Provinciaal blad van Zuid-Holland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Provinciaal blad van Zuid-Holland"

Transcriptie

1 Provinciaal blad 1 Uitgegeven 3 januari 2013 Provinciaal blad van Zuid-Holland 1 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ZUID-HOLLAND 2013 Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Besluiten: Vast te stellen de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 Paragraaf 1 Algemene procedureregels Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. accountant: registeraccountant of accountantadministratieconsulent ten aanzien van wie bij de inschrijving in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde register een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde lid, van die wet; b. begrotingssubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht; c. boekjaarsubsidie: subsidie die voor één of meer boekjaren wordt verstrekt voor activiteiten die behoren tot de structurele activiteiten die de subsidieontvanger gewoonlijk in het kader van zijn alledaagse bedrijfsvoering ontplooit; d. incidentele subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht; e. prestatie: direct resultaat van een activiteit; f. projectsubsidie: subsidie voor een activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en zijn gericht op een specifiek eindresultaat; g. subsidieverstrekking: het gehele subsidieproces waaronder in ieder geval het besluiten tot verlenen, vaststellen, wijzigen, intrekken als ook bevoorschotten, lager vaststellen en terugvorderen. Artikel 2. Toepassingsbereik 1. Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies waarvoor niet bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen. 2. Deze verordening is tevens de verordening als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Wet op de jeugdzorg. 3. Deze verordening is niet van toepassing op subsidieverstrekking in het kader van de Wet BDU verkeer en vervoer, de Wet personenvervoer 2000 en de Tijdelijke verordening stimulering Voordelta. 4. Deze verordening en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op financiële middelen die uitsluitend worden verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen, tenzij Provinciale Staten die verstrekking hebben geregeld in een wettelijk voorschrift zoals bedoeld in artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 5. Indien Gedeputeerde Staten op grond van rijksregels bevoegd zijn financiële middelen te verstrekken aan uitsluitend publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen zij beslissen dat het bepaalde in het vierde lid niet van toepassing is. Artikel 3. Bevoegdheid 1. Gedeputeerde Staten kunnen boekjaar- en projectsubsidies verstrekken. 2. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd regels vast te stellen voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in het eerste lid voor activiteiten die passen binnen de programma's die zijn opgenomen in de begroting. 3. Gedeputeerde Staten verstrekken subsidies als bedoeld in het eerste lid slechts met inachtneming van de regels als bedoeld in het tweede lid. 4. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten nemen betreffende verstrekking van begrotingssubsidies. 5. Voor activiteiten die passen binnen de programma s van de desbetreffende begroting kunnen Gedeputeerde Staten naast de subsidies als bedoeld in het eerste lid subsidies verstrekken: a. in incidentele gevallen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht tot een maximum van ,00; incidentele subsidies van meer dan ,00 kunnen Gedeputeerde Staten uitsluitend verstrekken indien Provinciale Staten in een afzonderlijk besluit gelden voor de desbetreffende specifieke activiteit beschikbaar hebben gesteld of hebben ingestemd met het daartoe strekkende ontwerpsubsidiebesluit; b. in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste één jaar; c. voor zover die rechtstreeks op grond van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Europese Commissie vastgesteld programma kunnen worden verstrekt. 6. Gedeputeerde Staten kunnen bij het vaststellen van de regels bedoeld in het tweede lid afwijken van deze verordening:

2 2 Uitgegeven 3 januari 2013 a. indien de regels alleen betrekking hebben op activiteiten waarvoor ook door andere bestuursorganen subsidie wordt verstrekt; b. voorzover dit voor subsidieverstrekking op grond van deze regels noodzakelijk is gelet op: 1. een wet of een daarop gebaseerde regeling; 2. Europeesrechtelijke bepalingen ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun; of 3. bepalingen inzake Europese cofinanciering. Artikel 4. Specifieke gelden 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om gelden die door het rijk aan de provincie beschikbaar zijn gesteld voor specifiek aangewezen activiteiten, hiervoor als subsidie te verstrekken. 2. Gedeputeerde Staten kunnen bij de verstrekking van subsidies als bedoeld in het eerste lid afwijken van bepalingen in deze verordening. Artikel 5. Instellen subsidieplafonds 1. Provinciale Staten stellen subsidieplafonds vast voor de regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid. 2. Gedeputeerde Staten kunnen een door Provinciale Staten vastgesteld plafond als bedoeld in het eerste lid, onderverdelen in deelplafonds voor afzonderlijke onderdelen van de regels waarvoor dat plafond is vastgesteld. Indien Gedeputeerde Staten deelplafonds vaststellen, doen zij daarvan mededeling aan Provinciale Staten. 3. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieplafond verhogen met een niet benut deel van het desbetreffende subsidieplafond voor de daaraan voorafgaande indieningstermijn of met extra gelden die het Rijk naast de geraamde middelen beschikbaar heeft gesteld voorzover dat onbenutte deel, respectievelijk die extra gelden betrekking heeft, respectievelijk hebben op het jaar waarvoor het subsidieplafond geldt. 4. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieplafond voor boekjaarsubsidies verhogen voorzover Provinciale Staten bij de vaststelling van de begroting meer middelen beschikbaar stellen dan is geraamd bij de vaststelling van de Kadernota en het subsidieplafond. Artikel 6. Inzicht subsidieverlening Gedeputeerde Staten geven Provinciale Staten minimaal één keer per jaar inzicht in alle verleende subsidies. Artikel 7. Doeltreffendheid 1. In afwijking van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt ten minste eenmaal in de vier jaren voor het einde van het jaar voorafgaande aan de verkiezingen voor Provinciale Staten een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verstrekt als begrotingssubsidie of op grond van regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid. 2. Voorafgaande aan de publicatie leggen Gedeputeerde Staten het in het eerste lid bedoelde verslag voor aan Provinciale Staten. 3. Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid leggen Gedeputeerde Staten twee jaar na de verkiezingen voor Provinciale Staten een tussentijds verslag op hoofdlijnen over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte subsidies voor aan Provinciale Staten. Artikel 8. Misbruik en oneigenlijk gebruik 1. Gedeputeerde Staten voeren ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies bij de totstandkoming van regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, een risicoanalyse uit die schriftelijk wordt vastgelegd. 2. Gedeputeerde Staten voeren ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik een actief en consistent handhavingsbeleid. 3. Gedeputeerde Staten houden een registratie bij van misbruik bij subsidieverstrekking door de subsidieontvanger. 4. Gedeputeerde Staten houden een periodieke evaluatie van de risicoanalyse bedoeld in het eerste lid. Paragraaf 2 Indieningsvereisten Artikel 9. Aanvraagformulier 1. Een aanvraag om subsidie waarvoor Gedeputeerde Staten een aanvraagformulier hebben vastgesteld, wordt ingediend met gebruikmaking van dat formulier. 2. De aanvraag gaat overeenkomstig in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden. Artikel 10. Indieningsvereisten 1. Indien geen aanvraagformulier als bedoeld in artikel 9, eerste lid is vastgesteld, worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt: a. een activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht; b. een begroting van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voorzien van een toelichting; c. indien de aanvrager een privaatrechtelijk rechtspersoon is, haar actuele statuten, tenzij die al bij het provinciebestuur bekend zijn. 2. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel c af te wijken. 3. Gedeputeerde Staten kunnen voorschrijven dat de laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt overgelegd, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag

3 Uitgegeven 3 januari over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag. 4. Gedeputeerde Staten kunnen voorschrijven dat een schriftelijke verklaring wordt overgelegd van een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de getrouwheid van de in het derde lid bedoelde bescheiden dan wel een mededeling dat van onjuistheden niet is gebleken. 5. Indien een aanvrager voor dezelfde activiteit eveneens subsidie heeft aangevraagd of zal aanvragen bij Gedeputeerde Staten of bij een ander bestuursorgaan, vermeldt hij dit bij de aanvraag alsmede de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag. Paragraaf 3 Weigeringsgronden Artikel 11. Algemene weigeringsgronden 1. In aanvulling op de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren Gedeputeerde Staten een subsidie voor zover: a. de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend; b. de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op het opstellen van een subsidieaanvraag; c. de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de kosten in verband met het opstellen van een verklaring van een accountant; d. de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de oprichting van een rechtspersoon; e. de activiteit niet voldoet aan de eisen die zijn vermeld in deze verordening of de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid; f. op de begroting voor het doel waarvoor de subsidie wordt aangevraagd geen bedragen beschikbaar zijn; g. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde; h. de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt; i. de activiteit niet is gericht op de provincie Zuid- Holland, niet ten goede komt aan ingezetenen van de provincie of niet op andere wijze het belang van de provincie dient. 2. Gedeputeerde Staten kunnen in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, afwijken van het eerste lid, de onderdelen a tot en met d. 3. Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van onderdeel a van het eerste lid indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd van bijzonder belang is voor het bereiken van de provinciale doelstelling op het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel 12. Weigering van projectsubsidies 1. In aanvulling op artikel 11 eerste lid weigeren Gedeputeerde Staten een projectsubsidie voor zover: a. de aanvraag betrekking heeft op de instandhoudingskosten van de aanvrager; b. de aanvraag betrekking heeft op de inrichtingskosten van de aanvrager; c. de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren. 2. Gedeputeerde Staten kunnen in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid afwijken van het eerste lid. Artikel 13. Weigering van incidentele subsidies In aanvulling op artikel 11 eerste lid weigeren Gedeputeerde Staten een incidentele subsidie voor zover: a. de aanvraag betrekking heeft op de reguliere activiteiten van de aanvrager; b. de aanvraag betrekking heeft op de instandhoudingskosten van de aanvrager; c. de aanvraag betrekking heeft op de inrichtingskosten van de aanvrager; d. het een jaarlijks terugkerende activiteit betreft, of e. de activiteit niet past in het op het desbetreffende beleidsterrein gevoerde provinciale beleid of de activiteit in dat provinciale beleid onvoldoende prioriteit heeft. Artikel 14. Bibob 1. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieaanvraag van ten minste ,00 weigeren, indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. 2. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieverlening of een subsidievaststelling van ten minste ,00 intrekken, indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Artikel 15. Schakelbepaling Indien alleen een subsidievaststellingsbeschikking wordt gegeven, is artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 4 Niet subsidiabele kosten Artikel 16. Niet subsidiabele kosten 1. Er wordt geen subsidie verstrekt voor: a. kosten die niet in redelijke verhouding staan tot de gestelde doelen of redelijkerwijs te verwachten prestaties van de activiteit; b. verrekenbare of compensabele omzetbelasting/btw;

