|
|
- Renée de Ridder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Page 1 of 5 Knowledge Portal TvI 2011/26 Aflevering TvI 2011, afl. 5 Publicatiedatum Auteur Mr. J.E.P.A. van Hooff Titel Enige procedurele opmerkingen over de afkoop van levensverzekeringen door de curator [1] Tekst 1. Inleiding In dit artikel wordt ingegaan op enige procedurele aspecten rond de afkoop van levensverzekeringen, naar aanleiding van een vonnis van de voorzieningenrechter in de Rechtbank Almelo van 5 juli [2] Meer in het bijzonder wordt besproken welke betekenis toekomt aan de door de rechter-commissaris ex art. 22a lid 2 Fw gegeven toestemming tot afkoop, in de verhouding tot de verzekeraar. 2. Rb. Almelo (vzr.) 5 juli 2010 Aan de voorzieningenrechter in de Rechtbank Almelo werd een geschil voorgelegd dat naar ik heb begrepen in toenemende mate speelt in faillissementen van natuurlijke personen. De casus was als volgt. De failliet heeft bij Aegon een lijfrentepolis lopen met een afkoopwaarde van circa De curator heeft desgevraagd toestemming (door de voorzieningenrechter abusievelijk aangeduid als machtiging ) gekregen om deze polis af te kopen. Aegon weigert medewerking aan de afkoop. De curator wendt zich daarop tot de voorzieningenrechter en vordert veroordeling van Aegon tot betaling van de afkoopsom aan de boedel. De curator stelt dat er geen beletsel is om tot afkoop over te gaan. Weliswaar is in de onderhavige polis afkoop contractueel uitgesloten, maar art. 7:986 lid 4 BW bepaalt dat een beperking of uitsluiting van het recht op afkoop in beginsel niet kan worden tegengeworpen aan de curator. Alleen als sprake is van onredelijke benadeling, valt de lijfrentepolis buiten de boedel. Juist dit aspect is naar wettelijk voorschrift getoetst door de rechter-commissaris bij het verlenen van toestemming voor de afkoop als bedoeld in art. 22a Fw, aldus de curator. Aegon verweert zich met de stelling dat in casu een uitzondering van toepassing is op de in art. 7:986 lid 4 eerste volzin BW gegeven hoofdregel dat een contractuele uitsluiting van het recht op afkoop niet kan worden tegengeworpen aan de curator. De polis waar het om gaat is een zogeheten gerichte lijfrente met een verzorgingsgedachte. Voor veel cliënten van Aegon, waaronder failliet, is een dergelijke polis de enige manier om pensioen op te bouwen, aldus Aegon. De voorzieningenrechter overweegt dat de rechter-commissaris alvorens toestemming voor afkoop te geven, de voorgenomen afkoop heeft moeten toetsen aan het criterium van onredelijke benadeling uit art. 22a lid 1 Fw. In dat kader heeft de rechter-commissaris bovenal moeten toetsen of en zo ja, in hoeverre het een levensverzekering met verzorgingskarakter betreft, in welk geval uitwinning in beginsel niet is toegestaan, aldus de voorzieningenrechter. Nu er tegen de beschikking tot toestemming geen hoger beroep is ingesteld, heeft deze beschikking (formele) rechtskracht gekregen. Daarom kan de vraag of het bij de onderhavige lijfrenteverzekering al dan niet om een verzekering met een verzorgingsgedachte gaat, in de onderhavige procedure niet meer worden beantwoord, aldus de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter is kennelijk van oordeel dat het verweer van Aegon daarom niet kan slagen en zij wordt veroordeeld tot betaling van de afkoopsom.
