Inactivity. Congenital or acquired? Ergotherapie en vrije tijd bij volwassenen met een verstandelijke beperking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inactivity. Congenital or acquired? Ergotherapie en vrije tijd bij volwassenen met een verstandelijke beperking"

Transcriptie

1 Inactivity. Congenital or acquired? Ergotherapie en vrije tijd bij volwassenen met een verstandelijke beperking Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar Module Bachelorproef Promotor(s) Mevrouw Victoria Verhelst Ergotherapeut Mevrouw Lieve Dhulst Ergotherapeut Student Pieterjan Catteeuw Howest departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

2

3 Inactivity. Congenital or acquired? Ergotherapie en vrije tijd bij volwassenen met een verstandelijke beperking Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar Module Bachelorproef Promotor(s) Mevrouw Victoria Verhelst Ergotherapeut Mevrouw Lieve Dhulst Ergotherapeut Student Pieterjan Catteeuw Howest departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

4 Woord vooraf Deze bachelorproef is het laatste onderdeel van de opleiding Bachelor in de Ergotherapie aan Howest Kortrijk. Dit werk werd mogelijk gemaakt dankzij de raad en inbreng van de ergotherapeuten en orthopedagogen van Plein 25, onderdeel van vzw Den Achtkanter. Hierbij wil ik dan ook graag mijn oprechte dank betuigen aan Plein 25 voor hun professionele ondersteuning gedurende het proces van deze proef. Hun visie en advies hebben ertoe bijgedragen dat ik veel bijgeleerd heb en dat ik zodoende ook een betere proef heb kunnen maken. Daarnaast wil ik mijn externe promotors Mevr. Tine Vanhee, Mevr. Victoria Verhelst en Mevr. Lieve Dhulst bedanken voor de begeleiding tijdens deze stage. Hun constructieve opmerkingen en advies waren een grote hulp tijdens het realiseren van dit eindwerk. Graag wil ik ook mijn interne promotor Dr. Danielle De Groote bedanken, voor het begeleiden en bijstaan in dit proces. Tenslotte nog een speciaal woord van dank aan mijn familie, vrienden en vriendin die mij gemotiveerd en gesteund hebben gedurende dit hele project. 4

5 Abstract PIETERJAN CATTEEUW Inactivity. Congenital or acquired? Steutelwoorden: Ergotherapie Activiteiten dagelijks leven Verstandelijke beperking Vrije tijd Participatie Voor personen met een verstandelijke beperking is het niet altijd vanzelfsprekend deel te nemen aan de maatschappij en haar activiteiten. Zij krijgen sinds jonge leeftijd ondersteuning aangeboden, maar de manier waarop ondersteuning wordt geboden kan op vele manieren worden geïnterpreteerd. De omgeving, en de reactie op het handelen van de persoon met een beperking, bepalen in grote mate het denken en functioneren van de persoon. Aangeleerde hulpeloosheid kan hierbij een obstakel vormen en de participatie in de maatschappij belemmeren. Bij deze bachelorproef is de focus gelegd op vrije tijd. Hierbij is het belangrijk oog te hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van een persoon met een verstandelijke beperking. Begeleiding op maat biedt kansen voor de persoon om zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Met de ergotherapeutische visie en de visie van de voorziening is er gestreefd naar een optimaal niveau van zelfstandig functioneren. Aan de hand van individuele en gepersonaliseerde activiteiten is een middel ontworpen om ook op vlak van vrije tijd zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Rekening houdend met de kwaliteit van het leven en de wensen van de persoon is er gewerkt naar zelfstandigheid en mogelijkheid tot participatie. Aan de hand van assessments, interviews en observaties is er richting gegeven aan dit proces. In de conclusie kan men de invloed van individuele activiteiten op maat vinden, zowel bij het individu als in de groep. 5

6 Inhoudsopgave Woord vooraf... 4 Abstract... 5 Inhoudsopgave Inleiding Achtergrond project Voorstelling organisatie Plein Mediërend Agogisch Handelen Inleiding M.A.H Methodiek De drie pijlers binnen M.A.H Problem Solving Probleemdefiniëring Onderzoeksvraag Doelstelling Leven met een verstandelijke beperking Definitie Vrije tijd en verstandelijke beperking Empowerment Kwaliteit van bestaan Ergotherapie Het begrip Gehanteerde kaders Methodisch handelen CMOP-E Assessments Activity Card Sort Personal Outcomes Scale Praktische luik Inleiding Individuele activiteiten en crea-box Bernice

7 5.2.2 Ilse Heleen Nadine Groepsactiviteiten Resultaat Discussie en conclusie Literatuurlijst Bijlagen Cliëntgegevens Uitwerking crea-box

8 1 Inleiding Vandaag streeft men ernaar personen met een verstandelijke beperking zoveel mogelijk te betrekken in de maatschappij. Het is niet enkel en alleen belangrijk dat ze er een deel van uitmaken, het is ook van fundamenteel belang dat ze beschouwd worden als volwaardige burgers. Door gebruik te maken van een aangepaste benadering probeert men dit zo optimaal mogelijk te realiseren. Daarnaast is het ook belangrijk dat men op zo een holistisch mogelijke wijze omgaat met de persoon met een verstandelijke beperking. Op die manier kunnen ook personen met een verstandelijke beperking op ieder handelings-/levensgebied van het dagelijks leven namelijk werken, vrije tijd, wonen en relaties zo zelfstandig mogelijk deelnemen. Voor deze doelgroep zijn niet alle activiteiten die zich voordoen in het dagelijks leven vanzelfsprekend. Ze ondervinden hierbij heel wat moeilijkheden op cognitief, metacognitief, emotioneel en sociaal vlak. Naast deze factoren hebben zij ook een verhoogd risico op bijkomende problematieken zoals het ontwikkelen van gedragsproblemen of psychiatrische stoornissen. Ook vinden ouderdomsverschijnselen sneller plaats bij deze groep dan bij de normaal ouder wordende persoon. Deze elementen die voor een persoon met een verstandelijke beperking een obstakel vormen op weg naar participatie in de maatschappij kunnen door middel van coaching en de juiste benadering zo goed mogelijk opgevangen worden. Het is belangrijk dat de ondersteuning die de persoon met een verstandelijke beperking krijgt, afgestemd is op de mogelijkheden van de persoon en niet enkel op de beperkingen. De vraag van Plein 25, een tehuis voor personen met een verstandelijke beperking, is om hun bewoners te activeren op vlak van vrije tijd. Bepaalde bewoners vallen snel in passiviteit, wat een risicofactor is voor achteruitgang in vaardigheden en het zelfstandig dagelijks functioneren. Het ontbreken van spontaniteit, initiatiefname en interesse leiden naar een inactieve levensstijl die heel wat gevolgen heeft op vlak van zelfstandig functioneren. Daarnaast is er sprake van aangeleerde hulpeloosheid, waarbij begeleiding zaken van de persoon met beperking overneemt. Met de beste bedoelingen biedt men hulp aan, maar zo zet men de persoon niet aan tot zelfstandig denken en handelen. Op die manier wordt hen aangeleerd hulpeloos te zijn. Dit zorgt ervoor dat zij zich in dit opzicht weigerachtig en onzeker opstellen ten opzichte van nieuwe handelingen en activiteiten. Samen met de bewoners en hun wooncoach is er een stap gezet naar het vinden van activiteiten die passen binnen het kader van de setting en hun visie. Aan de hand van wetenschappelijk onderzoek, het afnemen van assessments, interviews, observaties en ervaringen is een eindproduct ontwikkeld dat gebruikt kan worden door de persoon met een verstandelijke beperking die snel in passiviteit zou vervallen. Door het zinvol invullen van vrije tijd wordt niet enkel de bewoner zelf positief beïnvloed, maar tegelijkertijd heeft dit gevolgen voor de totale groep van bewoners en de sfeer in de voorziening. 8

9 2 Achtergrond project 2.1 Voorstelling organisatie Vzw Den Achtkanter biedt ondersteuning aan zowel volwassenen met een verstandelijke beperking, al dan niet met een bijkomende (gestabiliseerde) psychische problematiek, als aan volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel. Door het optimaal benutten van de mogelijkheden van de persoon streeft men naar een volwaardig burgerschap. Men tracht door ondersteuning op maat de zelfstandigheid van de personen te optimaliseren. Samen met de mentor werkt de persoon met een beperking een levenstraject uit op de handelings- /levensgebieden: werken, vrije tijd, wonen en relaties, dit met de nodige opvolging. Op ieder gebied tracht men zo kwaliteitsvol mogelijk te werken om te kunnen antwoorden op de nieuwe en steeds veranderende zorgvraag. Medewerkers zien de personen met beperkingen als gelijkwaardige, unieke personen, mensen met rechten en plichten (Vzw Den Achtkanter, 2005). Er zijn verschillende settings verspreid binnen de regio Kortrijk waarbij ondersteuning wordt geboden onder de vorm van dagbesteding, buitenprojecten, residentieel wonen en ambulant wonen. Verder wordt enkel het tehuis, namelijk Plein 25 grondiger omschreven, daar de bachelorproef enkel in deze setting plaatsvond. 2.2 Plein 25 Het tehuis Plein 25 biedt ondersteuning onder de vorm van residentieel wonen. 15 bewoners, zowel personen met een verstandelijke beperking als personen met een niet-aangeboren hersenletsel, wonen hier met ondersteuning van wooncoaches. Het doel van deze setting is de personen een eigen thuis te geven waar zij zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren. Medewerkers en omgeving coachen de bewoners om zo hun eigen leven in te vullen en inhoud te geven. Ergotherapeuten en orthopedagogen proberen samen de werking van Plein 25 zo vlot mogelijk te laten verlopen, dit met elk hun eigen visie en technieken en met als doel vanuit een gemeenschappelijke visie te werk te gaan. Naast het coachen van wonen in het algemeen, bieden de wooncoaches ook ondersteuning in de dagdagelijkse vaardigheden die nodig zijn om zo zelfstandig mogelijk te wonen. Hier maakt het luik vrije tijd ook deel van uit. De bewoners worden in hun levenstraject dermate gestimuleerd om zo zelfstandig mogelijk keuzes te maken. 9