4 4 Uitgegeven 3 januari 2013 c. kosten van boetes en sancties alsmede gemeentelijke leges bij aanvragen van gemeenten. 2. Indien sprake is van een belaste subsidie kunnen Gedeputeerde Staten bepalen dat deze omzetbelasting/btw in afwijking van het eerste lid voor subsidie in aanmerking komt. Paragraaf 5 Verlening Artikel 17. Subsidieverlening 1. Voorafgaande aan een subsidievaststelling wordt een subsidieverleningsbeschikking gegeven. 2. Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een subsidie wordt vastgesteld zonder dat hieraan voorafgaand een subsidieverleningsbeschikking is gegeven. 3. Subsidies tot ,00 worden vastgesteld zonder dat hieraan voorafgaand een subsidieverleningsbeschikking is gegeven of worden, indien wel een subsidieverleningsbeschikking is gegeven, ambtshalve vastgesteld. 4. Het verstrekken van subsidies van ,00 tot ,00 vindt plaats in de vorm van een vast bedrag of een vast bedrag voor een nog te verrichten prestatie-eenheid, dat in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt vastgelegd of dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag. 5. Indien bij een subsidieverstrekking tussen ,00 en ,00 de kosten en opbrengsten ter zake van de te verrichten activiteiten in verband met de aard van die activiteiten zodanig ongewis zijn dat een realistische begroting niet vereist kan worden, kunnen Gedeputeerde Staten in de subsidieverleningsbeschikking bepalen dat de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aantoont dat de activiteiten zijn verricht. 6. Gedeputeerde Staten verstrekken een subsidie die ten laste komt van een begroting die nog niet is vastgesteld onder de voorwaarde bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij er sprake is van een incidentele subsidie of een projectsubsidie die past binnen een door Provinciale Staten vastgesteld beleidsplan of vastgestelde beleidsvisie. Paragraaf 6 Verplichtingen Artikel 18. Algemene verplichtingen 1. De subsidieontvanger voert de activiteit uit overeenkomstig de aanvraag of het activiteitenplan. 2. De subsidieontvanger deelt Gedeputeerde Staten onverwijld schriftelijk mee dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan. 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid deelt de subsidieontvanger onverwijld schriftelijk mee dat met subsidie verkregen goederen en rechten binnen vijf jaar na de subsidievaststelling worden vervreemd of anderszins aan derden ter beschikking worden gesteld. 4. In de gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht kunnen Gedeputeerde Staten bepalen dat de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd is. 5. Bij de vaststelling van de hoogte van de vergoeding bedoeld in het vierde lid, worden de activa gewaardeerd op hun actuele waarde in het economisch verkeer. De waarde van een onroerende zaak geschiedt op basis van de waarde die hieraan is toegekend op grond van de Wet waardering onroerende zaken. 6. Gedeputeerde Staten verzoeken een subsidieontvanger in publicitaire uitingen te vermelden dat de gesubsidieerde activiteit mede mogelijk is gemaakt met steun van de provincie Zuid-Holland. Artikel 19. Medewerking controle De subsidieontvanger verleent medewerking aan, door of vanwege Gedeputeerde Staten gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking van belang kunnen worden geacht. Hij verleent daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de besteding van de subsidie, dan wel anderszins van belang kunnen zijn. Artikel 20. Tussentijds voortgangsverslag 1. Indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet meer dan 12 maanden bedraagt, vragen Gedeputeerde Staten geen tussentijds voortgangsverslag. 2. Indien de subsidie ,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van activiteiten meer dan 12 maanden bedraagt, kunnen Gedeputeerde Staten ten hoogste één keer per periode van 12 maanden een tussentijds voortgangsverslag vragen. 3. Gedeputeerde Staten kunnen wanneer daartoe aanleiding bestaat in afwijking van het tweede lid aan de subsidieontvanger bij de subsidieverleningsbeschikking een verplichting opleggen om meer dan een keer per jaar een tussentijds voortgangsverslag te overleggen. Artikel 21. Administratieve verplichtingen 1. Bij het verstrekken van een subsidie lager dan ,00 wordt aan de subsidie geen verplichting voor de subsidieontvanger verbonden tot: a. het bijhouden of het overleggen van een administratie van aan de activiteiten

5 Uitgegeven 3 januari verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht; b. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel f, van de Algemene wet bestuursrecht; en c. het overleggen van een door een accountant opgesteld stuk. 2. Onderdeel a van het eerste lid is niet van toepassing indien op grond van artikel 17, vijfde lid, een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten wordt gevraagd. Paragraaf 7 Bevoorschotting en betaling Artikel 22. Voorschotten en betaling 1. Gedeputeerde Staten kunnen gelijktijdig met de subsidieverleningsbeschikking ambtshalve voorschotten verstrekken. 2. Een voorschot wordt uitgekeerd in termijnen waarvan de hoogte en de tijdstippen in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, of de subsidieverleningsbeschikking worden bepaald. 3. Onverminderd het tweede lid wordt een voorschot voor meerjarige subsidies uitgekeerd op basis van de liquiditeitsbehoefte voor het uitvoeren van de activiteiten. 4. In afwijking van het eerste lid verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot indien de subsidiebeschikking op grond van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is aangemeld bij de Europese Commissie en de in dat artikel bedoelde procedure nog niet tot een eindbeslissing heeft geleid. Paragraaf 8 Vaststelling en Verantwoording Artikel 23. Aanvraag subsidievaststelling 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht. 2. Met het activiteitenverslag toont de subsidieontvanger aan dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. 3. Indien de subsidieverleningsbeschikking ,00 of meer bedraagt, gaat de aanvraag tot subsidievaststelling naast het activiteitenverslag vergezeld van: a. een financieel verslag alsmede een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van dat verslag of b. een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek mits de gesubsidieerde activiteiten daarin zijn verantwoord en die jaarrekening vergezeld gaat van een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid. 4. Indien een subsidieontvanger in één kalenderjaar aanvragen moet indienen voor de vaststelling van meerdere projectsubsidies waarbij voor elk afzonderlijk minimaal ,00 subsidie is verleend, kan de subsidieontvanger in de plaats van afzonderlijke financiële verslagen en in afwijking van het bepaalde in het derde lid volstaan met het overleggen van: a. één op alle gesubsidieerde activiteiten betrekking hebbend financieel verslag dat is voorzien van een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid of b. de jaarrekening waarin alle afzonderlijke activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt afzonderlijk zijn verantwoord en die jaarrekening vergezeld gaat van een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid. 5. Gedeputeerde Staten kunnen in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, of bij de subsidieverlening afwijken van het eerste, derde en vierde lid. Artikel 24. Werkelijke kosten en opbrengsten 1. De vaststelling van een subsidie als bedoeld in artikel 17, vijfde lid, vindt plaats op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten. 2. In de verklaring bedoeld in het eerste lid geeft de subsidieontvanger aan: a. dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, voorzien van een korte toelichting; b. dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan; c. wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is; d. wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden, is; en e. wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is. Artikel 25. Ambtshalve vaststellen Gedeputeerde Staten kunnen, indien bij de subsidieverlening niets anders is bepaald en onverminderd het bepaalde in artikel 17, derde lid, de subsidie ambtshalve vaststellen. Paragraaf 9 Termijnen Artikel 26. Aanvraag subsidieverlening 1. Een aanvraag tot subsidieverlening kan het hele jaar worden ingediend, tenzij Gedeputeerde Staten in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, een termijn of uiterlijke indieningsdatum opnemen waarbinnen respectievelijk waarop een aanvraag moet worden ingediend.

6 6 Uitgegeven 3 januari In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag voor een boekjaarsubsidie voor 1 oktober voorafgaand aan het boekjaar ingediend. 3. In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag voor een incidentele subsidie ingediend uiterlijk 13 weken voor het tijdstip van aanvang van de activiteit met het oog waarop de subsidie wordt aangevraagd of uiterlijk 22 weken voor het tijdstip van aanvang van de activiteit met het oog waarop de subsidie wordt aangevraagd, indien sprake is van een aanvraag voor een incidentele subsidie, waarvoor een besluit van Provinciale Staten als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, onderdeel a, nodig is. 4. Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag voor een boekjaarsubsidie die na 1 oktober voorafgaand aan het boekjaar is ingediend in behandeling nemen, indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd van bijzonder belang is voor het bereiken van de provinciale doelstelling op het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft. 5. Aanvragen als bedoeld in het vierde lid worden in behandeling genomen nadat een besluit is genomen omtrent de tijdig ingediende aanvragen, tenzij het subsidieplafond ruimte biedt om alle ingediende aanvragen te honoreren. Artikel 27. Ontvangstbevestiging Gedeputeerde Staten bevestigen schriftelijk binnen twee weken na binnenkomst de ontvangst van een aanvraag tot subsidieverlening of -vaststelling. Artikel 28. Beslissen aanvraag 1. Gedeputeerde Staten beslissen op een complete aanvraag binnen 13 weken na afloop van de periode waarin of de uiterlijke datum waarop aanvragen kunnen worden ingediend, of indien er geen tijdvak of uiterlijk tijdstip is gegeven, na ontvangst van de aanvraag. 2. De in het eerste lid bedoelde termijn van 13 weken bedraagt 22 weken indien: a. sprake is van een aanvraag voor een incidentele subsidie, waarvoor een besluit van Provinciale Staten als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, onderdeel a, nodig is; b. sprake is van cofinanciering in het kader van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurd programma; c. over de aanvraag extern advies wordt ingewonnen; d. een nader onderzoek is ingesteld. 3. De in het eerste lid bedoelde termijn bedraagt 40 weken indien de verlening mede afhankelijk is van het oordeel van een internationale beoordelingscommissie of van internationale peerreviews. 4. Voor aanvragen voor een begrotingssubsidie begint, in afwijking van het eerste lid, de termijn van 13 weken te lopen op de dag na die waarop Provinciale Staten een besluit hebben genomen over de begroting. Artikel 29. Subsidievaststelling 1. De subsidieontvanger van een projectsubsidie of een incidentele subsidie, die een subsidieverleningsbeschikking heeft ontvangen dient binnen 26 weken na de datum waarop de activiteit op grond van de subsidieverleningsbeschikking moet zijn uitgevoerd of, indien dat eerder is, 26 weken na de uitvoering van de activiteit een aanvraag tot subsidievaststelling in bij Gedeputeerde Staten. 2. De subsidieontvanger van een boekjaarsubsidie die een subsidieverleningsbeschikking heeft ontvangen, dient binnen 26 weken na afloop van het boekjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij Gedeputeerde Staten bij de subsidieverlening hebben bepaald dat de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld. 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 22 weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, mits deze aan alle vereisten voldoet. 4. Het subsidiebedrag wordt binnen 30 dagen na de subsidievaststelling betaald. Artikel 30. Ambtshalve vaststellen Subsidies die ambtshalve worden vastgesteld, stellen Gedeputeerde Staten vast binnen 22 weken na voltooiing van de activiteit. Paragraaf 10 Intrekken en wijzigen Artikel 31. Intrekken en wijzigen 1. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieverlenings- of subsidievaststellingsbeschikking intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen en onverschuldigd betaalde subsidie terugvorderen indien de subsidieverlening of -vaststelling in strijd is met een ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichting. 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. 3. Gedeputeerde Staten kunnen bij de intrekking of wijziging bepalen dat over de onverschuldigd betaalde subsidiebedragen een rentevergoeding verschuldigd is. 4. De artikelen 4:49, derde lid, en 4:57, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op de intrekking of wijziging als bedoeld in het eerste lid. Paragraaf 11 Per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen Artikel 32. Schakelbepaling 1. Afdeling van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op boekjaarsubsidies vanaf ,00.