2 Page 2 of 5 3. Het wettelijk systeem Bij het beantwoorden van de vraag of een curator gerechtigd is tot afkoop, dient onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds de vraag of een recht op afkoop bestaat en anderzijds de vraag of een dergelijk recht in de boedel valt. Of een recht op afkoop bestaat, moet worden beoordeeld aan de hand van Boek 7 titel 17 paragraaf 2 ( Levensverzekering ) BW. In beginsel kunnen levensverzekeringen worden afgekocht (art. 7:978 lid 1 BW). Dit recht kan contractueel worden beperkt of uitgesloten en dit gebeurt in de praktijk veelvuldig, in de regel om fiscale redenen. Om de verzekeringpremies in box 1 voor de inkomstenbelasting te kunnen aftrekken van het belastbaar inkomen uit werk en woning, is namelijk vereist dat afkoop uitgesloten is. [3] Op grond van art. 7:986 lid 4 eerste volzin BW kan een contractuele uitsluiting of beperking van het recht tot afkoop echter niet worden tegengeworpen aan de curator van de verzekeringnemer. Art. 7:986 lid 4 tweede volzin BW maakt daarop een uitzondering: bij een verzekering die recht geeft op periodieke uitkeringen of verstrekkingen, mist de eerste zin van art. 7:986 lid 4 BW toepassing voor zover de ter zake voldane premies, mede op de grond dat de verzekering bepaalt dat zij niet kan worden afgekocht, voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking konden worden genomen voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit werk en woning. Met andere woorden: als de premies in box 1 voor de inkomstenbelasting konden worden afgetrokken van het belastbaar inkomen, dan kan een contractuele beperking van de afkoopmogelijkheid wél worden tegengeworpen aan de curator. De achtergrond bij deze uitzondering is fiscaal. Kort gezegd, zou afkoop van een verzekering die valt onder de uitzondering, fiscale consequenties hebben omdat die afkoop leidt tot een zogeheten negatieve uitgave van de betaalde premies die moet worden opgeteld bij het inkomen in box 1. In het kader van dit artikel volstaat de opmerking dat dit kan leiden tot een forse aanslag aan de verzekeringnemer, waarvoor de verzekeraar op grond van art. 44a IW 1990 jegens de fiscus aansprakelijk is tot maximaal het bedrag van de afkoopwaarde. [4] Een andere vraag is of een recht op afkoop zo dat bestaat in de boedel valt. Die vraag moet worden beoordeeld aan de hand van art. 21 en 22a Fw. Het uitgangspunt is dat een eventueel recht op afkoop in de boedel valt (art. 21 Fw). [5] Op grond van art. 22a lid 1 onder a Fw valt een recht op afkoop echter buiten de boedel, indien en voor zover de verzekeringnemer of begunstigde door die afkoop onredelijk wordt benadeeld. Een uitvoerige behandeling van de vraag wanneer aan dit criterium is voldaan, valt buiten het bestek van dit artikel. [6] In dit kader is het voldoende om op te merken dat het criterium is ontleend aan art. 477bb lid 4 (oud) Rv (thans art. 479p Rv) en dat onder meer van belang is of de door de polis geboden voorziening noodzakelijk is naast eventueel reeds elders bestaande aanspraken (zoals onder de AOW). Met dit criterium dient primair getoetst te worden of en zo ja, in hoeverre het een levensverzekering met een verzorgingskarakter betreft, in welk geval het eventuele recht op afkoop (geheel of gedeeltelijk) buiten de boedel valt. [7] Art. 22a lid 2 Fw bepaalt dat de curator voor het gebruik van de bevoegdheid tot afkoop toestemming van de rechter-commissaris behoeft, die zo blijkt uit de parlementaire geschiedenis toetst of en zo ja, in hoeverre de voorgenomen afkoop tot onredelijke benadeling van de verzekeringnemer of begunstigde leidt, i.e. of voldaan is aan het hiervóór besproken criterium van art. 22a lid 1 Fw. Daarbij moet bedacht worden dat art. 22a Fw uitgaat van de premisse dat een recht op afkoop bestaat op grond van art. 7:978 BW jo. art. 7:986 BW. De bevoegdheid tot het doen afkopen van de levensverzekering wordt in art. 22a Fw beperkt [8], niet uitgebreid. 