10 2.3 Mediërend Agogisch Handelen Inleiding M.A.H. Vzw Den Achtkanter maakt gebruik van een specifieke begeleidingsstijl voor personen met een verstandelijke beperking, namelijk MAH of Mediërend Agogisch Handelen. M.A.H. is gebaseerd op de theorieën van Feuerstein, Greenberg, Haywood en toepassing van het E.I. (eigen initiatief) model van Timmer. In M.A.H. kunnen er drie grote luiken omschreven worden (Dhulst L., 2004). 1. M.A.H. is een visie. Deze begeleidingsstijl beschouwt personen met een verstandelijke beperking als personen met mogelijkheden, en gelooft dat men kan leren en veranderen. Het verhogen van de zelfstandigheid en zelfregulering staat centraal, waarbij men praktische vaardigheden en leervaardigheden zo optimaal mogelijk bevordert. Personen met een verstandelijke beperking kunnen initiatief nemen, problemen oplossen en verantwoordelijkheid opnemen. Men streeft ernaar om de aangeleerde hulpeloosheid om te zetten naar een gedrag waarbij men bewust invloed kan uitoefenen en overtuigd is van het eigen kunnen. De aangeleerde hulpeloosheid is namelijk een verschijnsel waarbij de personen met een verstandelijke beperking de overtuiging hebben dat zij de eigen situatie niet kunnen beïnvloeden. Daarnaast leggen zij de oorzaak daarvan bij zichzelf waarbij zij zich in bestaande of nieuwe situaties hulpeloos gedragen. 2. M.A.H. omschrijft de kenmerken van de omgeving die uitnodigt tot leren en ontwikkelen. Er zijn enkele voorwaarden verbonden aan die omgeving. De denkruimte ontstaat pas wanneer de omgeving uitnodigt en stimuleert tot het oplossen van problemen. 3. M.A.H. is een geheel van strategieën Deze strategieën (ortho-agogische strategieën) omschrijven wat de coach concreet kan doen om de cliënt cognitief competenter te maken. Ze kunnen deze aanwenden om zelfstandigheid na te streven. De houding die de omgeving aanneemt ten aanzien van de persoon met een verstandelijke beperking bepaalt in grote mate het functioneringsniveau van die persoon. Het is vooral belangrijk dat de nadruk gelegd wordt op hun mogelijkheden en niet op hun beperkingen. Gebruik makend van bestaande activiteiten en aangepaste begeleidingsvormen streeft men naar het maximaal ontplooien van mogelijkheden. Het doel is het verhogen van het functioneringsniveau waarbij niet enkel praktische vaardigheden maar vooral de (meta)cognitieve vaardigheden worden gestimuleerd. 10

11 2.3.2 Methodiek Als methodiek maakt men gebruik van mediatie, waarbij de omgeving doelgericht tussenkomt om de cliënt te stimuleren aanspraak te doen op de cognitieve mogelijkheden (Warnez, 2002). Mediërend leren bevordert het zelfstandig denken en initiatief nemen om te exploreren. Mediatie is een wederzijdse en activerende interactie tussen coach en cliënt, waarbij de coach bepaalde activiteiten of situaties kiest om vooropgestelde doelen te bereiken. Wanneer er zich een bepaalde situatie voordoet kan de coach in interactie treden met de cliënt. De cliënt wordt gestimuleerd door gebruik te maken van cognitieve functies om te leren en problemen op te lossen, dit door de tussenkomst van de coach. Die tussenkomst van de omgeving moet voldoen aan drie criteria namelijk intentionaliteit, transcendentie en zingeving. Men kan pas van mediatie spreken wanneer aan alle drie de criteria voldaan wordt (Dhulst L., 2004). 1. Intentionaliteit (en wederkerigheid) Vooraleer men kan spreken van intentionaliteit moet de persoon met een verstandelijke beperking prikkels uit de omgeving, die soms niet of verkeerd worden opgenomen en/of verwerkt, kunnen begrijpen en een plaats geven. Aan de hand van een activiteit probeert men deze prikkels te ordenen zodat de persoon ze kan verwerken met als doel hierin verder te ontwikkelen. Het is van zeer groot belang dat de persoon de intentie van een activiteit begrijpt en de bedoeling ervan vat zodat men gericht te werk kan gaan en kan leren uit fouten. Daarbij is wederkerigheid een belangrijk kenmerk van de cliënt, want wanneer hij de bedoeling niet vat kan er geen sprake zijn van intentionaliteit. 2. Transcendentie Het is belangrijk dat een gemedieerde leerervaring ook kan worden doorgetrokken naar situaties op een ander moment of naar andere situaties. Het reflecteren over de opdracht en het vooruitkijken naar de toekomst zijn hier van groot belang. 3. Zingeving De betekenis, de zin en de waarde van de prikkels zorgen ervoor dat men de leergierigheid en leerbereidheid aanspreekt van de persoon met een verstandelijke beperking. Het is van groot belang dat de persoon de betekenis van situaties en activiteiten snapt zodat ze even stilstaan bij de bedoeling van die bepaalde situaties en activiteiten. Andere mediatiekenmerken zijn: bekwaamheidsgevoel, gedragsregulering en controle, deelgenootschap, individuatie, doelgerichtheid, openheid voor uitdaging, bewustzijn van modificeerbaarheid, optimisme en bewustzijn van lidmaatschap. 11

12 2.3.3 De drie pijlers binnen M.A.H. De drie pijlers binnen M.A.H. kunnen we als volgt omschrijven. De omgeving, coach, therapeut en begeleider gebruiken een bepaalde activiteit of situatie als middel om de persoon (hier de bewoner) zijn (meta)cognitieve vaardigheden te laten aanspreken. Op die manier wordt gebruik makend van de omgeving en de mediërende benaderingsstijl het denkproces gestimuleerd bij de persoon met een verstandelijke beperking en komt hij tot het gebruiken van die (meta)cognitieve vaardigheden om zo problemen op te lossen in die bepaalde omgeving Problem Solving Om (doel)gericht te handelen en daarbij de probleemoplossingsvaardigheden ontwikkelingsgericht te stimuleren hebben Dhulst L. & Warnez J. (1995) een hulpmiddel ontwikkeld, namelijk 15 X PS (Problem Solving). Dit is gebaseerd op Depondt L. (1985) Juf, ik kan het niet! : 10 manieren om problemen te helpen oplossen (Warnez, 2002). Het doel van dit hulpmiddel is om de deelnemers geleidelijk aan meer initiatief te laten nemen in het oplossen van hun problemen. Er worden 15 niveaus omschreven die nodig zijn bij het oplossen van een probleem. De coach kan zich baseren op deze niveaus om in een bepaalde situatie tussen te komen. Men probeert de persoon met een verstandelijke beperking altijd te benaderen op het hoogst mogelijk niveau, waardoor er kan geleerd worden en bij een volgende situatie ingegrepen kan worden op een nog hoger niveau. Op die manier streeft men ernaar de probleemoplossingsvaardigheden zo optimaal mogelijk te stimuleren. De 15 niveaus zijn: 1. Probleem in de plaats van de deelnemer oplossen 2. Een deeltaak samen met de deelnemer oplossen 3. Voortonen 4. Uitleggen hoe het moet 12

