Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Transcriptie

1 Oostrozebekestraat Ingelmunster T F gemeente@ingelmunster.be - Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten Dossiernummer Omgevingsloket: OMV_ Gemeentelijk dossiernummer: O/2019/84 Inrichtingsnummer: Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ontvangen. Deze aanvraag werd ingediend door: - De aanvrager en exploitant DEEFAKKER bvba met als adres Oostrozebekestraat 215, 8770 Ingelmunster De aanvrager verstuurde het dossier per beveiligde zending op 20 mei Deze aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 21 mei De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Meulebekestraat 112, 8770 Ingelmunster en met als kadastrale omschrijving 1 ste afdeling, - sectie B, nr. 1149R - sectie B, nr. 1149N - sectie B, nr. 1147F - sectie B, nr. 1146D - sectie B, nr. 1149H - sectie B, nr. 1150A - sectie B, nr. 1148C - sectie B, nr. 1146E Het betreft een aanvraag voor het zonevreemde functiewijziging tot aangepaste huisvesting en tijdelijke verblijven en exploitatie van een ingedeelde inrichting. De aanvraag omvat: - stedenbouwkundige handelingen - de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt hieronder deze aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten. Openbaar onderzoek De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 29 mei 2019 tot en met 27 juni Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen. Externe adviezen Onroerend Erfgoed heeft advies uitgebracht op 5 juli 2019 en ontvangen op 5 juli Het advies is voorwaardelijk gunstig. Agentschap Wegen en Verkeer - District Pittem heeft advies uitgebracht op 12 juni Dit advies werd ontvangen op 12 juni Het advies is voorwaardelijk gunstig. Departement Landbouw en Visserij heeft advies uitgebracht op 9 juli Dit advies werd ontvangen op 9 juli Het advies is gedeeltelijk gunstig. Brandweerzone MidWest heeft advies uitgebracht op 19 augustus Dit advies werd ontvangen op 21 augustus Het advies is voorwaardelijk gunstig en deels ongunstig. Naar aanleiding van aangepaste plannen voor het boerenhuis werd toch nog een voorwaardelijk gunstig advies bekomen.

2 FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie heeft advies uitgebracht op 4 juni Dit advies werd ontvangen op 4 juni Het advies is gunstig. Toerisme Vlaanderen heeft advies uitgebracht op 14 juli Dit advies werd ontvangen op 14 juli Het advies is voorwaardelijk gunstig. Projectvereniging BIE heeft advies uitgebracht op 13 juni Dit advies werd ontvangen op 13 juni Er werd gemeld dat ze geen advies uitbrengen omwille van de volgende redenen: Daar deze hoeve beschermd is als monument heeft IOED RADAR geen bevoegdheid in het geven van advies. Proximus heeft advies uitgebracht op 27 mei Dit advies werd ontvangen op 27 mei Er werd gemeld dat ze geen bezwaar. De Watergroep heeft advies uitgebracht op 17 juni Dit advies werd ontvangen op 17 juni Er werd gemeld dat ze geen bezwaar. Provinciale Omgevingsvergunningscommissie West-Vlaanderen heeft advies uitgebracht op 2 augustus Dit advies werd ontvangen op 9 augustus Het advies is voorwaardelijk gunstig. Provinciale Dienst Waterlopen heeft advies uitgebracht op 26 juli Dit advies werd ontvangen op 26 juli Het advies is voorwaardelijk gunstig. Telenet heeft advies uitgebracht op 22 mei Dit advies werd ontvangen op 22 mei Het advies is voorwaardelijk gunstig. Fluvius heeft advies uitgebracht op 24 juni Dit advies werd ontvangen op 24 juni Het advies is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig. Project-MER De inrichting is niet MER-plichtig. MER-screeningsnota Bij de aanvraag werd een project-m.e.r.-screeningsnota gevoegd. In deze nota worden de mogelijke effecten van het project om de omgeving beschreven, deze werden reeds aangehaald in het volledigheid- en ontvankelijkheidsonderzoek. Naar aanleiding van deze beschrijving kunnen wij concluderen dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen. Stedenbouwkundige basisgegevens De aanvraag is volgens het gewestplan ROESELARE - TIELT (KB 17/12/1979) gelegen in een agrarisch gebied. In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt: Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Gelet op de ligging van de inrichting in het PRUP 'Solitaire Vakantiewoningen Midden West-Vlaanderen' Ten noorden van het perceel is het regionaal bedrijventerrein Deefakker gevestigd. In deze industriezone zijn artikelen 52 en 53 van het gewestelijk RUP Regionaalstedelijkgebied Roeselare van toepassing. Deze industriezone wordt gescheiden door de gewestweg N399/Meulebekestraat met de huidige projectsite. Ten oosten, ten zuiden en ten westen is de omgeving gekenmerkt door akkerlanden, weilanden en zonevreemde eengezinswoningbouw. Deze bevinden zich volgens het gewestplan Roeselare-Tielt volledig in agrarisch gebied. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de inrichting en de plaats De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten en is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied met verspreide bebouwing. De aanvraag gaat uit van de heer en mevrouw Lapierre- Vanderougstraete (Champignons Lapierre bvba). De site 'Hoeve D'heerlijkhede van Deefakker' werd ondergebracht in de patrimoniumvennootschap Deefakker bvba. De hoeve is beschermd als monument sinds 2002 en is ook opgenomen 2 / 13

