De Vier Windstreken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Vier Windstreken"

Transcriptie

1 De Vier Windstreken Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs

2 Samenvatting Elk bestuur van scholen in Nederland wordt minstens één keer in de vier jaar onderzocht door de Onderwijsinspectie. In het schooljaar is besturen gevraagd vrijwillig mee te doen en het bestuur van Stichting De Vier Windstreken was bereid deel te nemen. Onder Stichting De Vier Windstreken vallen 15 basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs. De scholen zijn gehuisvest in Gouda, Reeuwijk, Oudewater, Driebruggen, Zevenhuizen, Moordrecht, Bodegraven, Waarder, Zuidplas en Haastrecht. Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op deze 16 scholen en de 3054 leerlingen die hier les krijgen. We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor onderwijs van voldoende kwaliteit en of het door de overheid ter beschikking gestelde budget goed gebruikt en ook goed beheerd wordt. Wat gaat goed? Het bestuur zorgt voor goed onderwijs. We zien dat het bestuur nadenkt over een geschikte aanpak om zijn verantwoordelijkheid waar te maken. In ieder geval heeft het bestuur in het strategische bestuursplan ( ) een onderwijskundige koers, namelijk gepersonaliseerd leren voor de komende jaren uitgezet. Bij gepersonaliseerd leren gaat het om het creëren van een grote betrokkenheid van de leerling bij het eigen leren. Als leerlingen zelf gemotiveerd zijn om te leren, leidt dit waarschijnlijk tot betere resultaten. Het bestuursbeleidsplan is samen met iedereen betrokken bij De Vier Windstreken tot stand gekomen. Naam bestuur: De Vier Windstreken BGnr.: Aantal scholen onder bestuur: 15 brins en 16 clusters Totaal aantal leerlingen: 3054 Onderzoeksnummer: Betrokken scholen in onderzoek: Basisschool Prins Willem-Alexander, Basisschool Goejanverwelle, Basisschool De Regenboog, Basisschool De Eendragt en de Prinses Beatrixschool Uitvoeringsperiode onderzoek: 8 februari t/m 30 april 2017 Datum definitief rapport: juni 2017 Er is een degelijk kwaliteitsbeleid. Om zicht te houden op het proces van onderwijsverbetering in relatie met de kwaliteit van de scholen, is in 2016 het kwaliteitsbeleid opgesteld. Met behulp van de resultaten van toetsen, uitslagen van tevredenheidspeilingen, groepsbezoeken door externen en gesprekken met de schooldirecteuren stelt het bestuur zich actief op de hoogte van wat op de scholen speelt. De resultaten van onze onderzoeken op de scholen bevestigen dat het bestuur een voldoende beeld heeft van de onderwijskwaliteit en de mate van invoering van het gepersonaliseerd leren. De verantwoording aan derden voldoet Het bestuur van De Vier Windstreken brengt een jaarverslag uit en verantwoordt zich hiermee aan de intern toezichthouder en de inspectie. Het gaat op een correcte wijze om met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bij beleids- en besluitvorming. 2/46

3 Het laat andere organisaties, zoals gemeenten, het samenwerkingsverband en kinderopvangorganisaties, meepraten over wat zij belangrijk vinden in het onderwijs. Wat moet beter? In dit onderzoek hebben we op bestuursniveau geen onderdelen gezien die vanuit de wettelijke eisen vragen om directe verbetering. Wel ontvangt het bestuur op schoolniveau een aantal herstelopdrachten van de inspectie (zie hiervoor hoofdstuk 2.4). Omdat dit overeenkomt met het eigen beeld van het bestuur, zal het opheffen van de tekortkomingen bij de standaard zicht op ontwikkeling voor meerdere scholen van dit bestuur (ook al zijn ze niet allemaal bezocht door de inspectie) tot de verantwoordelijkheid van het bestuur horen. Om de leerlingen betrokken te houden op het leren is het belangrijk dat de scholen precies weten wat een leerling kan/weet, wat nog niet en hoe dit komt. Deze zaken beoordeelt de inspectie op schoolniveau onder het kopje zicht op ontwikkeling (hoofdstuk 3 en 4). Het bestuur en de inspectie hebben gezien dat scholen in het algemeen de vraag hoe komt het dat leerlingen stagneren in hun ontwikkeling niet altijd kunnen beantwoorden Wat kan beter? Het sturen door het bestuur kan scherper Het bestuur heeft een voldoende beeld van de onderwijskwaliteit, maar we vinden dat het sturen op de verbetering van de kwaliteit en het invoeren van gepersonaliseerd leren scherper kan. Het bestuur heeft een eigen jaarplan opgesteld ten behoeve van de raad van toezicht, maar heeft aan de scholen niet aangegeven wat het precies terug wil zien in de scholen aangaande de betrokkenheid van de leerlingen. Met andere woorden: Tijdens het onderzoek had het bestuur geen kwaliteitseisen opgesteld, waardoor het moeilijk wordt om scholen (bij) te sturen. Op 18 mei 2017 zijn deze vastgesteld en beschikbaar. Omdat het bestuur geen concrete doelen heeft, is de verantwoording van de scholen aan het bestuur vooral beschrijvend en niet gebaseerd op feiten en resultaten. De samenwerking kan groeien Daarnaast vraagt de kwaliteitscultuur van het bestuur aandacht. In het managementstatuut (de taak- en rolverdeling tussen bestuur, raad van toezicht, directies en leerkrachten) is opgenomen wie voor de financiën en het personeel verantwoordelijk is. Het bestuur maakt echter niet duidelijk wie nu de verantwoordelijkheid draagt voor het 3/46

4 bewaken en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De directeuren onderling en het bestuur kunnen gerichter samenwerken aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Dat betekent afspraken maken en controleren of deze afspraken ook na worden gekomen. Inmiddels is een werkgroep (beleidsmedewerkers en directeuren) bezig om een nieuw managementstatuut te vervaardigen met aandacht voor de verantwoordelijkheid voor de onderwijsverbetering. Financieel gezond, maar keuzes zijn nodig De Vier Windstreken is een financieel gezonde stichting, die in staat is om scholen te ondersteunen bij het geven van onderwijs. Wel heeft het bestuur te maken met leerlingenkrimp. Dit dwingt het bestuur tot het maken van keuzes. Je kunt je euro maar één keer uitgeven. Het bestuur zou financieel in de knel komen als het gelijktijdig investeert in het onderhoud van de gebouwen, de onderwijsvernieuwing, de scholing of de door de inspectie geconstateerde verbeterpunten. Het bestuur realiseert zich dat. 4/46

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 6 2. Bestuur 9 3. Resultaten verificatieonderzoek Basisschool Goejanverwelle te Gouda Basisschool De Regenboog te Reeuwijk Basisschool De Eendragt te Zevenhuizen Basisschool Prinses Beatrix Onderzoek op verzoek goede school: 38 Prins Willem-Alexander te Waarder 5. Reactie van het bestuur 44 5/46

6 1. Inleiding Wat voor onderzoek heeft de inspectie gedaan? De inspectie heeft een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij het bestuur van Stichting De Vier Windstreken te Gouda. De centrale onderzoeksvraag voor een vierjaarlijks onderzoek van de inspectie is: Is de sturing op kwaliteit op orde en is er sprake van deugdelijk financieel beheer? Het onderzoek is verder gericht op vier deelvragen: 1. Heeft het bestuur doelen afgesproken met de scholen, heeft zij voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt zij op de verbetering van de onderwijskwaliteit? 2. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer? 3. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn scholen? 4. Is het financieel beheer deugdelijk? Het onderzoek op het niveau van het bestuur is daarmee gericht op de standaarden binnen de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie (KA) en Financieel beheer (FB). Het onderzoek richt zich daarnaast op de onderwijskwaliteit van een deel van de scholen. Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd op twee niveaus. Op bestuursniveau hebben we onderzoek gedaan naar de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. Op schoolniveau hebben we verschillende onderzoeken uitgevoerd: een verificatieonderzoek, een goede school - onderzoek op verzoek van het bestuur en een onderzoek in het kader van De staat van het onderwijs. Het verificatieonderzoek is een belangrijk onderdeel van het onderzoek naar de kwaliteitszorg van het bestuur. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag of de informatie van het bestuur juist is, maar ook om de vraag of het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs werkt en leidt tot kwaliteitsverbetering. We hebben in overleg met het bestuur de basisscholen Goejanverwelle, De Regenboog, De Eendragt en De Prinses Beatrix geselecteerd voor de verificatieonderzoeken. Deze scholen vormen in eerste instantie een afspiegeling van de zestien scholen (groot/klein en de verschillende dorpskernen), die vallen onder het bestuur. De Goejanverwelle is gekozen, omdat het bestuur trots is op de wijze waarop de school de veiligheid van de leerlingen in beeld brengt en verbetert. De Eendragt is opgenomen omdat het bestuur aangeeft dat deze school een van de Legenda van beoordelingen zoals ze in de rapportages worden weergegeven: G V O K goed voldoende onvoldoende kan beter 6/46

7 eerste scholen is die probeert het gepersonaliseerd leren vorm te gegeven. Basisschool De Regenboog en de Prinses Beatrix zijn uitgekozen, omdat het bestuur op de Beatrixschool een interne audit heeft gehouden en er van beide scholen zelfevaluaties beschikbaar zijn. Het bestuur wil graag weten of het beeld overeenkomt met de beelden van de inspectie. Tevens hebben we tijdens de onderzoeksperiode een onderzoek in het kader van De staat van het onderwijs uitgevoerd op basisschool de Nessevliet. Deze school heeft naar aanleiding van dat onderzoek een eigen rapport ontvangen. De bevindingen van dit onderzoek zijn wel verwerkt in hoofdstuk 2. Bij de onderzoeken hebben we besloten om de volgende kwaliteitsgebieden en standaarden te beoordelen: Onderwijsproces: aanbod (OP1), zicht op ontwikkeling (OP2), didactisch handelen (OP3). Schoolklimaat: veiligheid (SK1). Kwaliteitszorg en ambitie: kwaliteitszorg (KA1) en/of kwaliteitscultuur (KA2) en/of verantwoording en dialoog (KA3). Het onderzoek op verzoek goede school op de Prins Willem-Alexanderschool is uitgevoerd met het hele onderzoekskader (veertien standaarden). Onderzoeksactiviteiten We hebben de bij ons aanwezige informatie over het bestuur van De Vier Windstreken en de bijbehorende scholen geanalyseerd. Het gaat bijvoorbeeld om: het Strategisch Beleidsplan , schoolplannen, jaarverslagen, financiële gegevens, opbrengstgegevens en signalen. Verder heeft het bestuur het kwaliteitsbeleid, de beschikbare zelfevaluaties, managementcontracten, en interne audits overhandigd. Deze informatie is door ons aangevuld met een onderzoek op het niveau van het bestuur en onderzoeken op het niveau van de scholen. We hebben gesprekken gevoerd met het bestuur, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr), de interne toezichthouder (de raad van toezicht), en een aantal directeuren van De Vier Windstreken als vertegenwoordigers van het directieberaad. Op schoolniveau hebben we samen met observanten van de scholen of het bestuur lessen bezocht. Ook hebben we op de scholen gesproken met directeuren, intern begeleiders, leraren en een vertegenwoordiging van leerlingen en ouders. Ieder onderzoek is afgerond met een feedbackgesprek. 7/46

8 Leeswijzer In hoofdstuk 2 geven we op bestuursniveau onze oordelen op de standaarden in de kwaliteits-gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. We lichten onze oordelen vervolgens toe. De resultaten uit de verificatieonderzoeken verwerken we daarbij op hoofdlijnen. In dit hoofdstuk hebben we ook de afspraken over vervolgtoezicht opgenomen. In hoofdstuk 3 gaan we uitgebreider in op de resultaten van de verificatieonderzoeken op de basisscholen. In hoofdstuk 4 beschrijven we vervolgens de resultaten van het onderzoek op verzoek van het bestuur goede school bij de Prins Willem-Alexander. Tot slot is in hoofdstuk 5 de reactie van het bestuur op het onderzoek en het rapport opgenomen. 8/46

9 2. Bestuur Kwaliteitszorg en financieel beheer van het bestuur In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer van het onderzoek op bestuursniveau: de oordelen op de standaarden in de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. De resultaten uit het gehele onderzoek, dus ook het onderzoek op de scholen, zijn hierin verwerkt voor zover deze de oordelen onderbouwen en/of illustreren. Dat geldt specifiek voor de verificatieonderzoeken en het onderzoek in het kader van het De staat van het onderwijs op de Nessevliet (eigen schoolrapport). De resultaten daarvan zijn samengevat in figuur 2, dat laat zien in hoeverre onze oordelen overeenkomen met het beeld dat het bestuur heeft van de kwaliteit op de scholen. Om tot oordelen te komen op de zes standaarden op bestuursniveau hebben we in samenspraak met het bestuur het beleidsthema gepersonaliseerd leren gekozen. Dit thema komt uit het strategisch beleidsplan ( ) dat in 2015 door alle geledingen is goedgekeurd en in de schoolplannen is uitgewerkt. We hebben in het onderzoeksplan drie onderzoeksvragen rond dit beleidsthema geformuleerd. 1. Hoe houdt het bestuur zicht op de implementatie van het gepersonaliseerd leren? 2. Hoe bevordert het bestuur de professionele cultuur, die nodig is om het gepersonaliseerd leren in te voeren? 3. Hoe waarborgt het bestuur dat de scholen genoeg voortgang boeken rondom gepersonaliseerd leren en gemeenschappelijke doelen realiseren? De antwoorden op deze vragen kunt u vinden op bladzijde 9 t/m 17. Conclusie Op basis van ons onderzoek beoordelen we de standaarden van de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer als voldoende. Kwaliteitszorg kan groeien Het beeld dat het bestuur van de kwaliteit van de scholen heeft en de sturing door het bestuur is voldoende, maar kan zeker groeien. Vooral de sturing in die gevallen dat het bestuur tekorten in de kwaliteit constateert kan beter. Om zicht te krijgen op de schoolontwikkeling en de onderwijskwaliteit monitort het bestuur al jaren de tussen- en eindresultaten en zet het tevredenheidspeilingen in. Dit is een goed begin. 9/46