4. Bespreking van het vonnis Het hiervóór besproken onderscheid tussen het recht op afkoop en de vraag of dat recht in de boedel valt, wordt in het vonnis niet gemaakt. Uit de weergave van Aegons stellingen blijkt dat zij stelde dat de hoofdregel dat een contractuele uitsluiting van het recht op afkoop niet kan worden tegengeworpen aan de curator, in dit geval uitzondering leed. Daarmee doelde Aegon kennelijk (mede) op de uitzondering gegeven in art. 7:986 lid 4 tweede volzin BW, i.e. dat de premies voor de onderhavige polis konden worden afgetrokken in box 1 voor de inkomstenbelasting. Ten onrechte doet de voorzieningenrechter dit verweer af met de overweging dat de (formele) rechtskracht van de toestemming van de rechter-commissaris hieraan in de weg staat. Immers, de rechter-commissaris heeft in het kader van art. 22a Fw slechts te beoordelen of een voorgenomen afkoop onredelijk bezwarend is voor de verzekeringnemer of begunstigde, in welk geval een eventueel recht op afkoop buiten de boedel valt. De vraag óf er een recht op afkoop bestaat, is geen boedelaangelegenheid, maar een kwestie tussen
3 Page 3 of 5 de verzekeringnemer/boedel en de verzekeraar die moet worden afgedaan aan de hand van Boek 7 BW. [9] Anders dan art. 22a Fw, bevat art. 7:986 lid 4 tweede volzin BW geen open, maar een gesloten norm. Het is van tweeën een: of de premiebetalingen konden in aanmerking worden genomen voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit werk en woning, of zij konden dat niet. Welk geval zich in concreto voordoet, kan worden vastgesteld aan de hand van de Wet IB Indien en voor zover afkoop contractueel is uitgesloten, heeft de curator in het eerste geval niet het recht om de polis af te kopen en heeft hij dat in het tweede geval wel. Indien de verzekeraar zoals in het onderhavige geval stelt dat een contractuele uitsluiting tegenwerpbaar is aan de curator op grond van art. 7:986 lid 4 tweede volzin BW, dient deze stelling (mits voldoende gemotiveerd) ten volle te worden beoordeeld. De toestemming van de rechtercommissaris voor de afkoop heeft in ieder geval ten aanzien van de vraag of de curator op grond van art. 7:986 lid 4 BW gerechtigd is tot afkoop, geen betekenis in andere procedures. 5. Betekenis toestemming rechter-commissaris in het kader van art. 22a lid 1 Fw Daarnaast rijst de vraag of, als de rechter-commissaris toestemming heeft gegeven, daarmee in opvolgende procedures vaststaat dat het recht tot afkoop op grond van art. 21 Fw jo. art. 22a lid 1 onder a Fw in de boedel valt (ervan uitgaande dat een dergelijk recht op grond van art. 7:978 BW jo. art. 7:986 BW bestaat). Opvallend is dat het vereiste van toestemming van de rechter-commissaris slechts op twee andere plaatsen in de Faillissementswet wordt gesteld. Op grond van art. 91 Fw behoeft de schuldenaar toestemming van de rechter-commissaris om zijn woonplaats te verlaten en op grond van art. 176 Fw mag de curator boedelbestanddelen onderhands verkopen met toestemming van de rechter-commissaris. Zoals hiervoor is opgemerkt, duidt de voorzieningenrechter de toestemming ex art. 22a lid 2 Fw aan als machtiging. De beschikking van de rechter-commissaris om toestemming tot afkoop te verlenen, is echter van geheel andere aard dan de elders in de Faillissementswet vereiste machtigingen. Onderdeel van de bepaling in art. 22a lid 2 Fw is dat de rechter-commissaris zonodig vaststelt tot welk bedrag deze rechten [tot o.a. afkoop] mogen worden uitgeoefend. Daaruit blijkt dat deze beschikking veeleer is te vergelijken met de beschikkingen die de rechter-commissaris ex art. 21 Fw neemt, bijvoorbeeld ter bepaling van het gedeelte van het loon van de schuldenaar dat buiten de boedel blijft. [10] Dit is in lijn met de (op dit punt zeer summiere) parlementaire geschiedenis, waarin de staatssecretaris opmerkte: Omdat ( ) onenigheid kan bestaan over de vraag of, en zo ja tot welk bedrag, een oudedagsof nabestaandenvoorziening met inachtneming van de ( ) elders bestaande aanspraken nodig is, behoeft de bewindvoerder de toestemming van de rechter-commissaris om tot uitwinning van een levensverzekering te kunnen overgaan. De rechter-commissaris bepaalt daarbij tevens het bedrag tot welke de bevoegdheid tot uitwinning strekt. [11] Hoewel de tekst van de wet op dit punt duidelijker had gekund, was het naar mijn idee de bedoeling van de wetgever om de rechter-commissaris exclusief te belasten met het oordeel over de vraag of een eventueel bestaand recht op afkoop tot de boedel behoort. In zijn beschikking ex art. 22a lid 2 Fw bepaalt de rechtercommissaris aldus de omvang van de boedel. Deze beschikking is daarom te beschouwen als een constitutieve beschikking en is naar mijn mening om die reden, behoudens hoger beroep of cassatie, bindend in andere procedures, óók ten opzichte van degenen die geen partij waren bij de beschikking. [12] In procedures als de onderhavige voor de voorzieningenrechter in de Rechtbank Almelo, komt de verzekeraar derhalve mijns inziens geen beroep toe op art. 22a lid 1 Fw. De voorzieningenrechter spreekt in dit kader overigens van formele rechtskracht van de beschikking. Ik acht die aanduiding minder gelukkig, omdat deze in de regel gereserveerd wordt voor de verhouding tussen bestuursrechtelijke en civielrechtelijke procedures. [13] 6. Hoger beroep mogelijk Tegen een beschikking van de rechter-commissaris ex art. 22a lid 2 Fw, staat op grond van art. 67 Fw hoger beroep bij de rechtbank open binnen vijf dagen na de beschikking. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad komt het recht op hoger beroep slechts toe aan degenen die partij zijn bij de beschikking van de rechter-commissaris, [14] waaronder in navolging van de parlementaire geschiedenis in ieder geval degene die de beschikking heeft gevraagd en degene tegen wie hij is gevraagd worden begrepen. [15]
4 Page 4 of 5 Dat betekent dat in ieder geval de curator, als degene die de toestemming ex art. 22a lid 2 Fw vraagt, het recht van hoger beroep heeft. Daarnaast ligt het voor de hand dat het recht van hoger beroep toekomt aan de verzekeringnemer en begunstigde van de levensverzekering. Zij zijn naar mijn idee te beschouwen als degenen tegen wie de beschikking wordt gevraagd en om die reden daarbij partij. Hier kan een parallel worden getrokken met de werknemer ten aanzien van wiens arbeidsovereenkomst de rechter-commissaris machtiging tot opzegging heeft verleend. De betrokken werknemer kan worden beschouwd als degene tegen wie de beschikking is gevraagd, aldus A-G Langemeijer in zijn conclusie vóór 22 april 2005, JOR 2005/165. In dezelfde trant HR 18 april 2008, NJ 2008/244 waarin de Hoge Raad overwoog dat degene tegen wie de curator gemachtigd is een procedure aan te spannen, niet om die enkele reden kan worden beschouwd als degene tot wie de beschikking is gericht: Weliswaar is zijn belang direct betrokken bij de door de rechter-commissaris verleende machtiging om een procedure tegen hem te beginnen, maar zijn rechtspositie wordt op zichzelf niet aangetast door gebruikmaking door de curator van die machtiging (anders dan bijvoorbeeld het geval is voor degene die blijkens de uitdrukkelijke regeling van art. 67 lid 2 mag opkomen tegen een aan de curator verleende machtiging om de arbeidsovereenkomst op te zeggen). De rechtspositie van de verzekeringnemer en de begunstigde van de levensverzekering wordt aangetast door de toestemming van de rechter-commissaris om de levensverzekering af te kopen. Die toestemming geeft de curator immers het recht om de verzekering af te kopen, wat ertoe leidt dat de verzekeringnemer en begunstigde hun aanspraken onder de levensverzekering verliezen. Bovendien is hun belang bij uitstek betrokken, nu de rechter-commissaris zijn