid. informatieblad. 1 augustus Vooruitgang door vernieuwend werkgeven

Inzicht in psychische kwetsbaarheid. informatieblad. 1 augustus Vooruitgang door vernieuwend werkgeven Inzicht in psychische kwetsbaarheid informatieblad 1 augustus 2018 Vooruitgang door vernieuwend werkgeven Blad 2 van 8 Inhoudsopgave Definitie... 3 Mogelijkheden... 5 Beperkingen... 6 Waarmee moet een

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment Behandelmethodiek die door haar specifieke aanpak patiënten met psychisch lijden wil helpen bij het: Bevorderen van herstel en rehabilitatie Bevorderen

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Prof Dr Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Gezondheid van uitkeringsgerechtigden

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Manual: handleiding opstarten Skills Lab Manual: handleiding opstarten Skills Lab Dit is een handleiding voor professionals die zelf een Skills Lab willen starten. Skills Lab wil de werkmogelijkheden voor mensen met ASS vergroten door hen te

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG Plan voor een scholings CJG: in en vanuit het CJG Uitgaan van de eigen kracht van ouders en kinderen, die eigen kracht samen versterken en daar waar nodig er op af en ondersteunen Het scholingsplan CJG

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving.

Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving. Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn Jeroen raakte al op jonge leeftijd verslaafd aan drugs. Om aan geld te komen, zet hij iedereen in zijn omgeving

Nadere informatie

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Netwerkniveau / Managementniveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin

Nadere informatie

Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek

Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek Homerun Direct inzetbare trajectbegeleiding bij LVB en multiproblematiek Met Homerun bieden wij intensieve begeleiding en behandeling aan jongvolwassenen

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Leerpilot Inclusief HR In- en doorstroom

Leerpilot Inclusief HR In- en doorstroom Leerrapportage Als er wel werk is, maar niet genoeg (geschikte) kandidaten te vinden zijn, dan is de instroom niet op orde. En als goede medewerkers om welke reden dan ook niet langer bij een werkgever

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik Arbeidsrehabilitatie Traditionele aanpak: langdurige, stapsgewijze voorbereiding (SV) voorafgaand aan plaatsing in echte

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

PUBLIEKSVERSIE. Quli als middel voor online ondersteuning: een evaluatieonderzoek. Auteur(s) Miranda van Berlo MSc.

PUBLIEKSVERSIE. Quli als middel voor online ondersteuning: een evaluatieonderzoek. Auteur(s) Miranda van Berlo MSc. PUBLIEKSVERSIE Quli als middel voor online ondersteuning: een evaluatieonderzoek Auteur(s) Miranda van Berlo MSc. Datum Maart 2016 Inhoud Samenvatting... 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelstellingen Quli... 5 1.2

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving Aanpak: Participatiehuis De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Partners

Nadere informatie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Wonen, werken, leren en activiteiten

Wonen, werken, leren en activiteiten Wonen, werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Aagje Dekenstraat 52 Telefoon: 038-422 78 96 info@stapop.nl www.stapop.nl

Aagje Dekenstraat 52 Telefoon: 038-422 78 96 info@stapop.nl www.stapop.nl Aagje Dekenstraat 52 Telefoon: 038-422 78 96 info@stapop.nl www.stapop.nl Resultaat Ontdekken en herkennen wat talenten zijn, daar draait het om bij StapOp. Stap voor stap ontdekt de jongere hoe zijn talent

Nadere informatie

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving Aanpak: Versterkt Verder De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: MEE IJsseloevers

Nadere informatie

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? Transities sociale domein Gemeenten staan zoals bekend aan de vooravond van drie grote transities: de decentralisatie

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie LVB. Voor jongeren en/of ouders met een licht verstandelijke beperking

Multi Systeem Therapie LVB. Voor jongeren en/of ouders met een licht verstandelijke beperking Multi Systeem Therapie LVB Voor jongeren en/of ouders met een licht verstandelijke beperking 1 De MST-behandeling is een alternatief voor een (dreigende) uithuisplaatsing. 2 Multi Systeem Therapie is een

Nadere informatie

REHABILITATIE DOOR EDUCATIE

REHABILITATIE DOOR EDUCATIE REHABILITATIE DOOR EDUCATIE ONDERZOEK NAAR EEN BEGELEID LEREN-PROGRAMMA VOOR MENSEN MET PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEK Lies Korevaar 3 Rehabilitatie door educatie Onderzoek naar een Begeleid Leren-Programma

Nadere informatie

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Kennisnetwerk HBO-docenten Bijeenkomst 16 september 2016

Kennisnetwerk HBO-docenten Bijeenkomst 16 september 2016 Kennisnetwerk HBO-docenten Bijeenkomst 16 september 2016 Nienke Foolen (NJi) Met bijdragen van: Cécile Chênevert Renée Dekker Leo Bathoorn Vandaag: Integraal werken en de samenwerking tussen professionals.

Nadere informatie