Betreft : Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ INCLUSIEF Nota van Inlichtingen

Transcriptie

1 N O T I T I E - 2 Aan : Leden IVVU Van : Kees Weevers Betreft : Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ INCLUSIEF Nota van Inlichtingen Datum : 10 juli 2013 Inleiding In deze notitie wordt ingegaan op de Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ. De totale overeenkomst bestaat uit (zie eventueel Deel 1 onder 1.e): Deel I Zorgaanbiedergebonden deel (subdelen A en B, waarbij in subdeel B de afspraken zijn opgenomen die Achmea specifiek met deze zorgaanbieder maakt. Dit deel wordt ingevuld door Achmea). Deel II Regiogebonden deel, waarin de afspraken zijn opgenomen die regionaal van toepassing zijn voortkomend uit het Zorginkoopdocument AWBZ 2014 en een aanvulling vormen op de bepalingen uit Deel III: Algemeen deel. Dit deel wordt ingevuld door Achmea en kan per regio en/of sector verschillen. Deel III Algemeen deel, waarin de afspraken zijn opgenomen die landelijk gelden voor alle relaties tussen zorgaanbieders en zorgkantoren. Deze afspraken hebben betrekking op het leveren, declareren en financieren van zorg, en zijn landelijk uniform ten behoeve van het beperken van de administratieve lasten van zowel zorgaanbieders als zorgkantoren. Bijlagen; veelal een nadere uitwerking van onderwerpen die aan bod komen in Delen I, II en III en een integraal onderdeel vormen van de overeenkomst tussen partijen. Op 5 juli jl. zijn 5 Nota s van Inlichtingen verschenen, waarvan er 3 van belang zijn voor de sector V&V. In de Nota s zijn correcties en aanvullingen opgenomen als gevolg van vragen of bezwaren die zorgaanbieders hebben ingediend in het kader van de vragenprocedure. Ook worden onduidelijkheden toegelicht en zijn beleidsaanpassingen opgenomen. De Nota s van Inlichtingen prevaleren boven de afzonderlijke inkoopdocumenten en maken onderdeel uit van de Zorginkoopprocedure AWBZ Deze notitie is een aangepaste versie van de IVVU notitie, zoals verschenen op 20 juni jl. Bij de vragen die in de eerste tekst waren opgenomen zijn nu de antwoorden gevoegd, die helaas niet altijd even duidelijk zijn. Ook andere relevante antwoorden en wijzigingen zijn in de tekst opgenomen. De wijzigingen zijn herkenbaar aan dezelfde lay-out als deze alinea. De rechtsverhouding tussen Achmea en de zorgaanbieder wordt geregeld door de overeenkomst en aanvullingen die tot stand zijn gekomen of zullen komen. Bij tegenstrijdigheden geldt dat Deel I in rangorde voorgaat op Deel II en dat Deel II voorgaat op Deel III inclusief bijlagen/addenda, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Deze Delen gaan op hun beurt in geval van conflict voor op alle Bijlagen en Addenda bij deze overeenkomst. Pagina 1

2 De grootste wijzigingen zitten in Deel II. In dit deel zijn een aantal artikelen toegevoegd over onderwerpen die in 2013 nog deel uit maakten van de tariefsbepalende criteria. Daarnaast zijn in dit deel een aantal zaken gewijzigd met betrekking tot de financiering van onderhanden werk, de nacalculatie en de productieoverzichten. In Deel III zijn veel zaken gewijzigd of verplaatst zonder dat dit altijd gevolgen heeft. De meeste wezenlijke wijzigingen zijn in deze notitie opgenomen. Mocht u naar aanleiding van de overeenkomst vragen of opmerkingen hebben, dan horen wij die graag (k.weevers@ivvu.nl). De ingangsdatum van de overeenkomst is Op deze datum dient de zorgaanbieder te voldoen aan hetgeen in de overeenkomst is opgenomen. Voor de sector VV&T geldt voor de artikelen 22 tot en met 29 van Deel II van de overeenkomst dat de zorgaanbieder, indien genoemde datum niet haalbaar is, in de inkoopapplicatie dient aan te geven dat voor het desbetreffende onderwerp een verbeterafspraak gemaakt zal worden. De overeenkomsten dienen te voldoen aan toepasselijke wet- en regelgeving inclusief de regels die de NZa als toezichthouder stelt. Pagina 2

