Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013"

Transcriptie

1 Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013 De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voeren dierproeven uit voor onderzoek en onderwijs, omdat sommige belangrijke en relevante vragen niet te beantwoorden zijn zonder proefdieren. We zijn daar open over en laten op deze website graag zien hoe we dierstudies doen en welke afwegingen we daarbij maken. Hiermee dragen we bij aan een maatschappelijke discussie over dierproeven waarin iedereen een weloverwogen mening kan vormen.

2 Samenvatting Bij de RUG en het UMCG vindt dierexperimenteel onderzoek plaats. In 2013 zijn er dierproeven verricht, waarvan 39% bij FWN, 61% bij het UMCG. Muizen werden hiervoor het meest gebruikt (11.894), gevolgd door ratten (5.264) en vogels anders dan kippen en kwartels (5.387). De RUG en het UMCG streven naar (fundamenteel)onderzoek en onderwijs dat tot de wereldtop behoort. Gezond ouder worden (Healthy Ageing) en een duurzame samenleving (Sustainable Society) zijn kernthema s in het beleid van de RUG en het UMCG: een gezonde samenleving met een bevolking die tot op hoge leeftijd actief participeert. Veel onderzoeksprogramma s richten zich dan ook op onderwerpen als de ziekte van Alzheimer, diabetes en Parkinson. Voor dit onderzoek zijn dierproeven soms noodzakelijk. Maar ook om ecologische vraagstukken zoals het trekgedrag van vogels te ontrafelen, zijn dierexperimenten nodig. De organisatie van de RUG en het UMCG is zo ingericht, dat het dierenwelzijn optimaal gewaarborgd is. De RUG heeft een onpartijdige dierexperimentencommissie die proefdiergebruik beoordeelt voor de RUG én het UMCG (de DEC-RUG). Zij toetst onderzoeksaanvragen aan de bestaande wet- en regelgeving. Ook weegt ze het belang van het dierexperiment af tegen het ongerief dat de proefdieren ondervinden. Vervolgens ondersteunt de IvD onderzoekers bij het zo goed mogelijk plannen en uitvoeren van het dierexperiment. De proefdierdeskundigen zien toe op het welzijn van de dieren, controleren of de medewerkers werken volgens de geldende wet- en regelgeving en geven onderwijs en trainingen. Bij onderzoek en onderwijs met proefdieren aan de RUG en het UMCG staan de 3V s centraal: vervanging en vermindering van proefdieren en verfijning van de dierproeven. Concreet betekent dit dat we zo min mogelijk proefdieren gebruiken en ervoor zorgen dat de proefdieren die we wel gebruiken zo min mogelijk ongerief ervaren. De RUG en het UMCG zien het grote aantal surplusdieren als een probleem. We zetten daarom in op het cryopreserveren van foklijnen en gebruiken voor onderwijs en training waar mogelijk surplusdieren. 2

3 Inhoudsopgave 2 Samenvatting 4 Proefdieronderzoek: voor oneindig? Verleden, Heden, Toekomst 5 Dierproeven in getallen 6 Aan het woord: prof. dr. Paul Nieuwenhuis, emeritus hoogleraar histologie en microscopische anatomie 7 Waarom dierproeven? 8 Aan het woord: prof. dr. Gerald de Haan, hoogleraar moleculaire stamcelbiologie 9 Wet- en regelgeving Codes of Practice, Herziene Wod 10 Ethische toets 11 Aan het woord: prof. dr. Eddy van der Zee, hoogleraar moleculaire neurobiologie 12 Ongerief 12 Dierproeven doelen 14 Aan het woord: dr. Reinoud Gosens, universitair docent farmacologie 15 Fokefficiëntie Cryopreservatie, Einde van de proef 16 Aan het woord: prof. dr. ir. Christiaan Both, hoogleraar ecologie 17 3V s Vervanging, Vermindering, Verfijning 18 Aan het woord: dr. Sietse de Boer, universitair hoofddocent gedragsfysiologie 19 Organisatie en faciliteiten Dierexperimentencommissie (DEC), Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) Proefdierdeskundigen, Huisvesting 21 Aan het woord: Proefdierdeskundige dr. Catriene Thuring en hoofden van de dierfaciliteiten Flip Klatter en dr. Martijn Salomons 22 Stichting Proefdiervrij Een digitaal jaarverslag: nieuwe kansen voor een beter proefdierenbeleid? 23 Definities 24 Colofon 3

4 Proefdieronderzoek: voor oneindig? For infinity, voor oneindig. Dat is de slogan waarmee de RUG in 2014 haar vierhonderdjarig bestaan viert. De drang om de grenzen van het weten op te zoeken is oneindig. Maar zo stabiel als deze zoektocht naar kennis is, zo veranderlijk zijn de methoden, inzichten en ideeën om tot kennis te komen. Diermodellen vormen op dit moment de gouden standaard in een deel van het onderzoek. Maar blijft dat zo, zijn dierproeven ook voor oneindig? Verleden: Dierproeven in Groningen Al eeuwenlang voeren mensen proeven uit op dieren. Met de komst van Izaak van Deen naar Groningen in 1851, deed het dierexperimenteel onderzoek ook zijn intrede bij de RUG. Deen voerde allerlei proeven uit op kikkers. In 1853 krijgt Groningen zelfs een van de eerste fysiologische laboratoria in Nederland. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw nam het aantal proefdieren snel toe, voor onderzoek en onderwijs. Faciliteiten en kennis waren nog versnipperd. Iedere zichzelf respecterende groep had een eigen stal, vertelt emeritus hoogleraar histologie Paul Nieuwenhuis. In de jaren die volgden, centraliseerden de proefdierfaciliteiten, werden strengere eisen aan dierstudies gesteld en kwamen steeds meer alternatieven voor dierproeven voor handen. Heden: Dierexperimenteel onderzoek Wetenschappers aan de RUG en het UMCG vergaren met dierstudies fundamentele kennis. Hoe verouderen de stamcellen in ons lichaam, vraagt celbioloog Gerald de Haan zich bijvoorbeeld af. Vragen die weloverwogen worden gekozen, vertelt neurobioloog Eddy van der Zee: Bij ons fundamenteel onderzoek kiezen we voor experimenten die kunnen bijdragen aan biomedisch onderzoek naar bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer. Alle onderzoekers passen voortdurend de 3V s toe. Onderzoek dat we enkele jaren geleden nog in levende dieren deden, doen we nu met plakjes longweefsel, illustreert farmacoloog Reinoud Gosens. Technische ontwikkelingen helpen bij verfijning, legt trekvogelecoloog Christiaan Both uit: De zendertjes waarmee we nu vogels volgen, wegen slechts een halve gram. Vijf jaar geleden was dat ondenkbaar. Tegelijkertijd moet een studie wel voldoende dieren bevatten om goede conclusies te trekken, waarschuwt gedragsfysioloog Sietse de Boer: Met een te kleine variatie in een experiment, komt de algemene geldigheid van de onderzoeksresultaten in gevaar. Toekomst: dierproeven voor oneindig? Ik hoop dat er een punt komt waarop we zoveel kennis hebben vergaard, van alle interacties en pathways, dat we modellen kunnen maken die proefdieronderzoek overbodig maken, zegt proefdierdeskundige Catriene Thuring. Flip Klatter, hoofd van de CDP, ziet dit in de toekomst wel gebeuren: De ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld in vitro onderzoek zijn in de afgelopen tien jaar zo snel gegaan. Op de lange termijn verwacht ik dat voor klinisch relevant onderzoek geen proefdieren meer nodig zijn. Tegelijkertijd zullen we voor sommige andere vragen altijd dieronderzoek blijven doen, verwacht hoofd van de FDD, Martijn Salomons: Je kunt niet alles weten en in modellen stoppen. Om gedrag van dieren te begrijpen moet je ze observeren en volgen. 4

5 Dierproeven in getallen In 2013 zijn er bij de RUG en het UMCG dierproeven verricht, een daling van proeven ten opzichte van Het aantal dierproeven fluctueert jaarlijks door beschikbare budgetten en onderzoekscapaciteit. Muizen, ratten en vogels werden het meest gebruikt. In deze cijfers is een dierproef het geheel van handelingen met één proefdier. Een dierproef komt pas in dit overzicht zodra de proef is afgerond. Jaar 2013 totaal: muizen 5264 ratten 42 hamsters 119 cavia s 49 andere knaagdieren 8 konijnen 0 andere vleeseters 0 katten 0 oud-wereld apen o varkens 3 geiten 0 schapen 84 kippen 0 kwartels 5387 andere vogels 0 amfibieën 951 vissen 5

