Gebruiksaanwijzing. SMS NiceLabel Pro & Suite Programma s

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing SMS NiceLabel Pro & Suite Programma s ( (035) (035) Beckeringhstraat 21 Postbus 125 NL-3760 AC Soest info@rebo.nl

2

3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften SMS-200/300 Printer Aansluiten van de SMS-200/300 Printer Plaatsen van het Printlint in de SMS-200/300 Printer Plaatsen van het Materiaal in de SMS-200/300 Printer SMS-200 en SMS-300 besturingsknoppen Hoofdschakelaar Knoppen LED s Wat te doen als: Introductie Over SMS NiceLabel Installatie Inhoud van het pakket Systeem eisen Installatie starten Windows 95/98/Me/NT4.0/2000/XP Printer installatie Starten van het programma Schermoverzicht Omschrijving Iconen Nieuwe Etiket Opmaak Multi Strook Afdrukken Gereedschap Gereedschap Gereedschap onderdelen Tekst maken Vaste tekst Tabblad Inhoud Tabblad Masker Tabblad Stijl Tabblad Vormgeving Tabblad Status Tekstvak maken Vast Tekstvak Tabblad Gedetailleerd RTF tekst Rich Text Format Barcode Vaste Barcode Afbeelding Afbeelding plaatsen Rechthoek Werken met Rechthoeken Lijn

5 Plaatsen van een Lijn Cirkel en Ellips Plaatsen van een Cirkel of een Ellips Diapositief Geheel of delen Diapositief Draaien Draaien van onderdelen In-/uitzoomen Uitlijnen van elementen Verticaal Horizontaal Variabelen De verschillende Variabelen Nieuw Invoerveld Nieuwe Reeks Nieuw Datum of Tijd veld Bestaande Variabele Koppeling met een Database of een Spreadsheet bestand Afbeelding via databasekoppeling NiceForm

6 Veiligheidsvoorschriften SMS-200/300 Printer Bij reglementair gebruik en installatie, inbedrijfstelling en bediening volgens voorschrift brengt het apparaat geen bijzondere gevaren met zich mee. Lees de volgende punten aandachtig: Er bestaat gevaar voor snijwonden bij gebruik van het mes. Haren, kleding en sieraden kunnen tijdens de werking van de printer met open kap in het apparaat worden getrokken. Het gevaar ontstaat bij het transport van het printlint, het bedrukbare materiaal en wordt veroorzaakt door de roterende onderdelen. Het materiaal moet geplaatst worden volgens de procedure verderop beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Gebruik de printer alleen in ruimtes met normale omgevingscondities (kantoor klimaat)! Er mogen op geen enkele manier vloeistoffen in de printer terechtkomen. Laat reparatiewerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door de Technische Dienst van Rebo bv. Bij gevaar de printer uitschakelen of de stekker uit de wandcontactdoos trekken. Het apparaat voor het reinigen uitschakelen en de stekker eruit trekken

7 Aansluiten van de SMS-200/300 Printer 1. Achterzijde van de printer 2. Parallelle poort (Centronics) 3. Netstroomaansluiting 4. Netschakelaar 5. Voedingskabel 6. Printerkabel (Centronics) 7. Stopcontact Controleer of de printer is uitgeschakeld voordat de printer- en/of de voedingskabel worden aangesloten. 1. Sluit de printerkabel (6) aan op de Parallelle poort (2) van de printer en op de bijbehorende aansluiting op de computer. 2. Sluit de voedingskabel (5) aan op de Netstroomaansluiting (3) van de printer en de andere zijde in het stopcontact (7)

8 Plaatsen van het Printlint in de SMS-200/300 Printer 1. Vergrendelknoppen 2. Groene (Push) knoppen 3. Lintrol 4. Lege opwikkel kern 5. Afwikkelplaats 6. Wieltje Dit hoeft niet te gebeuren bij gebruik van thermische etiketten! 1. Druk de vergrendelknoppen (1) aan weerszijden in om de kap te ontgrendelen (afb. 1) 2. Druk de beide groene (push) knoppen (2) in om de printkopbehuizing te ontgrendelen. (afb.2) 3. Plaats de volle lintrol (3) op de afwikkelplaats (5) in de printer. Eerst aan de rechter-, dan aan de linkerzijde plaatsen. (afb.3 en 4) 4. Druk de printkop-behuizing naar beneden, zodat de lege opwikkelspoel hier geplaatst kan worden. (afb. 5) 5. Draai het wieltje (6) zoals aangegeven tot het lint strak staat. (afb. 6) 6. Druk de printkop-behuizing aan beide kanten gelijkmatig dicht tot u aan beide kanten een klik hoort

9 Plaatsen van het Materiaal in de SMS-200/300 Printer 1. Vergrendelknoppen 2. Rolhouder 3. Materiaalrol 4. Materiaalgeleiding 5. Materiaalsensor 6. Afdrukwals 1. Druk de vergrendelknoppen (1) aan beide zijden van de kap in om de kap te ontgrendelen. (afb. 1) 2. Druk de beide groene (push) knoppen in om de printkop te ontgrendelen. 3. Trek de rolhouder (2) uit elkaar en plaats het materiaal er in. (afb 2.) 4. Stel de materiaalgeleiding op de materiaalbreedte in en schuif het materiaal er tussendoor. 5. Draai het wieltje (6) zoals aangegeven tot het lint strak staat. (afb. 6) 6. Druk de printkop aan beide kanten dicht tot u aan beide kanten een klik hoort en sluit de deksel 7. Als er op de SMS-200 printer een schaar is gemonteerd, moet het materiaal door de schaar worden gevoerd zoals hier wordt aangegeven. Op de schaar zit een sticker: TAPE HIER ONDERDOOR Schaar - 9 -