7 Uitgegeven 3 januari In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid of bij de subsidieverleningsbeschikking bepalen dat de toepassing van afdeling van de Algemene wet bestuursrecht geheel of gedeeltelijk achterwege blijft. Artikel 33. Verstrekken boekjaarsubsidie 1. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor een periode van maximaal vier achtereenvolgende boekjaren. 2. Deze periode eindigt in ieder geval op 31 december van het eerste kalenderjaar na het jaar waarin de verkiezingen voor Provinciale Staten hebben plaatsgehad. 3. In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten in afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid een subsidie verstrekken voor meer dan vier achtereenvolgende boekjaren. 4. Gedeputeerde Staten vermelden in een subsidieverleningsbeschikking voor meer dan één boekjaar het totale maximale subsidiebedrag en de verdeling daarvan over de verschillende boekjaren. Artikel 34. Aanvraag boekjaarsubsidie 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt een werkplan van de subsidieaanvrager gelijkgesteld met het activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:61 van de Algemene wet bestuursrecht. 2. Naast de in artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven overzichten bevat het activiteitenplan in ieder geval: a. een beschrijving van de beleidsdoelstellingen van de subsidieaanvrager in relatie tot het provinciale beleid waarbinnen de te subsidiëren activiteit wordt uitgevoerd; en b. een beschrijving van de wijze waarop de scheiding tussen de uitvoering van beleid en de controle daarop is georganiseerd. 3. Bij toepassing van artikel 10 gaat een aanvraag vergezeld van een meerjarenplan en een financiële vertaling daarvan. 4. In aanvulling op het derde lid kunnen Gedeputeerde Staten een aanvrager verzoeken een integrale kostprijsberekening te overleggen. De integrale kostprijs bevat alle kosten voor personeel, huisvesting en voorzieningen, gedeeld door het voor de activiteit in te zetten aantal arbeidsuren. Artikel 35. Loon- en prijscompensatie Indien Provinciale Staten gelden voor loon- en prijscompensatie beschikbaar hebben gesteld kunnen Gedeputeerde Staten het bedrag van de verleende subsidie dienovereenkomstig verhogen. Artikel 36. Reservevorming 1. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieontvanger bij de subsidieverstrekking toestaan een reserve te vormen met een deel van het verstrekte subsidiebedrag voor dat boekjaar voor een specifiek doel. 2. De toevoeging aan de reserve bedoeld in het eerste lid bedraagt jaarlijks niet meer dan 10% van het voor dat boekjaar verstrekte bedrag. 3. Voor zover gevormd met provinciale middelen bedraagt de totale omvang van een reserve voor een specifiek doel nooit meer dan 25% van de laatst verstrekte boekjaarsubsidie. 4. Indien de totale reserve van een subsidieontvanger verminderd met de specifieke reserve die gevormd is met toepassing van het eerste lid, meer bedraagt dan de omvang van de uitgaven zoals vermeld in de laatst opgemaakte jaarrekening en voor zover deze uitgaven betrekking hebben op de door de provincie gesubsidieerde activiteiten, wordt het meerdere in mindering gebracht op het vast te stellen subsidiebedrag. 5. Gedeputeerde Staten kunnen in regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, afwijken van het bepaalde in het vierde lid. Paragraaf 12 Slotbepalingen Artikel 37. Verrekening Een bestuurlijke geldschuld kan worden verrekend met een bestaande vordering. Artikel 38. Afwijkingsbevoegdheid Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van deze verordening en de regels bedoeld in artikel 3, tweede lid: a. indien subsidie wordt verstrekt voor activiteiten waarvoor ook door andere bestuursorganen subsidie wordt verstrekt; b. voorzover dit voor subsidieverstrekking noodzakelijk is gelet op: 1. een wet of een daarop gebaseerde regeling; 2. Europeesrechtelijke bepalingen ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun; of 3. bepalingen inzake Europese cofinanciering. Artikel 39. Hardheidsclausule 1. Gedeputeerde Staten kunnen de bepalingen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, naar hun oordeel tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden. 2. Het bepaalde in het eerste lid wordt toegepast binnen de doelstelling van deze verordening en de daarop gebaseerde regelgeving. Artikel 40. Toezicht Gedeputeerde Staten kunnen ambtenaren aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

8 8 Uitgegeven 3 januari 2013 Artikel 41. Intrekking en overgangsrecht De Algemene subsidieverordening Zuid-Holland wordt ingetrokken, met dien verstande dat de daarin neergelegde bepalingen van kracht blijven ten aanzien van subsidieaanvragen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en subsidieaanvragen op grond van de Subsidieverordening externe veiligheid Zuid-Holland. Artikel 42. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli Artikel 43. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland Den Haag, 12 december 2012 Provinciale Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter H. ENGELS-VAN NIJEN, griffier

9 TOELICHTING ALGEMEEN Hoofdstuk 1. Aanleiding nieuw subsidiesystematiek In 2009 is in het kader van deregulering en vermindering van administratieve lasten het Kader financieel beheer rijkssubsidies vastgesteld en zijn per 1 januari 2010 bijbehorende Aanwijzingen voor subsidieverstrekking in werking getreden. Het is een rijksbreed bindend kader dat de uitvoering en verantwoording van rijkssubsidies vereenvoudigt en uniformeert. Dit Rijksbreed subsidiekader (RSK) beoogt vermindering van de regeldruk en de uitvoerings- en controlelasten bij subsidies. De landelijke trend is dat medeoverheden, zoals provincies en gemeenten, zich aansluiten bij dit Rijksbreed subsidiekader en de systematiek overnemen. Het ontwikkelde subsidiekader uniformeert en vereenvoudigt de regels voor de verantwoording en het financieel beheer van subsidies. Hoofdstuk 2. De wettelijke basis van de verordening In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is in Hoofdstuk 4, titel 4.2 een wettelijke regeling opgenomen voor het verstrekken van subsidies door bestuursorganen. Belangrijk uitgangspunt van deze regeling is dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift. De Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv) beoogt deze wettelijke grondslag te geven voor subsidies waarvoor niet elders een wettelijke grondslag aanwezig is. 2.1 Wanneer is de Asv van toepassing De Asv is een kaderverordening. De verordening beschrijft welke subsidievormen worden onderscheiden en bevat verder delegatie- en bevoegdheidsbepalingen. Daarnaast geeft de Asv algemene procedureregels voor subsidieverstrekking. De Asv geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om de inhoudelijke en beleidsmatige aspecten van het subsidiebeleid nader uit te werken in subsidieregelingen. In een subsidieregeling kunnen Gedeputeerde Staten nadere regels stellen ten aanzien van bijvoorbeeld de te subsidiëren activiteit, de subsidievereisten en de subsidieverplichtingen voor de subsidieontvanger. 2.2 Relatie tot andere wetgeving Zoals aangegeven is op het verstrekken van subsidies de Awb van toepassing. De subsidietitel van de Awb geeft een chronologische en betrekkelijk gedetailleerde regeling van het subsidieverstrekkingproces vanaf de aanvraag tot en met de vaststelling. Om een volledig beeld te krijgen van alle regels die op provinciale subsidies betrekking hebben, is het daarom onvoldoende alleen de Asv te lezen. De subsidieontvanger dient tevens de Awb en de toepasselijke op de Asv gebaseerde subsidieregelingen in acht te nemen. Daarnaast kunnen ook beleidsregels van toepassing zijn. Hoofdstuk 3. Rijksbreed subsidiekader Het Rijksbreed subsidiekader is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Proportionaliteit Dit betekent dat er een redelijke verhouding is tussen het subsidiebedrag en de lasten die met de subsidie gemoeid gaan. In het RSK wordt aan dit uitgangspunt invulling gegeven door te werken met drie subsidiearrangementen. De arrangementen onderscheiden zich van elkaar door de voorwaarden en verplichtingen die worden gesteld aan de uitvoering en verantwoording van de subsidie. De arrangementen zijn ingedeeld op basis van de hoogte van het subsidiebedrag. Hoe lager het subsidiebedrag hoe minder verantwoordingseisen er worden gesteld en hoe eenvoudiger de uitvoering is. Het gaat om de volgende in de tabel opgenomen arrangementen: Hoogte subsidiebedrag Arrangement Tot ,- Vanaf ,- tot ,- Vanaf ,- Direct of ambtshalve (zonder nadere aanvraag tot vaststelling) vaststellen, desgevraagd verantwoording over de prestatie. Verantwoording over de prestatie. Verantwoording over kosten en prestaties met verplichte controleverklaring door een onafhankelijk accountant. De arrangementen zijn niet statisch. Het is mogelijk om bij de subsidieverlening in een concrete situatie een soepeler arrangement van toepassing te verklaren.