3 Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ Deel I: Zorgaanbiedergebonden deel Deel I is (nagenoeg) ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. In dit deel worden eventuele verbeterafspraken opgenomen. Opmerking Onder I.d Overwegende dat van Deel 1 van de overeenkomst is opgenomen dat Achmea jegens verzekerden gehouden is om te voorzien in de inkoop van voldoende verantwoorde zorg binnen vastgestelde financiële kaders van het regiobudget. Dit biedt voor 2014 een aanknopingspunt om, bijvoorbeeld bij herschikking, te vragen naar de omvang en benutting van de regionale contracteerruimte voor Zorgkantoor Utrecht. Dit geldt overigens ook al in Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ Deel II: Regiogebonden deel Artikel 2 is uitgebreid met het onderdeel spreiding van de zorg. Lid 2 zegt hierover: De zorgaanbieder spreidt de afgesproken productie zoveel mogelijk gelijkmatig over het jaar. Er is verder geen enkele toelichting over hoe deze zin moet worden geïnterpreteerd. Het lijkt erop dat AAZ hiermee zorgzwaarteverschuiving gedurende het jaar zoveel mogelijk wil tegengaan. Als zorgzwaarte toeneemt, betekent voorgaande dat bij opname een cliënt met een lichtere ZZP moet worden opgenomen om een gelijkmatige spreiding van de afgesproken productie te kunnen realiseren. Vragen: In Deel II is aan artikel 2 toegevoegd spreiding van de zorg. In lid 2 staat daarover: De zorgaanbieder spreidt de afgesproken productie zoveel mogelijk gelijkmatig voer het jaar. Het eerste lid van het artikel gaat over gewijzigde zorgzwaarte van individuele cliënten en aanpassing van de indicatie. Heeft lid 2 ook betrekking op die individuele cliënten? Kunt u dat toelichten? In Deel II is aan artikel 2 toegevoegd spreiding van de zorg. In lid 2 staat daarover: De zorgaanbieder spreidt de afgesproken productie zoveel mogelijk gelijkmatig voer het jaar. Kunt u toelichten hoe aanbieders hieraan kunnen voldoen uitgaande van toenemende zorgzwaarte bij huidige intramurale cliënten? Wilt u bij de toelichting een voorbeeld geven? In Deel II is aan artikel 2 toegevoegd spreiding van de zorg. In lid 2 staat daarover: De zorgaanbieder spreidt de afgesproken productie zoveel mogelijk gelijkmatig voer het jaar. Kunt u toelichten hoe aanbieders hieraan kunnen voldoen uitgaande van toenemende zorgzwaarte bij huidige extramurale cliënten? Wilt u bij de toelichting een voorbeeld geven? Omdat er budgetafspraken worden gemaakt en de cliënt baat heeft bij continuïteit van zorg, verwachten wij van de door ons gecontracteerde zorgaanbieders dat men de productie zo veel als mogelijk spreidt over het jaar. Het is onwenselijk dat groei waarvoor geen afspraak is gemaakt met Achmea en waardoor het budget wordt overschreden, resulteert in onvoldoende budget in de loop van het jaar. Artikel 3 is gewijzigd en uitgebreid. Een aantal opmerkingen over dit artikel. In artikel 3 lid 1 (ongewijzigd) staat: Partijen komen overeen dat de verzekerde, die zich bij de zorgaanbieder meldt voor zorg, zo snel mogelijk de zorg ontvangt en in beginsel uiterlijk binnen de in de Treeknormen genoemde maximaal aanvaardbare termijnen. Pagina 3

4 In het inkoopdocument staat: Achmea maakt binnen de contracteerruimte productieafspraken zodanig dat cliënten met een geldige indicatie zo snel mogelijk, in elk geval binnen de Treeknorm, van passende zorg wordt voorzien. Omdat de overeenkomst voorgaat op het zorginkoopdocument kunnen aanbieders uitgaan van de tekst in beginsel. Als niet binnen de Treeknorm geleverd kan worden, dan moet de aanbieder Achmea hiervan onverwijld op de hoogte stellen (lid 2). In lid 3 (gewijzigd) staat nu dat de zorgaanbieder binnen twee werkdagen (was vijf) na ontvangst van het indicatiebesluit contact op moet nemen met de betreffende verzekerde (was al aangekondigd en is ook de gewenste werkwijze