jaarverslag 2010 Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Den Haag 2011

Transcriptie

1 jaarverslag 2010 Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Den Haag 2011

2 inhoud woord vooraf bestuur adviesraad beleid wetenschappelijke activiteiten instituut bijlage 1 Lijst van medewerkers bijlage 2 Publicaties bijlage 3 Vakactiviteiten van medewerkers bijlage 4 Overzicht van projecten

3 woord vooraf Het jaar 2010 was voor het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis een historisch jaar. In het voorgaande jaar hadden de besturen van nwo en knaw zich onder voorwaarden uitgesproken voor een overgang naar de knaw en een fusie met het Huygens Instituut. In 2010 werd dit voornemen geconcretiseerd en ging het nadere besluitvormingsproces van start. In januari 2010 voerde dr. D. Haks zijn laatste werkzaamheden uit als directeur van het ing. Hij heeft vanaf 1992 leiding gegeven aan het Instituut en daarmee het ing zijn positie in de wetenschappelijke historische wereld in Nederland gegeven. In zijn plaats werd per 18 januari met een aanstelling van 2,5 dag per week dr. J.P. Sigmond benoemd. Diens voornaamste opdracht was de realisatie van de voorgenomen overgang naar de knaw en fusie met het Huygens Instituut. Inderdaad kon in december dit proces van nwo en ing zijde, dankzij goede samenwerking tussen het ing bestuur, het management team, de ondernemingsraad en de verantwoordelijken bij nwo succesvol worden afgesloten. Toen ook het bestuur van de knaw op 17 januari 2011 instemde, was, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011, de overgang van het personeel van het ing naar de knaw en de oprichting van een nieuw knaw instituut met de nieuwe naam Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Huygens ing) een feit. Hoewel het bovengenoemde proces veel aandacht van leiding en personeel van het instituut vergde, dienden uiteraard ook de lopende programma s volgens planning uitgevoerd te worden. Dankzij de toewijding van het personeel kan gesteld worden dat dit succesvol is verlopen. De negen publicaties die in het verslagjaar, in druk en digitale vorm, het licht zagen, getuigen daarvan. Ook het digitaliseringsprogramma van de delen Rijks Geschiedkundige Publicatiën en andere eerder in druk verschenen bronnenpublicaties verliep voorspoedig. Liefst 121 banden zijn in het verslagjaar op het web beschikbaar gekomen, inclusief een zoekfunctie op het gehele bestand, waardoor een schat aan historisch bronnenmateriaal voor de onderzoekers gemakkelijk raadpleegbaar is geworden. Het Biografisch Portaal werd op 17 februari feestelijk door dr. A.H.G. Rinnooy Kan gelanceerd. Op 11 maart presenteerden niod en ing hun gezamenlijke online publicatie, de digitale Onderzoeksgids Oorlogsgetroffenen WO2. Terugkeer, opvang, nasleep. Een week later, op 17 maart, werd in Middelburg de eind 2009 verschenen bronnenpublicatie Gewestelijke Financiën ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden, deel Zeeland ( ) ten doop gehouden. Daarna volgden op 3 juni de presentatie van de Onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd ; op 28 oktober de uitreiking van het eerste exemplaar van het broncommentaar Jaarverslagen van Nederlandse ondernemingen vanaf 1811 tot 2005 aan prof. dr. E.J. Fischer en op 15 november de lancering van de Digitale Onderzoeksgids Grondwetscommissies Met de door nwo beschikbaar gestelde middelen voor internationalisering is de website van het instituut verbeterd en is Porta Historica verder ontwikkeld. Ook is vorm gegeven aan de invulling van de dynamiseringsmiddelen die door nwo tijdens het verslagjaar beschikbaar zijn gesteld. Maar de belangrijkste gebeurtenis is uiteraard de opheffing van het ing als onderzoeksinstituut onder de vlag van nwo. De werkzaamheden op het gebied van bronontsluiting en onderzoek ten behoeve van de historische wereld die met de instelling van de Commissie voor Rijks Geschiedkundige Publicatiën in 1902 zijn begonnen, en vanaf 1989 tot 2011 door het ing zijn voortgezet en geprofessionaliseerd, zullen door het nieuwe Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Huygens ing) onder de vleugels van de knaw worden voortgezet. 3

4 bestuur Het bestuur was in 2010 als volgt samengesteld. (tussen haakjes het jaar van benoeming) mw. drs. J.S. Calff (2005), voorzitter dr. J.E.A. Boomgaard (2007) prof. dr. D.F.G. Bosscher (2007) mw. prof. dr. J.S. Pollmann (2006) mw. dr. B.M.A. de Vries (2003) Vergaderingen: het bestuur vergaderde op 2 februari, 29 april, 2 juli, 20 september en 4 november, terwijl in de maand december intensief telefonisch overleg heeft plaatsgevonden. Secretaris van het bestuur was J.P. Sigmond. De belangrijkste onderwerpen waarover in het bestuur werd beraadslaagd waren: - de overgang van het ing van nwo naar knaw en de fusie van het ing met het Huygens Instituut; - de ontwikkelingen rond het Biografisch Portaal; - voortgang van de onderzoeksprogramma s. 4

5 adviesraad De adviesraad werd in 2010 gevormd door: drs. Chr. Baljé (2000) dr. M. Bossenbroek (2005) dr. L. Breure (1996) mw. prof. dr. W. Fritschy (2006) dr. J. van Goor (1996) prof. dr. B. Kaplan (2006) drs. J.K.T. Postma (2000) prof. dr. J. Roegiers (2006) prof. dr. C.A. Tamse (1996) drs. L. Voogt (2000) Secretaris van de adviesraad was J.P. Sigmond De samenstelling van de adviesraad bleef ongewijzigd. Er heeft geen bijeenkomst van de raad plaats gehad. Schriftelijk is de raad geïnformeerd over de voortgang van de overgang naar de knaw en de fusie met het Huygens Instituut. 5

