AV Natuurwetenschappen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AV Natuurwetenschappen"

Transcriptie

1 LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Natuurwetenschappen Basisvorming 1/2 lt/w Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: A-STROOM Leerplannummer: 2010/004 eerste graad eerste en tweede leerjaar Nummer inspectie: (vervangt 2003/001 en 2003/006) 2010/12/1//D (vervangt 2003 / 1 // 1 / I / BV / 1 / I / / D/ en 2003 / 5 // 1 / F / BV / 1 / I / /D/) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan Brussel

2 A stroom 1e graad Basisvorming 1 INHOUD Visie... 2 Beginsituatie... 3 Algemene doelstellingen... 4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken... 5 Leven doet leven... 9 Bouwstenen van organismen en de materie...11 Krachten-interactie tussen materie...16 Organismen en hun biotoop...17 Organismen vormen een levensgemeenschap...19 Energie de zon, bron van alle leven...21 Energie uitwisseling en stofomzetting in materie en in organismen...25 Algemene pedagogisch-didactische wenken Leerlijnen natuurwetenschappen...29 Samenhang met techniek...33 Samenhang met vakoverschrijdende eindtermen...33 Aandacht voor taal...33 Wenken bij het bereiken van de wetenschappelijke vaardigheden...34 Wenken bij de informatieopdracht...36 Planning natuurwetenschappen (A -stroom)...36 VOET...37 Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie Bijlagen Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen van de eerste graad A-stroom...47

3 A stroom 1e graad Basisvorming 2 VISIE Natuur is deel van onze cultuur. De natuurwetenschappen reiken middelen en methodes aan om de natuur rondom ons beter te begrijpen. De natuurwetenschappen behoren volgens Prof. E. Vermeersch tot de ervaringswetenschappen of empirische wetenschappen. Deze wetenschappen maken gebruik van de proefondervindelijke methode om de omgeving te begrijpen. Deze methode doet beroep op observaties en/of experimenten die besluiten bieden voor onderzoeksvragen die vooraf werden gesteld. Het leerplan natuurwetenschappen beoogt zowel de ontwikkeling van de eigen persoon als van een maatschappelijk engagement. We kunnen dit vertalen in een aantal hoofddoelen: Leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit de eigen omgeving de natuurwetenschappelijke kennis en inzichten omschrijven; natuurwetenschappelijke toepassingen en verschijnselen uit de eigen ervaringswereld op eenvoudige wijze verklaren; het belang van de natuurwetenschappen en de toepassingen ervan voor de samenleving uitleggen en natuurwetenschappelijke kennis plaatsen in een maatschappelijke, culturele en historische context; een standpunt innemen en een gemotiveerde mening uitspreken over wetenschappelijke toepassingen; een houding tegenover de natuurwetenschappen aannemen die gebaseerd is op inzicht in haar methoden, haar ontwikkeling en haar maatschappelijke impact. Deze hoofddoelen moeten het authentiek leren, ervaringsgericht en toepassingsgericht leren in herkenbare contexten voldoende kansen geven en de intrinsieke motivatie voor natuurwetenschappen stimuleren. Bij de keuze en formulering van leerplandoelen is er rekening gehouden met de eigenheid van de leeftijdsgroep. Zo wordt van de leraar bij de implementatie van het leerplan verwacht dat hij aandacht heeft voor: het cognitieve niveau van de leerlingen. Peilingproeven bevestigen dat leerlingen van de eerste graad het moeilijk hebben met het leren van abstracte begrippen en deze maar matig beheersen; de persoonlijke ervaringen en levensstijl van de leerlingen. De levensgewoonten van de leerlingen evolueren en hebben negatieve gevolgen voor hun gezondheid zoals: rugklachten, eetstoornissen, gehoorschade... de belangstellingsfeer en maatschappelijke relevantie. Het vak natuurwetenschappen krijgt betekenis als er regelmatig ingespeeld wordt op vragen van de leerlingen en toepassingen van de natuurwetenschappen in de maatschappij. De leerling leert geargumenteerde keuzes maken over het energiegebruik, de duurzaamheid van de grondstoffen de samenhang met contexten uit de vakoverschrijdende eindtermen zoals lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid. Er wordt gestreefd naar samenhang met het domein natuur uit het leergebied wereldoriëntatie van het basisonderwijs, met het vak techniek en met de vakoverschrijdende eindtermen. Het leerplan sluit aan bij de kennis en vaardigheden opgebouwd vanaf de kleuterschool en vormt een doorlopende leerlijn voor de natuurwetenschappelijke vorming van de leerlingen.

4 A stroom 1e graad Basisvorming 3 BEGINSITUATIE Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat leerlingen die de eerste graad aanvatten de eindtermen van het basisonderwijs hebben bereikt. Voor het vak natuurwetenschappen zijn de eindtermen wereldoriëntatie van het domein natuur en het domein techniek bepalend. Met wereldoriëntatie verwerven leerlingen kennis en inzicht in zichzelf, in hun omgeving en in hun relatie tot die omgeving. Zij verwerven vaardigheden om in interactie te treden met die omgeving en zij worden gestimuleerd tot een positieve houding ten aanzien van zichzelf en hun omgeving. Voor verschillende onderwerpen zoals het menselijk lichaam, ecosystemen, organismen en niet-levende natuur hebben de leerlingen zowel kennis opgebouwd als vaardigheden ingeoefend. Enkele kernideeën uit het leerplan wereldoriëntatie domein natuur van het basisonderwijs Nadruk op het rechtstreeks waarneembare waarnemen met alle zintuigen. Experimenteren om meer te weten over mens en natuur. Exploreren om meer te weten over mens en natuur. Bronnen raadplegen om meer te weten over mens en natuur. Een wetenschappelijke houding aanleren: een hypothese toetsen via een eenvoudig proefje. Nadruk op de samenhang tussen de dingen. Beperkte kennis verwerven over aspecten van de levende en niet-levende natuur, het menselijk lichaam en het milieu. Het is van belang dat de leraar vertrekt vanuit deze kennis en vaardigheden om binnen het domein van de natuurwetenschappen de leerlijnen verder te ontwikkelen. Bij verschillende leerplandoelstellingen wordt in de specifieke wenken aandacht besteed aan de voortzetting van deze leerlijnen. EERSTE LEERJAAR A In het eerste leerjaar A volgen alle leerlingen van de basisvorming één lestijd per week het vak Natuurwetenschappen. In het keuzegedeelte kunnen deze leerlingen twee lestijden per week het vak Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen) volgen. TWEEDE LEERJAAR A In het tweede leerjaar A volgen alle leerlingen van de basisvorming twee lestijden per week het vak Natuurwetenschappen. De leerlingen uit de basisopties Industriële Wetenschappen, Latijn en Moderne wetenschappen volgen ook nog twee lestijden per week het vak Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen).

5 A stroom 1e graad Basisvorming 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De leerplandoelstellingen hangen nauw samen met de eindtermen natuurwetenschappen die ontwikkeld zijn rond de kernbegrippen: materie, energie, interactie tussen materie en energie en systemen. Naast inhoudelijke leerplandoelstellingen zijn ook een aantal doelstellingen ontworpen voor de ontwikkeling van vaardigheden. Deze vaardigheden zijn gericht op het leren onderzoeken, het onderzoekend leren, de informatieverwerving en de communicatie over de natuurwetenschappen. De natuurwetenschappelijke vorming in de eerste graad sluit aan bij het vak wereldoriëntatie van de basisonderwijs en bereidt de leerlingen voor op de voortzetting van hun studie in de tweede graad. De leerlijn van de natuurwetenschappelijke vorming van het basisonderwijs tot de tweede graad is weergegeven in een schema. Basisonderwijs Wereldoriëntatie: Basisbegrippen in het domein natuur Basisbegrippen in het domein techniek Onderzoekende houding Aandacht en respect voor eigen lichaam en leefwereld Eerste graad (A stroom) Natuurwetenschappen: Natuurwetenschappelijke basiskennis en vaardigheden uitbreiden binnen het begrippenkader materie, energie, interactie tussen materie en energie en systemen. De wetenschappelijke methode(onderzoeksvraag, hypothese, experiment, waarnemingen, besluit) stapsgewijs inoefenen. Onderzoekende houding verder ontwikkelen zowel bij terreinstudie als bij het experimenteren. Basisinzichten verwerven in het gebruik van modellen zoals o.a. het deeltjesmodel om eenvoudige verschijnselen te verklaren. de cel en de samenhang tussen cel, weefsel, organen, stelsels en het ganse lichaam. omkeerbare en niet-omkeerbare stofveranderingen. Communicatievaardigheden ontwikkelen over natuurwetenschappen. Tweede graad. Natuurwetenschappen Wetenschap voor de burger, technicus... Uitbreiding van het begrippenkader vanuit verschillende contexten of thema s. Communicatie over natuurwetenschappen verder ontwikkelen Biologie/ Chemie/ Fysica Wetenschap voor de burger, technicus, wetenschappen... Uitbreiding van een vakspecifiek begrippenkader Context als illustratie bij de natuurwetenschappelijke begrippen. Voorzetting ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Ontwikkeling probleemoplossende vaardigheden Ontwikkeling van informatievaardigheden