10 Met de invoering van het kwaliteitsbeleid (november 2016) zet het bestuur ook zelfevaluaties, audits en managementcontracten als middel in om een zo objectief mogelijk beeld te vormen. De audits geven een beeld van de onderwijskwaliteit en richting aan de eventuele verbeterplannen. Een inhoudelijke verbeterslag is nog gewenst.vooral de zelfevaluaties en de managementcontracten vragen een kwalitatieve aanscherping. Een koppeling met het schoolplan en de concrete doelen in het jaarplan is noodzakelijk. Nu zijn deze contracten volgend, in plaats van sturend. Daarnaast heeft de raad van toezicht tot op heden geen managementcontract voor het bestuur opgesteld. Ook het jaarplan op bestuursniveau vraagt om meer doelgerichtheid en een vertaling naar de scholen, zodat zij precies weten waar zij aan moeten voldoen. In de zelfevaluaties en in de contracten is oog voor gepersonaliseerd leren. Zo houdt het bestuur zicht op de implementatie en de voortgang daarvan op elke school. Daarnaast vraagt het bestuur aan scholen een concreet plan ter onderbouwing van het implementeren van gepersonaliseerd leren. Daarbij is oog voor de financiële gevolgen. Het is voor ons wel de vraag of het bestuur deze informatie voldoende benut om waar nodig te interveniëren. Het bestuur kan dit interveniëren beter zichtbaar maken. Dit is het antwoord op onderzoeksvragen 1 en 3. Professionele kwaliteitscultuur Op bestuurlijk niveau is voldoende sprake van een professionele kwaliteitscultuur. Het bestuur van De Vier Windstreken volgt impliciet de code goed bestuur en het bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht (rvt) en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr). De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raad van toezicht kunnen het bestuur meer prikkelen en uitdagen om zo concreet mogelijk vast te leggen wat en wanneer iets bereikt is en of de beoogde resultaten ook daadwerkelijk behaald zijn. De raad van toezicht kan ook overwegen een managementcontract met het bestuur op te stellen. Op directieniveau vraagt de professionele cultuur verbetering. Er is niet altijd sprake van een veilige cultuur waar aanspreken en feedback geven onderdeel van uit maken. Dit geldt vooral voor de directies onderling, maar ook voor het bestuur richting directies en vice versa. Op dit niveau wordt de code goed bestuur onvoldoende uitgevoerd. Hier ligt de verantwoordelijkheid zowel bij het bestuur als de directies van de scholen. Integriteit, zorgvuldigheid en bewustzijn van effecten van het handelen zijn volgens de wet algemeen aanvaarde kwaliteitsbeginselen die behoren bij het professioneel handelen in het onderwijs en de code goed bestuur. 10/46

11 Het bestuur stuurt de professionalisering op leerkrachtniveau voldoende aan. Dit is antwoord op de tweede onderzoeksvraag. De professionalisering van het personeel wordt vanuit het bestuur voldoende gestimuleerd door het organiseren van kenniscafés en netwerken. De netwerkgroep intern begeleiders en het onderwijskundig leiderschap van de directies kunnen een belangrijke aanjager voor kwaliteitsontwikkeling in de organisatie worden. Dit vraagt wel een meer planmatige opzet van deze groepen. Verantwoording en dialoog De verantwoording en dialoog is voldoende. Het bestuur legt verantwoording af volgens de wettelijke voorschriften, via het jaarverslag en heeft tegenspraak georganiseerd met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raad van toezicht. Financiën De financiële positie van De Vier Windstreken is in orde; we zien geen verhoogde risico s voor de financiële continuïteit. In onderstaande figuur zijn de oordelen samengevat. Bestuur Kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie V Financieel beheer Oordelen op bestuursniveau voor de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer 11/46

12 2.1 Kwaliteitszorg en ambitie Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog Het beeld komt niet overeen De doelstellingen van het bestuur werken niet door tot op schoolniveau Het beeld komt helemaal overeen De doelstellingen van het bestuur werken volledig door tot op schoolniveau Hieronder lichten wij de oordelen op de drie standaarden op bestuursniveau toe en gaan daarbij ook in op de vragen rond het beleidsthema gepersonaliseerd leren. Kwaliteitszorg Kwaliteitsbeleid recent ingevoerd Het kwaliteitszorgsysteem is voldoende, maar moet zich nog uitkristalliseren. De eerste resultaten zijn er. Conform de visie van De Vier Windstreken ligt de verantwoordelijkheid voor kwalitatief goed onderwijs bij de scholen. De verantwoordelijkheid wordt zo laag mogelijk in de organisatie belegd en er wordt uitgegaan van gedeeld leiderschap. Het bestuur heeft een kwaliteitsbeleid opgesteld voor de scholen en bewaakt hiermee in algemene zin de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Dit beleid is in november 2016 vastgesteld en ingevoerd. Belangrijk uitgangspunt voor het bestuur is het beter bewaken en waarborgen van de kwaliteit van de scholen, waarbij de school zich dient te verantwoorden. Belangrijke onderdelen van het kwaliteitsbeleid zijn: resultaten, tevredenheidspeilingen, audits, zelfevaluaties, contractbesprekingen, beleidsdocumenten op schoolniveau en het kwaliteitsinstrument WMKPO. Samen met alle scholen is op een meerdaagse bijeenkomst het strategisch meerjarenbeleidsplan Talent voor talent opgesteld. Hierin zijn vijf kaderstellende uitspraken geformuleerd op het gebied van: 12/46

13 onderwijs (gepersonaliseerd leren) personeel en leiderschap organisatie huisvesting, financiën en inkoopbeleid identiteit Zicht en sturing We beoordelen bij de kwaliteitszorg de zicht op en sturing als voldoende, maar verbeteringen bij het onderdeel sturing zijn zeker mogelijk. Om meer objectief zicht te krijgen op de kwaliteit van het onderwijs voert het bestuur met behulp van een getrainde commissie audits uit of laat in bepaalde situaties audits uitvoeren door externen. Deze audits geven een objectief en kwalitatief goed beeld van de scholen. Aan de audits zijn verbeterplannen gekoppeld. Op dit moment is ongeveer een derde van de scholen gevisiteerd. We denken dat het tempo wellicht omhoog kan. Op basis van deze audits heeft het bestuur geconstateerd dat de scholen moeite hebben met het zoeken naar de oorzaak van stagnaties in de ontwikkeling van leerlingen of de noodzaak voor een versnelde ontwikkeling. De analysevaardigheid van het merendeel van de scholen kan zich in dit opzicht verbeteren. Zoals in de samenvatting al gezegd maakt het bestuur zich zorgen over de kwaliteit bij zicht op ontwikkeling en het didactisch handelen. Deze processen zijn voorwaardelijk voor een goede ontwikkeling van het gepersonaliseerd leren. Uit de verificatiebezoeken komt hetzelfde beeld naar voren. Zo scoort zestig procent van de bezochte scholen een onvoldoende op de standaard zicht op ontwikkeling. Daarnaast blijkt uit de verificatieonderzoeken dat de analysevaardigheden in alle lagen (leerkrachten, intern begeleiders, directies) versterkt kunnen worden. Het didactisch handelen is weliswaar als voldoende beoordeeld, maar het is nog niet zo dat tachtig procent van de leerkrachten (uitspraak strategisch beleidsplan) het didactisch handelen goed uitvoert. Dit heeft vooral met het afstemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling te maken. Het bestuur realiseert zich dat de kwaliteit van de leerkracht de onderwijskwaliteit bepaalt. Het heeft daarvoor in het kwaliteitsbeleid sturingsactiviteiten opgenomen zoals collegiale visitaties, netwerken, kenniscafé s en scholing. Om effectiever te sturen op de noodzakelijke kwaliteitsverbetering zou het bestuur hier meer concrete doelen aan kunnen koppelen. De kwaliteit van de zelfevaluaties en de managementcontracten kan beter. Het bestuur is dit jaar begonnen met het invoeren van zelfevaluaties van de onderwijskwaliteit en contractbesprekingen met de directies. Deze zelfevaluaties zijn gekoppeld aan gepersonaliseerd leren en aan 13/46

14 de inspectiestandaarden aanbod, zicht op ontwikkeling, didactisch handelen, extra ondersteuning, pedagogisch klimaat, kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. De zelfevaluatie en de contracten zijn vooral procesbeschrijvingen en zijn vooral het werk van de directies van de scholen. Het ontbreekt aan een objectieve terugblik. Er is nog onvoldoende koppeling tussen de ambities van het bestuur en het in het kwaliteitsbeleid genoemde kwaliteitszorgsysteem, de tevredenheidspeilingen en de schoolverbeterplannen. Op bestuursniveau (bestuur en raad van toezicht) is er een jaarplan met aandacht voor gepersonaliseerd leren, maar dit jaarplan geldt niet voor scholen/directies. Het bestuur kan bijvoorbeeld in dit jaarplan vooraf gestelde ambitieuze eindresultaten passend bij de leerlingenpopulatie opnemen en de daarbij behorende basisvaardigheden van de onderwijsgevenden. Implementatie van gepersonaliseerd leren Het bestuur heeft het gebrek aan kaders, afspraken en doelen (h)erkend en heeft een werkgroep ingesteld, die kaders gaat ontwikkelen rondom het thema gepersonaliseerd leren. Deze kaders helpen het bestuur om te sturen en de directies om het gepersonaliseerd leren verder in te voeren. Wellicht is deze werkgroep aan te vullen met leerkrachten en ouders om ook hun ideeën erbij te betrekken. Het bestuur heeft vier keer per jaar een gesprek met de directeuren. September contractgesprek November voortgangsgesprek 1 Maart voortgangsgesprek 2 Juni evaluatiegesprek, tevens functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek. Het kwaliteitsbeleid van november 2016 geeft het bestuur zicht op de invoering van het gepersonaliseerd leren Het bestuur kan met de informatie uit deze gesprekken, de tevredenheidspeilingen en de aangeleverde tussen- en eindresultaten in grote lijnen aangeven hoe de scholen functioneren op de verschillende onderdelen van het onderwijsleerproces. Daarnaast krijgt het op deze wijze voldoende zicht op het invoeren en implementeren van het gepersonaliseerd leren. Kwaliteitscultuur De kwaliteitscultuur is voldoende, maar kan beter. Hier ligt de grootste uitdaging voor het bestuur van De Vier Windstreken. Die uitdaging ligt vooral in de aansturing en het aanspreken van de directies op hun verantwoordelijkheden bij de uitvoering van het onderwijskundig beleid. Code goed bestuur wordt in het algemeen nageleefd. De gesprekscyclus met de bestuurder vraagt echter in het kader van goed werkgeverinspectie van het onderwijs vierjaarlijks onderzoek 14/46

15 schap aandacht van de raad van toezicht. Het bestuur en het toezicht zijn gescheiden. De afgelopen jaren heeft er een transitie plaatsgevonden van bestuur op afstand naar intern toezicht. De leden van het intern toezicht worden geworven op basis van een profiel. Ook is er iemand een lid van de raad benoemd op voordracht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Alle belangrijke deskundigheden: financiën, juridische zaken en onderwijskennis zijn in de raad van toezicht vertegenwoordigd. De intern toezichthouder schoolt zich om zijn rol te verstevigen. De leden realiseren zich dat zij hun rol van critical friend naar toezichthouder moeten omzetten. Het bestuur heeft conform code goed bestuur tegenspraak georganiseerd in de vorm van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, maar transparantie van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ontbreekt. In het jaarverslag van het bestuur ontbreekt de paragraaf gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raad heeft ook geen eigen jaarverslag. Op de site van de stichting zijn bovendien geen verslagen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te lezen. Het is dus niet duidelijk hoe de informatie over het functioneren van de medezeggenschapsraad ouders en teamleden bereikt. Net als de raad van toezicht groeit dit gremium in zijn rol. De notulen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad gaan naar de medezeggenschapsraden van de scholen. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raad van toezicht werken regelmatig samen. Ze hebben dit schooljaar twee gezamenlijke overleggen gevoerd over belangrijke ontwikkelingen, zoals gepersonaliseerd leren. Verantwoordelijkheidsverdeling bestuur en directeuren beter omschrijven Uit het gesprekken met het bestuur en de directeuren bleek dat de rolvastheid en met name het consequent zijn op afspraken tussen bestuur, directeuren en scholen verbetering behoeft. Hieruit blijkt een behoefte om de verantwoordelijkheidsverdeling duidelijker te omschrijven. In het managementstatuut (artikel 31 WPO) is de verantwoordelijkheidsverdeling opgenomen voor met name financiële en personele zaken. Het statuut is gedateerd en biedt geen houvast voor het verantwoording afleggen rond kwaliteitszorg en gepersonaliseerd leren door de directeuren Een managementstatuut waaruit de verantwoordelijkheidsverdeling in de aansturing van de school blijkt, is verplicht volgens artikel 31 WPO. Een werkgroep, waarin directeuren zijn vertegenwoordigd, is aan de slag gegaan om het huidige maar gedateerde managementstatuut aan te passen aan de eisen van de wet en te koppelen aan het kwaliteitsbeleid. De directies en het bestuur geven in het gesprek met de inspectie aan 15/46

16 dat er veel vrijheid is en dat er op onderwijskundig gebied een rode draad met elkaar gevonden lijkt te zijn, maar dat de collegiale ondersteuning om deze visie op een goede manier uit te werken nog niet overal herkenbaar is. Het directieberaad geeft aan dat er sinds dit schooljaar wordt gewerkt met beleidsvoorbereidende subteams, maar dat deze niet altijd door het bestuur op basis van kwaliteit, maar op basis van beschikbaarheid of interesse worden ingericht. De besluitvorming in het directieberaad over beleid is vaak gebaseerd op consensus of op meerderheid, maar het lijkt of de directies veel vrijheid hebben om gezamenlijk genomen besluiten wel of niet uit te voeren. Dit is ook op het gebied van gepersonaliseerd leren. Het bestuur kan volgens de directies in het algemeen laten zien dat zij de directies daar, indien nodig, ook op aanspreekt. Het bestuur (h)erkent dit. Daarnaast kunnen de directies zelf ook werken aan het elkaar op een constructieve wijze feedback geven en elkaar aanspreken op het nakomen van afspraken. Het werken aan gezamenlijke kwaliteitsverbetering is op de meeste scholen zichtbaar, maar de scholen lijken zich als aparte eilanden te gedragen. In het kwaliteitsbeleid is de term maatjeswerk (twee directies, die samen optrekken) opgenomen, maar in de praktijk kan dit op een uitzondering na beter vorm worden gegeven. Wellicht dat dit initiatief nieuw leven kan worden ingeblazen. Eigenaarschap zo laag mogelijk in de organisatie beleggen hoort bij de filosofie van de stichting. Het directieberaad heeft dit tot nu toe onvoldoende gerealiseerd. De agendacommissie en het voorzitterschap van het directieberaad komen onvoldoende van de grond. Tijdens de verificatieonderzoeken bleek dat directies en leerkrachten kunnen verwoorden wat de speerpunten van het bestuur zijn. Leraren ervaren de top down wijze van introduceren van het gepersonaliseerd leren als minder positief. De vraag voor de inspectie is welke rol de directies en de leraren bij de implementatie van het gepersonaliseerd leren zelf hebben ingenomen. Om de motivatie hoog te houden bij de leerkrachten (bij elk veranderingsproces is er tegenslag) is transparantie noodzakelijk. Nu door terugloop in leerlingenaantallen er financiële keuzes gemaakt dienen te worden, zal de communicatie daarover eenduidig en goed moeten zijn. Het gevaar bij onvoldoende communicatie is dat de motivatie, die er nu lijkt te zijn bij de leerkrachten om in transitie te gaan naar gepersonaliseerd leren, verdwijnt. Met andere woorden zorg als bestuur ervoor dat alle geledingen dezelfde boodschap ontvangen, dat voorkomt onrust en ruis. Verantwoording en dialoog Wij beoordelen deze standaard als voldoende. De verantwoording vindt plaats via het jaarverslag Het bestuur verantwoordt zich in het jaarverslag. Ook het verslag van de raad van toezicht maakt hier deel van uit. In dit jaarverslag reflecinspectie van het onderwijs vierjaarlijks onderzoek 16/46

