Nieuwsbrief Salaris Nummer 1, Januari 2014

Transcriptie

1 Inhoud CAO Kinderopvang CAO HV-WMO Wettelijke minimumlonen Stamrechtvrijstelling Sociale verzekeringspremies 2014 Restitutie Aof-premie 2013 Percentages opslag vakantiedagen 2014 Pensioenfonds Zorg en Welzijn Bepaling beslagvrije voet Reiskostenvergoeding Premie IZZ Premies werknemersverzekeringen Onbetaald verlof Accountantsverklaring SDB*Salaris Btw over vergoeding RvT Tijdelijke heffingskorting Premiekorting jongere werknemers Kans op naheffing in IB Eenmalige uitkering CAO VVT CAO Kinderopvang Conform de CAO Kinderopvang worden de salarisbedragen per 1 februari 2014 verhoogd met 1%. Automatisch wijzigt dan ook het maximum ort-uurloon naar 14,81. Per 1 maart ontvangen de werknemers een eenmalige uitkering van 200 bruto naar rato van de lengte van het dienstverband. Later in het jaar, per 1 september, wordt nogmaals een eenmalige uitkering toegekend, maar dan van 150 naar rato van het dienstverband. Per 1 mei wordt de minimumvakantietoeslag verhoogd naar 1.820,40. CAO HV-WMO Met ingang van is de CAO VVT uiteengevallen. BTN heeft afspraken gemaakt die afwijken van Actiz. De CAO HV-WMO komt erop neer dat de oude CAO VVT ongewijzigd wordt voortzet, dus geen salarisverhoging van 1% per 1 januari 2014 en geen verhoging van het percentage eindejaarsuitkering per 1 juli De overgang naar de ORT-regeling van de VVT wordt ingezet voor de verzorgenden, het percentage voor de huishoudelijke medewerkers blijft 40%. Voor deze nieuwe CAO HV-WMO geldt in SDB*Salaris de aanduiding cao = 18 De 1%-verhoging van de schaalsalarissen die Actiz heeft afgesproken, wordt in de CAO HV-WMO niet doorgevoerd. Daardoor gelden de salarisbedragen zoals die per zijn ingegaan. Aandachtpunt voor gebruikers die starten met deze nieuwe cao is de inrichting van hun klantgegevens. Het kan voorkomen dat u in de klantgegevens afwijkende waarden hebt ingevoerd voor parameters die in de caovariabelen zijn opgenomen. U moet dan zelf beoordelen of deze afwijkende waarden nog van toepassing zijn, of dat u de waarden van cao 18 wilt aanhouden. In dat laatste geval moet u de afwijkende waarde op 0 (nul) stellen. Dit geldt met name voor het maximumuurloon ORT. Dit zal in cao 18 op inpasnummer 21 worden gesteld (oude cao Thuiszorg). Nog een punt van aandacht: de reiskostenbedragen (maximale vergoeding en eigen bijdrage) zijn niet geïndexeerd. Wettelijke minimumlonen Het bruto minimumloon is per 1 januari 2014 verhoogd. Voor een werknemer van 23 jaar of ouder bedraagt het bruto minimumloon bij een volledig dienstverband per 1 januari 2014: 1.485,60 per maand. Werknemers jonger dan 23 jaar hebben ten minste recht op een minimumjeugdloon dat is afgeleid van het minimumloon. % minimumloon Bedrag per maand 23 jaar en ouder 1485,60 22 jaar 85,0 % 1262,75 21 jaar 72,5 % 1077,05 20 jaar 61,5 % 913,65 19 jaar 52,5 % 779,95 18 jaar 45,5 % 675,95 17 jaar 39,5 % 586,80 16 jaar 34,5 % 512,55 15 jaar 30,0 % 445,70 Stamrechtvrijstelling Per 1 januari 2014 kunnen ontslagen werknemers hun ontslagvergoeding niet meer als stamrecht parkeren. 1