6 beleid Directie Eind 2009 waren bestuur en directeur overeengekomen uit elkaar te gaan. Dr. D. Haks verliet het ing op 15 februari 2010 na 18 jaar aan dit instituut leiding te hebben gegeven. Op 8 februari vond in de foyer van de Koninklijke Bibliotheek onder grote belangstelling zijn afscheid plaats. Op 18 januari trad in zijn plaats J.P. Sigmond aan als directeur voor 2,5 dag per week, aanvankelijk voor zes maanden maar nadien verlengd t/m 31 december Zijn voornaamste opdracht was leiding te geven aan het ing tijdens het fusieproces, dit proces te bevorderen en de belangen van het instituut in dat proces te bewaken. ing, nwo, knaw en de fusie met het Huygens Instituut In het jaarverslag 2009 is vermeld dat de besturen van nwo en knaw in juli van dat jaar het voornemen hebben geuit het ing over te laten gaan naar de knaw waarbij de overgang zou zijn gekoppeld aan een fusie van het ing met het Huygens Instituut. Voorafgaand daaraan zou ten behoeve van het verdere besluitvormingsproces door een procesbegeleider een verkenning worden uitgevoerd die in 2010 diende te starten. Het voornemen was per 1 januari 2011 overgang en fusie gerealiseerd te hebben. Met dat voornemen als uitgangspunt is J. Kloosterman gevraagd als procesbegeleider in kaart te brengen hoe een fusie praktisch gestalte zou kunnen krijgen. Samen met de directeuren van het ing en het Huygens Instituut zou hij als wegbereider voor het nieuwe instituut in het voorjaar een advies en stappenplan uit moeten brengen. De heer Kloosterman voerde daartoe een groot aantal gesprekken met de directies en medewerkers van beide instituten. Helaas werd dit proces vertraagd door ziekte zijnerzijds. Op 11 juni verscheen het advies met de titel Het onderzoek vooruit helpen, een coproductie van J. Kloosterman, H. Wals, directeur Huygens Instituut en beoogde directeur van het nieuwe instituut, J.P. Sigmond, directeur ing en R.T. Jongerius die inmiddels bij het Huygens Instituut was aangesteld als projectdirecteur voor de bedrijfskundige aspecten. In het advies is als formele taakopdracht van het nieuwe instituut een viertal doelstellingen geformuleerd, te weten: 1. Het instituut verricht onderzoek op het gebied van (vooral) Nederlandse geschiedenis en letterkunde in internationale context. 2. Op deze terreinen maakt het instituut historische bronnen en literaire teksten toegankelijk. 3. Voor dit onderzoek en het toegankelijk maken van bronnen en teksten ontwikkelt het instituut nieuwe methodologieën en geavanceerde elektronische gereedschappen. 4. Het instituut draagt bij aan het bouwen en onderhouden van de onderzoeksinfrastructuur op het gebied van de geschiedenis en de letterkunde. Gelijktijdig werkte een ambtelijke werkgroep van nwo aan een rapport dat als uitgangspunt moest dienen voor de onderhandelingen met de knaw (Feiten en cijfers. Eindverslag van de ambtelijke werkgroep ing, 1 juli 2010). Tijdens het gehele proces is tussen bestuur en directeur, directeur en management team en tussen directie en ondernemingsraad intensief en in groot wederzijds vertrouwen overleg gepleegd. Met name de ondernemingsraad verdient lof omdat het overlegproces, zeker in de tweede helft van het verslagjaar, onder hoge (tijds)druk werd gevoerd. Voorts overlegde de directeur wekelijks met H. Wals en R.T. Jongerius over de voortgang. 6

7 Over het sociaal plan werd door de vakbonden, die daartoe tweemaal de leden consulteerden, onderhandeld met nwo. Vanaf 1 juli is door de directies van het ing en het Huygens Instituut, vooruitlopend op de formele besluitvorming, intern gewerkt aan kennismaking en integratie van beide instituten. Zo werd voor het nieuwe instituut gezamenlijk een begroting 2011 opgesteld volgens de knaw systematiek en werd een gemengde commissie in het leven geroepen die activiteiten organiseerde waarmee de medewerkers van beide instituten in de gelegenheid werden gesteld elkaar beter te leren kennen. Op 30 september werden de deuren tussen beide instituten feestelijk geopend om de intentie om tot een fusie te komen symbolisch zichtbaar te maken. Om de feitelijke overgang van de medewerkers van het ing mogelijk te maken, schakelde het Huygens Instituut per 11 oktober tijdelijk een personeelsmedewerker in die de opdracht kreeg het proces van inschalingen en aanstellingen van de ing medewerkers bij de knaw volgens de daar gehanteerde ufosystematiek voor te bereiden. Ondertussen verliepen de onderhandelingen tussen nwo en knaw vrij stroef zodat pas half november van een onderhandelingsresultaat sprake was. Op 8 december kon het Algemeen Bestuur van nwo een positief besluit nemen over de overgang van het ing naar de knaw en de fusie met het Huygens Instituut en lagen de ontslagbrieven c.q. aanstellingsbrieven kort daarop gereed voor verzending. Helaas verliep de besluitvorming binnen de knaw minder voorspoedig en kwam men daar niet vóór 31 december tot een positief besluit. Gelukkig bleek dat wel mogelijk op 17 januari 2011 en was met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 de overgang van de ing medewerkers naar de knaw en fusie van het ing met het Huygens Instituut alsnog een feit. Daarmee is onder de vleugels van de knaw een nieuw instituut ontstaan met de naam: Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Huygens ing). Dynamisering instituutsfinanciering en valorisatiegelden In het kader van de dynamisering instituutsfinanciering is in het verslagjaar een begin gemaakt met de uitvoering van de in 2009 opgestelde plannen. Zo is een aantal databases en webpublicaties op de website verbeterd, waaronder die van het Biografisch Portaal. De voltooiing van het Apparaat Nederlandse Geschiedenis, een samenwerkingsverband met de Koninklijke Bibliotheek, heeft daarentegen vertraging opgelopen. In het verslagjaar werd eenmalig een bedrag van euro ontvangen van nwo in het kader van de versterking van de valorisatie van activiteiten die de nwo instituten ondernemen. Hiertoe was binnen het instituut een viertal projecten geselecteerd. Het betrof de creatie van een werk/leerplaats bij de redactie van bmgn/lchr van het knhg; een internationaal congres over historische bronnen, te organiseren in 2012; het opzetten van een portal dat de relevantie van geschiedenis voor actuele vraagstukken voor onder meer beleidsmakers wil uitdragen en, in samenwerking met het Huygens Instituut, een Gouden Eeuw portal. Projecten Omdat de aandacht van de instituutsmedewerkers voor een belangrijk deel gericht was op de realisering van de fusie, zijn geen nieuwe projecten opgestart anders dan die in het kader van de dynamisering en valorisatie. De aandacht lag daarnaast zoveel als mogelijk op het realiseren van de lopende programma s. 7

8 Evaluatie Alle nwo instituten werden geacht in 2010 een evaluatie van de lopende programma s op te stellen. Gezien de op handen zijnde fusie was met het nwo bestuur overeengekomen deze rapportage voor het ing geen doorgang te laten vinden. In plaats daarvan zou het instituut een update verzorgen van de tussentijdse evaluatie (2008) van de lopende programma s alsmede een sterkte-zwakte analyse van het instituut. Het resultaat is begin 2011 aan nwo aangeboden. 8

9 wetenschappelijke activiteiten Wetenschappelijke productie Instituutspublicaties (in druk en digitaal) 11 Publicaties medewerkers 57 Voordrachten 33 Vertegenwoordiging en bestuur in Nederland mw. I.J.A. Nijenhuis (Nationale Vergadering ), programmaleider J.W.J. Burgers (Grafelijke registers Henegouwse periode) M.J.M. Damen (Staten van Brabant) E. C. Dijkhof (Ambtsdragers en Ambtenaren Middeleeuwen) mw. M. van Faassen (Grondwetscommissies) S.D.W. Kerkvliet (Ambtsdragers en Ambtenaren Republiek) mw. C.W. van Leeuwen (Grondwetscommissies) In dit programma wordt de expertise van het instituut op politiek-bestuurlijk terrein ingezet voor de lange periode van de dertiende tot het einde van de 20 ste eeuw. Het programma beslaat vier projecten die de ontwikkeling van politieke instellingen en hun bureaucratisch apparaat alsmede het maatschappelijk functioneren van deze instituties gemeen hebben en beloopt zeven eeuwen. De wisselwerking tussen samenleving en overheid vormt de rode draad. Niet alle knelpunten in de formatie konden in 2010 worden opgelost. Daardoor en vanwege het uitlopen van projecten uit het vorige ing onderzoeksprogramma staat de voorziene einddatum van het programma (2013) onder druk. Nochtans werden diverse projectpublicaties gerealiseerd. - Registers van de grafelijkheid van Holland Dit project verloop volgens plan. Het betreft een online editie van de registers waarin de oorkonden van de graven van Holland en Zeeland in de eerste helft van de 14de eeuw zijn opgetekend. In december 2010 konden de registers van Kennemerland, Zuidholland, Amstelland-Waterland en Friesland op de ing-website gepubliceerd worden. 836 van de in totaal 996 folio s zijn bewerkt, van de in totaal ca te bewerken teksten zijn er geheel gereed. - Repertorium van Ambtsdragers en Ambtenaren II. Uitgangspunt is aanvulling te verzorgen op en koppeling te maken met het in 2007 online gepubliceerde Repertorium Ambtsdragers en Ambtenaren (raa i). Gewerkt wordt aan een tweetal databanken. In de eerste plaats een databank van landsheerlijke ambtenaren en ambtsdragers in Holland en Zeeland vanaf ca tot Doordat de uitvoerder veel tijd heeft moeten besteden aan de afwerking van het project Dagvaarten (oud programma Staatsvorming) en aan zijn werkzaamheden als voorzitter or (ing) en lid cor (nwo) is het de vraag of dit project alle gestelde doelen voor 2014 kan realiseren. De tweede databank betreft ambtsdragers en ambtenaren uit Gelderland, Utrecht en Groningen vanaf 1588 tot De uitvoering is per 1 december 2010 gestart. - Nationale Vergadering : de eerste Nederlandse democratie in teksten. Het project valt uiteen in twee deelprojecten: een toegang op en editie van de (kern)teksten uit de politieke pers en pamfletliteratuur en een digitale toegang op het Dagverhaal van de Nationale Vergadering. Met behulp van stagiaires en onderzoeksassistentie zijn titels verzameld maar de projectleider heeft haar onderzoekstijd in het verslagjaar nauwelijks kunnen inzetten door neventaken, onder meer haar 9

10 werkzaamheden als hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en noodzakelijke inzet bij het fusietraject. Realisatie van beide deelprojecten is niet mogelijk zonder extra onderzoekscapaciteit en overwogen wordt een deelproject te laten vervallen. - Grondwetscommissies Het project Commissies voor grondwetsherziening ontsluit archiefmateriaal en documentatie van en over (staats)commissies voor grondwetsherziening. Een digitale onderzoeksgids maakt de onderzoeker wegwijs in het archiefmateriaal van zeventien grondwetscommissies. Daaraan gekoppeld zijn doorzoekbare scans van reeksen kerndocumenten, zoals notulen en rapportages van de commissies. Gids en bewerking van de scans werden in het verslagjaar voltooid en konden worden gepresenteerd tijdens een studiemiddag op 15 november Het laatste onderdeel van dit project, een in druk te verschijnen selectieve uitgave van documenten, vordert volgens plan. Deze thematische teksteditie wordt gesteund door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden en zal in 2012 verschijnen. Ook het aan het project verbonden promotieonderzoek van mw. C.W. van Leeuwen, dat in nauwe samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen wordt uitgevoerd, zal in 2012 kunnen worden gepubliceerd Nederlanders en de cultuur over de grenzen G.J. Knaap (Godsdienstpolitiek Nederlands-Indië; Nederlanders en de cultuur in de Atlantische wereld), programmaleider G.R. de Graaf (Repertorium zendings- en missiearchieven) mw. I.D. van der Heiden (Godsdienstpolitiek Nederlands-Indië) mw. K. Hulsker (Repertorium zendings- en missiearchieven) H.R. Jordaan (Nederlanders en de cultuur in de Atlantische wereld) A.C.M. Kappelhof (Repertorium zendings- en missiearchieven) mw. M.C.W. Schillings (Nederlanders en de cultuur in de Atlantische wereld) mw. M.E. van Till (Godsdienstpolitiek Nederlands-Indië) Het vijfde jaar van het programma, dat volgens planning eind 2011 voltooid zal moeten zijn, stond ten dele in het teken van het verzamelen en invoeren in ingforms van archief- en literatuurgegegevens. Geleidelijk aan gingen de projecten het afrondende stadium in. Dit hield, gelet op de internationale uitstraling, onder meer in vertaling in het Engels dan wel correctie daarvan van bepaalde delen van de modules. Verder werden er voor het ict-ontwerp van de publieksapplicaties scenarionota s geschreven. Niet alle gestelde doelen zullen binnen de gestelde tijd worden gehaald. De archiefmodule van het project Atlantische wereld alsook het project Godsdienstpolitiek Nederlands-Indië liepen om uiteenlopende redenen vertraging op en zullen naar het zich laat aanzien eind 2011 niet afgerond kunnen worden. Drie leden van de programmagroep (H.R. Jordaan, G.R. de Graaf en K. Hulsker) volgen een promotietraject. H.J.M. van Dapperen maakt goede vorderingen met het subproject Plakkaatboek Guyana. G.J. Knaap was voor 0,3 fte uitgeleend aan het Nederlands Instituut voor Militaire Geschiedenis om mee te schrijven aan deel 5 van het overzichtswerk Militaire geschiedenis van Nederland. - Repertorium van Nederlandse zendings- en missiearchieven Het aantal te beschrijven archiefvormers is nauwelijks meer toegenomen (nu 455 zending en 269 missie) waarbij het onderzoek naar het onderdeel zending nagenoeg is afgerond. Het materiaal van de missie is bewerkelijker omdat zich betrekkelijk veel archieven in eigen beheer bevinden. K. Hulsker en A.C.M. Kappelhof brachten bij meerdere instellingen (Fraters van Tilburg, Dochters der wijsheid in Wychen, Norbertijnen in Heeswijk, Karmelieten in Boxmeer, Franciscanessen St. Anna in Oudenbosch en Dochters van Maria en Joseph in s-hertogenbosch) bezoeken op locatie. De promotieonderzoeken over zending en missie 10

11 in Nieuw-Guinea door G.R. de Graaf en K. Hulsker in samenwerking met resp. de Theologische Universiteit Kampen en de Radboud Universiteit in Nijmegen kunnen naar alle waarschijnlijkheid eind 2011 worden afgerond. - Godsdienstpolitiek in Nederlands-Indië, in het bijzonder ten aanzien van de Islam Het onderzoek in het archief van Koloniën werd vrijwel geheel afgerond. Een overzicht is vervaardigd van andere voor de godsdienstpolitiek relevante collecties binnen en buiten het Nationaal Archief. De commissie van Advies kwam eenmaal bijeen. - Nederlanders en de cultuur in de Atlantische wereld ca De laatste beschrijvingen van archiefcollecties met relevant materiaal zijn afgerond. De overweldigende hoeveelheid materiaal dwong tot een herbezinning op de uitgangspunten. Besloten is tot een meer inzichtelijke structuur te komen, waarbij ook nadruk wordt gelegd op de archiefvormers. Al met al zal het project waarschijnlijk halverwege 2012 opgeleverd kunnen worden. H.J.M. van Dapperen voltooide de invoer van voor de multiculturele verhoudingen relevante wet- en regelgeving in de module Wetgeving. Verder werkte hij aan de digitale publicatie van het van prof. mr. J.Th. de Smidt overgenomen onvoltooide plakkaatboek Berbice-Demerary-Essequebo. Met G.J. Knaap bracht hij een bezoek aan de National Archives of Guyana in Georgetown waar zij documenten fotografeerden en aldaar berustende Nederlandse archiefcollecties hebben beschreven. H.R. Jordaan concentreerde zich in het verslagjaar op zijn dissertatie over de geschiedenis van de vrije zwarte en gekleurde bevolking van Curaçao. Voorts verleende dit project in mei en juni gastvrijheid aan de visiting scholar Hugo Carillo uit Colombia, die een dissertatie schrijft aan de Universidad Nacional de la Plata (Argentinië) over de relaties tussen de Nederlandse Antillen en Colombia in de tweede helft van de 19 de eeuw op basis van consulaire rapporten. Verenigingsleven in Nederland mw. M. van Tielhof (Erkende verenigingen), programmaleider M.J. van Gent (Sportbonden, sportclubs en sportperiodieken) mw. J. Roelevink (Politieke sociabiliteit) mw. M.J.B. Schouten (Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie) R.G.H. Sluijter (Rooms-katholieke religieuze broederschappen) Dit programma beoogt het onderzoek naar de Nederlandse civil society tijdens de lange negentiende eeuw te stimuleren door vijf grote databases met verenigingen samen te stellen. In het verslagjaar zijn grote vorderingen gemaakt met het verzamelen van materiaal en met afrondende werkzaamheden zoals de ontwikkeling van raadpleegapplicaties, het schrijven van begeleidende teksten en het controleren en harmoniseren van gegevens. Deze goede voortgang is mede te danken aan de hulp van studentassistenten E. Blom en S. Koopmans. Naar verwachting zullen alle databases in 2011 afgerond worden. Twee onderzoekers in de programmagroep hebben een sabbatsverlof toegekend gekregen om een of meer artikelen te schrijven die aansluiten bij het onderzoek voor de database. J. Roelevink heeft van dit verlof gebruik gemaakt in de eerste helft van 2010, R. Sluijter zal in 2011 zijn sabbat opnemen. Aan de vijf projecten van dit programma kon een extern voorbereide database worden toegevoegd die daarbij zeer goed aansluit, namelijk een overzicht van verzekeringsfondsen die bestaan hebben in de periode Deze database is door mw. L.A. van der Valk (eur) vervaardigd en zal in 2011 op de website van het Huygens ing gepubliceerd worden. Ten slotte is in het verslagjaar een matchingsproject Sport en culturele identiteit met de Universiteit van Amsterdam opgezet. Het promotievoorstel terzake is door de matchingscommissie van de UvA goedgekeurd voor financiering. In 2011 wordt besloten of het Huygens ing hiervoor middelen kan vrijmaken. 11

12 Naslagwerken S.C. Derks (Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis) A.J.C.M. Gabriëls (Biografisch Woordenboek van Nederland ) mw. A.S. de Haas (Digitaal Vrouwenlexicon Nederland) mw. B.F.A. Houben (Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis) mw. E.M. Kloek (Digitaal Vrouwenlexicon Nederland en Biografisch Portaal van Nederland) mw. F.G.T. Maas (Digitaal Vrouwenlexicon Nederland) mw. A.M. Mreijen (Digitaal Vrouwenlexicon Nederland en Biografisch Portaal van Nederland) R.G.H. Sluijter (Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis) mw. G.A.M. Van Synghel (Broncommentaren) Digitale Bibliografie Nederlandse Geschiedenis (dbng) De Digitale Bibliografie Nederlandse geschiedenis is een langlopend project dat wortelt in een Leids initiatief uit Het biedt een lopend overzicht van wetenschappelijke publicaties over de Nederlandse geschiedenis van prehistorie tot heden. In het verslagjaar zijn, mede omdat de formatie tijdelijk van 1,3 fte naar 2 fte kon worden verhoogd, publicaties bewerkt en ontsloten voor historisch onderzoek. Het deelproject Digitalisering en ontsluiting historische periodieken, ca ligt eveneens goed op schema. Ontsloten zijn de Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, de Nederlandsche Historiebladen, het Historisch Tijdschrift, de Bijdragen van het Historisch Genootschap en het Tijdschrift voor Geschiedenis. Het Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis is via het Franse portal Persée toegankelijk. Helaas is bij de voltooiing van het deelproject Apparaat Nederlandse Geschiedenis (ang), dat een heuristische gids voor historisch onderzoek beoogt te zijn, vertraging opgetreden. Dit is te wijten aan technische problemen, alsmede aan problematiek rond auteurs- en beeldrechten. Hopelijk kan dit project waarin de Koninklijke Bibliotheek participeert in 2011 worden afgerond. Biografisch Portaal van Nederland Nadat in 2009 de financiële en organisatorische basis was gelegd voor het Biografisch Portaal kon op 17 februari de website van het portaal onder grote belangstelling door dr. A.H.G. Rinnooy Kan gelanceerd worden. In 2010 zijn 13 bestanden geïmplementeerd waardoor het portaal nu ca personen in ca biografieën telt. In het komende jaar dient aandacht besteed te worden aan structurele financiering voor het portaal. Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland Het project is in het verslagjaar succesvol afgesloten. Met 102 nieuwe lemmata konden de beoogde lemmata gehaald worden. Het werden er uiteindelijk Tegelijkertijd is gewerkt aan homogenisering en verbetering van de reeds bestaande lemmata ter optimalisering van de doorzoekbaarheid. Biografisch Woordenboek van Nederland In het verslagjaar is verder gewerkt aan biografieën van Nederlanders uit de periode lemmata konden worden afgerond. 12

13 Broncommentaren Op 28 oktober is uit de serie broncommentaren deel 8 Jaarverslagen van Nederlandse ondernemingen vanaf 1811 tot 2005 feestelijk in ontvangst genomen door prof. dr. E.J. Fischer. Daarmee is de reeks waarin seriële archieven werden becommentarieerd ten behoeve van historisch onderzoek afgesloten. Het heeft geresulteerd in twee series. De eerste reeks telt vier afleveringen, die twaalf afzonderlijke commentaren bevatten. Deze serie is tussen 1986 en 1990 uitgegeven door de Stichting Archief Publikaties onder verantwoordelijkheid van de commissie Broncommentaren van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland. De tweede serie omvat nu acht delen met totaal 40 afzonderlijke commentaren. Deze serie is vanaf 1994 uitgegeven door het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Redactiesecretaris G.A.M. Van Synghel is tot eind 2011 gedetacheerd bij de Stichting Brabantse Bronnen voor de bewerking van het Digitaal Oorkondenboek van Noord-Brabant. Programma s en projecten Bronnenmateriaal mw. M. C. Le Bailly (Dagvaarten Holland en Zeeland) J.W.J. Burgers (Dagvaarten Holland en Zeeland) E.C. Dijkhof (Dagvaarten Holland) mw. M. van Faassen (Naoorlogs emigratiebeleid) mw. J. Roelevink (Onderzoeksgids Bataafs-Franse tijd) Van het ing-programma resteerden nog enkele projecten waaraan verschillende onderzoekers hebben gewerkt naast hun onderzoek voor de projecten van het lopende programma. Uit het programma Staatsvorming in de late Middeleeuwen verschenen in het verslagjaar Bronnen voor de geschiedenis van de Staten en steden van Holland voor 1544, V, en Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland vóór 1544, deel II: , 1e stuk: inleiding, lijsten, indices, beide bewerkt door E.C. Dijkhof en J.G. Smit, m.m.v. M.C. Le Bailly en M.J.C. Swüste. Voorts maakten J.G. Smit, projectleider, en M.C. Le Bailly Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544, IV, Eerste stuk: Inleiding, lijsten en indices persklaar. Het deel zal later verschijnen. Het project Dagvaarten van de Staten en steden van Zeeland met projectleider J.G. Smit, wetenschappelijk medewerker J.W.J. Burgers en assistenten M.C. Le Bailly en A.J. Buijs nadert de voltooiing en zal in twee delen in 2011 verschijnen. De Nationale Vergadering zette in 1796 de veranderingen in gang, die een aantal nieuwe grondwetten met steeds weer een nieuwe inrichting van het openbaar bestuur zouden brengen. 13

14 Het programma Bataafs-Franse tijd is in 2010 afgerond met de online publicatie van de onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd door J. Roelevink. Onderzocht wordt of een gedrukte publicatie kan verschijnen. In het programma Wederopbouw en Verzorgingsstaat is verder gewerkt aan het project Naoorlogs emigratiebeleid in Nederland Verwacht wordt dat de gebruikersapplicatie van de onderzoeksgids en de dissertatie in 2011 worden afgerond zodat publicatie in 2012 zal plaatsvinden. Overige projecten L.J. van Damme (Europese Integratie) M.L.J. Dierikx (Europese Integratie) M.G.M. Smits (Europese Integratie) mw. M. Scherer (Sociale zorg en rechtsherstel oorlogsgetroffenen) mw. J.E. Schooneveld-Oosterling (Boekhouder-Generaal Batavia) mw. K. Verbrugge (Opsporing en verificatie 1944-heden) De volgende projecten worden op basis van subsidie of opdrachten uitgevoerd. - Nederland en de Europese Integratie Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Door de projectleider M.L.J. Dierikx en onderzoeker M.G.M. Smits, is met ondersteuning van junioronderzoeker L.J. van Damme en twee stagiairs per 1 december een tranche met duizenden nieuwe documenten opgeleverd waarmee aan de contractuele verplichtingen is voldaan. Aandachtspunt is een inhoudelijke heroriëntatie op het project, in samenhang met de financiële consequenties daarvan. Mede op aandringen van Buitenlandse Zaken wordt onderzocht of het mogelijk is een beperkte internationale vergelijking uit te voeren met de vijf andere landen die vroeg bij de Europese eenwording waren betrokken. Hiertoe zijn in 2010 archieven in Duitsland en Frankrijk bezocht. Tot de begeleidingscommissie, die eenmaal bijeen is gekomen in aanwezigheid van I. de Jong (dges, Buitenlandse Zaken) en directeur J.P. Sigmond, trad namens Buitenlandse Zaken S.I.M. Gosses toe. - De projecten Sociale Zorg en Rechtsherstel Oorlogsgetroffenen, 1942-heden en Opsporing en Verificatie, 1944-heden, gefinancierd door het Ministerie van vws en uitgevoerd in samenwerking met het niod, zijn afgerond en online gepubliceerd als onderzoeksgids Oorlogsgetroffenen WO2: terugkeer, opvang, nasleep. Op 11 maart 2010 vond een druk bezochte presentatie plaats. Voor het technische en inhoudelijke onderhoud van de website Oorlogsgetroffenen zijn afspraken gemaakt met het niod. Putten. Administratie van de afgevoerden en vermisten Repatrianten te Amsterdam 14

15 - Het project Boekhouder-Generaal Batavia wordt gefinancierd met gelden van het voc-fonds. Het rijke materiaal blijkt omvangrijker dan voorzien maar het project heeft goede voortgang gemaakt. Onder leiding van J.E. Schooneveld-Oosterling zijn door A.F. Kunst, H.J.A.C. Nijhuis en K.J. van Wijk (allen in deeltijd) tien delen ingevoerd, waarbij het totaal op 35 van de 55 delen kwam. Die beslaan de periode De afronding van het project is mede afhankelijk van nieuwe financiering. Assistenten H.J.M. van Dapperen M. Kooijmans G.T.W. Ruigrok mw. M. Scherer mw. M.T.A. Schouten (coördinator assistentie) mw. M.H.M.M. Sopers-Eijkemans mw. R. Siemens mw. M.J.C. Swüste mw. M.W. Timmermans-Hornsveld Overig onderzoek - Bij het project Generale Missiven van gouverneurs-generaal en raden werden door gastonderzoeker H.K. s Jacob met assistentie van G.T.W. Ruigrok 390 folio s bewerkt en 252 samenvattingen vervaardigd van de missive onder gouverneur-generaal Van der Parra van 31 december In het verslagjaar is het onderzoek voor het Archangelproject door M. van Tielhof en S.D.W. Kerkvliet afgerond. De webpublicatie kan in 2011 plaatsvinden. Er moet nog een beslissing genomen worden over een eventuele Engelstalige versie. - Extern onderzoeker Ch.F. van Fraassen werkte gestaag voort aan de Bronnen betreffende de Midden- Molukken in de 19 de eeuw files (zijnde 2/3 de deel) zijn gereed om opgenomen te worden in een digitale publicatie. Naar verwachting zal in 2011 het totale bestand over de jaren gereed zijn. - De Bronnenpublicatie Protestantse Kerk in de Molukken in de zeventiende en achttiende eeuw, Th. van den End (uitvoerder), H.E. Niemeijer, G.J. Schutte en P. Holtrop, vloeit voort uit het knaw programma Wetenschappelijke Samenwerking Nederland-Indonesië en is een samenwerking met de Theologische Universiteit Kampen. 1/3 de deel van het totale aantal documenten van circa 900 stukken is in 2010 geredigeerd. - De Acta van de Classes Tholen en Schouwen-Duiveland door de bewerkers F.A. van Lieburg en H. Uil zijn in transcriptie gereed maar grote onderdelen zoals de inleiding en de indices moeten nog vervaardigd worden zodat publicatie niet eerder dan in 2012 is voorzien. - De Acta van de Classes in Gelderland die bewerkt worden door Chr. Ravensbergen is op de index na in het verslagjaar gereed gekomen en zal in 2011 verschijnen. - Kroniek van Groningen Het werk aan De Kroniek van Groningen en Ommelanden door Johan van Lemego en Sicke Benninge is door extern onderzoeker E.O. van der Werff in 2010 zover gevorderd dat publicatie in 2011 valt te voorzien. - Het Gouds Kroniekje dat bewerkt wordt door dr. A. Janse zal eind 2011 kunnen worden afgerond. In 2010 is bepaald dat er naast een volledige elektronische publicatie ook een kritische en synoptische leeseditie van twee versies in boekvorm zal verschijnen. 15

16 ing Publicatie in vertaling Op 6 februari verscheen in Oxford tijdens een door de vakgroep Oxford Transitional Justice Research van de universiteit aldaar in samenwerking met de schrijver namens het ing georganiseerd seminar de publicatie P.J. Drooglever, An Act of Free Choice. Decolonization and the Right to Self-Determination in West Papua (Oneworld, Oxford 2009). Dit is de Engelse vertaling van het eerder in opdracht van Buitenlandse Zaken door Drooglever in dienst van het ing geschreven boek Een daad van vrije keuze. De Papoea s van westelijk Nieuw-Guinea en de grenzen van het zelfbeschikkingsrecht (Amsterdam 2006). Later in het verslagjaar verscheen eveneens de Indonesische vertaling: Tindakan Pilihan Bebas. Orang Papua dan Penentuan Nasib Sendiri (Penerbit Kanisius, Yogyakarta 2010). De vertalingen kregen ruime aandacht. Voor de Comittee on Foreign Affairs van het Amerikaanse Congres was het aanleiding de heer Drooglever uit te nodigen als getuige-deskundige aan een hoorzitting over de schending van de mensenrechten in westelijk Papoea op 22 september in Washington. Tentoonstelling Vrouwen rondom Huygens In het kader van de tentoonstelling Vrouwen rondom Huygens die in het voorjaar van 2010 werd gehouden in het Huygensmuseum Hofwijck en Stadsmuseum Leidschendam-Voorburg, heeft het ing in samenwerking met het Koninklijk Huisarchief en de Koninklijke Bibliotheek de database met de Correspondentie van Constantijn Huygens aanzienlijk uitgebreid. Van de brieven van Constantijn Huygens aan en van 185 verschillende vrouwen zijn 996 gedigitaliseerde brieven uit het Koninklijk Huisarchief beschikbaar gesteld. Van 424 brieven uit de Koninklijke Bibliotheek kwam een voorlopige digitale versie beschikbaar, in afwachting van de gedigitaliseerde microfilm. Van veel van deze vrouwen is een lemma beschikbaar in het Digitaal Vrouwenlexicon. Leerstoelen en onderwijsbijdragen J.W.J. Burgers en mw. I.J.A. Nijenhuis bekleedden vanwege en met steun van het ing leerstoelen, resp. als hoogleraar Bronontsluiting, specifiek op het terrein van de Middeleeuwen aan de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar Bronontsluiting, in het bijzonder op het terrein van de Nieuwste geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Beiden hielden in het verslagjaar hun inaugurele rede. Een aantal medewerkers leverde bijdragen in de vorm van gastcolleges: C.W. van Leeuwen en R.H.G. Sluijter aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, H.R. Jordaan aan de Universiteit van Leiden. Netwerk Politieke Geschiedenis Het Netwerk Politieke Geschiedenis (npg) is opgericht om de lokale promotieopleidingen op landelijk niveau aan te vullen met studiedagen, workshops en onderzoekspresentaties. Het secretariaat berust bij het ing. Dat coördineerde in 2010 opnieuw verschillende goed bezochte bijeenkomsten. Het aantal leden en belangstellenden nam in dit verslagjaar toe tot circa honderd. Het succes van het npg werd ook zichtbaar in de vanzelfsprekendheid waarmee door de decanen van de faculteiten in de letteren en geesteswetenschappen werd besloten dit netwerk met ingang van 2011 gedurende vijf jaar de status van landelijke onderzoeksschool te verlenen. Daarmee komen structureel gelden beschikbaar voor de verdere ontwikkeling van het opleidingsprogramma voor promovendi en researchmaster studenten. Huygens ing zal het penvoerderschap vervullen en de nodige faciliteiten bieden voor de aan te trekken coördinator van de Onderzoeksschool Politieke Geschiedenis. 16