13 Niveau één tot en met vier gebeurt bij het aanleren van (nieuwe) praktische vaardigheden. Daarnaast kunnen ook om veiligheidsredenen of bij andere problemen deze niveaus worden toegepast. 5. Een goede oplossing noemen 6. Meerdere goede oplossingen noemen 7. Nog te onderzoeken oplossingen noemen Niveau vijf tot en met zeven omvat het initiatief over hoe een strategie moet worden uitgevoerd. 8. Uitnodigen tot gericht nadenken 9. De probleemsituatie verhelderen door de oorzaak te benoemen 10. De probleemsituatie verhelderen door de oorzaak te bevragen Bij niveau negen tot en met tien gaat men inzoomen op de oorzaak van het probleem. Men geeft aan wat er te zien is in de probleemsituatie en dat iets in die situatie niet correct is. Hierbij kan men zich afvragen of de cliënt de link maakt naar een oplossingsstrategie wanneer de oorzaak gekend is. 11. De probleemsituatie beschrijven Bij niveau elf gaat men de probleemgevoeligheid aanspreken. 12. Stimuleren van controle achteraf 13. Stimuleren van controle tijdens 14. Stimuleren van controle vooraf Niveau 12 tot en met 15 omvat metacognitie en zelfregulering. 15. Reflecteren Voorbeeld in de praktijk (Veys E., 2013): Beschrijving situatie: Wanneer J. koffie zet, gebruikt hij te veel water volgens de hoeveelheid koffiepoeder. De verhoudingen kloppen niet waardoor de koffie waterachtig smaakt. De begeleiding vraagt: J., hoe komt het dat de koffie slap smaakt?. Bespreking: Er wordt duidelijk opgemerkt door de opvoeder zelf wat het probleem is ( de koffie smaakt slap ) en er wordt gevraagd wat de oorzaak hiervan is, (namelijk hoe komt het ). Dit gebeurt in één zin. Dit is een tussenkomst op niveau 10. Er wordt nog niet verwacht dat de cliënt probleemgevoelig is en daarom wordt het probleem omschreven voor hem. J. wordt wel uitgedaagd om zelf de oorzaak van het probleem uit te zoeken en te formuleren. Hij moet voor zichzelf de verschillende stappen van het zetten van koffie doorlopen en controleren of hij alles goed heeft uitgevoerd. Zo kunnen de begeleiders voor zichzelf nagaan of hij wel de juiste stappen heeft aangeleerd en toepast. Of zou er iets schelen aan de koffiemachine zelf? Wat kan er nog fout gelopen zijn? We gaan er van uit dat J. zelf de oorzaak van het probleem kan aangeven. J. kan nauwelijks lezen en de kans is dus groot dat hij niet kan aflezen hoeveel ml water hij vanboven in de koffiemachine moet gieten. Toch zijn er verschillende mogelijkheden om dit probleem aan te pakken: 13

14 - J. kan hulp vragen bij het vullen van de maatbeker. Hij kan de maatbeker vullen en eerst laten controleren door een opvoeder vooraleer hij het water in de koffiemachine giet (= niveau 2). - Er kan een streep getekend worden op de maatbeker die J. gebruikt. Zo weet hij steeds tot waar hij de maatbeker moet vullen met water. Zo heeft hij geen controle van de opvoeders nodig maar kan hij zelfstandig te werk gaan (= niveau 8). Dit werd effectief toegepast in Plein J. kan de hoeveelheid water (bv. 650 ml) leren aflezen (= niveau 3). Men gaat er bij deze oplossingsmogelijkheden vanuit dat J. een maatbeker kan gebruiken en dat hij de verschillende stappen kent en correct kan toepassen. We veronderstellen dat aan de taakeisen is voldaan. Zo niet, moet dit hem worden aangeleerd en zitten we bij niveau 4 of lager. Bespreking op lager niveau: Niveau 9: De probleemsituatie verhelderen door het benoemen van de oorzaak van het probleem, J., de koffie smaakt slap! Je hebt te veel water gebruikt bij het zetten van de koffie. Dit moet J. de aanzet geven om uit te zoeken hoeveel water hij dan wel moet gebruiken en hoe hij dit correct kan afmeten. Wat is er fout gegaan? Hier kunnen dezelfde oplossingen worden toegepast als die van niveau 10. Eigenlijk is het enige verschil met niveau 10 dat hij hier niet zelf moet nagaan hoe het komt dat de koffie slapjes smaakt. Hij hoeft niet alle stappen van het koffiezetten te doorlopen en na te gaan of hij ze correct gevolgd heeft of zich af te vragen of er misschien iets scheelt aan de koffiemachine zelf. De opvoeder geeft aan dat het probleem ligt bij de gebruikte hoeveelheid water. Bespreking op hoger niveau: Niveau 11: De probleemsituatie beschrijven, De koffie smaakt slap. Op dit niveau beschrijven we louter de situatie. We zeggen wat we zien maar geven zelf niet aan dat hier eigenlijk een probleem is. J. moet dit zelf inzien. Men geeft de oorzaak niet aan zoals bij niveau 9. Het is de bedoeling dat J. zich spontaan afvraagt hoe het komt dat de koffie slap smaakt. Als J. de oorzaak zelf kan aanwijzen, zal er toch nog samen aan de oplossing moeten worden gewerkt. Hier kunnen dezelfde oplossingsstrategieën worden gebruikt als bij niveau 9 en 10. Het probleem is hier namelijk dat hij de cijfertjes op de maatkan niet kan lezen en dus de maatkan altijd maar bij benadering vult. 2.4 Probleemdefiniëring Overdag gaan de meeste bewoners naar hun werk, terwijl de ouderen die met pensioen zijn in het tehuis aanwezig blijven. De oorspronkelijke hulpvraag van het tehuis, Plein 25, is om de bewoners die met pensioen zijn een actievere invulling van hun vrije tijd te geven. De tijd die vroeger ingevuld werd door werken dient nu vervangen te worden door enerzijds huishoudelijke activiteiten zoals bijvoorbeeld meehelpen met het bereiden van maaltijden, strijken, en anderzijds vrije tijd. De aanleiding naar deze hulpvraag is onder andere een onrustige en gespannen sfeer vanaf de thuiskomst van de werkende bewoners tot het avondmaal. Door het ontbreken van activiteiten, waardoor vrije tijd niet zinvol wordt ingevuld, gaan bewoners zich bemoeien met andere bewoners waarop deze dan weer geagiteerd reageren. Dit zorgt voor conflicten in de groep, waarbij hun beperkte interpersoonlijke vaardigheden het soms bemoeilijken inzicht te krijgen in het conflict. Daarnaast is het ook belangrijk voor de bewoners zelf om actiever deel te nemen aan activiteiten in 14

15 hun vrije tijd. Het beleven of bereiken van iets zorgt voor voldoening en succeservaring. Dit heeft op zich ook invloed op het zelfbeeld van de bewoner. Sedert de opstart van het project zijn twee van die ouderen overleden waardoor er slechts twee ouderen overblijven in de voorziening. Hierdoor dient de hulpvraag doorgetrokken te worden naar een bredere groep, namelijk volwassenen met een verstandelijke beperking. Naast de bewoners die met pensioen zijn, bevat de selectie nog twee bewoners waarbij activering omtrent vrije tijd ook van toepassing is. Deze bewoners zijn in overleg met hun wooncoach gekozen. Deze beschikken over meer informatie over hun huidige activiteits- en functioneringsniveau. De totale groep van vier volgbewoners hebben een algemeen gemeenschappelijk aandachtspunt namelijk passiviteit reduceren door middel van activering. Dit aandachtspunt is zeer ruim omschreven maar is voor elk van deze bewoners toch zeer belangrijk. Daar deze cliënten zeer weinig variatie hebben als er gesproken wordt over vrije tijd, kan een interventie zoals het aanleren van een hobby, een variatie brengen in hun vrijetijdsbesteding. De orthopedagogen en ergotherapeuten van het tehuis trachten de cliënten zoveel mogelijk te stimuleren of te laten deelnemen aan zowel interne als externe activiteiten. Zij beschikken over informatie van externe instanties, die kunnen instaan voor het invullen van vrije tijd aan de hand van externe activiteiten en reizen. Daarnaast beschikt Plein 25 ook over een tiental gezelschapsspelen waaronder puzzels en kaartspelen. Naast die gezelschapsspelen is er een gebrek aan gepaste activiteiten op maat om de cliënten te motiveren en hun vrije tijd in te vullen. Men stuit op een aantal problemen betreffende de huidige werking en het aanbieden van activiteiten. Ten eerste zijn de gezelschapsspelen opgeborgen in een opbergkast die niet rechtstreeks beschikbaar is voor de bewoners. Met als gevolg dat de bewoners weinig tot geen initiatief nemen om gebruik te maken van één van die mogelijke spelen om hun vrije tijd in te vullen. De opbergkast is niet zichtbaar voor de bewoners, waardoor er ook geen prikkels worden aangeboden. Ten tweede is er een gebrek aan spelen die passen binnen het interesseveld van de bewoners. Slechts enkele bewoners spelen af en toe een spel. Alle andere bewoners hebben geen tot weinig de mogelijkheid deel te nemen aan die spelen doordat die niet binnen hun interesseveld liggen. Ze blijven bij de activiteiten die ze op huidig moment uitvoeren of wachten af tot iemand van het personeel hen stimuleert om iets te doen. Ten derde is het moeilijk om constant ondersteuning te bieden per bewoner bij het uitvoeren van activiteiten. Doordat geregeld administratie moet gedaan worden dienen cliënten op eigen initiatief en eigen handelen verder te gaan om activiteiten uit te kiezen en uit te voeren. Wanneer de aangegeven obstakels worden overzien, kunnen vijf grote aandachtspunten omschreven worden voor het mogelijk maken van zelfstandige initiatiefname en deelname aan activiteiten. - Toegankelijkheid: Eerst en vooral moeten activiteiten kenbaar zijn voor de cliënten en moeten ze toegankelijk zijn op de momenten wanneer de persoon dit wil. Dit zou bijvoorbeeld kunnen aan de hand van een opbergkast die zichtbaar is voor de bewoners en die zich bevindt in de leefruimte waar de bewoners meestal verblijven. 15