10 Sturen op prestaties en hoofdlijnen Het RSK gaat, vooral voor de kleinere subsidies, uit van het subsidiëren van de prestatie in plaats van werkelijke kosten. Prestatie subsidiering houdt in dat er een vast bedrag wordt gesubsidieerd ten behoeve van een vooraf overeengekomen activiteit of prestatie. Bij subsidies gebaseerd op een verantwoording van de kosten, wordt vaak zekerheid gezocht in de administratieve verplichtingen zoals het overleggen van facturen en urenadministratie. Hiermee gaan hoge administratieve en bestuurlijke lasten gepaard. Door het vaststellen op basis van de prestaties en het vervallen van de financiële verantwoording bij kleine subsidies, worden de lasten verminderd Uniformering en vereenvoudiging van het subsidieproces In het RSK zijn processtappen, begrippen en verplichtingen die bij iedere subsidie terugkeren, vereenvoudigd en geüniformeerd. Het gaat daarbij om gestandaardiseerde termijnen voor de subsidieaanvrager en subsidieverstrekker. Daarnaast worden de informatieverplichtingen voor de subsidieontvangers verminderd, doordat bijvoorbeeld de tussentijdse rapportages voor kortlopende subsidies vervallen Verantwoord vertrouwen en risicoacceptatie Het RSK gaat uit van werken vanuit vertrouwen in plaats van wantrouwen. Hieraan wordt invulling gegeven door niet alle subsidieontvangers te belasten met verantwoordingen, rapportages en controles. De aandacht verschuift naar risicogroepen en naar de uitzondering. Er komt ook meer verantwoordelijkheid bij de subsidieontvanger te liggen. De subsidieontvanger moet zelf melden wanneer de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet meer kunnen worden uitgevoerd of niet wordt voldaan aan de gestelde verplichtingen. De provincie kan hierop handelen en nieuwe verplichtingen opleggen, de subsidieverlening intrekken of de bevoorschotting opschorten. Werken vanuit vertrouwen betekent het accepteren van een zeker risico. Om dat verantwoord te kunnen doen moet provinciaal beleid worden ontwikkeld waar risicomanagement, strikte handhaving en registratie van misbruik onderdeel van uit maken. Risicomanagement houdt in dat mogelijke risico s voorafgaand aan het verlenen van subsidies in kaart worden gebracht, goed worden afgewogen en hierop wordt geanticipeerd, door bijvoorbeeld een extra meldingsverplichting op te nemen Verschillen met de voorgaande Asv Zoals in voorgaande paragrafen reeds is beschreven gaat het RSK-subsidiekader uit van proportionaliteit tussen het subsidiebedrag en de lasten. Dit heeft geleid tot het invoeren van drie standaard uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen waarvan de toepassing wordt bepaald door de hoogte van het subsidiebedrag. Andere noemenswaardige wijzigingen die hebben plaatsgevonden, komen hieronder kort aan de orde. De opbouw van de verordening is aangepast en volgt het proces van subsidieverstrekking in plaats van de verschillende soorten subsidies die kunnen worden onderscheiden. Er is voor deze opbouw gekozen om de inzichtelijkheid en leesbaarheid van de regeling te vergroten. Provinciale Staten kunnen nu op elk moment subsidieplafonds vaststellen, waarbij het nog steeds de voorkeur heeft om dit te doen vooruitlopend op de vaststelling van de begroting, bij de Kadernota of de Voorjaarsnota, of bij de vaststelling van de begroting zelf. Begrotingssubsidies hoeven niet per se boekjaarsubsidies te zijn, maar kunnen desgewenst ook betrekking hebben op een specifieke activiteit. Het instrument van de begrotingssubsidie kan hierdoor ruimer worden ingezet en er hoeft geen subsidieregeling voor een specifiek geval te worden gemaakt. Er zijn weigeringsgronden toegevoegd voor aanvragers die doelstellingen beogen of activiteiten ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde en voor activiteiten die de provincie of haar ingezeten niet ten goede komen. Gedeputeerde Staten krijgen de mogelijkheid om een subsidieontvanger van een boekjaarsubsidie toe te staan om een reserve te vormen voor een specifiek doel. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een egalisatiereserve of een reserve voor een reorganisatie. De omvang van een dergelijke reserve wordt wel gerelateerd aan de omvang van de subsidie. Ditzelfde geldt ook voor een algemene reserve die een subsidieontvanger mag aanhouden. Wordt deze te groot dan kan de subsidie lager worden vastgesteld. Afwijken van de subsidieverordening door Gedeputeerde Staten is mogelijk indien een ander bestuursorgaan voor dezelfde activiteit ook subsidie verstrekt, bijvoorbeeld om te voorkomen dat er verschillende verantwoordingseisen aan de ontvanger worden gesteld, afwijken van de regeling is ook mogelijk voor zover dit noodzakelijk is in verband met een nationale wet, Europese co-financiering of ter voorkoming van ongeoorloofde staatsteun.

11 4. Hoofdlijnen subsidiesysteem In deze verordening is aansluiting gezocht bij het systeem van de Awb. De Awb geeft een betrekkelijk gedetailleerde regeling van het proces van subsidieverstrekking. Dit proces start met een aanvraag om subsidie, waarop een subsidieverleningsbeschikking volgt. Deze beschikking geeft de subsidieontvanger aanspraak op uitbetaling van de subsidie, mits hij de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, overeenkomstig de beschikking en de daaraan verbonden verplichtingen verricht. Na afloop van de activiteiten - die eventueel worden gefinancierd uit verleende voorschotten - vraagt de subsidieontvanger een beschikking tot vaststelling van de subsidie aan. In deze aanvraag legt hij dan rekening en verantwoording af, waarbij hij aantoont dat de activiteiten overeenkomstig de subsidieverlening en de daaraan verbonden verplichtingen hebben plaatsgevonden. Het bestuursorgaan neemt vervolgens een vaststellingsbesluit en gaat tot uitbetaling over, waarbij een verrekening plaatsvindt met eventueel uitbetaalde voorschotten. Bij de vaststelling kan ook een korting worden toegepast indien de subsidieontvanger in de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit tekort is geschoten. De Awb biedt ook ruimte om met één subsidiebeschikking te volstaan; dat is dan een vaststelling. Dit wordt toegepast bij subsidies tot ,-, tenzij deze zijn verleend, dan worden zij ambtshalve vastgesteld. Een enkele subsidievaststelling kan zowel plaatsvinden bij activiteiten die reeds plaatsgevonden hebben als bij toekomstige activiteiten. De overige regels van de subsidietitel zien toe op de andere onderdelen van het proces van subsidieverstrekking. Zij omvatten onderwerpen als het weigeren van subsidie, het intrekken, wijzigen of beëindigen van subsidie en het betalen of terugvorderen van subsidie. Tenslotte biedt de subsidietitel uit de Awb een (facultatieve) standaardregeling voor subsidiëring van rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties per boekjaar. 5. Aanbestedingsrecht en Europees recht 5.1. Subsidies en het aanbestedingsrecht Het Europees en Nederlands aanbestedingsrecht is van toepassing op overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken, het leveren van producten en het verrichten van diensten. Maar ook in relatie tot subsidies kan men met het aanbestedingsrecht te maken krijgen. Als de provincie een project subsidieert, dient onder omstandigheden de subsidieontvanger het aanbestedingsrecht in acht te nemen. Is de subsidieontvanger, tevens opdrachtgever, een overheidsorganisatie of publiekrechtelijke instelling, dan is het aanbestedingsrecht altijd van toepassing. In dat geval heeft de organisatie of instelling waarschijnlijk een eigen aanbestedingsbeleid dat bij opdrachten binnen het subsidieproject moet worden gevolgd. Is de subsidieontvanger een private organisatie, dan is er meestal geen aanbestedingsplicht. Dit is echter anders als de private organisatie voor een project rechtstreeks meer dan 50% overheidssubsidie ontvangt en derden bepaalde bouwwerken of civieltechnische werken met daaraan verbonden diensten laat uitvoeren. Als de waarde van een dergelijke opdracht boven het van toepassing zijnde Europese drempelbedrag voor werken uitkomt, is de subsidieontvanger verplicht het Europees aanbestedingsrecht toe te passen en de opdracht Europees aan te besteden Subsidies en Europese staatssteunregels De regeling omtrent staatssteun is neergelegd in de artikelen 107 tot en met 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Staatssteun omvat, kort gezegd, alle voordelen van nationale overheden die door bepaalde ondernemingen worden genoten, anders dan op grond van normale commerciële transacties. Artikel 107, eerste lid, van het VWEU omvat vijf criteria aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of in een concreet geval een subsidie of (wijziging van) een subsidieregeling als staatssteun moet worden aangemerkt: 1. de maatregel wordt door de overheid verleend of met overheidsmiddelen bekostigd; 2. de maatregel komt ten goede aan bepaalde ondernemingen of producties (selectiviteit); 3. de maatregel verschaft een voordeel dat niet langs normale weg (via de markt) zou zijn verkregen; 4. de maatregel vervalst de mededinging of dreigt deze te vervalsen; 5. de maatregel beïnvloedt het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig. Provinciale subsidies aan ondernemingen voldoen doorgaans aan deze criteria en zijn daarom in beginsel verboden. In beginsel, want naast de uitzonderingen van artikel 107, tweede en derde lid, van het VWEU kan voor de verstrekking van dergelijke subsidies voorafgaand daaraan goedkeuring worden verkregen van de Europese Commissie. Overigens dient het begrip onderneming in het Europees recht ruim te worden opgevat. Ingevolge de jurisprudentie van het Europese Hof is een onderneming elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Daarbij geldt dat het aanbieden van goederen en diensten een economische activiteit is, waarbij het niet van belang is of er feitelijk sprake is van concurrentie. Als een aangevraagde subsidie zou leiden tot verstrekking van onrechtmatige staatssteun kan de provincie deze weigeren. Omdat de plicht tot het naleven van het Europese staatssteunrecht al rechtstreeks volgt uit het

12 Europese recht, behoeft de bevoegdheid om de subsidie te weigeren op grond van het staatssteunrecht geen grondslag in de Asv of een subsidieregeling. Als de provincie de betreffende subsidie desondanks wenst te verstrekken, geldt als hoofdregel dat zij de subsidie moet aanmelden bij de Europese Commissie. De Europese Commissie onderzoekt vervolgens of de subsidie verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Voor een aanmeldplichtige subsidie(regeling) geldt een standstill-beginsel. Dat wil zeggen dat de subsidie(regeling) niet mag worden uitgevoerd voordat de Commissie bij beschikking goedkeuring heeft verleend of geacht wordt goedkeuring te hebben verleend (artikel 108, derde lid, van het VWEU). Ook kan de Commissie ingevolge artikel 108, tweede lid, van het VWEU bepalen dat de betreffende subsidie(regeling) binnen een bepaalde termijn moet worden opgeheven of gewijzigd. Op de aanmeldplicht bestaat echter een aantal uitzonderingen. Een belangrijke uitzondering betreft de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EG) nr. 2008/800, hierna: AGV). De AGV biedt de mogelijkheid om voor bepaalde categorieën van staatssteun die steun direct te verlenen, zonder eerst een aanmeldprocedure te doorlopen en een goedkeuring te hoeven afwachten. Deze verordening ziet op steunmaatregelen die reëel bijdragen aan het scheppen van banen en het versterken van het Europese concurrentievermogen. Een tweede belangrijke uitzondering op de aanmeldplicht is de de-minimis steun. Verordening 1998/2006 (PbEU 2006, L379) bepaalt dat de-minimis -steun niet valt onder het verbod van artikel 107, eerste lid, van het VWEU. De verordening is van toepassing op gevallen waarin het bruto steunbedrag, ongeacht vorm en doel en vóór aftrek van de directe belastingen, voor een onderneming over een periode van drie jaar het plafond van ,- niet overschrijdt. De de-minimisplafonds verschillen overigens per sector. Omdat de provincie bij de verstrekking van een dergelijke subsidie zich ervan moet vergewissen dat het voor de subsidieontvanger geldende plafond over de afgelopen drie fiscale jaren niet wordt overschreden, moet de subsidieontvanger een de-minimisverklaring ondertekenen. De Europese Commissie heeft tot slot onder meer de bevoegdheid om de provincie op te dragen een in strijd met de Europese staatssteunregels verstrekte subsidie terug te vorderen tot 10 jaar na de dag waarop de subsidie aan de subsidieontvanger is verstrekt. Nationale termijnen voor terugvordering staan hieraan niet in de weg. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsbepalingen In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt die in de verordening worden gehanteerd. Artikel 2. Toepassingsbereik De Asv is van toepassing op de meeste subsidies die vanuit de provincie worden verstrekt. De verordening is ook van toepassing op de jeugdzorg en is daarom aangewezen als de verordening die Provinciale Staten op grond van de Wet op de jeugdzorg verplicht moeten vaststellen. De Asv is niet van toepassing op subsidies waarvoor door Provinciale Staten een uitputtende regeling is getroffen. Subsidieverstrekking in het kader de Wet BDU verkeer en vervoer, de Wet personenvervoer 2000 en de Tijdelijke verordening stimulering Voordelta valt gelet op het specifieke karakter hiervan niet onder de Asv. Artikel 3. Bevoegdheid Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot het verstrekken van subsidies in de vorm van boekjaar- en projectsubsidies. De activiteiten waarvoor subsidies worden verstrekt moeten passen binnen de begrotingsprogramma s. Gedeputeerde Staten moeten daarbij altijd de door Provinciale Staten vastgestelde provinciebegroting in acht nemen. Het tweede lid geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om subsidieregels vast te stellen. Gedeputeerde Staten kunnen uitvoeringsbesluiten nemen met betrekking tot het verstrekken van begrotingssubsidies. Ten aanzien van het verstrekken van incidentele subsidies hebben Gedeputeerde Staten de bevoegdheid deze tot maximaal ,- te verstrekken onder de voorwaarden zoals in het artikel is opgenomen. Gedeputeerde Staten zijn op grond van artikel 4:81 van de Awb bevoegd beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de hierboven genoemde bevoegdheden. Het zesde lid geeft de situaties aan, wanneer Gedeputeerde Staten bij het vaststellen van de regels, zoals bepaald in het tweede lid, mogen afwijken van de bepalingen in de Asv. Artikel 4. Specifieke gelden In de praktijk komt het voor dat op rijksniveau gelden beschikbaar worden gesteld voor de realisering van bepaalde projecten met de bedoeling dat de provincie deze middelen bij wijze van subsidie doorgeeft aan de uitvoerder van het project. Dit artikel biedt hiervoor een grondslag zonder dat een aparte subsidieregeling moet worden vastgesteld. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van de artikelen in de Asv.

13 Artikel 5. Instellen subsidieplafonds Provinciale Staten kunnen subsidieplafonds vaststellen. Het subsidieplafond is een instrument waarmee het bestuursorgaan de uitgaven op grond van een subsidieregeling binnen het in de begroting vastgelegde kader kan houden. Het is volgens artikel 4:25 van de Awb alleen mogelijk om met subsidieplafonds te werken, als de verordening daar de mogelijkheid voor biedt. Het subsidieplafond moet bekend worden gemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met jaarlijkse of halfjaarlijkse subsidierondes. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond moet het bestuursorgaan ook de wijze van verdeling van de beschikbare middelen aangeven. De verdelingsmaatstaf/rangschikking volgt uit de subsidieregeling. Indien specifieke uitkeringen van het rijk gedurende het jaar worden verhoogd kunnen Gedeputeerde Staten de subsidieplafonds verhogen met deze extra rijksmiddelen. Voorts kunnen Gedeputeerde Staten de subsidieplafonds die worden vastgesteld eveneens verhogen voorzover Provinciale Staten bij de vaststelling van de begroting meer middelen beschikbaar stellen dan is geraamd bij de vaststelling van het subsidieplafond of met de onbenutte middelen uit de voorafgaande termijn voorzover deze op hetzelfde jaar betrekking hebben. Artikel 6. Inzicht subsidieverlening Gedeputeerde Staten verlenen Provinciale Staten periodiek, doch minimaal één keer per jaar, inzicht in de subsidies die zijn verleend over een aangeduid tijdvak. Artikel 7. Doeltreffendheid In artikel 4:24 van de Awb staat dat tenminste éénmaal per vijf jaar een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk wordt gepubliceerd. In de verordening is bepaald dat Gedeputeerde Staten het jaar voorafgaand aan de verkiezingen voor Provinciale Staten een verslag publiceren over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk. Twee jaar na de verkiezingen van Provinciale Staten stelt Gedeputeerde Staten een tussentijds verslag op. Een regelmatige evaluatie van beleid en regelgeving kan bijdragen aan de beheersing van overheidsuitgaven. En zo ook kan de formulering van heldere doelstellingen voor een subsidieregeling en het gebruik daarbij van duidelijke prestatie-indicatoren - ingegeven door het RSK - daar een bijdrage aan leveren. Als uit de evaluatie blijkt dat subsidiëring niet doelmatig is, of het doel van de subsidie is bereikt, kan het subsidiebeleid worden aangepast. Artikel 8. Misbruik en oneigenlijk gebruik In dit artikel wordt aan Gedeputeerde Staten de opdracht gegeven misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan. Gedeputeerde Staten hebben de in dit artikel genoemde verplichtingen voor het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies uitgewerkt in een beleidsregel (M&O-beleid). Het M&O-beleid vormt een belangrijk onderdeel van de nieuwe subsidiesystematiek en ziet op een sluitend systeem van eigen verantwoordelijkheid, (steekproefsgewijze) verantwoording, risicogerichte controle en een actieve en consistente handhaving. Daarnaast maken ook de risicoanalyses vooraf, steekproefsgewijze controles, een register misbruik en oneigenlijk gebruik (zwarte lijst) en de periodieke evaluatie van alle subsidieregelingen deel uit van dit beleid. Artikel 9. Aanvraagformulier Subsidie wordt, indien Gedeputeerde Staten hierin hebben voorzien, verplicht aangevraagd met een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Het aanvraagformulier bevat een overzicht van de gegevens die van de subsidieaanvrager benodigd zijn om een subsidieaanvraag goed te kunnen beoordelen. Het bestaat uit een algemeen deel met algemene gegevens, zoals naam, adres, woonplaats en een bijzonder deel. De in het bijzondere deel gevraagde gegevens zijn specifiek afgestemd op de desbetreffende subsidieregeling. Het aanvraagformulier geeft ook aan welke overige bescheiden moeten worden ingediend. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 4:5 van de Awb besluiten een aanvraag niet te behandelen indien niet voldaan is aan een voorgeschreven vereiste. De aard en de hoeveelheid van de gevraagde gegevens moeten op basis van het proportionaliteitsbeginsel altijd in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de gevraagde subsidie. Indien de ingediende gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van een aanvraag mogen Gedeputeerde Staten op basis van artikel 4:2 van de Awb die gegevens vragen die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover subsidieaanvrager redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Artikel 10. Indieningsvereisten Voor de vereisten waaraan een subsidieaanvraag minimaal moet voldoen indien geen aanvraagformulier is vastgesteld, wordt voor een activiteitenplan verwezen naar artikel 4:62 van de Awb. Dit artikel van de Awb bepaalt dat een activiteitenplan een overzicht behelst van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen. Het tweede onderdeel geeft aan dat eveneens een begroting is vereist. Het derde onderdeel van het eerste lid geeft aan dat de actuele statuten moeten worden overgelegd bij privaatrechtelijke rechtspersonen, voor zover zij nog niet bekend zijn bij de provincie. Gedeputeerde Staten kunnen wel afwijken van laatstgenoemde

14 vereiste. De overige bepalingen zien op het overleggen van de jaarrekening of financieel jaarverslag en de verplichting om melding te maken van subsidieaanvragen die bij Gedeputeerde Staten (bijvoorbeeld bij een andere afdeling) of bij andere bestuursorganen voor dezelfde activiteit zijn aangevraagd. Artikel 11. Algemene weigeringsgronden De weigeringsgronden hebben een imperatief karakter waardoor bij weigering kan worden volstaan met de verwijzing naar het artikelonderdeel dat van toepassing is. Het tweede lid voorziet in de mogelijkheid voor Gedeputeerde Staten om in een subsidieregeling af te kunnen wijken van de onderdelen a tot en met d van het eerste lid. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat ook afgeweken kan worden van de overige (harde) weigeringsgronden. De eis om een eventuele afwijking vast te leggen in nadere regels is ingegeven door het rechtszekerheidsbeginsel. Het derde lid voorziet in de mogelijkheid om af te kunnen wijken van onderdeel a van het eerste lid, zonder dat deze mogelijkheid in een subsidieregeling is vastgelegd. Hierdoor kan ook van dit onderdeel worden afgeweken bij incidentele en begrotingssubsidies. Artikel 12. Weigering van projectsubsidies Met dit artikel worden in aanvulling op artikel 11 een drietal weigeringsgronden gegeven voor de verstrekking van projectsubsidies. Met deze gronden wordt tot uitdrukking gebracht dat een projectsubsidie niet is bedoeld om de alledaagse bedrijfsvoering van de aanvrager te financieren. Gedeputeerde Staten kunnen, indien hiertoe in specifieke gevallen aanleiding bestaat, hier wel van afwijken door middel van een subsidieregeling. Artikel 13. Weigering van incidentele subsidies In aanvulling op artikel 11 geeft dit artikel vijf extra weigeringsgronden voor de verstrekking van incidentele subsidies. Het is niet de bedoeling om incidentele subsidies te verstrekken voor de alledaagse bedrijfsvoering, maar ook reguliere activiteiten en jaarlijkse activiteiten komen hiervoor niet in aanmerking. Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet ook worden geweigerd indien deze niet past binnen het door de provincie gevoerde beleid of onvoldoende prioriteit heeft. Gedeputeerde Staten hebben geen mogelijkheid om van deze imperatieve weigeringsgronden af te wijken. Artikel 14. Bibob Om te voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit in de hand werkt is er de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). Voor de invoering van de Wet Bibob konden alleen de politie en het Openbaar Ministerie ingrijpen als er sprake was van malafide praktijken. Met de Wet Bibob heeft ook de provincie een bestuurlijk instrument waarmee ze de mogelijkheid heeft om natuurlijke en rechtspersonen te screenen en criminele activiteiten aan te pakken. Bij een vermoeden van malafide praktijken kunnen Gedeputeerde Staten aanvragers en ontvangers van een subsidie van ten minste ,- laten onderzoeken bij het landelijk bureau Bibob. De bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om een subsidie te weigeren of in te trekken op grond van dit artikel is discretionair. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten hieromtrent beleidsvrijheid hebben. Artikel 15. Schakelbepaling Artikel 4:35 van de Awb bevat een aantal gronden voor weigering van verlening van subsidie. Teneinde deze gronden ook tot afwijzingsgrond te maken voor subsidies die alleen worden vastgesteld (zonder dat hieraan voorafgaand een beschikking tot verlening is gegeven), is artikel 4:35 van de Awb hierop van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 16. Niet-subsidiabele kosten De in het eerste lid genoemde kosten zijn niet-subsidiabel. BTW die de subsidieontvanger niet kan compenseren of verrekenen komt voor subsidie in aanmerking tenzij anders wordt bepaald. Hierop wordt een uitzondering gemaakt voor een met omzetbelasting-belaste subsidie. Indien de subsidie een belaste subsidie betreft, dan krijgt de subsidieontvanger ook de BTW vergoed. Dit zal veelal het geval zijn bij prijssubsidies. De Belastingdienst bepaalt of sprake is van een belaste subsidie. Artikel 17. Subsidieverlening In het eerste lid staat de standaarduitgangssituatie dat een subsidieverleningsbeschikking wordt opgesteld voorafgaand aan het vaststellen van subsidie. In het derde lid is bepaald dat Gedeputeerde Staten een subsidie tot ,- kunnen verstrekken zonder verleningsbeschikking (met toepassing van artikel 4:29 Awb). Omdat er bij deze mogelijkheid geen verleningsbeschikking is, maar alleen een vaststellingsbeschikking, wordt in de vaststellingsbeschikking aangegeven welke eisen er worden gesteld ten behoeven van een inhoudelijke controle, die dan steekproefsgewijs achteraf plaatsvindt. Bij toepassing van de andere mogelijkheid uit het derde lid wordt de subsidie verleend met een verleningsbeschikking en wordt er voor 100% voorschot verleend. Dit voorschot kan in