2 Zodra de ontslagvergoeding wordt uitgekeerd, moet deze meteen volledig als loon belast worden. Om belastingplichtigen met een al bestaand stamrecht te prikkelen om dit recht toch te laten uitkeren, is bepaald dat in 2014 maar 80% van de uitkering in de heffing hoeft te worden meegenomen. Voorwaarde is wel dat de aanspraken in één keer volledig worden uitgekeerd (dus de laatste betaling). Onderstaande berekening geeft een indicatie van het voordeel dat de voormalige werknemer heeft bij afkoop van het stamrecht in met korting 2015 zonder korting Afkoop Vrijstelling 20% Te belasten Belasting 52% Resteert netto Vrijstelling Totaal netto Andere gevolgen zijn: Het afgekochte stamrecht wordt de grondslag van de box 3-heffing Inkomstenbelasting (1,2% heffing). Inkomen door vrijval van het stamrecht kan gevolgen hebben voor toeslagen en aftrekposten in de Inkomstenbelasting. Afkoop van het stamrecht is niet verplicht, het blijft een keuze van de voormalige werknemer. Sociale verzekeringspremies 2014 In onderstaand overzicht zijn de relevante percentages en bedragen vermeld zoals deze zijn vastgesteld door de overheid. Wet Premie werknemer Premie werkgever AOW 17,90% ANW 0,60% AWBZ 12,65% WAO/WIA/ Aof 5,45% Sectorfonds 1,73% WW-Awf 2,15% Werkhervattingskas gedifferentieerd ZVW 7,50% De premie Aof is inclusief de opslag kinderopvang van 0,50%. Het sectorfonds was voorheen de WW-Wachtgeldpremie. De premie-inkomensgrens voor de berekening van de werknemersverzekeringen bedraagt: 197,74 per dag, 4.284,50 per maand en ,00 op jaarbasis. Restitutie Aof-premie 2013 In het kader van de lastenverlichting voor werkgevers heeft de overheid besloten tot een gedeeltelijke teruggaaf van de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) 2013 in januari Dit betekent een eenmalige teruggaaf van 28,82% van het premiebedrag Aof (4,65%) dat is aangegeven over de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 juni Door deze teruggaaf daalt de premielast Aof over 2013 feitelijk van 4,65% naar 3,98%. Over de hoogte van de restitutie hebt u inmiddels een schrijven van de Belastingdienst ontvangen. Uiterlijk 31 januari 2014 wordt de restitutie door de Belastingdienst aan de werkgevers uitbetaald. Percentages opslag vakantiedagen 2014 Bij vakantietoeslag kan worden gekozen voor: Automatisch vakantiegeld berekenen: het vakantiegeld wordt gereserveerd voor éénmalige uitbetaling in april/mei, Blokkeren: in het geheel niet berekenen, of Vakantiegeld iedere periode uitbetalen: maandelijks berekenen en direct uitbetalen (belast tegen tabeltarief loonheffing!). Bij vakantiedagen kan worden gekozen voor: Direct uitbetalen: in geval van uren oproepkracht en extra gewerkte uren wordt het (extra) opgebouwde verlof direct uitbetaald. Dit percentage staat aangegeven in het veld % vakantiedagen, Blokkeren: geen berekening van de verlofdagen, of Tijd: het aangegeven percentage vakantiedagen wordt (bij uitbetalen) in uren berekend over de (extra) gewerkte uren, en als verlof op de verlofkaart gezet. In de hierna genoemde percentages is de PLB (of extra bovenwettelijke uren) verdisconteerd. Cao Ziekenhuizen Percentage vakantiedagen 54 jaar en jonger 11,99 % 2

3 Overgangsregeling art lid 3 55 jaar * 15,07 % 56 jaar 16,50 % 57 jaar 17,96 % 58 jaar 19,09 % 59 jaar 20,23 % jaar 21,40 % 65 jaar 22,58 % * m.i.v. de maand waarin de werknemer 55 jaar wordt Overgangsregeling art lid jaar 22,83 % 65 jaar 24,04 % Cao GGZ 54 jaar en jonger 11,99 % Overgangsregeling H12C art jaar * 15,07 % 56 jaar 16,50 % 57 jaar 17,96 % 58 jaar 19,09 % 59 jaar 20,23 % jaar 21,40 % 65 jaar 22,58 % * m.i.v. de maand waarin de werknemer 55 jaar wordt Cao VVT (en KNR) per jaar 14,37 % jaar 14,86 % jaar 15,36 % jaar 15,50 % jaar 15,78 % Overgangsregeling art vanaf 55 e verjaardag 55 jaar 17,82 % 56 jaar 18,56 % 57 jaar 19,31 % Overgangsregeling art jaar en ouder jaar 20,31 % Cao Welzijn (excl. feestdagen) < 30 jaar 9,95 % jaar 10,42 % jaar 10,89 % jaar 11,36 % jaar 12,32 % Cao Gehandicaptenzorg < 54 jaar 11,99 % 55 jaar * 15,07 % 56 jaar 16,50 % 57 jaar 17,96 % 58 jaar 19,09 % 59 jaar 20,23 % jaar 22,91 % * m.i.v. de maand waarin de