Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is ongegrond, omdat er voldoende redenen voor waren.
|
|
- Sandra Smit
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is ongegrond, omdat er voldoende redenen voor waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. M.M.P.M. Lousberg en de Raad van Toezicht van [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. P.A. Charbon 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij beroepschrift van 3 juli 2018, ingekomen op 4 juli 2018, aangevuld op 8 september 2018, heeft [appellant] beroep ingesteld tegen het besluit van de werkgever van 25 mei 2018, om hem op grond van artikel 2.7 lid 1 cao gedurende vier weken te schorsen bij wijze van ordemaatregel, alsook tegen het besluit van 19 juni 2018, om deze schorsing te verlengen met vier weken. De werkgever heeft op 14 augustus 2018 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van het beroep vond plaats op 17 september 2018 te Utrecht. [appellant] was ter zitting aanwezig en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens de werkgever verschenen ter zitting de voorzitter en secretaris Raad van Toezicht. Zij werden bijgestaan door de gemachtigde. [appellant] heeft een pleitnotitie overgelegd. 2. DE FEITEN [appellant] is per 15 november 2011 benoemd als voorzitter van het College van Bestuur van [verweerder]. Hij is werkzaam in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao. In de loop van 2017 is de bestuursstructuur van de werkgever veranderd. Onder het College van Bestuur, bestaande uit twee leden, zijn vijf directeuren benoemd. Het College van Bestuur en de directeuren vormen samen, ondersteund door een bestuurssecretaris en een controller, het directieteam. Op 5 en 6 april 2018 vond een tweedaagse directiebijeenkomst onder externe begeleiding plaats. Tijdens die bijeenkomst ontstond tussen de directeuren en het College van Bestuur een vertrouwenscrisis. De leden van het College van Bestuur hebben daarop de bijeenkomst op de eerste dag verlaten. Vervolgens hebben de vijf directeuren per brief van 9 april 2018 aan de Raad van Toezicht medegedeeld het vertrouwen op te zeggen in het voltallige College van Bestuur. Hierop heeft de Raad van Toezicht een extern onderzoeksbureau de opdracht gegeven om de ontstane situatie te analyseren en de Raad van Toezicht te adviseren over de / uitspraak d.d. 8 oktober 2018 pagina 1 van 5
2 te nemen maatregelen om te komen tot een directieteam (College van Bestuur en directeuren) dat in vertrouwen kan samenwerken. De conclusie van het onderzoeksbureau, medegedeeld aan de Raad van Toezicht op 26 april 2018, was dat er sprake was van een zeer diepgaande vertrouwensbreuk tussen de directeuren en het College van Bestuur. Onderdeel van de conclusie was ook dat [appellant] niet in staat was om als voorzitter van het College van Bestuur de noodzakelijke veranderingen in goede banen te leiden en de vertrouwensbreuk te herstellen. De werkgever heeft de conclusies van het onderzoeksbureau overgenomen en [appellant] op 8 mei 2018 medegedeeld voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst te beëindigen. [appellant] heeft daarop per van 11 mei 2018 aan de werkgever medegedeeld dat hij ervan uitging dat zijn aanwezigheid niet langer op prijs zou worden gesteld en hij daarom niet op het werk zou verschijnen, tenzij dat wel dringend gewenst was. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft [appellant] op 25 mei 2018 telefonisch op de hoogte gesteld van het voornemen hem te schorsen bij wijze van ordemaatregel en heeft hem in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen daaromtrent mondeling kenbaar te maken. [appellant] heeft daarbij aangegeven dat hij zijn uitgebreide verweer nog op schrift zou stellen. [appellant] is bij besluit van 25 mei 2018, onder verwijzing naar artikel 2.7 lid 1 cao, geschorst bij wijze van ordemaatregel voor de duur van vier weken. In genoemd besluit geeft de werkgever aan: Jouw opvatting is voor de Raad van Toezicht echter geen reden om niet tot schorsing over te gaan. Op 6 juni 2018 heeft [appellant] zijn schriftelijk verweer ingediend. De werkgever heeft daar geen inhoudelijke reactie op gegeven. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft [appellant] op 19 juni 2018 telefonisch geïnformeerd over het voornemen de schorsing als ordemaatregel met vier weken te verlengen en hem wederom gevraagd naar zijn opvattingen daaromtrent. [appellant] heeft daarop aangegeven dat zijn opvattingen niet anders zijn dan zoals hij eerder telefonisch en schriftelijk had verwoord. Per 19 juni 2018 is de schorsing met vier weken verlengd, waarbij de werkgever heeft aangegeven: Jouw opvattingen waren en zijn voor de Raad van Toezicht echter geen reden om niet tot verlenging van de schorsing over te gaan. [appellant] heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van 25 mei 2018 en 19 juni STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt [appellant] [appellant] stelt dat de werkgever bij het nemen van de besluiten tot schorsing in strijd heeft gehandeld met de voorschriften uit de cao. Zo heeft de werkgever de schorsing en de verlenging van de schorsing gebaseerd op een verkeerd artikel in de cao. In de besluiten wordt verwezen naar artikel 2.7 lid 1 cao (schorsing als ordemaatregel), terwijl artikel 2.7 lid 2 sub c cao een bepaling voor schorsing kent voor het geval een werkgever voornemens is de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Daarnaast is de procedure onzorgvuldig verlopen aangezien [appellant] niet voldoende in de gelegenheid is gesteld zijn opvattingen ten aanzien van de schorsing kenbaar te maken. Toen hem op 25 mei 2018 telefonisch werd medegedeeld dat hij geschorst zou worden, heeft hij aangegeven dat hij schriftelijk verweer wilde voeren. De werkgever heeft dat verweer niet afgewacht alvorens een definitieve beslissing te nemen. Naar aanleiding van de opgelegde schorsing heeft [appellant] op 6 juni 2018 alsnog schriftelijk verweer gevoerd. Hier heeft de werkgever nooit inhoudelijk op gereageerd. Ook ten aanzien van de verlenging van de schorsing heeft [appellant] zijn opvattingen niet voldoende kenbaar kunnen maken / uitspraak d.d. 8 oktober 2018 pagina 2 van 5
3 Bovendien is [appellant] nooit de gelegenheid geboden om met de werkgever in gesprek te gaan over de redenen die ten grondslag liggen aan de schorsing en het voornemen van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Hierdoor is geen sprake geweest van hoor en wederhoor. Voorts is [appellant] van mening dat de besluiten tot schorsing onvoldoende zijn gemotiveerd. Bovendien was de schorsing niet dringend vereist. [appellant] was wel degelijk in staat om de volgens de werkgever noodzakelijk geachte veranderingen door te voeren, al dan niet via ondersteuning. Hij heeft ook altijd goede beoordelingen gehad en is niet in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren, als daar al iets op aan te merken zou zijn, te verbeteren, aldus [appellant]. Standpunt werkgever Vanwege een crisis in het directieteam heeft de werkgever een onderzoeksbureau ingeschakeld. De werkgever heeft de conclusie van het onderzoeksbureau, dat nieuw leiderschap noodzakelijk was, overgenomen en aan [appellant] medegedeeld te streven naar beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Daarop heeft [appellant] per van 11 mei 2018 aan de werkgever aangegeven dat hij niet op het werk zou verschijnen. Omdat de organisatie bestuurd moest worden en de werkgever de continuïteit in gevaar zag komen, werd gezocht naar een interim voorzitter College van Bestuur. Aangezien het hebben van twee personen op dezelfde positie onwerkbaar is, heeft de werkgever op het moment dat een interim bestuurder werd gevonden de feitelijke situatie ook formeel willen regelen door [appellant] te schorsen bij wijze van ordemaatregel. De werkgever heeft voor die grond gekozen omdat er op dat moment nog geen duidelijkheid