15 termijnen worden verstrekt. De subsidie wordt vervolgens na afloop van de activiteit ambtshalve vastgesteld door de provincie. Het vierde lid heeft betrekking op subsidies tussen de ,- en ,-. De hoofdregel is dat het subsidiebedrag een vast bedrag is voor een prestatie of prestatie-eenheid. In tegenstelling tot subsidie van minder dan ,- wordt hier wel steeds verantwoording afgelegd. De verantwoording geschiedt over de prestatie of over een vooraf overeengekomen meetbare prestatie-eenheid. Bij de prestatieverantwoording kunnen verschillende instrumenten worden gebruikt. De gewenste bewijsstukken die nodig zijn om de prestatie te verantwoorden, worden in de verordening of in de verleningsbeschikking opgenomen. De mogelijkheid bestaat om steekproefsgewijs aanvullende informatie op te vragen of ter plekke te controleren of de prestatie is verricht. Er wordt geen bijkomende financiële verantwoording over de werkelijke kosten én geen accountantsverklaring gevraagd. Als de prestatie niet of niet geheel conform de verleningsbeschikking wordt uitgevoerd, bepalen Gedeputeerde Staten, afhankelijk van de oorzaak van de afwijking, of het subsidiebedrag lager moet worden vastgesteld. Het vijfde lid heeft betrekking op situaties dat het niet mogelijk is om de prestatie(-eenheid) vooraf te definiëren. In deze gevallen is het ook niet goed mogelijk een subsidiebedrag hieraan te koppelen omdat de kosten dan vooraf moeilijk zijn in te schatten. Als in deze specifieke gevallen het verlenen van een vast bedrag voor een vooraf gedefinieerde prestatie tot onaanvaardbare resultaten zou leiden, biedt het subsidiesysteem de mogelijkheid om in de beschikking tot subsidieverlening te bepalen dat de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten mag aantonen dat de activiteiten zijn verricht. Het zesde lid geeft aan dat Gedeputeerde Staten subsidies verlenen indien de betreffende begroting nog niet is vastgesteld - onder voorbehoud dat de activiteiten passen binnen de begroting die door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Een project- of incidentele subsidie hoeft niet onder dit voorbehoud te worden verleend, indien de subsidie voortvloeit uit een beleidsplan of een beleidsvisie (inclusief bijbehorende financiële paragraaf), die door Provinciale Staten is vastgesteld. Artikel 18. Algemene verplichtingen Uitgangssituatie is dat de subsidieontvanger zijn activiteiten uitvoert in overeenstemming met de aanvraag of het activiteitenplan. De subsidieontvanger is verplicht tijdig schriftelijk en gemotiveerd te melden bij Gedeputeerde Staten als aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen en eventuele voorwaarden zal worden verricht, dan wel indien er anderszins iets wijzigt in de activiteiten en/of kosten en opbrengsten die van invloed kunnen zijn op de subsidie. In dat geval zal beoordeeld moeten worden of daaraan consequenties worden verbonden voor de subsidie. Zo zou het kunnen dat in het geval de activiteiten niet of niet geheel worden uitgevoerd, de subsidie lager of op nihil wordt vastgesteld of zullen nadere afspraken worden gemaakt over het aanpassen van de verplichtingen, bijvoorbeeld het geven van meer tijd voor de uitvoering van de activiteiten. Bij het niet voldoen aan deze meldingsplicht kan, indien dat achteraf mocht blijken bij de vaststelling, de subsidie lager dan wel op nihil worden vastgesteld of kan bij een steekproefsgewijze controle, met toepassing van artikel 4:49 van de Awb, alsnog de subsidievaststelling worden ingetrokken. De ontvanger wist immers en behoorde te weten dat de vaststelling onjuist was. Terugvordering van de subsidie, inclusief wettelijke rente van het hele subsidiebedrag, kan in zo n geval ook proportioneel worden geacht, omdat de ontvanger misbruik maakte van het gegeven vertrouwen, dat ten grondslag ligt aan het RSK. De verplichting tot mededeling aan Gedeputeerden Staten dat met subsidie verkregen goederen en rechten na de subsidievaststelling worden vervreemd of anderszins aan derden ter beschikking worden gesteld, is gesteld op vijf jaar na subsidievaststelling. Dit in verband met het bepaalde in het derde lid van artikel 4:49 van de Awb. Op grond van laatstgenoemde bepaling hebben Gedeputeerde Staten gedurende deze termijn de mogelijkheid om de subsidievaststelling in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen. Een besluit hiertoe zou kunnen leiden tot terugvordering van de subsidie. Het vierde lid geeft Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om indien sprake is van vermogensvorming door de subsidieontvanger als gevolg van de verstrekte subsidie, te bepalen dat de subsidieontvanger een vergoeding is verschuldigd, zoals is bedoeld in artikel 4:41 van de Awb. Deze vergoeding is alleen verschuldigd indien zich een geval voordoet als genoemd in het tweede lid van artikel 4:41 van de Awb. In al deze gevallen komt de subsidie niet meer ten goede aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt. Het vijfde lid geeft aan dat de waardering van de onroerende zaak wordt vastgesteld aan de hand van de actuele WOZwaarde van de onroerende zaak. Het zesde lid ziet nu op een verzoek aan de subsidieontvanger, aangezien het gelet op artikel 4:39 van de Awb niet is toegestaan om niet-doelgebonden verplichtingen op te leggen die niet zien op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. Het verzoek heeft ook betrekking op publicaties via of internet. Artikel 19. Medewerking controle Als logische aanvulling op de meldingsplicht bevat dit artikel de verplichting voor de subsidieontvanger om desgevraagd kosteloos medewerking te verlenen aan een door of vanwege Gedeputeerde Staten gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking

16 van belang kunnen worden geacht. Deze controle behelst mede de controle die in het kader van een steekproef wordt gehouden. Artikel 20. Tussentijds voortgangsverslag Bij subsidies tot ,- mogen Gedeputeerde Staten geen verplichting opleggen om een tussentijds voortgangsverslag te overleggen. De subsidieontvanger is zelf verantwoordelijk voor het melden van afwijkende omstandigheden, waardoor de noodzaak om tussentijdse rapportages en verantwoordingen op te vragen afneemt. Een tussentijds voortgangsverslag mag alleen worden opgelegd indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt meer dan 12 maanden bedraagt. In het kader van het vertrouwensprincipe worden niet meer alle subsidieontvangers in alle gevallen belast met verantwoordingen, rapportages en controles. Bij subsidies vanaf ,- hebben Gedeputeerde Staten wel de discretionaire bevoegdheid om de verplichting van een tussentijds voortgangsverslag op te leggen. Dat blijkt uit de kan -bepaling in het tweede lid. Het derde lid geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid tot het vaker opleggen van een tussentijds voortgangsverslag. Dit dient in de verleningsbeschikking te worden opgenomen en het gebruik maken van deze bevoegdheid zal mede afhangen van de uitkomsten van de uitgevoerde risicoanalyse. Deze bepaling dient terughoudend te worden toegepast om zo de uitgangspunten van het RSK niet te veel te ondermijnen. Artikel 21. Administratieve verplichtingen Het RSK-subsidiemodel gaat voor subsidies onder de ,- uit van prestatiesubsidiëring in plaats van subsidiëring op basis van werkelijke kosten. Prestatiesubsidiëring betekent dat er een vast bedrag wordt betaald voor een vooraf afgesproken activiteit ofwel prestatie. Door het vaststellen op basis van prestaties en het schrappen van een gedetailleerde financiële verantwoording in de zin van het eerste lid van artikel 4:37, onder b en f van de Awb en de accountantscontrole worden bij de kleinere subsidies de administratieve lasten en uitvoeringslasten fors verminderd. Artikel 22. Voorschotten en betaling Voorschotten worden automatisch (ambtshalve) verstrekt volgens een in de subsidieregeling of in de verleningsbeschikking opgenomen bevoorschottingsregime. De subsidieontvanger hoeft geen aparte aanvraag voor bevoorschotting in te dienen (de bevoorschottingsbeschikking wordt gegeven op het moment van de verleningsbeschikking) of tussentijdse overzichten van prestaties of kosten en opbrengsten te overleggen. Bij meerjarige subsidies staat de liquiditeitsbehoefte hierbij centraal. Indien de subsidieontvanger op grond van zijn meldingsplicht aangeeft, dat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit niet conform de verleningsbeschikking plaatsvindt, kunnen Gedeputeerde Staten, indien nodig, het bevoorschottingsregime en de hoogte van de nog te ontvangen voorschotten aanpassen. Artikel 23. Aanvraag subsidievaststelling Voor de subsidievaststelling zal een subsidieontvanger standaard moeten aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn uitgevoerd. De verantwoording geschiedt over de uitgevoerde activiteiten of over een vooraf bepaalde meetbare prestatie-eenheid. Daarbij zal vooraf door de subsidieverstrekker in de verleningsbeschikking al moeten worden aangegeven op welke manieren het aantonen kan plaatsvinden. Er kunnen daarbij verschillende stukken worden gebruikt, zoals een bestuurs- of managementverklaring, beeld- of geluidsmateriaal, artikelen uit gedrukte media of andere bewijsstukken. Indien subsidie wordt verstrekt aan een gemeente of een openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen in het kader van een specifieke uitkering wordt ongeacht de hoogte van het bedrag - met toepassing van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet verantwoording afgelegd overeenkomstig de systematiek van single information single audit (SiSa). Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor afwijken van dit artikel op grond van onderdeel a van artikel 38. Artikel 24. Werkelijke kosten en opbrengsten Na een verlening op grond van het vijfde lid van artikel 17 is het mogelijk om af te rekenen op basis van een opgave van de totale werkelijke kosten en opbrengsten. De afrekening vindt plaats op basis van een verklaring van de subsidieontvanger over de totaal gerealiseerde kosten en opbrengsten. Bij toepassing van deze variant komt een afzonderlijke prestatieverantwoording te vervallen; een verklaring zoals omschreven in het tweede lid volstaat. De opgave van de gerealiseerde kosten en opbrengsten vormt de grondslag voor de berekening van het subsidiebedrag. Hierdoor worden detaildiscussies over onderliggende financiële posten voorkomen. Indien de subsidiabele kosten, na aftrek van de gerealiseerde opbrengsten (inclusief gerealiseerde bijdragen van derden) en de gerealiseerde eigen bijdrage, lager zijn dan begroot wordt de subsidie lager vastgesteld. Indien de subsidiabele kosten hoger uitvallen dan begroot, wordt ten hoogste het verleende subsidiebedrag uitgekeerd. Steekproefsgewijs kunnen Gedeputeerde Staten de opgegeven totalen controleren.