beschikking laat afhangen van de vraag of de begunstigde of verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt. De positie van de verzekeraar is echter wezenlijk anders. Zijn rechtspositie ten opzichte van de verzekeringnemer/boedel wordt beheerst door Boek 7 titel 12 paragraaf 2 ( levensverzekering ) BW en niet door de Faillissementswet en wordt niet aangetast doordat de curator gebruikmaakt van de toestemming om de levensverzekering af te kopen. Naar mijn mening is de verzekeraar dan ook niet te beschouwen als partij bij de beschikking van de rechter-commissaris en heeft hij dus geen mogelijkheid van hoger beroep. Problematisch is dat niet, want art. 22a lid 1 Fw ziet niet op het belang van de verzekeraar, maar op dat van de verzekeringnemer en begunstigde. Het belang van de verzekeraar wordt beschermd door art. 7:986 lid 4 BW dat in een eventuele procedure tussen de curator en verzekeraar ten volle aan de orde kan komen, zoals hiervóór besproken. De verzekeraar heeft derhalve geen rechtens te respecteren belang bij de beschikking van de rechter-commissaris ex art. 22a lid 2 Fw. 7. Conclusie Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de vraag of er een recht op afkoop van een levensverzekering bestaat en de vraag of een dergelijk recht, zo het bestaat, in de boedel valt. De beantwoording van de laatste vraag is mijns inziens in art. 22a lid 2 Fw exclusief voorbehouden aan de rechter-commissaris. De rechter-commissaris zal daarbij dienen te toetsen of en zo ja, in hoeverre de uitoefening van een eventueel recht op afkoop door de curator, onredelijk benadelend is voor de verzekeringnemer of begunstigde van de levensverzekering. De rechter-commissaris heeft drie mogelijkheden: ofwel hij acht de afkoop volledig onredelijk benadelend en dan geeft hij geen toestemming, ofwel hij acht de afkoop niet onredelijk benadelend en dan geeft hij wel toestemming, ofwel hij acht de afkoop ten dele onredelijk benadelend en dan geeft hij toestemming onder vaststelling tot welk bedrag de curator het recht tot afkoop mag uitoefenen. De curator, verzekeringnemer of begunstigde die zich niet in de beschikking van de rechter-commissaris kan vinden, kan daartegen binnen vijf dagen in beroep op grond van art. 67 Fw. Dat recht heeft de verzekeraar naar mijn mening niet, omdat hij niet te beschouwen is als partij bij de beschikking. Als de rechtsmiddelen tegen de beschikking zijn uitgenut of de toepasselijke termijnen onbenut zijn verstreken, is de uitkomst bindend in andere procedures. Dan staat wegens het constitutieve karakter van de beschikking mijns inziens óók jegens derden vast of en zo ja, in hoeverre het eventuele recht op afkoop onredelijk bezwarend is voor de verzekeringnemer of begunstigde in de zin van art. 22a lid 1 Fw en dus of en zo ja, in hoeverre het tot de boedel behoort. Staat de toestemming van de rechter-commissaris eenmaal vast, dan kan een door de curator tot afkoop aangesproken verzekeraar zich dus niet verweren met de stelling dat afkoop onredelijk bezwarend is voor de verzekeringnemer of begunstigde. Dat betekent nadrukkelijk niet dat met de toestemming van de rechter-commissaris ook vaststaat dat de verzekering kan worden afgekocht. De vraag of het recht tot afkoop bestaat wordt immers beheerst door Boek 7 titel 12 paragraaf 2 ( levensverzekering ) BW. Als afkoop niet contractueel is uitgesloten of beperkt, dan bestaat het recht tot afkoop in ieder geval (art. 7:978 BW). In geval van faillissement van de verzekeringnemer, bestaat ook als afkoop wel contractueel is uitgesloten of beperkt, in beginsel het recht op afkoop. Het uitgangspunt is namelijk dat een dergelijke contractuele uitsluiting of beperking niet kan worden tegengeworpen aan de curator (art. 7:986 lid 4 eerste volzin BW). Hierop bestaat echter een belangrijke uitzondering: als kort gezegd de premies voor de levensverzekering aftrekbaar waren in box 1 voor de inkomstenbelasting, dan kan de contractuele uitsluiting of beperking wel worden tegengeworpen aan de curator (art. 7:986 lid 4 tweede volzin BW) en kan de levensverzekering dus niet