6 A stroom 1e graad Basisvorming 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Om de leesbaarheid te verhogen zijn de leerplandoelstellingen genummerd en zijn de leerplandoelstellingen, de leerinhouden en het nummer van de eindterm op één lijn geplaatst. Bij elk deel zijn enkele specifieke wenken, activiteiten en leerlingenproeven beschreven. De aanduiding (A) in de kolom decretaal nummer verwijst naar een groep van eindtermen met betrekking tot wetenschappelijke vaardigheden en de aanduiding (B) verwijst naar vaardigheden en inzichten bij de eindtermen over wetenschap en samenleving. DECR.NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET20 ET21 ET22 ET23 ET24 ET25 WETENSCHAPPELIJKE VAARDIGHEDEN (A) onder begeleiding een natuurwetenschappelijk probleem herkennen, een onderzoeksvraag en een hypothese formuleren; onder begeleiding, bij een onderzoeksvraag gegevens verzamelen en volgens een voorgeschreven werkwijze een experiment, een meting of een terreinwaarneming uitvoeren. onder begeleiding, bij een eenvoudig onderzoek, de essentiële stappen van de natuurwetenschappelijke methode onderscheiden; onder begeleiding, verzamelde en beschikbare data hanteren, om te classificeren of om te determineren of om een besluit te formuleren. onder begeleiding resultaten uit een experiment, een meting of een terreinstudie weergeven. Dit kan gebeuren in woorden, in tabel of grafiek, door aan te duiden op een figuur of door te schetsen. De leerlingen gebruiken daarbij de correcte namen en symbolen. van de grootheden massa, lengte, oppervlakte, volume temperatuur, tijd, druk, snelheid, kracht en energie de eenheden en hun symbolen in contexten en opdrachten toepassen. Minimum één biotoopstudie en zeven leerlingenproeven uitvoeren tijdens de eerste graad.

7 A stroom 1e graad Basisvorming 6 DECR.NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Specifieke pedagogisch-didactische wenken Vanuit de waarneming van een eenvoudig verschijnsel of natuurwetenschappelijk probleem een onderzoeksvraag en hypothese formuleren. Zoek een gepaste probleemsituatie en laat de leerlingen hierbij mogelijke vragen en hypothesen verwoorden. Mogelijke onderzoeksvragen Is er een verschil tussen ingeademde en uitgeademde lucht? Heeft lucht een massa? Hoe verandert de temperatuur bij het smelttraject van een vaste stof? Welke functies heeft de stengel van een plant? Wordt de fotosynthese beïnvloedt door licht en koolstofdioxide? Bij de uitvoering van een opdracht, experiment of terreinstudie aandacht besteden aan het correct uitvoeren van de werkwijze of instructies. De resultaten van een waarneming of een meting weergeven met woorden, een figuur, een schets, een tabel of grafiek. Bij het nastreven van de ontwikkeling van wetenschappelijke vaardigheden is het doel dat de leerlingen bij een eenvoudig onderzoek de essentiële stappen van de wetenschappelijke methode kunnen onderscheiden. Met essentiële stappen wordt bedoeld: een onderzoeksvraag formuleren, een hypothese verwoorden, een plan of methode uitwerken voor een onderzoek of terreinwaarneming en een besluit formuleren als antwoord op de onderzoeksvraag. Streven naar de ontwikkeling van een onderzoekende houding of het onderzoekend leren en de leerlingen stapsgewijs zelfstandig een aantal taken laten uitvoeren. In opdrachten en taken gebruiken de leerlingen de correcte notatie van grootheden en eenheden, zodat zij deze werkwijze kunnen verder zetten in de tweede en de derde graad. De tabel geeft een overzicht van een aantal grootheden en eenheden met symbolen die tijdens de eerste graad aan bod kunnen komen. De leerlingen hebben in het basisonderwijs reeds een aantal van deze grootheden gebruikt. grootheid symbool eenheid symbool massa m kilogram kg lengte l meter m breedte b hoogte, diepte h dikte d

8 A stroom 1e graad Basisvorming 7 DECR.NR. straal middellijn afstand LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen r d x, s LEERINHOUDEN oppervlakte A vierkante meter m² volume V kubieke meter liter m³ l temperatuur T kelvin K θ graden Celsius C tijd t seconde s druk p pascal Pa snelheid v meter per seconde m s kracht F newton N energie E joule J Het is niet de bedoeling dat leerlingen de omzetting van eenheden systematisch gaan oefenen door gebruik van verschillende voorvoegsels en dat allerlei rekenoefeningen worden gemaakt bijvoorbeeld met de omzetting van de eenheden van de snelheid.

9 A stroom 1e graad Basisvorming 8 DECR.NR. ET26 ET27 LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen WETENSCHAP EN SAMENLEVING (B) gehanteerde wetenschappelijke concepten verbinden met dagelijkse waarnemingen, concrete toepassingen of maatschappelijke evoluties. het belang van biodiversiteit, de schaarste aan grondstoffen en aan fossiele energiebronnen verbinden met een duurzame levensstijl. LEERINHOUDEN Minimum twee informatieopdrachten uitvoeren tijdens de eerste graad. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Op verschillende momenten oefenen de leerlingen in communicatie over natuurwetenschappen. Zij leren hierbij op een efficiënte manier informatie verwerven en verwerken. Bij het ontwerpen van taken en actieve werkvormen de opdrachten verbinden met het belang van biodiversiteit, de schaarste aan grondstoffen en een duurzame levensstijl. De leerlingen verwerken de leerinhouden met voorbeelden en contexten waarbij natuurwetenschappelijke concepten geïllustreerd worden met dagelijkse ervaringen, concrete toepassingen of maatschappelijke evoluties. Leerlingen leren een aantal communicatievaardigheden: tijdens een gesprek gefundeerde argumenten gebruiken; presenteren van een eenvoudig proefje; de resultaten van een experiment of studie voorstellen; een bepaalde stelling of houding die zij innemen t.o.v. een bepaald onderwerp kunnen beargumenteren; het gebruik van de discussie als werkvorm.

10 A stroom 1e graad Basisvorming 9 LEVEN DOET LEVEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET3 1 de delen van de bloemplant herkennen en benoemen. De wortel, de stengel, het blad en de bloem ET3, (A) 2 een functie van de wortel, de stengel of een blad vanuit een experiment waarnemen en weergeven. Leerlingenproef i.v.m. de functies van een deel van de bloemplant Specifieke pedagogisch-didactische wenken We gebruiken in dit leerplan de term bloemplant. Deze term verwijst naar alle zaadplanten waarbij de bloem duidelijk aanwezig is. (bv. de tulp, bloesems van een appelboom) (1) Vanuit levend materiaal (biotoopstudie) starten om de voornaamste delen van wortel, stengel, bloem en blad te observeren en te benoemen. (1) Modellen en beelden van de delen van de bloemplant als illustratie gebruiken. (1) Bij het onderzoek van de functies van een deel van de bloemplant kan in complementaire groepjes gewerkt worden. (2) De functie van het blad (fotosynthese) komt verder in het leerplan aan bod. (2) Leerlingenproef Opname en transport door de wortel: bewortelde stek in gekleurde vloeistof. (2) Transportfunctie van de stengel: (onbewortelde) stengel van bv. witte bloem in gekleurde vloeistof. (2) Transpiratie door het blad: bebladerde en onbebladerde stengel in water, blad afdekken met vaseline of plastic zak. (2) ET3 3 de bouw van de bloem beschrijven in functie van de voortplanting. De bouw van de bloem De voortplanting bij de bloemplant ET5 4 de verschillende delen van het voortplantingsstelsel van de man en de vrouw benoemen en de bouw ervan in relatie brengen met de functie. ET5 5 op een schema van de menstruatiecyclus de menstruatie, de ovulatie en de vruchtbare periode van de vrouw aanduiden. ET5 6 de belangrijkste gebeurtenissen vanaf de coïtus tot de geboorte beschrijven. ET5, ET6 7 verduidelijken dat erfelijke kenmerken via de zaadcel en de eicel doorgegeven worden aan het nageslacht. Bouw en functie van de voortplantingsorganen van de mens De menstruatie, de ovulatie en de vruchtbare periode van de vrouw situeren op een tijdlijn van de menstruatiecyclus Belangrijkste gebeurtenissen van de coïtus tot de geboorte Kinderen hebben kenmerken van beide ouders