in 2013). In lid 5 is de termijn dat de zorgaanbieder aan Achmea de uitkomst van dit contact laat weten, ook verkort naar 2 werkdagen (was vijf). De 2 werkdagen zoals genoemd in dit lid zijn niet correct. Dit dient 5 werkdagen te zijn. In lid 5 onder e (ongewijzigd) staat dat de uitkomst van overleg met de verzekerde kan zijn dat deze geen zorg ontvangt omdat de zorgaanbieder niet in staat is de zorg te verlenen onder vermelding van de reden. Mede gezien de uitbreiding van artikel 2 met spreiding van de zorg (zie hierboven) zou dat vaker de uitkomst kunnen zijn. Opmerking Feitelijk is dit een belangrijk (sturings) instrument voor de zorgaanbieder en de enige manier om alle verplichtingen die in de overeenkomst zijn opgenomen over het leveren van zorg aan cliënten die zich bij de aanbieder van voorkeur melden tegen te gaan en overproductie te voorkomen. In Artikel 1 lid 5 Deel III staat weliswaar Indien de Zorgaanbieder niet in staat is de geïndiceerde Zorg direct te leveren, is de Zorgaanbieder verantwoordelijk voor de (organisatie van) overbruggingszorg, maar zoals aan het begin van deze notitie aangegeven is bepaald dat bij tegenstrijdigheden Deel II (waarin dit artikel is opgenomen) voorgaat voor Deel III (waarin is opgenomen dat de aanbieder verantwoordelijk is voor het leveren/regelen van overbruggingszorg). Toegevoegd is lid 8 waarin is geregeld hoe Achmea verzekerden, die geen voorkeursaanbieder hebben opgegeven, gaat begeleiden naar een gecontracteerde zorgaanbieder. Achmea zal cliënten zonder voorkeursaanbieder het gecontracteerde zorgaanbod binnen de regio voorleggen. De cliënt kan hieruit een keuze maken. Artikel 6 over Indicatiebandbreedte en productmix is gewijzigd. Ten eerste is nu opgenomen dat voor de sector VVT de bandbreedte 50% bedraagt. Dit is in 2013 ook al zo, maar is niet geregeld in de overeenkomst 2013, hetgeen wat ruimte zou kunnen bieden. Nieuw is ook dat expliciet is opgenomen dat de bandbreedte wordt toegepast op zorgaanbiedersniveau. De productmix is de mix tussen basis en speciaal prestaties zoals deze wordt afgesproken tijdens het zorginkoopgesprek. Deze mix betreft een afspraak tussen zorgaanbieder en Achmea waardoor eventuele correcties in verband met een afwijkende declaratie van de productmix herkenbaar zijn voor de zorgaanbieder. Artikel 8 over de financiering van onderhanden werk is gewijzigd. In lid 1 staat nu: In 2014 zal een voorschot worden verstrekt waarbij de goedgekeurde declaraties per verzekerde in beginsel leidend zijn. (In 2013 was er in de eerste drie maanden nog sprake van een voorschot op basis van de laatste productieafspraak in 2012.) Pagina 4

5 Artikel 10 lid 1 is gewijzigd. De zorgaanbieder stelt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk drie maanden vóór de in de NZa-beleidsregels aangegeven datum de voorlopige c.q. definitieve nacalculatieformulieren aan Achmea ter beschikking. Er kunnen derhalve geen voorlopige nacalculatieformulieren meer worden ingediend. Artikel 11 over het overleg met de gemeenten is geheel gewijzigd. Aanbieders moeten aantoonbaar met de gemeenten overleg voeren in het kader van de transitie AWBZ over de positie van verzekerden die zorg ontvangen, knelpunten en samenwerking. Op basis van artikel 11 van Deel II van de overeenkomst moeten de aanbieders aantoonbaar met de gemeenten overleg voeren over een aantal thema s in het kader van de transitie. Opvallend is dat Achmea daarin geen rol meer voor zichzelf ziet. In de overeenkomst 2013 moet het overleg nog in nauw overleg met Achmea plaatsvinden, maar die positie is verdwenen en daarmee de afstemming. Waarom is opgenomen dat zorgaanbieders aantoonbaar overleg voeren met gemeenten, terwijl Achmea in dat proces geen rol voor zichzelf ziet? Achmea stelt slechts een voorwaarde aan de aantoonbaarheid van het overleg; het moet aannemelijk zijn dat er sprake is