10 SMS-200 en SMS-300 besturingsknoppen Hoofdschakelaar Zet de printer aan of uit Aan -normale werking Uit - de spanning moet uitgeschakeld zijn bij het aansluiten of ontkoppelen van elke kabel van of naar de printer. Knoppen Er zijn drie knoppen boven op de printer. Elke knop heeft 2 basis functies. Knop FEED PAUSE CANCEL Indrukken bij normal gebruik. Voert het doorlopende materiaal een klein stukje door of voert één etiket door bij voorgestanste etiketten. Onderbreekt het afdrukken Gaat door met afdrukken van de printopdracht na het onderbreken Laat de printer doorgaan nadat een fout is opgelost (lege rol materiaal of lint). Onderbreekt de afdruk en verwijdert deze uit de printer (niet uit de computer). Ingedrukt bij het inschakelen van de printer Drukt na een zelftest een configuratierapport af. Kalibreren van de printer voor doorlopend materiaal en voor etiketten. Reset de instellingen in de EPROM Terug naar de fabrieksinstellingen: Zet de printer uit. Druk alle drie de knoppen in als de printer wordt ingeschakeld tot er een LED gaat knipperen. Na deze reset moet de printer altijd worden gekalibreerd voor er een printopdracht kan worden uitgevoerd. 3 LED s Er zijn 3 LED s boven op de printer: READY, MEDIA en RIBBON. Deze LED s geven de status van de printer aan. READY MEDIA De READY LED moet na inschakelen altijd branden behalve in de volgende situaties: Ontvangen van een printopdracht van de computer (knipperen). In een fout status (knipperen). De MEDIA LED moet na inschakelen altijd branden behalve in de volgende situaties: De printer staat op PAUSE (knipperen). Knippert samen met de READY led Media rol is leeg. RIBBON AAN Als de thermal thansfer mode met lint is geactiveerd. OFF Als de direct thermisch mode zonder lint is geactiveerd. Dit wordt via de Windows driver of via een commando ingesteld Knippert samen met de READY led Lint rol is leeg

11 Wat te doen als: Wat gebeurd er Wat is er aan de hand Wat te doen Knipperen van MEDIA en READY LED 1. Media rol leeg 2. Kalibratie fout 1. Plaats een nieuwe rol materiaal en druk hierna éénmaal op de CANCEL knop. 2. Zet de printer uit. Druk tijdens het inschakelen van de printer op de PAUSE knop tot er een LED begint te knipperen. De media wordt een stuk getransporteerd tot de printer is gekalibreerd. Hierna kan het materiaal handmatig worden terug gewikkeld om onnodig materiaal verlies te Knipperen van RIBBON en READY LED voorkomen. 3. Lintrol is leeg 3. Plaats een nieuwe lintrol en druk hierna éénmaal op de CANCEL knop. Aanbeveling: 1. Wij adviseren een media kalibratie. Als voor de eerste keer nieuw materiaal wordt geplaatst Na het wisselen tussen doorlopend materiaal en voorgestanste etiketten of visa versa. 2. Voor de kalibratie moet het materiaal (en lint) goed geplaatst zijn en moet de media sensor in de juiste positie zijn geplaatst (normaal gecentreerd.) 3. Na de Self-test, de printer is in dump mode. De CANCEL knop moet éénmaal ingedrukt worden om de printer in de normale mode te zetten

12 Introductie Over SMS NiceLabel NiceLabel is een softwarepakket geschreven voor het Microsoft Windows Operating System en wordt gebruikt voor het ontwerpen en printen van etiketten. Het ondersteunt WYSIWYG (What You See Is What You Get). Op eenvoudige wijze ontwerpt u met NiceLabel uw etiketten voorzien van: tekst, barcodes, lijnen, cirkels, rechthoeken en afbeeldingen. U zult ontdekken dat NiceLabel een zeer gebruikersvriendelijk programma is, waarmee u zowel blanco als voorbedrukte etiketten kunt ontwerpen en bedrukken. De voorbedrukking kan bestaan uit een bedrijfslogo, maar het kunnen ook de oranje vlakken zijn van een Rebo-etiket voor laboratorium toepassingen. Hierin kan nauwkeurig het gewenste pictogram afgedrukt worden. Gegevens kunnen worden ingegeven als het etiket wordt ontworpen of later met behulp van variabele velden (Invoerveld, bestand, datum/tijd, database). Gebruik uw eigen database om automatisch etiketten te printen, die voorzien worden van de gegevens uit deze database (tekst en afbeeldingen). De OLE (Object Linking and Embedding) functie maakt het mogelijk om andere Windows programma s te gebruiken om speciale objecten op het label te krijgen. (Bijvoorbeeld Word voor Windows voor tekstobjecten of Corel Draw voor afbeeldingen) DDE (Dynamic Data Exchange) laat andere programma s NiceLabel besturen. Schrijf uw eigen front-end application in één van de programmeer applicaties (Delphi, Borland, Microsoft Visual Basic,..), die de speciale data voorbereidt, en stuur de commando s voor het printen naar NiceLabel. NiceLabel ondersteunt alle Windows printers, inclusief de inkjet- en laserprinters. Voor het aansturen van de thermische printers wordt aangeraden de meegeleverde Nice-Printerdrivers te gebruiken om de maximale afdruksnelheid te bereiken. NiceLabel ondersteunt meer dan 450 Thermal Transfer printers. Voor alle SMSprinters is de automatische lengte standaard ingeschakeld, zodat het doorlopende materiaal precies op maat wordt afgeknipt