werknemer 55 jaar wordt Pensioenfonds Zorg en Welzijn Het bestuur van Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft besloten de pensioenpremie per 1 januari 2014 niet te verhogen. De afdracht-premiepercentages en franchises voor 2014 zijn als volgt vastgesteld: Ouderdomspensioen 24,40 % Arbeidsongeschiktheidspensioen 0,40 %. De franchises zijn: OP: AOW-franchise AP: De AP-franchise is leeftijdsafhankelijk naar de situatie op 1 januari 2014 (of de latere datum in dienst): 23 jaar en ouder jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar De inhoudingen zijn cao-afhankelijk: Cao OP-premie AP-premie VVT 12,20 % 0,20 % Ziekenhuizen 12,20 % 0,20 % GGZ 12,20 % 0,20 % Gehandicaptenzorg 12,20 % 0,20 % Welzijn 11,90 % 0,00 % Bepaling beslagvrije voet Als een loonbeslag van toepassing is op het salaris van een werknemer, zal de werkgever een netto inhouding ten laste moeten kunnen brengen van de beslagvrije voet. In de loonfactorbesturing is daartoe een aanpassing gemaakt, waardoor het mogelijk is geworden om een netto inhouding naar keuze binnen of buiten het loonbeslag te laten. Deze keuze geldt per loonfactor en dus voor het gehele jaar en voor alle loonbeslagen in uw organisatie. Let hierop bij het aanleveren van informatie ten behoeve van de vaststelling van het loonbeslag. 3

4 Reiskostenvergoeding De NS heeft per 2014 de tarieven met circa 3 % verhoogd. NS-tabel 2014 (in ) , , , , , , , , , , , , , , , , , ,00 Sterzones (in ) ,30 1* zone 46, ,80 2* zone 76, ,30 3* zone 113, ,70 4* zone 150, ,20 5* zone 187,70 Als u uw eigen tarieven wilt hanteren, moet u ook de klantgegevens daarop aanpassen. Dit is bij Beheer Organisatie Klantgegevens op het tabblad Reiskosten. Daar kiest u voor de methode Vergoeding op basis van eigen tabel. De berekening wordt als volgt uitgevoerd: op basis van de afstand die is aangegeven in de werknemer basisgegevens wordt het maandtarief bepaald in de tabel. Dit tarief wordt gemaximeerd, indien nodig, en een eigen bijdrage wordt in mindering gebracht. Vervolgens wordt het maandbedrag omgerekend op basis van de dagen uit het rooster, zoals aangegeven in de besturing van loonfactor 021: Reiskosten. In verband met de verhoging van de NS-tarieven zijn de maximale vergoeding en de eigen bijdrage met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Cao Maximum Eigen bijdrage VVT 134,54 63,90 GGZ 137,71 23,42 De cao Gehandicaptenzorg en de cao Ziekenhuizen kennen, indien geen eigen regeling is getroffen, een vergoeding toe van 0,08 per kilometer, tot een maximale reisafstand van 30 kilometer (enkele reis). De vergoeding wordt automatisch aangestuurd door het aantal kilometers bij invoercode 661: Kilometers woonwerkverkeer. In SDB*Salaris is de optie toegevoegd om op basis van de NS-kilometers een eigen vergoedingentabel in te kunnen regelen. Deze staat in het menu onder: Beheer Organisatie NS tarieven. U kunt uw eigen tarieven inrichten voor de afstand 1 30 km. Deze gelden dan in plaats van de hiervoor genoemde bedragen. Zie de afbeelding hierna. Premie IZZ De premies voor de ziektekostenverzekering IZZ bedragen in 2014 (rekening houdend met een verplicht eigen risico van 360): IZZ Basispakket Extra eigen Maandpremie risico vrijwillig Naturapolis Restitutiepolis 0,00 83,49 84,84 100,00 98,80,44 80,49 81,84 200,00 77,49 78,84 300,00 74,49 75,84 400,00 71,49 72,84 500,00 68,49 69,84 Voor kinderen tot 18 jaar is geen premie verschuldigd en geldt er geen verplicht of vrijwillig eigen risico. IZZ Aanvullende verzekering Aanvullende verzekering Maandpremie per persoon IZZ Bijzonder bewust 12,00 Zorg voor de Zorg 20,00 Zorg voor de Zorg extra 1 12,00 Zorg voor de Zorg extra 2 26,00 Zorg voor de Zorg extra 3 42,00 IZZ Comfort 6,00 4