van overleg met de gemeente(s) over minimaal de genoemde onderwerpen. Achmea heeft veelvuldig overleg met gemeentes. Het is niet noodzakelijk om dit vast te leggen in de overeenkomst tussen zorgaanbieder en Achmea. Bovendien wordt de positie van Achmea (het zorgkantoor) vanaf 2015 geheel anders en zal de zorg niet meer ingekocht worden door het zorgkantoor. Artikel 14 is gewijzigd en uitgebreid. In lid 2 is komen te vervallen dat productieoverzichten per vier kunnen worden aangeleverd. Productieoverzichten moeten maandelijks worden aangeleverd. Nieuw is lid 3: De zorgaanbieder levert daarnaast voor de geleverde zorg declaraties op cliëntniveau in bij Achmea. De zorgaanbieder doet dit conform het Landelijk Declaratieprotocol AWBZ Achmea verwijst in de Inkoopdocumenten naar het landelijke Declaratieprotocol AWBZ Wij werken conform de landelijke afspraken zoals die zijn vastgelegd in dit protocol. Conform de afspraken in het declaratieprotocol moeten declaraties over zorg, geleverd in 2014, aangeleverd worden per kalendermaand. Het is daarbij toegestaan om meerdere declaraties in te dienen en hierdoor zijn alle varianten in de frequentie van aanleveren mogelijk. Het declareren in 4-wekelijkse perioden is één van de varianten die op deze wijze gedeclareerd kan worden. De werkwijze om declaraties 4-wekelijks in te dienen is echter complexer en daarom adviseren wij u om voor 2014 over te stappen naar maandelijkse declaraties. De mogelijkheid om 4-wekelijks de realisatiecijfers aan te leveren zal ook in 2014 blijven bestaan. Pagina 5

6 In artikel 18 van Deel II van de overeenkomst met betrekking tot niet-nakoming staan diverse verwijzingen naar tariefsbepalende criteria voor de zorginkoop In 2014 hoeven aanbieders geen tariefsbepalende criteria in te vullen en kan er dus bijvoorbeeld geen sprake zijn van een onjuiste invulling. Wij verzoeken u deze verwijzingen uit het artikel te halen, zodat helder is waar het in het artikel over gaat. Voor zorgaanbieders die een offerte indienen binnen de sector VV&T is hetgeen met betrekking tot de tariefsbepalende criteria is gesteld niet van toepassing. Wilt u in artikel 21 over onderaanneming opnemen dat de korting niet van toepassing is bij het leveren van beschikbaarheid van zorg? Beschikbaarheid van zorg is tevens uitgesloten van deze bepaling. Deze bepaling is alleen van toepassing op de extramurale zorg. In de artikelen 21 tot en met 29 zijn de Specifieke afspraken voor de VVT opgenomen. Voor een deel zijn deze gelijk aan de huidige overeenkomst; voor een deel zijn hier voorheen tariefsbepalende criteria toegevoegd. Nu deze criteria zijn opgenomen in de overeenkomst, geldt uiteraard de tekst van de overeenkomst en niet meer de tekst zoals die voorheen in de tariefsbepalende criteria stond! In de digitale inkoopapplicatie worden een aantal vragen gesteld waar de zorgaanbieder kan aangeven hier aan te voldoen of hiervoor een verbeterafspraak voor wil maken. Helaas komen deze vragen niet geheel overeen met de artikelen zoals deze onder de specifieke afspraken VV&T vanaf pagina 11 van de overeenkomst worden genoemd. Uitgangspunt zijn de artikelen 22 tot en met 29 in de overeenkomst. Hiervoor is het, indien nog niet kan worden voldaan, mogelijk om verbeterafspraken te maken. Dit kunt u (deels) aangeven in de inkoopapplicatie, tevens is het mogelijk om dit tijdens (of voorafgaand aan) het zorginkoopgesprek aan te geven. Opmerking In het zorginkoopdocument staat hierover in 4.3 Inkoopmethodiek: In tegenstelling tot de afgelopen jaren hanteert AAZ voor de VVT niet langer de inkoopmethodiek waarbij op basis van tariefsbepalende criteria een tarief tot stand komt. (Een deel van) de kwaliteitscriteria die in 2013 tariefsbepalend zijn geweest, zijn verplaatst naar de overeenkomst en daarmee randvoorwaardelijk geworden. Met reeds in 2013 gecontracteerde aanbieders die nog niet aan de gestelde voorwaarden in de overeenkomst voldoen worden verbeterafspraken gemaakt. Hiervoor geldt dat indien zij op een afgesproken datum nog niet voldoen aan de voorwaarden het tarief neerwaarts wordt bijgesteld met hetzelfde percentage als in 2013 voor het betreffende criterium gold. Een aanbieder mag in de offerte dus op basis van de tekst in de overeenkomst aangeven of deze wel of niet voldoet aan de voorwaarden en hoeft niet uit te gaan van de beschrijving van de tariefsbepalende criteria voor Pagina 6