17 Internationalisering Met behulp van de door nwo beschikbaar gestelde extra middelen (Dynamisering) zijn in het verslagjaar enkele pilots voor internationale samenwerking gestart. - Per 1 augustus is de pilot Staten van Brabant gestart door M.J.M. Damen. Het betreft een samenwerking tussen het ing, de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis te Brussel, de Universiteit Leiden, de Universiteit Antwerpen en de Universiteit van Leuven. Doelstelling van de pilot is inzicht te verkrijgen in de beschikbare bronnen, verkennen van digitale vormgeving van een editieproject en onderzoek naar financieringsmogelijkheden. - Voor de uitvoering van de pilot Internationale database Emigrantenregistratiekaarten zijn besprekingen met het Nationaal Archief gevoerd over de beschikbaarstelling van materiaal. In de pilot wordt samengewerkt met mw. prof.dr. M.L.J.C. Schrover van de Universiteit Leiden en mw. dr. N. Peters van de Curtin University Perth. - G.J. Knaap investeerde in het opzetten van een netwerk van Europese historici, geïnteresseerd in de Europese expansie in Azië waarbij werd samengewerkt met encompass van de Universiteit Leiden. In samenwerking met de Université de Nice Sophia Antipolis, Centre de la Méditerranée Moderne et Contemporaine, werd op 23 en 24 september een workshop georganiseerd waaraan vertegenwoordigers uit zeven Europese landen meewerkten. In 2010 heeft directeur J.P. Sigmond gefungeerd als voorzitter van Porta Historica, a network of Institutions editing historical sources met E.C. Dijkhof als academisch secretaris. Het ing host de website van Porta. De jaarvergadering vond plaats op 15, 16 en 17 september in de Ecole des Chartes in Parijs. Besloten is het netwerk verder uit te breiden met nieuwe leden en de volgende jaarvergadering in Den Haag te organiseren, eventueel te combineren met een congres over methoden en technieken van ontsluiten en editeren van bronnen en teksten. E.C. Dijkhof bezocht in Philadelphia (Pennsylvania) de jaarvergadering van de Association of Documentary Editing. 17

18 INSTITUUT Interne organisatie Werd in 2009 al veel overleg gepleegd over de voorgenomen fusie, het jaar 2010 stond geheel in het teken van de overgang van nwo naar de knaw en de fusie met het Huygens Instituut. Dat gold voor alle medewerkers. Op het management team rustte een zware verantwoordelijkheid omdat de nieuwe directeur zeker in het begin zwaar op het team moest leunen. Daar kwam bij dat de nieuw aangetreden directeur slechts voor 2,5 dagen per week aanwezig was en zich moest concentreren op de fusieperikelen. Een open manier van communiceren en veel wederzijds vertrouwen zorgde ervoor dat effectief en efficiënt gewerkt kon worden. Dat gold ook voor de samenwerking tussen directie en ondernemingsraad die zeer constructief was. Enerzijds werd nauw samengewerkt en anderzijds werden de verschillende verantwoordelijkheden goed in het oog gehouden en gerespecteerd. Het personeel werd tijdens personeelsbijeenkomsten zo goed mogelijk op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Indien een personeelslid dit op enig moment wenste, werd hij individueel op de hoogte gesteld. De laatste drie maanden hield de directeur tweewekelijks open-deur bijeenkomsten waar eenieder informatie kon vragen of suggesties kon doen. Met de directie van het Huygens Instituut, H. Wals en R.T. Jongerius, vond wekelijks overleg plaats over de stand van zaken waarbij meer en meer, in plaats van de instituutsbelangen, het belang van het nieuwe instituut voorop kwam te staan. De heer Wals heeft in de tweede helft van het jaar met alle medewerkers van het ing individueel gesproken en was geregeld bij mt vergaderingen te gast. Een kennismakingscommissie waarin van ing zijde M. van Tielhof en M.T.A. Schouten deel uitmaakten, leverde een belangrijke bijdrage aan de prille integratie van beide instituten. Ze verzorgde een drietal bijeenkomsten, culminerend in een gezamenlijke kerstlunch op 16 december die door een gemengd koor luister werd bijgezet. Voorts zorgde de commissie ervoor dat de sociale activiteiten van beide instituten werden gestroomlijnd. Het management team is 15 maal bijeengekomen in de volgende samenstelling: J.P. Sigmond vz., G.J. Knaap, mw. I.J.A. Nijenhuis en mw. M. van Tielhof. Personeel Op 27 augustus overleed na een lang en slopend ziekbed Marc Kooijmans. Kort voor zijn overlijden was hem vanwege zijn ziekte eervol ontslag verleend uit de functie van onderzoeksassistent, een functie die hij bijna 19 jaar bij het ing had vervuld. Marc heeft aan meerdere projecten van het instituut een substantiële bijdrage geleverd. Hij assisteerde onder meer bij het Biografisch Woordenboek van Nederland en bij vier delen Briefwisseling Thorbecke. In het Repertorium Ambtsdragers en Ambtenaren voerde Marc geheel zelfstandig het deel uit en voltooide hij het deel Voordat zijn ziekte opnieuw toesloeg, ondersteunde Marc met veel animo de selectie van teksten voor het project Grondwetscommissies Het ing zal Marc herinneren als een goede collega die zijn werk met grote inzet, precisie en inhoudelijke belangstelling deed. 18

19 Ondernemingsraad De ondernemingsraad kwam in het verslagjaar bijeen in de volgende samenstelling: E.C. Dijkhof (vz.), M.L.J. Dierikx (vice-vz.) en H.J.M. van Dapperen (secr.). De ondernemingsraad vergaderde 20 maal intern en overlegde 11 maal met de directeur. Vooral in de laatste maanden vond ook intensief informeel afstemmingsoverleg plaats met de directeur. Bovendien vonden drie vergaderingen met het personeel plaats, waarbij telkenmale de overgang naar de knaw en de fusie centraal stonden. E.C. Dijkhof en H.J.M. van Dapperen namen voorts deel aan het overleg van de centrale ondernemingsraad (cor) van nwo. Overleg met Huygens Instituut en raadpleging bonden In alle overleggen nam de overgang van het personeel naar de knaw en de fusie met het Huygens Instituut een centrale plaats in waarbij als rode draad de belangen van het ing personeel voorop stonden. Tijdens het overleg over het onderhandelingsresultaat met de bonden werd met succes vastgehouden aan de eigen uitgangspunten. Ook de doelstelling: het creëren van wetenschappelijke meerwaarde kwam regelmatig ter tafel en stevig werd vastgehouden aan het in tijd samenvallen van overgang naar knaw en fusie met het Huygens Instituut. Ook toen het proces in een stroomversnelling geraakte en de tijdsdruk groot werd, hield men de procedures in het oog zonder dat dit tot vertraging leidde. Secretariaat Het secretariaat heeft een druk jaar achter de rug. Omdat de directeur 2,5 dag aanwezig was, moest het secretariaat in de andere dagen zorgdragen voor de continuïteit en was intensiever overleg met de directeur noodzakelijk. De fusie vroeg om veel aandacht op diverse terreinen. Personeelszaken, het voorbereiden en aanleveren van rapportages en stukken en het organiseren van personeelsbijeenkomsten nam veel meer tijd dan in de voorgaande jaren. Zowel voor de receptie, de facilitair medewerker als voor het hoofd van het secretariaat lag het in de lijn dat de fusie verandering van werkzaamheden en taken met zich mee zou brengen, hetgeen voor enige onrust zorgde. Toch liepen de gewone zaken door. Een groot archiefblok ( ) kon worden overgedragen aan het Nationaal Archief en de personeeldossiers moesten in verband met de overgang naar de knaw opgeschoond worden. Daarnaast werd ondersteuning verleend bij presentaties en de voorbereiding van manifestaties elders (rond de database Oorlogsgetroffenen, het boek Gewestelijke financiën Zeeland, het Digitaal Oorkondenboek van Noord-Brabant) en werden manifestaties intern georganiseerd zoals de lancering van het Biografisch Portaal van Nederland, de presentatie van de onderzoeksgids Bataafs-Franse tijd, de presentatie van Broncommentaren 8 en de presentatie van de onderzoeksgids Grondwetscommissies. Elektronische bronontsluiting, ict-ondersteuning en website In het verslagjaar is verder gewerkt aan het doorontwikkelen van de ingforms maar de meeste aandacht ging uit naar werkzaamheden ten behoeve van de meer dan 30 onderzoeksprojecten. Daarvoor werden ten behoeve van publicaties webapplicaties gemaakt voor o.a. de projecten Oorlogsgetroffenen, Digitaal Vrouwenlexicon, Onderzoeksgids Bataafs-Franse tijd, Digitaal Oorkondenboek van Noord- Brabant, Grondwetscommissies, bwn en voor het programma Verenigingsleven. Voor andere projecten zoals het Archangelproject werden invoerapplicaties ontwikkeld. Veel aandacht ging uit naar het Biografisch Portaal. Naast de ontwikkeling en publicatie van de site, had overleg plaats met het Stichtingsbestuur en met mogelijke samenwerkingspartners. 19