was over de te volgen beëindigingsprocedure. De insteek van de werkgever was om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Schorsing op grond van artikel 2.7 lid 2 sub c cao lag daarom niet voor de hand. Voorafgaand aan de oplegging van de schorsing is er veelvuldig (telefonisch) contact geweest tussen de leden van de Raad van Toezicht. Omdat uit het telefoongesprek met [appellant] op 25 mei 2018 geen nieuwe argumenten naar voren kwamen, is zijn schriftelijk verweer niet afgewacht en is de schorsing dezelfde dag per brief bevestigd. Datzelfde geldt voor de verlenging van de schorsing. De werkgever is ervan overtuigd dat [appellant] niet in staat en niet in de positie is om als voorzitter van het College van Bestuur de diepgaande vertrouwensbreuk te herstellen en om de noodzakelijke maatregelen te nemen die tot een bestuurlijk werkbare situatie zouden moeten leiden. Een functioneringstraject lag dan ook niet in de rede. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Aangezien de instelling is aangesloten bij de Commissie en het beroep is gericht tegen één van de beslissingen, genoemd in artikel 12.2 lid 2 cao, en binnen de daartoe geldende termijn is ingesteld, is de Commissie bevoegd van het beroep kennis te nemen en is het beroep ontvankelijk / uitspraak d.d. 8 oktober 2018 pagina 3 van 5
4 De schorsing als ordemaatregel en de verlenging daarvan Er is sprake van een schorsing als ordemaatregel en een verlenging daarvan als bedoeld in artikel 2.7 lid 1 cao. Dat de werkgever niet gekozen heeft voor een schorsing op grond van 2.7 lid 2 sub c cao, schorsing indien de werkgever de arbeidsovereenkomst wil beëindigen, is niet onbegrijpelijk aangezien de keuze voor het vervolgtraject op het moment dat het schorsingsbesluit werd genomen nog niet duidelijk was. Bovendien betekent het feit dat wellicht gekozen had kunnen worden voor een schorsing op grond van artikel 2.7 lid 2 cao nog niet dat daarmee de schorsing op een andere grond, in casu artikel 2.7 lid 1 cao, onrechtmatig is. Een werkgever maakt immers een eigen afweging in de keuze voor de grondslag van een maatregel, waarna de Commissie toetst of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen komen tot het opleggen van die specifieke maatregel. De Commissie zal eerst dienen te beoordelen of de werkgever heeft voldaan aan de eisen die de cao stelt aan het opleggen van een schorsing als ordemaatregel. De procedure daartoe is geregeld in artikel 2.10 lid 1 cao, dat als volgt luidt: Het besluit tot schorsing als bedoeld in artikel 2.7 lid 1 wordt de werknemer onverwijld doch uiterlijk binnen 3 dagen schriftelijk, aangetekend bevestigd, onder vermelding van redenen. Voordat de werknemer wordt geschorst wordt deze in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen omtrent de voorgenomen schorsing kenbaar te maken. De opvattingen van de werknemer omtrent de schorsing worden opgenomen in de brief, waarin de schorsing wordt bevestigd. De Commissie constateert dat de werkgever [appellant] op 25 mei 2018 en op 19 juni 2018 telefonisch in de gelegenheid heeft gesteld zijn opvattingen ten aanzien van de (verlenging van de) schorsing kenbaar te maken en dat hetgeen hij telefonisch heeft medegedeeld is opgenomen in de schorsingsbesluiten. Daarmee is voldaan aan het vereiste van artikel 2.10 lid 1 cao. De Commissie wenst evenwel niet ongezegd te laten dat het beter zou zijn geweest als de werkgever [appellant] een (korte) termijn had gegund voor het indienen van zijn schriftelijk verweer, temeer omdat hij had aangekondigd dat te zullen doen, alvorens het definitieve besluit aan hem mee te delen. Ook ten aanzien van de verlenging van de schorsing had werkgever er voor kunnen kiezen om een inhoudelijk gesprek met [appellant] te voeren over zijn bezwaren, aangezien hij zijn opvattingen ten aanzien van de initiële schorsing reeds op 6 juni 2018 schriftelijk kenbaar had gemaakt. De Commissie acht dit echter, mede vanwege het feit dat [appellant] er na de mededeling dat werkgever voornemens was de arbeidsovereenkomst te beëindigen, zelf voor had gekozen om thuis te blijven, onvoldoende om op basis daarvan tot een gegrondverklaring van het beroep te komen. Inhoudelijk toetst de Commissie een schorsing als ordemaatregel, waarvan hier sprake is, terughoudend. Bij het bepalen van de gang van zaken binnen de instelling, dus ook bij het beoordelen of in het belang van de instelling een schorsing dringend vereist, komt immers aan de werkgever een grote mate van vrijheid toe. Aanleiding voor de schorsing is de conclusie van het onderzoeksbureau dat er sprake was van een zeer diepgaande vertrouwensbreuk tussen de directeuren en het College van Bestuur en dat [appellant] niet in staat was om als voorzitter van het College van Bestuur de noodzakelijke / uitspraak d.d. 8 oktober 2018 pagina 4 van 5
5 veranderingen in goede banen te leiden en de vertrouwensbreuk te herstellen. Gezien de uitkomst van dit rapport en de positie die [appellant] bekleedde, acht de Commissie het dan ook niet onbegrijpelijk dat de werkgever [appellant] bij wijze van ordemaatregel heeft geschorst. Zijn aanwezigheid op de werkvloer had immers kunnen leiden tot verergering van de problematiek of mogelijk zelfs tot escalatie. Bovendien was [appellant] gezien zijn functie niet inzetbaar op andere werkzaamheden. Dat de werkgever bij zijn besluit tot schorsing bij wijze van ordemaatregel heeft meegewogen dat een interim voorzitter College van Bestuur werd aangesteld, acht de Commissie ook niet onredelijk. De duur van de schorsing dient in verhouding te staan tot de tijd die de werkgever nodig heeft voor de te ondernemen actie. De werkgever had [appellant] gemeld in onderling overleg te willen komen tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing. Onder andere vanwege de privé-situatie van [appellant] heeft het enige tijd geduurd voor er constructieve gesprekken plaats konden vinden. Naar het oordeel van de Commissie is het dan ook te billijken dat de werkgever heeft gekozen voor verlenging van de schorsing. Alles overziende heeft de werkgever naar het oordeel van de Commissie in redelijkheid kunnen komen tot de beslissingen van 25 mei 2018 en 19 juni 2018 om [appellant] te schorsen als ordemaatregel. De Commissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie het beroep tegen de besluiten van 25 mei 2018 en 19 juni 2018 ongegrond. Vastgesteld te Utrecht op 8 oktober 2018 door mr. L.C.J. Sprengers, voorzitter, mr. B. Euser en mr. drs. F. Veenstra, leden, in aanwezigheid van mr. L. Verhoeven, secretaris. mr. L.C.J. Sprengers voorzitter mr. L. Verhoeven secretaris / uitspraak d.d. 8 oktober 2018 pagina 5 van 5
107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK
107991/108080 Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen
108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieDe werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.
107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatie107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was.
107502/107581 - De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.
108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. N.R.H.
108483 - Beroep tegen berisping gegrond. De weigering een gesprek met de ouders van een leerling te voeren is plichtsverzuim, maar een berisping is gezien de omstandigheden geen passende maatregel in het
Nadere informatie108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak.
108490/108540 - Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatie105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo
105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat er onvoldoende grond voor de schorsing was.
108550 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat er onvoldoende grond voor de schorsing was. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing vanwege relatie met een collega is ongegrond, omdat er zwaarwichtige omstandigheden zijn.