17 Artikel 25. Ambtshalve vaststellen Naast de subsidies die in het eerste arrangement van het RSK niet direct zijn vastgesteld, maar zijn verleend, kunnen Gedeputeerde Staten ook andere subsidies ambtshalve vaststellen. Artikel 4:47 van de Awb is hierop van toepassing. Dit kan zich voordoen in situaties waarbij Gedeputeerde Staten om enige reden geen behoefte meer hebben aan een verantwoording, omdat het ook zonder deze verantwoording duidelijk is dat de activiteit waarvoor de subsidie is verleend ook daadwerkelijk is verricht. Ook kunnen Gedeputeerde Staten de bevoegdheid tot ambtshalve vaststellen gebruiken in het geval de subsidieontvanger in gebreke blijft met het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling en Gedeputeerde Staten het niet opportuun achten de subsidie volledig in te trekken. Artikel 26. Aanvraag subsidieverlening Een aanvraag voor subsidie kan in principe het hele jaar door worden ingediend, tenzij in nadere regels een indieningstermijn of een uiterste indieningsdatum voor een aanvraag wordt bepaald. Voor boekjaarsubsidies is in deze verordening de uiterste indieningstermijn bepaald op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Aanvragen voor incidentele subsidies dienen uiterlijk 13 weken voor het tijdstip van de activiteit, waarop de subsidie betrekking heeft te worden aangevraagd, deze termijn bedraagt 22 weken indien sprake is van een aanvraag voor een incidentele subsidie, waar een besluit van Provinciale Staten voor noodzakelijk is. Het vierde lid biedt de mogelijkheid een te laat ingediende aanvraag voor een boekjaarsubsidie alsnog in behandeling te nemen indien deze van bijzonder belang is voor het bereiken van een provinciale doelstelling. Aanvragers kunnen geen beroep doen op toepassing van deze bepaling. Het is aan Gedeputeerde Staten om gemotiveerd te bepalen waarom een aanvraag hiervoor in aanmerking komt. In verband met de rechtszekerheid bepaalt het vijfde lid dat aanvragen die te laat zijn ingediend pas worden behandeld nadat de tijdig ingediende aanvragen zijn beoordeeld, tenzij het subsidieplafond ruimte biedt om alle ingediende aanvragen te honoreren. Artikel 28. Beslissen aanvraag De hier genoemde beslistermijnen betreffen maximumtermijnen. Uiteraard wordt er naar gestreefd de beslistermijn zo kort mogelijk te houden. Indien een beschikking niet binnen de termijn kan worden gegeven, wordt dit aan de aanvrager medegedeeld en wordt daarbij een zo kort mogelijke termijn genoemd, waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien (artikel 4:14 Awb). De in dit artikel genoemde termijnen kunnen op basis van artikel 4:15 van de Awb worden opgeschort met de duur van een eventuele reactietermijn voor de aanvrager voor het aanleveren van door Gedeputeerde Staten gevraagde informatie om de aanvraag te completeren. Het tweede en derde lid geeft aan wanneer de beslistermijnen 22 weken, respectievelijk 40 weken bedragen. Met het inwinnen van advies in het tweede lid wordt bedoeld het inwinnen van extern advies. Indien de aanvraag een begrotingssubsidie betreft gaat de termijn van 13 weken in nadat Provinciale Staten de provinciale begroting voor het volgende boekjaar hebben vastgesteld. Artikel 29. Subsidievaststelling De subsidieontvanger van een projectsubsidie of een incidentele subsidie dient in beginsel zelf de vaststelling bij Gedeputeerde Staten aan te vragen, de termijn is binnen 26 weken na afloop van de activiteiten of na afloop van het tijdvak waarvoor de verlening gold. De subsidieontvanger van een boekjaarsubsidie, die een verleningsbeschikking heeft ontvangen dient binnen 26 weken na afloop van het boekjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. De termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten gehouden zijn te beslissen op een aanvraag voor subsidievaststelling is bepaald op 22 weken. Indien door de subsidieaanvrager niet alle gegevens zijn overlegd om op de aanvraag te kunnen beslissen, wordt de termijn met toepassing van artikel 4:15 van de Awb opgeschort tot alle noodzakelijke gegevens door de subsidieontvanger zijn overlegd. Artikel 30. Ambtshalve vaststellen Gelet op het bepaalde in artikel 4:47 van de Awb is de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld, bepaald op 22 weken. Artikel 31 Intrekken en wijzigen Het eerste lid ziet met name op de Europeesrechtelijke plicht om een verleende subsidie die onverenigbare staatssteun blijkt te zijn, terug te vorderen. Dat vereist een intrekking of wijziging van de verleende subsidie. In het tweede lid wordt bepaald dat die intrekking of wijziging terugwerkt tot het moment waarop de subsidie is verleend. Dit zware middel is vereist omdat de subsidie niet had mogen worden verleend. In de Awb is bepaald dat intrekking, wijziging en terugvordering (art. 4:49, derde lid Awb en art. 4:57 Awb) globaal gezegd uitsluitend mogelijk is als dit binnen een termijn van 5 jaar gebeurt. Europeesrechtelijk wordt geëist dat intrekking, wijziging en terugvordering gedurende 10 jaar mogelijk is. De Awb is op dit punt dus niet aangepast aan de Europeesrechtelijke regels. Het beginsel van gemeenschapstrouw (artikel 10 EG-verdrag) vereist dat de

18 provinciale regels in overeenstemming zijn met het Europees recht, ook als de Awb anders bepaalt. Om die reden is in het vierde lid bepaald dat de Awb-artikelen waarin de termijn van 5 jaar is geregeld, niet van toepassing zijn. Artikel 32. Schakelbepaling Afdeling van de Awb is bedoeld als uitwerking van en aanvulling op de overige afdelingen van titel 4.2 van de Awb. Zij bevat facultatief recht, dat wil zeggen dat een subsidieverstrekkende overheid haar kan toepassen, maar zij is daartoe niet verplicht. Met dit artikel wordt bepaald dat afdeling van toepassing is op boekjaarsubsidies vanaf ,-. Deze grens vloeit voort uit het RSK. De toepassing kan desgewenst geheel of gedeeltelijk achterwege blijven. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien de verplichtingen die een subsidieontvanger heeft op grond van artikel 4:71 van de Awb als te vergaand worden beschouwd of dat de subsidie niet na ieder boekjaar moet worden vastgesteld, zoals voortvloeit uit artikel 4:73 van de Awb. Artikel 33. Verstrekken boekjaarsubsidie De maximale periode van vier jaar waarvoor een boekjaarsubsidie kan worden verstrekt, hangt samen met de vierjaarlijkse verkiezingen van Provinciale Staten. Het tweede lid geeft aan dat deze periode in ieder geval eindigt op 31 december van het kalenderjaar na het jaar waarin deze verkiezingen hebben plaatsgehad. Desgewenst kunnen de bestaande boekjaarsubsidies daarna weer voor een nieuwe periode van maximaal vier jaar worden verstrekt. Bij de beëindiging van een boekjaarsubsidie die voor een periode van meer dan drie jaar is verstrekt, moet rekening worden gehouden met het bepaalde in artikel 4:51 eerste lid van de Awb. Artikel 34. Aanvraag boekjaarsubsidie Door een werkplan van de subsidieaanvrager gelijk te stellen met een activiteitenplan wordt voorkomen dat een subsidieaanvrager apart een activiteitenplan moet opstellen. Hiermee worden de administratieve lasten beperkt. De overige leden van dit artikel behelzen de extra vereisten waaraan de aanvraag voor een boekjaarsubsidie moet voldoen. De kostprijsberekening bedoeld in het vierde lid maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in de verhouding tussen directe en indirecte kosten. Artikel 35. Loon- en prijscompensatie Loon- en prijscompensatie kan worden bereikt door verhoging van het bedrag van de subsidieverlening aan individuele subsidieontvangers. De beschikking tot subsidieverlening waarmee de subsidie in eerste instantie is verleend, zal in dat geval dienen te worden gewijzigd. De subsidie kan zo overeenkomstig de subsidieverlening worden vastgesteld conform artikel 4:46 eerste lid van de Awb. Artikel 36. Reservevorming Gedeputeerde Staten kunnen bij de subsidieverlening bepalen dat een deel van het verleende subsidiebedrag wordt aangewend om reserve te vormen. Het specifieke doel ten behoeve waarvan reservevorming plaatsvindt wordt door Gedeputeerde Staten bepaald. Voorbeelden hiervan zijn een egalisatiereserve, een reorganisatiereserve of een verbouwingsreserve. Het vierde lid bepaalt dat een subsidie lager kan worden vastgesteld indien de algemene reserve te groot wordt. Artikel 37. Verrekening Uit artikel 4:93 van de Awb vloeit voort dat verrekening van een bestuursrechtelijke geldschuld met een bestaande vordering slechts mogelijk is voor zover daarin bij wettelijk voorschrift is voorzien. Dat betekent dat teveel betaalde subsidie voor het ene jaar niet zomaar mag worden verrekend met subsidie voor het volgende jaar. Er moet een wettelijke grondslag (een wet of een provinciale verordening) zijn waarin staat dat verrekend mag worden. Het gaat hierbij om een kan-bepaling, er kan verrekend worden, er moet niet worden verrekend. Artikel 38. Afwijkingsbevoegdheid Met dit artikel worden drie mogelijkheden gegeven aan Gedeputeerde Staten om af te wijken van de Asv of een subsidieregeling. De eerste mogelijkheid ziet op de situatie dat een subsidieaanvrager ook een aanvraag voor subsidie heeft ingediend bij een ander bestuursorgaan. Met toepassing van dit artikel kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat de subsidieaanvrager aan allerlei verschillende administratieve procedures moet voldoen of gehouden is aan verschillende verplichtingen te voldoen. Zeker indien het andere bestuur een substantieel grotere subsidie verstrekt dan de provincie ligt het voor de hand aansluiting te zoeken bij de verplichtingen van dat andere bestuursorgaan. De tweede mogelijkheid kan bijvoorbeeld worden toegepast indien een subsidie moet worden vastgesteld met gebruikmaking van de verantwoordingsprocedure uit de Financiële-verhoudingswet (SiSa). In dat geval kunnen de arrangementen voor de vaststelling van subsidies tot ,- zoals deze in deze verordening zijn neergelegd (namelijk vaststelling op basis van prestatie) niet worden toegepast. Ook de derde mogelijkheid kan worden toegepast om subsidies van minder dan ,- toch op kosten vast te stellen, indien dit vanuit het oogpunt van staatssteun of Europese cofinanciering noodzakelijk is.