13 Installatie Inhoud van het pakket Voor de installatie: 1. Controleer het pakket. Het pakket moet bestaan uit: SMS NiceLabel Suite CD-ROM Gebruiksaanwijzing Hardware Sleutel (niet beschikbaar voor alle versies) 2. Lees het READ.ME bestand op de CD-ROM voor de laatste informatie. Als u één van de genoemde elementen mist, verzoeken wij u contact op te nemen met uw software leverancier. Mocht u aanvullende informatie willen hebben over de SMS NiceLabel producten, kunt u onze website bezoeken op Systeem eisen Voor de SMS NiceLabel software gelden de volgende minimum systeem eisen: IBM Personal computer (of compatible). Een Pentium of sneller, wordt aanbevolen. Een 32-bit Windows operating system: Microsoft Windows 95/98, Me, NT, 2000 of XP. Minimaal 32 MB RAM geheugen. VGA of hogere grafische kaart. Een muis wordt aanbevolen. Harde schijf met 15 tot 65 MB vrije ruimte (afhankelijk van de installatie opties). CD-ROM drive. BDE (Borland Database Engine) interface. Deze zal tijdens de installatie automatisch worden geïnstalleerd als deze nog niet beschikbaar is

14 Installatie starten Windows 95/98/Me/NT4.0/2000/XP Sluit alle openstaande programma s alvorens met de installatie wordt gestart. De installatie van NiceLabel is voor alle Windows versies hetzelfde. Plaats de Cd-rom in de Cd-rom speler. Normaal gesproken start de installatie automatisch. Mocht dit niet het geval zijn, ga dan naar de Windows verkenner en verken de Cd-rom. Dubbelklik met de linker muistoets op het bestand Start. Om handmatig de SMS NiceLabel software te installeren, of om wijzigingen in de bestaande installatie te maken, start het SETUP.EXE programma van de Disk1 map in de gewenste programmamap in de SETUP map op de Cd-rom. Om een handmatig SMS of een andere thermische printer te installeren, start PRNINST.EXE vanuit de Drivers map op de Cd-rom Na het plaatsten van de Cd-rom verschijnt het volgende scherm: Klik op Install en kies de installatie die uitgevoerd moet worden. Dit is afhankelijk van de versie die is aangeschaft

15 Kiest u voor het gewenste NiceLabel programma of voor de printerdrivers, volg dan de aanwijzingen op het scherm.. Een stap terug is bij beide schermen Back. Let op! Als er gebruik wordt gemaakt van Windows NT, 2000 of XP, moet er bij de installatie ingelogd worden als gebruiker met Administrator rechten, zodat de installatie naar behoren verloopt. Als er een opwaardering van de software wordt uitgevoerd of een installatie terwijl er een oudere versie van SMS NiceLabel op de PC staat, verschijnt de volgende melding: Kies dan eerst voor alles verwijderen. Dit voorkomt dat het oude programma de nieuwe versie kan beïnvloeden. Alle eerder gemaakte bestanden blijven bewaard op dezelfde plaats. Alleen de programmabestanden worden verwijderd. Zodra alle programmabestanden zijn verwijderd, gaat de installatie door en wordt gevraagd een taal te kiezen. Standaard staat de Windows taal automatisch geselecteerd. Klik met de muis op de taal die geïnstalleerd moet worden en klik op Volgende. Lees het volgende scherm aandachtig en klik op Volgende

16 In het volgende scherm staat de licentie-overeenkomst waarmee u na het lezen, akkoord dient te gaan, alvorens de installatie kan beginnen. Een Nederlandse overeenkomst is te downloaden via de website Het volgende scherm toont een aantal basis gegevens over de verschillende versies SMS NiceLabel. Ga verder met Volgende. Vul de gegevens in en klik op Volgende. Kies de gewenste installatie (volledige installatie) en pas eventueel de map aan waar het programma wordt geïnstalleerd. Klik op Volgende. Hierna verschijnt er een overzicht van de installatie-opties. Klik op Volgende en de installatie start. Als de installatie van het programma is voltooid, verschijnt het volgende scherm

17 Voor de installatie van een SMS printer of een andere thermische printer, klik op Volgende. Als de gewenste printer al is geïnstalleerd, klik op Voltooien. Printer installatie Klik na de programma-installatie op Volgende of vanaf het beginvenster op Install en dan op Printer Drivers. Klik op Next. Om verder te kunnen gaan moet er akkoord gegaan worden met de Licentie overeenkomst. Klik deze aan en klik op Next. Kies nu het gewenste merk en het type printer en klik op Next. SMS SMS Label SMS SMS Label SMS SMS Label Het verschil tussen de verschillende SMS printers en de SMS Labelprinters is het volgende: SMS 100/200/300 zijn allemaal ingesteld voor doorlopend materiaal. Afhankelijk van de hoeveelheid ingegeven tekst en afbeeldingen wordt de labellengte automatisch bepaald. SMS 100/200/300 Label printers hebben de instellingen voor het afdrukken van voorgestanste etiketten

18 Kies de taal, de printerpoort en pas eventueel de printernaam aan en klik op Finish. De printerinstallatie is voltooid

19 Starten van het programma Ga naar Start, Programma s, NiceLabel Suite of NiceLabel Pro en kies. Hiervan is ook een snelkoppeling op het bureaublad beschikbaar. Schermoverzicht De bovenste balk toont de versie van NiceLabel en de bestandsnaam van het etiket dat geopend is. De tweede balk, menubalk, toont de basiscommando s voor het ontwerpen en printen van etiketten. Op de derde balk zitten de iconen die helpen om het ontwerpen en printen van etiketten te versnellen. Omschrijving Iconen Nieuw etiket of een voorraad etiket. Open etiket. Etiket opslaan, met een naam die reeds eerder is bepaald. Knip de geselecteerde objecten. Kopieer de geselecteerde objecten. Plak de geselecteerde objecten. Ongedaan maken van laatste opdracht. Opnieuw uitvoeren laatste opdracht. Printer instellingen. Print het etiket. Afdrukvoorbeeld. Inzoomen op Pagina. Inzoomen op Etiket. Inzoomen op Elementen. Marges etiket instellen op scherm. Wisselen tussen twee pagina s van etiket. Selecteer Normaal beeld van variabele elementen. Selecteer Gegevens beeld van variabele elementen. Toon variabele veldnamen (invoer-, database velden, enz). Naar voorgrond. Naar achtergrond

20 Naar voren. Naar achteren. Gereedschapsset. Tekstgereedschap. Variabel gereedschap. Kleurenpallet. Uitlijn gereedschap. Database gereedschap. Etiket Inspector. Help

21 Nieuwe Etiket Opmaak Kies als NiceLabel gestart is, voor Bestand en Nieuw etiket of. Kies nu de juiste printer en klik op Volgende >> Klik ook hier op Volgende >> Controleer of alle afmetingen kloppen en pas ze eventueel aan, aan het gewenste formaat. Houdt er rekening mee dat de SMS printer de breedte, standaard zelf automatisch na het laatste element, bv. een tekst, barcode of afbeelding, afknipt. De breedte instelling kan maximaal worden ingesteld op 109cm. Klik als alle afmetingen goed zijn ingegeven op Voltooien en het etiket verschijnt met de gekozen afmetingen in beeld

22 Het scherm zal er nu zoals hierboven uitzien. Als van doorlopend materiaal, een etiket een vaste lengte van bv. 10x20cm moet krijgen, moeten de volgende instellingen worden aangepast Geef bij de Etiketbreedte een breedte in van 20cm en klik op Voltooien. Deze afmetingen kunnen altijd worden gewijzigd onder Bestand, Etiketten Instellen en het tabblad Afmetingen. Sluit af met OK. De afmeting is nu aangepast maar de instelling voor het automatisch knippen na het laatste element staat nog aan. Ga om dit uit te schakelen naar (printerinstellingen) en het tabblad Geavanceerde Instellingen en haal het vinkje weg bij Stop na het laatste Element. Nu zal het etiket op 20cm worden afgeknipt. Alle (printer) instellingen worden bij een etiket opgeslagen. Let op! De standaard instellingen van de printer kunnen worden gewijzigd. Ga hiervoor naar het Printer Tabblad van Windows. Klik met de rechtermuis toets op de SMS printer en ga naar Eigenschappen. Als bijvoorbeeld het vinkje Stop na het laatste Element wordt weggehaald, wordt deze instelling doorgevoerd voor alle nieuwe etiketten. De instellingen voor de oude etiketten blijven ongewijzigd. Alle instellingen zoals afmetingen, Staand/Liggend, Printdensiteit enz. kunnen hierin worden gewijzigd naar uw eigen behoefte

23 Multi Strook Afdrukken Met Multi strook afdrukken kan er een etiket van maximaal 50cm x 109 cm gemaakt worden op de SMS-200 printer. Hierbij wordt de hoogte van 50cm bereikt door 5 stroken van 10cm boven elkaar te plakken. Maak een nieuw leeg etiket in NiceLabel Pro en kies de SMS-200 printer zoals op blz. 21 wordt beschreven. Dubbelklik nu op het lege etiket en de etiketinstellingen worden geopend. Ga naar het tabblad Afmetingen en zet een vinkje in Multi strook afdrukken. Kies bij het aantal stroken het aantal dat nodig is om de hoogte te bereiken bijvoorbeeld 3. In dit voorbeeld is er voor een overlap van 5mm gekozen en een strookbreedte van 10cm (tape). Er verschijnt nu een automatisch een Etikethoogte van 29cm. (3x 10cm) (2x5mm) overlap. Sluit dit scherm af met OK en er is nu een etiket van 29 cm x 109 cm dat in 3 keer wordt geprint. Aantal stroken:

24 Gereedschap Aan de linkerkant staat het gereedschap waarmee het etiket bewerkt kan worden. Gereedschap onderdelen Selectie pijltje Tekst Tekstkader RTF tekst Barcode Afbeeldingen Rechthoek Lijnen Ellips Diapositief Roteren in sprongen van 90 Inzoomen Terug naar vorig beeldformaat Tekst maken Vaste tekst Een tekst maken op een etiket: Klik op in de gereedschapsset Aan de muispijl zit nu de cursor Klik met de muis op het etiket waar de tekst moet beginnen De standaard methode plaatst de tekst direct op het etiket, zoals in bijvoorbeeld MS-Word. Nu kan de tekst worden ingegeven. Klik met de muis naast de tekst of druk op Ctrl+Enter om de tekst te plaatsen. Druk op Esc om de tekstingave ongedaan te maken. Het veranderen van de teksthoogte kan net zoals in bijvoorbeeld MS-Word worden veranderd in de werkbalk bovenaan in beeld. Hetzelfde geldt voor het lettertype

25 Tabblad Inhoud Dubbelklik op de tekst als deze veranderd moet worden. Het volgende dialoogvenster komt in beeld: Hier kan de tekst aangepast worden door de bestaande tekst te overschrijven. Er kan in de voorkeuren (in menu Opties) worden opgegeven dat er altijd een dialoogvenster wordt geopend om de tekst in te geven. Hierbij verschijnt de tekst pas op het etiket als alle tekst en instellingen zijn ingegeven. Met ingesteld. worden het lettertype en de letterhoogte als standaard Tabblad Masker Bij het Masker geven de * de plaats van de ingegeven tekens aan. Alles wat er op de * wordt gezet verschijnt ook na de overige tekstingave op het etiket. Voorbeeld: bij ingave van moet automatisch +31 (0) verschijnen

26 Geef het Masker in zoals hierboven en geef in het Tabblad Inhoud in en op het etiket verschijnt: Tabblad Stijl Bij Selecteren kunnen het lettertype, de lettergrootte en alle andere tekstopties worden gewijzigd. Bij de Effecten is een vinkje in: : Diapositief : Spiegelschrift RTL afdrukken : Sommige interne printerlettertypes kunnen zoals Hebreeuws van Rechts naar (To) Links afdrukken. : Vertikaal T E K S T

27 Spatiëring Lijn: Instelling om de afstand tussen 2 of meer regels van een tekstblok te vergroten of te verkleinen. Teken: Instelling om de afstand tussen de tekens te vergroten of te verkleinen. Uitvullen wordt ingeschakeld als de gestapelde / verticale tekst wordt geactiveerd. Tabblad Vormgeving Positie en grootte: X: afstand vanaf de linkerkant van het etiket Y: afstand vanaf de bovenkant van het etiket Breedte: breedte van het element (de tekst) Hoogte: hoogte van het element Draaiing: met het schuifje, of de waarde in het veld graden ingeven. Verankeringspunt: Vanuit het gekozen punt zal het element vergroten, verkleinen en/of roteren. Tabblad Status Normaal: Niet afdrukken: Tekst / element staat op het etiket en zal worden afgedrukt Deze elementen staan wel in beeld maar worden niet afgedrukt. : Als het vinkje is geplaatst kan het element niet meer verplaatst worden op het etiket

28 Tekstvak maken Vast Tekstvak Het verschil tussen een tekstvak en een tekst is het volgende: Tekst in een tekstvak past zicht aan, aan het vak. Dit geldt voor de positie en de afmeting (indien ingesteld). Een tekst kan gecentreerd worden in het tekstvak. Een losse tekstregel kan dit niet. Onder de rechtermuis, eigenschappen en het tabblad gedetailleerd kan een autogrootte aangezet worden. Hiermee vergroot/verkleind de tekst zich zodat het in het tekstvak past. Dit wordt gebruikt bij variabele invulvelden of bij velden die gekoppeld zijn aan een database. Klik op in de gereedschapsset. Aan de muispijl zit nu de cursor. Plaats de muispijl op het etiket en trek met de linker muistoets ingedrukt een vak op het etiket. Als de muistoets losgelaten wordt, verschijnt het dialoogvenster om de tekst in te vullen. Vul de gewenste tekst zoals hieronder in, in het witte invulvak. Als de tekst is ingevuld klik op OK en de tekst verschijnt omkaderd in beeld. Dit kader wordt niet afgedrukt, tenzij er onder het tabblad Stijl, Omgekeerd ingesteld is. Dan wordt het tekstvak de kleur van de opdruk en de tekst uitgespaard afgedrukt. Zie voor Tabbladen de instructies bij het Tekstelement. Tabblad Gedetailleerd Spatiëring en uitvullen gebeurt bij het tekstvak ten opzichten van het tekstvak. Een enkele regel kan dus linkslijnend zijn in het kader

29 De grootte past zich automatisch aan, aan de grootte van het tekstvak. Bij de minimumen maximumgrootte worden de grenzen aangegeven van de uitersten. Als er een minimale grootte van 24pt wordt ingegeven en de tekst past hierdoor niet in het tekstvak, geeft het programma een melding dat de gegevens niet in het tekstvak passen. Als dit element is aangevinkt, krijgen alle tekstvakken met de autogrootte ingeschakeld, dezelfde grootte. Elk vak past zich dan aan, aan de kleinste tekst. De autogrootte wordt onder andere gebruikt voor velden die gekoppeld zijn aan een database. RTF tekst Rich Text Format Bij een RTF tekst kunnen delen van een tekst een ander lettertype en een andere tekstgrootte krijgen zoals dit: Voorbeeld Een RTF tekst kan niet door een variabele worden gevuld, dit is altijd een vaste tekst. De werking van de tekst lijkt op die van het tekstvak. Klik op de toets en trek met de linkermuistoets ingedrukt een kader waar de tekst in moet komen. Als de muistoets losgelaten wordt, verschijnt er een invulscherm. Geef de tekst in en selecteer en verander de tekstdelen die van grootte en/of lettertype veranderd moeten worden. Geef de gewenste instellingen in en sluit af met OK

30 Barcode Vaste Barcode Klik op de toets en klik met de linkermuistoets op het etiket waar de barcode moet komen. Het linkerscherm verschijnt: Voer de gegevens in, in het witte vak waar hier linksboven het nummer is ingevuld. Druk op het tabblad Barcode en het rechterscherm verschijnt. Onder de knop Definiëren kunnen de barcode instellingen gewijzigd worden. Afbeelding Afbeelding plaatsen Klik op en hierna op het etiket op de plaats waar de afbeelding moet komen. Het volgende scherm verschijnt:

31 Om een overzicht te krijgen van de standaard meegeleverde pictogrammen klik op en kies de gewenste categorie. Voor sommige categorieën staat een + teken. Dit houdt in dat deze categorie weer is onderverdeeld in verschillende subcategorieën. Deze kunt u openen door op het + teken te klikken. Klik op het gewenste pictogram en in de Clip Preview verschijnt de afbeelding. Klik op OK en de afbeelding wordt op het etiket geplaatst. Het formaat van het pictogram kan veranderd worden door de muispijl op één van de zwarte hoek ankerpunten te plaatsen. De muispijl verandert in. Verplaats de muis nu in de diagonaal met de linker muistoets ingedrukt tot de gewenste afmeting is bereikt. Als dit niet proportioneel gebeurt, moet de Shift-toetst op het toetsenbord hierbij worden ingedrukt. Dit wordt bepaald door de Windows versie

32 Verplaatsen van één van de middelste ankerpunten drukt het pictogram in of rekt het uit. De verandering is nu echter niet proportioneel, de lengte en breedte verhouding verandert. Rechthoek Werken met Rechthoeken Klik met de muis op en klik op het etiket. Er verschijnt een rechthoek. Het printertje rechtsonder in de hoek geeft aan dat dit een printerfunctie is (dit printertje wordt niet afgedrukt). Als dit niet verschijnt, wordt de rechthoek grafisch naar de printer gestuurd. Dit geeft waarschijnlijk een iets tragere printsnelheid. Door met de muis de ankerpunten te verplaatsen kunnen afmetingen bepaald worden. Na een dubbelklik met de linker muistoets op de rechthoek verschijnt een dialoogvenster. Hierin kunnen afmetingen, afgeronde hoeken en lijndiktes ingesteld worden. Een aantal van deze functies zullen er voor zorgen dat de printer de functie alleen nog grafisch ondersteunt. Het printertje zal dan uit de rechter onderhoek verdwijnen. Lijn Plaatsen van een Lijn Klik op en klik op het etiket. Er wordt een lijn geplaatst. Door de ankerpunten met de muis te verplaatsen kunnen de lijnafmetingen aangepast worden. Na een dubbelklik met de linker muistoets op de lijn, verschijnt een dialoogvenster waar diverse opties kunnen worden ingesteld

33 Opm. Als een rechthoek, lijn of cirkel zich niet zo gemakkelijk laat selecteren, druk dan op Inzoomen en vergroot het te bewerken object. Cirkel en Ellips Plaatsen van een Cirkel of een Ellips Klik op en klik op het etiket. Er wordt een Cirkel geplaatst. Door de hoekankerpunten met de muis te verplaatsen, kunnen de Cirkelafmetingen bepaald worden. Door met de muis op de lijn te dubbelklikken, verschijnt een dialoogvenster waar diverse opties kunnen worden ingesteld zoals de cirkeldiameter. Tevens kunnen de afmetingen van een Ellips bepaald worden. Diapositief Geheel of delen Diapositief Klik op en hierna met de muis op het etiket. Er verschijnt direct een zwarte rechthoek op het scherm. Overal waar tekst en/of een afbeelding staan, wordt de weergave waar de rechthoek overstaat tegengesteld. Met de zwarte ankerpunten kunnen de afmetingen van het diapositieve veld worden bepaald

34 Draaien Draaien van onderdelen Selecteer het element dat gedraaid moet worden en klik hierna op en de tekst of de afbeelding draait 90º. Elke keer dat er op wordt geklikt draait het element 90º door. Sommige afbeeldingen kunnen niet gedraaid worden in NiceLabel. Het draaien wordt bij een afbeelding met een wmf extentie niet ondersteund. In-/uitzoomen Inzoomen. Klik op het vergrootglas, trek een kader, met de linkermuis toets ingedrukt, om het gedeelte dat vergroot moet worden. Laat de muistoets los en het omkaderde gedeelte komt zo groot mogelijk in beeld. Klik op de uitzoomknop en het beeld verkleind terug. Uitlijnen van elementen Verticaal Plaats eerst een element (tekst of afbeelding) op de uitgangspositie. Dit element geldt dan als uitgangspunt voor het vervolg. Klik (selecteer) op het element dat op de goede plaats staat. Selecteer hierna de andere elementen met de Shift-toets ingedrukt en hierna met een linkermuis klik. Dit moet op elk element afzonderlijk. Bij het voorbeeld is Tekst 1 het uitgangsveld

35 1 Boven uitlijnen. Alle elementen komen aan de bovenkant gelijk met veld Tekst 1 Onder uitlijnen. Alle elementen komen aan de onderkant gelijk met veld Tekst Centreren. Alle elementen centreren zich ten opzichte van veld Tekst

36 Tussenruimte tussen alle velden gelijk maken. Veld Tekst 1 en veld Tekst 4 blijven staan. Horizontaal Weer terug naar een basisvoorbeeld waarbij veld Tekst 1 als eerste veld geselecteerd is. Links uitlijnen ten opzichte van veld Tekst

37 Rechts uitlijnen ten opzichte van veld Tekst 1. SMS NiceLabel Pro/Suite Centreren ten opzichte van veld Tekst 1. Tussenruimte allen gelijk. Veld Tekst 1 en veld Tekst 4 blijven staan als basis

38 Uitlijnen vindt u ook onder de Rechtermuis toets. Hier kunt u ook uitlijnen ten opzichten van het etiket. Om uit te lijnen op het etiket moet het vinkje ingevuld zijn. Variabelen Onder het kleine pijltje naast: Tekstveld, Tekstvak, Barcode, Afbeelding, kunnen variabelen worden aangemaakt. Een variabele is een element dat gegevens genereert, die gebruikt kunnen worden met alle hiervoor genoemde elementvormen. Tevens verschijnen velden die gekoppeld zijn aan een database bij het variabelen overzicht. Eenzelfde variabele kan door meerdere elementen tegelijk gebruikt worden. Een barcode nummer kan bijvoorbeeld als barcode worden weergegeven en tevens tegelijkertijd als alfa/numeriekveld. De verschillende Variabelen Vaste -- (Tekst, Tekstvak, Barcode of Afbeelding), Geen variabele, normaal gebruik. Nieuw Invoerveld Hiermee wordt een variabele gemaakt die voor het afdrukken een invulveld genereert. Voorbeeld: Een veld met een Serienummer van 8 cijfers

39 Klik op het pijltje naast de en kies voor Nieuw Invoerveld. Het schermpje hieronder verschijnt. Automatisch wordt de naam van het variabele veld gegenereerd Prompt1. Wijzig deze naam in Serienummer. En klik op OK. Beantwoord de vraag die men voorafgaande aan het afdrukken krijgt. Bijvoorbeeld: Geef het Serienummer in:. Het serienummer is numeriek, dus moet er bij een stip worden geplaatst, door hierop met de muis te klikken. Hierdoor kunnen er alleen cijfers worden ingegeven. Bij Alle tekens kunnen letters, cijfers en leestekens worden ingevoerd. Bij Alfanumeriek kunnen alleen letters en cijfers worden ingegeven. Het Maximum aantal tekens bepaalt, het aantal tekens dat maximaal kan worden ingevoerd. Bestaat een Serienummer altijd uit 8 cijfers geef dan op. Klik op Voltooien en klik met de muis op het etiket. Het Serienummer wordt nu op het etiket geplaatst

40 Dit kan op vier manieren in beeld komen. 1. Maximaal aantal tekens als? in beeld. 2. Zoals1 met een variabele naam. 3. Een voorbeeld 4. Zoals 3 met een variabele naam Deze weergave kan veranderd worden met Het lettertype en de letterhoogte kunnen net als bij een Vaste tekst aangepast worden. Als we nu gaan afdrukken komt eerst Geef hier het aantal afdrukken in en klik OK en dan wordt gevraagd:

41 Geef het serienummer in:, na ingave en OK verschijnt het op het etiket. Bij verschillende invoervelden is het gewenst om de volgorde van invoer bij een afdrukopdracht te wijzigen. In dit voorbeeld wordt er een Invoerveld naam, keuringsdatum en het serienummer gebruikt. Bij een afdrukopdracht is dit de volgorde van invullen

42 Deze volgorde kan gewijzigd worden door de afdrukopdracht te annuleren en met de rechtermuistoets buiten de velden te klikken. Het volgende scherm verschijnt: Kies hier voor Promptvolgorde variabele. Het scherm verschijnt met de verschillende aangemaakte Invoer variabelen in de huidige invoervolgorde. Kies bijvoorbeeld voor naam en klik op omhoog of omlaag en verander de invoervolgorde naar wens. Sluit af met OK en de invoervolgorde is bij het afdrukken juist ingesteld. Nieuwe Reeks Klik op het pijltje naast Tekstveld of Tekstvak of Barcode en kies:. Geef de Variabele naam in bijvoorbeeld Reeks 1 en klik OK

43 Geef bij Beginwaarde het start getal op. Vanaf dit getal gaat de reeks verder of terug tellen. Als bij elke nieuwe afdrukopdracht het getal verandert moet het vinkje ingesteld worden en een vraag worden ingevoerd zoals hieronder staat. Bij het afdrukken kan dan hier net als bij het invoerveld het startgetal worden ingevoerd. Stel het maximum aantal cijfers in. Als het ingevoerde getal hoger is dan het aantal tekens dat uiteindelijk wordt ingevoerd, is dit geen probleem. Meer dan het maximum aantal kan echter niet. Kies voor. Geef hier op waarmee het getal moet worden verhoogd of verlaagd. Met 2 wordt er bij oplopend elke keer 2 bij het vorige getal opgeteld. Als er 2 etiketten met hetzelfde nummer moeten zijn, stelt u deze waarde in op 2. Start opnieuw bij Als dit is ingesteld begint de reeks opnieuw bij 1 te tellen als de waarde de 10 bereikt. Bij het voorbeeld wordt een deel van de reeks getoond zoals deze wordt. Klik op OK als alles is ingesteld en de eerste waarde verschijnt op het etiket. Geef bij het afdrukken het gewenste aantal op en op elk etiket staat de ingestelde waarde

44 Nieuw Datum of Tijd veld Kies voor een Nieuw Datum veld of een Nieuw Tijd veld. Er wordt bij deze velden gebruikgemaakt van de datum en tijd die in de computer staan ingesteld. Geef de variabele naam voor het veld op en klik op OK Kies de gewenste indeling en de begindatum. Er kunnen dagen, maanden of jaren worden opgeteld. Als er bijvoorbeeld een keuringsdatum voor over 18 maanden moet worden afgedrukt, moet er bij maanden 18 worden ingevoerd. Zie bij Voorbeeld het resultaat

45 Sluit af met Voltooien en het datumveld kan met de muis op het etiket worden geplaatst. Op de zelfde wijze werkt Nieuw Tijd Veld. Bestaande Variabele Alle gemaakte Variabelen zijn nu beschikbaar onder: Tekstveld, Tekstvak, Barcode, Afbeelding, en kunnen alleen worden gekoppeld aan variabelen waar de afbeelding naam staat. Dit kan alleen in een Invoer Veld en in een Database Veld. Koppeling met een Database of een Spreadsheet bestand Voor een koppeling met een spreadsheet bestand moet het bestand in bijvoorbeeld Excel gesloten zijn. Dit geldt niet voor database bestanden. Zorg dat er in NiceLabel een nieuw etiket is aangemaakt of een bestaand etiket is geopend. Om het database gereedschap in beeld te krijgen moet er op worden geklikt met de muis. Hierna komt de volgende balk in beeld erbij:

46 Klik nu op om de Wizard voor nieuwe database toegang te starten. En vervolgens op om het gewenste databestand te zoeken. Ga nu naar de map waar het databestand is opgeslagen. Automatisch wordt er gestart in de map: Mijn documenten\my labels\database\... Selecteer het gewenste bestand en klik op Openen. De verbinding wordt nu gemaakt en u kunt nu de gewenste tabel of het gewenste tabblad kiezen

47 Kies het tabblad of de tabel en kies Volgende. Kies nu de velden van de database die gebruikt worden op het etiket. Enkelvoudige selecties kunt u na de eerste selectie met de Ctrl toets ingedrukt doen. Gebruik voor een selectie in één keer de Shift toets. Als alle velden die gewenst zijn, zijn gekozen, klik op Volgende. Als de gehele database in één keer moet worden afgedrukt, kies voor Ik wil alle records uit de tabel afdrukken. Als u een selectie wilt maken van de af te drukken