6 Aan het woord: prof. dr. Paul Nieuwenhuis, emeritus hoogleraar histologie en microscopische anatomie Onderzocht de werking van het immuunsysteem Na mijn studie geneeskunde ben ik in de jaren zestig bij de vakgroep histologie terechtgekomen om onderwijs te geven. Zo rolde ik in het immunologisch onderzoek dat daar gedaan werd. Spannend onderzoek, want in die tijd was er nog maar weinig bekend over de werking van het immuunsysteem en de rol daarvan bij transplantaties. Dierstudies waren essentieel voor het verwerven van de nodige kennis. Zo bleek in onderzoek naar het effect van totale subletale röntgenbestraling het vermogen van konijnen om antistoffen te vormen tijdelijk gestoord. Bij histologisch onderzoek bleken met name bepaalde cellen in lymfoïde organen als milt en lymfeklieren later bekend geworden als B en T cellen door de straling te worden geëlimineerd. Over de herkomst van deze cellen hadden we toen geen flauw idee. Ook andere kennis in de immunologie, die nu vanzelfsprekend is, heeft men veelal met behulp van dierstudies verkregen. Vaak simpelweg door organen te verwijderen. Zo bleek de functie van de thymus toen deze bij pasgeboren muizen werd verwijderd. Verwijdering van dit orgaan bij volwassen dieren had echter geen merkbaar effect. Wanneer thymusloze volwassen dieren subletaal bestraald werden bleek slechts een deel van de lymfocyten zich te herstellen. De zogeheten T cellen ontbraken nu. Uit experimenten bij de kip bleek de Bursa van Fabricius de bron van niet-t cellen te zijn. Naar hun oorsprong werden dit B-cellen genoemd. Later bleek dat bij zoogdieren (muis, rat) deze cellen afkomstig zijn uit het beenmerg en bleven ze B-cellen heten. Bij histologie gebruikten we vooral konijnen, Hollanders. Een fokker uit Eelde leverde de dieren; zijn overschot raakte hij aan ons kwijt. Toen ik begin jaren zeventig in Schotland onderzoek deed, maakte ik kennis met rattenonderzoek. Ratten zijn mooie beesten; je krijgt er echt een band mee. De Albino Oxford-rat besloot ik als proefdier te introduceren in Groningen. Ik nam ze gewoon mee op de voorbank van de auto. Drie fokparen in een koekblik met een paar gaatjes erin. Dat zou nu natuurlijk ondenkbaar zijn. De faciliteiten waren in die tijd sober vergeleken met nu. Wel hadden we een eigen stal en stalbaas. Iedere zichzelf respecterende onderzoeksgroep had zo n eigen stal en stalbaas. Kennis en faciliteiten waren versnipperd over de groepen. Langzamerhand centraliseerde de dierfaciliteiten in wat nu de CDP en FDD zijn. In het begin was er natuurlijk weerstand om afstand te doen van je eigen faciliteiten. Maar het is een goede ontwikkeling geweest. De mogelijkheden zijn er enorm door toegenomen en ook de procedures, zoals euthanasiering, zijn meer uniform geworden. De versnippering van de jaren zestig en zeventig betekende overigens niet dat de dieren slecht verzorgd werden. In tegendeel. Excessen zullen er altijd zijn, toen en nu, maar goed proefdieronderzoek vereist dieren die in topconditie zijn. Als je overdag een operatie had uitgevoerd en je twijfelde over de toestand van je dieren, dan ging je s avonds nog een keer kijken. Zeker bij immunologisch onderzoek is dat essentieel: je wilt niet dat dieren infecties krijgen, dat beïnvloedt je resultaten. De ontwikkeling van de immunologie zoals ik heb meegemaakt, heb ik ervaren als een spannend verhaal. Maar wel een verhaal dat nog niet af is. Het dierexperimenteel werk waaraan ik heb mogen bijdragen, heeft geleid tot waar we nu staan met bijvoorbeeld transplantaties. Zulke ingrepen zijn veel beter geworden. Maar er blijft een kans op afstoting en een patiënt moet z n hele leven lang zware medicijnen slikken. En transplantaten gaan na een jaar of tien toch minder functioneren. Immunologische tolerantie is nog steeds een onopgehelderd probleem. Voor de overleving van onze soort hebben we geen dierproeven meer nodig, maar voor een geavanceerde maatschappij waar we antwoorden willen geven op zulke fundamentele vragen, blijven dierstudies nodig. 6

7 Waarom dierproeven? Gezond ouder worden (Healthy Ageing) en een duurzame samenleving (Sustainable Society) zijn kernthema s in het beleid van het UMCG en de RUG. Veel onderzoeksprogramma s richten zich dan ook op onderwerpen als gezonde veroudering, de ziekte van Alzheimer, diabetes en Parkinson, waarbij dierproeven soms noodzakelijk zijn. Maar ook om ecologische vraagstukken te ontrafelen, zoals het trekgedrag van vogels, zijn experimenten met dieren nodig. De RUG en het UMCG streven naar (fundamenteel) onderzoek en onderwijs dat tot de wereldtop behoort. Het dierexperimenteel onderzoek dat daar voor nodig is, willen we zo goed mogelijk uitvoeren: dat betekent een optimale verzorging en borging van het welzijn van de proefdieren én het optimaal faciliteren van de proefdieronderzoekers. Ons dierexperimenteel onderzoek vindt plaats in het UMCG (61%) en bij de Faculteit Wiskunde- en Natuurwetenschappen van de RUG (FWN, 39%). Binnen deze organisaties is een aantal onderzoeksinstituten waar het dierexperimenteel onderzoek voornamelijk plaatsvindt: Behavioural and Cognitive Neurosciences (CBN/BCN-BRAIN) Fundamenteel en praktijkgericht onderzoek naar de werking van het (gezonde) brein, afwijkingen in het zenuwstelsel bij neurologische en geestelijke aandoeningen, en de mechanismen die ten grondslag liggen aan gedrag. Centre for Ecological and Evolutionary Studies (CEES) Fundamenteel onderzoek naar onder andere diergedrag en ecofysiologie. Groningen Research Institute of Pharmacy (GRIP) Fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek naar geneesmiddelen. Groningen University Institute for Drug Exploration (GUIDE) Lead-ontwikkeling en het ontwikkeling van geneesmiddelen. Health Research and Epidemiology (SHARE) Opheldering van factoren die ervoor zorgen dat mensen op een gezonde manier oud worden (healthy aging) aan de hand van fundamenteel en praktijkgericht onderzoek. European Research Insitute for the biology of ageing (ERIBA) Fundamenteel onderzoek naar de factoren die veroudering veroorzaken. Biomaterials (W.J.Kolff Institute) Toepassings- en praktijkgericht onderzoek naar biomaterialen en implantaten. Fundamental, Clinical and Translational Cancer Research (Cancer Research Center Groningen) Fundamenteel en praktijkgericht onderzoek naar oncologie en tumorontwikkeling. De onderzoeksvoorbeelden in dit jaarverslag illustreren het onderzoek aan de RUG en het UMCG. Op de website van de RUG is een overzicht beschikbaar van de afdelingen die dierexperimenteel onderzoek uitvoeren. De RUG en het UMCG zijn in dialoog met de verschillende stakeholders op het gebied van dierproeven. Zo nemen de RUG en het UMCG deel aan de werkgroep Transparantie & Verantwoording met stichting Proefdiervrij, de WUR, UMC St Radboud, de UU en het UMCU om tot een gezamenlijke, transparante aanpak van de publieksjaarverslagen te komen. Maar ook zijn de proefdierdeskundigen en het hoofd van de CDP actief in gesprek met het ministerie van Economische Zaken, waaronder de portefeuille dierproeven valt, over de invoering van de nieuwe Wod. 7

8 Aan het woord: prof. dr. Gerald de Haan, hoogleraar moleculaire stamcelbiologie Onderzoekt de veroudering van bloedvormende stamcellen De vorming van bloed is een belangrijk proces in ons lichaam. Bloedcellen gaan maar kort mee. In het beenmerg ontstaan daarom continu nieuwe bloedcellen: bloedvormende (hematopoiëtische) stamcellen rijpen uit en vormen alle typen bloedcellen, van rode bloedlichaampjes tot cellen van het immuunsysteem. Wanneer deze productie niet goed functioneert, word je ernstig ziek. Valt de productie stil dan ontstaat een bloedceltekort; ontspoort de bloedecelrijping volledig, ontstaat leukemie. Maar ook door gewone veroudering gaan bloedvormende stamcellen hun werk minder goed doen. Waarom dat zo is, weten we niet. In ons onderzoek proberen we de veroudering en het disfunctioneren van deze stamcellen te ontrafelen. Als we namelijk begrijpen hoe zo n cel zich vernieuwt, biedt dat mogelijkheden voor nieuwe therapieën. Leukemie wordt nu vaak behandeld door stamcellen van een donor te transplanteren. Het mooiste zou zijn om stamcellen van de patiënt zelf buiten het lichaam op te kweken, zodat er geen donoren meer nodig zijn. Vergelijk het met een groep mensen in trainingspak en sportschoenen: het lijken allemaal hardlopers, maar om te weten wie de echte marathonlopers zijn, moet je ze een stuk laten rennen. Zo is het met stamcellen ook. Of ze daadwerkelijk het potentieel hebben dat we verwachten, kunnen we alleen maar vaststellen door ze in proefdieren te brengen. We kijken ook specifiek naar de veroudering van stamcellen. Een ziekte als leukemie krijg je niet plotseling. In het ziekenhuis komen patiënten alleen met de laatste fase. Er is al heel lang iets aan de hand in het beenmerg, waar de patiënt niets van heeft gemerkt. We volgen daarom verouderende muizen. Een muis is bejaard op ongeveer tweejarige leeftijd: tijdrovend, moeilijk planbaar en kostbaar onderzoek. Om dit verouderingsonderzoek efficiënter uit te voeren, zijn het European Research Institute for the Biology of Ageing (ERIBA en het Nederlands Kanker Instituut, met subsidie van de NWO, in 2012 de Mouse Clinic for Cancer Ageing (MCCA) gestart. Deze faciliteit is een belangrijke stap in het verminderen van het aantal proefdieren. We leggen namelijk een centrale biobank aan waarin de MCCA zoveel mogelijk materiaal, bloed en weefsels, van bejaarde muizen invriest. Materiaal dat een onderzoeker niet nodig heeft tijdens het experiment, is daarmee niet verloren, maar kan door andere onderzoekers worden gebruikt. Zover is het nog niet. Het is heel moeilijk om stamcellen buiten het lichaam actief te houden. Ze verliezen al snel activiteit of ze rijpen uit tot gespecialiseerde cellen. Voor dit onderzoek gebruiken we proefdieren. De ultieme functionele stamceltest is het terugbrengen van gekweekte stamcellen in een levend dier. Natuurlijk testen we eerst zoveel mogelijk in vitro. Pas als een experiment in vitro veelbelovend lijkt, maken we de stap naar dierexperimenten. Maar dat blijft wel een essentiële stap. Zeker niet alle stamcellen presteren in vivo net zo goed als in kweekschaaltjes. 8

9 Wet- en regelgeving Proefdieronderzoek is aan strikte wet- en regelgeving gebonden. Sinds 1977 is het welzijn van proefdieren in Nederland beschermd via de Wet op de dierproeven, de Wod. In aanvulling op deze wet is sinds 1985 ook het Dierproevenbesluit van kracht. Uitgangspunt van de wet is het Nee, tenzij -principe: dierproeven zijn niet toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn. Wanneer een onderzoeker het onderzoek bijvoorbeeld ook met een computermodel of slachtmateriaal kan uitvoeren, is het verboden dieren voor het experiment te gebruiken. In 2014 treedt een herziene Wod in werking. Een dierproef is het geheel aan handelingen met een specifiek doel aan een levend, gewerveld dier, waarbij het dier ongerief ondervindt of een risico op ongerief loopt. Proeven met dieren zonder inwendig skelet, zoals wormen, slakken en insecten, vallen niet onder dierproeven. De Wod is bedoeld om de proefdieren in Nederland te beschermen. Er staat bijvoorbeeld in dat alleen gekwalificeerde mensen proefdieren mogen gebruiken en dat alleen mogen doen binnen instellingen die daarvoor een vergunning hebben. Codes of Practice De wet- en regelgeving stelt kaders, maar geeft geen details. Daarom bestaat soms onduidelijkheid over de exacte interpretatie van de wetgeving. Over een aantal onderwerpen hebben experts daarom gedragscodes, Codes of Practice, opgesteld, namelijk: Dierproeven in kankeronderzoek (1999), Immuniseren van proefdieren (2000) en Welzijnsbewaking van proefdieren (2001). Iedereen die met proefdieren werkt, dient zich te houden aan de richtlijnen in deze codes. Daarnaast heeft de Dierexperimentencommissie (DEC) van de RUG ter (interne) standaardisatie drie aanvullende documenten met interne richtlijnen samengesteld. Hierin geeft ze haar standpunten over de ongeriefcodes, de diersoortkeuze en ethische afwegingen. Herziene Wod In 2014 wordt de Wod aangepast om aan de Europese richtlijn te voldoen. Een belangrijke verandering is dat instellingen kennis over dierenwelzijn bundelen in een instantie voor dierenwelzijn (IvD). De IvD beoordeelt een onderzoeksproject, na goedkeuring door de DEC, op dierenwelzijnsaspecten. Verder adviseert zij de onderzoeker over dierenwelzijnskwesties en toepassing van de 3V s. In de IvD zit een proefdierdeskundige, de locatiebeheerder van de dierfaciliteit, een wetenschapper en wanneer dat nodig is een externe deskundige, zoals een stralingsdeskundige of een biologische veiligheidsfunctionaris. Vooruitlopend op de wetgeving zijn in 2013 vergevorderde voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een IvD voor zowel de CDP als de FDD. 9

10 Ethische toets Het gebruik van proefdieren zorgt voor een ethisch dilemma: weegt het onderzoeks- of onderwijsbelang op tegen het ongerief dat de proefdieren ervaren? Een onpartijdige DEC toetst onderzoeksvoorstellen aan wet- en regelgeving en weegt het belang van het dierexperiment af tegen het ongerief dat de proefdieren ondervinden. Uitgangspunt is hierbij dat elk dier een intrinsieke waarde heeft. Bij haar oordeel houdt de DEC ook rekening met de psychologische complexiteit van proefdieren, de gevoelswaarde en de status die de maatschappij aan een diersoort toekent. De RUG heeft een onpartijdige dierexperimentencommissie die proefdiergebruik beoordeelt voor de RUG én het UMCG (de DEC-RUG). In de DEC-RUG zitten deskundigen op het gebied van (bescherming van) proefdieren, dierproeven, alternatieven voor dierproeven en ethische toetsing. De DEC toetst elk onderzoeksvoorstel aan de bestaande wet- en regelgeving. Ook weegt ze het belang van het dierexperiment af tegen het ongerief dat de proefdieren ondervinden. Daarnaast stelt de DEC eisen aan de voorbereiding van het onderzoek en aan de vaardigheid en scholing van de uitvoerders. De intrinsieke waarde van elk dier staat centraal bij de afweging of een dierproef ethisch acceptabel is of niet. Dat neemt niet weg dat ook andere overwegingen een rol spelen, zoals psychologische complexiteit van een dier (denk aan apen). Of de maatschappelijke status die aan een diersoort wordt toegekend, gebaseerd op factoren als sociale verbondenheid (hond en kat), historische waarde (landbouwhuisdieren) en maatschappelijke relatie (zeehond). Voor proeven met apen zijn bij de RUG en het UMCG geen faciliteiten; over proeven met apen heeft de RUG een apart standpunt opgesteld. 10

11 Aan het woord: prof. dr. Eddy van der Zee, hoogleraar moleculaire neurobiologie Ontrafelt hoe leren en geheugen in de hersenen werkt Ons brein heeft herinneringen opgeslagen in tienduizenden neuronale netwerkjes. Ik wil graag weten hoe die netwerkjes precies werken. Hoe kan een brein informatie opnemen? Wat gaat er verkeerd bij neurondegeneratieve ziekten zoals Parkinson en de ziekte van Alzheimer? En wat gebeurt er in de hersenen bij veroudering, depressie, agressie en ADHD? Aan de RUG doen onderzoekers zowel fundamenteel onderzoek als biomedisch onderzoek naar de hersenen: twee takken die elkaar ook nodig hebben. Als je namelijk niet weet hoe het brein werkt, weet je ook niet wat er mis gaat bij ziekten en weet je ook niet waarop je moet letten bij het ontwikkelen van therapieën. Om te leren hoe de hersenen werken, heb je een levend systeem nodig. Daarom gebruiken we proefdieren, en dan vooral ratten en muizen. Ratten omdat deze dieren zich, net als mensen, sociaal gedragen; muizen omdat er genetisch gemodificeerde lijnen beschikbaar zijn. In onderzoek moet je altijd keuzes maken: welke proef doe je wel en welke niet. Bij het fundamentele onderzoek kiezen we voor die experimenten waar we kans zien dat de resultaten kunnen bijdragen aan biomedisch onderzoek. Soms zijn de resultaten ook onverwacht. Onderzoeker Kees Mulder zag dat dieren die gedurende hun leven regelmatig opdrachten kregen om voedsel te vinden in een drie-armig doolhof, op bejaarde leeftijd zelfs beter konden onthouden waar het voer zich bevond dan toen ze jong waren. Een grote verassing. Het brein is dus veranderd, waardoor ze iets dat ze eerst vergaten, nu opeens wel onthielden. We gaan nu uitzoeken waardoor dat komt. Oude dieren die in hun eerdere leven nooit deze opdrachten uitvoerden, waren overigens kansloos in deze test. Het aloude adagium Rust roest lijkt dus van toepassing: blijf je brein vooral gebruiken. In de afgelopen decennia zijn de 3V s echt ingebakken in ons onderzoek. Verdovingsprocedures zijn verregaand verfijnd en ook de stressoren die we bijvoorbeeld bij depressieonderzoek gebruiken zijn veel milder. Waar mogelijk zoeken we naar vervanging. Voor de basale neuronale mechanismen verwacht ik dat we in de toekomst ook een eind kunnen komen met ongewervelden of computersimulaties. Maar zulke modellen lopen vaak dood als je de vertaling wilt maken naar de mens met z n vele tienduizenden neuronale netwerkjes. Wat betreft de simulatie van neurale netwerken is er, denk ik, veel te winnen in de samenwerking tussen de computerwetenschappen en neurobiologie, maar daar moet de maatschappij dan wel geld voor overhebben. Eén van onze onderzoekslijnen richt zich op leren, geheugen en timing. In ons lichaam zitten allemaal cellulaire en moleculaire klokken, ook in de hersenen. Bij de ziekte van Alzheimer gaat het tijdsbesef al in een vroeg stadium verloren. Patiënten gaan dingen op totaal verkeerde tijdstippen van de dag doen. Blijkbaar raakt hun kloksysteem aangetast, maar hoe dat werkt, weten we niet goed. Daarom onderzoeken we dat bij verouderende muizen. 11

12 Ongerief Proefdieren ervaren altijd een bepaalde mate van ongerief. De Nederlandse regelgeving deelt ongerief in zes categorieën in. Ongerief hoeft niet per se pijn te zijn: ook stress en angst vallen hieronder. Hiernaast is weergegeven welke mate van ongerief de dierproeven in 2013 met zich meebrachten. In 17% van de dierproeven werd het proefdier zonder voorafgaande handelingen geëuthanaseerd, deze dieren vallen in de laagste ongeriefklasse. 48% 21% 24% 6% 1% 0% Gering ongerief Gering tot matig ongerief Matig ongerief Matig tot ernstig ongerief Ernstig ongerief Zeer ernstig ongerief Dierproeven doelen Veruit de meeste dierproeven hebben onderzoekers uitgevoerd om een wetenschappelijke vraag te beantwoorden. De figuur hiernaast geeft aan waarover deze vragen gingen. Naast het beantwoorden van wetenschappelijke vragen, zijn ook dierproeven gedaan voor onderwijs en training, bijvoorbeeld om studenten en biotechnici op te leiden. Onderzoek mbt de mens: 2 konijnen 29 muizen 3 geiten ontwikkeling sera vaccins/biol. Producten ontwikkeling geneesmiddelen ontwikkeling medische hulpmiddelen/ toepassingen 442 muizen 210 muizen 111 ratten 4 konijnen Onderzoek mbt het dier: 6 kippen ontwikkeling geneesmiddelen 12

13 Onderwijs/training: 352 muizen 787 ratten 64 andere vogels onderwijs/ training 25 cavia s 2 konijnen Wetenschappelijke vraag mbt: 863 muizen 144 ratten 1556 muizen 654 ratten 1193 muizen 1002 ratten kanker bij mensen hart- en vaatziekten bij mensen geestesz./ zenuwz. bij mensen 3966 muizen 794 ratten 5 muizen 59 ratten andere ziekten ziekten bij 94 cavia s 4 hamsters bij mensen dieren 30 muizen 390 ratten 3248 muizen 1323 ratten 899 vissen 52 vissen gedrag van dieren 38 hamsters andere wetenschappelijke vraag 50 kippen 28 kippen 3176 andere vogels 37 andere knaagdieren 2147 andere vogels 12 andere knaagdieren 13

14 Aan het woord: dr. Reinoud Gosens, universitair docent farmacologie Doet onderzoek naar de longziekten astma en COPD Astma en COPD zijn chronische longziekten. Dat wil zeggen dat patiënten de ziekte langdurig hebben of zelfs niet weer kwijtraken. Hun longweefsel is continu ontstoken, waardoor ze het benauwd hebben, hoesten en kortademig zijn. Bij COPD gaan ook longblaasjes verloren (longemfyseem). In Nederland zijn ongeveer een half miljoen mensen met astma; COPD behoort zelfs tot de ziekten met de hoogste sterfte. Probleem is dat we niet goed weten hoe deze ziekten werken. De behandeling richt zich daardoor vooral op de symptomen in plaats van de oorzaak. Veel patiënten krijgen bijvoorbeeld ontstekingsremmers, maar die werken onvoldoende. Als farmacoloog probeer ik samen met mijn onderzoeksteam te begrijpen hoe deze longziekten ontstaan en op basis daarvan nieuwe medicijnen te bedenken. Bij deze longziekten speelt het immuunsysteem een essentiële rol. Reacties van het immuunsysteem zijn voor een deel nog onvoorspelbaar, daarom hebben we levende modellen nodig om de ziekten te begrijpen. Om fundamentele kennis op te doen en om experimentele behandelingen te testen. We gebruiken vooral cavia s: het longsysteem van deze dieren is vergelijkbaar met dat van de mens. In de longen wekken we een allergische reactie op, waardoor de dieren astmatische klachten krijgen, die we vervolgens bestuderen. Fundamentele ziektekennis is uiteindelijk belangrijk voor de patiënt. Zo hebben we in dierlijk longweefsel de luchtwegen kunstmatig vernauwd. Het weefsel bleek als gevolg daarvan verdikking van de luchtwegen te ontwikkelen, net zoals we dat bij astma waarnemen. Tot nu toe dachten we dat zulke vernauwingen juist ontstaan door de ontsteking. Dat heeft implicaties voor de behandeling: misschien hebben patiënten wel meer baat bij luchtwegverwijders dan ontstekingsremmers. In een ander experiment zagen we dat in astmatisch longweefsel een bepaald enzym (arginase) veel meer aanwezig is dan in gezond weefsel. Dit enzym breekt een voorloper van stikstofmonoxide (NO) af, een stof die juist zorgt voor luchtwegverwijding. Onderzoekers binnen de vakgroep ontwikkelen nu remmers voor dit enzym, die wellicht als medicijn bruikbaar zijn. Een deel van de experimenten die we enkele jaren geleden nog in levende dieren deden, doen we nu met dunne plakjes longweefsel. Groot voordeel daarvan is dat deze longplakjes van een g ezond dier komen. De gebruikte dieren ervaren daardoor het laagst mogelijke ongerief. Bovendien hebben we minder dieren nodig, omdat het materiaal efficiënter wordt gebruikt. De plakjes zijn nu nog slechts kort te bewaren. In de toekomst willen we ze daarom graag cryopreserveren. Het mooiste zou zijn om vervolgens het dierlijke materiaal te vervangen door humane longplakjes. 14

15 Fokefficiëntie De RUG en het UMCG fokken zelf dieren, vooral (transgene) muizen en ratten. Niet alle gefokte dieren komen in een experiment terecht: een groot deel wordt voortijdig gedood, bijvoorbeeld omdat ze niet de juiste eigenschappen hebben of alleen voor de fok nodig zijn. In 2013 werden dieren gefokt waarvan , zo n 70%, niet voor experimentele doeleinden is gebruikt. Deze dieren noemen we surplusdieren of fokoverschot. Zowel landelijk als internationaal erkennen instellingen en overheden dat het grote aantal surplusdieren een probleem is. De RUG en het UMCG lopen voorop in het verhogen van de fokefficiëntie door een juiste communicatie tussen onderzoekers en dierverzorgers (vraag en aanbod) en het terugdringen van het fokoverschot door in te zetten op cryopreservatie. Een fokoverschot is helaas onvermijdelijk. Dieren in een proef moeten vaak zoveel mogelijk identiek zijn om betrouwbare onderzoeksresultaten te krijgen. Ze moeten bijvoorbeeld even oud en van hetzelfde geslacht zijn of onder identieke omstandigheden zijn geboren. Ook bezitten niet alle dieren de gewenste genetische eigenschappen. Zo zijn voor een experiment met 60 identieke transgene muizen al snel 170 dieren gefokt: lees meer hierover op de website van de Stichting Informatie Dierproeven. Verder is een aanzienlijk deel van de fok nodig voor het in stand houden van unieke of waardevolle foklijnen. Maar grote aantallen dieren fokken zonder ze daadwerkelijk te gebruiken voor onderzoek of onderwijs is niet acceptabel. De doelstelling van de RUG en het UMCG is dan ook om de fokefficiëntie te verhogen. We bekijken het fokbestand steeds kritisch, trachten zo efficiënt mogelijk te fokken en gebruiken voor onderwijs waar mogelijk surplusdieren. Daarnaast zien we cryopreservatie als een belangrijke techniek om het fokoverschot te verminderen. Cryopreservatie Cryopreservatie is een techniek waarbij eicellen of sperma van een foklijn die langere tijd niet nodig is, wordt ingevroren in plaats van de lijn levend in stand te houden. Als de foklijn weer nodig is, wordt een bevruchte eicel ingebracht bij een schijnzwanger vrouwtje. In de tussentijd zijn dus geen dieren nodig voor het behoud van de lijn. Het invriezen is echter een ingewikkelde techniek. Lang niet alle ingevroren embryo s worden bijvoorbeeld weer levensvatbaar. De RUG en het UMCG hebben in de afgelopen jaren enkele lijnen laten cryopreserveren bij externe bedrijven; in 2013 zijn voorbereidingen getroffen om dit in 2014 met meer lijnen te laten doen. Daarnaast proberen we de instrumenten en technieken in huis te halen om in de toekomst zelf foklijnen te cryopreserveren. Einde van de proef Bij het doen van proefdieronderzoek hoort ook het doden van dieren. Een stap die geen van de dierverzorgers en onderzoekers graag uitvoert. De meeste dieren worden gedood, omdat het onderzoek is afgerond of omdat het dier boventallig is. De euthanasieprocedure is zo ontwikkeld dat de dieren er zo min mogelijk van merken. De dieren komen in een bak met een mengsel van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2), waarbij het CO2-gehalte langzaam oploopt. Hierdoor raken de dieren eerst buiten bewustzijn, waarna ze langzaam inslapen. In enkele gevallen krijgen dieren complicaties waardoor de dieren meer dan verwacht (dreigen te) lijden. In zulke gevallen passen onderzoekers het zogenaamde humaan eindpunt toe. Ze halen het dier uit het experiment op het moment dat het lijden onacceptabel dreigt te worden. Het dier wordt vervolgens geëuthanaseerd om ernstig leed te voorkomen. 15

16 Aan het woord: prof. dr. ir. Christiaan Both, hoogleraar ecologie Volgt het trekgedrag van de bonte vliegenvanger Bonte vliegenvangers (Ficedula hypoleuca) zijn echte trekvogels: elk jaar komen ze uit Afrika vliegen om hier in Nederland te broeden. In drie weken tijd vliegen ze meer dan vierduizend kilometer. Een enorme prestatie voor een vogeltje van net twaalf gram. Ze komen voor de rupsen die hier volop op de nog jonge eikenbladeren rondkruipen. Maar door klimaatverandering staan de bomen eerder in blad en is ook de rupsenpiek weken eerder. Ik ben er van overtuigd dat voor het bestuderen van diergedrag het nodig blijft om dieren in hun natuurlijke omgeving te volgen. Het ecosysteem zit zo complex in elkaar, dat veel niet te modelleren is. De methoden om vogels gedurende de trek te volgen worden wel steeds geavanceerder, waardoor we met veel kleinere chips veel meer data binnenkrijgen. Dat we met een zendertje van een halve gram al zoveel data verzamelen, had ik vijf jaar geleden nog niet durven dromen. En die chips zullen alleen maar verbeteren: compacter en misschien straks ook op afstand uitleesbaar. Vogels terugvangen om de logger uit te lezen is dan verleden tijd. Ik verwacht dat deze ontwikkelingen heel snel gaan, we gaan steeds meer gegevens verzamelen met minder impact voor de dieren. Met mijn onderzoeksteam kijk ik of trekvogels zoals de Bonte Vliegenvanger zich aanpassen aan deze veranderingen en hoe ze dat dan doen. Vertrekken ze eerder uit hun overwinteringsoord of zoeken ze een nieuwe broedplek? En vindt aanpassing plaats door flexibiliteit in gedrag of door evolutionaire verandering? In vergelijking met dertig jaar geleden komen ze ongeveer tien dagen eerder aan, wat waarschijnlijk komt door evolutie, maar dit is onvoldoende omdat de rupsen zelfs drie weken naar voren zijn geschoven. Deze antwoorden geven ons inzicht in de gevolgen van klimaatverandering maar maken ook effectief natuurbeheer mogelijk. Als de rupsen bijvoorbeeld veel eerder zijn dan de vogels, kunnen rupsenplagen ontstaan. We vangen vogels om ze te voorzien van dataloggers: kleine chipjes van slechts een halve gram. Met deze apparaatjes achterhalen we waar de vogel is geweest. De chip registreert daglengte, en daarmee weten we waar de vogel zich ongeveer bevindt. GPS loggers voor directe plaatsbepaling passen simpelweg nog niet in zo n kleine datalogger; en veel grotere zenders kun je natuurlijk niet aan zo n klein vogeltje hangen. Soms verzamelen we ook bloedmonsters of staartveren. Hieruit kun je bijvoorbeeld de conditie van de vogel afleiden, maar ook DNA- of hormoononderzoek doen. 16

17 3V s Bij onderzoek en onderwijs met proefdieren aan de RUG en het UMCG staan de 3V s centraal: vervanging en vermindering van proefdieren en verfijning van de dierproeven. Concreet betekent dit dat we zo min mogelijk proefdieren gebruiken en waar mogelijk proefdiervrij werken. Het ongerief voor de proefdieren beperken we zo veel als mogelijk. De Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) helpt de onderzoekers om dit in de praktijk te brengen. Vervanging Een onderzoeker mag een dierproef alleen uitvoeren als het niet anders kan. Waar mogelijk voeren we onderzoek en onderwijs uit met dierproefalternatieven zoals ongewervelden, cellen, weefsels, computersimulaties, videotraining of slachthuismateriaal. Vermindering Bij een dierexperiment zetten we in op het verminderen van het aantal benodigde dieren: een opzet met zo min mogelijk proefdieren, die nog wel betrouwbare resultaten oplevert. Bijvoorbeeld door te kiezen voor standaardstammen waardoor de onderzoeksresultaten beter vergelijkbaar zijn of door onderzoekers eerst een pilotonderzoek te laten uitvoeren. Soms kunnen proefdieren na het oorspronkelijke experiment opnieuw worden gebruikt, voor een (vervolg)experiment of voor onderwijs. In 2013 ging 3% van de dieren een tweede maal een proef in. Verfijning De onderzoekers, dierverzorgers, biotechnici en proefdierdeskundigen zijn dagelijks met verfijning bezig. Optimale huisvesting en goede toepassing van experimentele technieken en anesthesie, beperken het ongerief voor de proefdieren. Sociale dieren als ratten zijn bijvoorbeeld gehuisvest in groepen, waardoor ze minder stress ervaren. Door dierproeven te verfijnen neemt het welzijn van de dieren toe. Goed voor de dieren en voor de kwaliteit van het onderzoek. 17

18 Aan het woord: dr. Sietse de Boer, universitair hoofddocent gedragsfysiologie Bestudeert individuele verschillen in agressief gedrag Agressie komt in het hele dierenrijk voor. Het is nuttig gedrag, bijvoorbeeld om je nakomelingen te beschermen, territorium te verdedigen of voedsel veilig stellen. De biologische basis van dit gedag gaat evolutionair dan ook ver terug en is bij mens en dier grotendeels vergelijkbaar. We leren met onze dierstudies daardoor veel over agressie bij de mens. Van nuttig gedrag, kan agressie namelijk ontsporen in geweld of antisociaal gedrag. Bij autisme en schizofrenie bijvoorbeeld. En ook bij ouderdomsziekten als Parkinson en de ziekte van Alzheimer hebben patiënten in een vroeg stadium last van woede-uitbarstingen en antisociaal gedrag. Vaak is dit de reden om de patiënt uit de thuisomgeving te halen. De hersengebieden die emotie en sociaal gedrag regelen, raken bij deze mensen kennelijk aangetast. We willen graag weten hoe agressie precies in de hersenen werkt, of er stoffen zijn die selectief agressie remmen en wat de variatie is tussen individuen. Vooral dat laatste is interessant en klinisch relevant. In ons onderzoek zien we namelijk dat persoonlijkheidseigenschappen grote invloed hebben op ondermeer stressgevoeligheid en de werking van medicijnen. Voor ons onderzoek gebruiken we geen standaard witte albino laboratorium ratten, maar bruine ratten zoals die ook in het wild rondlopen. De mate waarin onze ratten agressief gedrag vertonen meten we met de indringersproef : een mannelijke rat, de kooi-eigenaar, wordt in zijn eigen territorium geconfronteerd met een onbekende mannetjesrat, de indringer. Agressieve dieren slaan direct aan het vechten, terwijl de meer timide dieren de indringer gewoon toelaten. In een normale rattenpopulatie komen beide extremen van deze variatie in agressiviteit naast elkaar voor. Wanneer je medicijnen gaat testen, blijken zulke verschillen in gedrag grote consequenties te hebben. Agressieve ratten die bijvoorbeeld zogenaamde SSRI s (Selectieve serotonine-heropnameremmer, zoals Prozac), toegediend krijgen, reageren daar prima op. Ze kalmeren. Wanneer ratten die nauwelijks of geen agressie vertonen deze medicijnen krijgen, gebeurt het omgekeerde: ze worden juist agressiever. Lange tijd is er nauwelijks aandacht geweest in de onderzoekswereld voor individuele variatie. Nog steeds stellen veel onderzoekers dat alle dieren in hun proef zoveel mogelijk identiek moeten zijn en beperken we het aantal dieren per experiment. Maar daarmee creëer je een experimentele situatie die weinig met de natuurlijke werkelijkheid te maken heeft; de vraag is vervolgens hoeveel algemene geldigheid de onderzoeksresultaten nog hebben voor de verschillende individuen in een natuurlijke populatie. De tegengestelde werking van SSRI s bijvoorbeeld, kwam oorspronkelijk niet naar voren, omdat men het middel testte op ratten die nauwelijks variatie in agressiviteit vertoonden. De pro-agressieve werking kwam aan het licht toen het middel massaal werd voorgeschreven aan mensen die enorm verschillen in gedragskenmerken en persoonlijkheid. Ik verwacht dat de aandacht voor individuele verschillen in het dierexperimenteel onderzoek zal toenemen. Dat betekent tegelijkertijd dat voor sommige experimenten juist meer dieren nodig zijn om een goede afspiegeling van de populatie te verkrijgen. Maar ook dat de resultaten betrouwbaarder worden. Zeker in de gedragsfysiologie zal de nadruk liggen op verfijning van de experimentele procedures. De afgelopen jaren zijn daar al grote vorderingen in gemaakt. De zenders die we bij dieren inbrengen om bloeddruk, hartslag, temperatuur en dergelijke te meten zijn bijvoorbeeld veel kleiner geworden en lange tijd uitleesbaar zonder de dieren te storen. Ook proberen we onze overtollige ratten zo veel mogelijk nuttig in te zetten: ze lopen rond in het rattenverblijf in de Dierentuin Emmen en studenten levenswetenschappen werken bij anatomiepractica met onze gebruikte ratten. 18

19 Organisatie en faciliteiten De organisatie van de RUG en het UMCG is zo ingericht, dat het dierenwelzijn optimaal gewaarborgd is. Voordat een onderzoeker daadwerkelijk een dierexperiment mag uitvoeren, moet het onderzoeksvoorstel zijn goedgekeurd door een onpartijdige dierexperimentencommissie. De Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) helpt de onderzoeker vervolgens bij het zo goed mogelijk voorbereiden van de dierstudies. Zij bespreken met elkaar dierenwelzijnskwesties en de toepassing van de 3V s. Ook heeft de RUG twee gespecialiseerde dierenartsen (proefdierdeskundigen) in dienst. De proefdierdeskundigen houden toezicht op het welzijn van proefdieren en zijn lid van de IvD. Om een optimale verzorging van de dieren te garanderen en effectief onderzoek te kunnen doen, zijn twee moderne proefdierfaciliteiten ingericht: de Centrale Dienst Proefdieren in het UMCG (CDP) en de Facultaire Dienst Dierverzorging in de Linnaeusborg (FDD). Een instelling mag pas dierproeven uitvoeren wanneer het hiervoor een vergunning van de overheid heeft. Het College van Bestuur (CvB) van de RUG is de wettelijke vergunninghouder voor onderzoek en onderwijs met proefdieren aan de RUG én het UMCG. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of de vergunninghouder de Wod naleeft. Dierexperimentencommissie (DEC) De RUG heeft een onpartijdige dierexperimentencommissie die proefdiergebruik beoordeelt voor de RUG én het UMCG (de DEC-RUG). In de DEC-RUG zitten deskundigen op het gebied van (bescherming van) proefdieren, dierproeven, alternatieven voor dierproeven en ethische toetsing. De DEC brengt jaarlijks verslag uit aan de vergunninghouder en aan de NVWA. De commissie is onpartijdig: de voorzitter en ten minste twee andere leden zijn niet in dienst zijn van de RUG. Daarnaast zijn ten minste vijf leden niet betrokken bij het verrichten van dierproeven en krijgt de DEC advies van de proefdierdeskundigen van de RUG. Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) Kennis over dierenwelzijn is bij de proefdierfaciliteiten gebundeld in een IvD. De IvD helpt, na goedkeuring door de DEC, de onderzoeker bij het zo goed mogelijk voorbereiden van de dierstudie. Samen met de onderzoeker bespreken zij dierenwelzijnskwesties en de toepassing van de 3V s. In de IvD zit een proefdierdeskundige, de locatiebeheerder van de dierfaciliteit, een wetenschapper en wanneer dat nodig is een externe deskundige, zoals een stralingsdeskundige of een microbioloog. 19

20 Proefdierdeskundigen De proefdierdeskundigen zijn gespecialiseerd in het inschatten en beoordelen van het welzijn van proefdieren. Zij zien toe op het welzijn van de dieren. De proefdierdeskundigen adviseren onderzoekers over de opzet van hun proefdieronderzoek en over manieren om het ongerief voor de dieren te beperken. De proefdierdeskundigen overleggen veel met collega s in binnen- en buitenland zodat zij goed kunnen beoordelen of ingediende onderzoeksvoorstellen goed uitvoerbaar zijn en of een ander instituut bij het introduceren van nieuwe onderzoekstechnieken kan helpen. De proefdierdeskundigen adviseren ook de DEC over manieren waarop het ongerief bij proefdieren verminderd kan worden, ze verzorgen onderwijs voor onderzoekers en dierverzorgers/biotechnici en werken mee aan de beleidsvorming over proefdiervoorzieningen. Tot slot registreren ze hoeveel dierproeven er worden uitgevoerd, het aantal proefdieren dat daarbij wordt ingezet, het ongerief dat zij ondervinden en het aantal dieren dat wordt gefokt. De proefdierdeskundigen rapporteren hun bevindingen jaarlijks aan de vergunninghouder en de NVWA. Huisvesting Het proefdieronderzoek aan de RUG en het UMCG vindt plaats in de vrije natuur of in één van de laboratoria met speciale proefdierfaciliteiten. We besteden de grootst mogelijke zorg aan een optimale huisvesting van de proefdieren: dit is immers de ruimte waar de dieren vrijwel hun hele leven verblijven. Huisvesting is dan ook meer dan enkel voldoen aan de wettelijke vereisten. De CDP en de FDD zijn geheel vernieuwd in respectievelijk 2009 en 2011 en behoren tot de modernste van Europa. Temperatuur, licht en luchtvochtigheid in de verblijven zijn nauwkeurig te regelen. Journalisten van de Universiteitskrant deden in 2013 verslag van hun bezoek aan de CDP. Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Raad van Bestuur (RvB) Sector F Directie Rijksuniversiteit Groningen (RUG) College van Bestuur (CvB) Organogram Faculteitsbestuur (FWN) Voorzitter researchschool CBN Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) Proefdierinstituut FDD Centrale Dienst Proefdieren (CDP) Optimale dierverzorging Beheer foklijnen (ontwikkelen, opzetten, aanhouden) Biotechnische ondersteuning Faciliteren dierexperimenteel onderzoek Onderwijs Voorlichting (samenleving) Zoötechniek Biotechniek Microchirurgie Management Team Bedrijfsbureau CDP Gebruikersgroep (onderzoekers) Adviesgroep (onderzoekers Proefdierinstituut FDD Facultaire Dienst Dierverzorging (FDD) Faciliteren dierexperimenteel onderzoek Optimale dierverzorging Beheer foklijnen (ontwikkelen, opzetten, aanhouden) Biotechnische ondersteuning Onderwijs Voorlichting Management Team Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) Onderzoeksgroepen 20

21 Aan het woord: Proefdierdeskundige dr. Catriene Thuring en hoofden van de dierfaciliteiten Flip Klatter en dr. Martijn Salomons Faciliteren het dierexperimenteel onderzoek aan de RUG en het UMCG Onze taak is om het dierexperimenteel onderzoek dat binnen de RUG en het UMCG plaatsvindt zo goed mogelijk te laten verlopen, ieder vanuit zijn of haar eigen functie, vertelt hoofd van de CDP Flip Klatter. In de dierfaciliteiten (CDP en FDD) is alle kennis en expertise op proefdiergebied aanwezig, zodat we onderzoekers optimaal kunnen faciliteren. De proefdierdeskundigen houden toezicht op het welzijn van de proefdieren en adviseren onderzoekers. Klatter: Dierstudies in het hier en nu goed laten verlopen is onze kerntaak, maar tegelijkertijd nemen we deel aan discussiegroepen over nieuwe wetgeving en zijn in gesprek met stakeholders als proefdiervrij. We willen voorop lopen als het gaat om dierenwelzijn en meedenken over toekomstig beleid, zoals we dat ook met de nieuwe Wod hebben gedaan. Op de korte termijn is deze nieuwe Wod een grote verandering, vertelt proefdierdeskundige Catriene Thuring. De ethische toets gaat extern plaatsvinden; de begeleiding bij de uitvoering van het project in de Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) binnen de instelling zelf. Door de komst van de IvD krijg ik als proefdierdeskundige een andere plek in de organisatie, veel dichter op het onderzoek waardoor ik directer advies kan geven over bijvoorbeeld toepassing van de 3V s. Martijn Salomons, hoofd van de FDD, zit zelf ook in de IvD: Daardoor ben ik nauw betrokken bij het onderzoek. We hebben er expliciet voor gekozen om onderzoekers in de IvD te laten plaatsnemen, zodat niet alleen het dierenwelzijn is gewaarborgd, maar ook het wetenschappelijk niveau van de experimenten. Ik vind het belangrijk om open te zijn over ons werk en te laten zien wat we doen, zegt Thuring. Uiteindelijk maken we als maatschappij de keuze of we dierexperimenteel werk willen blijven doen of niet. Of we de vragen die we hiermee beantwoorden belangrijk genoeg vinden. Ik hoop van wel, omdat ik denk dat we ons als samenleving tekort doen als we dit type onderzoek niet meer zouden uitvoeren en stoppen met het vergaren van kennis. Neemt niet weg dat ik hoop dat we ooit geen proefdieronderzoek meer nodig hebben. Dat er een punt komt waarop we zoveel inzicht hebben in alle interacties en pathways, dat we met al die informatie topografische kaarten kunnen maken; allesomvattende modellen die proefdieronderzoek overbodig maken. Voor medisch onderzoek is dat niet ondenkbaar, vermoedt Klatter: De ontwikkelingen zijn in de afgelopen tien jaar zo snel gegaan op alle vlakken: chirurgische technieken, cryopreservatie, lab-ona-chip, in vitro onderzoek. Met weefseltechnieken kweken onderzoekers inmiddels glad spierweefsel uit bijvoorbeeld darm en slagaderen gewoon in een schaaltje. Technieken die een paar jaar geleden nog toekomstmuziek waren, zijn nu mogelijk. Ik denk dan ook dat voor klinisch relevant onderzoek op de lange termijn geen proefdieren meer nodig zijn. Tegelijkertijd zal voor sommige andere vragen altijd dieronderzoek nodig blijven, denkt Salomons: We zullen altijd blijven proberen om de wereld om ons heen beter te begrijpen. Je kunt niet alles weten, dus modellen zullen nooit de werkelijkheid kunnen vervangen. Om het gedrag van dieren te begrijpen bijvoorbeeld zul je ze moeten volgen en observeren. Er zitten nog gigantische hiaten in de kennis die we hebben. Of beter gezegd: we kennen de hiaten nog niet eens. 21

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc jaarverslag dierproeven 2013 De VU en VUmc doen onderzoek met behulp van proefdieren. Dat gebeurt met zeer goede redenen en op een verantwoorde manier. Over het gebruik

Nadere informatie

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk?

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart 2003 7,4 24 keer beoordeeld Vak ANW - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Een dierproef is een experiment waarbij (levende) dieren worden gebruikt voor

Nadere informatie

Wat is een dierproef?

Wat is een dierproef? Proefdieren Lesoverzicht Wat weet je al? Wat is een dierproef? Waarom worden dierproeven uitgevoerd? Welke dieren zijn proefdieren? Wie controleert dierproeven en hoe? Welke bedrijven doen aan dierproeven?

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017 Deze brochure is de publieksversie van Zo doende 2015, het jaarverslag over dierproeven en proefdieren van

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

Analisten en proefdieren

Analisten en proefdieren Analisten en proefdieren LIMO labdag 5 oktober 2011 Fred Poelma Proefdierdeskundige Universiteit Utrecht en UMC Utrecht 31 oktober 2011 Inhoud presentatie Inleiding Wet op de dierproeven 3 V s Bevoegd

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen Niet-technische samenvatting 2015310 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De invloed van nierfalen op weefselconstructie van bloedvaten 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015246 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van de rol die darmflora speelt in het ontstaan van hart- en vaatziekten 1.2 Looptijd van het project 1.3

Nadere informatie

Vergunninghouder MUMC +

Vergunninghouder MUMC + Vergunninghouder MUMC + Proefdierkundig jaarverslag 2011 Proefdierdeskundige MUMC + 23 mei 2012 1 Inhouds opgave 1. Inleiding 2. Te rapporteren zaken 3. Dieren, aantallen en herkomst 4. Betrokken art.

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2014. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2014. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening. DIERPROEVEN Zo doen ze dat! EDITIE 2014 Dierproeven doe je niet zomaar. Toch zijn ze soms nodig. Strenge regels zorgen ervoor dat je alleen dierproeven kunt doen als het echt niet anders kan. Veel mensen

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkelen van een eilandjesbron ten behoeve van transplantatie van geëncapsuleerde eilandjes van Langerhans voor behandeling van diabetes 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018 DEZE BROCHURE IS DE PUBLIEKSVERSIE VAN ZO DOENDE 2016, HET JAARVERSLAG OVER DIERPROEVEN EN PROEFDIEREN VAN

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2015. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2015. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening. DIERPROEVEN Zo doen ze dat! EDITIE 2015 Dierproeven doe je niet zomaar. Toch zijn ze soms nodig. Strenge regels zorgen ervoor dat je alleen dierproeven kunt doen als het echt niet anders kan. Veel mensen

Nadere informatie

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar 580.000.

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar 580.000. Quiz over dierproeven Hier kun je alle vragen en antwoorden van de quiz nalezen. Stel de vragen ook eens aan je klasgenoten na afloop van een spreekbeurt of presentatie over dierproeven. Hoe ga je te werk?

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2011

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2011 I Dierexperimenteel onderzoek Jaarverslag 2011 1 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2011 2 3 I nhoudsopgave S amenvatting 1 Inleiding...5 1.1 Proefdieren voor onderzoek

Nadere informatie

Hoe doen ze dat: een medicijn maken?

Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Je neemt vast wel eens iets tegen de hoofdpijn of koorts. En vaak waarschijnlijk zonder er bij na te denken. Maar wist je dat het wel twaalf jaar duurt voordat een

Nadere informatie

dierproeven Zo doen ze dat!

dierproeven Zo doen ze dat! dierproeven Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. Er gelden strenge regels die het welzijn van proefdieren moeten beschermen. Ondanks tal van bezwaren, ook bij onderzoekers, doen we dierproeven.

Nadere informatie

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten Niet-technische samenvatting 2015322 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelmethoden voor schadelijke afweerreacties 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

dierproeven Zo doen ze dat!

dierproeven Zo doen ze dat! dierproeven Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. Er gelden strenge regels die het welzijn van proefdieren moeten beschermen. Ondanks tal van bezwaren, ook bij onderzoekers, doen we dierproeven.

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015185 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling van vaccins voor de behandeling en ter voorkoming van human papilloma virus (HPV) infecties en HPVgerelateerde

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016 DEZE BROCHURE IS DE PUBLIEKSVERSIE VAN ZO DOENDE 2014, HET JAARVERSLAG OVER DIERPROEVEN EN PROEFDIEREN VAN

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016490 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Kleine diermodellen om de oorzaken van artrose te bestuderen 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel Niet-technische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project onderzoek naar de invloed van taalgenen op de hersenontwikkeling en hersenfunctie 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020

Nadere informatie

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen Niet-technische samenvatting 2015107 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015223 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Orgaanbescherming in cardiopulmonaire bypass chirurgie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

CBN van de RUG stelt zich voor

CBN van de RUG stelt zich voor CBN van de RUG stelt zich voor Introductie De bedrijvenestafette willen wij, de coördinatoren van de BV, een terugkomend item laten zijn in Biotechniek. Zo kunnen we vertellen over faciliteiten waar we

Nadere informatie

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden JAARVERSLAG 2011 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN Universiteit Leiden Inleiding De Dierexperimentencommissie (UDEC) toetst de onderzoeksplannen van de Universiteit Leiden waarbij sprake is

Nadere informatie

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015307 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelingen voor gewrichtsschade bij paarden 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 JAARVERSLAG 2006 FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 Nederlands Vaccin Instituut (NVI), Bilthoven Jaarverslag 2006 Functionaris ex. art. 14 Wod, N VI ALGEMEEN

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling Niet-technische samenvatting 20173044 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project In-vivo kwaliteitscontrole testen voor vaccins in de Quality Control Operations Afdeling 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen Niet-technische samenvatting 2016788 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Onderzoek naar de biodistributie van nieuwe, op oligonucleotiden gebaseerde, teststoffen voor de behandeling van zeer

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015188

Niet-technische samenvatting 2015188 Niet-technische samenvatting 2015188 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Hersenverbindingen die betrokken zijn bij (eet)verslaving 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

Spreekbeurt ANW Dierproeven

Spreekbeurt ANW Dierproeven Spreekbeurt ANW Dierproeven Spreekbeurt door een scholier 2075 woorden 30 maart 2001 6,9 735 keer beoordeeld Vak ANW Spreekbeurt over dierproeven Korte inleiding. Wij gaan wat vertellen over dierproeven.

Nadere informatie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De functie van galzouten in ziekte en gezondheid 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2012

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2012 1 Dierexperimenteel onderzoek Jaarverslag 2012 jaarverslag 2012 115831.indd 1 14-10-13 15:18 jaarverslag 2012 115831.indd 2 14-10-13 15:18 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2016489

Niet-technische samenvatting 2016489 Niet-technische samenvatting 2016489 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Van buik naar brein: de rol van darm-bacteriën in autisme en attentie-stoornissen. 1.2 Looptijd van het project 21-4-2016-21-4-2021

Nadere informatie

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Medicijnen voor plaatselijke behandeling van rugpijn en artrose 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020 Gecontroleerde afgifte,

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 Vertrouwelijk JAARVERSLAG 00 Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Algemeen Sinds 990 kent de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) een Dierexperimentencommissie

Nadere informatie

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen www.rug.nl/umcg/dec Introductie Het jaar 2017 was het laatste

Nadere informatie

F Niet-technische samenvatting 2015301

F Niet-technische samenvatting 2015301 F Niet-technische samenvatting 2015301 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Op naar begrip van en behandeling voor bijniertumoren 1.2 Looptijd van het project 1-12-2015-1-12-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015134 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van falen van de rechter hartkamer. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het testen van een nieuw calciumfosfaat keramiek met botgroeistimulerende eigenschappen (EpitaxOs) als botvervanger in mond- kaak en aangezichtschirugische

Nadere informatie

Beleid aanschaf en fok van proefdieren

Beleid aanschaf en fok van proefdieren Beleid aanschaf en fok van proefdieren Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Doel... 2 3 Toepassingsgebied... 2 4 Algemene richtlijnen... 2 4.1 Aanschaf of fok... 2 4.2 Projectvergunning en werkprotocol...

Nadere informatie

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE DEC DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BON 1. INLEIDING. Dit verslag betreft de activiteiten van een DEC,

Nadere informatie

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak?

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? publiekssamenvatting 2014 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights

Nadere informatie

iet-technischesamenvatting

iet-technischesamenvatting iet-technischesamenvatting 1 Algemenegegevens 1.1 Titel van het project Verbetering van dendritische cel functies in anti-kanker therapieen 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN TNO-voorschrift DEC/00 F0 versie 4 5 september 00 Zou - /7 Datum ontvangst DEC: september 0 DEC nr: 6 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN Dit formulier dient

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven. DIERPROEVEN in België Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. We doen dierproeven omdat we: willen weten hoe mensen en dieren in elkaar zitten medicijnen willen ontwikkelen ziektes zoals kanker

Nadere informatie

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Dr. Franck Meijboom UHD Departement Dier in Wetenschap Maatschappij (fd) & Ethiek Instituut Voorzitter

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015245 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De rol van Nucleaire Hormoon Receptoren in de regulatie van het glucose- en lipidemetabolisme en de ontwikkeling van type

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2009

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2009 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2009 2 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Foto omslag Het exterieur van het nieuwe gebouw van de Centrale Dienst

Nadere informatie

Vergunninghouder MUMC +

Vergunninghouder MUMC + Vergunninghouder MUMC + Proefdierkundig jaarverslag 2013 Proefdierdeskundige MUMC + 16 mei 2014 1 10 Inhouds opgave 1. Inleiding 2. Te rapporteren zaken 3. Dieren, aantallen en herkomst 4. Betrokken art.