3 in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. De aanvraag betreft de functiewijziging van het hoevecomplex naar woonunits in functie van sociale huisvesting, een zorgproject in kader van beschermd wonen en tijdelijk verblijven. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen De aanvraag gaat over een herwaarderen van een beschermde hoeve door het realiseren van een zonevreemde functiewijziging voor een aangepaste huisvesting en tijdelijke verblijven en de exploitatie van een ingedeelde inrichting. De aanvraag voorziet ook een uitbreiding van het bestaande boerenhuis, paardenstal en grote schuur na afbraak verschillende losstaande en aangebouwde bijgebouwen. Koeienstal (gebouw 1): De koeienstal vormt men om tot 5 woonunits in functie van sociale verhuur waarvan de leefruimtes zich op het gelijkvloers bevinden en de slaapruimtes onder het zadeldak. Om deze woonunits te realiseren worden raam- en deuropeningen gewijzigd aan de buitengevels van het gebouw. De open overdekte constructie van de koeienstal wordt eveneens afgebroken. Schapenstal (gebouw 2): De schapenstal vormt men om tot 3 woonunits in functie voor sociale verhuur waarvan 2 woonunits zich bevinden op het gelijkvloers en 1 woonunit op het verdiep. Aan de achterzijde van dit gebouw, voorziet het ontwerp een uitbreiding, bestaande uit één bouwlaag met hellend dak. Door deze omvorming worden nieuwe raamopeningen voorzien in het dakvlak en in de achtergevel. Aan de zijgevel wordt een nieuwe trap geplaatst om woonunit 3 toegankelijk te maken. Chicorei Ast (gebouw 3): De chicorei ast wordt omgevormd zodat een woongedeelte wordt bekomen op verdiep 1 en 2. Het tweede verdiep wordt bekomen door een bijkomende vloerplaat te voorzien. Om de leefkwaliteit van deze woonunit te vergroten voorzien men een uitpandig terras op het eerste verdiep en aan de zuidzijde van het gebouw. Aan de zuid- en westzijde worden ook bijkomende raamopeningen voorzien. De gelijkvloerse bouwlaag wordt ingericht als recreatieve ruimte/ winkel in functie van de dagbesteding van de verblijven van de projectsite. Wagenhuis (gebouw 4): Dit wagenhuis vormt men om tot 4 woongelegenheden. Om dit te realiseren wordt een deel van het gebouw herbouwd. Deze herbouw heeft een lengte van 15,8m, een diepte van 6,5m en is voorzien van één bouwlaag met hellend dak. In het wagenhuis wordt ook de dakconstructie aangepast zodat dit de leefkwaliteit ten goede komt. Er worden eveneens raam- en deuropeningen gewijzigd aan de voorgevel van het gebouw. Tabaksast (gebouw 6): Dit gebouw werd enkel gerenoveerd, zonder constructieve werken. De functie voor dit gebouw wordt gewijzigd van landbouwfunctie naar dagrecreatie en zal ten dienste staan van de rondleiding van groepen die het monument en de site komen bezoeken. Grote schuur en paardenstal (gebouw 5 en 8): Deze gebouwen worden grondig gerenoveerd en gekoppeld met elkaar aan de hand van een nieuwe uitbreiding. Er wordt ook een grote nieuwbouw voorzien aan de westelijke zijde van de paardenstal na een gedeeltelijke afbraak van de overdekte stal. De nieuwbouw bestaat uit één à twee bouwlagen met hellend dak of plat dak en zal dienst doen als verblijfsrecreatie. De voormalige paardenstal en nieuwbouw zal ruimte bieden voor 15 slaapunits, dagzaal, ontmoetingsruimte, zitruimte en sanitaire ruimte. Door het plaatsen van een lift, wordt ook de bouwlaag onder het dak toegankelijk voor hulpbehoevende personen. De bestaande schuur zal dienst doen als multifunctionele zone, een bijhorende keuken, koelcel en bergruimte. Onder het dak wordt ruimte gebied voor de verschillende technieken. De gevels van de nieuwe uitbreiding zijn voorzien in donkergrijze natuurleien in combinatie met grote raampartijen en grijze aluminiumbeplating of grijze beplanking. Boerenhuis (gebouw 9): Het boerenhuis zal men herindelen en uitbreiden zodat er twee leefgroepen, in functie van beschermd wonen, kunnen huisvesten. De nieuwe aanbouw bestaat uit twee bouwlagen met hellend dak en in dezelfde gevelmaterialen als de uitbreiding van de verblijfsrecreatie. Het gehele gebouw biedt op deze manier ruimte aan 16 kamers, allen geschikt voor 1 persoon, verschillende sanitaire ruimtes, 2 afzonderlijke leefruimtes en een keuken voor groep A en groep B. Door deze herindeling worden raam- en deuropeningen gewijzigd. Schuilhuisje (gebouw 10): 3 / 13

4 Het schuilhuisje zal men renoveren en een overdekte inkom aanbouwen aan de westelijke gevel. bij ontbrekende bestanddelen zal men deze reconstrueren zodat dit gebouw qua erfgoedwaarden wordt geoptimaliseerd. De functie van dit schuilhuisje vormt men om zodat het gebouw ten dienste staat van de rondleiding van groepen die het monument en de site komen bezoeken. Weegbrug/- lokaal (gebouw 11): Dit gebouwtje met bijhorende weegbrug zal men herstellen zonder volumevermeerdering. Door de erfgoedwaarden zal ook dit gebouw ten dienste staan van de rondleiding. De aanvraag omvat ook omgevingsaanlegwerken zoals het aanleggen van parkeerplaatsen, fietsstalling, het dempen van een poel, aanleggen van terrassen bij de gelijkvloerse woonentiteiten, aanleggen van verbindingswegen naar verschillende gebouwen, heraanleggen en inrichten van een voorplein, aanleggen van verharding voor vuilnis en elektriciteitscabine, opwaarderen van de walgracht en de aanleg van heestermassieven en hoogstammige bomen. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichting of activiteiten Het betref een POVC adviesvraag: exploiteren va sociale huisvesting, een zorgproject in functie van beschermd wonen met beperking en tijdelijke verblijven met lozen 1200m³/jaar huishoudelijk afvalwater transformator 950kVA koelcel 5 kw BOUWKUNDIG ERFGOED Het hoevecomplex is gekend als monument zoals vastgesteld in het ministerieel besluit van 17 december ARCHEOLOGIENOTA Bij de aanvraag werd een archeologienota gevoegd. Deze werd bekrachtigd op 20 juli De nota is terug te vinden op en is bijgevolg in akte genomen. De bekrachtigde archeologienota dient te worden nageleefd. SLOOPOPVOLGINGSPLAN Door de omvang van de aanvraag hoeft er geen sloopopvolgingsplan te worden opgemaakt. NATUURTOETS Het perceel is gelegen in een biologisch waardevol gebied en ligt niet binnen de nabije omgeving van een VEN-gebied. Het biologisch waardevol gebied omvat de open wal met bijhorende bomen. Deze wal zal men volledig opwaarderen, alsook afgestorven bomen en beplantingen vervangen. Gezien de omvang en de ligging van de aanvraag kunnen wij concluderen dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot negatieve gevolgen aan de natuurwaarden. HISTORIEK Geen dossiers gekend. Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING Doordat er geen landbouwbestemming meer zal aanwezig zijn op de percelen, worden artikelen en van de VCRO toegepast als afwijkingsregel. Omwille van het beschermd karakter van de site kunnen beide artikelen toegepast worden. In het algemeen kan worden gemeld dat de voorgestelde functiewijzigingen in de verschillende gebouwen in kader is van begeleid wonen, sociale verhuur en verblijfsrecreatie. Deze mengeling van verschillende functies zorgt voor een sociale mix en een behoorlijke invulling om deze historische hoeve in stand te houden. De voorgestelde functies kunnen bijgevolg aanvaard worden. Het voorgestelde project zal gepaard gaan met een bijkomende mobiliteitsimpact. Doordat deze site gelegen is langs een gewestweg, is deze vlot en makkelijk bereikbaar. De bijkomende toegangsweg wordt de hoofdtoegang voor het gemotoriseerd verkeer. De bestaande toegangsweg zal geschikt zijn voor fiets- en wandelaars zodat de binnenruimte van de site maximaal autoluw kan gemaakt worden. Ook voor de verschillende functies zijn er de nodige parkeervoorzieningen nodig. Hiervoor wordt langs de toegangsweg een ruimte voorzien voor een bus en aangepaste parkeerplaatsen. Aan de achterzijde van de gebouwen voorziet men een gemeenschappelijke parking met / 13

5 parkeerplaatsen, aangelegd in grasbetontegels. De gemeente ontving van de vergunningsaanvrager een bijkomend document met een motivatie voor het aantal voorziene parkeerplaatsen. Een totaal van 116 parkeerplaatsen wordt bekomen indien alle functies volzet zullen zijn (wat sporadisch zal voorvallen). Dus in veronderstelling dat elke sociale woning een auto in eigendom heeft, in veronderstelling dat er in functie van de 16 bewoners met een beperking maximaal 3 tot 4 begeleiders in functie van het boerenhuis aanwezig zullen zijn en er steenvast 1 tot 2 plaatsen ter beschikking zijn voor familie / bezoek, dat de bewoners met een beperking niet in de wagen rijden maar er 10 wel met de fiets zich kunnen verplaatsen, dat er in functie van de volwassen kamers op het gelijkvloers van de tijdelijke verblijven, maximaal 6 parkeerplaatsen ter beschikking dienen te zijn en in functie van begeleiding van de jeugd maximaal 2 parkeerplaatsen, dat de multifunctionele zaal een maximum capaciteit