5 Page 5 of 5 worden afgekocht, ongeacht of de curator toestemming als bedoeld in art. 22a lid 2 Fw heeft gekregen van de rechter-commissaris. Dit lijkt de voorzieningenrechter in de Rechtbank Almelo in zijn vonnis van 10 juli 2010 onvoldoende in het oog te hebben gehouden. Voetnoten [1] Gelieve dit artikel aan te halen als: Mr. J.E.P.A. van Hooff, Enige procedurele opmerkingen over de afkoop van levensverzekeringen door de curator, TVI 2011/26.Mr. J.E.P.A. van Hooff is advocaat bij Stibbe te Amsterdam. [2] LJN BN0559, Pensioen Jurisprudentie 2011/13, m.nt. Kalkman onder Pensioen Jurisprudentie 2011/11. [3] Zie in dit kader Van Eijsden, Rechtsvraag, TvI 2007/35, p [4] Zie voor een nadere beschrijving van de fiscale gevolgen Van Eijsden, a.w., noot 7, De Waele & Engberts, De levensverzekering in faillissement, Tijdschrift financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk 2011, p [5] Nadere MvA, en , nr. 297, p. 3 [6] Zie daarvoor De Boer & Delfos Roy, Insolventie en verzekering, VRA 2008/2, p en Polak- Wessels, Insolventierecht. II Gevolgen van faillietverklaring (1), Deventer: Kluwer 2009, nr b elk met verdere literatuurverwijzingen. [7] Nadere MvA, en , nr. 297, p. 1 en 4. [8] Vierde NvW, , nr. 20, p. 5 en 7. [9] In dezelfde zin Kalkman in zijn noot onder Pensioen Jurisprudentie 2011/11. [10] In dezelfde zin Polak-Wessels, Insolventierecht. IV Bestuur en beheer na faillietverklaring, Deventer: Kluwer 2008, nr [11] NvA, , nr. 7, p In gelijke zin Vierde NvA , nr. 20, p. 7 over de toestemming van de rechter-commissaris voor het wijzigen van de begunstiging van de levensverzekering. [12] Asser Procesrecht/Van Schaick , nr [13] Wellicht is de voorzieningenrechter hier geïnspireerd door E. Gras, Kracht en gezag van gewijsde, Arnhem: Gouda Quint 1994, die de term ook gebruikt voor de verbindendheid van civiele uitspraken. [14] O.a. HR 22 april 2005, NJ 2005/405, m.nt. PvS. [15] Van der Feltz II, p. 7. copyright Kluwer last update:
59. Afkoop van levensverzekeringen in faillissement
59. Afkoop van levensverzekeringen in faillissement MR. J.E.P.A. VAN HOOFF In deze bijdrage wordt besproken aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voor afkoop van een levensverzekering door een curator.
Nadere informatieKnelpunten in het levensverzekeringsrecht 2 november 2018
Knelpunten in het levensverzekeringsrecht 2 november 2018 Prof. dr. W.M.A Kalkman Hoofd Legal & Compliance Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V./NN Advocaten Hoogleraar verzekeringsrecht
Nadere informatieLevensverzekering en faillissement 7 februari 2014
Levensverzekering en faillissement 7 februari 2014 Prof. dr. W.M.A Kalkman Hoofd Legal, Litigation & Compliance Nationale-Nederlanden/ Hoogleraar verzekeringsrecht Universiteit van Amsterdam Agenda Historie
Nadere informatieDe levensverzekering in faillissement
De levensverzekering in faillissement Mr. D.M.I. de Waele en mr. B.J. Engberts Curatoren in faillissementen van natuurlijke personen treffen daarin regelmatig een levensverzekeringspolis aan. Art. 22a
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 8 TWEEDE NOT VN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieProf. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN
Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Plaats in het systeem van de wet Boek 2, titel 2 (gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Schuldeisers en levensverzekering Kalkman, W.M.A. Published in: Verzekerings-Archief. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Schuldeisers en levensverzekering Kalkman, W.M.A. Published in: Verzekerings-Archief Link to publication Citation for published version (APA): Kalkman, W. M. A. (2018).