11 A stroom 1e graad Basisvorming 10 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen ET5, (B) 8 secundaire geslachtskenmerken (lichamelijke veranderingen en sociaalemotionele veranderingen) in verband brengen met de puberteit. ET5, (B) 9 het belang van anticonceptiemiddelen aangeven bij de regeling van de vruchtbaarheid of de bescherming tegen SOA. LEERINHOUDEN Onderscheid tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken, met aandacht voor lichamelijke en sociaal-emotionele veranderingen tijdens de puberteit Anticonceptie, SOA Condoom als bescherming tegen SOA Specifieke pedagogisch-didactische wenken De leerlingen leren vanuit waarneming de delen van de bloem zoals kelk, kroon, meeldraad, stamper, stijl, stuifmeelkorrel, vruchtbeginsel, zaadbeginsel, stuifmeelbuis, zaad, vrucht benoemen en de functie ervan beschrijven. (3) De voortplantingsorganen bespreken vertrekkende van de leefwereld van de leerling, daarna de voortplantingsorganen op een model aanduiden en benoemen. (4) Leerlingen leren de belangrijkste gebeurtenissen vanaf de coïtus tot de geboorte kennen: coïtus, bevruchte eicel, innesteling, embryonale ontwikkeling, foetale groei en geboorte. (5-6) Mogelijke activiteiten Doorsnede van een vruchtbeginsel met (stereo)loep bekijken om een zaadbeginsel waar te nemen. (3) De bevruchting van de bloemplant bekijken met behulp van simulatie of film. (3) Verse orchidee gebruiken om bestuiving door insecten te verduidelijken. (3) Zaden en vruchten sorteren (3) De menstruatiecyclus voorstellen op een tijdsas van 28 dagen: menstruatie, eisprong en vruchtbare periode. (5-6) Gebruik maken van animatiefilm om bevruchting en embryonale ontwikkeling uit te leggen. (5-6) De anticonceptiekoffer gebruiken. (9) Informatieopdracht: Activerende werkvormen gebruiken om zowel lichamelijke als socio-emotionele veranderingen in de puberteit bespreekbaar te maken in de klas. (8-9) Gevaren SOA en het condoom als enig beschermingsmiddel om SOA s te voorkomen bijvoorbeeld met een stellingenspel bespreken. (8-9) Kennis vanuit het basisonderwijs: Leerlingen hebben in het basisonderwijs lichamelijke veranderingen, die ze bij zichzelf en leeftijdsgenoten waarnemen, leren herkennen als normale aspecten in hun ontwikkeling.

12 A stroom 1e graad Basisvorming 11 BOUWSTENEN VAN ORGANISMEN EN DE MATERIE DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen ET4 10 kenmerken aangeven om een organisme bij de levende wezens in te delen. LEERINHOUDEN Kenmerken van levende wezens ET4 11 de cel als structurele eenheid van organismen beschrijven. De cel als bouwsteen van organismen ET4 12 delen van een plantaardige en dierlijke cel op lichtmicroscopisch niveau herkennen en benoemen De delen van een plantaardige cel en een dierlijke cel op lichtmicroscopisch niveau Specifieke pedagogisch-didactische wenken Door observatie van levende organismen, afgestorven organismen en niet levende materie leiden leerlingen criteria af om een organisme als levend wezen te beschouwen. Kenmerken van levende wezens zijn: ademen, zich voeden, groeien, bewegen uit zichzelf, reageren op prikkels uit de omgeving, zich voortplanten, afvalstoffen uitscheiden. (10) De leerlingen leren vanuit waarneming de delen van een plantaardige en dierlijke cel: celwand, celmembraan, celplasma, vacuole, celkern, bladgroenkorrels herkennen, benoemen en onderscheiden. (11-12) Het is belangrijk dat de leerlingen de structuur van cellen kunnen waarnemen op lichtmicroscopisch niveau. Zij leren dit microscopisch beeld interpreteren en vergelijken met beeldmateriaal van celstructuren. (12) Mogelijke activiteiten (11-12) Met een microscoop leren werken. Door gebruik te maken van een handleiding en een afbeelding van de microscoop met benoemde delen kan je de leerlingen laten kennismaken met microscopie. Bij het lichtmicroscopisch onderzoek eenvoudige preparaten gebruiken van plantaardige cellen (het vliesje aan de binnenkant van een uirok, een blaadje waterpest) en van dierlijke cellen (wangslijmvlies). Interactief de delen van een cel inoefenen met behulp van ICT materiaal. ET1 13 de verschillende organisatieniveaus bij bloemplant, dier en mens herkennen en omschrijven. Cel, weefsel, orgaan, stelsel, organisme ET1 14 de samenhang tussen de organisatieniveaus beschrijven. De opbouw en samenhang van een organisme in cellen, weefsels, organen en stelsels ET6 15 de bouw van dieren in verband brengen met hun levenswijze. Aanpassingen van dieren aan de omgeving

13 A stroom 1e graad Basisvorming 12 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Specifieke pedagogisch-didactische wenken Vanuit microscopische waarnemingen of goed beeldmateriaal kunnen leerlingen afleiden dat gelijkaardige cellen gegroepeerd voorkomen in een weefsel en dat verschillende weefsels (doorsnede van een wortel, een stengel, een blad; talgklier van de huid, gladde spier, nierbuisjes) samen een orgaan vormen. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen verschillende weefsels kunnen benoemen. De nadruk ligt op de functies van de organen, die samen instaan voor een levensverrichting. (13) De bouw en functie van de organen komen verder in het leerplan aan bod. (zie leerplandoelstellingen van 55 tot 62) Voorbeelden van aanpassingen van dieren aan hun levenswijze. (bv. gebit/snavel aangepast aan de voeding, stand van de ogen bij prooi- en roofdieren ) (15) Mogelijke activiteiten (13-14) Foto s / afbeeldingen (organen, weefsels, cellen) bekijken en ordenen. Met een 3D-model of ICT materiaal de ligging van de organen/stelsels inoefenen. Video dissectie van het konijn bekijken. Levende organen zoals varkenslong of varkenshart onderzoeken. Het uitvoeren van dissecties in de klas Het leerplan heeft een dissectie niet als verplichte methodiek opgenomen. Dit is een raamovereenkomst tussen de verschillende onderwijskoepels POV, OVSG, VVKSO en GO! Er zijn geen leerplandoelstellingen in het leerplan waarbij men verplicht wordt om een dissectie uit te voeren. De leraar mag nog steeds een dissectie uitvoeren rekening houdend met de standpunten van de leerlingen en met de wettelijke voorschriften betreffende correcte afvalophaling. Indien bepaalde leerlingen de dissectie niet wensen bij te wonen dan is het noodzakelijk dat deze leerlingen de leerplandoelstellingen op een andere manier kunnen bereiken. Kennis vanuit het basisonderwijs Leerlingen hebben in het basisonderwijs de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij de ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop in het menselijk lichaam leren verwoorden op eenvoudige wijze.