van staande bezoekers aankan van 85. Het aantal parkeerplaatsen zal bijgevolg zorgen dat er bij grote bezetting de parkeerbelasting op het openbaar domein niet onder druk komt te staan. Gezien het overgrote deel van de parking is gelegen in een openruimte, dient de parking zo groen mogelijk te worden aangelegd. Volgens de nota dient zouden er 108 parkeerplaatsen nodig zijn. Volgens de bijgevoegde nota, ontvangen op 29 augustus, zouden er 12 extra parkeerplaatsen dicht bij de grote schuur worden aangelegd. Hierdoor is het mogelijk om de achterste rij parkeerplaatsen niet uit te voeren zodat de insnijding in de openruimte toch enigszins beperkt wordt. Binnen het terrein worden verschillende toegangspaden aangelegd zodat de verschillende gebouwen en functies makkelijk toegankelijk zijn voor de voetgangers of fietsers. Deze bijkomende verharding kan worden toegestaan in toepassing van van de VCRO. Het project is gelegen langs de gewestweg N399/ Meulebekestraat, waardoor advies werd gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer. Er dient te worden voorkomen dat de toegang voor niet-gemotoriseerd verkeer, namelijk de toegang ter hoogte van bestaande weegbrug, in de praktijk toch zal worden aangewend als toegang door gemotoriseerd verkeer. Dit op fysieke wijze. Mits deze toegangsweg fysiek af te sluiten en de nieuwe hoogstammige bomen op minimaal 2m van achter de grens van het openbaar domein te plaatsen, kan worden geconcludeerd dat de impact op het wegennet te aanvaarden is. De meeste werken omvatten hoofdzakelijk grondige renovatie- en herstellingswerken zodat de voormalige landbouwhoeve geherwaardeerd wordt. De gevelaanzichten van de bestaande bebouwing worden minimaal gewijzigd door het wijzigen van raam- en deuropeningen waardoor de impact tegenover de omgeving eveneens minimaal wordt gehouden. De impact tegenover het straatbeeld en omliggende omgeving zal vooral teweeg worden gebracht door de nieuwe uitbreidingen en de bijhorende omgevingsaanleg. De nieuwe uitbreidingen bestaan uit twee bouwlagen met hellend dak of gedeeltelijk met plat dak. De uitbreiding van de 'schapenstal' (gebouw 2 ) en 'Wagenhuis' (gebouw 4) is minimaal en niet zichtbaar vanaf de openbare weg en vanaf de binnenkoer van de site. Door deze uitbreiding te realiseren wordt een volwaardige leefruimte bekomen. Deze uitbreiding is bijgevolg ruimtelijk te aanvaarden. De omvorming van de 'chicorei-ast' (gebouw 3) naar winkel en woongelegenheid zorgt dat er verschillende raamopeningen worden gewijzigd en specifiek in de zuidgevel. Deze aanpassingen aan de buitengevels zijn door de gemeente te aanvaarden. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat deze woongelegenheid niet in overeenstemming is met de gemeentelijke verordening op het oog van het versterken van de woonkwaliteit en specifiek op de slaapkamers. De hoofdslaapkamer dient minimaal 10m² te zijn terwijl de bijkomende slaapkamers minimaal 6,5m² groot dienen te zijn. Zowel slaapkamer 2 en 3 hebben respectievelijk een nuttige oppervlakte van 6,17m² en 6,26m². Omdat deze kunnen worden gezien als bijkomende slaapkamers en eventueel ook kunnen ingericht worden als bureau / berging is een afwijkende oppervlakte van 0,24m² tot 0,33m² minimaal en bijgevolg te aanvaarden. De uitbreiding van de 'grote schuur' (gebouw 5) en 'paardenstal' (gebouw 7) is in dezelfde bouwstijl als de uitbreiding van het 'boerenhuis' (gebouw 9). De uitbreiding ter hoogte van de 'paardenstal' volgt de oriëntatierichting van de noklijn van het bestaande gebouw en sluit hierbij aan. Dit nieuwbouw gedeelte heeft een hogere kroonlijsthoogte en een hogere nokhoogte dan het huidige gebouw en dit wordt vooral bekomen om volwaardige ruimtes te kunnen creëren. Door gebruik te maken van grijze leien in combinatie met raampartijen wordt een architecturaal contrast gelegd tussen de historische gebouwen en de nieuwe uitbreiding. Omwille van deze kleinschaligheid van materiaalgebruik en het hoogteverschil van de kroonlijst en nok, zorgt dit niet voor een schaalbreuk. Deze uitbreiding is ruimtelijk te aanvaarden. Doordat het bouwgedeelte met twee bouwlagen en hellend dak zich op een afstand van 3,7m bevindt van de paardenstal en op ruimere afstand van de 'tabaksast', komen de historische waarden van die panden niet in verdrukking te staan. Het gedeelte met plat dak zorgt voor een doorsteek tussen beide gebouwen en is ingesloten en minimaal zichtbaar vanop de openbare weg. Het gebruik van plat dak is nevengeschikt tegenover de gebouwen met plat dak en kan hierdoor visueel aanvaard worden. De uitbreiding ter hoogte van het 'boerenhuis' volgt de oriëntatierichting van de noklijn van het bestaande gebouw en sluit hierbij aan. Dit zorgt opnieuw voor een visueel aanvaardbaar architecturaal contrast tussen oud en nieuw. De nieuwe uitbreiding zorgt eveneens niet dat het 'boerenhuis' in verdrukking komt te staan. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat door de brandweerzone Midwest een ongunstig advies werd verleend voor dit pand. Naar aanleiding 5 / 13

6 van dit ongunstig advies werd door de aanvrager nieuwe plannen opgeladen in het omgevingsloket op 1 augustus Door de brandweerzone Midwest werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend op 19 augustus Op 26 augustus 2019 heeft de aanvrager een mail ontvangen waarbij het Agentschap Onroerend Erfgoed schriftelijk akkoord gaat met deze aangepaste plannen. Er kan bijgevolg een positief gevolg worden geven aan deze wijziging aan het 'boerenhuis'. Het schuilhuisje (gebouw 10) en weegbrug (gebouwd 11) worden hersteld en gereconstrueerd zoals historisch gekend. De uitbreiding aan het schuilhuisje zorgt voor een minimale impact tegenover de omgeving. Voor de weegbrug en bijhorend gebouw is de impact nihil en bijgevolg ruimtelijk te aanvaarden. De omgevingsaanleg zorgt voor een groene inkleding van de gehele site waardoor de belevingswaarde voor de omgeving wordt geoptimaliseerd. Op 5 juli werden aangepaste plannen ingediend. Deze aangepaste plannen betreffen hoofdzakelijk wijzigen aan de raam- en deuropeningen, een kleinere impact van een terras van de chicorei-ast en een kleinere impact door het verkleinen van het gedeelte van plat dak ter hoogte van de verblijfsrecreatie. Deze gewijzigde plannen geven geen bijkomende impact teweeg tegenover de oorspronkelijk ingediende plannen. Zoals hogerop vermeld werd op 1 augustus 2019 eveneens aangepaste plannen ingediend in het kader van de brandveiligheid. Deze gewijzigde plannen geven geen bijkomende impact teweeg tegenover de oorspronkelijk ingediende plannen. Toetsing aan de wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen ter bescherming van de mens en het milieu tegen de risico s en de hinder afkomstig van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit BESCHRIJVING VAN DE INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT De aanvraag heeft betrekking op een zonevreemde functiewijziging tot aangepaste huisvesting en tijdelijke verblijven en exploitatie van een ingedeelde inrichting, met volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten: Rubriek Omschrijving Vlarem-rubriek Omschrijving Aantal Eenheid Klasse a) Lozen huishoudelijk afvalwater Het lozen van 2100 m³ 2100 m³/jaar 3 niet van woongelegenheden, zonder zuiveringsinstallatie, debiet meer dan 600m³/jaar: lozingspunt in centraal gebied of collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of uit zoneringsplan huishoudelijk afvalwater per jaar Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kva tot en met kva. De transformatoren vallend onder de toepassing van rubriek 15.5 en rubriek 19.8, zijn niet ingedeeld in rubriek Transformator 950 KVA Behandelen van gassen: Koelinstallaties voor bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kw tot en met 200 kw Koelcel met een vermogen van 5 kw 5 KW 3 BEOORDELING VAN DE INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT Op de site wordt ter hoogte van de grote schuur, namelijk dienst doende als multifunctionele zone met bijhorende keuken, een koelcel voorzien met een vermogen van 5kW. Dit is een inrichting van 3de klasse. 6 / 13

7 Op de site wordt ook een nieuwe elektriciteitscabine opricht. De transformator heeft een vermogen van 950 kva en is een inrichting van derde klasse. Deze transformator is nodig om de elektriciteitsnet op het openbaar domein niet in het gedrang te brengen en is dus te aanvaarden. Men vraag ook het lozen van 2100m³ huishoudelijk afvalwater per jaar aan. Dit is eveneens een 3de klasse indeling. Mits het naleven van de voorschriften van Fluvius is deze lozing te aanvaarden. Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de exploitatie, bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt. Watertoets De aanvraag is niet gelegen in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied en is gelegen in het afstroomgebied van de Devebeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL De aanvraag is gelegen in een gebied met een moeilijk infiltreerbare bodem. De aanvraag wordt ingediend voor het bouwen van nieuwe constructie(s) met een totale dakoppervlakte van 2.041,09 m². Het hemelwater welke hier op terechtkomt wordt afgevoerd naar 6 hemelwaterputten met elk een inhoud van 10 m³ waarvan de overloop wordt aangesloten op een infiltratiebekken met een oppervlakte van 1.121,70 m² en een buffervolume van 516 m³. De overloop van het infiltratiebekken wordt aangesloten op de openbare riolering in de Meulebekestraat. De terrasverharding heeft een oppervlakte van 112,09 m². Het hemelwater welke hier op terechtkomt wordt opgevangen en afgevoerd naar het infiltratiebekken. De overige verhardingen infiltreren op natuurlijke wijze in de naastliggende bodem. De aanvraag omvat geen aanzienlijke reliëfwijziging. Er dient rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water. Er moet een effectief bufferend volume (buffervoorziening) van minstens 53 m³ worden voorzien. Het infiltratiebekken is voldoende ruim gedimensioneerd om de volledige site te bufferen. De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen. Kennisname verslag provinciale omgevingsvergunningscommissie Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de provinciale omgevingsvergunningscommissie van 2 augustus 2019 en treedt deze bij. Naar aanleiding van het advies van de POVC werd op 29 augustus 2019 een addendum opgeladen met de argumentatie waarom de nieuwbouw/uitbreidingen noodzakelijk zijn. In het addendum wordt specifiek verwezen naar de gemeentelijke verordening op het versterken van de woonkwaliteit en naar het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2018 tot regeling va het infrastructuurfortait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, versterkt door het Vlaams Infrastructuurfond voor Persoonsgebonden Aangelegenheden. Per uitbreiding wordt hiervoor een voldoende motivatie uitgeschreven die door het college va burgemeester en schepenen kan worden bijgetreden. Vervolgens werd een nota opgemaakt in verband met het aantal parkeerplaatsen. Er wordt specifiek gevraagd om opnieuw 15 parkeerplaatsen langs het gebouw voor tijdelijke verblijven in te planten waarvan 7 rolstoeltoegankelijk zijn, dus terug dwars te parkeren op de toegangsweg. Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat de toegangsweg onvoldoende breed is om dwars te parkeren. Er dient een manoeuvreerruimte zijn van minimaal 6m i.p.v. 4m. Omwille van deze redenen wordt dwars parkeren op de toegangsweg niet toegestaan. Volgens de nota dienen er 108 parkeerplaatsen te worden voorzien. Men stelt voor om 12 bijkomende parkeerplaatsen te voorzien dicht aansluitend bij gebouw 8N. Dit heeft tot gevolg de achterste rij parkeerplaatsen niet moet uitgevoerd worden en uit de vergunning dienen te worden geschrapt. Men stelt ook voor om de manoeuvreerstrook te laten schappen, maar dan zijn de achterste plaatsen niet meer bereikbaar. Deze manoeuvreerruimte dient te worden behouden. Zoals hogerop besproken, ontving de gemeente een voorwaardelijk gunstig advies van de brandweerzone Midwest en een gunstig advies van Onroerend Erfgoed voor wat betreft de aangepaste plannen van het Boerenhuis. 7 / 13

8 Conclusie De voorgestelde functiewijzigingen in de verschillende gebouwen kaderen in het herwaarderen van een beschermde hoeve tot een aangepaste huisvesting voor begeleid wonen, sociaal verhuur en verblijfsrecreatie. Om dit programma te kunnen realiseren, worden de bestaande gebouwen gerenoveerd en deels uitgebreid. Het feit dat deze locatie zich bevindt op herbevestigd agrarisch gebied is een theoretische opmerking die voorbijgaat aan de realiteit op de site. De gebouwen kunnen onmogelijk nog dienen om moderne landbouw op te voeren, maar worden tegelijk beschermd door het waardevol historisch karakter dat zij belichamen. In dit moeilijk evenwicht tussen behouden en vernieuwen, heeft de exploitant het maximale bewerkstelligd om de historische hoeve zo veel mogelijk in stand te houden en tegelijk te voldoen aan de verstrengde eisen waarna sociale woonprojecten tegenwoordig onderworpen worden. Door dit project en de mengeling aan verschillende functies dat dit met zich meebrengt, wordt er een sociale mix gecreëerd en krijgt de historische hoeve opnieuw een behoorlijke invulling. BESLUIT: Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, beslist het college van burgemeester en schepenen in zitting van 2 september 2019 het volgende: Artikel 1 De aanvraag voor het zonevreemde functiewijziging tot aangepaste huisvesting en tijdelijke verblijven en exploitatie van een ingedeelde inrichting, gelegen te Meulebekestraat 112, 8770 Ingelmunster wordt vergund voor een termijn van onbepaalde duur, zodat de inrichting voortaan omvat: Rubriek Omschrijving Vlarem-rubriek Omschrijving Aantal Eenheid Klasse a) Lozen huishoudelijk afvalwater Het lozen van 2100 m³ 2100 m³/jaar 3 niet van woongelegenheden, zonder zuiveringsinstallatie, debiet meer dan 600m³/jaar: lozingspunt in centraal gebied of collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of uit zoneringsplan huishoudelijk afvalwater per jaar Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kva tot en met kva. De transformatoren vallend onder de toepassing van rubriek 15.5 en rubriek 19.8, zijn niet ingedeeld in rubriek Transformator 950 KVA Behandelen van gassen: Koelinstallaties voor bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kw tot en met 200 kw Koelcel met een vermogen van 5 kw 5 KW 3 8 / 13

9 Artikel 2 De vergunning wordt verleend onder de volgende voorwaarden: A. Bijzondere voorwaarden Voorwaarden van het advies van de Provinciale Dienst Waterlopen na te leven. Deze luiden als volgt: Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen het bedrijf voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water. Er moet een effectief bufferend volume (buffervoorziening) van minstens 53 m³ worden voorzien. Het infiltratiebekken is voldoende ruim gedimensioneerd om de volledige site te bufferen. De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen. Het advies van de Midwest Brandweerzone strikt na te leven. Alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen, moet de beheerder het bezoek vragen van de brandweer, opdat deze zou kunnen nazien of aan de gestelde voorwaarden en opmerkingen werd voldaan Advies van Fluvius na te leven Advies van Telenet na te leven Er dient voorkomen te worden dat de toegang voor niet-gemotoriseerd verkeer, zijnde de toegang ter hoogte van de bestaande weegbrug (gebouw 11B), in de praktijk toch zal worden aangewend als toegang door gemotoriseerd verkeer. Dit op fysieke wijze. In de eerste 2m achter de grens van het openbaar domein mogen geen hoogstammen geplaatst worden. De bouwvoorwaarden opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed moeten strikt nageleefd worden. Parkeerplaatsen aanleggen zoals geannoteerd op het inplantingsplan genaamd goedgekeurd inplantingsplan parkeerplaatsen : de achterste rij parkeerplaatsen en bijhorende verhardingen worden uit de vergunning gesloten en er dienen 12 extra parkeerplaatsen te worden aangelegd aansluitend aan de eerste rij parkeerplaatsen. Dwars parkeren op de nieuwe toegangsweg wordt niet toegestaan wegens beperkte manoeuvreerruimte. De bekrachtigde archeologienota dient te worden nageleefd. Werken uit te voeren volgens de aangepaste plannen van 5 juli en 1 augustus 2019 waaraan wijzigingen werden aangebracht. Bij gebouwen waar geen wijzigingen zijn aangebracht gelden de oorspronkelijk ingediende plannen. Normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke verordening toegankelijkheid na te leven De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II en titel III van het VLAREM. Bij wijzigingen van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerd tekst van het Vlarem is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: B. Algemene voorwaarden a) Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer I. De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Infrax na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. II. Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Infrax: mijn.infrax.be. 9 / 13

10 Dienst RPA RIO Noordlaan Torhout tel.: 078/ Infrax bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Infrax of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom Na een wachttijd van 5 à 7 weken na betaling van de factuur wordt het dossier overgemaakt en wordt, indien nodig, een voorbezoek voorzien. De onderaannemer INFRAX neemt zelf contact op met de klant om afspraak in te plannen. III. De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV hemelwater ). IV. Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Infrax het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. V. Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang. We raden aan om: Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken. In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken. Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden. De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak). b) Keuring privéwaterafvoer I. Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, 1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Zij moet in volgende gevallen hierop gekeurd worden: Voor de eerste ingebruikname; Bij belangrijke wijzigingen; Na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant; Bij aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein, met de verplichting om af te koppelen op privédomein, conform de Vlarem II. Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op c) In uitvoering van het decreet van 28 juni 1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van de hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden. d) Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen. e) Indien er geen schade/gebreken worden gemeld aan het openbaar domein vóór aanvang van de werken wordt verondersteld dat het openbaar domein zich in goede staat bevindt. 10 / 13

11 f) De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten, e.a.) berokken schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten. Dit geldt enkel op openbaar domein. Indien een bestaande aansluiting of wachtbuis vanaf de private grond wordt gebruikt is dit bovenstaande niet van toepassing. g) Concessiegebruik van het openbaar domein (bijvoorbeeld plaatsen van kranen, silo s, ) moet minstens 6 weken voor de aanvang van de werken schriftelijk aangevraagd worden aan het College van Burgemeester en Schepenen. De aanvraag voor inname openbaar domein vraag je aan via de volgende website: Artikel 3 Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden: A. Bijzondere lasten Er zijn geen bijzondere lasten verbonden aan de vergunning. B. Algemene lasten - waarborg In toepassing van artikel 75, 76 en 77 wordt een financiële waarborg van 690 euro gevraagd voor een goede uitvoering van de aangevraagde werkzaamheden en opgelegde voorwaarden. Deze waarborg moet gesteld worden vooraleer de vergunde werken worden aangevat. Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn. Indien er geen schade/gebreken worden gemeld aan het openbaar domein vóór aanvang van de werken wordt verondersteld dat het openbaar domein zich in goede staat bevindt. ir. D. RONSE Algemeen Directeur K. WINDELS Burgemeester Verval van de omgevingsvergunning uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen: 1 als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning; 2 als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken; 3 als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen; 4 als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt. Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie. 11 / 13

12 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen: 1 als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken; 2 als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie; 3 als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting. 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de nietafgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte. Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd. In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden. Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel. Beroepsmogelijkheden uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg. De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg. Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door: 1 de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant; 2 het betrokken publiek; 3 de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht; 4 het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht; 5 de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde; 6 de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde. Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat: 1 de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt; 2 de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt; 3 de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen. Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg. In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van: 1 de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend; 2 de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69; 3 de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst. 12 / 13

13 Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52. Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan: 1 de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt; 2 de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen; 3 het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld. Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid. Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen. Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd. Beroepsmogelijkheden regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid: 1 de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener; 2 de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing; 3 als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek: a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt; b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden; 4 de redenen waarom het beroep wordt ingesteld. Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken: 1 in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks; 2 de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht; 3 in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2. Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending. Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier. De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden. Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is. Mededeling Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. 13 / 13