7 Artikel 23 is toegevoegd en betreft het publiceren van actuele wachttijden voor intramurale en extramurale zorg, het VPT en Dagbesteding en vervoer. Het publiceren van wachttijden voor extramurale zorg en dagbesteding en vervoer zijn nieuw (waren geen tariefsbepalend criterium). Verplichtingen over het publiceren van wachttijden staan overigens ook in artikel 12 Correcte wachtlijst. Artikel 24 is toegevoegd en gaat over Cliëntwaarderingsonderzoek. De verplichtingen lijken niet afwijkend in de formulering eerder beperkter dan voorheen (er wordt niets gezegd over toetsing). Indien de populatie VPT te klein is voor een afzonderlijke meting, kan de meting plaatsvinden onder cliënten van intramurale- of extramurale zorg. Indien de zorgaanbieder met de cliëntenraad heeft afgesproken dat het niet nodig is om een verbeterafspraak te maken naar aanleiding van het uitgevoerde cliëntwaarderingsonderzoek, zal Achmea tijdens het gesprek met de cliëntenraad om een toelichting vragen. Tevens is het mogelijk dat de zorgaanbieder gevraagd wordt om een toelichting te geven. De verbeterafspraken worden gemaakt op het niveau van de cliëntenraadpleging. Artikel 24 is een verbijzondering van artikel 12 lid 2 uit deel III van de overeenkomst 2014 AWBZ Artikel 25 gaat over de Medicatiecheck voor extramurale en intramurale cliënten. Achmea vindt dat thuiszorgorganisaties een belangrijke signalerende rol hebben bij problemen met of als gevolg van verkeerd gebruik van de medicatie van al haar cliënten. De medewerkers van de thuiszorgorganisaties zijn degenen die in de thuissituatie deze problemen signaleren bij de inname van de geneesmiddelen. De thuiszorgaanbieder is niet verantwoordelijk voor de uitvoering van de medicatiecheck. Artikel 26 betreft het Vitaliteitsbeleid van de intramurale aanbieder. Artikel 27 legt vast dat Valpreventie deel moet uitmaken van het zorgplan. Artikel 28 over Wijkgerichtheid betreft de zorg aanbieders van extramurale zorg en dagbesteding en vervoer. Artikel 29 gaat over Samenwerking gemeenten en betreft de aanbieders van extramurale zorg. Artikel 30. Dit artikel is in het gepubliceerde document weggevallen. Dat had moeten zijn: De gemaakte maatwerk- en verbeterafspraken zoals deze kan worden gemaakt tussen de partijen, worden vastgelegd in de door Achmea beschikbaar gestelde formats. Deze formats maken onlosmakelijk onderdeel uit van de overeenkomst. Pagina 7

8 Overeenkomst 2014 Achmea Zorgaanbieder AWBZ Deel III: Algemeen deel Opmerking Dit deel is opgesteld door ZN en landelijk van toepassing voor alle zorgkantoren. Eerder is al gebleken dat hierdoor weinig tot niets aan de tekst/inhoud veranderd, omdat in de vragenprocedure wordt verwezen naar het feit dat AAZ de inhoud niet op eigen houtje kan wijzigen. Ook ActiZ heeft op landelijk niveau geprobeerd de overeenkomst op onderdelen aangepast te krijgen, maar is zeer ontevreden over de resultaten van het overleg hierover met ZN. Er kunnen wel vragen met betrekking tot de betekenis worden gesteld. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van 2013 beschreven. Intentie en afbakening Het doel van deze overeenkomst is het maken van afspraken over de levering van voldoende, kwalitatief goede en doeltreffende Zorg aan de AWBZ-verzekerden in de betreffende Zorgkantoorregio. Bij de (beleidsmatige) keuzes van de Zorgaanbieder in de te leveren Zorg, zoekt de Zorgaanbieder de optimale balans tussen het individuele cliëntenbelang, het collectieve cliëntenbelang, de effectiviteit van de Zorg en de kosten ervan. Bij de toepassing van deze overeenkomst wordt uitgegaan van redelijkheid en billijkheid. Artikel 1 Zorglevering start met De zorgaanbieder handelt volgens het meest recente voorschrift zorgtoewijzing. Dit was voorheen deel van lid 5. Door het nu als uitgangspunt te nemen zijn in verschillende artikelen, zoals artikel 1 en artikel 2 (zorgleefplan), onderdelen vervallen, omdat die in het voorschrift geregeld zijn. Garandeert Achmea, overeenkomstig de wettelijke zorgplicht jegens zijn verzekerden, dat de Zorgaanbieder, gedurende de duur van de geïndiceerde AWBZ-zorg voor de bij de Zorgaanbieder in zorg zijnde verzekerden, deze zorg te blijven afnemen van de Zorgaanbieder en voor vergoeding hiervan zorg te dragen? Artikel 4 [.] Voor Verzekerden met een indicatie voor verblijf geldt dat in beginsel de langst wachtende het eerst geplaatst zal worden. Hoe verhoudt het gestelde in artikel 4 (Voor Verzekerden met een indicatie voor verblijf geldt dat in beginsel de langst wachtende het eerst geplaatst zal worden.) zich met de beschreven intentie en afbakening aan het begin van Deel 3 van de overeenkomst (Bij de beleidsmatige- keuzes van de Zorgaanbieder in de te leveren Zorg, zoekt de Zorgaanbieder de optimale balans tussen het individuele cliëntenbelang, het collectieve cliëntenbelang, de effectiviteit van de Zorg en de kosten ervan.)? Kan in beginsel betekenen dat in de praktijk de langst wachtende met het oog spreiding van de zorg (artikel 2 Deel II) 10 keer wordt gepasseerd? Pagina 8

9 De tekst met betrekking tot wachttijden, namelijk dat een verzekerde met de langste wachttijd het eerst geplaatst gaat worden, blijft gehandhaafd. De term in beginsel laat ruimte voor de zorgaanbieder gefundeerd andere keuzes te maken. In Deel 3 artikel 5 van de overeenkomst staat dat de zorgaanbieder een cliëntenstop in kan stellen voor alle verzekerden die een bepaalde vorm van zorg willen afnemen. Wat verstaat u onder een bepaalde vorm van zorg? Met bepaalde vorm van zorg wordt zorg bedoeld zoals middels deze zorginkoopprocedure wordt ingekocht. Klopt het dat artikel 12 lid 2 uit Deel III geheel wordt overlapt door artikel 24 Deel II van de overeenkomst? Zo niet, wat is het verschil? Dit lid wordt voor de sector VV&T volledig gedekt door artikel 24 van deel II. Het openbaar maken van het cliëntwaarderingsonderzoek kan via de website van de zorgaanbieder gebeuren. In artikel 12 lid 3 is opgenomen dat de zorgaanbieder jaarlijks een zelfevaluatie uitvoert van de bereikte kwaliteit. Deze evaluatie wordt openbaar gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen, en zij worden beschikbaar gesteld aan de cliëntenraad en Achmea. Gezien de algemeenheid van de tekst worden hier geen vragen over gesteld, omdat die er alleen maar toe kunnen leiden dat eisen worden benoemd. Zie ook artikel 13 lid 4 over de Cliëntenraad, waarin de zelfevaluatie en de rol van de cliëntenraad wordt genoemd. In artikel 15 over Informatievoorziening is in lid 2 opgenomen dat de zorgaanbieder via de eigen website de zorginhoudelijke indicatoren beschikbaar stelt voor openbare publicatie. Vorig jaar is veel discussie gevoerd, ook landelijk door ActiZ, over de formulering van artikel 23 lid 3 over het in rekening brengen van kosten zoals bedoeld in art. 8 respectievelijk art. 15 Bza. De tekst van dit artikel is dit jaar in positieve zin gewijzigd. Pagina 9