108346 Beroep tegen overplaatsing vanwege relatie met een collega is ongegrond, omdat er zwaarwichtige omstandigheden zijn. UITSPRAAK in het geding tussen: mevrouw [appellante], wonende te [woonplaats],
Nadere informatiein het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]
108047 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] en het College van Bestuur van [de werkgever], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder,
Nadere informatieBeroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma
107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd
Nadere informatieSAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE
SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor
Nadere informatieUITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita
107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het
Nadere informatiehet College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H.
107833/107861/107922 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond vanwege een vormfout. Beroep tegen tweede en derde schorsing ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK in het geding
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat
Nadere informatieDe berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
Nadere informatieBeroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.
108604 - Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.
107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatieCommissie van Beroep VO
105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd
Nadere informatieSAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO
SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.
106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.
Nadere informatieCommissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs
CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen
Nadere informatieSAMENVATTING / / Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing betrekking; PO
SAMENVATTING 104973 / 104975 / 104989 - Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing betrekking; PO Werkneemster verricht haar werkzaamheden als lokaalassistent op basis van een gemeentelijke uitvoeringsregeling
Nadere informatie106384/106490/ Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. UITSPRAAK
106384/106490/106506 - Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. 106384 in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te C, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de
Nadere informatieCommissie van Beroep BVE
105933 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden, subsidiair wegens andere redenen van gewichtige aard; SAMENVATTING De werkgever kocht stageplaatsen in bij de fietsenwinkel van werknemer, die de bij
Nadere informatieUITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING
107547 - Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van een schorsing als ordemaatregel afgewezen omdat het gedrag van de werknemer heeft geleid tot onrust bij studenten en hij niet open stond voor overleg
Nadere informatieBeroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.
108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk.
108263 - Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante,
Nadere informatieCommissie van Beroep VO SAMENVATTING
SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit
Nadere informatieBeroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK
108343 - Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatiehet College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing.
108563 - Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing. in het geding tussen: [appellante], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatieSAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO
SAMENVATTING 104994 t/m 104997,104999 t/m 105002 en 105007 - Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de werkgever
Nadere informatieGeen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; PO
106792 - Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; in het geding tussen: UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam
107544 Terugplaatsing in de functie docent LB is onthouding van promotie. De terugplaatsing is redelijk omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten van docent LD en omdat hij de aangeboden
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieCommissie van beroep vo
107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende
Nadere informatieSAMENVATTING. 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO
SAMENVATTING 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; Werkgever heeft werkneemster bij wijze van ordemaatregel geschorst voor de duur van 4 weken omdat hij een onderzoek
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:
Nadere informatiesollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven.
108178 - Beroep tegen onthouding promotie. Het besluit de werknemer na een sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven. in het geding tussen:
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.
SAMENVATTING 105957 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; PO In geval van ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid is het, zeker bij een langdurig dienstverband, noodzakelijk dat
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. F
105369 - Beroep tegen overplaatsing; SAMENVATTING De werknemer is overgeplaatst om drie redenen, namelijk een conflictsituatie, het advies van de bedrijfsarts en andere zwaarwichtige omstandigheden, zoals
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.
Nadere informatieUITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
106562 - Ontslag wegens gewichtige omstandigheden (verstoorde arbeidsrelatie) dan wel ongeschiktheid niet toegestaan omdat deze onvoldoende zijn gebleken. Beroep tegen de schorsing houdt evenmin stand
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A
107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw
Nadere informatie106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.
106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,
Nadere informatieCommissie van Beroep BVE
SAMENVATTING 105083 De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op studiereis naar Londen is
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]
108430 - Beroep tegen onthouding promotie. De werkgever heeft de sollicitatieprocedure juist gevolgd en in redelijkheid kunnen beslissen om de werknemer niet te bevorderen naar een LDfunctie. in het geding
Nadere informatieGeschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.
108219 - Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.
107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores
Nadere informatiehet College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieDoor werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.
106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieKlacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES
107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen
Nadere informatieSAMENVATTING. 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; HBO
SAMENVATTING 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; De aan het ontslag ten grondslag gelegde gewichtige reden houdt verband met het functioneren
Nadere informatieAdviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK
108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
105181 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De werknemer wordt verweten dat hij disfunctioneert en hierin bewust geen verbetering brengt. Het complex aan feiten in onderlinge samenhang,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. J.J.