14 A stroom 1e graad Basisvorming 13 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET17, ET25 16 de grootheden massa en volume beschrijven en onderscheiden. Voorwerpseigenschap: massa, volume ET17, (A) 17 de massa en het volume van een vaste stof en een vloeistof bepalen. Leerlingenproef: bepaling van massa en volume van een vaste stof en een vloeistof ET18 18 de begrippen zuivere stof, mengsel, molecule omschrijven en met voorbeelden illustreren. ET18 19 het deeltjesmodel van de materie beschrijven en in verband brengen met: zuivere stof, aggregatietoestand, faseovergang, eigenschappen van de materie Zuivere stof, stofeigenschap Mengsel Molecule Deeltjesmodel Faseovergang, aggregatietoestand, eigenschappen van de materie ET18, (B) 20 de samenstelling van lucht beschrijven. Samenstelling van lucht: stikstofgas, zuurstofgas, koolstofdioxide en andere gassen. ET18 21 de druk van de lucht uitleggen steunend op het deeltjesmodel. Druk van een gas Normale luchtdruk

15 A stroom 1e graad Basisvorming 14 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Specifieke pedagogisch-didactische wenken Er op wijzen dat de natuur, alles om ons heen, de aarde, de zon en de planeten bestaat uit materie. (16) Als voorbeeld enkele zuivere stoffen zoals water, keukenzout, zuurstof, ijzer vermelden. Zuivere stoffen bezitten stofeigenschappen die we kunnen waarnemen of meten (kleur, geur, hardheid, oplosbaarheid, kookpunt, smeltpunt ). (18) Verschillende mengsels met voorbeelden illustreren: suikerwater(oplossing: vaste stof en vloeistof), rook (vaste stof en gas), lucht (gas en gas), bruiswater (oplossing: gas en vloeistof), fruitsap (suspensie: vaste stof en vloeistof). (18) Het deeltjesmodel is een modelvoorstelling van de materie. De deeltjes van het model stellen we voor door verschillende figuurtjes en komen in werkelijkheid overeen met de moleculen. (19) Steunend op het deeltjesmodel kunnen we de verschillende aggregatietoestanden en de eigenschappen van de materie (bv samendrukbaarheid) beschrijven en verklaren. (19). Mogelijke activiteiten Het volume van een onregelmatig voorwerp bepalen door onderdompeling in een maatglas. (17) De massa en het volume van een hoeveelheid lucht bepalen. (17) Kristallen laten groeien door afkoeling van een verzadigde oplossing. (19) Enkele eenvoudige scheidingsmethodes van mengsels laten uitvoeren. (18) Proefjes over de eigenschappen van de materie als illustratie bij het deeltjesmodel. (19) Proefjes over luchtdruk. (19) Aandacht hebben voor mogelijke misvattingen van leerlingen: bij gebruik van het deeltjesmodel: (19) De deeltjes zijn moleculen. Tussen de deeltjes is er lucht. De deeltjes hebben geen massa. De deeltjes trekken elkaar niet aan. De deeltjes zijn zichtbaar met een lichtmicroscoop. over lucht: (20-21) Lucht heeft geen massa. Lucht is onzichtbaar en kan dus ook geen kracht uitoefenen.

16 A stroom 1e graad Basisvorming 15 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Leerlingenproef De massa van een voorwerp bepalen met een (digitale) balans. (17) Het volume van een regelmatig voorwerp bepalen met een meetlat en door onderdompeling in een maatglas. (17) De massa van een hoeveelheid vloeistof bepalen met een balans en het volume van die hoeveelheid bepalen met een maatglas. (17) Bij de uitvoering van de opdrachten oefenen de leerlingen in het gebruik van de juiste notatie van de grootheden en eenheden. (17) Kennis vanuit het basisonderwijs Leerlingen hebben in het basisonderwijs het begrip gewicht in plaats van het begrip massa gebruikt om de massa van een voorwerp te beschrijven. In de dagelijkse omgang heeft gewicht de betekenis van massa. Vanaf de eerste graad gebruiken we om de hoeveelheid materie van een voorwerp te beschrijven de fysische grootheid massa. Leerlingen hebben in het basisonderwijs de inhoudsmaten leren verbinden met volumematen zoals de omzetting van liter naar dm³. Het is nuttig om deze omzetting te herhalen en in te oefenen bij de verwerking van de resultaten van de proeven. Informatieopdracht Opzoeken van informatie of een tekst lezen en verwerken over smog, fijn stof, uitlaatgassen van auto s, broeikasgassen (20) Een rollenspel organiseren over de vermindering van schadelijke stoffen in het autoverkeer. (20) Aandacht voor taal: We gebruiken om een hoeveelheid materie te beschrijven het begrip massa i.p.v. gewicht. Opletten voor de verschillende betekenis van het woord stof zoals zuivere stof, vaste stof, fijn stof

17 A stroom 1e graad Basisvorming 16 KRACHTEN-INTERACTIE TUSSEN MATERIE DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET10 22 in concrete voorbeelden verschillende soorten krachten benoemen. Verschillende soorten krachten ET10 23 de elementen van een kracht beschrijven in een concrete situatie. Aangrijpingspunt, richting, zin en grootte van een kracht ET10 24 het begrip snelheid omschrijven. Snelheid = afstand/tijd ET10 25 met een voorbeeld illustreren dat een kracht de vorm en/of de snelheid van een voorwerp kan veranderen. Kracht als oorzaak van vervorming en als oorzaak van verandering van bewegingstoestand van een voorwerp Specifieke pedagogisch-didactische wenken Vanuit experimenten kennis maken met verschillende soorten krachten zoals spierkracht, zwaartekracht, veerkracht, wrijvingskracht, cohesiekracht, adhesiekracht, elektrische kracht, magnetische kracht. (22) Het is belangrijk om te weten op welk voorwerp de kracht werkt (het aangrijpingspunt). De ervaring leert dat leerlingen de kenmerken richting en zin dikwijls door elkaar gebruiken. Het is dus van belang om deze elementen goed te omschrijven. Er wordt zeker geen vectoriële voorstelling van de kracht gevraagd. (23) Leerlingen leren het begrip snelheid vanuit hun dagelijkse ervaring zoals de snelheid waarmee zij fietsen of stappen. Het is niet de bedoeling om uitgebreide rekenoefeningen met deze formule van de snelheid te maken. (24) Het begrip kracht is reeds in het dagelijks taalgebruik doorgedrongen (spierkracht). Het is voor de leerlingen een abstract begrip. Een kracht zelf kan je niet vastnemen of zien. De kracht wordt wel zichtbaar door de uitwerking van die kracht op het voorwerp: een vervorming (uitgerekte veer of elastiek, een deuk in de auto ) of een verandering van snelheid (een keeper die de bal stopt voor zijn doel, voorwerpen doen bewegen, tot stilstand brengen, versnellen, vertragen ). (22, 25) Mogelijke activiteiten Uit experimenten, beeldmateriaal of situaties aangeven welke soorten krachten werkzaam zijn. (22) Afbeeldingen van situaties uit het dagelijks leven waar kracht een rol speelt verzamelen en verwerken in een poster. (22, 25) Met een dynamometer vaststellen dat een voorwerp met massa 100 g wordt aangetrokken met een kracht van 1 N. (23)

18 A stroom 1e graad Basisvorming 17 ORGANISMEN EN HUN BIOTOOP BIOTOOPSTUDIE DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET7, (A) 26 in een biotoop gerichte waarnemingen uitvoeren en enkele abiotische factoren bepalen en weergeven. ET8 27 met voorbeelden illustreren dat de abiotische factoren het voorkomen van planten en dieren beïnvloedt en omgekeerd. ET6 28 met concrete voorbeelden aangeven hoe bloemplanten op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving. ET9, (B) 29 in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor het ecologische evenwicht kan gewijzigd worden. Biotoopstudie Samenhang tussen de abiotische factoren en het voorkomen van planten en dieren Aanpassingen van bloemplanten aan de omgeving Ecologisch evenwicht Specifieke pedagogisch-didactische wenken Mogelijke abiotische factoren bij de studie van een biotoop zijn: temperatuur, licht, vochtigheid, bodemstructuur, bodemsoort. Het is aangewezen om de abiotische factoren op twee verschillende plaatsen (bv. open terrein en onder begroeiing) te bepalen zodat de samenhang met het voorkomen van organismen kan worden vastgesteld. (28) Er kan materiaal zoals determineerkaarten, waterkisten, bodemkoffers, bostassen worden ontleend bij de provinciale natuurcentra. (zie bijlage )(27-28) Met voorbeelden illustreren hoe planten (bloemplanten, sporenplanten en naaktzadigen) zijn aangepast aan omstandigheden zoals: droogte, weinig licht, water De nadruk ligt op de aanpassing van een plant aan de omgeving. (28) Biotoopstudie (26-27) Mogelijke biotopen zijn: heide, wegberm, bos, poel, strand, duinen Bij de uitvoering van een biotoopstudie duidelijke richtlijnen geven voor: het gedrag en onderzoekende houding op het terrein het gebruik van eenvoudige dichotome determineerkaarten om planten en dieren te benoemen en de verscheidenheid te ontdekken. het uitvoeren van gerichte waarnemingen in verband met abiotische factoren de effecten van milieubescherming of milieubeschadiging de schrijftaal bij het noteren van de waarnemingen en bij het gebruik van vakspecifieke woorden (taalsteun) een taakverdeling bij de uitvoering van groepswerk

19 A stroom 1e graad Basisvorming 18 Enkele voorbeelden van samenhang tussen abiotische factoren en het voorkomen van organismen: de bodemstructuur beïnvloedt het voorkomen van planten; de lichtintensiteit beïnvloedt het voorkomen van planten; de aanwezigheid van een grote hoeveelheid watervogels beïnvloedt de waterkwaliteit; de aanwezigheid van wieren beïnvloedt de helderheid van het water. Informatieopdracht: Rapporteren over voorbeelden van behoud of verstoring van het ecologisch evenwicht: (29) lozing van afvalwater, richtlijnen voor bezoekers aan het bos, terrein of natuurreservaat, infoborden over planten en dieren, dode vissen op het water, aanduiding van broedplaatsen; informatie verzamelen over acties van natuurverenigingen. Kennis vanuit het basisonderwijs: Leerlingen hebben in het basisonderwijs twee verschillende biotopen in hun omgeving leren kennen en zij hebben in deze biotopen enkele veel voorkomende organismen leren herkennen en benoemen. Bij het plannen van een biotoopstudie is het belangrijk om vanuit de ervaringen van de leerlingen te starten.

20 A stroom 1e graad Basisvorming 19 ORGANISMEN VORMEN EEN LEVENSGEMEENSCHAP DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET7 30 met voorbeelden aantonen dat organismen in een biotoop een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen (producenten, consumenten, reducenten). ET7 31 voedselketens, voedselwebben en voedselpiramides opstellen aan de hand van gegevens waargenomen op het terrein en in de literatuur opgezocht. ET6, (B) 32 met voorbeelden illustreren dat variatie binnen een soort en tussen verschillende soorten belangrijk is. ET9, (B) 33 in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu positief en negatief beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Biotische en abiotische factoren Producenten, consumenten en reducenten, Levensgemeenschap Voedselketen, voedselweb en voedselpiramide Het belang van biodiversiteit Ecologisch evenwicht Specifieke pedagogisch-didactische wenken Het belang van biodiversiteit kan worden benadrukt met een aantal voorbeelden: het belang van levende wezens als voedsel, brandstof, bouwmateriaal, onderzoeksmateriaal, bron van ontspanning (31) Voorbeelden van positieve invloeden van de mens op zijn omgeving bespreken: het oprichten en beheren van natuurreservaten, de aanleg van ecoducten, het aanleggen en onderhouden van kleine landschapselementen, het nemen van maatregelen om versnippering te voorkomen (33) Voorbeelden van negatieve invloeden van de mens op zijn omgeving bespreken: recreatiedruk, watervervuiling, zwerfvuil, vernieling van de leefomgeving (waaronder fragmentatie of versnippering van natuurgebieden), klimaatveranderingen, uitputten van natuurlijke bronnen, achteruitgang van de biodiversiteit (33) Mogelijke activiteiten Men kan vanuit een nieuwe biotoopstudie of steunend op de waarnemingen van de biotoopstudie uit het eerste leerjaar een inventarisatie maken van de aanwezige organismen in een biotoop. De voedingspatronen van de waargenomen organismen opzoeken. De voedselketens, voedselwebben en voedselpiramides opstellen. De rol van de reducenten verduidelijken in een voedselkringloop. ( ) Een bezoek organiseren aan een natuur-educatief centrum. ( ) Informatieopdracht: Een presentatie of poster maken over de biodiversiteit in de omgeving van de school. (32-33) Een presentatie maken over een concrete situatie waarbij de mens natuur en milieu positief en negatief beïnvloedt. (32-33)

21 A stroom 1e graad Basisvorming 20 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Kennis vanuit het basisonderwijs: Leerlingen hebben in het basisonderwijs met de wet van eten en gegeten worden kennis gemaakt. Zij kunnen deze wet met minstens twee met elkaar verbonden voedselrelaties illustreren.

22 A stroom 1e graad Basisvorming 21 ENERGIE DE ZON, BRON VAN ALLE LEVEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen ET19 34 enkele energievormen herkennen en met voorbeelden uit hun omgeving illustreren. LEERINHOUDEN Energievormen ET19 35 energieomzettingen in praktische voorbeelden beschrijven. Energieomzettingen ET19, ET27, (B) 36 het belang van duurzame energiebronnen en energiebesparing toelichten met praktische tips. Onderscheid tussen duurzame en niet duurzame energievormen Energiebesparende tips Specifieke pedagogisch-didactische wenken Vanuit experimenten kennis maken met verschillende energievormen zoals elektrische energie, lichtenergie, windenergie, bewegingsenergie, zwaarte-energie, veerenergie, warmte-energie, kernenergie en chemische energie. (34-35) Aandacht hebben voor mogelijke misvattingen van leerlingen over energie: (34-35) Energie wordt zoals brandstof verbruikt in de motor van de auto. Een voorwerp dat niet beweegt bezit geen energie. Bij een energieomzetting zoals bij een bal die valt en dan stil ligt, gaat de energie verloren. Bij het ademhalingsproces ontstaat energie die wordt opgebruikt in reacties. Energie kan je niet maken of vernietigen, enkel omzetten van de ene vorm in de andere is mogelijk. (35-36) Duurzame energiebronnen zijn bronnen waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar zijn, zoals zon, wind, water en biomassa (groenafval, mest ). Belangrijkste voorbeelden van niet duurzame energie zijn kernenergie en energie opgewekt bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardgas, aardolie en steenkool. (36) Mogelijke activiteiten: Verschillende verschijningsvormen van energie bespreken en illustreren met voorbeelden. Experimenteren met herkenbare energieomzettingen in apparaten (34-35) Light Stick (chemische energie licht / warmte) Kaars (chemische energie licht / warmte) Zonnecel (stralingsenergie elektrische energie) Verwarmingselement in een waterkoker, strijkijzer (elektrische energie warmte) Gloeilamp (elektrische energie licht / warmte)

23 A stroom 1e graad Basisvorming 22 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Fietsdynamo (bewegingsenergie elektrische energie) Boormachine (elektrische energie bewegingsenergie / warmte) Een energieketting of opeenvolging van energieomzettingen bouwen. (34-35) Energetische waarde (in kilojoule) van voedingsstoffen op de etiketten van voedingsmiddelen interpreteren. (34-35) Informatieopdracht Energiebesparende tips opzoeken, selecteren en de toepassingen van de tips in de school of thuis beschrijven. (36) Zoeken naar mogelijkheden om spaarzaam om te gaan met duurzame energie en eventueel om te zetten in concrete acties. (36) Kennis vanuit het basisonderwijs Leerlingen hebben in het basisonderwijs geleerd met voorbeelden aan te tonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen. ET15 37 het onderscheid tussen lichtbronnen en donkere lichamen beschrijven met een voorbeeld. Lichtbronnen en donkere lichamen ET15 38 uit waarnemingen vaststellen dat licht uit verschillende kleuren bestaat. Het zichtbare spectrum ET15 39 onzichtbare straling in verband brengen met praktische toepassingen uit het dagelijkse leven. ET15, (B) 40 beschermingsmaatregelen aangeven voor de mogelijke gevaren van onzichtbare straling. Toepassingen van onzichtbare straling Beschermingsmaatregelen voor bepaalde onzichtbare straling ET13 41 de bouw van de plant in relatie brengen met de fotosynthese. Plantendelen nodig bij fotosynthese ET13, (A), 42 de invloed van licht en koolstofdioxide bij fotosynthese uit een experiment afleiden. Leerlingenproef: invloed van licht en koolstofdioxide bij fotosynthese ET13, (B) 43 het belang van de groene plant voor het leven op aarde argumenteren. De plant als producent van voedsel en zuurstofgas ET19, (B) 44 zonne-energie verbinden met verschillende energiebronnen. De zon als energiebron voor voedsel, steenkool, olie, gas, hout, windenergie Specifieke pedagogisch-didactische wenken Eerste aanzet tot ontwikkeling van een modelvoorstelling van licht, waarbij het licht wordt voorgesteld door lichtstralen die zich rechtlijnig voort planten. Steunend op deze voorstelling van licht het kunnen zien van een lichtbron en een donker lichaam verduidelijken. (37) Leerlingen gebruiken de verschijnselen terugkaatsing en absorptie om de kleur van een voorwerp of van een groen blad te begrijpen. (37-38)