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 15 d.d. 18 maart 2009 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieCitation for published version (APA): Kalkman, W. M. A. (2018). Levensverzekering en schuldsanering. WSNP Periodiek, 9(3), [15].
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Levensverzekering en schuldsanering Kalkman, W.M.A. Published in: WSNP Periodiek Link to publication Citation for published version (APA): Kalkman, W. M. A. (2018).
Nadere informatieA 2011 N 59 PUBLICATIEBLAD
A 2011 N 59 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15 de december 2011 tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Faillissementsbesluit 1931 aan een aantal aanvullingen van het
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-67 d.d. 2 maart 2012 (prof.mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatieAFKOOP LEVENSVERZEKERING TIJDENS FAILLISSEMENT DOOR CURATOR TOEGESTAAN?
Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht samengesteld in samenwerking met DLA Piper N.V. In deze Nieuwsbrief:
Nadere informatie2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.
beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieTWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V.
Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgedaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de hoofdstukken reeds afgesloten en wordt voor informatie verwezen naar
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieLevensverzekering in faillissement
Mr. J.F.H.M. Bartels Praktijk 1 Levensverzekering in faillissement Een onderzoek naar het wettelijk kader voor het uitwinnen van levensverzekeringen door de curator of de bewindvoerder. Wanneer mag een
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)
Nadere informatieInvorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars
Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of
Nadere informatiehttp://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...
pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29
Nadere informatieRBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator
RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement
Nadere informatieSamenloop van beschermingsbewind en insolventie. Wat als de gefailleerde of schuldenaar onder beschermingsbewind is of wordt gesteld?
Samenloop van beschermingsbewind en insolventie. Wat als de gefailleerde of schuldenaar onder beschermingsbewind is of wordt gesteld? 1. Inleiding en vraagstelling. Sinds 1 september 1982 bestaat de mogelijkheid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 969 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen Nr. 20 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieLeidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009
Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel
Nadere informatiel.l. Hei beroep in cassatie richl zicht tegen de uitspraak van hei Gerechtshof Amsterdam van I -juli 2(Wa(veFzondefl-op-l-julr20J0)7
lo/ozssl CdS I. Gevoerde procedure en uitspraak waarvan cassatie l.l. Hei beroep in cassatie richl zicht tegen de uitspraak van hei Gerechtshof Amsterdam van I -juli 2(Wa(veFzondefl-op-l-julr20J0)7 1.2.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening
Nadere informatie1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012
BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:
Nadere informatievervolgens ten onrechte niet naar de renvooiprocedure
proces-verbaal van de verificatievergadering opgetekende erkenning van een vordering in het faillissement kracht van gewijsde zaak heeft en de curator alleen op grond van bedrog vernietiging daarvan kan
Nadere informatieKluwer Online Research
Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-293 (mr. drs. S.F. van Merwijk, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. L. van Berkum, leden en mw. mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatieNoot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)
De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november
Nadere informatieExecutie van het retentierecht
Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073
Nadere informatieEXECUTIE EN VERREKENING
EXECUTIE EN VERREKENING Geregeld komt het in familiezaken voor dat in het dictum van de uitspraak niet het bedrag wordt genoemd dat de één aan de ander verschuldigd is. Vaak gebeurt dit in verdelingszaken
Nadere informatieHoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt
Nadere informatieHet voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
34 842 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars)
Nadere informatieKluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid
Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.J.A. Koster, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-510 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.J.A. Koster, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 november 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37023
Nadere informatieAfkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is
Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015
Nadere informatieUit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:
Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 081.99 ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:1493
ECLI:NL:RBNHO:2017:1493 Instantie Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 09-03-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer HAA - 16 _ 3456 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieRegeling melding misstand woningcorporaties
Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.