106846-106966 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. T.G.J. Horlings en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever
Nadere informatieklacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES
108432 - klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling] tegen ADVIES de directeur
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving
Nadere informatieBESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.
108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING
Nadere informatieUITSPRAAK. de heer [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. R.H.M.
108633 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel ongegrond; de inhoud van de e- mailwisseling tussen de docent en een minderjarige leerlinge was voldoende reden om een onderzoek in te stellen. in het
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105514 - Verzoek voorlopige voorziening om opheffing schorsing; Verzoekster is geschorst voor de duur van de procedure tot ontbinding dan wel beëindiging van de Omdat de werkgever heeft nagelaten
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft
Nadere informatieBezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.
108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna
Nadere informatieKlacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES
107817 - Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. inzake de klacht van: ADVIES [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster, tegen
Nadere informatieBeroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; PO
106238- Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; SAMENVATTING Het dienstverband is primair opgezegd wegens plichtsverzuim, kortweg bestaande
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever
106842 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.C.J. Reijrink en het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna
Nadere informatieCommissie van Beroep HBO
105956 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; SAMENVATTING De werkneemster wordt in verband met reorganisatie ontslagen. Een eerder ontslag is ingetrokken vanwege formele gebreken. Partijen
Nadere informatieBeroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING
106172 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: SAMENVATTING De opzegging kan niet worden gegrond op plichtsverzuim omdat dit plichtsverzuim in de bestreden beslissing
Nadere informatieBeroep tegen berisping ongegrond. De werkgever heeft in redelijkheid een berisping op mogen leggen. UITSPRAAK
108081 - Beroep tegen berisping ongegrond. De werkgever heeft in redelijkheid een berisping op mogen leggen. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR
108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd
Nadere informatieEen school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:
108218 - Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers] te [woonplaats], ouders van twee voormalige
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellante] gemachtigde: mevrouw mr. E. Geven
108451 - Beroep tegen overplaatsing ongegrond. Er is een arbeidsconflict en de verhoudingen zijn verder verslechterd. Het belang van de werkgever weegt zwaarder. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante],
Nadere informatieOntslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO
106522 - Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde:
Nadere informatieCommissie van Beroep HBO
106043 - Beroep tegen ontslag wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid dan wel gewichtige reden; SAMENVATTING De werknemer is docent en is ontslagen omdat hij stelselmatig interne afspraken en regels niet heeft
Nadere informatieVerzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING
106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst
Nadere informatieBezwarencommissie CAO-VO SAMENVATTING
103959 Interpretatiegeschil taakbeleid SAMENVATTING De A heeft een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot het taakbeleid en navolging van de. De Commissie is niet bevoegd om zich uit te
Nadere informatieADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.
108148 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerlingen en het ontbreken van een ontwikkelingsperspectief. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen;
Nadere informatieSAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE
SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het
Nadere informatieDe leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. ADVIES. inzake de klacht van:
107473 - De leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. inzake de klacht van: de heer A te B, klager gemachtigde: mevrouw mr. L.F.M. Meles tegen ADVIES het
Nadere informatieSAMENVATTING. 104280 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; BVE
SAMENVATTING 104280 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; De werknemer is ontslagen omdat hij de eigenschappen, mentaliteit en instelling zou
Nadere informatie105372/ Beroep tegen schorsing en ontslag wegens ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; BVE
105372/105373 - Beroep tegen schorsing en ontslag wegens ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; Aan het einde van het schooljaar is een aantal klachten van leerlingen en collega's
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. G. Deibel
108311 - Beroep tegen disciplinaire overplaatsing is gegrond omdat de klachten geen plichtsverzuim opleveren en er sprake lijkt te zijn van functioneringsproblematiek waarvoor een disciplinaire maatregel
Nadere informatie