24 A stroom 1e graad Basisvorming 23 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Vanuit praktische proefjes en/of beeldmateriaal verschillende soorten onzichtbare straling zoals UV-straling, IR-straling en andere (GSM- straling, radiogolven, microgolven ) illustreren. (39-40) Aandacht hebben voor mogelijke misvattingen van leerlingen bij fotosynthese: (41-42) De mineralen uit de bodem zijn voldoende om planten te laten groeien. Planten produceren zuurstofgas tijdens de dag en tijdens de nacht. Mogelijke activiteiten: Proeven in verband met weerkaatsing en breking van licht (kwalitatief). (38) Proeven in verband met kleurschifting (prismaproef). (38) Een papier verhitten door het zonlicht met een vergrootglas te focusseren. (37-38) De invloed van het licht tonen met een radiometer van Crookes of lichtmolentje. (37-38) Leerlingenproef Experiment uitvoeren waaruit blijkt dat bladgroen noodzakelijk is voor fotosynthese (geen zetmeelvorming in het witte gedeelte van een gepanacheerd blad). (42) Experimenteel aantonen of laten afleiden uit tabellen (samenstelling bodemoplossing en lucht) dat de plant zelf zetmeel aanmaakt en het niet uit de bodem of de lucht haalt. (42) Onderzoek van de invloed van licht en koolstofdioxide bij fotosynthese (bv. gasbellen tellen bij waterpest in een proefbuis bij verschillende lichtintensiteiten en bij verschillende concentraties CO 2 van het water) (42) Informatieopdracht Leerlingen maken een presentatie over het belang van groene planten voor het leven op aarde. (43-44) Leerlingen maken een begrippenkaart met de zon als centrum en met de relatie naar verschillende energiebronnen. (43-44) Welke ideeën hadden Aristoteles, Jan Baptist van Helmont, Stephen Hales over het groeien van planten? (43) Zoek informatie over het historisch experiment van Joseph Priestley waarbij hij aantoont dat planten zuurstofgas produceren. (43) ET16, ET18 45 de begrippen warmte en temperatuur onderscheiden en de temperatuur in verband brengen met het deeltjesmodel van de materie. Warmte als energievorm Temperatuur als maat voor de beweging van de deeltjes ET16, (A) 46 het warmtetransport door geleiding, stroming en straling vaststellen en in concrete voorbeelden herkennen en beschrijven. Warmtetransport door geleiding, stroming en straling Leerlingenproef i.v.m. warmtetransport Praktische voorbeelden van warmte-isolatie

25 A stroom 1e graad Basisvorming 24 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET6, ET16, (B) 47 illustreren hoe organismen zich kunnen beschermen tegen hoge en lage temperaturen. Aanpassingen van organismen aan de omgevingstemperatuur Specifieke pedagogisch-didactische wenken Aandacht hebben voor mogelijke misvattingen van leerlingen: (45) Warmte is een soort onzichtbare stof die de kamer binnenkomt. Warmte en temperatuur zijn hetzelfde. In het lokaal is een metalen voorwerp steeds kouder dan een houten voorwerp. Indien bijkomende warmte wordt toegevoegd als de vloeistof kookt dan zal de temperatuur van de vloeistof stijgen boven het kookpunt. Vertrekkend van de zintuiglijke waarneming intuïtief komen tot de begrippen temperatuur (maat voor de bewegingsenergie van de deeltjes) en warmte (vorm van energieoverdracht tussen twee voorwerpen met verschillende temperatuur). (45) Noodzakelijkheid inzien om subjectieve waarnemingen te vervangen door objectieve metingen (handen afwisselend in koud en warm water). Voorbeelden uit de natuur van bescherming tegen extreme hitte of koude (pels, huidbedekking bij dieren, winterslaap, transpiratie ) (47) Leerlingenproef Mogelijke activiteit Aantonen dat isolatoren (bv. isomoblok) veel lucht bevatten door ze onder de stolp van de vacuümpomp te leggen. (46) Onderzoek van warmte-uitwisseling bij een temperatuursverschil. (46) Vergelijkend onderzoek van verschillende isolatiematerialen. (46) Proeven over warmtetransport door geleiding, convectie en straling. (46) Informatieopdracht Voorbeelden van beschermingsmaatregelen zoals zonnecrème, GSM niet op de nachttafel leggen, beschermkledij van artsen bij röntgentoestellen tegen bepaalde onzichtbare straling opzoeken en in groep verwoorden. (47) Leerlingen werken met een concept-cartoon over warmtetransport. (47) Aanpassingen van organisme tegen extreme hitte of koude opzoeken in een tekst en presenteren. (47)

26 A stroom 1e graad Basisvorming 25 ENERGIE UITWISSELING EN STOFOMZETTING IN MATERIE EN IN ORGANISMEN ENERGIE-UITWISSELINGEN EN STOFOMZETTINGEN IN DE MATERIE DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET18 48 het deeltjesmodel in verband brengen met faseovergangen. Faseovergangen en deeltjesmodel ET14 49 de warmte-uitwisseling tijdens de faseovergang beschrijven. Warmte-uitwisseling tijdens de faseovergang ET14 50 de uitzetting van een vaste stof, vloeistof en een gas verklaren steunend op het deeltjesmodel en met voorbeelden illustreren. ET14, (A) 51 het temperatuursverloop van een faseovergang bepalen en grafisch voorstellen. Uitzetting van vaste stoffen, vloeibare stoffen en gasvormige stoffen Principe van de vloeistofthermometer. Leerlingenproef i.v.m. een faseovergang van een stof Grafische voorstelling van het temperatuursverloop bij een faseovergang Specifieke pedagogisch-didactische wenken: De warmte-uitwisseling tijdens de faseovergang schematisch voorstellen en met praktische voorbeelden illustreren. Bijvoorbeeld de temperatuursdaling bij een doekje met ether gewikkeld rond een thermometer of temperatuursensor tonen. (49) Aandacht besteden aan het maken van een grafische voorstelling van bijvoorbeeld een smeltkurve. Deze grafiek in verband brengen met de aggregatietoestanden van de stof en hun overgangen (51). Mogelijke activiteiten Leerlingen bouwen zelf een vloeistofthermometer. (50) Leerlingen voeren zelf enkele proefjes uit waarbij uitzetting of faseovergang een rol spelen (50) Leerlingenproef Smeltkurve of stolkurve opstellen bij smelten of stolen van stoffen zoals cetylalcohol, paraffine of natriumthiosulfaat. (51) ET11 52 een fysische verandering onderscheiden van een chemische verandering. ET11 53 steunend op waarnemingen stofomzettingen beschrijven uit de niet-levende natuur. ET18 54 het deeltjesmodel van de materie in verband brengen met moleculen en atomen. Fysische verandering, chemische verandering Stofomzetting Leerlingenproef: experimentele waarneming van stofomzettingen in de niet-levende natuur Atomen als bouwstenen van moleculen