48 records, kies dan de tweede optie. Als een veld het aantal labels dat moet worden afgedrukt bevat, moet er een vinkje in Na de juiste keuze, klik op Volgende. Als alle gegevens via een tekstelement kunnen worden afgedrukt kies voor: Voor alle andere gegevens als bv. tekstvak of barcode kies voor: Hierbij kan natuurlijk achteraf ook voor een tekstelement worden gekozen. Klik op Volgende. Nu verschijnt een scherm waar de gemaakte keuzes worden weergegeven. Klik nu op Voltooien. Alle gekozen datavelden zijn nu beschikbaar bij alle elementen waar variabele gegevens aan gekoppeld kunnen worden. Klik bij het gewenste element op het kleine pijltje en ga naar: Bestaande variabele gebruiken en kies het gewenste veld. Plaats één van de elementen op het etiket door na de keuze met de muis op het etiket, op het scherm te klikken en er verschijnt bijvoorbeeld een tekstvak veld gekoppeld aan de Chem_gegevens.Naam. Geef aan dit veld het gewenste lettertype en grootte op. Plaats op deze manier alle benodigde gegevens op het etiket. Als er alleen??? in beeld staan kan dit worden veranderd met deze 3 knoppen: De De De geeft het maximum aantal tekens aan dat is ingesteld in het databestand. de gegevens van het eerste record. de veldnaam

49 Een koppeling van een veld kan tegelijk door meerdere elementen worden gemaakt. Als het etiket naar wens is klik op om één of meerdere records af te drukken. Maak nu de gewenste keuze en klik op OK. Kies de records die afgedrukt moeten worden en geef eventueel een ander aantal op en klik op OK. De gekozen records worden nu in de vastgestelde aantallen afgedrukt. Afbeelding via databasekoppeling Om een afbeelding via een database bestand te laten afdrukken moet in de database de bestandsnaam van de afbeelding zijn ingegeven. Voorbeeld: In de map C:\Mijn documenten\mijn Afbeeldingen staan de afbeelingen die gebruikt kunnen worden

50 In de database zal dan een kolom moeten zijn waar de gewenste afbeelding beschikbaar is bij het gewenste record. Het databestand moet er dan bijvoorbeeld als volgt uit zien: Maak op de gebruikelijke manier een database koppeling met SMS NiceLabel zoals dat hiervoor is besproken. Klik hierna op het kleine pijltje naast afbeelding icoon, kies Bestaande variabelen gebruiken en de gewenste database kolom. Plaats het veld op het etiket door met de muis op de gewenste plaats te klikken. Er verschijnt nu een rechthoek met een? in beeld: Klik met de rechtermuis toets op het afbeeldingsveld (als dit geselecteerd is) en kies voor. Klik hier op het tabblad gedetailleerd

51 Als Voorvoegsel moet hier het pad aangegeven worden waar de pictogrammen gevonden kunnen worden. Denk er aan dat het pad afgesloten moet worden met een \. Als achtervoegsel moet de extensie van de afbeeldingen ingegeven worden (.gif bijvoorbeeld). Zie voor verdere details het onderstaande voorbeeld. Sluit af met OK en de koppeling moet als alles juist is ingegeven nu werken

52 NiceForm (Alleen beschikbaar in SMS NiceLabel Suite) SMS NiceLabel Form is een programma onderdeel dat van elk etiket dat in SMS NiceLabel Pro is gemaakt, een eenvoudig (Invul)formulier maakt. De voordelen van NiceForm: Van elk etiket dat is opgemaakt in NiceLabel kan een formulier gemaakt worden. Het etiket kan in het formulier qua opmaak niet gewijzigd worden (uniformiteit). Het formulier kan zeer eenvoudig gemaakt worden zodat een ieder met de geringste uitleg labels kan produceren. Formulieren van een bepaalde groep (chemisch, Leidingmerkers, enz) kunnen in een hoofdformulier worden ondergebracht zodat het geheel zeer overzichtelijk blijft. In netwerk omgevingen kunnen gebruikers met de zelfde formulieren werken zodat aanpassingen maar één maal hoeven te worden gedaan waarna het voor alle gebruikers is aangepast. Start NiceForm bij de programma s onder de knop of in SMS NiceLabel Pro onder het menu Extra. Klik als SMS NiceForm is opgestart op Nieuw Wizard Formulier en klik op Volgende

53 Zoek nu door op te klikken naar het etiketbestand waarvan een formulier gemaakt moet worden en selecteer dit. Klik op Openen en hierna op Volgende. Het Sjabloonbestand staat standaard op Samples\Forms\Default.off. Klik Volgende. Kies bij de Veldschikking of de velden horizontaal of verticaal op het formulier geplaatst moeten worden. Maak een keuze en kies Volgende. Kies nu of de Veldnamen boven of links van de invoervelden geplaatst moeten worden en klik Volgende. Klik op Voltooien en het formulier wordt gemaakt. Ga naar bestand en sla het formulier op onder de gewenste naam. Alle elementen zijn te verplaatsen door deze te selecteren en dan met de linkermuis toets ingedrukt te verplaatsen. Het afdrukvoorbeeld verschijnt door een kader te trekken nadat op muis. is geklikt met de De invul (Tab) volgorde is te wijzigen onder een klik met de rechtermuis toets bij Tab Volgorde. Dit gaat verder op dezelfde wijze als is besproken bij de Variabelen

54 Als het formulier gereed is, is het voor de werking het eenvoudigst om een snelkoppeling op het bureaublad te maken. Het bestand om de snelkoppeling van te maken vindt u in de map waarin het formulier is opgeslagen. Dit is meestal in:..mijn Documenten/My Labels/Forms