Nadere informatieBeleidsregels Middelentoets voor pensioenvermogens in de 3 de pijler
Beleidsregels Middelentoets voor pensioenvermogens in de 3 de pijler Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemeen 2 Hoofdstuk II Pensioenvermogen 2 Hoofdstuk III Slotbepalingen 3 Toelichting 4 I-SZ/2015/2582: Beleidsregels
Nadere informatieVrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer
Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij
Nadere informatieproces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen
Kwijtscheldingsvrijstelling mist toepassing nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de op hem rustende lijfrenteverplichting aan zijn vader niet meer voor verwezenlijking vatbaar was LJN: BV2968, Rechtbank
Nadere informatieONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease)
ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease) Inleiding In het hierna te bespreken arrest heeft de Hoge Raad beslist
Nadere informatieJPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )
JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:1284, Bekrachtiging/bevestiging
Revisierente-regeling bij afkoop lijfrente terecht toegepast ECLI:NL:GHAMS:2015:1415 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-03-2015 Datum publicatie 22-04-2015 Zaaknummer 14/00233 Formele relaties
Nadere informatieKWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR
KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor
Nadere informatieArtikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw
Nadere informatieLoyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-445 d.d. 18 december 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Consument ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieDelta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Niet-bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-408 d.d. 12 november 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering.
Nadere informatieDEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
Nadere informatieAfkoopsom pre-brede Herwaarderingslijfrente vormt periodieke uitkering voor grondslag (bijdragen-inkomen) Zvw
Afkoopsom pre-brede Herwaarderingslijfrente vormt periodieke uitkering voor grondslag (bijdragen-inkomen) Zvw ECLI:NL:GHAMS:2014:5141 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 06-11-2014 Datum publicatie
Nadere informatieProf. mr. drs. M.L. Hendrikse
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De levensverzekeringsovereenkomst: een vreemde eend in de bijt van verzekeringsovereenkomsten Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De wetgever
Nadere informatieEERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG
EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VLIEG VER WEG BV, statutair gevestigd te (4003 AZ) Tiel aan de Laan van Westroijen 10, ingeschreven
Nadere informatieFiscale en financiele aspecten bij echtscheiding. PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp
Fiscale en financiele aspecten bij echtscheiding PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp Onderwerpen Pensioen (eigen beheer) en echtscheiding Levensverzekeringen: verdeeld of verrekend? De bijleenregeling
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-073 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 april 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieOver ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatieFiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen
DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009
Nadere informatieRapport. Datum: 19 september 2000 Rapportnummer: 2000/318
Rapport Datum: 19 september 2000 Rapportnummer: 2000/318 2 Klacht Op 22 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Schiermonnikoog, ingediend door Feenstra accountants
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-217 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 november 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 842 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-453 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 november 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieActualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium
Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Persoonlijke aansprakelijkheid advocaat ECLI:NL:HR:2015:2745 Client vraagt advies (risico s afdekken) over
Nadere informatieArtikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen
Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-313 d.d. 29 oktober 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Samenvatting Beleggingsverzekering. Consument
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-082 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. W. Dullemond, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op
Nadere informatieDe privaatrechtelijke zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon
De privaatrechtelijke zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon ACIS-Symposium, 16 maart 2012 mr. dr. Cees de Jong Wat komt er aan de orde? Wat doet een verzekeringstussenpersoon? Te beschermen belangen
Nadere informatieRapport. Afkopen en op een akkoord hopen?
Rapport Afkopen en op een akkoord hopen? Een onderzoek naar verplichte afkoop van een lijfrenteverzekering in het kader van het traject minnelijke schuldhulpverlening bij de gemeente Heemskerk. Datum:
Nadere informatieRb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld
Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-460 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 juni 2015 Ingediend door : Consument Tegen :
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-320 d.d. 15 november 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman) Samenvatting
Nadere informatieDERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN PAYENZ B.V.
DERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN PAYENZ B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PAYENZ B.V., statutair gevestigd
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieNationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieGROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,
Nadere informatie: 04/257 F (Rechtbank Rotterdam) en 04/214 F (Rechtbank Arnhem);
Tiende openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap Stam Educatief B.V., handelend onder de naam Stam Studieboeken inzake faillissementsnummer : de
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatie