Cerberus PRO Brandmelders. Applicatievoorschrift. Building Technologies. Brandveiligheids- en beveiligingsproducten

Transcriptie

1 Cerberus PRO Brandmelders Applicatievoorschrift Brandveiligheids- en beveiligingsproducten

2 Gegevens en ontwerp kunnen zonder melding vooraf worden gewijzigd. Levering is afhankelijk van beschikbaarheid Copyright Siemens Switzerland Ltd Wir behalten uns alle Rechte an diesem Dokument und an dem in ihm dargestellten Gegenstand vor. Der Empfänger anerkennt diese Rechte und wird dieses Dokument nicht ohne unsere vorgängige schriftliche Ermächtigung ganz oder teilweise Dritten zugänglich machen oder außerhalb des Zweckes verwenden, zu dem es ihm übergeben worden ist. Wij behouden ons alle rechten voor met betrekking tot dit document en de daarin beschreven onderwerpen. Door acceptatie van dit document erkent de ontvanger deze rechten en verbindt hij zich dit document en de daarin beschreven onderwerpen niet geheel of gedeeltelijk te publiceren, noch beschikbaar te stellen aan derden, noch te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor het aan hem werd geleverd, zonder onze voorafgaande expliciete schriftelijke toestemming. Nous nous réservons tous les droits sur ce document, ainsi que sur l'objet y figurant. La partie recevant ce document reconnaît ces droits et elle s'engage à ne pas le rendre accessible à des tiers, même partiellement, sans notre autorisation écrite préalable et à ne pas l'employer à des fins autres que celles pour lesquelles il lui a été remis.

3 1 Inleiding Algemeen Brandmeldsystemen Houd rekening met nationale richtlijnen en voorschriften Cerberus PRO-brandmelders Overzicht Brandmelders voor standaardtoepassingen Rookmelder OP Multisensor rookmelder OH Thermische melders HI720 en HI Brandmelders voor geavanceerde toepassingen Neurale brandmelder OOH Neurale brand- en CO-melder OOHC Brandmelders voor speciale toepassingen Vlammenmelders FDF241 en FDF Lineaire rookmelder FDL Aspiratie rookmeldsystemen (ASD) Signaalverwerking Detectiealgoritmen ASAtechnology Parametersets Parametersets standaard brandmelders Parametersets voor speciale melders De juiste brandmelder selecteren Algemeen Signalen van brand Afmeting van de ruimte Hoogte van ruimte Vloeroppervlak Omgevingsinvloeden Algemeen Luchtcirculatie Omgevingstemperatuur Vuil Luchtvochtigheid Storende factoren Bedrijfsperspectief Branddetectie met puntmelders Algemeen Melderselectie Standaardtoepassingen Definitie Selectie en instelling Verhoogd risico Definitie Selectie en instelling Storende factoren Definitie Selectie en instelling Extreme omgevingsomstandigheden Cerberus PRO-toepassingsrichtlijn Brandveiligheids- en beveiligingsproducten

4 6 Branddetectie met speciale melders Lineaire rookmelder Gebruik Projectengineering Selectie en instelling Vlammenmelders Gebruik Projectengineering Selectie en instelling Aspiratie rookmelders Gebruik Project-engineering Selectie en instelling CO-detectie met de OOHC Algemeen Parametersets Plaatsing Bijlage Basisinformatie Algemeen Verspreiding van signalen van brand Opstelling van puntrookmelders Plaatsing Dekkingsgebied Opstelling van thermische puntmelders Plaatsing Dekkingsgebied Opstelling van lineaire rookmelders Plaatsing Opstelling van vlammenmelders Europese norm EN Algemeen Testbranden volgens EN EN54-7 en Cerberus PRO-rookmelders EN54-5 en thermische Cerberus PRO-melders Omschrijving parametersets voor de Nederlandse markt

5 1 Inleiding Inleiding Met Cerberus PRO kunt u zeer geavanceerd technische, naar risico gewogen brandmeldinstallaties bouwen die echter bescherming bieden tegen valse alarmen. Deze toepassingsrichtlijn is bedoeld om u te helpen bij het selecteren van de geschikte brandmelder en om de juiste instellingen te selecteren. De aanbevelingen die in dit document worden gegeven zijn gebaseerd op ruim een halve eeuw wereldwijde ervaring in het bouwen van brandmeldinstallaties en een grondige kennis van Cerberus PRO-brandmelders. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan omgevingsomstandigheden zoals de grootte van ruimten, storende factoren of luchtuitwisseling. U selecteert de brandmelders en wijst ze vervolgens toe en configureert ze volgens deze omstandigheden. Voor speciale projecten is de selectie en instelling van brandmelder pas mogelijk na het uitvoeren van tests. Een algemene richtlijn voor alle mogelijke toepassingen is eenvoudigweg niet mogelijk. De informatie in dit document moet slechts worden gezien als aanbevelingen. Alleen een persoon met de juiste kennis en het begrip van de gebruiksomstandigheden is in een positie om de uiteindelijke selectie van de optimale melder uit te voeren. We hebben uw hulp nodig om te zorgen dat deze richtlijn up-to-date wordt gehouden met de nieuwste bevindingen en ervaringen. Daarom vragen we u ons te informeren over uw ervaringen (zowel positief als negatief) met het gebruik van Cerberus PRO-brandmelders voor systeemengineering. Contactadres: Siemens Nederland N.V... Beatrixlaan BB Den Haag Nederland Tel

6 Algemeen 2 Algemeen 2.1 Brandmeldsystemen Met Cerberus PRO-brandmelders kunt u een brandmeldinstallatie creëren waarmee een brand in de beginfase betrouwbaar wordt gedetecteerd en tegelijkertijd een unieke immuniteit tegen storingen wordt geboden. Het doel van een brandmeldinstallatie is: - In een zeer vroege fase betrouwbaar waarschuwen voor een beginnende brand. - Alleen waarschuwen wanneer er gevaar (brand) bestaat. De ervaring leert dat hulpverlening die ingrijpt zelden te laat wordt gewaarschuwd voor een echte brand, maar dat de brandweer wel in veel gevallen onnodig ter plaatse moet komen in reactie op misleiding van de geautomatiseerde melders, onjuiste werking van het systeem, kattenkwaad, technische storingen, enzovoort. Dit feit moet zorgvuldig worden overwogen bij het selecteren en instellen van de melder. 2.2 Houd rekening met nationale richtlijnen en voorschriften Speciale eisen voortvloeiend uit wetten, verordeningen, richtlijnen en normen hebben prioriteit boven dit applicatievoorschrift en moeten in acht worden genomen. Nationale eisen: Deze moeten onder alle omstandigheden prioriteit krijgen. Auteurs zijn onder andere verzekeringsmaatschappijen, autoriteiten, verenigingen, klanten, enzovoort. Er moet tijdens de selectie van apparaten en systemen ook rekening worden gehouden met goedkeuringseisen. Productspecifieke eisen: Dit is een integraal onderdeel van technische beschrijvingen, servicehandleidingen, enzovoort. U moet voldoen aan de technische gegevens in dit type documentatie. Geen eisen: Als er geen speciale eisen zijn om rekening mee te houden, wordt het project en de uitvoering uitgevoerd in overeenstemming met de applicatievoorschriften van Siemens, gericht op de huidige prestatiestaat van Siemens producten. 6

7 3 Cerberus PRO-brandmelders Cerberus PRO-brandmelders 3.1 Overzicht Binnen Cerberus PRO bieden we brandmelders voor: Standaardtoepassingen (kantoren, scholen, winkelcentra) Geavanceerde toepassingen (keukens, evenementenhallen, ondergrondse garages) Speciale toepassingen (IT-ruimten, musea, fabrieksgebouwen, loodsen) Eigenschappen Brandmelder Signaalverwerking Aantal parametersets Standaard toepassingen OP720, OH720, HI720, HI722 Detectiealgoritmes twee (HI722 één) Geavanceerde toepassingen OOH740, OOHC740 ASAtechnology zeven schakelbaar Speciale toepassingen FDF241(221), FDL241, ASD ASAtechnology vier Bedrijfsmodus vast selecteerbaar vast Tab. 1 Kenmerken van de Cerberus PRO-brandmelders Naast de verschillende detectieprincipes en het overeenkomende reactiegedrag met betrekking tot signalen van brand, verschillen de Cerberus PRO-brandmelders voornamelijk op het gebied van signaalevaluatie en parametersets. De Cerberus PRO-brandmelders voor standaardtoepassingen werken met detectiealgoritmen. De melders voor geavanceerde en speciale toepassingen werken met een signaalverwerking op basis van ASAtechnology. Voor standaardtoepassingen zijn brandmelders met twee verschillende parametersets voldoende. Met deze parametersets kan het gedrag van de melder aan de situatie worden aangepast. Voor geavanceerde of speciale toepassingen zijn brandmelders met een hogere flexibiliteit met betrekking tot sensortechnologie en parametersets vereist. In de brandmelders OOH740 en OOHC740 kan de detectiegevoeligheid worden geselecteerd. Dit biedt aanvullende flexibiliteit. 3.2 Brandmelders voor standaardtoepassingen De brandmelders OP720, OH720, HI720 en HI722 worden gebruikt voor standaardtoepassingen Rookmelder OP 720 De rookmelder OP720 heeft een ingebouwde optische sensor in een meetkamer van hoge kwaliteit. De melder detecteert branden die rook veroorzaken en hebben beperkte immuniteit tegen storende factoren zoals sigarettenrook of stoom Multisensor rookmelder OH720 De multisensor rookmelder OH720 heeft meerdere brandcriteria met een optische en een thermische sensor ingebouwd in een meetkamer van hoge kwaliteit. De intelligente combinatie van de optische en thermische sensorsignalen optimaliseert de detectiebetrouwbaarheid. Deze melder maakt vroege detectie van alle typen brand mogelijk en heeft gemiddelde immuniteit tegen valse alarmen die door storende factoren kunnen worden veroorzaakt. 7

8 Cerberus PRO-brandmelders Thermische melders HI720 en HI722 De thermische melders HI720 en HI722 hebben een eenvoudig ontwerp met een thermische sensor en detecteren open vuur waarbij aanzienlijke hitte wordt geproduceerd. 3.3 Brandmelders voor geavanceerde toepassingen De neurale brandmelders OOH740 en OOHC740 worden gebruikt in toepassingen waar vroege detectie van alle typen brand, een uitstekende immuniteit tegen storende factoren en een hoge flexibiliteit met betrekking tot detectiegedrag worden gevraagd Neurale brandmelder OOH740 De neurale brandmelder heeft twee thermische sensoren en unieke optiek. De optiek bestaat uit een innovatieve kamer voor optische verstrooiing met twee lichtbronnen die rook vanuit verschillende richtingen verlichten. Dit zorgt voor homogeen reactiegedrag op alle typen rook. Het intelligent koppelen van de optische signalen van de thermische sensoren zorgt voor zeer betrouwbaar detectiegedrag en zeer hoge immuniteit tegen storende factoren (ASAtechnology). Bedrijfsmodi: De OOH740 kan dankzij selecteerbare modi eenvoudig worden aangepast aan veranderende omstandigheden. Modus 0 (OOH): Modus 1 (H): Modus 2 (OO): Neurale brandmelder met homogeen reactiegedrag op alle typen rook Thermische melder die open vuur detecteert Optische rookmelder met homogeen reactiegedrag op lichte en donkere rook Neurale brand- en CO-melder OOHC740 De neurale brand- en CO-melder OOHC740 is gebaseerd op de neurale brandmelder OOH740. Bovendien is de OOHC740 voorzien van een CO-sensor van hoge kwaliteit. Naast het uitstekende detectiegedrag bij verschillende typen brand en de bijzonder hoge immuniteit voor storende factoren, is de OOHC740 in staat een Technisch CO-alarm te genereren zodra een vooraf gedefinieerde CO-concentratie wordt overschreden. Bedrijfsmodi: Net als de OOH740 kan de OOHC740 worden gebruikt als neurale brandmelder, als thermische melder of als optische rookmelder (Modus 0, 1 of 2). 8

9 3.4 Brandmelders voor speciale toepassingen Cerberus PRO-brandmelders De vlammenmelders (FDF), de lineaire rookmelder (FDL) of de aspiratie rookmeldsystemen (ASD) worden gebruikt in gebieden met speciale omgevingsomstandigheden, speciale afmetingen of speciale eisen voor de alarmering Vlammenmelders FDF241 en FDF221 Beide vlammenmelders FDF221 en FDF241 meten stralingsenergie in het infraroodbereik. Ze zijn geschikt voor het detecteren van rookloze vloeistof- en gasbranden en rookvormend open vuur in koolstofhoudende materialen, zoals het geval is voor hout, plastic, gassen, olieproducten, enzovoort. De infrarode vlammenmelders detecteren geen brand in anorganische materialen zoals waterstof, fosforhoudende stoffen, natrium, magnesium, zwavel, enzovoort. Omgekeerd is detectie gegarandeerd wanneer deze typen materialen samen met organische materialen worden verbrand. De FDF241 bevat niet alleen een sensor om infrarode straling in het CO 2 -bereik te meten, maar ook twee aanvullende sensoren die de straling meten van verstoringen zoals warme radiatoren en van lichtbronnen, zoals de zon. De FDF241-vlammenmelder heeft bijzonder hoge immuniteit voor storende factoren zoals thermische straling van verstoringen of de zon, dankzij de 3 sensoren en gekoppelde signaalverwerking. Valse alarmen zijn vrijwel onmogelijk met de FDF241. De FDF221 biedt een kostenefficiënte oplossing voor probleemvrije toepassingen. De FDF241 detecteert snel en betrouwbaar open vuur onder moeilijke omstandigheden Lineaire rookmelder FDL241 De lineaire rookmelder werkt op het extinctieprincipe (lichtverzwakking / extinctie = absorptie + verstrooiing). Een zender stuurt een infraroodlicht straal naar een reflector die het signaal terugkaatst naar de ontvanger. Bij afwezigheid van rook bereikt een groot deel van de stralen de ontvanger bij rook worden de stralen geabsorbeerd en verstrooid en bereiken slechts enkele van de stralen de ontvanger. Het verschil tussen de verzonden en ontvangen signaal wordt geanalyseerd en vertaald in een gevaarniveau. FDL241 biedt ons een lineaire rookmelder van hoge kwaliteit. Ingebouwde afstandsmeting is van speciaal belang voor deze melder. Het zorgt voor betrouwbare herkenning van oneigen objecten in het pad van de straal, waardoor potentiële valse alarmen worden voorkomen. De lineaire rookmelder is vooral geschikt voor grote hallen en de detectie van smeulende branden in hoge ruimten dankzij het detectieprincipe en het grote bewakingsgebied hiervan Aspiratie rookmeldsystemen (ASD) Aspiratie rookmeldsystemen zijn brandmeldsystemen voor de bescherming van ruimten en objecten. Een buizensysteem verwijdert luchtmonsters uit het bewakingsgebied en verzendt de monsters naar een rookmelder. Er wordt een alarm geactiveerd als de rookmelder rook detecteert in het luchtmonster. Deze typen systemen zijn vooral geschikt voor gebieden waar puntmelders niet of alleen onder bepaalde omstandigheden kunnen worden toegepast. 9

10 Cerberus PRO-brandmelders 3.5 Signaalverwerking Detectiealgoritmen De detectiealgoritmen zijn een geavanceerde vorm van signaalverwerking gebaseerd op de grote ervaring die Siemens op het gebied van algoritmetechnologieën heeft ontwikkeld. Parameterset Algoritmen Gevaarniveau Diagnoseniveau Detector Sensorsignalen Signaalsplitsing Std.waarden Berekening en vergelijking met std.waarden Resultaat Afb. 1 OP720-signaalverwerking met detectiealgoritmen De sensor registreert de signalen van brand, splitst ze uit in wiskundige componenten en verzendt deze naar de geprogrammeerde algoritmen. De multisensor rookmelders analyseren bovendien de rook- en thermische signalen en maken op basis van deze informatie een afweging. U kunt de algoritmen beïnvloeden door de parameterset te selecteren en op deze manier de melders instellen op verwachte signalen van brand en omgevingsinvloeden. 10

11 3.5.2 ASAtechnology Cerberus PRO-brandmelders ASAtechnology (ASA = Advanced Signal Analysis of geavanceerde signaalanalyse) staat voor de continue ontwikkeling op het gebied van algoritmetechnologie, zoals deze door Siemens is ontwikkeld. Parameterset Interpretatie van de situatie in realtime en dynamische invloed op de parameterset Algoritmen Gevaarniveau Diagnoseniveau Std.waarden Detector Sensorsignalen Signaalsplitsing Berekening en vergelijking met std.waarden Resultaat Afb. 2 OOH740-signaalverwerking met ASAtechnology De sensor registreert de signalen van brand, splitst ze uit in wiskundige componenten en verzendt deze naar de geprogrammeerde algoritmen. De neurale brandmelders analyseren de rook- en thermische signalen bovendien en maken op basis van deze informatie een afweging. U kunt de algoritmen beïnvloeden door de ASA-parameterset te selecteren en op deze manier de melders instellen op verwachte signalen van brand en omgevingsinvloeden. In tegenstelling tot de detectiealgoritmen worden geselecteerde parameters niet vastgesteld met ASAtechnology. Interpretaties van de situatie in realtime heeft een dynamische impact op de geselecteerde ASA-parameterset. Hierdoor wordt het optimale effectieve bereik van de melder aangepast, waardoor deze gevoeliger is voor brand maar beter bestand is tegen misleiding. Op deze manier bereiken we een uniek niveau van detectiebetrouwbaarheid, terwijl een zeer hoge immuniteit tegen misleiding wordt behouden. 11

12 Cerberus PRO-brandmelders 3.6 Parametersets Parametersets standaard brandmelders HI720/722 Nr. Naam Thermisch Min. [ C] Max. [ C] Diff. [K] Eigenschap/prioriteit 1 A2S Alarmering bij T > 60 C 2 A2R 1) ) Parameterset alleen beschikbaar voor HI720 Thermische melder Alarmering bij aanzienlijke stijging in warmte of T > 60 C OP720 Optisch Nr. Naam Responstijd [s] S-brand [%/m] O-brand [%/m] 1 Standard Sensitive Eigenschap/prioriteit Rookmelder Zeer vroegtijdige alarmering bij branden met goed zichtbare rook Zeer vroegtijdige alarmering bij branden met zichtbare rook OH720 Nr. Naam Optisch Responstijd [s] S-brand [%/m] O-brand [%/m] Thermisch Min. [ C] Max. [ C] 1 Robust Sensitive OOH740 en OOHC740 Nr. Naam Optisch Responstijd [s] S-brand [%/m] O-brand [%/m] Thermisch Min. [ C] Max. [ C] 8 High Suppression 2) Diff. [K] Multisensor rookmelder Eigenschap/prioriteit Immuun voor beperkte storende factoren vroegtijdige alarmering bij open vuur Zeer vroegtijdige alarmering in het bijzonder bij open vuur met zichtbare rook Neurale brandmelder (ASAtechnology) Diff. [K] Eigenschap/prioriteit Geen alarm zonder temperatuurstijging 5 Suppression Zeer robuust tegen storende factoren 12 Suppression CO 1) ) High Compensation Robust Balanced Balanced CO 1) ) Fast Response High Sensitive Fast Zeer robuust tegen storende factoren. Gevoeligheid beïnvloed door de CO-concentratie. Grote stabiliteit op de lange termijn, zelfs in een vuile omgeving Robuust gedrag in een normale omgeving Vroegtijdige alarmering en robuust tegen storende factoren Vroegtijdige alarmering en robuust tegen storende factoren. Gevoeligheid beïnvloed door de COconcentratie. Vroegtijdige alarmering bij open vuur en lage rookconcentraties. Vroegtijdige alarmering bij open vuur en minimale rookconcentraties 1) Parameterset alleen beschikbaar voor OOHC740 2) Alarmering alleen mogelijk bij een temperatuurverhoging van ca. 8 K (voldoet niet aan de norm EN 54-7) 3) Het CO-signaal helpt de alarmactivering te versnellen in het geval van smeulende branden, maar kan niet alleen brandalarmen activeren. 12

13 Cerberus PRO-brandmelders OOH740 en OOHC740, sensormodus 1 Optisch Nr. Naam Zoals aangegeven kan zowel de OOH740 als de OOHC740 worden ingesteld op een bedrijfsmodus waarbij het reactiegedrag overeenkomt met een thermische of pure optische rookmelder. Bij deze bedrijfsmodi zijn de volgende parameters beschikbaar. Thermisch Min. [ C] Max. [ C] 1 A1R BR Diff. [K] Eigenschap/prioriteit Thermische melder Alarmering bij aanzienlijke stijging in warmte of T > 60 C Alarmering bij aanzienlijke stijging in warmte of T > 80 3 A1S Alarmering bij T > 60 C 4 BS Alarmering bij T > 80 Alle parametersets voldoen aan de criteria van norm EN 54-5 OOH740 en OOHC740, sensormodus 2 Optisch Nr. Naam Responstijd [s] S-brand [%/m] O-brand [%/m] Thermisch Eigenschap/prioriteit Rookmelder 2 Robust Robuust tegen storende factoren 1 Universal Sensitive Goede balans in gedrag tussen alarmmelding en robuustheid Vroegtijdige alarmering in het bijzonder bij open vuur Responstijd: S-brand: O-brand: Min.: Max.: Diff.: De minimale tijd die voor de melder vereist is om alarm te geven, zelfs wanneer de rookconcentratie ruim boven de waarde ligt die vereist is voor de alarmering. Voor de neurale brandmelders kan deze tijd sterk variëren afhankelijk van de dynamische invloed. Deze tijd wordt verlaagd voor de brandmelders met meerdere sensoren en de neurale brandmelders, afhankelijk van de temperatuurstijging op de plaats van de melder. Een minimale rookconcentratie is vereist om een alarm voor een smeulende brand te activeren. Deze waarde is lager voor de brandmelders met meerdere sensoren en de neurale brandmelders, afhankelijk van de temperatuurstijging op de plaats van de melder. Een minimale rookconcentratie is vereist om een alarm voor open vuur te activeren. Deze waarde is lager voor de brandmelders met meerdere sensoren en de neurale brandmelders, afhankelijk van de temperatuurstijging op de plaats van de melder. Alarm pas mogelijk nadat deze temperatuur is bereikt. Er wordt een alarm ingeschakeld wanneer deze temperatuur wordt bereikt, ongeacht hoe snel de temperatuur stijgt. Er wordt een alarm geactiveerd wanneer deze temperatuurstijging en Min. zijn bereikt. In het geval van een lage temperatuurstijging tussen de 1 K/min. en 10 K/min. neemt deze waarde met enkele graden toe (melder compenseert 1 K/min.) Overschakeling van de parametersets Naast het vrij selecteren van de ASA-parameterset, maken de neurale brandmelders (OOH740 en OOHC740) ook door tijd en proces bediend schakelen tussen de ASA-parametersets mogelijk. Deze functie biedt optimaal detectiegedrag in ruimten waar massieve storende factoren kunnen optreden gedurende enkele minuten of uren. Een OOH740 kan bijvoorbeeld in een disco tijdens openingstijden worden gebruikt met parameterset 8 (High Suppression), waardoor deze bestand is tegen storende factoren die door een rookmachine worden veroorzaakt. Buiten deze periode, dus wanneer geen rook wordt geproduceerd, kan de OOH740 werken met parameterset 4 (Balanced) en lagere rookconcentraties vroegtijdig melden. 13

14 Cerberus PRO-brandmelders Parametersets voor speciale melders FDL241 Nr. Naam Responsdrempel 1 Standard with open line 65% 2 Standard with BS alarm 65% 3 Standard with open line 50% 4 Standard with BS alarm 50% 5 Highly sensitive with open line 30% 6 Highly sensitive with BS alarm 30% Lineaire rookmelder Eigenschap/prioriteit Robuust gedrag in een normale omgeving Vroegtijdige alarmering en robuust tegen beperkte storende factoren Vroegtijdige alarmering, reeds bij zeer lage concentratie van rook Responsdrempel: Reductie van het signaal (gla) in vergelijking met de compensatiewaarde (NFW) om een alarm te activeren. Zonder rook zijn het signaal (gla) en de compensatie (NFW) ongeveer gelijk (signaal gla 100% compensatie NFW). Opmerking: De gevoeligheid voor lineaire rookmelders is zeer afhankelijk van de afstand van melder tot reflector omdat de lichtverduistering over deze afstanden wordt bepaald. Bij een gelijkmatige rookverdeling in een ruimte geeft een FDL241 alarm bij een detectieafstand van 20 m en een parameterset Highly sensitive with open line zodra een rookdichtheid van 0,75%/m (30% / (2 x 20 m)) is bereikt. Bij een detectieafstand van 50 m geeft de lineaire rookmelder met dezelfde parameterset alarm zodra een rookdichtheid van 0,3%/m (30%/(2 x 50 m)) is bereikt. FDF221 Nr. Naam Gevoeligheid Responstijd [s] Misleidingsweerstand Eigenschap/prioriteit 1 Robust normaal 7 13 laag Robuust tegen kortstondige misleidingen 3 Universal fast normaal 2 3 laag Alarmering bij brand van gemiddelde grootte 4 Sensitive gevoelig 4 7 laag Alarm bij kleine brand 5 Sensitive fast gevoelig 2 3 laag Snel alarm bij kleine brand Vlammenmelder FDF241 Nr. Naam Gevoeligheid Responstijd [s] Misleidingsweerstand Eigenschap/prioriteit 1 Robust normaal 7 13 hoog Zeer robuust tegen misleidingen 2 Universal normaal 4 7 hoog Alarmering bij brand van gemiddelde grootte Vlammenmelder 3 Universal fast normaal 2 3 hoog Snelle alarmering bij brand van gemiddelde grootte 4 Sensitive gevoelig 4 7 hoog Alarmering bij kleine brand 5 Sensitive fast gevoelig 2 3 hoog Snel alarm bij kleine brand 6 Rapid gevoelig 1 laag Uitzonderlijk snelle alarmering bij kleine brand 7 Motor test bed gevoelig 7 13 hete objecten Uitzonderlijk robuust tegen straling van hete objecten Gevoeligheid: Responstijd: Misleidingsweerstand: Bij normale gevoeligheid detecteert de FDF bijvoorbeeld een ethylalcoholbrand van 0,5 m 2 tot een afstand van 19 m. Dit type brand kan op maximaal 38 m worden gedetecteerd met een gevoeligere instelling. Tijd die de melder nodig heeft om de brand te analyseren voordat een alarm wordt geactiveerd. Weerstand tegen misleidingen zoals hete objecten, zonlicht of vlambogen. Opmerking: Wanneer u de parametersets voor de FDF221 vergelijkt met die voor de FDF241, ziet u dat de FDF221 4 parametersets heeft die vrijwel hetzelfde zijn als die van de FDF241. Beide vlammenmelders werken identiek met dezelfde parametersets wanneer de FDF221 in een omgeving zonder misleidingen in bedrijf is. Naast de aanvullende parametersets verschilt de FDF241 voornamelijk van de FDF221 door de hogere immuniteit tegen storende factoren zoals hete objecten of zonlicht. 14