16 - Kennis: Soms ontbreekt de kennis van spelen omdat zij die nog nooit geprobeerd of gezien hebben. Het informeren over de spelen, samen met het toegankelijk maken van die aanwezige of nieuwe spelen, kunnen leiden tot een breder kennisveld van de cliënt. - Gepersonaliseerd: Veelal worden activiteiten aangeboden waarvoor slechts weinig personen interesse hebben. Door activiteiten binnen het interesseveld van de cliënt aan te bieden, vergroot de motivatie om ze uit te voeren. Vooral wanneer men cliëntgericht werkt en rekening houdt met de interesses en mogelijkheden van de cliënt, kunnen er activiteiten op maat worden aangeboden. Persoonlijk bezit van voorwerpen kan hier een belangrijke rol in spelen, omdat zij waarde hechten aan de voorwerpen of middelen die van hen persoonlijk zijn. - Zelfstandigheid/bruikbaarheid: Het is belangrijk dat men initiatief neemt en een bepaalde activiteit zelfstandig kan uitvoeren. Dit kan allereerst door activiteiten aan te bieden binnen het interesseveld. Daarnaast is het ook belangrijk het uitvoeren van een bepaalde activiteit mogelijk te maken. Wanneer men cliëntgericht werkt probeert men de activiteit aan te passen aan de mogelijkheden van de cliënt, zodat de cliënt kan groeien. Op die manier kan de cliënt op een zelfstandige manier zijn tijd zinvol besteden met een minimum aan begeleiding. - Motivatie: Als laatste punt is het zeer belangrijk dat activiteiten uitdagend zijn maar tevens ook realiseerbaar blijven voor de cliënt. Men kan bijvoorbeeld een hobby uitkiezen waardoor een eindproduct bereikt wordt waar de bewoner trots op kan zijn. Op die manier ervaren de cliënten succes waardoor ze gemotiveerd blijven om steeds verder op zoek te gaan naar activiteiten die voor hen succesvol zijn. 2.5 Onderzoeksvraag Op welke manier kan men personen met een verstandelijke beperking motiveren tot het uitvoeren van activiteiten om hun vrije tijd zinvol in te vullen? Het hoofddoel van dit project is om vooral diegene die snel in passiviteit vervallen te activeren aan de hand van gepersonaliseerde activiteiten. Het uitvoeren van deze activiteiten beïnvloedt zowel het individu als de groep. Daarbij dient rekening te worden gehouden met hun interesseveld, de context en de visie van de setting. De voorziening en de mogelijkheden die de persoon met een verstandelijke beperking bezit dienen in acht te worden gehouden. Er dient ook rekening gehouden te worden met de methode van werken en het bieden van ondersteuning. De betrokkene moet een kans krijgen te groeien in zowel persoonlijkheid als in mogelijkheden. 16

17 2.6 Doelstelling Er kan meer inzicht verkregen worden in het aandachtspunt passiviteit reduceren via activering door middel van doelstellingen. Deze doelstellingen kunnen opgemaakt worden in voor iedereen geldende doelstellingen maar er dient tevens rekening gehouden te worden met de individuele behoeften van de vier volgcliënten. Er kan een onderverdeling gemaakt worden tussen de hoofddoelstelling en subdoelstellingen van dit project. De hoofddoelstelling is voor elk van de volgbewoners van toepassing en is ruim omschreven, terwijl de subdoelstellingen slechts voor één of enkele volgbewoners gelden. Deze doelstellingen zijn geformuleerd in het begin van het project waarbij later, tijdens het praktisch gedeelte, de specifiekere doelstellingen zijn opgesteld. Hoofddoelstelling: - Het creëren van een omgeving of hulpmiddel waardoor de bewoners hun vrije tijd spontaan of mits enige aansporing zinvol kunnen invullen. Dit kunnen we omschrijven als activatie. De hoofddoelstelling omschrijft concreet het doel van dit project, waarmee men doorheen het proces rekening moet houden. Om dit mogelijk te maken dienen verschillende deelstappen uitgevoerd te worden die in de subdoelstellingen omschreven worden. Subdoelstellingen: - Het interesseveld van de bewoner in kaart brengen aan de hand van assessments, observaties en interviews. - De bewoners informeren en motiveren over activiteiten binnen hun interesseveld aan de hand van gesprekken, voortonen en samen uitvoeren. - Het toegankelijk maken van activiteiten die kunnen uitgevoerd worden op vrije momenten tussen 16u en 17u30. - Het aanbieden van activiteiten binnen hun interesseveld, passend binnen de context van de setting en de voorziening. - Een hulpmiddel of strategie gebruiken om activiteiten die binnen hun interesseveld liggen gebruiksvriendelijk te kunnen aanbieden. 17

18 3 Leven met een verstandelijke beperking 3.1 Definitie Een persoon met een verstandelijke beperking functioneert op cognitief en gedragsmatig vlak anders dan andere mensen. Toch hebben deze personen het recht op een kwaliteitsvol leven en hebben ze net als iedereen behoefte aan onderdak, werk, relaties, veiligheid en kansen tot ontplooiing. De American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) definieert een verstandelijke beperking als een significante beperking op zowel intellectueel functioneren als adaptief gedrag, wat tot uitdrukking komt in dagdagelijkse sociale en praktische vaardigheden (AAIDD, 2010). Daarbij komt deze tot uiting voor het 18 de levensjaar. Het intellectueel functioneren refereert naar de algemene mentale capaciteit zoals leren, redeneren en probleemoplossend denken. Het intellectueel functioneren kan nagegaan worden aan de hand van een IQ test waarbij een score tussen de 70 en de 75 een beperking aangeeft. Aan de hand van het IQ kan een verstandelijke beperking ingedeeld worden in vier gradaties of vormen (DSM-IV 1 ). Adaptief gedrag omvat conceptuele, sociale en praktische vaardigheden die mensen aanleren en uitvoeren in het dagelijkse leven. Conceptuele vaardigheden omvatten bijvoorbeeld taal-, geld-, tijdgebruik, aantal begrippen en zelfregulering. Daarnaast verstaat men onder sociale vaardigheden interpersoonlijke vaardigheden, verantwoordelijkheid, zelfvertrouwen, omgaan met sociale problemen en regels. Als laatste verstaat men onder praktische vaardigheden de activiteiten van het dagelijks leven, beroepsvaardigheden, gezondheidszorg, reizen en vervoer, schema's en routines, veiligheid, gebruik van geld en gebruik van de telefoon (AAIDD, 2010). Het is duidelijk dat men met een verstandelijke beperking anders denkt, moeilijker kan omgaan met bepaalde situaties en obstakels ondervindt in de dagdagelijkse activiteiten. Belangrijk is dat men zich vooral focust op de mogelijkheid tot aanleren en veranderen en niet enkel en alleen op de beperking. Natuurlijk moet er rekening gehouden worden met de beperkingen, maar dit mag men niet als uitgangspunt aanschouwen. Daarnaast stijgt de levensverwachting van personen met een verstandelijke beperking door de betere gezondheidszorg. Naast het cognitieve en het gedragsmatig aspect van personen met een verstandelijke beperking, is ook het ouderwordingsproces, dat invloed heeft op alle vlakken van een persoon, een belangrijk element (Visietekst Ouderen met een handicap, 2008). Ouderdom wordt vanaf een bepaald moment geassocieerd met een groeiende kwetsbaarheid, namelijk frailty. Deze aan leeftijd geassocieerde kwetsbaarheid zorgt ervoor dat men op verschillende gebieden minder goed gaat functioneren. Bij mensen met een verstandelijke beperking bestaat, naast het normale ouderwordingsproces, een verhoogd risico op functionele beperkingen, chronische aandoeningen en geestelijke gezondheidsproblemen (Evenhuis, 2011). Activering, op zowel cognitief als fysisch vlak, is een belangrijk hulpmiddel om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen leven. Ook op vlak van vrije tijd is het belangrijk een actieve levensstijl te verwerven en te onderhouden. Het aanleren en/of onderhouden van vaardigheden dragen bij tot het zelfstandig functioneren van de persoon met een verstandelijke beperking. Op die manier kan men 1 DSM-IV: Diagnostic and statistical manual of mental disorders 18