10 Deel III artikel 25 van de overeenkomst gaat over Niet nakoming. Het valt ons op dat het hele artikel gaat over de situatie dat de zorgaanbieder afspraken niet nakomt en welke middelen dan open staan voor Achmea. Wij verzoeken u met klem dit artikel in deze tweezijdige overeenkomst uit te breiden met de situatie dat Achmea tekort schiet in de nakoming en de middelen die dan open staan voor de zorgaanbieder. In ieder geval artikel 25 lid 1, lid 2 en lid 5 kunnen omgekeerd evenredig van toepassing worden verklaard. Wij hebben deze vraag vorig jaar ook gesteld. U heeft toen geantwoord: Conform de wettelijke verplichting daartoe zijn zorgkantoren gehouden voldoende zorg in te kopen, zodat verzekerden hun indicatie kunnen verzilveren. Daartoe sluiten de zorgkantoren contracten af met zorgaanbieders, die de zorg kunnen leveren aan de geïndiceerde zorgvragers. De verplichting die zorgkantoren hebben is vastgelegd in artikel 29 van deel 3 van de overeenkomst. Artikel 25 leden 1 en 5 zullen dan ook niet worden aangepast. In artikel 29 lid 3 Deel III staat echter geen enkele verwijzing naar verplichtingen van Achmea. Het artikel 29 waar u vorig jaar naar verwees, stond in de concept-overeenkomst en bleek in de definitieve overeenkomst te zijn vervallen! Wij vertrouwen erop dat u ons verzoek dit jaar wel honoreert en vernemen graag welke wijzigingen u door gaat voeren. Conform de wettelijke verplichting daartoe zijn zorgkantoren gehouden voldoende zorg in te kopen, zodat verzekerden hun indicatie kunnen verzilveren. Daartoe sluiten de zorgkantoren overeenkomsten af met zorgaanbieders, die de zorg kunnen leveren aan de geïndiceerde zorgvragers. De verplichting die zorgkantoren hebben is vastgelegd in de artikelen 19 en 23 van deel 3 van de overeenkomst. Artikel 25 zal dan ook niet worden aangepast. Artikel 29: Algemene slotbepalingen 2. Achmea behoudt zich het recht voor om een overeenkomst die is voorzien van doorhalingen en/of mededelingen van de Zorgaanbieder van welke aard dan ook als ongeldig te beschouwen. Indien Achmea van dit recht gebruik maakt, zal hij de Zorgaanbieder daarvan schriftelijk in kennis stellen. In dat geval zal Achmea de Zorgaanbieder eenmalig de ongewijzigde overeenkomst alsnog toezenden en in de gelegenheid stellen binnen een termijn van drie weken door ondertekening en terugzending aan Achmea de ongewijzigde overeenkomst alsnog tot stand te brengen. LET OP!! Bovenstaand artikel biedt de gelegenheid de overeenkomst te voorzien van doorhalingen en/of mededelingen. Deze toevoegingen zijn niet op voorhand nietig. Als Achmea niet van het recht gebruik maakt deze als ongeldig te beschouwen en een nieuwe ongewijzigde overeenkomst toestuurt, dan zijn de doorhalingen en/of mededelingen in beginsel van toepassing. Onnodig om te zeggen dat aantekeningen beter niet op de voorpagina gemaakt kunnen worden. De overeenkomst wordt volgens planning pas op 1 oktober toegestuurd aan de zorgaanbieders en moet uiterlijk op 7 oktober 2013 worden teruggestuurd. In het kader van de indiening van de offerte speelt dit derhalve nog niet. Pagina 10

11 Artikel 30: Vrijwaring 1. De Zorgaanbieder zal Achmea vrijwaren van en schadeloos stellen voor vorderingen die derden instellen tegen Achmea in verband met het tekortschieten in de nakoming van de verplichtingen van de Zorgaanbieder op grond van deze overeenkomst. Onderdeel van deze kosten vormen tevens redelijke kosten van rechtsbijstand die Achmea in deze moet maken, tenzij al rechtens is vastgesteld dat de Zorgaanbieder geen enkel verwijt gemaakt kan worden. 2. Indien zich gedurende de looptijd van deze overeenkomst een schadeveroorzakende gebeurtenis voordoet die is gerelateerd aan de verplichting van Achmea tot vergoeding van de geleverde Zorg, geldt dat de aansprakelijkheid van Achmea voor gevolgschade is uitgesloten. Achmea acht een vrijwaringsverplichting niet redelijk indien schade ontstaat welke verband houdt met stopzetten van zorg in verband met overschrijding van de contracteerruimte en die buiten de invloedssfeer van de zorgaanbieder ligt. Deze mogelijke maatregel zal te maken hebben met overheidsbeleid en die ligt ook buiten de invloedssfeer van Achmea. Pagina 11