27 A stroom 1e graad Basisvorming 26 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Specifieke pedagogisch-didactische wenken Stoffen ondergaan fysische veranderingen bij temperatuursverhoging zoals uitzetting, verandering van aggregatietoestand. Deze veranderingen zijn omkeerbaar en de stofeigenschappen blijven dezelfde. (52) Stoffen kunnen ook veranderingen ondergaan waarbij er nieuwe stoffen ontstaan zoals bij het verbranden van papier, melk die verzuurt, het maken van wijn uit druivensap, roesten van ijzer, lijmen (tweecomponentenlijm, secondelijm), tandvullingen, bruistablet in water. Deze veranderingen zijn onomkeerbaar en er zijn nieuwe stoffen ontstaan met andere stofeigenschappen. (53) De modelvoorstelling van een molecule (bv. geometrische figuur) wordt uitgebreid met atomen. Deze verschillende figuren stellen nu groepjes van atomen voor en komen overeen met verschillende soorten moleculen. Bij een stofomzetting ontstaat er een nieuwe schikking en combinatie van atomen, dus een nieuwe stof met andere stofeigenschappen. (53-54) Het is mogelijk om de chemische naam en het chemisch symbool van enkele belangrijke atomensoorten of chemische elementen zoals zuurstof(o), waterstof(h), koolstof(c), stikstof(n), ijzer(fe), fluor(f) en moleculen zoals water (H 2 O), zuurstofgas (O 2 ), koolstofdioxide (CO 2 ), stikstofgas (N 2 ) te vermelden. (54) Aandacht hebben voor mogelijke misvattingen bij leerlingen: (52-54) Leerlingenproeven Bij uitzetting is er volumevergroting doordat de deeltjes uitzetten. Bij verbranding van een stof verdwijnt de stof. Beschrijven van waarnemingen bij stofomzettingen zoals het branden van een kaars. (53) Onderzoek van massaverandering bij verbrandingsprocessen. (53) Beschrijven van waarnemingen bij stofomzettingen waarbij koolstofdioxide ontstaat. (53) Beschrijven van waarnemingen bij stofomzettingen bij het maken van een pannenkoek of cake. (53)

28 A stroom 1e graad Basisvorming 27 ENERGIE-UITWISSELINGEN EN STOFOMZETTINGEN IN ORGANISMEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN ET2, ET12 55 ET2, ET12 56 ET2, ET12 57 het belang van voeding, ademhaling en uitscheiding voor de mens aangeven. uit een experiment afleiden dat het verkleinen van voedsel nodig is om voedingsstoffen in het bloed op te nemen. de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel van de mens benoemen en de bouw ervan in relatie brengen met de functie. Voeding als bron van bouwstoffen, brandstoffen en beschermende stoffen Ademen: opnemen van zuurstofgas en afgeven van koolstofdioxide Uitscheiden: afvalstoffen verwijderen Vertering is de mechanische en chemische verkleining van voedsel Bouw en functie van de organen van het spijsverteringsstelsel en van het ademhalingsstelsel ET2, ET12, (A) 58 de verschillen in samenstelling van in- en uitgeademde lucht experimenteel vaststellen en verklaren. Samenstelling van ademlucht Leerlingenproef i.v.m. vergelijking in - en uitgeademde lucht Zuurstofgas als brandstof voor energieproductie in alle cellen ET2, ET12 59 ET2, ET12 60 ET2, ET12 61 de verschillende organen van het bloedvatenstelsel van de mens benoemen en de bouw ervan in relatie brengen met de functie. op een schema van de bloedsomloop aangeven waar uitwisseling van stoffen gebeurt. de verschillende organen van het uitscheidingsstelsel van de mens benoemen en de bouw ervan in relatie brengen met de functie. Samenstelling van bloed Functie van verschillende delen van bloed De bouw van hart, slagaders, aders en haarvaten in relatie met de transportfunctie Bloedvatenstelsel aanduiden is de link tussen opname van stoffen, verwerking (vertering en omzettingen in de cellen) en uitscheiding. Uitscheiding in de longen en in de nieren ET2, (A) 62 vaststellen dat verschillende stelsels van het lichaam gecoördineerd reageren. Leerlingenproef i.v.m. de coördinatie tussen de stelsels schematisch overzicht van de coördinatie tussen de stelsels

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

BIOTOOPSTUDIE HET BOS BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. 11 januari 2010 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NATUURWETENSCHAPPEN Een belangrijk onderscheid tussen de door de Vlaamse regering

Nadere informatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Kennismaking met natuurwetenschappen Kennismaking met natuurwetenschappen 1 De natuurwetenschappen 5 1.1 De natuurwetenschap en de levende natuur 7 1.2 De natuurwetenschap en de niet-levende natuur 8 1.3 De natuurwetenschappelijke methode

Nadere informatie

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016 Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016 Overzicht De peiling natuurwetenschappen Resultaten van de peiling o Behalen eindtermen o Samenhang

Nadere informatie

AV Natuurwetenschappen

AV Natuurwetenschappen LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Natuurwetenschappen Basisvorming 2/1 lt/w Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: B-STROOM eerste graad 1 B en 2 BVL Leerplannummer: 2010/017 Nummer inspectie: (vervangt 97096)

Nadere informatie

2 uur. 2 uur. Leerwerkboeken: Theoretische handboeken én praktische doe- en invulboeken Begeleid zelfstandig leren Ca. 500 illustraties.

2 uur. 2 uur. Leerwerkboeken: Theoretische handboeken én praktische doe- en invulboeken Begeleid zelfstandig leren Ca. 500 illustraties. 2 uur 2 uur theorie wetenschappelijk werk www.plantyn.com Leerwerkboeken: Theoretische handboeken én praktische doe- en invulboeken Begeleid zelfstandig leren Ca. 500 illustraties 1 Leerwerkboeken: steeds

Nadere informatie

Synthese 35 Kruiswoordraadsel 36 Ken je de leerstof? 37. Hoofdstuk 2 Hoe zijn bloemplanten opgebouwd? 38 1 Wat zijn bloemplanten?

Synthese 35 Kruiswoordraadsel 36 Ken je de leerstof? 37. Hoofdstuk 2 Hoe zijn bloemplanten opgebouwd? 38 1 Wat zijn bloemplanten? INHOUD NATURALIS 1 DEEL 1 ORGANISMEN EN HUN BIOTOOP 15 Hoofdstuk 1 Biotoopstudie van het bos 16 1 Wat is een biotoop? 17 2 Energie is alomtegenwoordig 18 3 Observeren is leren 18 3.1 Leren correct meten

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Overzicht De peiling natuurwetenschappen Beschrijving van de steekproef Resultaten van de peiling o Behalen

Nadere informatie

EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a Inhoud EUREK(H)A! 1 2015-2016 Leerplandoelstellingen D/2015/7841/013 Opmerkingen Bijlagen voor de nieuwe doelstellingen EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen A Terugkaatsing en spiegels Bijlage 48a A.1 Enkele

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45 (3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45 (3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a Inhoud EUREK(H)A! 1 2015-2016 Leerplandoelstellingen 2015/7841/017 Opmerkingen n voor de e doelstellingen EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen 3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en verwijderen P 31 32 kleurenblindheid

Nadere informatie

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45(3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45(3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a Inhoud EUREK(H)A! 1 2015-2016 Leerplandoelstellingen 2015/7841/016 Opmerkingen n voor de nieuwe doelstellingen EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen 3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en verwijderen P 31 32 kleurenblindheid

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen Gemeenschappelijke eindtermen gelden voor het geheel van de wetenschappen.

Nadere informatie

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Schuilt er een onderzoeker in jou? Schuilt er een onderzoeker in jou? Bijlage: Lesdoelen en leerplandoelen INHOUD 1 Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten... 3 1.1 Lesdoelen... 3 1.2 Leerplandoelen... 3 1.2.1 Leerplan wereldoriëntatie

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inleiding 1 PLANTEN 1.1 Indeling van het plantenrijk 1.1.1 De groene wereld van de planten 1.1.2 Wieren (algen) 1.1.3 Mossen 1.1.4 Paardenstaarten 1.1.5 Varens

Nadere informatie

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken Inhoud leerwerkboeken e leerplandoelstellingen voor 2015-2016 D/2015/7841/015 EUREKA!1A Thema 1 Zintuigen 1 Inleiding 1.1 Prikkel, reactie en zintuig B52 Uit waarnemingen afleiden of illustreren dat spierbewegingen

Nadere informatie

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering

Nadere informatie

AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen)

AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen) Keuzegedeelte 2/0 lt/w Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: A-STROOM eerste graad eerste leerjaar Leerplannummer: 2010/005 (nieuw)

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren. Vak: Scheikunde Leerjaar: Kerndoel(en): 28 De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp

Nadere informatie

INHOUD. Terreinstudie. Thema 1. 1 Levensgemeenschappen 10. 2 Abiotische en biotische factoren 13. 3 Biotoop - habitat - niche 16.