15 De juiste brandmelder selecteren 4 De juiste brandmelder selecteren 4.1 Algemeen Controleer de volgende punten wanneer u brandmelders selecteert: Signalen van brand Afmetingen van de ruimte Omgevingsinvloeden Naast deze criteria moet u ook denken aan bestaand risico, gewenste flexibiliteit en kosten. 4.2 Signalen van brand Er kunnen verschillende beoordeelbare signalen van brand optreden afhankelijk van het type brand. Niet al deze signalen kunnen worden geregistreerd met hetzelfde detectieprincipe. Er moet een rookmelder worden gebruikt als u een smeulende brand (sterke rookontwikkeling, beperkte opwaartse stroming) verwacht tijdens de eerste fase, zoals het geval is bij een kabelbrand. Als u sterke warmtevorming, vlamstraling en/of rookontwikkeling verwacht tijdens de eerste fase van de brand, dient u rook-, thermische of vlammenmelders te gebruiken. U dient mogelijk de verschillende typen brandmelders te combineren om betrouwbaar alle verwachte brandoorzaken te herkennen. De tabel hieronder toont het type melders en de signalen van brand waarop ze reageren. De tabel toont ook typische branden waarvoor deze melders bijzonder geschikt zijn. OH, OOH, OOHC (multisensor rookmelders) - Vlammende branden met of zonder rook (hout, olie, plastic, gas, oplosmiddelen, enzovoort). - Smeulende branden (hout, papier, plastic, enzovoort). Toename van rook en warmte OP (rookmelder) - Rookvormende brand (plastic, olie, enzovoort). - Smeulende branden (hout, papier, plastic, enzovoort). Rook HI (thermische melders) - Vlammende branden met of zonder rook (hout, olie, plastic, gas, oplosmiddelen, enzovoort). Toename van warmte FDL (lineaire rookmelder) - Rookvormende brand (plastic, olie, enzovoort). - Smeulende branden (let op de bevestigingshoogte). Tab. 2 Rook ASD (aspiratie rookmelder) - Vroege fase van een rookvormende brand. Meldertype en signalen van brand FDF (infrarood vlammenmelder) - Vlammende brand van koolstofhoudende/organi sche materialen (bijvoorbeeld word, alcohol, nevenproducten van benzine, enzovoort). Warmtestraling 15

16 De juiste brandmelder selecteren 4.3 Afmeting van de ruimte Brandalarmen kunnen alleen worden geactiveerd wanneer de brandmelder de brand detecteert. Om de brand te kunnen detecteren, moeten de signalen van brand (rook, warmte, straling) de melder bereiken. Let op!! In Voor Nederland gelden de projectierichtlijnen die beschreven staan in de NEN Hoogte van ruimte De hoogte van de ruimte beperkt het toepassingsbereik voor afzonderlijke melders, aangezien de meeste melders op het plafond zijn bevestigd. Er worden toepassingslimieten vastgesteld in de eisen voor de verschillende typen brandmelders. Meldertype - Puntmelders (DIN EN45-7) - Lineaire rookmelders (DIN EN54-12) - Aspiratie rookmelders (DIN EN54-20) - Thermische puntmelders (DIN EN54-5) - Vlammenmelders (DIN EN54-10) Tab. 3 Max. hoogte van ruimte 12 m Opmerking 16 m Laagste detectieniveau 16 m 12 m 7,5 m 6,0 m 26 m 20 m Voor klasse A en B Voor alle klassen Voor klasse A1 Voor alle klassen Voor klasse 1, hoek: 45 Voor klasse 2, hoek: 45 Geschiktheid van brandmelders afhankelijk van de hoogte van de ruimte volgens DIN VDE Voor ruimten hoger dan 12 m zijn puntmelders niet meer toegestaan. Voor toepassingen in hoge ruimten is een combinatie van lineaire rookmelders (op een niveau onder 16 m) en puntmelders (onder het plafond) een goede oplossing. Het gebruik van vlammenmelders voor toepassingen in hoge ruimten is geschikt om open vuur te detecteren als de melders in zicht van het gehele bewakingsgebied kunnen worden geïnstalleerd Vloeroppervlak Houd rekening met het volgende wanneer u de optimale brandmelder selecteert in ruimten met veel vloeroppervlak: Wanneer rook van een brand over een grote afstand verspreid, is de gevoeligheid en dus de responstijd voor een lineaire rookmelder of een ASDsysteem beter dan een puntmelder. Grote hallen zijn om bedrijfsredenen vaak voorzien van lineaire rookmelders of ASD-systemen. Het nadeel is dat het systeem de locatie van de brand slechts bij benadering kan bepalen. 16

17 4.4 Omgevingsinvloeden De juiste brandmelder selecteren Algemeen De meeste toepassingen kunnen niet beïnvloed worden door speciale omgevingsinvloeden waar rekening mee wordt gehouden tijdens de selectie van een brandmelder. In het enkele geval dat er speciale omgevingsinvloeden optreden, moet hiermee rekening worden gehouden. U kunt anders de betrouwbaarheid van de branddetectie ernstig beïnvloeden. Invloeden van speciaal belang zijn: Hoge luchtcirculatie Ongebruikelijke omgevingstemperatuur Vuil Luchtvochtigheid Storende factoren Luchtcirculatie Grote luchtcirculatie, bijvoorbeeld in computerruimten, verdunt de rookconcentratie aanzienlijk. Puntrookmelders detecteren de brand in dit type omgeving in een late fase. Daarom worden vaak ASD-systemen gebruikt voor dit type toepassing, waar de leiding voor het luchtverversingskanaal wordt geïnstalleerd Omgevingstemperatuur U moet rekening houden met de bedrijfstemperatuur wanneer u brandmelders installeert in ruimten met extreme omgevingstemperaturen. Verder moet u erop letten dat de minimale statische responstemperatuur op enkele graden boven de maximale omgevingstemperatuur is ingesteld wanneer u thermische melders gebruikt. Als hiermee geen rekening wordt gehouden, resulteert dit waarschijnlijk in valse alarmen Vuil Vuil zoals zwevende draden of stofdeeltjes in een textielfabriek of de kleinste deeltjes in een kolencentrale beïnvloeden de betrouwbaarheid van brandmelders. In het gunstigste geval leidt dit tot een hogere onderhoudsfrequentie, in het ongunstigste geval werkt uw brandmeldinstallatie mogelijk niet betrouwbaar meer. U moet altijd rekening houden met een vuile omgeving wanneer u de melder selecteert. Operators geven puntrookmelders vaak op in dergelijke omgevingen en gebruiken alleen gesloten melders (vlammenmelders of lineaire rookmelders). ASD-systemen met geautomatiseerde doorspoeling zijn ook geschikt voor enkele van deze toepassingen Luchtvochtigheid Brandmelders die zijn geselecteerd voor gebruik in vochtige of zelfs natte omgevingen moeten de benodigde IP-beschermklasse hebben (IP = International Protection, internationale codering voor beschermklasse). Als de geplande puntmelder niet de beschermklasse heeft die voor deze ruimte is vereist, moet u mogelijk controleren of een geschikte aanvullende basis de benodigde resultaten kan leveren. 17