19 Artikel 39. Hardheidsclausule In deze verordening is een hardheidsclausule voor individuele gevallen opgenomen. De hardheidsclausule kan worden toegepast in het geval onverkorte toepassing van deze verordening en de daarop berustende subsidieregelingen, gelet op het belang van het doel van de regeling, in onvoorziene gevallen leidt tot onbillijkheden. De hardheidsclausule dient weloverwogen te worden ingezet. Toepassing dient goed gemotiveerd te worden om precedentwerking te voorkomen. Een subsidieaanvrager kan geen beroep op dit artikel doen, dan wel daar rechten aan ontlenen. Artikel 40. Toezicht De werkzaamheden die door of namens de provincie worden verricht om na te gaan of subsidievereisten en subsidieverplichtingen worden nageleefd, worden aangeduid als toezicht op de naleving van die voorschriften. Artikel 5:11 van de Awb vereist dat de grondslag voor inschakeling van een toezichthouder is geregeld bij of krachtens wettelijk voorschrift. Artikel 41. Intrekking en overgangsrecht In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. Aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, worden volgens de oude Asv behandeld. Dit geldt ook voor alle besluiten die samenhangen met dergelijke aanvragen, zoals besluiten omtrent verlening, wijziging, intrekking, bevoorschotting en vaststelling. Indien tegen deze besluiten bezwaar is gemaakt of (hoger) beroep ingesteld, geldt de oude Asv. Subsidies die zijn of nog worden verstrekt op grond van de Subsidieverordening externe veiligheid worden volledig afgehandeld op grond van de oude Asv. De verordening externe veiligheid vormt geen uitputtende regeling, maar verklaart de bestaande Algemene subsidieverordening Zuid-Holland expliciet van toepassing. Door het overgangsrecht hoeven Provinciale Staten de Subsidieverordening externe veiligheid Zuid-Holland niet te wijzigen en kan de laatste subsidieverstrekking op grond van de verordening voor het jaar 2014 ongewijzigd plaatsvinden. Artikel 42. Inwerkingtreding In dit artikel is bepaald dat deze verordening in werking treedt op 1 juli 2013.

Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering December 2012 Nummer 6521 Onderwerp Vaststellen van de Algemene subsidieverordening 2013 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 2529 4 april 2019 Algemene subsidieregeling SNN 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925,

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 pagina 1 van 13 Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 Regelgeving Algemeen register Algemeen bestuur Overige zaken betreffende algemeen bestuur Regeling Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 1831 30 maart 2016 Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 23 maart 2016 tot wijziging van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Onderwerp Wijziging van de Algemene subsidieverordening 2013 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 143 en 145

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerhugowaard. Nr. 63717 23 mei 2016 Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Nr.RB2016030/RB2013232

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 citeertitel: Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 vastgesteld bij besluit van: 15 februari 2018 Algemene subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR244162_9 14 juli 2017 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017 Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 207 Aanhef De raad van de gemeente Bunnik, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 206; Gelet op artikel 49 van de

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening Noord-Brabant)

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening Noord-Brabant) CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR275924_3 19 juni 2017 Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni 2014, nummer 2014-046; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 7 oktober 2014) overwegende dat - het juridisch

Nadere informatie

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 Raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendanr. : 6d Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari

Nadere informatie

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Verordening van 4 oktober 2006, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot het verstrekken van subsidie (Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006) Provinciale Staten van Fryslân, gelet op

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 10 september 2013

Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 10 september 2013 Verordening van (datum vaststelling) van provinciale staten van Fryslân, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies (Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013) Provinciale

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni, nummer -046; overwegende dat - het juridisch toetsingskader voor de subsidieverstrekking verbetering behoeft

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 De gemeenteraad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15 november 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015. Vergadering d.d. : 30 september 2014 Agendapunt : 7.2 Registratienummer : 512102 Onderwerp : Algemene subsidieverordening 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieverordening Hollands Kroon Subsidieverordening Hollands Kroon De gemeenteraad van Hollands Kroon, Besluit: vast te stellen de navolgende 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Bij de toepassing

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Algemene subsidieverordening Noord-Brabant Provinciale Staten van Noord-Brabant Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 augustus

Nadere informatie

Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND van Gedeputeerde Staten Vergadering 14 september 2011 Nummer Onderwerp Wijziging van de Algemene subsidieverordening (Asv) 1 Ontwerpbesluit Provinciale

Nadere informatie

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening:

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 17 januari 2008, nr. 2008-4492 tot bekendmaking van de subsidieverordening reserve cofinanciering Europese projecten Noord-Holland

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 149

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nummer: 23-03-15/06 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie algemene zaken en middelen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17-03-2015, nummer:23-03-15/06; besluit:

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015; Registratie nummer: 1128707 Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2015 De raad van de gemeente Hoom; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ; Voorstelnummer: 2016-067 De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV16.0250; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet

Nadere informatie

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt- Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering gemeentelijk subsidiebeleid. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Awb: de Algemene

Nadere informatie

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Overwegende

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo, ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO De raad van de gemeente Tynaarlo, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg min i in mi in in ii BM1500213 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op: artikel 149 van de Gemeentewet besluit vast te stellen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008 Het Algemeen Bestuur van de Regio Achterhoek; gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Regio Achterhoek van 22 oktober 2008; BESLUIT: vast te stellen de navolgende Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 december 2005, nr. 2005/59635 tot bekendmaking van de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR27949_1 16 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2006 Raad : 6 december 2006.... DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN; overwegende dat

Nadere informatie

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn. De raad van de gemeente Waalwijk; Gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Algemene Subsidieverordening. Datum : Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017 Datum : Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Reikwijdte... 3 Artikel 3 Subsidieregelingen... 3 Artikel 4 Bevoegdheden... 3 Artikel

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017 Vastgesteld bij raadsbesluit van 08 december 2016, 2016/12-09. De raad van de gemeente West Maas en Waal; Gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier.

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 152 12 januari 2016 Uitvoeringsregeling van 1 januari 2016, houdende regels betreffende de subsidiëring vanactiviteiten waarmee de verkeersveiligheid

Nadere informatie

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

Sector: I. Nr. : 90.8

Sector: I. Nr. : 90.8 Sector: I Nr. : 90.8 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01; gelet op de artikelen 148 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Gemeente ^ Albrandsuuaard 25 Gemeente ^" RAADSBESLUIT Besluit nr.: 90701 Onderwerp: Ie gewijzigde Algemene subsidieverordening Albrandswaard 2010 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Citeertitel: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Naam ingetrokken regeling: Nadere subsidieregels MONULISA

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Ede 2017

Algemene subsidieverordening Ede 2017 Algemene subsidieverordening Ede 2017 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de

Nadere informatie

Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader.

Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader. ^ groningen Aan Provinciale Staten Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage Onderwerp 1 5 JA?^. 2013 2013-01208/3/A.10, FC 439207 Vinkenvleugel P.J. (050)316

Nadere informatie

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; Ontwerpbesluit nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; voorts overwegende dat het uit een oogpunt

Nadere informatie

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; Nr. S6a DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; gehoord de commissie Economie en Wonen d.d. 4 september 2018; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 692

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 692 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Friesland. Nr. 692 6 juni 2014 Verordening van 18 december 2013 van Provinciale Staten van Fryslân, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d. De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 9 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de Commissie Samenleving

Nadere informatie

1. De minister verstrekt uitsluitend subsidies voor zover de verstrekking past in zijn beleid.

1. De minister verstrekt uitsluitend subsidies voor zover de verstrekking past in zijn beleid. [DG COMP/A3: ref: NL Legislative text HT.2807 ID 2423] (Tekst geldend op: 23-06-2014) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 april 2011, nr. DWJZ/R&E-3059879, houdende vaststelling

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Deze verordening is op 3 mei 2006 gepubliceerd in het Weekblad Oosterhout en vanaf 14 juni 2006 van kracht in de gemeente Oosterhout April 2006 pagina:2 Nr.

Nadere informatie

Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017

Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017 Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017 HOOFDSTUK 1. Artikel 1 a. Subsidie ALGEMENE BEPALINGEN Begripsomschrijvingen Artikel 4:21 Awb 1. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële

Nadere informatie

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Algemene toelichting Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit artikel zijn begripsbepalingen opgenomen, die volgen uit het staatssteunproof maken van de concept ASV.

Nadere informatie

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni Provinciale Staten van Noord-Holland, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni Provinciale Staten van Noord-Holland, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter. Provinciaal blad 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 2 juli 2008, nr. 2008-41955 tot bekendmaking van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Holland 2008 Gedeputeerde

Nadere informatie

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân:

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân: Subsidieregeling van 13 december 2016, nr. 1372808, betreffende de subsidiëring van projecten inzake de realisatie van sociale huurwoningen in de provincie Fryslân Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet

Nadere informatie

De raad van de gemeente Montferland

De raad van de gemeente Montferland De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15int02198; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de commissie Maatschappij en Organisatie;

Nadere informatie

Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening

Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 70674 1 juni 2016 Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening De raad van de gemeente Berg en Dal

Nadere informatie

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen: Nr. Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Noord-Holland, overwegende dat in de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 verzuimd is de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidieplafonds aan gedeputeerde

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; overwegende dat het wenselijk is een bijdrage te leveren aan een slagvaardig

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

d. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

d. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent; De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24-05-2016, nummer 182-2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de adviescommissie

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 september 2011, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 september 2011, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011. Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 september 2011, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011. Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348 De gemeenteraad Gooise Meren Gelezen het voorstel van 9348 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 28 wet algemene regels herindeling. overwegende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten Op subsidieverlening op grond van deze verordening zijn tevens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 1998 van toepassing indien en voorzover

Nadere informatie

Verordening van 30 oktober 2012 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme.

Verordening van 30 oktober 2012 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. Uitgegeven: 2 november 2012 2012, nr. 46 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Verordening van 30 oktober 2012 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. Gedeputeerde

Nadere informatie

Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Holland 2008

Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Holland 2008 Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Holland 2008 Provinciale Staten van Noord-Holland, overwegende dat artikel 11, lid 3 van de Wet inrichting landelijk gebied regeling vereist van de

Nadere informatie

Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant

Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR329989_2 22 februari 2017 Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 2 van de Algemene

Nadere informatie