17 teert het bestuur op de kwaliteit van de organisatie, het onderwijs en personeel, de huisvesting en de financiën. En aantal zaken kunnen verbeterd worden. Als eerste is de reflectie betreft de kwaliteit van het onderwijs en personeel vrij algemeen van aard. Er is veel oog voor de resultaten, maar minder voor de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Als tweede kan er meer ingezoomd worden op het gepersonaliseerd leren. De verdere implementatie van een kwaliteitszorgsysteem kan in de toekomst bijdragen aan een bredere verantwoording over de onderwijskwaliteit. Wij vinden tevens dat de onderlinge dialoog beter kan door concrete resultaten over de totale onderwijskwaliteit bijvoorbeeld structureel op de agenda s van het directeurenberaad, het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de intern toezichthouder te zetten. Alle scholen hebben kwaliteitsverbeteringen voor de eigen school geconcretiseerd in een schoolplan en in een jaarplan, gekoppeld aan een jaarverslag. Nu het schoolplan in de toekomst een belangrijk middel wordt met betrekking tot het uitdragen van de eigen aspecten van kwaliteit kan het bestuur een meer kritische houding aannemen ten aanzien van de kwaliteit van de schoolplannen. Het bestuur van De Vier Windstreken staat midden in de samenleving en het zoekt daarmee actief de verbinding en de dialoog. Zo zoekt het in het kader van passend onderwijs samenwerking met besturen, ook van andere denominaties, om kind nabij onderwijs te realiseren. Ook worden er mogelijkheden onderzocht om onderwijs te combineren met kinderopvang en de voorschoolse educatie. 17/46

18 2.2 Resultaten verificatieonderzoek Goejanverwelle De Regenboog De Eendragt De Nessevliet (eigen rapportage) Pr. Beatrix Aanbod (OP1) Zicht op ontwikkeling (OP2) Didactisch handelen (OP3) Veiligheid SK1 Kwaliteitszorg (KA1) Kwaliteitscultuur (KA2) Verantwoording en dialoog (KA3) Resultaten verificatieonderzoek De tekens geven aan of het oordeel/de waardering wel ( ) of niet ( ) overeenkomt met het beeld dat het bestuur er zelf van heeft. In dit onderzoek zijn wij allereerst nagegaan of het bestuur voldoende informatie heeft over de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Beeld van het bestuur klopt grotendeels Uit de gesprekken (gesprekscyclus), de (tussen)resultaten, de audits, de zelfevaluaties en de managementcontracten met de directeuren heeft het bestuur de indruk dat zicht op ontwikkeling (OP2) van leerlingen, op de meeste scholen in onvoldoende mate aanwezig is. Een uitzondering daarop is De Nessevliet Op vier van de vijf scholen bleek dit beeld overeen te komen met het beeld van de inspectie. Het aanbod (OP1) voldoet aan de kerndoelen en is in het algemeen breed van aard. Een mooi voorbeeld is een uitgewerkte beleidsnotitie voor burgerschap. Een andere school heeft zich een specifieke maatschappelijke opdracht gegeven, die concreter kan worden uitgewerkt. Het aanbod op alle scholen voldoet niet volledig aan de kenmerken van gepersonaliseerd leren en vraagt dus nog investeringen (zie hoofdstuk financiën). Het bestuur heeft het beeld dat didactisch handelen (OP3) op alle scholen in de basis op orde is, maar dat de mate waarin leraren in staat zijn om het onderwijs voldoende af te stemmen op de behoeften van de leerlingen, verschilt per school. De indruk van de inspectie tijdens 18/46

19 de schoolbezoeken kwam hier grotendeels mee overeen. Tijdens de bezoeken is het didactisch handelen op alle vijf de scholen als voldoende beoordeeld. Ook heeft het bestuur vooraf het beeld dat veiligheid (SK1) op alle scholen voldoende kwaliteit laat zien. Het bestuur geeft aan dat het concretiseren van het veiligheidsbeleid en het monitoren nog aandacht nodig heeft. Voor één school kwam dit beeld niet overeen met ons beeld. Ten aanzien van de kwaliteitszorg, de kwaliteitscultuur en de verantwoording en dialoog (KA1, KA2 en KA3) op de scholen komt het beeld van het bestuur overeen met het beeld dat wij tijdens de bezoeken hebben gekregen. Alle scholen hebben een actueel schoolplan met aandacht voor het strategisch beleid van het bestuur. De kwaliteit van deze plannen verschilt overigens wel per school. De meeste scholen werken met een jaarplan-jaarverslagcyclus. Wat opvalt, is dat in de meeste plannen weinig sprake is van concrete meetbare doelen en een duidelijke planning. Hierdoor is het voor scholen lastig om na te gaan of bepaalde doelen bereikt zijn en is de kans aanwezig dat doelen en acties verwateren. Het evalueren van de kwaliteit van het onderwijs gebeurt nu vooral via tevredenheidspeilingen onder personeel en ouders en tijdens teambijeenkomsten. Het bestuur geeft in het kwaliteitsbeleid aan dat de scholen een kwaliteitszorgsysteem hanteren. Dit blijkt echter niet altijd het geval te zijn. Scholen maken daarbij gebruik van de aan hen gegeven vrijheid. Omdat pas op een derde van de scholen een audit heeft plaatsgevonden, is van een objectief meten van de onderwijskwaliteit op alle scholen nog geen sprake. De niet geauditeerde scholen lopen het risico dat er blinde vlekken ontstaan, waardoor de onderwijskwaliteit onvoldoende gewaarborgd is. Mogelijk dat het bestuur kan overwegen het auditeren versneld uit te voeren. De inzet van het bestuur op het professionaliseren van de leraren is op alle vijf bezochte scholen merkbaar. Tijdens de bezoeken zijn wij vooral betrokken- en professionele leraren tegengekomen die samen willen werken aan beter onderwijs. Dit is een belangrijke basis voor schoolontwikkeling. Intrinsiek gemotiveerde leerlingen speerpunt bij scholen en bestuur We hebben tevens geconstateerd dat het gepersonaliseerd leren uit het strategisch beleidsplan tijdens de onderzoeken zichtbaar is op de scholen, maar dat de invoering per school sterk verschilt. 19/46

20 2.3 Financieel beheer Financieel beheer FB1 Continuiteit FB2 Doelmatigheid FB3 Rechtmatigheid O V V De standaarden financiële continuïteit en rechtmatigheid beoordelen wij beide als voldoende. Het toezicht op de financiële doelmatigheid rekenen wij tot het stimulerend toezicht en blijft daardoor in beginsel onbeoordeeld. Het financieel beheer in zijn geheel is beoordeeld als voldoende. Financiële continuïteit In onderstaande tabel zijn de financiële kengetallen van het bestuur uit de jaarverslaggeving over de afgelopen en de toekomstige drie jaren afgezet tegen de signaleringswaarden ( Indicatie ) die wij gebruiken in onze jaarlijkse risicodetectie. Liquiditeit (current ratio) Indicatie < 0,75 2,31 2,26 2,63 2,46 2,04 1,84 Solvabiliteit 2 < 0,30 0,71 0,71 0,78 0,78 0,75 0,73 Weerstandsvermogen Huisvestingsratio > 5% 26,00 27,40 25,60 30,00 28,80 27,80 > 10% 6,40 6,90 07,300 Rentabiliteit < 0% 5,00 0,00 0,00-0,70-1,90-1,20 Zoals blijkt uit de tabel is er geen sprake van waarden die wijzen op een mogelijk financieel risico met gevolgen voor de continuïteit van het onderwijs op de korte of middellange termijn. In ons onderzoek vonden wij geen belangrijke informatie die strijdig is met dat beeld. Wij beoordelen de financiële continuïteit dan ook als voldoende. Wel wijzen wij op het volgende aandachtspunt. Er is sprake van een verwachte meerjarige negatieve rentabiliteit. In de toelichting op de balans (basis: jaarrekening 2015) worden een aantal ambities genoemd 20/46

21 om bezuinigingen door te voeren, maar wat het beoogde effect is en op welke termijn dat moet worden bereikt, is niet duidelijk. Een (meerjaren)begroting hoort als sturingsinstrument in samenhang met het strategisch beleidsplan te worden ingezet. In het startgesprek heeft het bestuur echter aangegeven dat het strategisch beleidsplan niet als sturingsinstrument wordt gebruikt. Wij hebben daarom twijfels over het effect van de voorgestelde bezuinigingen. Een ander aandachtspunt zijn de verwachte hoge uitgaven voor renovatie en onderhoud en de ambitie van het bestuur om te investeren in gepersonaliseerd leren. Financiële doelmatigheid Bij de Stichting D4W kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. De besteding en effecten van middelen bestemd voor passend onderwijs; 2. Invoering van gepersonaliseerd leren. 1. De besteding en effecten van middelen bestemd voor passend onderwijs De middelen voor passend onderwijs worden ontvangen op basis van het schoolmodel. De uitgaven worden vanuit de reguliere formatie bekostigd. De inzet van middelen voor passend onderwijs komt niet uit de reguliere schoolbudgetten. De wijze waarop de scholen/het bestuur de middelen inzet, is niet beschreven in het strategisch beleidsplan. Scholen gebruiken de middelen daar waar ze nodig zijn, maar een relatie tussen de ontvangen middelen en de inzet ervan - een zogenaamde effectmeting - ontbreekt. 2. Invoering van gepersonaliseerd leren Als gevolg van de decentralisatie buitenonderhoud verwacht het bestuur van De Vier Windstreken in de komende jaren grote uitgaven. De Vier Windstreken heeft echter ook de ambitie om op al haar scholen gepersonaliseerd leren in te voeren. Deze ambitie zal leiden tot aanzienlijke investeringen in technologische hulpmiddelen zoals IT-systemen, datasets en analytische software, maar ook in gepersonaliseerde leermiddelen en investeringen in bijscholing van medewerkers. Het tegelijk investeren in zowel buitenonderhoud als gepersonaliseerd leren als in het verbeteren van onderdelen die tijdens ons verificatieonderzoek als niet voldoende werden beoordeeld, kan leiden tot knelpunten in de liquiditeit en ondoelmatige inzet van middelen. Het bestuur realiseert zich dat het hierin keuzes moet maken. Bij enkele in het verificatieonderzoek betrokken scholen werd met name het onderdeel Zicht op ontwikkeling als niet voldoende beoordeeld. Het bestuur beschikt echter over ruime financiële reserves en kan dus investeren in kwaliteitsverbetering. Dergelijke investeringen zouden sterk bijdragen aan de doelmatige inzet van onderwijsmiddelen. 21/46

22 Financiële rechtmatigheid Ons oordeel bij deze standaard gaat enerzijds uit van de bevindingen van de instellingsaccountants uit het eerstelijnstoezicht op de financiën van het onderwijs. Anderzijds speelt aanvullende informatie een rol, zoals signalen en (lopende) onderzoeken op het gebied van financiële rechtmatigheid. Beide aspecten leiden gezamenlijk tot een gewogen oordeel. Dat oordeel luidt in dit geval voldoende ; in dit onderzoek hebben zich aan ons geen gegevens voorgedaan die een positieve waardering van de financiële rechtmatigheid in de weg staan. 2.4 Afspraken over vervolgtoezicht Wij hebben de kwaliteit beoordeeld en op basis daarvan afspraken gemaakt met het bestuur over het vervolgtoezicht. Beoordeling (0) Herstelopdracht Datum gereed Op basisschool Goejanverwelle is het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van onvoldoende niveau. Het bestuur draagt er zorg voor dat op basisschool Goejanverwelle het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van voldoende niveau is. De wet geeft het volgende aan: Het zodanig inrichten van het onderwijs dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen, het afstemmen van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen (art. 8, eerste lid, WPO. Het bestuur kan zich in mei/juni 2018 na de middentoetsen verantwoorden middels een auditverslag, gerelateerd aan een plan van aanpak waar expliciet wordt ingegaan op signaleren, analyseren en planmatige zorg voor de ononderbroken ontwikkeling. Daarnaast geeft het verslag inzicht in de kwaliteit van het afstemmen op de voortgang van de ontwikkeling. Mogelijk besluiten wij op de school een verificatie uit te voeren. Op basisschool De Regenboog is het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van onvoldoende niveau. Het bestuur draagt er zorg voor dat op basisschool De Regenboog het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van voldoende niveau is. De wet geeft het volgende aan: Het zodanig inrichten van het onderwijs dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen, het afstemmen van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen (art. 8, eerste lid, WPO). Het bestuur kan zich in mei/juni 2018 na de middentoetsen verantwoorden middels een auditverslag, gerelateerd aan een plan van aanpak waar expliciet wordt ingegaan op signaleren, analyseren en planmatige zorg voor de ononderbroken ontwikkeling. Daarnaast geeft het verslag in- zicht in de kwaliteit van het afstemmen op de voortgang van de ontwikkeling. Mogelijk besluiten wij op de school een verificatie uit te voeren. 22/46

23 Beoordeling (0) Herstelopdracht Datum gereed Op basisschool De Eendragt is het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van onvoldoende niveau en de veiligheid moet beter. Het bestuur draagt er zorg voor dat op basisschool De Eendragt het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen van voldoende niveau is. De wet geeft het volgende aan: Het zodanig inrichten van het onderwijs dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen, het afstemmen van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen (art. 8, eerste lid, WPO). De wet geeft aan dat de school ten minste een veiligheidsbeleid heeft beschreven en voert op preventie en op afhandelen van incidenten (Art 4c en art 12, lid 2, WPO). Daarnaast monitort de school de veiligheid van leerlingen jaarlijks met een gestandaardiseerd instrument dat een representatief en actueel beeld geeft (art 4c, eerste lid onder b, WPO). Het bestuur kan zich in mei/juni 2018 na de middentoetsen verantwoorden middels een auditverslag, gerelateerd aan een plan van aanpakt waar expliciet wordt ingegaan op signaleren, analyseren en planmatige zorg voor de ononderbroken ontwikkeling. Daarnaast geeft het verslag in-zicht in de kwaliteit van het afstemmen op de voortgang van de ontwikkeling. Het bestuur kan zich in september 2017 hierover verantwoorden door de uitslagen van de monitor, de analyse en het eventueel bijgestelde veiligheidsbeleid. Mogelijk besluiten wij op de school een verificatie uit te voeren. 23/46

24 3. Resultaten verificatieonderzoek In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van het verificatieonderzoek bij basisschool Goejanverwelle, basisschool De Regenboog, basisschool De Eendragt en basisschool Prinses Beatrix. Voor basisschool De Nessevliet is in het kader van het onderzoek voor de Staat van het onderwijs een separaat rapport opgesteld. We onderzochten op deze scholen de volgende standaarden: Aanbod (OP1) Zicht op ontwikkeling (OP2) Didactisch handelen (OP3) Veiligheid (SK1) Kwaliteitszorg (KA1) Kwaliteitscultuur (KA2) Verantwoording en dialoog (KA3) Het beeld dat het bestuur heeft over de gerealiseerde kwaliteit op de verschillende scholen is in hoofdstuk 2 naar voren gekomen en komt grotendeels overeen met ons beeld. 3.1 Basisschool Goejanverwelle te Gouda. Samenvatting Basisschool Goejanverwelle heeft na een audit in november 2016 zich gericht op twee belangrijke pijlers, namelijk het didactisch handelen en het afstemmen van de leerstof en de aanpak op de onderwijsbehoefte van de leerling. De laatste vier jaren heeft de school veel energie gestoken in een positief pedagogisch klimaat. Ze heeft zich daarbij met name gericht op goed en gewenst gedrag en daardoor is er nu een werk- en leefklimaat ontstaan waar het voor de leerlingen veilig is en waar ze ook goed tot leren kunnen komen. Het team heeft aansluitend hierop besloten om de leerlingen meer eigenaar te laten worden van het eigen leerproces. Dit vraagt van leerkrachten dat ze onderwijs geven op een zodanige manier dat de leerlingen zich actief en zelfverantwoordelijk gedragen/opstellen. De school dient zich te verbeteren op de standaard zicht op ontwikkeling. Wanneer leerlingen stagneren in hun ontwikkeling zoekt de school nog onvoldoende naar mogelijke verklaringen voor de stagnatie, waardoor het onderwijs niet of onvoldoende wordt aangepast (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO). 24/46

25 Onderwijsproces O V G OP1 Aanbod OP2 Zicht op ontwikkeling OP3 Didactisch handelen Het aanbod kan zich nog verder ontwikkelen om gepersonaliseerd leren mogelijk te maken Het aanbod op de Goejanverwelle dekt de kerndoelen. Ook is er aandacht voor de snellere en meerbegaafde leerling. De school biedt haar leerlingen mogelijkheden om sociale competenties te ontwikkelen. Het programma hiervoor loopt als een rode draad door de school. De (planmatige) ontwikkeling van maatschappelijke competenties bij leerlingen mag meer aandacht krijgen. Doordat de school meer aandacht wil besteden aan de 21st century skills zijn zelfstandig werken, overleggen en samenwerken belangrijke componenten in het dagelijks lesprogramma. Deze onderdelen zijn echter onvoldoende voorzien van doelen en doorgaande lijnen. De standaard zicht op ontwikkeling moet beter (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO) De leerlingen worden gezien en gevolgd in hun ontwikkeling. Daarnaast is er extra aandacht voor het welbevinden van de leerling. Deze gegevens worden verwerkt in het door het bestuur ontwikkelde analyseformat. Echter, de kwaliteit van de analyses schiet tekort waardoor de (groeps)plannen onvoldoende sturend zijn om het aanbod en de didactische aanpak af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeftes van de leerling. Het gevolg daarvan is dat in bepaalde groepen leerlingen, met onvoldoende of een negatieve leergroei, geen of mogelijk de verkeerde hulp ontvangen. Dit heeft vaak het gevolg dat leerlingen op een eigen leerlijn voor een of meerdere vakgebieden geplaatst worden. De daarbij behorende ontwikkelingsperspectieven zijn onvoldoende uitgewerkt. Ze missen een degelijke analyse en ze zijn niet voorzien van sturende doelen. Het frequent voeren van kindgesprekken kan de analyse verstevigen. Het invoeren van gepersonaliseerd leren kan zich pas echt goed ontwikkelen als de school en dus ook elke leerling goed zicht heeft op zijn/haar talenten. Het didactisch handelen is kwetsbaar Na de audit in november 2016 is sterk ingezet op het uitbreiden van de didactische vaardigheden van de leraren. Het didactisch handelen van de leraren is dan ook in de basis op orde, maar behoeft de komende tijd wel verdere ontwikkeling en borging. De school zet voor het 25/46

26 vergroten van de betrokkenheid en de samenwerking coöperatieve werkvormen in. Ook zien we tijdens de groepsbezoeken de schoolbrede afspraken over de klaaropdrachten en het gebruik van het uitgestelde aandachtsteken. De leerlingen zijn over het algemeen taakbetrokken en enthousiast over het werken met de dag- en weektaken. Waar kan de school zich nog verbeteren? De observanten van de school en de inspectie hebben een aantal gemiste kansen gezien. Met name het benoemen van de doelen van de les vraagt nog specifieke aandacht. Het doel wordt vaak als een activiteit omschreven en/of niet in begrijpelijke taal geformuleerd. De leerkrachten proberen in het kader van het eigenaarschap van leerlingen verschillende vormen van dag- en weekplanningen uit. Zelfstandig werken is een middel waardoor leerkrachten meer tijd hebben om leerlingen met een specifieke zorgvraag te begeleiden. Zo behoudt de leerkracht het eigenaarschap met betrekking tot de zorg leerling. De school stelt zich op dit moment de vraag wie de zorg dient uit te voeren de leerkracht of de onderwijsassistent? Schoolklimaat O K V G SK1 Veiligheid Leraren werken met succes aan een veilige omgeving We zien niet alleen dat het team hard werkt aan een veilige omgeving en een positief klimaat, maar we constateren dat dit in de praktijk resultaat heeft. De leraren, de leerlingen en de ouders geven aan dat zij zich veilig voelen op de school. De veiligheidsbeleving van de leerlingen in groep 7 en 8 kent een hoge uitslag. De meting voor groep 5 en 6 staat gepland voor dit schooljaar. Het veiligheidsbeleid is vastgelegd en de school registreert incidenten nauwgezet. Vanuit de digitale incidentenmonitor wordt regelmatig gekeken naar de frequentie, de plaats van de incidenten en wie er bij de incidenten betrokken zijn. Aan de hand daarvan treft de school adequate maatregelen, die zij ook weer monitort 26/46

27 Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog De kwaliteitszorg mist toetsbare doelen Het eigenaarschap bij de leerling is concreet verwoord in het schoolplan en de acties ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs zijn vastgelegd in de jaarlijkse verbeterplannen. De school evalueert de leerresultaten van de leerlingen en gebruikt een instrument voor zelfevaluatie van alle onderdelen van het onderwijsleerproces. Op grond van conclusies hieruit formuleert zij ontwikkelpunten in het jaarlijkse verbeterplan. Ook de aanwijzingen vanuit de audit vertaalt de directie naar doelgerichte verbeteracties. Waar kan de school zich nog verbeteren? Een aandachtspunt is het formuleren van (ambitieuze) schooldoelen en deze vast te leggen. Vanuit het bestuur zijn er regelmatig gesprekken met de directie en is er nu gekozen voor de inzet van een zelfevaluatie. Deze zelfevaluaties kunnen meer gericht worden op de doelen van het jaarplan/schoolplan Daarnaast kan het team meer betrokken worden bij deze zelfevaluatie. De school beweegt zich van een familiaire cultuur richting een professionele cultuur De directie draagt het systeem van onderwijsvernieuwing samen met het hele team. De ingezette weg om het onderwijs meer kindgericht in te richten wordt breed gedragen, maar leerkrachten geven aan nog veel te willen/moeten leren om te kunnen komen tot een concrete uitvoering, waarin iedereen gedijt. De regelmatige bordsessies en de proeftuintjes geven de individuele leerkracht voldoende ruimte om zijn weg en de best bij de leerlingenpopulatie passende oplossing te zoeken. Waar kan de school zich nog verbeteren? Het leren van en met elkaar kan uitgebreid worden met behulp van collegiale consultatie. Dit is wel opgenomen in het jaarplan en mee begroot, maar het is niet ingezet. Hier mist het team een kans om elkaar gerichte feedback te geven en samen opzoek te gaan naar good practice. 27/46

28 De school verantwoordt zich over haar kwaliteit, maar kan met ouders meer de dialoog aangaan Het bestuur ontvangt jaarlijks een jaarverslag en heeft regelmatig gesprekken met de directie van de school. Daarbij zijn het jaarplan, de veiligheid en de (tussen)resultaten onderwerp van gesprek. Via de schoolgids en de nieuwsbrief houdt de school de ouders op de hoogte van de kwaliteit. Waar kan de school zich nog verbeteren? De school is haar onderwijsconcept aan het veranderen en er zijn allerlei proeftuintjes. De communicatie en het voeren van de dialoog met de ouders over deze koerswijziging vraagt aandacht. 3.2 Basisschool De Regenboog te Reeuwijk Samenvatting Op De Regenboog werkt een ervaren team met veel inzet aan de ontwikkeling van de leerlingen. Het heeft daarbij een keuze gemaakt om zich te richten op de invoering van Engels vanaf groep 1 en is daarnaast intensief bezig met de invoering van een methode voor sociaal emotionele ontwikkeling en een nieuwe taalmethode. In het licht van al deze actuele vernieuwingen kiest de school ervoor om haar visie en het invoeringstraject van gepersonaliseerd leren gedegen en geleidelijk op te pakken. De leraren geven duidelijke uitleg en stemmen deze zoveel mogelijk af op de verschillende niveaus in de groep. De veiligheid van de leerlingen wordt door doordacht beleid en een monitor op de veiligheidsbeleving goed gevolgd en gewaarborgd. De standaard zicht op ontwikkeling is als onvoldoende beoordeeld. Wanneer leerlingen stagneren in hun ontwikkeling zoekt de school nog onvoldoende naar mogelijke verklaringen hiervoor. Ook de planmatige begeleiding in de groep schiet tekort (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO). Om het gepersonaliseerd leren goed in te voeren dient de school zich te verbeteren op deze standaard. Onderwijsproces O V G OP2 Zicht op ontwikkeling OP3 Didactisch handelen De standaard zicht op ontwikkeling nog niet op orde (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO) De (groeps)plannen zijn onvoldoende sturend om het aanbod en de 28/46

29 didactische aanpak af te stemmen op de specifieke leerbehoefte van sommige leerlingen (art 8 1e en 6e en 8e lid WPO). De school volgt de leerlingen en ze signaleert wanneer leerlingen uitvallen. Waar nodig wordt extra begeleiding gegeven door de leerkracht of door een onderwijsassistent. Dit gebeurt zowel binnen als buiten de groep. In de groep geven leraren veelal ondersteuning in de vorm van verlengde instructie aan een niveaugroep. Buiten de groep heeft dit de vorm van één-op- één begeleiding. Wat opvalt bij deze ondersteuning is dat een uitgebreide analyse van wat de reden van stagnatie of uitval is, ontbreekt. Ook gebeurt de begeleiding niet planmatig genoeg. Er zijn wel doelen vastgesteld, maar onduidelijk is waarop deze zijn gebaseerd. Evenmin is er een concreet en uitgewerkt aanbod voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Hierdoor is het moeilijk om vast te stellen of de begeleiding effectief was. De school is bezig om zich verder te ontwikkelen in het handelingsgericht werken door kind- gesprekken structureel in te gaan plannen en hierdoor beter zicht te gaan krijgen op de analyse en de aanpak van de ondersteuning. De inspectie heeft al enkele goede voorbeelden van foutenanalyses gezien en ziet kansen om dit verder uit te werken. Leraren verstaan hun vak maar geven nog geen feedback De inspectie heeft samen met observanten van de school een aantal lessen bezocht. De gezamenlijke observaties leidden tot eenzelfde beeld van het didactisch handelen. Te zien is dat er doordacht wordt lesgegeven. De leraren geven doelgericht uitleg en stimuleren de taakgerichtheid en betrokkenheid van de leerlingen. Dit doen ze onder andere door coöperatieve werkvormen in te zetten. Er zijn afspraken over het klassenmanagement en er wordt gewerkt vanuit een schoolbreed en uniform instructiemodel. Hierin worden de doelen voor de leerlingen verhelderd en is de uitleg in duidelijke stappen ingedeeld. Het leerklimaat is positief en de meeste leerlingen zijn zelfstandig en taakgericht aan het werk. De leraren kunnen zich verbeteren door hun uitleg voor de hele groep meer te laten aansluiten op het niveau van de leerlingen. Niet alle leerlingen lijken in alle lessen evenveel te profiteren van de plenaire groepsuitleg. Ook het geven van gerichte inhoudelijke feedback, zowel op product als op procesniveau kan helpen om leerlingen naar een volgende leerstap te brengen. Het gepersonaliseerd leren kan zich op deze school verder ontwikkelen door leerkrachten kennis te laten krijgen van de leerlijnen scholen en meer te gaan werken vanuit deze leerlijnen. Daarnaast kunnen de leerlingen nog meer geïnformeerd en betrokken worden alle zichtbare leerdoelen Hierdoor voelen zij zich meer eigenaar van hun eigen leerproces. 29/46