5 In 2014 introduceert IZZ een nieuwe optie in de aanvullende verzekering. In plaats van een totaalpakket kan de verzekerde kiezen voor het afsluiten van één, twee of drie modules. Dit zijn: IZZ module 2014 Goed Beter IZZ Fysio 5,00 11,00 IZZ Tand 11,00 20,00 IZZ Buitenland 1,00 2,00 Cao Bijdrage per maand Voor meeverzekerde partner Ziekenhuizen 13,33 Ja GGZ 13,33 Ja VVT * 13,33 Ja Alleen recht op de werkgeversbijdrage als vóór 1 januari 2009 de IZZ Basisverzekering en in ieder geval de aanvullende IZZ Zorg voor de Zorg is afgesloten. GHZ 13,67 Ja Huisartsenzorg 10,00 Nee Jeugdzorg 20,00 Nee Een aanvullende verzekering is niet verplicht om in aanmerking te komen voor de werkgeversbijdrage. Premies werknemersverzekeringen In de premies werknemersverzekeringen is voor 2014 een stelselwijziging doorgevoerd. In het kort komt het erop neer dat de premie WGA-gedifferentieerd wordt hernoemd naar Gedifferentieerde premie werkhervattingskas (Whk). Deze bestaat uit drie delen: WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex. De opslag voor kinderopvang en WGA zijn uit de premie WW sectorfonds gehaald en overgeheveld naar de basispremie WIA. Vóórdat de eerste salarisverwerking over 2014 wordt gestart, moet u de klantgegevens aanpassen. U hebt van de Belastingdienst een beschikking ontvangen met de voor u geldende waarden. Zie de menuoptie Beheer Organisatie Klantgegevens tabblad Lh en premies. Nieuwe en gewijzigde loonfactoren in verband met deze wijziging zijn: 077: Afdracht Whk ZW-flex 078: Afdracht Whk premiedeel WGA-flex 079: Afdracht Whk premiedeel WGA-vast 081: Afdracht WW-sectorfonds 084: Inhouding Whk deel WGA-vast 314: Premieloon gedifferentieerde premie Whk Voor de WGA-vast en de ZW-flex kunt u eigenrisicodrager zijn in Ook dit geeft u aan in bovengenoemde menuoptie. In dat geval wordt de premie op afzonderlijke loonfactoren geboekt, te weten: 124: Premie WGA-vast eigenrisicodrager 210: Premie ZW-flex eigenrisicodrager. Alle controlelijsten in de salarisuitvoer zijn aangepast aan de gewijzigde loonfactoren. Onbetaald verlof Als gevolg van de wijze van berekenen varieerde de waarde van een uur onbetaald verlof tot voor kort met het aantal arbeidsdagen in de maand. Aan werknemers was dit vaak moeilijk uit te leggen. Met ingang van 2014 wordt de vermindering van het brutosalaris wegens onbetaald verlof als een afzonderlijke regel getoond op de salarisstrook. De korting wordt ook op een eenvoudiger manier berekend, namelijk het aantal uren onbetaald verlof maal het actuele uurloon. Dit is eenvoudiger uit te leggen en te controleren. Consequentie van deze methode is wel dat het salaris negatief kan worden indien de roosters van een maand met 22 of 23 dagen worden uitbetaald in een maand met 20 of 21 dagen, dan wel wanneer er veel uren onbetaald verlof worden verrekend. Dit is aan te passen door het teveel aan uren in een volgende maand te verrekenen. Ook kan worden gekozen voor een herrekening in een voorgaande maand. Accountantsverklaring SDB*Salaris Uw accountant zal in zijn controlewerkzaamheden willen vaststellen dat u de cao-bepalingen correct hebt uitgevoerd. Om u en uw accountant ten dienste te zijn, heeft Verstegen Accountants in opdracht van de directie van SDB Groep BV onderzoek gedaan naar de correcte toepassing van de CAO VVT, de CAO GZ en de CAO GGZ voor het jaar 2013 in SDB*Salaris. Daarbij is beoordeeld in hoeverre de door SDB Groep gehanteerde standaardinstelling en berekening correspondeert met de regels van de cao. De