18 De juiste brandmelder selecteren Storende factoren De brandmelder heeft de taak om in een vroege fase brand te detecteren op rook, warmte en straling en om een alarm in te schakelen. Rook, warmte en straling worden echter ook gegenereerd door productieprocessen, van installaties in een ruimte, zoals motoren of door omgevingsfactoren zoals zonlicht. Als deze storende factoren intens genoeg zijn en gedurende een bepaalde periode voortduren, kunnen ze genoeg invloed hebben op brandmelders om een alarm te activeren (vals alarm). Valse alarmen kunnen vaak worden voorkomen door optimale positionering van de brandmelder. Als dit niet mogelijk is, moet u een brandmelder selecteren met voldoende hoge immuniteit tegen storende factoren. Onder bepaalde omstandigheden moet u mogelijk de melder combineren met een andere melder met een geschikter detectieprincipe voor de toepassing. 4.5 Bedrijfsperspectief 18 Bedrijfsoverwegingen spelen een steeds centralere rol bij de selectie van een brandmelder. Met andere woorden: Waar mogelijk worden brandmelders voor standaardtoepassingen (OP720, OH720, HI720 of HI722) gebruikt. De eerste prioriteit wordt meestal gegeven aan de rookmelder OP720. Als we eerst open vuur verwachten of om moeten gaan met beperkte storende factoren, wordt meestal de multisensor rookmelder OP720 gebruikt. Thermische melders worden alleen gebruikt in gebieden waar rookmelders niet kunnen worden ingezet door immuniteit voor misleiding. De twee neurale brandmelders OOH740 en OOHC740 worden voornamelijk gebruikt voor toepassingen met hoog risico en in gebieden met aanzienlijke storende factoren. Door de hoge flexibiliteit van de OOH740 (verschillende parametersets en verschillende bedrijfsmodi) kan het meldgedrag eenvoudig worden aangepast aan de bestaande omgevingsomstandigheden en de benodigde alarmering in geval van brand. De OOHC740 wordt toegepast in gebieden waar naast betrouwbare branddetectie ook onaanvaardbare CO-concentraties die procesgerelateerd zijn of door een defecte installatie worden veroorzaakt, moeten worden gedetecteerd. De speciale melders (FDF241, FDF221, FDL241, ASD-systemen) worden voornamelijk gebruikt in gebieden waar een specifiek meldgedrag wordt gevraagd. Over het algemeen wordt de vlammenmelder gebruikt wanneer open vuur zo snel mogelijk moet worden gedetecteerd. Dankzij het grote dekkingsgebied wordt de lineaire rookmelder vaak gebruikt in grote hallen. Bovendien wordt deze ook vaak gebruikt in zeer hoge hallen, waar de detectie van branden op aanzienlijke afstand van het plafond is vereist. ASD-systemen worden gebruikt waar extreem vroege branddetectie is vereist en waar dit niet kan worden gegarandeerd met puntmelders door de hoge luchtsnelheid.

19 Branddetectie met puntmelders Branddetectie met puntmelders 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt de branddetectie met de Cerberus PRO-puntmelders voor zowel standaard- als geavanceerde toepassingen beschreven. Aangezien het gedrag van de OOHC740 vrijwel identiek is aan dat van de OOH740, zijn de opmerkingen en aanbevelingen van toepassing op beide meldertypen. De aanvullende functionaliteit van de OOHC740 met betrekking tot CO-detectie wordt in hoofdstuk 7 in detail beschreven. De toepassingsgebieden en instellingen van de speciale melders worden beschreven in hoofdstuk Melderselectie De keuze in puntmelders is gericht op de verwachte te detecteren brand. Type brand Meldertype OP720 OH720 OOH740 HI72x - Smeulende brand - - Open vuur met weinig of geen rookontwikkeling (bijvoorbeeld methanol, ethanol, ethylalcohol, droog hout) - - Open vuur met rookontwikkeling Tab. 4 zeer geschikt geschikt - ongeschikt Keuze van puntmelder op basis van verwacht type brand De rookmelder OP720 is vooral geschikt voor het detecteren van smeulende branden. De melder is echter ook in staat open vuur met duidelijk zichtbare rook te detecteren. Volgens de tabel zijn zowel de OH720 als de OOH740 geschikt voor alle typen brand. Wanneer er beter naar de melderfuncties wordt gekeken, wordt het echter duidelijk dat de neurale brandmelder OOH740 in praktijk vrijwel altijd beter is dan de multisensor rookmelder OP720. Dankzij de twee optische sensoren zorgt de OOH740 voor een constanter reactiegedrag op branden die zichtbare rook genereren. De intelligentere signaalverwerking met ASAtechnology in de OOH740 versnelt de alarmering in het geval van brand en verhoogt tegelijkertijd de immuniteit van de melder voor storende factoren. Het grotere aantal verschillende parametersets in de OOH740 in vergelijking met de OH720 maakt het mogelijk de melder ideaal aan te passen aan de meest voorkomende risico s en omgevingsomstandigheden. In nieuwe brandmeldsystemen worden de thermische melders HI720 en HI722 alleen gebruikt wanneer er alleen open vuur verwacht hoeft te worden of wanneer andere typen brandmelder niet kunnen worden gebruikt vanwege de immuniteit tegen storende factoren. 19