19 preventief een actievere levensstijl verwerven, waardoor de mogelijkheid verhoogd wordt om de activiteiten van het dagelijks leven zo lang mogelijk zelfstandig uit te voeren. 3.2 Vrije tijd en verstandelijke beperking Het uitvoeren van activiteiten of het handelen in bepaalde situaties is voor personen met een verstandelijke beperking niet altijd vanzelfsprekend. Vaak hebben zij te maken gehad met faalervaringen, wat op zich geen oorzaak is voor het verminderd initiatief nemen tot handelen. De manier waarop de omgeving reageert en intervenieert op dit falen, bepaalt mede de ontwikkeling van een houding waarbij de persoon met een verstandelijke beperking zich weigerachtig opstelt tegenover nieuwe activiteiten of handelen in bepaalde situaties (Warnez, 2002). Deze houding kan omschreven worden als aangeleerde hulpeloosheid. De omgeving van personen met een verstandelijke beperking belet vaak dat zij beroep moeten doen op hun probleemoplossende vaardigheden. Zij voelen zich veilig in die omgeving, waarbij zij zich laten helpen en waardoor de kans op falen wordt vermeden. Wanneer zij lange tijd vermijden om te falen en zij geen initiatief nemen om problemen op te lossen of streven naar succes, worden ook de vaardigheden om problemen op te lossen niet meer aangesproken. De problemen die zich voordoen in bepaalde situaties of bij bepaalde activiteiten worden opgelost door de omgeving met als gevolg dat zij geen initiatief meer nemen dit zelf te doen (De Corte, 2003). Wanneer er gesproken wordt over vrije tijd, kan ook aangeleerde hulpeloosheid hier een obstakel vormen. Activiteiten waarbij zij gefaald hebben en daardoor de oorzaak bij zichzelf hebben gelegd, zorgen ervoor dat zij weigerachtig staan ten opzichte van activiteiten, ook vrijetijdsactiviteiten. Hierdoor kunnen vooral nieuwe activiteiten moeilijk plaatsvinden. Door het vasthouden aan een veilige omgeving, waarbij veel voor hen gedaan wordt, ondernemen zij niets meer. Hierbij is het van groot belang, zoals bij mediërend agogisch handelen reeds aangegeven, dat de omgeving op een gepaste wijze tussenkomt. Empowerment maakt een belangrijk deel uit van activering. Deze maakt het mogelijk om zelf keuzes te maken en alle problemen die zich daarbij kunnen voordoen op te lossen. Door ondersteuning op maat te bieden kan de betrokkene zelf initiatief nemen activiteiten uit te voeren en problemen op te lossen. Hierbij wordt de betrokkene gestimuleerd om zoveel mogelijk beroep te doen op het eigen denkvermogen. Deze ervaringen kunnen ervoor zorgen dat de betrokkene groeit in mogelijkheden. De activiteiten moeten uiteraard passen binnen de context van de persoon en zijn omgeving. De begeleider biedt als coach ondersteuning maar streeft toch naar een maximale zelfstandigheid van de persoon met een verstandelijke beperking. 19

20 3.3 Empowerment Empowerment staat voor de wil en de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen over het eigen levenstraject. Zoals De Coninck (2008) beschrijft in haar boek is institutionalisering een gevaar voor empowerment. Dit is vooral een gegeven in woon- en zorgcentra waarbij de oudere het evident vindt dat ze zich aanpassen aan de normen van de setting waarin ze verblijven. Hiermee wordt geduid dat het belangrijk is zoveel mogelijk eigen waarde toe te kennen aan een persoonlijk levenstraject en steeds keuzes te blijven maken op zoveel mogelijk vlakken van het dagelijks leven. Dit begrip sluit aan bij de visie van de setting. Empowerment is een belangrijk proces, dat aansluit met grip krijgen op het eigen leven waardoor men zo zelfstandig mogelijk een eigen levenstraject kan uitstippelen. Empowerment is een proces waarin de persoon zijn eigen leven kan controleren en is gebaseerd op een zestal principes (Steensens, 2007): - Positief werken - Inclusief werken - Participatief werken - Krachtgericht werken - Integraal werken - Relatiegericht werken Volgens Bastiaens (2005) zijn er een aantal stappen om tot een werking van empowerment te komen: - De eerste fase enabling, wat betekent het in staat stellen tot het maken van keuzes die leiden tot de controle van eigen leven en gezondheid. Zelf keuzes leren maken, hulpmiddelen aanbieden om makkelijker keuzes te maken, hindernissen wegnemen die dit proces belemmeren behoren tot de eerste en niet te verwaarlozen stap. Er moet plaats zijn om zelf verantwoordelijkheid op te nemen. Samen op zoek gaan naar oplossingen en antwoorden komt hierbij aan bod. - De tweede fase educatie, houdt in dat de persoon gecoacht wordt zodat hij kan reflecteren over het eigen handelen en gezondheid. Wanneer de persoon niet de kennis bezit om te kiezen of oordelen, dan is het belangrijk dat de kennis wordt bijgebracht. Pas dan kunnen er bewust eigen keuzes gemaakt worden. - Fase drie is de keuze-ondersteuning, het ondersteunen van de persoon bij het beslissen van iets. Er wordt ondersteuning geboden in zowel het denken, het verschaffen van informatie, als in de communicatie op een neutrale wijze. Er wordt geen richting aangegeven maar er wordt ondersteuning geboden in het afwegen van de voor- en nadelen van de opties. - De vierde en laatste fase is de cliënt betrokkenheid, waarbij de persoon maximaal betrokken wordt bij eigen keuzes en beslissingen. Het uitvoeren en evalueren van vooropgestelde keuzes en doelen wordt samen met de persoon die de beslissingen heeft gemaakt besproken(geenen, 2011). 20

21 Empowerment is dus meer dan enkel een begrip of techniek. Het gaat over een proces, waarbij de cliënt in staat gesteld wordt keuzes te maken. Het is een houding die gedragen wordt door medewerkers maar ook door de setting en de maatschappij. Participatie is een belangrijk kenmerk van empowerment. Het betekent een voortdurend zoek- en leerproces voor hulpvrager maar ook de hulpverlener (Van Regenmortel, 2009). Net als bij M.A.H. is er niet enkel één niveau waar kan worden op gewerkt maar verschilt de tussenkomst van persoon tot persoon en van situatie tot situatie. Empowerment vindt zijn plaats in de visie van de ergotherapeut en zijn methodisch handelen. Stapsgewijs en in samenwerking met de cliënt, wordt er doorheen het methodisch handelen zoveel mogelijk getracht de cliënt op zelfstandige wijze zelf te laten kiezen voor de beste oplossing. Het sluit aan bij het doel dat de ergotherapeut wil bereiken, namelijk zelfstandigheid op het hoogst mogelijk niveau bij het handelen van de cliënt. Keuzes maken hoort ook in dit gehele proces en kunnen we linken met vrije tijd. Als ergotherapeut kan men de cliënt diverse mogelijkheden aanreiken zoals bijvoorbeeld hobby s en activiteiten binnen het kader vrije tijd. Daarnaast kan men de cliënt ondersteunen in hun keuze, het nemen van beslissingen en het uitvoeren van hun keuzes. 21

22 3.4 Kwaliteit van bestaan De kwaliteit van bestaan is een belangrijk gegeven voor ieder persoon. Ook bij personen met een verstandelijke beperking is een optimale kwaliteit van leven van fundamenteel belang. Schalock en Wehmeyer (2001) tonen aan dat de kwaliteit van bestaan kan worden onderverdeeld in acht domeinen elk met zijn indicatoren. Daarnaast maken de domeinen een deel uit van drie grote hoofdfactoren. Onafhankelijkheid: - Persoonlijke ontwikkeling. Dit domein omvat opleiding, persoonlijke competentie en vaardigheden. Het gaat hier over de mogelijkheid dingen te leren en vaardigheden toe te passen waar de persoon interesse voor heeft. De mogelijkheid om naar een optimale zelfzorg te streven en de mogelijkheid tot ontplooiing vinden hier hun plaats. Zinvolle activiteiten die zorgen voor een bepaalde voldoening dragen hieraan bij. - Zelfbepaling. Hieronder vallen autonomie, persoonlijke controle, persoonlijke doelen en waarden en eigen keuzes kunnen maken. De cliënt moet de mogelijkheid krijgen eigen keuzes te maken en een eigen levenstraject uit te stippelen. Zelfbepaling is vooral ook bij vrije tijd van groot belang, dit om een optimale motivatie te bereiken. Sociale participatie: - Interpersoonlijke relaties. De sociale omgeving en de ondersteuning die voortvloeit vanuit die omgeving. Het gaat hier om de relaties, vriendschappen van de cliënt en de interacties die zich daarbij voordoen. De relaties die intimiteit en affectie met zich meebrengen dragen bij aan de kwaliteit van het sociale gebeuren. - Sociale inclusie. De maatschappelijke omgeving waaraan de cliënt deelneemt en deel van uitmaakt. De rollen die de cliënt op zich neemt, de mogelijkheid tot werken en deelnemen aan activiteiten. - Rechten. Universele rechten van de mens behoren ieder persoon toe. Hier kunnen we rechten van vrije meningsuiting, het recht op een eigen kamer, het recht op privacy en een menswaardige omgang terugvinden. Welbevinden: - Emotioneel welbevinden. Gemotiveerd zijn, gelukkig zijn en het zich veilig voelen in een bepaalde omgeving,zowel fysiek als sociaal, dragen bij aan het emotionele welbevinden. Bij de dagdagelijkse interacties en activiteiten dient de cliënt een gevoel te ervaren van succes en blijheid. - Fysiek welbevinden. Het ervaren van het lichaam en de mogelijkheid tot behandeling wanneer er zich ziekte voordoet. Het gaat vooral om de gezondheid van de cliënt en alle zaken die daarop een invloed hebben namelijk voeding, recreatie, mobiliteit, toegang tot gezondheidszorg en de activiteiten van het dagelijks leven. 22

23 - Materieel welbevinden. Het hebben van werk en een financieel inkomen bepalen het materieel welbevinden. Het hebben van persoonlijke bezittingen, een eigen kamer, een eigen toilet en/of douche zorgen ervoor dat de cliënt op een waardige manier door het leven kan. Deze domeinen met hun hoofdfactoren dragen allemaal samen bij aan de kwaliteit van het bestaan. De toegang tot elk van dit domein zorgt ervoor dat op elk niveau kan gewerkt worden samen met de cliënt. De kwaliteit van bestaan vindt zeker zijn plaats in de ergotherapeutische visie, daar de ergotherapeut de zelfstandigheid van de cliënt zo optimaal mogelijk wil bereiken op de deelaspecten onafhankelijkheid, sociale participatie en welbevinden. Bij elk domein kan er een link gelegd worden als het over vrije tijd gaat. De kwaliteit van bestaan gaat uiteraard over meer dan enkel vrije tijd. Het is belangrijk dat er met elk domein rekening gehouden wordt wanneer we activiteiten of situaties gebruiken als middel om de persoon met een verstandelijke beperking aan te zetten tot denken en handelen. Hoe meer voldaan aan elk domein, hoe optimaler de vrije tijd kan worden ingevuld. 4 Ergotherapie 4.1 Het begrip Een ergotherapeut wordt ingezet bij het aanleren, opnieuw leren, optimaliseren en onderhouden van vaardigheden en strategieën die bijdragen aan het functioneren van de cliënt. Het doel van een ergotherapeutische interventie is zorgen voor een optimale zelfstandigheid in mensen hun leer-, leef-, werk- en ontspanningsomgeving en dit door middel van activiteiten. Men doet beroep op het handelen en de handelingsprocessen die zich daarbij voordoen. Het Vlaams Ergotherapeutenverbond (VE) en het Vlaams Overleg Ergotherapie (VLOE) hanteren een visie die steunt op vijf grote pijlers: - De kern is het handelen van - de cliënt in een specifieke handelingscontext in functie van - de kwaliteit van leven, waarbij de ergotherapeut - zich duidelijk profileert in relatie tot - de maatschappelijke veranderingen en tendensen. De ergotherapeut focust zich op het handelen van de cliënt maar houdt hierbij rekening met alle zaken die het handelen kunnen beïnvloeden. Men gaat uit van de mogelijkheden, wensen en interesses van de cliënt en speelt hierop in om zo binnen de handelingscontext te blijven. Men gaat cliëntgericht te werk om een optimale autonomie te bekomen op alle vlakken van het dagelijks leven (Vlaams ergotherapeutenverbond, 2009). 23

24 4.2 Gehanteerde kaders Methodisch handelen Ergotherapeuten maken gebruik van methodisch handelen waarbij zij bewust handelen in bepaalde stappen. In dit proces proberen zij de cliënt en het cliëntensysteem zo veel mogelijk te betrekken bij het bespreken, begrijpen en oplossen van een problematiek (Kinébanian & le Granse, 1998). Het Canadian Process Practice Framework of CPPF is een procesmodel dat kan worden gebruikt tijdens het methodisch handelen. Het omvat acht stappen in logische volgorde die richting geven aan het totale handelingsproces. Deze stappen worden omschreven als actiepunten met sleutelvaardigheden om het handelen mogelijk te maken (Craik et al., 2007). - Actiepunt één: Enter/initiate. Hierbij start de professionele relatie tussen cliënt en ergotherapeut. Het is het begin van de samenwerking waarbij de ergotherapeut de cliënt beter leert kennen maar andersom de cliënt ook zijn therapeut beter leert kennen. - Actiepunt twee: Set the stage. Deze stap omvat het benoemen, valideren en prioriteren van de problemen en het handelen zoals de cliënt deze ervaart. Hier kunnen het handelen en de problemen die zich daarbij voordoen geïnventariseerd worden in bijvoorbeeld het CMOP-E of Canadian Model of Occupational Performance and Engagement (Townsend & Polatajko, 2007), wat in punt verder omschreven wordt. - Actiepunt drie: Assess/evaluate. Het vaststellen van componenten van het handelen en de condities van de omgeving zijn hier op hun plaats. De sterke kanten en hulpbronnen van de cliënt en therapeut worden omschreven. - Actiepunt vier: Agree on objectives and plan. Onderhandelen over uitkomsten en maken van het plan van aanpak. Hier worden in samenspraak met de cliënt doelen opgemaakt die realistisch zijn. Daarbij wordt ook overeen gekomen hoe deze doelen behaald zullen worden. - Actiepunt vijf: Implement the plan. Het uitvoeren van het plan van aanpak door het handelen. Hier gaat men na wat nodig is om het vooropgestelde plan uit te voeren en hoe men de cliënt hierbij maximaal kan betrekken. - Actiepunt zes: Monitor and modify. Uitvoeren, observeren en aanpassen van het plan van aanpak. De uitvoering van het plan van aanpak kan immers op een andere manier verlopen dan gepland. Daarom is het belangrijk steeds bij te sturen om de vooropgestelde doelen nog steeds te behalen. - Actiepunt zeven: Evaluate the outcome. Het evalueren van de uitkomsten, maar ook het aanvullen van eventueel andere handelingsproblemen. Daarnaast moet men zich afvragen of er eventueel verdere interventie nodig is en wie nog kan ingeschakeld worden om het plan van aanpak uit te breiden. - Actiepunt acht: Conclude/exit. Korte besluitvorming en einde van de therapie. 24

25 De link die hier kan gemaakt worden met mediërend agogisch handelen vinden we terug bij iedere stap in het methodisch handelen. Gedurende iedere stap in het CPPF kan men op een mediërende wijze en vorm van empowerment te werk gaan. Er wordt ondersteuning geboden tijdens het vaststellen van de prioriteiten van de cliënt. Tevens wordt tijdens het plan van aanpak zoveel mogelijk beroep gedaan op de mogelijkheden bij de cliënt tot leren. Het mediërend agogisch handelen kunnen we doorheen het methodisch handelen gebruiken om de cliënt zoveel mogelijk te stimuleren om beroep te doen op het eigen denken en zelfregulering CMOP-E Het CMOP-E of Canadian Model of Occupational Performance and Engagement is een driedimensionale weergave van de relatie tussen een persoon met drie componenten van het handelen, drie handelingsgebieden en de omgeving met vier elementen. De focus ligt op de uitvoering van en het betrokken zijn bij het handelen (Townsend & Polatajko, 2007). Figuur 1 A visualiseert het CMOP/ B visualiseert de onderlinge verbondenheid tussen de persoon, handelen, omgeving en spiritualiteit (Townsend & Polatajko, 2007) De uitvoering van het handelen (Occupational performance) wordt hierbij gezien als de dynamische interactie tussen de persoon, zijn handelen en omgeving. De drie componenten kunnen niet los gezien worden van elkaar en beïnvloeden elkaar voortdurend. Ergotherapie (Occupational Therapy) richt zich daar, waar het handelen van de persoon en zijn omgeving overlapt. 25

26 Tabel 1: Het CMOP-E met zijn facetten en onderverdelingen (Kinébanian & le Granse, 1998). Persoon Fysiek: Omvat het doen van een persoon en alle sensorische, motorische en sensomotorische functies. Affectief: Omschrijft de gevoelens en bevat sociale, emotionele functies met interpersoonlijke en intrapersoonlijke factoren. Cognitief: Mentale functies zowel cognitief als intellectueel. Er wordt bijvoorbeeld niet enkel gekeken naar een functie zoals het geheugen maar naar het proces van denken tijdens het handelen. Spiritueel: De motivatie en drijfveer van de persoon. Geloof, waarden en normen. Omgeving Fysiek: Natuurlijke en bebouwde omgeving van persoon. Sociaal: Alle sociale elementen uit de omgeving, patronen van relaties en sociale groeperingen. Institutioneel: Maatschappelijke organisaties en activiteiten/praktijken. Cultureel: Etnische, raciale, ceremoniële en routinematige activiteiten gebaseerd op ethiek en het waardesysteem van bepaalde groepen. Handelen Zelfredzaamheid: Met betrekking tot zelfzorg, mobiliteit. Productiviteit: Op vlak van werken en wonen, in welke mate draagt de persoon iets bij als we kijken naar productiviteit. Vrije tijd: Hoe wordt vrije tijd ingevuld, hobby s, interne en externe activiteiten. Op basis van de informatie geïnventariseerd in het CMOP-E kan men de handelingsproblemen die de cliënt ervaart benoemen, valideren en prioriteren. Naast het inventariseren van kenmerken kan men ook de wisselwerking in kaart brengen tussen de persoon die handelt en een bepaalde omgeving. Occupational therapy werkt op het vlak waar de persoon met zijn kenmerken overlapt met zijn omgeving en zijn handelen. Dit kunnen we linken met mediërend agogisch handelen. De cliënt kan in een bepaalde situatie of activiteit problemen in het handelen ondervinden, waarbij de ergotherapeut die situatie of activiteit gebruikt als middel. De ergotherapeut kan een rol spelen in de omgeving en is deels de omgeving die tussenkomt in het handelen van de persoon. Rekening houdend met de kenmerken van de persoon, tracht de ergotherapeut de omgeving aan te passen om de cliënt zo optimaal en zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Op fysiek vlak kunnen bijvoorbeeld hulpmiddelen worden ingezet om bepaalde disfuncties van de persoon of omgeving te compenseren. Maar wanneer men de link met M.A.H. maakt, gaat dit veel verder dan enkel fysische hulpmiddelen. Men tracht het denken van de persoon te stimuleren door onder andere hulpmiddelen maar ook door te geloven dat de cliënt ontwikkelingsmogelijkheden heeft op cognitief vlak. Er is een tussenkomst in het denkproces tijdens het handelen in een bepaalde situatie en net daar bevindt zich ook het domein van de ergotherapeut. Rekening houdend met alle elementen die een invloed hebben op elkaar en op het handelen, kunnen doelen worden opgesteld in samenspraak met de cliënt/betrokkene. Men gaat zich vooral richten op het handelen maar steeds rekening houdend met alle aspecten die het handelen kunnen beïnvloeden. 26

15 x PS. J. Warnez 15 x PS. Hinderkoppen 2 6/3/2015 1

15 x PS. J. Warnez 15 x PS. Hinderkoppen 2 6/3/2015 1 15 x PS Johan Warnez vzw den achtkanter vzw cebco Hinderkoppen II 6 maart 2015 Workshop = reflectie op initiatief (af-)nemen Context 1 Ondersteuning van volwassenen met verstandelijke beperking Inclusie,

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

De leerkracht maakt het verschil!!!

De leerkracht maakt het verschil!!! De leerkracht maakt het verschil!!! Albert Janssens Stelling: leerlingen komen naar school om te leren. Vraag 1: Maar Wat is dat: leren? Leren is het bewust verwerven van kennis, inzichten, vaardigheden

Nadere informatie

Jobcoaching. De Bakfiets. Onze diensten richten zich op de volgende programma s:

Jobcoaching. De Bakfiets. Onze diensten richten zich op de volgende programma s: Jobcoaching De Bakfiets Methodiek De Bakfiets Onze benadering begint altijd met het maken van persoonlijk contact. Door elkaar te leren kennen ontstaat een beeld van wat er leeft en wat het doel is. Vervolgens

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN

CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN DONDERDAG 22 JUNI 2017 CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN STUDIEDAG VERSTANDELIJKE BEPERKING ERGOTHERAPIE HOE STEMMEN WE ONZE ONDERSTEUNING ECHT AF OP HUN VRAAG? BIJ ROUW EN PALLIATIEVE ZORG 27 NOVEMBER

Nadere informatie

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is Inleiding In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en dienstverlening aangeboden aan mensen met een beperking. Hulpvragen van deze mensen variëren in aard en complexiteit. Deze vragen hebben betrekking

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Klinisch Pedagogische praxis: onderdeel Vakgroep Orthopedagogiek. Onderwerp: intelligentie problemen oplossen competentie

Klinisch Pedagogische praxis: onderdeel Vakgroep Orthopedagogiek. Onderwerp: intelligentie problemen oplossen competentie Klinisch Pedagogische praxis: onderdeel Vakgroep Orthopedagogiek Onderwerp: intelligentie problemen oplossen competentie Basisgegevens op internet : website Vakgroep Orthopedagogiek, persoonlijke website

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Brochure. Primair onderwijs. Brochure. Primair onderwijs

Brochure. Primair onderwijs. Brochure. Primair onderwijs Brochure Primair onderwijs Brochure Primair onderwijs Positive Action Positive Action is een programma waarmee kinderen ondersteund en uitgedaagd worden in het ontwikkelen van hun unieke talenten. Het

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Prof. Dr. Bea Maes K.U.Leuven Inhoud Wat is vraagverduidelijking? Wat is kwaliteitsvolle vraagverduidelijking? Wat zijn de ervaringen van personen met een handicap

Nadere informatie

Bewegingsgerichte zorg Solis 25 juni 2015

Bewegingsgerichte zorg Solis 25 juni 2015 Bewegingsgerichte zorg Solis 25 juni 2015 Aangenaam: Angèle Jonker Verpleegkundige Sociaal Gerontoloog (dr) Stichting JonkersZorg Hoogwoud Auteur (les-)boeken www.jonkerszorg.nl Diverse projecten Visiegedreven

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70 Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Meer Mens Zorg voor kwaliteit van leven In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG bewoners De vzw Beschut Wonen De Overweg richt zich tot volwassenen die omwille van hun psychiatrische problematiek en/of psychosociale

Nadere informatie

De Bakfiets. Jobcoaching. De Bakfiets. Onze dienstverlening. Coaching / Persoonlijke ondersteuning

De Bakfiets. Jobcoaching. De Bakfiets. Onze dienstverlening. Coaching / Persoonlijke ondersteuning Jobcoaching De Bakfiets Onze dienstverlening Coaching / Persoonlijke ondersteuning De Bakfiets Dit is de persoonlijke begeleiding van de werknemer. Afhankelijk van de het doel van de coaching vindt de

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO Hé, het is ok! Om even door de bomen het bos niet meer te zien Om overdonderd te zijn Om niet goed te weten wat je hiermee nu kan doen We zijn samen zoekend!

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

(7) Muur Bewust en samen onderzoekend leren

(7) Muur Bewust en samen onderzoekend leren INLEIDING Uit onderzoeksresultaten blijkt dat het leereffect bij kinderen die metacognitieve ondersteuning kregen veel groter was tijdens wetenschapsactiviteiten dan bij de kinderen die deze niet kregen.

Nadere informatie

Inspiratiedag Slimme spellen

Inspiratiedag Slimme spellen Inspiratiedag Slimme spellen Dany de Vooght - Ann Neetens Vrijdag 10u30-12u 22-03-2019 Vzw Sleutels tot participatie en inclusie om te leven en te leren" Structuur Slimme spellen 22 maart 2019 Leren is

Nadere informatie

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Pedagogisch Beleid. Nanny Association Pedagogisch Beleid Nanny Association Rijen, juni 2006 Inhoud Inleiding 1. Nanny Association 2. Profiel nanny 3. Functie- en taakomschrijving 4. Accommodatie en materiaal 5. Ouderbeleid 6. Pedagogische

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,

Nadere informatie

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding De HGW-bril toegepast in de cel woensdag 20 februari 2013 Kris Loobuyck 1 2 3 VVKSO 1 Uitgangspunten van HGW 4 HGW biedt kansen! 5 We zijn gericht op het geven van haalbare en bruikbare adviezen. We werken

Nadere informatie

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat hgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht benaderen visie op de cliënt inleiding1.5 1 > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht

Nadere informatie

POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN

POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN Transitie van kind naar volwassene Mw.dr. Jetty van Meeteren revalidatiearts, Erasmus MC Waarom aandacht voor transitie? Zowel uit de klinische praktijk als uit het wetenschappelijk

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Prof. dr. Bea Maes, Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek, K.U.Leuven 1. Centrale rol van taal en communicatie

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat orthopedagogie Module Gesuperviseerde praktijk Code M2 Lestijden 60 Studiepunten nvt Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot aanvragen

Nadere informatie

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso 1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso 1.1 Karakteristiek De leergebiedoverstijgende kerndoelen in het voortgezet speciaal onderwijs richten zich op het functioneren van jongeren op de gebieden

Nadere informatie

Instructie cliëntprofielen

Instructie cliëntprofielen Bijlage 4 Instructie cliëntprofielen Dit document beschrijft: 1. Inleiding cliëntprofielen 2. Proces ontwikkeling cliëntprofielen 3. Definitie cliëntprofielen 4. De cliëntprofielen op hoofdlijnen 5. De

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Organiseren van zorg Niveau 3

Organiseren van zorg Niveau 3 Antwoorden stellingen Organiseren van zorg Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Het zorgproces 1. De holistische mensvisie gaat uit van de hele mens. Lichamelijke, psychische en sociale aspecten

Nadere informatie

BUDGETGROEP BIZ OOST-VLAANDEREN

BUDGETGROEP BIZ OOST-VLAANDEREN BUDGETGROEP BIZ OOST-VLAANDEREN 1 Budgetgroepen BIZ (BudgetInZicht) Oost-Vlaanderen, een samenwerkingsverband tussen OCMW s, CAW s en verenigingen waar armen het woord nemen, heeft sinds enkele jaren een

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

Feuerstein Centrum Nederland. Katinka Hol

Feuerstein Centrum Nederland. Katinka Hol Feuerstein Centrum Nederland Katinka Hol Doel van deze middag (14.00-15.30): Kennismaken met de werkwijze van het Feuerstein Centrum Nederland; Inleiding in de Feuerstein methode; Kennismaken met de cognitieve