Nadere informatie

Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014

Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014 Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014 Vergunninghouder Rijksuniversiteit Groningen M. van der Meulen-Frank C.M.A. Thuring 1 juni 2015 De afbeelding is een werk van de Japanse kunstenaar Numata Kashu (1838-1901)

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 214 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 214 werden in Vlaanderen 28339 proefdieren gebruikt in de 129 erkende laboratoria.

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Oefening en training medewerkers Aanmeldcode / Protocol: 0060.a Stadia van de proef: 0--006

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016767 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling en evaluatie van het gebruik van larynxmaskers tijdens anesthesie bij zoogdieren en vogels 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Proefdieren, overbodig of hoognodig?

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Proefdieren, overbodig of hoognodig? Afsluitende les Leerlingenhandleiding Proefdieren, overbodig of hoognodig? Inleiding Hoewel bijna iedereen wel een beeld heeft van proefdieren en wat er in het verleden wellicht mee gedaan is, weet bijna

Nadere informatie

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Degene die het project en de dierproef opzet Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren 3. Dierproeven en projecten Artikel 9 Het is verboden een

Nadere informatie

Dierexperimenteel jaarverslag 2013

Dierexperimenteel jaarverslag 2013 Dierexperimenteel jaarverslag 2013 Inleiding Binnen de Universiteit Leiden wordt veel onderzoek gedaan. Hierbij wordt ook dierexperimenteel onderzoek verricht. De Universiteit is zich bewust van het feit

Nadere informatie

Jaarverslag Proefdierdeskundigen

Jaarverslag Proefdierdeskundigen Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2011 Vergunninghouder Rijksuniversiteit Groningen M. van der Meulen-Frank C.M.A. Thuring 22 mei 2012 Jaarverslag proefdierdeskundigen 2011 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1

Nadere informatie

Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium

Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium Missie Het Centraal Dierenlaboratorium (CDL) is een research faciliteit van het Radboudumc en de Radboud Universiteit waar onderzoekers

Nadere informatie

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen JAARVERSLAG 13 Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen Nijmegen, aug 14 Inhoudsopgave 1. Inleiding. Dierproeven aan de Radboud Universiteit Nijmegen 3. Toezichthoudende

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren

Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren Werkstuk door een scholier 2635 woorden 21 november 2006 6,5 134 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Proefdier vrij!!!!!!!!!!!!!! Dierproeven Wat is een dierproef???

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat) www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015132-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontwikkelen van voeders en voersupplementen die de gezondheid van varkens ondersteunen. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Dierexperimenteel jaarverslag 2014

Dierexperimenteel jaarverslag 2014 Dierexperimenteel jaarverslag 2014 Inleiding Binnen de Universiteit Leiden wordt veel onderzoek gedaan. Hierbij wordt ook dierexperimenteel onderzoek verricht. De Universiteit is zich bewust van het feit

Nadere informatie

Snel en effectief ingrijpen dankzij ziekte-overstijgend immunologisch onderzoek. Een betere aanpak van chronische ziekten

Snel en effectief ingrijpen dankzij ziekte-overstijgend immunologisch onderzoek. Een betere aanpak van chronische ziekten Snel en effectief ingrijpen dankzij ziekte-overstijgend immunologisch onderzoek Een betere aanpak van chronische ziekten Samenvatting Het probleem Door de vergrijzing van de bevolking groeit het aantal

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Universitair Medisch Centrum utrecht JAARVERSLAG 2001 Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Dierexperimentencommissie Geneeskunde UMC Utrecht, huispostnummer D 01,343, Postbus 85500, 3508 GA

Nadere informatie

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag DEC-RUG 2014 Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat)

Nadere informatie

DEC-advies A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer:2015-0046 2. Titel van het project: Bioequivalentiestudies tbv markttoelating van diergeneesmiddelen 3. Titel van de NTS: Bioequivalentiestudies

Nadere informatie

Niet - technische samenvatting

Niet - technische samenvatting Niet - technische samenvatting 2016701 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) De Rol van SMAD3 in de gevoeligheid van de Pcdh1 deficiëntee

Nadere informatie

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht Jaarverslag 00 Dierexparlmentencommlssle UMCU Jaarverslag 00 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht Sinds juli 1998 is de Dierexperimentencommissie ten behoeve van de Faculteit

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) zs Univ«sïtcU Utrecht JAARVERSLAG 2006 Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Dierproeven

Spreekbeurt Nederlands Dierproeven Spreekbeurt Nederlands Dierproeven Spreekbeurt door een scholier 1553 woorden 31 oktober 2002 7,2 110 keer beoordeeld Vak Nederlands Geschiedenis proefdiergebruik De eerste proeven werden al gedaan rond

Nadere informatie

Hersenonderzoek: The last frontier. Matteo Farinella

Hersenonderzoek: The last frontier. Matteo Farinella Liesbeth Aerts Hersenonderzoek: The last frontier Matteo Farinella Centrum voor Hersenonderzoek Fundamentele neurobiologie Synaptische communicatie Neuronale ontwikkeling Biologie van astrocyten Genregulatie

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde Niet-technische samenvatting 2016386 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Praktisch onderwijs paard t.b.v. studenten Diergeneeskunde 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie.

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie. Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE 'Hvlï /PTC+ /ROC-U /HB' 2003

VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE 'Hvlï /PTC+ /ROC-U /HB' 2003 09-01-2004 LS, Hierbij stuur ik U het jaarverslag van de DEC die de dierexperimenten bet van de onderwijsinstituten: - PTC-plus, Barneveld - ROC Utrecht Flogeschool van Utrecht Hogeschool Brabant. Het

Nadere informatie

Ik doe mijn spreekbeurt over proefdieren omdat ik helemaal niet wist dat proefdieren bestonden,

Ik doe mijn spreekbeurt over proefdieren omdat ik helemaal niet wist dat proefdieren bestonden, Spreekbeurt door A. 1181 woorden 19 januari 2013 4,4 3 keer beoordeeld Vak Nederlands waarom? Ik doe mijn spreekbeurt over proefdieren omdat ik helemaal niet wist dat proefdieren bestonden, Dus wilde ik

Nadere informatie

NEDERLANDSE HERSENBANK. De oplossing zit in de hersenen

NEDERLANDSE HERSENBANK. De oplossing zit in de hersenen NEDERLANDSE HERSENBANK De oplossing zit in de hersenen Onderzoek doet leven Het wetenschappelijk onderzoek is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Nieuwe technieken maken het mogelijk om

Nadere informatie

Proefdierkundig verslag. Institutenorganisatie KNAW 2011 2012

Proefdierkundig verslag. Institutenorganisatie KNAW 2011 2012 Proefdierkundig verslag Institutenorganisatie KNAW 2011 2012 Amsterdam, september 2013 2013 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights reserved

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Marel, Sander van der Title: Gene and cell therapy based treatment strategies

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2010

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2010 1 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2010 2 3 1 Inleiding In 2010 was één dierexperimenteel onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen uitgebreid in het nieuws. Op radio,

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. De Reizende DNA Rechter

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. De Reizende DNA Rechter Afsluitende les Leerlingenhandleiding De Reizende DNA Rechter Dossier HER2 cellijn Achtergrond informatie Mevrouw X is een borstkankerpatiënt. Voor onderzoek zijn bij haar tumorcellen afgenomen en op kweek

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 216 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 216 werden in Vlaanderen 245.758 dierproeven uitgevoerd in de 126 erkende laboratoria.

Nadere informatie

Het fokken van proefdieren

Het fokken van proefdieren Het fokken van proefdieren Bij de Stichting Informatie Dierproeven (SID) komen regelmatig vragen binnen over het fokken van proefdieren. De vragen en antwoorden in dit document belichten de achtergronden

Nadere informatie

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Bijeenkomst 16 december 2015 in Driebergen Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Op dit moment volgt de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) ongeveer 70% van de adviezen van dierexperimentencommissies

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Permanente vergunning tot boedafname bij diverse warmbloedige landbouwhuisdieren, 3e verlengingsaanvraag

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 215 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden gebruikt voor dierproeven? In 215 telde Vlaanderen 124 erkende laboratoria. Zij gebruikten 241.221 proefdieren waarvan

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Biotechnologie bij dieren

Biotechnologie bij dieren Hieronder treft u de tekst aan uit de brochure biotechnologie bij dieren. De brochure kunt u bestellen bij de infotiek van het ministerie LNV Email: infotiek@dv.agro.nl Telefoon infotiek: 070-3784062 Biotechnologie

Nadere informatie

Beleid overheid dierproeven en alternatieven

Beleid overheid dierproeven en alternatieven Beleid overheid dierproeven en alternatieven Dr. Angelique Nielen Ministerie van Economische Zaken Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn Workshop Synthesis of evidence: samen werken aan systematic

Nadere informatie