20 Branddetectie met puntmelders 5.3 Standaardtoepassingen Definitie Een standaardtoepassing is die in ruimten met laag risico op levensgevaar, laag risico voor eigendommen, een laag risico op brand en geen grote storende factoren. Terwijl: Laag risico op levensgevaar Geen grote hoeveelheid mensen; voldoende mogelijkheid tot ontsnappen en mensen kunnen zichzelf redden. Laag risico voor eigendommen Ruimten met een lage tot gemiddelde hoeveelheid aan fysieke middelen. Reconstructie na een claim kan worden uitgevoerd met redelijke kosten voor toewijzing en onderbrekingen voor de productie. Laag brandrisico Er zijn geen ontbrandingsbronnen zoals vlammen, lasvonken, elektrische verwarmingselementen en geen verhoogde vuurbelasting, zoals grote hoeveelheden zeer ontvlambare vloeistoffen. Geen grote storende factoren Ruimten zonder grote hoeveelheden rook of warmteontwikkeling. Geen laswerkzaamheden of procesgerelateerde ontwikkeling van dampen of warmte Selectie en instelling Ruimten waarbij wordt gekozen voor de standaard toepassingsbenadering zijn o.a.: Kantoren en conferentieruimten Pauze- en tentoonstellingsruimten Winkelgebieden Schone productie- en opslagruimten Gangen en trappen Deze typen gebieden hebben geen verhoogd risico. Er treden geen grote storende factoren op en de omgevingsomstandigheden zijn niet kritiek en relatief constant. Als er bovendien geen aanstaande gebruikswijziging is in de ruimten, zijn de prestaties van de OP720 en de OH720 voldoende voor dergelijke ruimten tot een plafondhoogte van 7 m. 20

21 In overweging te nemen in de selectie van het meldertype: Branddetectie met puntmelders Het risico op valse alarmen is groter in lagere ruimten waar storende factoren zoals sigarettenrook of procesgerelateerde rook ten gevolge van het kleinere volume in relatief hoge concentraties optreden. Daarom wordt in dergelijke toepassingen de OH720 met robuuste instellingen aanbevolen. Door de beperkte opwaartse stroming, wordt rook die door een smeulende brand wordt veroorzaakt, slechts tot een hoogte van 5 tot 7 meter getransporteerd. Dit betekent dat rook die op hoogten van > 7 m worden gevonden doorgaans worden gegenereerd door open vuur. Dankzij de naar achteren verstrooide sensor in de OOH740, detecteert deze melder open vuur veel sneller dan een OP720 of OH720. Daarom moet de OOH740 uitsluitend in dergelijke toepassingen worden gebruikt. De tabel hieronder toont de melderselectie en de toepasbare parameterset in meer dan 90% van de standaardtoepassingen. Wanneer open vuur reeds in een vroeg stadium kan worden verwacht (bijvoorbeeld in ruimten met zeer brandbare materialen), moet altijd de OOH740 worden gebruikt, met de bijbehorende parameterset (afhankelijk van de hoogte van de ruimte). Detector OP720 OH720 OOH740 Melder en parameterset voor standaardtoepassingen Parametersets 1 / Standard 2 / Sensitive 1 / Robust 2 / Sensitive 9 / High Sensitive Fast Omgevingsomstandigheden Geen storende factoren - Schone omgeving - Roken niet toegestaan - Geen dampontwikkeling Er is sprake van minimale storende factoren - Roken toegestaan - Enige dampontwikkeling mogelijk - Enige procesgerelateerde stofontwikkeling mogelijk Hoogte van ruimte > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m Tab. 5 zeer geschikt geschikt Melders en instellingen voor standaardtoepassingen 21

22 Branddetectie met puntmelders 5.4 Verhoogd risico Definitie Ruimten met de volgende omstandigheden verdienen speciale aandacht: een verhoogd risico van levensgevaar of letsel, een verhoogd brandrisico of de aanwezigheid van objecten met een hoge waarde. Hetzelfde geldt voor toepassingsgebieden waarin de kosten van onderbreking van de werkzaamheden als gevolg van brand hoog zijn. Bij dit type omstandigheden is de prioriteit duidelijk: snelle en betrouwbare alarmering. Terwijl: Verhoogd risico van levensgevaar en letsel Ruimten met personen die niet, of alleen onder bepaalde omstandigheden, zichzelf kunnen redden. Ruimten met zeer veel personen, die problemen oplevert bij snelle evacuatie. Verhoogd brandrisico Ruimten die ontstekingsbronnen bevatten (zoals open vuur, lasapparatuur en elektrische verwarmingselementen) en ruimten waar sprake is van verhoogde vuurbelasting, zoals ruimten waar grote hoeveelheden zeer brandbare vloeistoffen worden opgeslagen, vormen een verhoogd brandrisico. Objecten met hoge waarde Ruimten die objecten bevatten die alleen tegen aanzienlijke kosten kunnen worden vervangen of die onvervangbaar zijn (zoals kunstwerken of opgeslagen gegevens). Hoge kosten als gevolg van onderbreking van werkzaamheden Productiefaciliteiten en gebieden waar een onderbreking van de werkzaamheden tot hoge kosten zou kunnen leiden (voorbeelden zijn productielijnen voor elektronische componenten of farmaceutische producten) Selectie en instelling Ruimten waar de aanpak verhoogd risico vaak wordt toegepast, zijn onder andere: Kamers in ziekenhuizen of verzorgingstehuizen Hotelkamers Gevangeniscellen Ruimten voor evenementen, zoals grote vergaderzalen Tentoonstellingsruimten met kostbare of moeilijk te vervangen objecten, zoals musea. Productiegebieden waar een kleine brand zou kunnen resulteren in hoge kosten, bijvoorbeeld een ruimte voor chipproductie Stroomverdelingscentra s en energiecentrales In dit type toepassingsgebieden is er sprake van een verhoogd of in bepaalde gevallen zelfs een hoog risico van levensgevaar of letsel en materiële schade. Snelle alarmering van beginnende branden met voorkoming van valse alarmen is vereist. 22

23 Branddetectie met puntmelders Houd rekening met het volgende bij het selecteren van het meldertype: De meeste branden ontwikkelen zich van een smeulende brand tot open vuur. Daarom worden de OP720-brandmelders vooral gebruikt in ruimten met een hoogte van maximaal 7 meter. Rook op een hoogte van > 7 meter zijn over het algemeen afkomstig van open vuur. Dankzij de achterwaartse verstrooiing van de OOH740 detecteert die melder open vuur veel eerder dan de OP720 of de OH720. De OOH740- brandmelders worden vooral gebruikt in ruimten met een hoogte van meer dan 7 meter. U moet altijd een OOH740-melder selecteren als u open vuur in de beginfasen verwacht (bijvoorbeeld in een ruimte met zeer brandbare materialen). Zelfs de OOH740-melder met ASAtechnology kent limieten voor wat betreft alarmering bij de kleinst mogelijke hoeveelheden rook of kleine temperatuurstijgingen met behoud van een hoge mate van beveiliging tegen storende factoren. U moet daarom bij het selecteren van een geschikte parameterset rekening houden met de onderstaande punten: Het risico van valse alarmen is groter bij gevoelige parametersets dan bij ongevoelige. Zeer gevoelige parametersets worden alleen gebruikt in ruimten waar geen sprake is van storende factoren. Rookconcentratie of temperatuurstijgingen die een impact hebben op de brandmelder die aan het plafond is bevestigd, nemen af naarmate de hoogte van de ruimte toeneemt. Met andere woorden: gevoelige parametersets kunnen ook worden gebruikt in hoge ruimten met gemiddelde storende factoren. De bovenstaande punten tonen aan hoe de selectie van een brandmelder en van optimale instellingen aanzienlijk kan variëren, afhankelijk van het object en de omgevingsomstandigheden. Daarom zijn er geen regels die algemeen toepasbaar zijn. De volgende tabel bevat de geschikte meldertypen en geschikte parametersets voor algemeen voorkomende toepassingsgebieden. 23