positieve bevindingen uit dit onderzoek heeft Verstegen Accountants in een verklaring vastgelegd. Deze verklaring treft u aan op de informatiepagina in SDB*Salaris. Btw over vergoeding RvT Sinds 2013 moet als er sprake is van een commissariaat (ook Raad van Toezicht) de commissaris (lid van de RvT) 21% btw voldoen en afdragen over de ontvangen beloning. Elke commissaris (lid van de RvT) die een vergoeding ontvangt, zal zich moeten aanmelden bij de Belastingdienst als btw-ondernemer, voor zover dit nog niet gebeurd is. Vervolgens zal de commissaris (lid van de RvT) in het vervolg een factuur moeten uitreiken aan de 5

6 zorginstelling voor de verleende diensten, met daarop apart vermeld het bedrag van de btw. De commissaris zal ook in alle gevallen btw-aangifte moeten doen (per maand, kwartaal of per jaar), ook als de kleine ondernemersregeling wordt toegepast. Het is mogelijk dat zowel de btw-heffing als de loonheffing tegelijk van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat de zorginstelling over de beloning voor de toezichthoudende werkzaamheden loonheffing dient in te houden en deze tezamen met de premie Zvw moet afdragen. Dit betreft de vergoeding exclusief omzetbelasting. De instelling hoeft geen loonheffing in te houden voor de commissarissen die in fiscale zin hun beroep of bedrijf hebben gemaakt van toezichthoudende functies. BTW-plichtig lid RvT met de belastbaarheid Uren. De resultaatloonfactor is het nummer van de vrije loonfactor Vergoeding RvT. Belangrijk is ook het Percentage. Daar vermeldt u 21,00 In SDB*Salaris is het mogelijk om op de salarisspecificatie van de commissaris naast de bruto-netto berekening ook de btw te berekenen en af te drukken. Voorzien van onder andere een btw-nummer kan de salarisspecificatie dan door de commissaris worden gebruikt als factuur voor de zorginstelling. Voor het berekenen van de btw over de vergoeding moet als volgt worden gehandeld: Stap 1: Benoem drie vrije loonfactoren: Vergoeding RvT met de belastbaarheid Belast met SV-premie en bijz.tarief of tabel, afhankelijk van de vraag of u de vergoeding incidenteel of maandelijks betaalt. Als grootboekrekening wordt geadviseerd: (bestuurskosten) Stap 2: Geef in de werknemersgegevens van de commissaris twee vast loonfactoren: De vrije loonfactor Vergoeding RvT met het bedrag dat als vergoeding moet worden uitbetaald, exclusief btw. Hebt u met de RvT een vergoeding afgesproken inclusief btw, dan berekent u de vergoeding door de afgesproken vergoeding met 100/121 te vermenigvuldigen. De vrije loonfactor BTW-plichtig lid RvT met de waarde 1,00 (oftewel één keer 21% van de waarde van de Vergoeding RvT). BTW 21% met de belastbaarheid Onbelast betalingen. Bij Soort kiest u voor (X) Vermenigvuldig met res. loonfactor en perc. De resultaat loonfactor is het nummer van de hierna te benoemen vrije loonfactor BTW-plichtig lid RvT. Als grootboekrekening wordt geadviseerd: (bestuurskosten) En, vergeet u niet onder op het scherm een vinkje te zetten bij: Papieren loonstrook afdrukken. Dat alles resulteert in de volgende salarisspecificatie Tijdelijke heffingskorting Gepensioneerden jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd, bij wie de bijdrage Zvw moet worden ingehouden, krijgen in de jaren 2013, 2014 en 2015 een speciale heffingskorting. Deze tijdelijke heffingskorting is ter compensatie van de nadelige financiële effecten van de 6