20 In het kader van de retrodigitalisering werden 65 delen van de Rijks Geschiedkundige Publicatiën (rgp) en 56 externe publicaties bewerkt. Ook werd een tool ontwikkeld waarmee met behulp van de indexen van de verschillende delen de teksten bevraagd kunnen worden. Voor de website werd een nieuwe layout geïmplementeerd. Public Relations Besloten is om de Public Relations van het instituut de volle aandacht te geven ondanks de op handen zijnde fusie. Dat leverde soms noodgedwongen een ambivalente houding op en plannen voor de toekomst konden niet gemaakt worden. Veel aandacht is besteed aan de informatie via de website en de verbetering daarvan. Folders over nieuwe publicaties en het jaarverslag zijn vervaardigd en verspreid, persberichten bij presentaties verzorgd en zesmaal is een digitale nieuwsbrief verstuurd. In de Week van de Geschiedenis is medewerking verleend aan de publieksdag. Financiën Het Financieel jaarverslag wordt afzonderlijk door het Bestuur vastgesteld en vervolgens aan het Algemeen Bestuur van nwo uitgebracht. Het vormt geen onderdeel van het algemene jaarverslag. Opgemerkt kan worden dat de aanstaande overgang naar de knaw en de fusie inhield dat het aan het eind van het verslagjaar om een finale afrekening moest gaan waarbij het resultaat tevens onderdeel was van de onderhandelingen wat het tot een bijzonder jaar maakte dat van de financieel medewerker een grote inzet vergde. Ondersteunend personeel Mw. H. Andringa (communicatie/public relations) D. Bhageloe (financiën) Mw. A.J. Buijs (receptie, onderzoeksassistentie) B. van Dam (elektronische bronontsluiting) S.P. Fruijtier (systeembeheer) F.G. Hoekstra (elektronische bronontsluiting) Mw. E.C.M. Huysman (elektronische bronontsluiting) Mw. A.F. Kunst (secretariaat/onderzoeksassistentie) Mw. J.C. van Leeuwen-Groen (receptie, onderzoeksassistentie) M. van de Pol (webredacteur) Mw. A.M.A. Rijs-Timmerman (secretariaat) D.J. van Rhijn (elektronische bronontsluiting) A.F.W. van Weperen (algemene zaken) 20

21 bijlage 1 Lijst van medewerkers Aan het instituut waren gedurende het verslagjaar de volgende medewerkers verbonden: mw. ir. H. Andringa* (public relations) mw. dr. M.C. Le Bailly (onderzoeker) D. Bhageloe (administratie) mw. drs. A.J. Buijs (receptie; onderzoeksassistentie) prof. dr. J.W.J. Burgers (onderzoek) B. van Dam (elektronische bronontsluiting) dr. M.J.M. Damen (onderzoek) (vanaf ) drs. L.J. van Damme (onderzoek) (vanaf tot ) mr. dr. H.J.M. van Dapperen (onderzoeksassistentie) drs. S.C. Derks (onderzoek) dr. M.L.J. Dierikx (onderzoek) dr. E.C. Dijkhof (onderzoek; secretaris netwerk Porta Historica) mw. drs. M. van Faassen (onderzoek) S.P. Fruijtier (systeembeheer) dr. A.J.C.M. Gabriëls (onderzoek) dr. M.J. van Gent (onderzoek) mw. dr. L.M.L.M. de Goei (hoofd knhg, eindredacteur bmgn) drs. G.R. de Graaf** (onderzoek) mw. dr. E.A.S. de Haas (onderzoek) dr. D. Haks (directeur; secretaris van het bestuur en de adviesraad) (tot ) mw. drs. I.D. van der Heiden (onderzoek) dr. F.G. Hoekstra (elektronische bronontsluiting) mw. dr. B.F.A. Houben (onderzoek) (vanaf tot ) mw. drs. K. Hulsker (onderzoek) mw. drs. E.C.M. Huysman (elektronische bronontsluiting; coördinatie onderzoeksassistentie) drs. H.R. Jordaan*** (onderzoek) dr. A.C.M. Kappelhof (onderzoek) S.D.W. Kerkvliet MA (onderzoek) (vanaf ) mw. mr. drs. M. de Keuning (onderzoek; bmgn/knhg) mw. dr. E.M. Kloek (onderzoek) dr. G.J. Knaap (onderzoek; programmaleider/mt-lid) M. Kooijmans (onderzoeksassistentie) (tot ) F. Kramer (onderzoeksassistentie; bmgn/knhg) mw. drs. A.F. Kunst (onderzoeksassistentie; secretariaat) mw. drs. C.W. van Leeuwen (onderzoek) mw. J.C. van Leeuwen-Groen (receptie; onderzoeksassistentie) mw. F.G.T. Maas (onderzoeksassistentie) (tot ) mw. drs. A.M.F. Mreijen (onderzoek) mw. prof. dr. I.J.A. Nijenhuis (onderzoek; dagelijks bestuur Netwerk Politieke Geschiedenis; programmaleider/mt-lid) H.J.A.C. Nijhuis (onderzoeksassistentie) (vanaf ) 21