24 Branddetectie met puntmelders Detector OP720 OOH740 Melder en parameterset voor toepassingsgebieden met verhoogd risico Parametersets 1 / Standard 2 / Sensitive 2 / Robust 4 / Balanced 6 / Fast Response 9 / High Sensitive Fast Gebruik/toepassing Ziekenhuiskamers/hoog risico van levensgevaar en letsel - Mensen kunnen zichzelf niet of slechts gedeeltelijk redden - Geen storende factoren Hotelkamers/verhoogd risico van levensgevaar en letsel - Mensen kunnen zichzelf redden - Lage storende factoren Evenementenruimte/verhoogd risico van levensgevaar en letsel - Mensen kunnen zichzelf redden - Storende factoren Museum/hoog risico van schade aan middelen - Mensen kunnen zichzelf redden - Geen storende factoren Hoogte van ruimte - > 2,5 m 2,5 5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 2,5 m > 2,5 m Computerruimte/hoog risico van schade als gevolg van gegevensverlies (hoog risico van schade aan middelen) - Mensen kunnen zichzelf redden - Geen storende factoren > 5,0 m Opslag van zeer brandbare materialen/verhoogd risico van brand - Mensen kunnen zichzelf zonder problemen redden - Lage storende factoren Productiehal voor elektronische componenten/hoge kosten als gevolg van onderbreking van werkzaamheden - Mensen kunnen zichzelf zonder problemen redden - Geen storende factoren > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m Tab. 6 zeer geschikt geschikt Melders en instelling voor toepassingsgebieden met verhoogd risico 24

25 5.5 Storende factoren Branddetectie met puntmelders Definitie Storende factoren zoals sigarettenrook of warme radiatoren beïnvloeden het detectiegedrag van brandmelders en kunnen resulteren in valse alarmen. U moet de intensiteit van de storing op de locatie van de melder inschatten om het risico van storingen te bepalen. Vuistregel: Hoe groter de afstand tussen melder en storing, hoe lager de intensiteit van de storing en de impact op de melder en dus hor lager het risico van een vals alarm. Ruimten met beperkt tot gemiddeld storende factoren kunnen worden beschouwd als standaardtoepassingsgebieden. De prioriteit is duidelijk bij ruimten met grote tot zeer grote storende factoren om valse alarmen te voorkomen en toch een redelijke reactietijd te behouden. Met andere woorden: Grote storende factoren Ruimten waar duidelijk zichtbare of waarneembare storende factoren worden verwacht op de locatie van de melder. Dit omvat rook of warmteontwikkeling door rokers, warme radiatoren, laswerkzaamheden of damp- en warmteontwikkeling als gevolg van processen. Zeer grote storende factoren Ruimten waar opzettelijk gegenereerde of procesgerelateerde storende factoren met zeer hoge intensiteit optreden. Bijvoorbeeld grote keukens of wasruimten, waar sprake is van enorme dampontwikkeling, discotheken waar rookmachines worden gebruikt of productiehallen voor papierproductie waarbij sprake is van aanzienlijke warmteontwikkeling Selectie en instelling Ruimten waar de aanpak immuniteit voor storende factoren vaak wordt toegepast, zijn onder andere: Hotelkamers met verwachte aanzienlijke dampontwikkeling rondom de melder. Kleinere kamers, waar de melder dicht bij de deur van de badkamer moet worden geïnstalleerd. Gevangeniscellen met ingebouwde douches. Productiegebieden waar sprake is van aanzienlijke rookontwikkeling (zoals gieterijen of gebieden waar veel laswerkzaamheden worden uitgevoerd). Ruimten waar grote hoeveelheden procesgerelateerde damp wordt gegenereerd (zoals grote keuken of chemische fabrieken en gebieden waar apparaten regelmatig met stoom worden gereinigd). Evenementruimten waar rookmachines worden gebruikt. Recyclingfabrieken waar veel stof wordt geproduceerd. Er is weinig keuzeruimte bij het selecteren van geschikte puntmelders voor gebieden met grote en zeer grote storende factoren. Als het de bedoeling is het risico van valse alarmen te voorkomen, moet u de melder met hoogste immuniteit tegen storingen gebruiken: de OOH740 met ASAtechnology en de speciaal ontwikkelde parametersets. Als het gebruik van de OOH740 resulteert in valse alarmen, selecteert u de HI720. De maximaal optredende temperatuur is beslissend bij het selecteren van de parameterset. De brandmelder OOH740 maakt tijds- of procesgestuurde wisseling van parametersets mogelijk. De parametersets die in de onderstaande tabel worden aanbevolen, verwijzen naar situaties waarin storingen optreden. In andere situaties kunnen de melders met een gevoeligere parameterset worden gebruikt. 25

26 Branddetectie met puntmelders Detector HI720 OOH740 Melder en parameterset voor toepassingsgebieden met grote storende factoren Parametersets 1 / A2S 2 / A2S 8 1) / High Suppression 5 / Suppression 2 / Robust 4 / Balanced Gebruik/toepassing Hoogte van ruimte Hotelkamers met dampontwikkeling in slaapgedeelte - Mensen kunnen zichzelf redden - Grote storende factoren Productiegebieden met rookontwikkeling - Mensen kunnen zichzelf zonder problemen redden - Grote storende factoren Grote keukens met aanzienlijke dampontwikkeling - Mensen kunnen zichzelf redden - Grote storende factoren Evenementenruimten met rookmachine - Mensen kunnen zichzelf redden - Grote tot zeer grote storende factoren Recyclinginstallaties met veel stofemissies - Mensen kunnen zichzelf zonder problemen redden - Grote storende factoren - > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m > 2,5 m > 2,5 m > 5,0 m > 7,5 m 1) Parameterset 8 voldoet niet aan EN54! zeer geschikt geschikt Tab. 7 Melders en instellingen voor toepassingsgebieden met grote storende factoren Opmerking: Onder zeer speciale omstandigheden zijn mogelijk aanvullende maatregelen nodig, zoals bescherming tegen storende factoren met behulp van tussenschotten of door het instellen van zones met meerdere melders. In de meeste gevallen kan het beter zijn het gebruik van speciale melders te overwegen voor lastige toepassingsgebieden. Melders die een hogere immuniteit hebben voor storingen of een combinatie van puntmelders en speciale melders vormen de beste oplossing. 26