7 Wet uniformering loonbegrip. De maximale heffingskorting bedraagt 121 in Het recht op deze korting moet in worden aangegeven in Medewerkers Basisgegevens op het tabblad Heffingen. In de salarisverwerking wordt deze code verwerkt op invoercode 706: Tijdelijke heffingskorting vroeg gepensioneerden. De opties zijn: 0 = werknemer heeft geen recht op de korting, 1 = werknemer heeft wel recht, maar de korting wordt niet toegepast, 2 = werknemer heeft wel recht op de korting en deze wordt toegepast. Het berekende bedrag wordt automatisch verwerkt in de aangifte loonheffingen. Premiekorting jongere werknemers Vanaf 1 juli 2014 kan de premiekorting jongere werknemers worden geclaimd. De premiekorting geldt voor werkgevers die tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015 een uitkeringsgerechtigde jongere (WW of bijstand) tussen de 18 en 27 jaar in dienst nemen. Bepalend daarbij is de leeftijd op het moment van in dienst treden. Het dienstverband dat wordt aangegaan moet ten minste 32,00 uur per week bedragen en ten minste een halfjaarcontract betreffen. De premiekorting mag twee jaar worden toegepast, of zoveel korter als het dienstverband eerder eindigt. Gezien de invoering halverwege 2014, zullen werkgevers in 2014 de helft van het jaarbedrag kunnen toepassen. Het jaarbedrag bedraagt De toepassing van de korting eindigt uiterlijk 31 december In de werknemerbasisgegevens is een rubriek toegevoegd waarin u alvast kunt aangeven of een werknemer onder de nieuwe kortingsregeling zal gaan vallen. Indien u deze rubriek aanvinkt, zal de korting vanaf 1 juli 2014 automatisch worden berekend. Het bedrag wordt dan geboekt op loonfactor 180: Premiekorting jongere werknemers. Kans op naheffing in IB Door de versobering van de arbeidskorting in 2013 kunnen werknemers met een belastbaar inkomen vanaf circa bij hun Inkomstenbelasting 2013 geconfronteerd worden met een naheffing. Dit kan aanleiding geven tot vragen bij de salarisadministratie. De oorzaak ligt overigens in de wijze waarop in de Loonbelasting de arbeidskorting is verwerkt. Zoals u weet, is de loonbelasting een voorheffing van de inkomstenbelasting. Door het aangifte doen van de Inkomstenbelasting wordt de Loonbelasting verrekend. De arbeidskorting zit verwerkt in de maandelijkse tabelheffing van de loonberekening. Maar de arbeidskorting is niet verwerkt in de toepassing van het bijzonder tarief. Bovendien houdt de arbeidskorting in de tabel geen rekening met de mogelijkheid van meerdere dienstverbanden. Bij de Inkomstenbelasting wordt geen onderscheid gemaakt tussen tabelloon en bijzondere beloningen. Alle inkomen wordt tezamen geteld tot het jaarinkomen, waarna over dat inkomen de arbeidskorting wordt berekend. En dan kan blijken dat de toegekende arbeidskorting in de Loonbelasting alsnog wordt gecorrigeerd ten aanzien van de loonbestanddelen die zijn onderworpen aan het bijzonder tarief. Eenmalige uitkering CAO VVT De eenmalige uitkering cao VVT 2013 had, indien bij de werknemer van toepassing, over het garantiesalaris in de zin van artikel 1 lid 2e onder 1 CAO VVT (Garantiebepalingen V&V) moeten worden berekend. In SDB*Salaris betekent dit een betaling op loonfactor 211: Toeslag. Dit bedrag had dus meegeteld moeten worden in de basis voor de eenmalige uitkering. In de menu-optie Salarissen Output Output incidenteel wordt nu een.csv bestand geplaatst waarin de werknemers zijn opgenomen die deze toeslag in 2013 hebben ontvangen. Hierbij staat ook vermeld het na te betalen bedrag van de eenmalige uitkering. Indien gewenst, kunt u dit bedrag toevoegen aan de salarisbetaling over februari Gebruik hiervoor loonfactor 018: eenmalige uitkering. SDB Groep BV Weigelia AB Leidschendam Postbus AH Leidschendam Hebt u vragen of opmerkingen over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met SDB*SalarisService tel