30 Schoolklimaat O K V G SK1 Veiligheid De leerlingen gaan met plezier naar school De school biedt een veilig en prettig pedagogisch klimaat waarin iedere leerling wordt gezien en gekend. De leerlingen bevestigen dit beeld en geven aan dat ze met plezier naar school gaan. Het veiligheidsbeleid is op orde, de school monitort de ervaren veiligheid van de leerlingen en neemt maatregelen als dat nodig is. De school heeft nog geen eigen ambities geformuleerd als het gaat om bijvoorbeeld het tegengaan van pesten op sociale media. Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg De Regenboog heeft zicht op haar eigen kwaliteit en werkt systematisch aan de verbetering daarvan De schoolvisie is vastgelegd in het schoolplan en de acties ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs staan in het jaarplan. De school evalueert de leerresultaten van de leerlingen en gebruikt een instrument voor zelfevaluatie van alle onderdelen van het onderwijsleerproces. Op grond van de evaluaties met het team stelt zij ontwikkelpunten vast in het jaarlijkse verbeterplan. Deze punten kunnen meer gekoppeld worden aan gepersonaliseerd leren. Het team van de Regenboog heeft ervoor gekozen om het invoeringstraject van gepersonaliseerd leren gedegen en geleidelijk op te pakken. Waar kan de school zich nog verbeteren? Een aandachtspunt is het evalueren van de verbeterdoelen en na te gaan of deze ook daadwerkelijk het beoogde effect hebben voor de leerlingen. De school evalueert haar ontwikkeldoelen jaarlijks, maar gaat in haar evaluatie met name in op de processtappen. Dit geldt ook voor gepersonaliseerd leren. In hoeverre het ontwikkeldoel ook effect heeft in de praktijk is niet duidelijk. 30/46

31 3.3 Basisschool De Eendragt te Zevenhuizen Samenvatting Op basisschool De Eendragt werkt het team met veel inzet en streeft er daarbij naar om de leerlingen meer eigenaar van hun eigen ontwikkelingsproces te laten zijn. Het team heeft gekozen voor de invoering van het werken in units als middel om dit doel te verwezenlijken. De Eendragt werkt in het kader van gepersonaliseerd leren niet met lokalen, maar met units. Units bestaan uit leerlingen van verschillende leeftijdsgroepen. De leraren geven duidelijke uitleg en laten de leerlingen zoveel mogelijk op basis van voortoetsen bepalen of ze instructie nodig hebben of niet. De school werkt met dag/weektaken. Deze taken vragen aanscherping om het aanbod en de aanpak beter af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de specifieke leerling. Tijdens het onderzoek is gebleken dat het de school niet lukt om de veiligheid optimaal te garanderen. Het nieuwe werken in units blijkt niet voor iedere leerling in de school vanzelfsprekend te zijn. Het omgaan met meer vrijheid vraagt van de school aandacht. Met veel energie zetten de leerkrachten zich in om de kinderen om te leren gaan met het feit dat er niet altijd een leerkracht in de buurt is en op ze let. Het veiligheidsbeleid dient op de nieuwe visie aangepast te worden. Het plan is op dit moment onvoldoende gericht op het voorkomen, afhandelen, registeren en evalueren van incidenten, sociale en psychische veiligheid. Hierdoor is het evalueren van de incidenten onmogelijk. Al met al voldoet de school voor de standaard veiligheid niet aan de wet (art. 4c en art 12 lid 2, WPO). De standaard zicht op ontwikkeling is eveneens als onvoldoende beoordeeld. Wanneer leerlingen stagneren in hun ontwikkeling zoekt de school nog onvoldoende naar mogelijke verklaringen hiervoor. Ook de planmatige begeleiding van zorgleerlingen en/of leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong schiet nog tekort (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO). Het bestuur is intensief betrokken bij de school en houdt door managementrapportages, zelfevaluaties en gesprekken zicht op de ontwikkelingen en de vorderingen rondom gepersonaliseerd leren. De school heeft een plan van aanpak gemaakt. Het bestuur heeft zijn goedkeuring aan dit plan gegeven. In dit plan is er naast aandacht voor het eigenaarschap bij de leerling ook aandacht voor ouderbetrokkenheid en de professionele cultuur. Het plan ontbeert echter concrete doelen, waardoor verantwoording en evaluatie moeilijk is. 31/46

32 Onderwijsproces O V G OP2 Zicht op ontwikkeling OP3 Didactisch handelen De standaard zicht op ontwikkeling is niet op orde (art.8 eerste, vierde en elfde lid, WPO) Het team is nu bezig om het beeld over de leerlingen zo te beschrijven en te ordenen dat iedereen die werkzaam is in een unit, kan anticiperen op de onderwijskansen en de onderwijsbehoeften van de leerling. Tijdens het onderzoek blijkt deze beschrijving nog niet de juiste kwaliteit te hebben. Dit (h)erkent de school. De leraren houden zicht op de ontwikkeling van hun leerlingen met behulp van methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen en observaties. De school volgt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze toetsen en observaties zijn onderwerp van gesprek tijdens groepsbesprekingen. Door het werken in units wordt er op dit moment gezocht naar een manier om een uniforme lijn in het volgen van de kinderen te krijgen. De eerder gebruikte groepsplannen zijn niet meer geschikt. De inspectie merkt wel dat de intern begeleiders en het team zich inzetten om de doelgerichte aanpak op korte termijn te verbeteren. Mogelijk dat het de school met de nieuwe overzichten lukt om stagnerende leerlingen en meerbegaafde leerlingen planmatig en doelmatig te ondersteunen. Op dit moment is die begeleiding onvoldoende planmatig en onderbouwd. Daarbij speelt het zoeken naar de oorzaak (analyse) van de terugval of voorsprong een cruciale rol. Op dit moment ontbreken gedegen analyses. Vanuit die analyse kan er doelgericht gewerkt worden door het aanbod, de leertijd en de didactische aanpak aan te passen aan de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling. Een mooi voorbeeld van gepersonaliseerd leren op de Eendragt is het voortoetsen. Kinderen maken voor een blok van spelling, taal, begrijpend lezen en rekenen een instaptoets. Aan de hand van de uitslagen kunnen leerlingen in samenspraak met de leraar vanuit hun eigenaarschap voor de eigen onderwijsontwikkeling hun behoefte aan instructie bepalen. Om dit nog meer kindgericht te laten zijn, zullen de weektaken en de planning van de leerkracht beter op elkaar afgestemd kunnen worden, waardoor de verantwoording achteraf aan het kind en de ouders makkelijker is. Het voortoetsen geeft de mogelijkheid om het aanbod en de wijze van instructie meer af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling. Het voortoetsen helpt het onderwijs meer af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling. Het didactisch handelen is voldoende, maar niet altijd effectief De inspectie heeft samen met observanten van de school een aantal 32/46

33 lessen en de zelfstandig werkplekken bezocht. De gezamenlijke observaties leidden tot eenzelfde beeld van het didactisch handelen. Tijdens de waargenomen lessen is gezien dat er doordacht wordt lesgegeven. De leraren geven doelgericht uitleg en stimuleren de taakgerichtheid en actieve betrokkenheid van de leerlingen. Er zijn afspraken en de leerlingen worden daar vooraf aan herinnerd. In het algemeen zijn de leerlingen betrokken en rustig aan het werk. Het leerklimaat is overwegend positief. Dit ondersteunt de invoering van gepersonaliseerd leren. Het aanleren van specifieke leerstrategieën is nog geen vanzelfsprekendheid tijdens de lessen. Mogelijk dat de strategieboekjes daar een oplossing voor kunnen bieden. Coöperatieve werkvormen zijn wel gezien, maar of er sprake is van een doorgaande lijn in de school is nog onduidelijk. Dat de school expressie en cultuur belangrijke aspecten vindt, is zichtbaar in de school en de cultuurkast is daar een belangrijk middel voor. Een voorwaarde voor goed is wanneer zij de ambities voor cultuur en de ambities voor samenwerken, plannen en geconcentreerd en zelfstandig werken in doelen en leerlijnen omzet. Schoolklimaat O K V G SK1 Veiligheid Veiligheid nog niet helemaal gegarandeerd. (art. 4c en art 12 lid 2, WPO) De school houdt op verschillende manieren zicht op het welbevinden van de leerlingen, maar kan dit niet relateren aan een veiligheidsbeleid, omdat dit beleid niet geactualiseerd is. De school heeft niet duidelijk beschreven hoe zij incidenten probeert te voorkomen en op te lossen. De inspectie heeft het bestuur en de school een herstelopdracht geven om zo snel mogelijk een kwalitatief veiligheidsbeleid op te stellen met behulp van alle betrokkenen van de school en vervolgens wederom de veiligheid te monitoren. Op dit moment voldoet de school niet aan de wet (art 4c en art 12 lid 12, WPO). De schoolleiding en leraren van basisschool De Eendragt geven echter wel expliciet aandacht aan het creëren van een veilige omgeving voor de leerlingen. De school gebruikt een methode om sociale vaardigheden aan te leren en volgt de leerlingen op dit gebied. Toch zijn niet alle kinderen en ouders met wie is gesproken altijd te spreken over de veiligheid op school. Door het werken in units vanaf één augustus 2016 moesten vooral de oudere leerlingen wennen aan de 33/46

34 nieuwe verantwoordelijkheden en de vrije ruimte (je kunt het werk zelf indelen en je kunt zelf een plek om te werken kiezen) die daar bij hoort. In de laatste monitor blijkt dat tachtig procent van de leerlingen zich veilig voelt op school. De school vindt dit te weinig. Samen met de leerlingenraad en de leerkrachten is gepoogd de ontstane pedagogische onrust te keren. Het lijkt gelukt. Op de onderzoeksdag heeft de inspectie samen met de observant van de school een pedagogisch klimaat aangetroffen, waar de meeste leerlingen goed in gedijen. Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog De kwaliteitscultuur is voldoende, maar vraagt zeker aandacht Op dit moment ondersteunt de structuur van de kwaliteitszorg en de cultuur binnen de school de kwaliteitsontwikkeling niet optimaal. De nieuw ingeslagen weg is nog niet totaal ingebed bij alle leerkrachten. Dit zorgt voor onduidelijkheid in en buiten de school. Volgens gepersonaliseerd leren moet de leerkracht van docent naar coach. Dit vraagt om nieuwe competenties en een andere attitude. Ook zijn heldere afspraken nodig met betrekking tot de verantwoordelijkheidsverdeling (leerkracht, leerkrachtondersteuner, onderwijsassistent, stagiaires, etc.). Wie is waar verantwoordelijk voor dient voor alle betrokkenen, vooral de leerlingen duidelijk zijn. Om met elkaar zicht te krijgen op de sterke en zwakke kanten van de onderwijskwaliteit zullen transparantie en zelfreflectie in het handelen van het team en directie belangrijke componenten zijn. Verantwoording en dialoog De school houdt de ouders op de hoogte via vier ouderbijeenkomsten en een aantal inloopochtenden per jaar. Van de ouderavonden zijn verslagen gemaakt, waarin ook de gekozen oplossingen worden genoemd. Daarnaast is er ook een kritische klankbordgroep, die gevraagd is om mee te denken over hoe vorm te geven aan gepersonaliseerd leren Het op eenduidige manier communiceren en dialoog voeren vraagt aandacht. Dat betekent dat de medewerkers van de school eenduidig en transparant de informatie naar buiten brengen. Daar kunnen de met het team besproken en vastgestelde concrete doelen van de genomen verbetermaatregelen bij helpen. Nu is het door het ontbreken van deze doelen lastig om over de uitkomsten van evaluaties te communiceren. 34/46

35 3.4 Basisschool Prinses Beatrix Samenvatting: Op de Prinses Beatrixschool is het gepersonaliseerd leren zichtbaar. De school neemt de tijd om de visie die hieraan ten grondslag ligt vanuit het strategisch beleidsplan van het bestuur om te zetten naar de concrete onderwijspraktijk. Het team is enthousiast over de ingeslagen weg en staat volledig achter de invoering van gepersonaliseerd leren. De school beschikt over een professionele kwaliteitscultuur, waarin de leraren in voldoende mate bijdragen aan de onderwijsvernieuwing De leerlingen worden in hun ontwikkeling gevolgd met observaties, methode-onafhankelijke - en methodegebonden toetsen. Het zoeken naar de oorzaak van stagnaties in de ontwikkeling van leerlingen of een versnelde ontwikkeling vraagt nog aandacht. De analysevaardigheid van het team kan zich in dit opzicht nog verbeteren. Dit zal het gepersonaliseerd leren ondersteunen. De leraren maken gebruik van een door de hele school herkenbaar klassenmanagement. Daardoor weten de kinderen precies wat er van hen verwacht wordt. De leerkrachten beheersen de basis van het didactisch handelen, maar maken niet altijd effectief gebruik van de leertijd. In de hele school heerst een vriendelijke sfeer, zowel tussen leerlingen en leraren als onderling. De resultaten, gemeten over de laatste drie jaar, zijn voldoende. Onderwijsproces O V G OP1 Aanbod OP2 Zicht op ontwikkeling OP3 Didactisch handelen Een leerrijkere omgeving ondersteunt het gepersonaliseerd leren beter Het aanbod op de Prinses Beatrixschool dekt de kerndoelen. De school biedt haar leerlingen mogelijkheden om sociale competenties te ontwikkelen. Daarnaast is er veel oog voor burgerschap. De school heeft, gerelateerd aan het schoolplan, een beleidsplan opgesteld voor het onderdeel burgerschap. Vanuit dit beleid besteedt de school veel aandacht aan de maatschappelijke competenties, de democratische rechtstaat, discriminatie en diversiteit in het curriculum. Tevens biedt de school naast kennis op die gebieden een oefenplek om vaardigheden te oefenen. Mogelijk dat bij de uitvoering van dit beleid expertise en ervaringen gedeeld kunnen worden met de andere scholen. 35/46

36 De school wil het eigenaarschap van de leerlingen bij hun eigen ontwikkeling vergroten (vanuit de visie van gepersonaliseerd leren). Om dit proces te ondersteunen is een uitdagende en leerrijke omgeving nodig. Dit vraagt nog aandacht van de school. Te denken valt aan taalondersteunende middelen en materialen voor de meerbegaafden. Daarnaast zijn zelfstandig werken (weektaken), overleggen en samenwerken belangrijke componenten geworden in het dagelijks lesprogramma. Deze onderdelen zijn echter nog onvoldoende voorzien van doelen en doorgaande leerlijnen. Ook voor de leerlingen die cognitief meer in hun mars hebben, is aandacht, maar deze is nog niet planmatig verweven in het totale lesproces. De standaard zicht op ontwikkeling is voldoende, maar de analyse kan sterker De leerlingen worden gezien en gevolgd in hun ontwikkeling vanaf de binnenkomst op de basisschool. Deze gegevens worden verwerkt in groepsoverzichten en groepsplannen. Sinds kort worden de kinderen bij rekenen vooraf getoetst om zo het aanbod en de instructie beter af te stemmen op hun niveau en leerbehoeften. Echter de kwaliteit van de analyses vraagt verdieping. Met analyses van de mogelijke oorzaken van eventuele stagnaties in de ontwikkeling wordt het eenvoudiger om het aanbod en de didactische aanpak af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling. Nu lijken de aanpakken en de doelen van de diverse subgroepen, zoals beschreven in het groepsplan erg op elkaar. Daardoor kan het bijvoorbeeld gebeuren dat een leerling te lang aan de verlengde instructie deelneemt, terwijl de oorzaak van de stilstand of achteruitgang een andere aanpak dan de verlengde instructie vraagt. Het didactisch handelen is voldoende De inspectie heeft samen met observanten van de school en het bestuur een aantal lessen bezocht. De gezamenlijke observaties leidden tot eenzelfde beeld van het didactisch handelen. Het observeren is gedaan met het observatieformulier dat de interne auditgroep van het bestuur gebruikt, zeer uitgebreid is en een goed beeld geeft over het pedagogisch- en didactisch handelen van de leerkracht. De leerkrachten zetten in het kader het eigenaarschap van leerlingen verschillende coöperatieve werkvormen in, waardoor de leerlingen actief betrokken worden bij de les en automatiseeroefeningen op een speelse wijze worden aangeboden. De leerkrachten creëren een prettig leef- en werkklimaat. Toch hebben we een aantal gemiste kansen gezien. Met name het differentiëren is voor sommige leerkrachten nog lastig. Daarnaast is het van belang dat elke leerkracht vooraf goed nadenkt over het te bereiken lesdoel en de daarbij gekozen werkvorm. Soms zijn deze niet echt afgestemd op de groep, waardoor de lesstof voor sommige 36/46

37 kinderen te makkelijk is en niet altijd even uitdagend. Ook het werken aan de instructietafel vraagt aandacht. We zagen over het algemeen dat de leerlingen aan de instructietafel vooral ondersteund werden in de vorm van het begeleid inoefenen van de stof terwijl zij soms juist extra instructie nodig hadden. Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur Kwaliteitszorg is voldoende, maar nieuwe ambitieuze doelen ontbreken De school beschrijft haar stelsel van kwaliteitszorg in het schoolplan en geeft hiermee een vervolg aan het kwaliteitsbeleid van het bestuur. De directie heeft voldoende zicht op de kwaliteit van het geboden onderwijs. Zij kan dit onderbouwen met objectieve evaluatiegegevens van leerlingenresultaten, tevredenheidspeilingen en de audit. De school werkt planmatig aan de kwaliteitsverbetering en heeft haar acties opgenomen in een jaarplan. De school heeft nadrukkelijk voor het thema eigenaarschap bij leerlingen gekozen. Dit vraagt om ambitieuze concrete doelen. Op dit moment ontbreken die nog. De structuur en de cultuur op school ondersteunen de kwaliteitsverbetering Het team toont grote inzet en betrokkenheid en is bereid veel energie in de ontwikkeling/vernieuwing van het onderwijs te stoppen. Hierbij werkt de school samen met de andere school van het bestuur in de kern Bodegraven. Zij organiseren samen studiemomenten en er is ook ruimte om met elkaar good pratice met betrekking tot gepersonaliseerd leren uit te wisselen. De school heeft de ambitie de professionele cultuur verder te ontwikkelen. De directie nodigt het personeel nadrukkelijk uit om initiatief te tonen wanneer zij ideeën hebben over de versterking van het onderwijs en biedt hen ook de ruimte om te experimenteren. De school kan collegiale consultatie structureler gebruiken als middel om het leren van en met elkaar te verstevigen. Dit biedt tevens de mogelijkheid om met elkaar feedback te oefenen. Het team en de directie geven aan dat dit een ontwikkelpunt is. 37/46

38 4. Onderzoek op verzoek goede school: Prins Willem-Alexander te Waarder In dit hoofdstuk staan onze bevindingen van het onderzoek op de Prins Willem-Alexander. Het bestuur heeft deze school voorgedragen voor een onderzoek op verzoek naar een goede school. De basis(kwaliteit) is volgens het bestuur stevig geborgd, wat ruimte geeft voor het realiseren van eigen ambities. Samenvatting De Prins Willem-Alexanderschool krijgt het eindoordeel goed. De school voldoet namelijk aan de daarvoor geldende criteria. Het onderwijsproces en het schoolklimaat zijn van voldoende kwaliteit en binnen deze gebieden zijn twee standaarden met goed beoordeeld, namelijk: ondersteuning en pedagogisch klimaat. Daarnaast behalen de leerlingen resultaten die passen bij deze leerlingenpopulatie. De adviezen voor het vervolgonderwijs zijn passend. Het team handelt op basis van een duidelijke visie (omgevingsonderwijs en de spil in de gemeenschap zijn) en werkt hard om het gepersonaliseerd leren op een eigen wijze in te vullen. Daarvoor bestaat een breed draagvlak binnen de school en de schoolleiding en de leraren werken professioneel samen om hun ambities vorm te geven. Er is sprake van een goed professioneel klimaat (voorwaarde voor het eindoordeel goed). Verder voelen leerlingen en ouders zich veilig. Ons eindoordeel goed bevestigt het beeld van bestuur. De school heeft laten zien dat zij planmatig aan de slag is gegaan met de verbetersuggesties vanuit de audit van De grootste slag heeft de school gemaakt in de verbetering van de standaard zicht op ontwikkeling en het planmatig en cyclisch ondersteunen van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dit komt het gepersonaliseerd leren ten goede. De verbetersuggesties vanuit een audit geven school richting om te verbeteren 38/46

39 In onderstaand figuur staan de resultaten van het onderzoek. Beoordeling Onderwijs Kwaliteitsgebieden Onderwijs Totaal Kwaliteitsgebieden V V G G G Onderwijsproces Schoolklimaat Onderwijsresultaten O G Kwaliteitszorg en ambitie 4.1 Onderwijsproces: gestage groei te zien. Onderwijsproces OP1 Aanbod OP2 Zicht op ontwikkeling OP3 Didactisch handelen OP4 (Extra) ondersteuning OP6 Samenwerking OP8 Toetsing en afsluiting V O V G Aanbod is breed, maar kan doelgerichter De school heeft een aanbod dat leerlingen voorbereidt op het voortgezet onderwijs. De methodes van de school zijn dekkend voor de kerndoelen en passen bij de kenmerken van de leerlingen. De school besteed veel aandacht aan burgerschap en de sociaal emotionele ontwikkeling. Daarnaast probeert zij de omgeving bij de school te betrekken. Naast Engels is er ook aandacht voor de 21st century skills. Dit aanbod kan aan kracht winnen als de school hier doelen aan 39/46

40 koppelt en deze verankert in het schoolplan. De kinderen zijn in beeld Wij zijn van oordeel dat de leraren voldoende zicht hebben op de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren verzamelen namelijk systematisch informatie over de resultaten van de kinderen, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Deze informatie wordt besproken tijdens de groepsbesprekingen, waarbij de intern begeleider een belangrijke rol speelt. Deze informatie kan nog verder verdiept en daardoor beter benut worden voor gepersonaliseerd leren door de onderlinge resultaten te vergelijken met het gestelde doel. Op basis van die gegevens kunnen de leraren hun verlengde instructie nog beter toepspitsen op de onderwijs- en zorgbehoeften van de leerlingen dan nu gebeurt. Het didactisch handelen is in de basis op orde Het didactisch handelen hebben we samen met een observant van de school geobserveerd. Hieruit kwam een eenduidig beeld naar voren. We hebben het didactisch handelen als voldoende beoordeeld, omdat de lessen voldoen aan de basiskwaliteit. We zien dat het team er hard aan werkt om het motto eigenaarschap bij leerlingen in de praktijk te brengen (gepersonaliseerd leren). Kinderen zijn zelfstandig op een eigen gekozen plek aan het werk, vaak gestuurd door een dag- of weektaak. Er heerst rust in de groepen en de werkplekken op de gangen. De leraren zorgen ervoor dat de leerlingen taakgericht bezig zijn. We hebben wel grote verschillen waargenomen tussen de leraren op het gebied van effectieve instructie, differentiatie en het gebruik van de effectieve leertijd. De school kan het didactisch handelen verder verbeteren door aandacht aan de volgende punten te besteden: Als het doel bereikt is, kun je stoppen met de instructieles. Het moment breekt dan aan om voor sommige kinderen verdieping/ verrijking of eventueel herhaalde/verlengde instructie aan te bieden. De leerlingen met een hoge leersnelheid kunnen eerder aan de slag. Nadenken over de effectieve inzet van coöperatieve werkvormen. De ondersteuning die de school biedt, laat zien dat passend onderwijs mogelijk is Voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften is er extra ondersteuning vastgelegd in een handelingsplan of een ontwikkelingsperspectief. De leraren evalueren samen met de intern begeleiders regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft of dat deze eventueel moet worden bijgesteld. Hier laat de school (intern begeleider) zien dat zij in staat is diepere analyses te maken (vaak met hulp van de ouders en het kind zelf ) Op basis hiervan wordt het aanbod en de aanpak bijgesteld. De school zet veel formatie in om de kortstondige hulp (remedial teaching) aan kinderen te verzorgen. Het effect daarvan is dat 40/46

41 eventuele hiaten in de ontwikkeling snel opgelost worden en leerlingen weer snel terug zijn op hun oude niveau. Samenwerking tussen oud en jong Wij zien dat de school samenwerkt met verschillende partners om het onderwijs aan haar leerlingen vorm te geven. De directie weet veel voor haar leerlingen gedaan te krijgen. Zo is de school de bibliotheek voor het dorp, is er in school logopedie, taalondersteuning en fysiotherapie. Ook lunchen kinderen van de school regelmatig met ouderen in het wijkgebouw: oud ontmoet jong. Nu probeert de school de relatie met de peuterspeelzaal te verstevigen om samen te werken aan een doorlopende lijn in opvoeding van en onderwijs aan kinderen van 2 t/m 12 jaar. De school is trots op de samen werking met alle partners. De toetsing en afsluiting verlopen zorgvuldig Alle leerlingen maken de eindtoets. De procedure van advisering is helder beschreven in de schoolgids en wordt ook navenant toegepast in de praktijk. Twee keer per schooljaar worden de ouders ingelicht over de vorderingen van hun kind. Daarnaast is de school gestart met ouder/kind gesprekken. 4.2 Schoolklimaat: leraren en leerlingen respecteren de tien schoolregels Schoolklimaat G O K V G SK1 Veiligheid SK2 Pedagogisch klimaat De sfeer in de groepen en in de klas is vriendelijk en voelt geborgen Het team weet een positief en veilig schoolklimaat te realiseren. We zien dat de leraren hun leerlingen positief benaderen en dat de onderlinge interactie tussen leerlingen (ook als er geen leerkrachten in de buurt zijn) prima is. Leerlingen en leraren en ouders zijn bevraagd via een enquête over hun tevredenheid. Zij geven een positief beeld terug over de sfeer op school. Ook geven zij aan dat pesten zo goed als niet voorkomt. Dit vormt een gunstige basis voor leerlingen en leraren om te leren en om te werken. Het welbevinden van de leerling is nu in beeld gebracht, maar dit heeft zich nog niet vertaald naar eigen doelen. 41/46

42 4.3 Onderwijsresultaten: In het algemeen goed door het vervolgsucces Onderwijsresultaten OR1 Resultaten OR2 Sociale en maatschappelijke compententies OR3 Vervolgsucces G O K V G Resultaten zijn voldoende, maar school is niet tevreden De leerresultaten van de leerlingen op de Willem-Alexanderschool zijn voldoende. Wij kijken hier naar de eindresultaten die de leerlingen gemiddeld over de afgelopen drie jaar hebben behaald en die de school op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag verwachten. Het jaar 2016 laat onvoldoende resultaten zien. De school geeft aan dat dit ook een heel belangrijke reden was om de intrinsieke motivatie bij de leerlingen te gaan verhogen, en daarmee de taakbetrokkenheid. Dit gebeurt door te werken met dag/weektaken en door voor te toetsen, waardoor niet alle leerstof en opgaven meer door iedereen gemaakt worden. De eerste voorzichtige resultaten zijn te zien bij individuele leerlingen. De sociale en maatschappelijke competenties zijn voldoende Zoals we hiervoor al schreven, besteedt de prins Willem-Alexanderschool veel aandacht aan de ontwikkeling van de sociale en maatschappelijke competenties van de leerlingen. Er zijn zeker nog mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Wanneer bij de sociale competenties ook concrete doelen van tevoren worden vastgesteld, kan de school beter nagaan of de leerlingen zich deze doelen ook eigen hebben gemaakt. Het vervolgsucces beoordelen wij als goed De school kent heldere procedures voor de overgang naar het voortgezet onderwijs, waarbij zij ouders en leerlingen gericht betrekt.. De school volgt hoe de leerlingen presteren in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs. En gebruikt deze informatie om bijvoorbeeld na te gaan of de gegeven adviezen overeenkomen met het vervolgsucces van de leerlingen. De school heeft een compliment gekregen van het voortgezet onderwijs. De adviezen van de basisschool komen namelijk nagenoeg overeen met het vervolgsucces van de leerlingen in het voortgezet onderwijs. 42/46

43 4.4 Kwaliteitszorg en ambitie: verbetercultuur sterk aanwezig Kwaliteitszorg en ambitie KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog V O V G Kwaliteitszorg vraagt om ambities De school beschikt over een stelsel van kwaliteitszorg, dat is ingezet door het bestuur. De directie is bezig om het schoolplan te vernieuwen. De doelen voor taal en rekenen vragen om herijking. Ze zijn niet ambitieus genoeg. Daarnaast kan de school nadenken over specifieke doelen die vanuit haar maatschappelijke opdracht passend zijn bij de leerlingenpopulatie. Tot slot wijzen wij de school erop om de kwaliteitskaarten die zij gebruikt om de eigen kwaliteit te beoordelen specifieker te koppelen aan het verbeterplan. Hiermee kan de school objectieve evaluaties uitvoeren om te komen tot betrouwbare uitspraken over de kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteitscultuur is professioneel met een open oog voor wat beter kan Het team van de Prins Willem-Alexanderschool handelt op basis van een duidelijke visie op wat gepersonaliseerd leren is. Daarvoor bestaat een breed draagvlak binnen de school en de schoolleiding en de leraren werken gericht samen om hun ambities vorm te geven. Dit vraagt veel inzet van het gehele team, dat dagelijks intensief bezig is om op professionele wijze het onderwijs vorm te geven. Veel teamscholingen zijn naast de onderwijsinhoud ook gericht op het verder ontwikkelen van een professionele cultuur. Hierbij is er onder andere aandacht voor het geven en ontvangen van effectieve feedback. De directeur en alle leerkrachten zijn geregistreerd in het lerarenregister. Verantwoording en dialoog is voldoende De school informeert de ouders via de nieuwsbrief, maar als het nodig is neemt zij wordt er direct en rechtsreeks contact op. Er is een constructieve relatie met de schoolraad en de medezeggenschapsraad. Die is open en transparant. De school verantwoordt zich via de afgesproken weg aan het bestuur. Met concrete schooldoelen, die nog ontwikkeld moeten worden, is de verantwoording in het vervolg effectiever. Naar ouders toe kan de verantwoording en dialoog over de bereikte resultaten en schoolontwikkeling worden uitgebreid. 43/46

44 5. Reactie van het bestuur Het bestuur heeft de wijze waarop de inspectie haar onderzoek en de terugkoppeling daarvan heeft uitgevoerd bijzonder op prijs gesteld. Het is goed om te ervaren dat hetgeen het bestuur constateert over de kwaliteit van haar scholen, in grote lijnen bevestigd wordt door de bevindingen bij de verificatieonderzoeken. De scholen en het bestuur hadden op basis van de voorinformatie andere verwachtingen van de verificatieonderzoeken. Bestuur en scholen waren enigszins verrast over de intensiteit en omvang van de verificatieonderzoeken. Verder hebben de bezoeken in een goede sfeer en wederzijdse openheid plaatsgevonden. Er zijn geen onderdelen gezien die vanuit het wettelijk kader directe verbetering vragen. Dat stelt ons in staat ons te focussen op acties die gericht zijn op verbetering van kwaliteit. Onderwijskwaliteit Zicht op ontwikkeling van de leerlingen en het daaraan verbonden handelen zal in seizoen in de hele stichting een speerpunt zijn, vooral omdat dit een cruciale voorwaarde voor succes is bij de invoering van gepersonaliseerd leren. De interne audits worden hierop aangepast en toegespitst. Doelstelling is dat vanaf januari 2018 de indicator Zicht op ontwikkeling op alle scholen op orde is. De scholen waarvoor een verbeteropdracht is meegegeven hebben inmiddels al eerste afspraken gemaakt om hier met elkaar werk van te maken. In juni 2018 verantwoordt het bestuur zich hierover naar de inspectie. Aangaande de veiligheid op De Eendragt zal het bestuur in september 2017 aan de inspectie een verslag doen van de veiligheidsmonitor en de gevolgen die daaraan zijn gegeven in een veiligheidsbeleidsplan. Ingezette verbeteringen zullen worden gedeeld met alle scholen binnen de stichting. Ook de door de inspectie als goed gewaardeerde processen en structuren op de Prinses Beatrixschool, de Nessevliet en de Prins Willem Alexanderschool worden binnen de stichting gedeeld. Het bestuur waardeert dat op alle onderzochte scholen elementen van gepersonaliseerd leren zijn waargenomen. Conform het meerjaren strategisch beleidsplan zal in 2020 op alle scholen van De Vier Windstreken gepersonaliseerd leren zijn gerealiseerd. Onderlinge samenhang en communicatie De inspectie heeft aanbevelingen gedaan om de onderlinge verhoudingen en communicatie tussen de verschillende gremia te verbeteren. Met de aanstelling van een manager op het stafbureau, zullen het managementstatuut en de onderlinge communicatie, alsmede de administratieve organisatie en interne beheersing opnieuw worden beschreven en ingericht. Onderwijs als hoofdactiviteit en personeel, financiën en facilitaire 44/46

45 zaken als randvoorwaarden zullen in voorjaar 2018 duidelijker onderscheiden zijn. Hierdoor kan het College van Bestuur zich meer richten op onderwijs en innovatie. Het bestuur zal meer betrokken zijn bij de ontwikkelingen op de scholen, vooral met betrekking tot gepersonaliseerd leren. In plannings- en evaluatiedocumenten zal concreter zijn beschreven wat scholen en bestuur van elkaar verwachten. Managementcontracten, jaarplannen en jaarevaluaties worden in schooljaar daartoe beschreven in termen van doelen en opbrengsten. Facilitering van innovatie De inspectie stelt dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden m.b.t. de aanwending van middelen. In de eerste plaats zullen de verbeteropdrachten worden uitgevoerd. Deze gaan samen met de voortgang van het invoeren van gepersonaliseerd leren. Per school zullen afwegingen worden gemaakt welke prioriteit er wordt gesteld. Het bestuur herkent zich in het beeld dat de inspectie heeft geschetst, dankt de inspectie voor de aanbevelingen en neemt deze zoals beschreven op in haar beleid. 45/46

46 Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730, 3500 GS Utrecht t-algemeen t-loket (voor vragen van ouders)

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

obs Willem Eggert Herstelonderzoek obs Willem Eggert Herstelonderzoek Datum vaststelling: 4 april 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in november 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kwaliteit van de lessen onvoldoende

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. de J.H. van Daleschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. de J.H. van Daleschool RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK de J.H. van Daleschool Plaats : Sluis BRIN nummer : 18GT C1 Onderzoeksnummer : 291233 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 30 maart 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool Binnen de Veste Plaats : Zierikzee BRIN nummer : 10DM C1 Onderzoeksnummer : 291696 Datum onderzoek : 14 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs St. Nicolaas

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs St. Nicolaas RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK rkbs St. Nicolaas Plaats : Volendam BRIN nummer : 13PL C1 Onderzoeksnummer : 292491 Datum onderzoek : 14 maart 2017 Datum vaststelling : 14 april 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK cbs Koningin Juliana Plaats : Wilnis BRIN nummer : 09UW C1 Onderzoeksnummer : 292388 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 6 april 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool 'Binnen de Veste', afdeling voor hoogbegaafde leerlingen Vitruvio Plaats : Zierikzee BRIN nummer : 10DM C2 Onderzoeksnummer : 292309 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Aquarel Plaats : Zwolle BRIN nummer : 13YV C1 Onderzoeksnummer : 291638 Datum onderzoek : 6 februari 2017 Datum vaststelling : 17 mei 2017 Pagina 2 van 10

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht. Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/ november 2016

Vernieuwd toezicht. Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/ november 2016 Vernieuwd toezicht Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/17 10 november 2016 Kwaliteit van het onderwijs Hoe weet je dat de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen aan de maat is? Hoe bepaal

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Podium

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Podium RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Podium Plaats : Loenen aan de Vecht BRIN nummer : 05QP C1 Onderzoeksnummer : 292478 Datum onderzoek : 27 maart 2017 Datum vaststelling : 23 juni

Nadere informatie

Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen uitgaande van de Oud Gereformeerde Gemeente(n) (in Nederland) te Ede

Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen uitgaande van de Oud Gereformeerde Gemeente(n) (in Nederland) te Ede Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen uitgaande van de Oud Gereformeerde Gemeente(n) (in Nederland) te Ede Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Nijmegen Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 12ZD C1 Onderzoeksnummer : 291967 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 2 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Berkenhorst

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Berkenhorst RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Berkenhorst Plaats : Staphorst BRIN nummer : 05ZH C1 Onderzoeksnummer : 287619 Datum onderzoek : 22 februari 2016 Datum vaststelling : 28 april 2016 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Blokwhere

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Blokwhere RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK rkbs De Blokwhere Plaats : Volendam BRIN nummer : 13FK C1 Onderzoeksnummer : 292429 Datum onderzoek : 2 maart 2017 Datum vaststelling : 19 april 2017 Pagina

Nadere informatie

Het toezicht vanaf augustus BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur

Het toezicht vanaf augustus BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur Het toezicht vanaf augustus 2017 BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur Ons Middelbaar Onderwijs 22 juni 2017 Inhoud presentatie Vernieuwd toezicht: waarom & hoe, grootste veranderingen Onderzoek naar

Nadere informatie

Vrijeschool RotterdamWest

Vrijeschool RotterdamWest Vrijeschool RotterdamWest Herstelonderzoek Datum vaststelling: 15 mei 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in oktober 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kernstandaarden Zicht

Nadere informatie

obs De Boemerang Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs

obs De Boemerang Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs obs De Boemerang Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs Maart 2018 Samenvatting De inspectie heeft op 2 november 2017 op De Boemerang een onderzoek naar risico's uitgevoerd. De aanleiding voor dit onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. basisschool De Biezenhof

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. basisschool De Biezenhof RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT basisschool De Biezenhof Plaats : Halsteren BRIN nummer : 08WY C1 Onderzoeksnummer : 291552 Datum onderzoek : 31 januari en 2 februari

Nadere informatie

Basisschool De Kosmos

Basisschool De Kosmos Basisschool De Kosmos Kwaliteitsonderzoek Inspectie van het onderwijs Datum vaststelling: 15 januari 2019 Samenvatting De inspectie heeft op basisschool De Kosmos in Apeldoorn een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd.

Nadere informatie

Stichting Noventa. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs

Stichting Noventa. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs Stichting Noventa Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting Elk bestuur van scholen in Nederland wordt minstens één keer per vier jaar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Basisschool Dr.A.Schweitzer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Basisschool Dr.A.Schweitzer RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Basisschool Dr.A.Schweitzer Plaats : Renkum BRIN nummer : 12UL C1 Onderzoeksnummer : 291855 Datum onderzoek : 16 januari 2017 Datum

Nadere informatie

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen Onderzoek bestuur en school Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 31 januari 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. p.c.b.s. Dr. E.A. Borger

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. p.c.b.s. Dr. E.A. Borger RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK p.c.b.s. Dr. E.A. Borger Plaats : Joure BRIN nummer : 03JW C1 Onderzoeksnummer : 291597 Datum onderzoek : 11 en 12 januari 2017 Datum vaststelling : 13 maart

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Zeppelin

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Zeppelin RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK rkbs De Zeppelin Plaats : Heerhugowaard BRIN nummer : 27BN C1 Onderzoeksnummer : 293480 Datum onderzoek : 4 en 6 juli 2017 Datum vaststelling : 11 oktober 2017

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Molenhoek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Molenhoek RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK rkbs De Molenhoek Plaats : Uitgeest BRIN nummer : 07VV C1 Onderzoeksnummer : 292088 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 11 april 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool De Triangel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool De Triangel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool De Triangel Plaats : Aalten BRIN nummer : 10JT C1 Onderzoeksnummer : 292390 Datum onderzoek : 6 en 7 maart 2017 Datum vaststelling : 10 mei 2017

Nadere informatie

Het toezicht vanaf augustus Besturen en scholen [datum]

Het toezicht vanaf augustus Besturen en scholen [datum] Het toezicht vanaf augustus 2017 Besturen en scholen [datum] Inhoud presentatie Vernieuwd toezicht: waarom & hoe, grootste veranderingen Onderzoek naar bestuur en scholen: inhoud Vierjaarlijks onderzoek:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Leeuwerik

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Leeuwerik RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Leeuwerik Plaats : Leiderdorp BRIN nummer : 04TD C1 Onderzoeksnummer : 290705 Datum onderzoek : 24 november 2016 Datum vaststelling : 14 februari

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Caleidoscoop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Caleidoscoop RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Caleidoscoop Plaats : Brunssum BRIN nummer : 03MX C1 Onderzoeksnummer : 292217 Datum onderzoek : 20 maart 2017 Datum vaststelling : 10 april 2017

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School met de Bijbel De Kraats Plaats : Bennekom BRIN nummer : 07KR C1 Onderzoeksnummer : 292407 Datum onderzoek : 13 april 2017 Datum vaststelling : 20 juni

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. cbs "De Burcht"

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. cbs De Burcht RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT cbs "De Burcht" Plaats : Veenendaal BRIN nummer : 08YM C1 Onderzoeksnummer : 291592 Datum onderzoek : 31 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Tweemaster Plaats : Leiden BRIN nummer : 20UW C1 Onderzoeksnummer : 290704 Datum onderzoek : 15 november 2016 Datum vaststelling : 14 februari

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs De Zeester Plaats : Beverwijk BRIN nummer : 27ML C1 Onderzoeksnummer : 287224 Datum onderzoek : 16 februari 2016 Datum vaststelling : 6 april 2016 Pagina

Nadere informatie

Hoe kijkt een inspecteur naar kwaliteit (en kwaliteitszorg)? Monique Okkerse Swaantje de Bekker

Hoe kijkt een inspecteur naar kwaliteit (en kwaliteitszorg)? Monique Okkerse Swaantje de Bekker Hoe kijkt een inspecteur naar kwaliteit (en kwaliteitszorg)? Monique Okkerse Swaantje de Bekker Programma Kennismaking Veranderingen in het toezicht Kwaliteitsgebieden nieuw waarderingskader 2017 Didactisch

Nadere informatie

Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo

Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 12 april 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Dr. Maarten Luther

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Dr. Maarten Luther RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Dr. Maarten Luther Plaats : Urk BRIN nummer : 03WY C1 Onderzoeksnummer : 290907 Datum onderzoek : 27 oktober 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK PASTEL COLLEGE STICHTING DE REGENBOOG VOORBEELDRAPPORT ONDERZOEK NAAR AANLEIDING VAN RISICO'S INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS

KWALITEITSONDERZOEK PASTEL COLLEGE STICHTING DE REGENBOOG VOORBEELDRAPPORT ONDERZOEK NAAR AANLEIDING VAN RISICO'S INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS KWALITEITSONDERZOEK PASTEL COLLEGE STICHTING DE REGENBOOG VOORBEELDRAPPORT ONDERZOEK NAAR AANLEIDING VAN RISICO'S INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS december 2016 INHOUD Samenvatting 3 1 Inleiding: Wat voor onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK P.C.B. "Koningin Juliana" Plaats : Ermelo BRIN nummer : 14CM C1 Onderzoeksnummer : 287541 Datum onderzoek : 1 februari 2016 Datum vaststelling : concept

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Meander scholengemeenschap, locatie De Poorter

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Meander scholengemeenschap, locatie De Poorter RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Meander scholengemeenschap, locatie De Poorter Plaats : Gorinchem BRIN nummer : 13XL C2 Onderzoeksnummer : 291051 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht-Sliedrecht

Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht-Sliedrecht Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht-Sliedrecht Onderzoek bestuur en scholen Herstelonderzoek Datum vaststelling: 27 juni 2019 Samenvatting In de periode februari april 2018 hebben wij een

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Adriaan van den Ende Plaats : Warnsveld BRIN nummer : 09GA C1 Onderzoeksnummer : 287535 Datum onderzoek : 8 februari 2016 Datum vaststelling : 28

Nadere informatie

Peuterspeelzaal Dreumes

Peuterspeelzaal Dreumes Peuterspeelzaal Dreumes Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 28 augustus 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 2 juli 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Weidebloem Curiestraat, school voor anderstaligen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Weidebloem Curiestraat, school voor anderstaligen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Weidebloem Curiestraat, school voor anderstaligen Plaats : Hoogeveen BRIN nummer : 16FI C2 Onderzoeksnummer : 291136 Datum onderzoek : 8 november 2016 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. R.K. Basisschool Klavertje vier

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. R.K. Basisschool Klavertje vier RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK R.K. Basisschool Klavertje vier Plaats : Hoofddorp BRIN nummer : 27NT C1 Onderzoeksnummer : 287268 Datum onderzoek : 2 en 4 februari 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind

Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind Onderzoek bestuur en school Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 30 april 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Bornput Plaats : Oostdijk BRIN nummer : 04RC C1 Onderzoeksnummer : 291981 Datum onderzoek : 14 maart 2017 Datum vaststelling : 8 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

Odaschool. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs

Odaschool. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs Odaschool Kwaliteitsonderzoek Inspectie van het onderwijs Datum vaststelling: 30 januari 2019 Samenvatting Volgens het bestuur van stichting MeerderWeert is de Odaschool een goede school. De school heeft

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Irene

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Irene RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Irene Plaats : Wageningen BRIN nummer : 13NC C1 Onderzoeksnummer : 292085 Datum onderzoek : 6 februari 2017 Datum vaststelling : 6 april 2017 Pagina

Nadere informatie

Ver. Alg. Bijz. Basisonderwijs 'De Opbouw'

Ver. Alg. Bijz. Basisonderwijs 'De Opbouw' Ver. Alg. Bijz. Basisonderwijs 'De Opbouw' Onderzoek bestuur en scholen Herstelonderzoek Datum vaststelling: 17 juli 2019 Samenvatting In mei 2018 hebben wij een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij

Nadere informatie

Gooilandschool. Terugkoppeling bestuur en school. 22 juni 2018

Gooilandschool. Terugkoppeling bestuur en school. 22 juni 2018 Gooilandschool Terugkoppeling bestuur en school 22 juni 2018 Terugkoppeling 1. Algemeen beeld 2. Bestuursniveau: oordelen op de standaarden met toelichting 3. Schoolniveau: oordelen op de standaarden met

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Wereldkidz locatie de Hoogstraat AZC

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Wereldkidz locatie de Hoogstraat AZC RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Wereldkidz locatie de Hoogstraat AZC Plaats : Leersum BRIN nummer : 05ZW C2 Onderzoeksnummer : 290420 Datum onderzoek : 16 december 2016 Datum vaststelling :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Basisschool 't Warmelinck

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Basisschool 't Warmelinck RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Basisschool 't Warmelinck Plaats : Aalten BRIN nummer : 08BQ C1 Onderzoeksnummer : 291808 Datum onderzoek : 16 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. basisschool De Heijcant

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. basisschool De Heijcant RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT basisschool De Heijcant Plaats : Schijndel BRIN nummer : 13MX C1 Onderzoeksnummer : 291299 Datum onderzoek : 23, 24 en 26 januari 2017

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. SBO De Bonte Vlinder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. SBO De Bonte Vlinder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK SBO De Bonte Vlinder Plaats : 's-gravenhage BRIN nummer : 20JC C1 Onderzoeksnummer : 291164 Datum onderzoek : 31 januari 2017 Datum vaststelling : 8 mei 2017

Nadere informatie

De schoolleider en de inspectie. Contactgroep gastcolleges september 2018

De schoolleider en de inspectie. Contactgroep gastcolleges september 2018 De schoolleider en de inspectie Contactgroep gastcolleges september 2018 Introductie: Beelden van de onderwijsinspectie De onderwijsinspectie Welke beelden en gedachten roept dit op? Introductie: Uitspraken

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG OP RKBS HOEKSTEEN

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG OP RKBS HOEKSTEEN DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2009-2010 OP RKBS HOEKSTEEN Plaats : Enkhuizen BRIN-nummer : 04YU Onderzoeksnummer : 118767 Datum schoolbezoek : Rapport vastgesteld te

Nadere informatie

obs Weidevogels Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs

obs Weidevogels Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs obs Weidevogels Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs November 2017 Samenvatting De inspectie heeft op OBS Weidevogels een onderzoek uitgevoerd. De aanleiding voor dit onderzoek is naar voren gekomen tijdens

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs "Oog in Al", Montessori

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs Oog in Al, Montessori RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs "Oog in Al", Montessori Plaats : Utrecht BRIN nummer : 17SK C1 Onderzoeksnummer : 291402 Datum onderzoek : 11 april 2017 Datum vaststelling : 12 juni 2017

Nadere informatie

Deventer Leerschool. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs

Deventer Leerschool. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs Deventer Leerschool Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting In augustus 2017 start de inspectie officieel met het vernieuwde toezicht,

Nadere informatie

obs IXIEJE Herstelonderzoek

obs IXIEJE Herstelonderzoek obs IXIEJE Herstelonderzoek Datum vaststelling: 9 januari 2019 Samenvatting Op 30 oktober 2018 hebben wij een herstelonderzoek uitgevoerd op O.B.S. IXIEJE en wij beoordelen de kwaliteit van het onderwijs

Nadere informatie

Vereniging voor PCBO Betrouwen

Vereniging voor PCBO Betrouwen Vereniging voor PCBO Betrouwen Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting Elk bestuur van scholen in Nederland wordt minstens één keer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Jozef Sarto

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Jozef Sarto RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Jozef Sarto Plaats : Arnhem BRIN nummer : 03XW C1 Onderzoeksnummer : 293048 Datum onderzoek : 15 mei 2017 Datum vaststelling : 10 juli 2017 Pagina

Nadere informatie

De Jenaplanschool Vlaardingen

De Jenaplanschool Vlaardingen De Jenaplanschool Vlaardingen Kwaliteitsonderzoek Inspectie van het onderwijs Datum vaststelling: 12 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op De Jenaplanschool Vlaardingen een onderzoek uitgevoerd.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Stadhouder Willem III

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Stadhouder Willem III RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool Stadhouder Willem III Plaats : Hendrik-Ido-Ambacht BRIN nummer : 10NC C1 Onderzoeksnummer : 291721 Datum onderzoek : 2 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Brede School Kwintijn

Brede School Kwintijn Brede School Kwintijn Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 8 februari 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 19 november 2018 een onderzoek uitgevoerd in groep 1-2 van basisschool

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Singel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Singel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Singel Plaats : Willemstad Nb BRIN nummer : 07OA C1 Onderzoeksnummer : 291806 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling : 10 april

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Vrije School Almelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Vrije School Almelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Vrije School Almelo Plaats : Almelo BRIN nummer : 06ZK C1 Onderzoeksnummer : 291470 Datum onderzoek : 12 januari 2017 Datum vaststelling : 22 februari 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. A. Baron van Dedem

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. A. Baron van Dedem RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT A. Baron van Dedem Plaats : Dalfsen BRIN nummer : 10QO C1 Onderzoeksnummer : 291789 Datum onderzoek : 16 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK De Wereldboom Plaats : Borculo BRIN nummer : 04LW C1 Onderzoeksnummer : 248488 Datum onderzoek : 26 september 2013 Datum vaststelling : 22 november 2013 Pagina

Nadere informatie

Herstelacties naar aanleiding van het inspectiebezoek voorjaar 2018

Herstelacties naar aanleiding van het inspectiebezoek voorjaar 2018 naar aanleiding van het inspectiebezoek voorjaar 2018 1.0 INLEIDING 2 1.1 Overzicht 2 2.0 NORM FB2: DOELMATIGHEID 3 2.1 Tekortkoming 1: ontwikkelperspectieven 3 2.2 Tekortkoming 2: verantwoording RvT in

Nadere informatie

Stichting voor Freinetonderwijs in Utrecht

Stichting voor Freinetonderwijs in Utrecht Stichting voor Freinetonderwijs in Utrecht Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD Plaats : Hijken BRIN-nummer : 18TJ Onderzoeksnummer : 118979 Conceptrapport verzonden op : 26 april Datum schoolbezoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Johan Friso

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Johan Friso RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool Johan Friso Plaats : Rijssen BRIN nummer : 14FI C1 Onderzoeksnummer : 291865 Datum onderzoek : 6 maart 2017 Datum vaststelling : 23 maart 2017 Pagina

Nadere informatie

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voorschoolse educatie opgenomen. De toelichting op de aanpassing van het waarderingskader

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Meander scholengemeenschap, locatie Anne Frank

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Meander scholengemeenschap, locatie Anne Frank RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Meander scholengemeenschap, locatie Anne Frank Plaats : Gorinchem BRIN nummer : 13XL C3 Onderzoeksnummer : 291050 Datum onderzoek :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Dorpsschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Dorpsschool RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Dorpsschool Plaats : Bathmen BRIN nummer : 11AV C1 Onderzoeksnummer : 292657 Datum onderzoek : 28 maart 2017 Datum vaststelling : 23 mei 2017 Pagina 2 van

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT Plaats : Oss BRIN-nummer : 00CD Onderzoeksnummer : 119429 Datum schoolbezoek : Rapport vastgesteld te Eindhoven op

Nadere informatie

CBO Zeist. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs

CBO Zeist. Onderzoek bestuur en scholen. Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs. Primair Onderwijs CBO Zeist Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting De inspectie van het Onderwijs bezoekt elk bestuur van scholen in Nederland minstens

Nadere informatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie Calimero Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 2 april 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 29 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de voorschoolse

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool 't Montferland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool 't Montferland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool 't Montferland Plaats : 's-heerenberg BRIN nummer : 18FK C1 Onderzoeksnummer : 292105 Datum onderzoek : 2 februari 2017 Datum vaststelling : 28 februari

Nadere informatie

CBO Noardwest Fryslân

CBO Noardwest Fryslân CBO Noardwest Fryslân Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Primair Onderwijs Samenvatting Elk bestuur van scholen in Nederland wordt minstens één keer in de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. obs De Zeijer Hoogte

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. obs De Zeijer Hoogte RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING obs De Zeijer Hoogte Plaats : Zeijen BRIN nummer : 12DG C1 Onderzoeksnummer : 291139 Datum onderzoek : 17 november 2016 Datum vaststelling :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. "Prinses Margriet"

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. Prinses Margriet RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK o.b.s. "Prinses Margriet" Plaats : West-Terschelling BRIN nummer : 18KO C1 Onderzoeksnummer : 287310 Datum onderzoek : 8 februari 2016 Datum vaststelling : 6

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Leeuwenhartschool Plaats : Oud-Beijerland BRIN nummer : 06UQ C1 Onderzoeksnummer : 288946 Datum onderzoek : 14 juni 2016 Datum vaststelling : 6 juli

Nadere informatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie De Akkers Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 15 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 6 november 2018 een onderzoek uitgevoerd in groep 1 en 2 van basisschool OBS De

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs 'Ichthus'

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs 'Ichthus' RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK cbs 'Ichthus' Plaats : Baambrugge BRIN nummer : 06DX C1 Onderzoeksnummer : 292409 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling : 28 augustus 2017 Pagina 2

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. CBS Het Balkon

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. CBS Het Balkon RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK CBS Het Balkon Plaats : Maassluis BRIN nummer : 11PN C2 Onderzoeksnummer : 290797 Datum onderzoek : 13 december 2016 Datum vaststelling : 25 januari 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Sint Bernardus

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Sint Bernardus RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Sint Bernardus Plaats : Deventer BRIN nummer : 12JD C1 Onderzoeksnummer : 292202 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling : 20 maart 2017 Pagina

Nadere informatie

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020. Godelindeschool Hilversum

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020. Godelindeschool Hilversum Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020 Godelindeschool Hilversum 17 september 2015 Feedbackgesprek De inspectie voert aan het eind van het bezoek graag een gesprek over de kwaliteit van de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Floriant

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Floriant RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Floriant Plaats : Zoetermeer BRIN nummer : 24CT C1 Onderzoeksnummer : 291153 Datum onderzoek : 13 en 15 juni 2017 Datum vaststelling : 24 augustus 2017 Pagina

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Nexus

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT. Nexus RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GEDIFFERENTIEERD TOEZICHT Nexus Plaats : Heerhugowaard BRIN nummer : 01LP C1 Onderzoeksnummer : 291251 Datum onderzoek : 17 januari 2017 Datum vaststelling :

Nadere informatie

OcTHO. Onderzoek bestuur en scholen. Herstelonderzoek

OcTHO. Onderzoek bestuur en scholen. Herstelonderzoek OcTHO Onderzoek bestuur en scholen Herstelonderzoek Datum vaststelling: 3 juni 2019 Samenvatting In februari 2018 hebben wij een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij OcTHO, Stichting Openbaar Primair

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs "De Panda", loc. De Panda

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Panda, loc. De Panda RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs "De Panda", loc. De Panda Plaats : Utrecht BRIN nummer : 17RK C1 Onderzoeksnummer : 291401 Datum onderzoek : 4 april 2017 Datum vaststelling : 12 juni 2017

Nadere informatie

Stichting SBO De Vlieger

Stichting SBO De Vlieger Stichting SBO De Vlieger Onderzoek bestuur en school Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 14 december 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder schoolbestuur

Nadere informatie

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie Samenwijs St. Jozef Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 18 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Aanloop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Aanloop RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK o.b.s. De Aanloop Plaats : Valthermond BRIN nummer : 18TP C1 Onderzoeksnummer : 282725 Datum onderzoek : 18 juni 2015 Datum vaststelling : 28 oktober

Nadere informatie