Nadere informatie

Bouwstenen van het denken

Bouwstenen van het denken Werken met cognitieve bouwstenen heeft gegarandeerd resultaat Analyseren Veronderstellingen maken Logisch denken Breed denken Onveranderbaarheid inzien Verinnerlijken Niet egocentrisch communiceren Tijdsoriëntatie

Nadere informatie

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels 360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie 9 Communicatie-tools voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie Maar één persoon Je hebt maar een persoon nodig om nieuwe ervaringen te introduceren VOORWOORD Geen enkel

Nadere informatie

Ontwikkelen: een levenslang proces 11

Ontwikkelen: een levenslang proces 11 INHOUDSTAFEL Ontwikkelen: een levenslang proces 11 A Wat is ontwikkeling? 13 Doelstellingen 13 1 Inleiding 14 2 Definitie en kenmerken 15 2.1 Definitie 15 2.2 Algemene kenmerken van ontwikkeling 15 2.3

Nadere informatie

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans EVEN VOORSTELLEN JENNEKE VAN PIJPEN v In veel verschillende rollen betrokken bij de ouderenzorg. v Tot 1 januari

Nadere informatie

TSI TriMetrix. Victor Voorbeeld. 23 Persoonlijke Talenten

TSI TriMetrix. Victor Voorbeeld. 23 Persoonlijke Talenten TSI TriMetrix 23 Persoonlijke Talenten Licentiehouder: Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Onderzoek heeft uitgewezen dat er een directe relatie bestaat tussen de mate waarin iemand voldoening

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Bedrijf en effecten - 3 Talenten en beroepen

Bedrijf en effecten - 3 Talenten en beroepen Klas in bedrijf www.klasinbedrijf.be Werkbladen Techniek in de klas Reëel bedrijfsbezoek Bedrijf en effecten - 3 Talenten en beroepen Peter Hantson 2013 2015 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd.

Nadere informatie

NEUROMOTOR TASK TRAINING

NEUROMOTOR TASK TRAINING NEUROMOTOR TASK TRAINING Hulp aan bewegingszwakke kinderen vanuit een wetenschappelijk fundament. Cursuscoördinator Theo de Groot Neuromotor task training (NTT) is een wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode

Nadere informatie

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Minor Licht Verstandelijk Beperkt Minor Licht Verstandelijk Beperkt Academie voor Sociale Studies Inleiding De minor Licht Verstandelijk Beperkt biedt een inspirerend en intensief half jaar deskundigheidsbevordering op het gebied van werken

Nadere informatie

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling PAPI PAPI Coachingsrapport Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling Alle rechten voorbehouden Cubiks Intellectual Property Limited 2008. De inhoud van dit document is relevant op de afnamedatum en bevat

Nadere informatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3. 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3. 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen Inhoudsopgave 1 Een zorgvrager begeleiden 5 1.1 Het sociale netwerk begeleiden 5 Praktijk: Ik zie bijna

Nadere informatie

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Nadere informatie

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Gestichtstraat 4 9000 Gent 09/2401325 Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Binnen ambulante begeleidingsdienst ZigZag onderscheiden wij twee types van ondersteuning in

Nadere informatie

SPOED competenties en gedragsindicatoren

SPOED competenties en gedragsindicatoren SPOED competenties en gedragsindicatoren Leidraad voor coaches Situering: Fase 2 Analyse Gebruik: - Doel: door de vragenlijst in te vullen krijgt de coachee een zicht op zijn/haar competenties - Doelgroep:

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE De probleeminventarisatie is een overzicht van beperkingen en problemen op verschillende levensgebieden: lichamelijke gezondheid, emotioneel welbevinden,

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken We geloven dat een gezin het eerste en belangrijkste leefmilieu van een kind/jongere is. We willen vanuit onze specifieke deskundigheid het gezin

Nadere informatie

Op zoek naar herstel

Op zoek naar herstel Op zoek naar herstel Herstel en herstelondersteunende zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag en hun begeleiders Door Jos Dröes Stichting Rehabilitatie 92 Het probleem (?) mijn cliënten zijn

Nadere informatie

wegwijzer 2 dagbesteding & vrije tijd

wegwijzer 2 dagbesteding & vrije tijd wegwijzer 2 dagbesteding & vrije tijd 1 wegwijzers zorg & ondersteuning voor ouderen met een verstandelijke beperking De wegwijzers van KansPlus/VraagRaak geven inzicht in de zorg en ondersteuning voor

Nadere informatie

Semi industrieel atelier

Semi industrieel atelier Semi industrieel atelier Domein Omschrijving Doelstelling Methodiek Doelgroep Aantal deelnemers Wanneer Arbeid & activatie Je voelt dat arbeid een gedeelte is dat bij het leven hoort en je wilt deze zinvolle

Nadere informatie

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Introductie Wat we (denken te) weten over competentieontwikkeling Middel tot het versterken van inzetbaarheid

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Het project van de UvH 1

Het project van de UvH 1 Levensverwachting Empowerment van kwetsbare ouderen gaat altijd ook over zingeving Bijeenkomst Beter Oud Anja Machielse, 4 november 2016 Eamonn Doyle Beleid Zelfredzaamheid Autonomie Eigen kracht Participatie

Nadere informatie

Samenwerkingsverband GGZ De Vlaamse Ardennen

Samenwerkingsverband GGZ De Vlaamse Ardennen Initiatief Beschut Wonen Samenwerkingsverband GGZ De Vlaamse Ardennen Samenwerkingsverband GGZ De Vlaamse Ardennen MISSIE Herstelgeoriënteerde begeleiding en ondersteuning aan personen met psychosociale

Nadere informatie

Voor wie een time-out?

Voor wie een time-out? Voor wie een time-out? Problemen met gedrag in een buitengewone context Inhoud Korte introductie ICF-CY Toepassing op doelgroep praktijkboek Gebruik binnen een handelingsgericht diagnostisch traject maar

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Kan niet bestaat niet. Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014

Kan niet bestaat niet. Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014 Kan niet bestaat niet Workshop Slotdag Project Van Hinderpaal naar Mijlpaal Stichting Perspectief 31 mei 2014 Agenda Workshop Invullen Vragenlijst met stellingen Opdracht Kruip in de huid van Tim Wat is

Nadere informatie

OPQ Profiel OPQ. E.I. rapport. Naam Dhr. Sample Candidate. Datum 23 oktober 2013. www.ceb.shl.com

OPQ Profiel OPQ. E.I. rapport. Naam Dhr. Sample Candidate. Datum 23 oktober 2013. www.ceb.shl.com OPQ Profiel OPQ E.I. rapport Naam Dhr. Sample Candidate Datum 23 oktober 2013 www.ceb.shl.com Inleiding Kennis van de eigen emoties, het onderkennen van andermans emoties en het omgaan met relaties kunnen

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem.

SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem. SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem. Zorg verlenen. Dat doen we bij SOVAK op onze eigen manier. Wij vinden het belangrijk dat we mensen met een (verstandelijke) beperking precies die zorg

Nadere informatie

1. Pedagogisch project - visie

1. Pedagogisch project - visie 1. Pedagogisch project - visie 1.1. Inleiding 1.1.1. Een pedagogisch project - algemeen Een pedagogisch project is een geheel van fundamentele uitgangspunten dat door een school wordt vastgelegd. Met andere

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid De kracht van Ben ik tevreden? ligt in het hier en nu. Wensen van cliënten zetten direct aan tot actie. Meten is dus niet alleen weten, maar de start

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Jeugd- en gehandicaptenzorg: de modules

Jeugd- en gehandicaptenzorg: de modules JGZ Jeugd- en gehandicaptenzorg: de modules Levenslooppsychologie (40u) Je hebt inzicht in de specifieke kenmerken van de verschillende levensfasen of ontwikkelingsfasen van een mens zodat je daar professioneel

Nadere informatie

Inhoud. 2 Ondernemen in een veranderende wereld. 4 Inzicht in jezelf en de ander

Inhoud. 2 Ondernemen in een veranderende wereld. 4 Inzicht in jezelf en de ander Inhoud 1 Inleiding 2 Ondernemen in een veranderende wereld 1 Veranderende tijden 3 2 Waarom zingeving in werk steeds belangrijker wordt! 3 3 Mens en wereld als energetisch geheel van nature in beweging

Nadere informatie

Stichting Prisma: Zorgrijk en Regelarm Datum: 11 februari 2014

Stichting Prisma: Zorgrijk en Regelarm Datum: 11 februari 2014 1 1. Het model Zorgrijk & Regelarm Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) pakt de bureaucratie binnen de langdurige zorg aan met behulp van het experiment regelarme instellingen. Achtentwintig

Nadere informatie

Vrijwilligersverenigingen

Vrijwilligersverenigingen Vrijwilligersverenigingen Activiteiten organiseren via een verenigingsstructuur is een relatief nieuwe manier om vrijwilligers in te zetten in zorgorganisaties. Deze ontwikkeling kan aantrekkelijk zijn

Nadere informatie