INHOUD. Terreinstudie. Thema 1. 1 Levensgemeenschappen 10. 2 Abiotische en biotische factoren 13. 3 Biotoop - habitat - niche 16. INHOUD Thema 1 Terreinstudie 1 Levensgemeenschappen 10 1.1 De waterkant 10 1.2 De ondiepe waterzone 12 1.3 De zone met open water 12 2 Abiotische en biotische factoren 13 2.1 Een waterige omgeving 14 3

Nadere informatie

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces.

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces. Eindtermen Techniek Inzicht ontwikkelen in technische systemen en processen en hun relatie tot verschillende technologische domeinen en tot andere domeinen (wetenschappen, wiskunde ). 6.35 De leerlingen

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

NATUURWETENSCHAPPEN EERSTE GRAAD EERSTE TWEEDE LEERJAAR

NATUURWETENSCHAPPEN EERSTE GRAAD EERSTE TWEEDE LEERJAAR NATUURWETENSCHAPPEN EERSTE GRAAD EERSTE TWEEDE LEERJAAR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL September 2010 (vervangt leerplan Biologie D/1997/0279/025 vanaf 1 september 2010) Vlaams Verbond van

Nadere informatie

Big Ideas Great STEM. Katrien Strubbe

Big Ideas Great STEM. Katrien Strubbe + Big Ideas Great STEM Katrien Strubbe (Natuur)wetenschappen: doelen 2 Natuurwetenschappen geven leerlingen een fundamenteel en duurzaam inzicht in de structuren en processen die de mens, de natuur en

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie Hoofdstuk 4: Arbeid en energie 4.1 Energiebronnen Arbeid: W =............. Energie:............................................................................... Potentiële energie: E p =.............

Nadere informatie

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62385

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62385 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62385 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

Jaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet

Jaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet Jaarplan TSO-BTW/VT TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 4de jaar, 2u/week JAARPLAN Vul de donkergrijze kolommen in en je hebt een jaarplan; vul de andere ook in en je

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

verwerking : wat is een bos?

verwerking : wat is een bos? verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen)

AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Wetenschappelijk werk (natuurwetenschappen) BASISOPTIE 2 lt/w Basisoptie: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Industriële wetenschappen Latijn Moderne wetenschappen A-STROOM

Nadere informatie

Energie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.

Energie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten. Jaarplan Fysica TWEEDE GRAAD TSO INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/083 4de jaar TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/008 4de jaar, 1u/week JAARPLAN Vul de

Nadere informatie

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008 Biologie Over Bloqs Wie is Bloqs? Bloqs is een educatieve uitgeverij die innovatieve producten en diensten aanbiedt. Bloqs staat voor bouwen aan leren. Onze visie is dat u als docent of school zelf het

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

AV FYSICA ASO. Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Latijn. tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 1/1 lt/w

AV FYSICA ASO. Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Latijn. tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 1/1 lt/w LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV FYSICA basisvorming 1/1 lt/w Studierichtingen: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Latijn Algemeen

Nadere informatie

mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen;

mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen; Leergebied: zuivere stoffen Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 1.4.5 - mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen; 2.3 - een verzameling

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingsdoelen en een nieuw leerplan

Nieuwe ontwikkelingsdoelen en een nieuw leerplan Nieuwe ontwikkelingsdoelen en een nieuw leerplan Aangepast leerplan voor b-stroom in voege vanaf september 2010 graadsleerplan, chronologie van thema s niet bindend aandacht voor taalondersteuning, gebruik

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 3de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen.

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen. Leergebied: element Leerplannen LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen zonder component wetenschappen) 5.1.1.2 - B5 Chemische elementen in stoffen - Vanuit experimentele waarnemingen samengestelde

Nadere informatie

HET NIEUWE LEERPLAN NATUURWETENSCHAPPEN IA

HET NIEUWE LEERPLAN NATUURWETENSCHAPPEN IA Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel HET NIEUWE LEERPLAN NATUURWETENSCHAPPEN IA 1 Inleiding In september 2010 treden de nieuwe eindtermen (ET) natuurwetenschappen

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek 1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1

Nadere informatie

Verschillende voedselketens

Verschillende voedselketens W.o.-natuur 6e leerjaar Lesfiche Verschillende voedselketens Eindtermen 1.7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens.

Nadere informatie

Lesinhouden: - De planeten - Mars - Zuustof Koolstofdioxide - fotosynthese. ICT-competenties: - ICT gebruiken - leren m.b.v. ICT

Lesinhouden: - De planeten - Mars - Zuustof Koolstofdioxide - fotosynthese. ICT-competenties: - ICT gebruiken - leren m.b.v. ICT Atelier: EXPEDITIE MARS JK OK L1 L2 L3 L4 L5 L6 Eindtermen: De leerlingen: 1.2 kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

endotherme reactie met soda

endotherme reactie met soda endotherme reactie met soda 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we temperaturen behalen onder de nul graden Celsius m.b.v. dinatriumcarbonaat? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Endo-energetisch

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs. banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Green Science CITAVERDE 12 juli 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/81673 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr.

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr. Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad Patricia De Grande & dr. Marjolein Muys Evolutie van de resultaten WO: natuur en techniek (1) Natuur 2005

Nadere informatie

Afhankelijk van de natuur vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Afhankelijk van de natuur vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62464 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Subkern Primair onderwijs Niveau BB Niveau KGT Niveau havo Niveau vwo Kerndoel po Kerndoel obvo Je benoemt hoe bouw en. voortplanting.

Subkern Primair onderwijs Niveau BB Niveau KGT Niveau havo Niveau vwo Kerndoel po Kerndoel obvo Je benoemt hoe bouw en. voortplanting. 1. Je vertelt wat organismen zijn, hoe ze globaal gezien zijn 1. Biologische opgebouwd en eenheid wat hun belangrijkste eigenschappen zijn. Sub Primair onderwijs Niveau BB Niveau KGT Niveau havo Niveau

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

PTA biologie BBL Statenkwartier, Waldeck en Kijkduin cohort

PTA biologie BBL Statenkwartier, Waldeck en Kijkduin cohort Eindtermen biologie PTA biologie BBL Statenkwartier, Waldeck en Kijkduin cohort 2017-2018-2019 BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken BI/K/2 Basisvaardigheden BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie

Nadere informatie

Duiding bij het pakket Kijk, Wat(t) een huis! Pagina 1

Duiding bij het pakket Kijk, Wat(t) een huis! Pagina 1 Activiteit : Kijk wat(t) een huis! Korte beschrijving : Hoeveel energie verbruikt een koffiezetapparaat? Maakt het gebruik van een spaarlamp nu echt zoveel verschil uit? En als je een TV op standby zet,

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19 Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Structuren

Nadere informatie

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Doel? Eindtermen Kleuteronderwijs 1.2 1.3 1.4 1.5 tonen een explorerende en experimenterende aanpak

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad... Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...

Nadere informatie

Waarom een nieuwe reeks?

Waarom een nieuwe reeks? Waarom een nieuwe reeks? didactische vernieuwingen van de eindtermen natuurwetenschappen leerplan AV natuurwetenschappen (2010/004) + het keuzegedeelte wetenschappelijk werk (2010/005) Leerplan inhoudelijke

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

2 BOUW VAN ORGANISMEN

2 BOUW VAN ORGANISMEN 2 BOUW VAN ORGANISMEN Leerplan: GO! 2010/004 Leerplandoelstellingen: 10. kenmerken aangeven om een organisme bij de levende wezens in te delen. 11. De cel als structurele eenheid van organismen beschrijven.

Nadere informatie

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie: E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 2de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Concept Leerdoelenkaart Biologie 10-14

Concept Leerdoelenkaart Biologie 10-14 1.1. Levens- kenmerk Ik verklaar hoe bouw en werking van Ik leg een verband tussen de bouw en werking van onderdelen van een organisme. Ik verklaar hoe dat bijdraagt aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Naam Sara Van de Velde Cluster Aardrijkskunde biologie - fysica Groep 2 LS 2 Academiejaar 2001-2002 Campus Kattenberg Kattenberg 9, B-9000 Gent

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie