Verslag van de werkgroep Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag van de werkgroep Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding"

Transcriptie

1 Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding hans.quaghebeur@politieblankenberge.be

2 Inleiding Op donderdag 6 september 2012 vergaderde de minister van Binnenlandse Zaken met de vier representatieve vakbonden van de politie rond het thema Geweld tegen politieambtenaren. Het was de bedoeling om een werkgroep op te richten, als antwoord op een stakingsaanzegging. Uiteindelijk werden vier werkgroepen opgericht: - een werkgroep Justitie ; - een werkgroep Sensibilisatie, preventie, opleiding ; - een werkgroep Analyse van het fenomeen ; - een werkgroep Begeleiding, ondersteuning. In elke werkgroep zouden zowel vertegenwoordigers van de vakorganisaties als van de overheid aanwezig zijn. De werkgroep Sensibilisatie, preventie en opleiding zou gestuurd worden vanuit de Vaste Commissie voor de Lokale Politie. Hoofdcommissaris Hans Quaghebeur, korpschef van de politiezone Blankenberge - Zuienkerke werd gevraagd om de werkgroep voor te zitten. De werkgroep krijgt daarvoor vier maand de tijd. Het was van meet af aan duidelijk dat het in een dergelijk tijdsbestek onmogelijk is om enige studie uit te voeren, laat staan de resultaten van bestaande studies omstandig te raadplegen. De sterkte (en tegelijk ook de zwakte) van deze werkgroep lag en ligt dan ook volledig in haar samenstelling. De voorzitter wilde een vertegenwoordiging van alle geledingen uit het Belgisch politiebestel: centrale (staf)diensten, vertegenwoordigers van het terrein, van de controlediensten, vanuit de opleiding, en niet in het minst vanuit de vakorganisaties. Elke vertegenwoordiger bracht zijn of haar ervaring met de problematiek geweld tegen politiemensen mee. De werkgroep werkte dus niet analytisch, maar synthetiserend. Haar bevindingen en aanbevelingen zijn de synthese van de ervaring van een paar tientallen vertegenwoordigers uit het Belgisch politiebestel die, elk vanuit hun standpunt, geconfronteerd werden met psychologisch of fysiek geweld tegen collega s, en met de gevolgen ervan voor betrokken zelf, en voor hun families. Het resultaat is dan ook geen studieverslag, met omstandige verantwoording van de gebruikte methode, maar een beknopte lijst van aanbevelingen, concreet tot zeer concreet van aard. Ze zijn stuk voor stuk uitingen van de ervaring van de deelnemers, die elk vanuit hun functie, een duidelijke voeling hebben met de problematiek. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 1

3 Eenmaal de verwachtingen van de stakeholders ter zake gekend zijn (overheden, vakorganisaties), hopen wij dat deze aanbevelingen een hulp kunnen zijn bij het vooropstellen van duidelijke doelstellingen, en het concretiseren van een duidelijk beleid om de veiligheid van ons personeel te verhogen. Geconfronteerd worden met psychologisch en/of fysiek geweld in misschien een professional risk voor een politieambtenaar, maar nooit part of the job in die zin dat het als een normaal gegeven mag worden beschouwd. Iedere politieambtenaar is tegelijk ook een medeburger, een vader, een moeder, en verdient bescherming en bijstand bij het uitvoeren van zijn of haar werk, ten voordele van de veiligheid en de rust in onze samenleving. Reikwijdte van het verslag Dit verslag is de neerslag van een aantal vergaderingen van de werkgroep, die is uitgemond in het voorstellen van een aantal concrete mogelijke maatregelen. In de werkgroep werd geen enkel voorstel weggefilterd. Dit betekent tevens dat, hoewel er globaal een redelijk grote consensus was tussen de leden van de werkgroep, deze voorstellen niet kunnen worden beschouwd als een finaal standpunt, noch van de vakorganisaties, noch van de overheid. De mogelijke maatregelen moeten overigens het voorwerp uitmaken van verdere studie op haalbaarheid, kost, effecten, opportuniteit. Dit kan zowel door de bevoegde diensten en directies binnen de geïntegreerde politie, als door de vakorganisaties. In de strijd tegen geweld op politie-ambtenaren zijn politie-overheden, en vakorganisaties in feite partners en staan zij aan dezelfde kant. Eenmaal meer concreet kunnen de voorstellen worden besproken op één van de overlegfora tussen overheid en vakorganisaties, en kunnen zij worden opgenomen als actiepunten, bijvoorbeeld in het jaarlijks actieplan rond welzijn op het werk, op het federale niveau. Samenstelling Om een realistisch en een zo volledig mogelijk beeld te krijgen op de situatie werden voor deze werkgroep vertegenwoordigers uitgenodigd zowel uit de centrale directies en diensten, uit de vakorganisaties, als uit de eenheden en diensten van de federale en de lokale politie (zie Bijlage A). Na een eerste bijeenkomst werd het nuttig geacht om de groep nog uit te breiden met vertegenwoordigers uit de controlediensten op de politie: het Comité P en de Algemene Inspectie. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 2

4 Aanpak Concrete voorstellen en ideeën kunnen via het secretariaat van de werkgroep ingezameld worden en worden dan verspreid onder de leden. Rondetafelgesprekken rond de verschillende aspecten van de problematiek. Er wordt een vergaderkalender afgesproken, tot op het einde van het jaar, tijdstip waarop een rapport wordt verwacht. In totaal worden zeven vergaderingen gepland (waarvan er zes ook daadwerkelijk plaats zullen vinden). Zoeken naar best practices uit het buitenland. Overigens zonder veel respons. Onderverdeling van de besprekingen in de verschillende aspecten: - preventie (en welzijn op het werk) - opleiding - communicatie en informatie - inzet van personeel - logistiek - overige domeinen van human resources In elk van die domeinen - inventariseren van wat reeds bestaat - analyseren van de problemen - ontwerpen en denkpistes voorstellen. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 3

5 Preventie en welzijn Algemeen In eerste instantie zou men er kunnen van uitgaan dat in dit domein het meeste toch reglementair en structureel geregeld moet zijn. Er is de omvangrijke welzijnswetgeving, er bestaat een centrale directie voor het Welzijn bij de federale politie, er zijn de interne en externe preventie-ambtenaren, de arbeidsgeneesheren... De werkgroep opteert er niet voor om deze reglementering en de structuren te benaderen via een theoretische analyse, maar om te vertrekken vanuit de problemen die de diverse actoren op het terrein ondervinden. Definitie van geweld tegen politieambtenaren De werkgroep wijst er op dat een definitie van geweld op het werk is opgenomen in artikel 32 ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S.18/9/1996). 1 geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk; De werkgroep is van oordeel dat deze definitie ook bruikbaar is voor geweld tegen politieambtenaren. Ze is in die mate ruim dat ook psychische bedreigingen en aanvallen er onder kunnen vallen. Geweld tegen politieambtenaren kan zowel gaan over aanvallen met wapens, als over lichter verbaal geweld, waarmee men veel frequenter wordt geconfronteerd en dat overmatige stress bij de politieambtenaar kan teweegbrengen. De geweldplegingen waarvan een politieambtenaar het slachtoffer wordt vallen nu reeds onder de reglementering van de arbeidsongevallen, zo ook de geweldsfeiten die hun overkomen buiten de dienst, maar omwille van hun hoedanigheid. In dat opzicht is er bijgevolg geen probleem of hiaat in de regelgeving. De registratie De databank bestaat maar de voeding kan beter Er bestaat een databank veiligheidsincidenten en gebruik van wapens bij DSW. In theorie moet deze databank gevoed worden door alle diensten van de geïntegreerde politie. Eén en ander is bepaald in het KB van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, en in de omzendbrief GPI62. Daarbij moeten we evenwel de aandacht vestigen op het feit dat het KB, meer bepaald in artikel 17 betrekking heeft op schietincidenten, of op incidenten waarbij een wapen werd gestolen, verloren of beschadigd 1. In de omzendbrief GPI 62 wordt de meldingsplicht evenwel verruimd tot alle incidenten met geweld. 2 1 Art 17. Los van de gerechtelijke en administratieve onderzoeken moeten de personeelsleden aan de functionele overheid waarvan ze afhangen onverwijld elk schietincident melden alsook elke diefstal, elk verlies of elke beschadiging van de bewapening die hen werd toegekend. De Minister legt de praktische modaliteiten vast voor de mededelingen van de schietincidenten. 2 Omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Hoofdstuk IV, 2. Ik vestig de aandacht van de functionele meerdere op het feit dat elke gebeurtenis die gepaard gaat met gewelddaden waarbij al dan niet gebruik is gemaakt van politiebewapening, interventietechnieken of -tactieken, het voorwerp zullen uitmaken van een meldingsplicht. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 4

6 Overigens dienen telkens twee berichten te worden opgesteld, één voor DAO (voor de activering van het stressteam), en één aan de Algemene Directie van het Beheer en de Ondersteuning. De centrale databank heeft de vorm van een Excel-bestand. Tot op vandaag is de wijze waarop deze meldingen moeten gebeuren niet concreet geregeld. In de GPI 62 staat wel vermeld welke gegevens ten minste moeten worden doorgegeven bij een geweldsincident 3, maar er is geen duidelijk voorgeschreven kanaal, of informatiedrager. Naar verluidt werkt DSW momenteel aan een document dat het mogelijk zou maken om de incidenten op elektronische wijze te melden. Registratie via de Welzijnswet: Naast dit register bestaat er nog een registratieplicht voor incidenten op basis van de welzijnswet van De procedure qua arbeidsongevallen is in de welzijnswet uitgebreid geregeld. De ongevallen worden geregistreerd door de preventie-adviseur. Het koninklijk besluit van 17 mei 2007 stelt de verplichtingen van de werkgever betreffende de preventie van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk vast. De bescherming tegen geweld en pesterijen op het werk is geen apart domein meer van het welzijn op het werk dat moet onderscheiden worden van de preventie van de psychosociale belasting. Hoofdstuk Vbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk evenals een specifieke afdeling van het besluit blijft evenwel specifiek aandacht besteden aan de preventie van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Aanbeveling 1: een gebruiksvriendelijke, uniforme wijze van registratie De meeste incidenten worden momenteel op verschillende wijze geregistreerd, of zelfs helemaal niet. Momenteel geeft elke dienst een eigen invulling aan de registratieplicht 4. Daardoor is het quasi onmogelijk om momenteel een correct zicht te krijgen op de problematiek. Willen we een performante, en zo compleet mogelijke registratie van geweldsincidenten, dan is het duidelijk dat de meldingsprocedure voor de politiediensten eenvormig, enig, en gebruiksvriendelijk moet worden in de toekomst. Niet twee of drie meldingen naar allerlei verschillende bestemmelingen, maar één melding, op basis van een duidelijk en concreet uitgewerkt formulier, dat het liefste digitaal wordt doorgestuurd. Aanbeveling 2: een registratieketen van de medewerker tot op het federale niveau Wie wordt geacht de melding te maken: het betrokken personeelslid, zijn of haar overheden, of de preventie-adviseur? Het is duidelijk dat deze opdracht in eerste instantie toekomst aan de betrokken personeelsleden. Zij zijn niet alleen het beste op de hoogte van de omstandigheden van het incident, ook in de regelgeving komt die taak hen toe. Dit doet echter geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid die korpsleiding, en preventie-adviseur in deze dragen. We moeten komen tot een registratieketen en -systeem waarbij het personeelslid op eenvoudige wijze melding kan maken van de geweldsincidenten, en die dan, op voorbereide en enig mogelijke wijze doorstuurt naar zijn of haar korpsleiding, en tegelijk ook naar de preventie-adviseur. Desgevallend na aanvulling van het bericht wordt dit dan, via hetzelfde systeem, doorgestuurd naar de centrale directies (DSW), eventueel ook naar de controle-organen. Op die manier kan ieder zijn verantwoordelijkheid ter zake opnemen, en ontstaat er, op nationaal niveau, een degelijke centrale databank. 3 Beschrijving van de feiten (Aard en omstandigheden, gekwetste personen en slachtoffers, indien wapenincident: wapengebruik - soort - merk - kaliber); Plaats van het incident; Datum en uur van de feiten; Gegevens over het betrokken personeelslid; Coördinaten van een contactpersoon voor eventuele bijkomende informatie. 4 Naar verluidt bestaat er in de politiezone Antwerpen een systeem dat geïntegreerd is in de ISLP-omgeving. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 5

7 Omdat in de welzijnswet de mogelijkheid is ingebouwd om af te wijken van het daar voorgeschreven registratiesysteem, zou een specifiek KB een uniek registratiesysteem voor de geïntegreerde politie kunnen uitwerken, waarin alle vormen van melding, en alle acteurs zijn opgenomen. Aanbeveling 3: een grotere informatie-inspanning De werkgroep stelt vast dat vele actoren niet voldoende op de hoogte zijn van de bestaande systemen en van de rol die zij daarin moeten spelen. Die moeten via de verschillende informatie- en opleidingskanalen terug onder de aandacht worden gebracht. Er is nood aan gemakkelijk exploiteerbare referentieteksten ter zake voor zij die in dit domein op zoek zijn naar informatie. - aan de personeelsleden over de nood aan en het nut van een degelijke registratie door henzelf; (waartoe dient de informatie)? - aan de HRM-verantwoordelijken over hun opdracht in dit domein; - idem aan de preventie-adviseurs; - en aan de overige deelnemers aan het basisoverleg. Aanbeveling 4: exploitatie van het registratiesysteem inbouwen van in het begin Betrouwbare statistieken worden maar mogelijk eenmaal een eenvormig en gebruiksvriendelijk registratiesysteem bestaat, dat dan ook consequent wordt gebruikt. Deze statistieken kunnen dan alle geïnteresseerde diensten voeden: de scholen, de overheden, zowel op nationaal als op lokaal niveau, inspectie- en toezichtdiensten, vakbondsorganisaties,... Naar alle waarschijnlijkheid bestaan ook cijfers bij de externe preventiediensten, of bij de verzekeringen. DSW zou naar het bestaan en de bruikbaarheid van deze gegevens kunnen polsen. Het voormelde eenvormige registratiesysteem van de politie moet van meet af aan tevens gericht zijn op het afleveren van de gewenste statistieken. Daarvoor is het noodzakelijk om goed top voorhand te bepalen over welke gegevens men wenst te beschikken. De risico-analyse Het systeem bestaat Bij elk geweldsincident wordt de werkgever geacht een risico-analyse uit te voeren, met de hulp van de preventie-adviseur. Daarnaast dienen specifieke risico-analyses te worden uitgevoerd voor elke functie. De omzendbrief GPI62 bepaalt dat de bevoegde politiediensten 5, op basis van de meldingen een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van de incidenten uitvoeren, met het oog op het voorkomen van arbeidsongevallen en de bevordering van de veiligheid van elkeen, in casu het streven naar het verbeteren van de uitrusting, en de interventietechnieken en - tactieken. In hetzelfde perspectief schrijft de GPI62 ook voor dat de resultaten van deze onderzoeken en analyses worden meegedeeld aan de betrokken politiediensten en personeelsleden. 6 Aanbeveling 5: het bestaande systeem ook toepassen. Zo is bijvoorbeeld voorgeschreven dat het comité voor Veiligheid en Welzijn, om de incidenten degelijk te kunnen analyseren, moet kunnen afstappen in de meest ernstige gevallen. Dit gebeurt zeer zelden. 5 De directie voor Preventie en Bescherming op het werk, de directie van de Opleidingen, Cel Gevaarssituaties en de Algemene Inspectie van de Federale en de Lokale Politie 6 GPI62 Hoofdstuk 4; punten 4, 5 en 6 Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 6

8 In de opleiding van HRM-verantwoordelijken zou de verplichting om een risico-analyse te maken na elk incident moeten worden opgenomen. Voor de politie-overheden zou een checklist kunnen worden opgesteld, met haar verantwoordelijkheden en opdrachten na een incident (de melding, de lokale analyse, de debriefing, de te trekken lessen, permanente monitoring,...) De resultaten van en te trekken lessen uit onderzoeken uitgevoerd door controle-organen na geweldsincidenten zouden moeten ter beschikking worden gesteld van diegenen die de opleiding en training uittekenen (de cel Gevaarssituaties). Hetzelfde kan worden gezegd voor vonnissen en arresten die na dergelijke incidenten worden uitgesproken. Aanbeveling 6: de risico-analyses moeten meer kwaliteitsvol dan nu het geval is De Cel Gevaarssituaties geeft aan dat de informatie over de geweldsincidenten op het terrein minstens onvolledig is, en vaak ook onoordeelkundig opgesteld. Bij het doorgeven van de informatie over geweldsincidenten door de diensten op het terrein zouden zowel de preventieadviseur als een specialist en het domein van de geweldsbeheersing moeten worden betrokken (bijvoorbeeld een monitor), om een degelijk en bruikbaar verslag te garanderen. Ook de feedback aan het betrokken personeelslid is voor verbetering vatbaar. Een systematische debriefing is onontbeerlijk, en dient eveneens te worden uitgevoerd door zowel de preventie-adviseur als een specialist geweldsbeheersing. Op het niveau van de werkvloer moeten de nodige lessen worden getrokken uit de geweldsincidenten waarmee het personeel werd geconfronteerd, en dienen de noodzakelijke maatregelen te worden genomen om analoge incidenten te vermijden, op operationeel niveau, en in het domein van de training. Aanbeveling 7: de preventiefiches vindbaar maken DSW stelt preventiefiches op met de trekken lessen naar aanleiding van incidenten. De communicatie en toegankelijkheid rond de preventiefiches opgesteld door DSW dient absoluut te vergroten. Ze zijn toegankelijk via Portal, maar weinigen weten het bestaan ervan af, of weten ze te vinden. Daarnaast zou een specifieke communicatie moeten worden georganiseerd wanneer een nieuwe fiche wordt toegevoegd, bijvoorbeeld door het verspreiden van een mailbericht. Aanbeveling 8: de analyses structureel een plaats geven in de bestaande overlegfora We stellen vast dat de aandacht van veel overheden voor deze problematiek gebonden is aan concrete incidenten die de pers halen, en redelijk snel na het incident terug wegebt. Het fenomeen verdient echter een meer structurele aandacht op alle niveaus. Bijvoorbeeld door: - het agenderen van de incidenten in de zonale veiligheidsraden, in aanwezigheid van zowel de bestuurlijke als de gerechtelijke overheid; - agenderen in de politiecolleges, bij het verslag van de korpschef; - agenderen op federaal niveau in de analoge fora: bijvoorbeeld het provinciaal veiligheidsoverleg, federale veiligheidsraad. Het impact van de interne en externe preventiediensten Preventiediensten hebben te weinig impact Externe preventiediensten staan vaak te ver af van het politiewerk en hebben onvoldoende voeling met de specificiteit van de politietaken. Interne adviseurs zouden meer dan nu het geval is met hun externe collega s moeten samenwerken om de specifieke politionele invalshoek in hun tussenkomst te waarborgen. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 7

9 Ook de afstand tussen politiedienst en arbeidsgeneesheer is dikwijls te groot. De arbeidsgeneesheer is niet altijd aanwezig op de basisoverlegcomités, weet soms te weinig af van politiewerk en heeft enkel het personeelslid dat hem of haar consulteert als informatiebron. Aanbeveling 9: arbeidsgeneesheren en preventie-adviseurs onderdompelen in de politieorganisatie Het is een goede praktijk om externe adviseurs en arbeidsgeneesheren uit te nodigen om bijvoorbeeld trainingssessies geweldsbeheersing observerend bij te wonen, om zich een idee te kunnen vormen over de aard ervan. Debriefing Aanbeveling 10: stelselmatig een operationele debriefing na incidenten Er zijn in feite twee debriefings noodzakelijk na elk incident: één voor de psychologische ondersteuning van de betrokken collega s, (die maakt echter het voorwerp uit van een studie door een andere werkgroep), en één om voor de organisatie uit het incident lessen te kunnen trekken. Geen van beide wordt stelselmatig uitgevoerd. Alles hangt tot nu toe af van het initiatief, de goodwill, de betrokkenheid, van de bevoegde instanties. Het spreekt voor zich dat elke les die in dit domein kan worden getrokken van nut kan zijn, en dat er steeds een debriefing moet zijn na geweldsincidenten. De operationele debriefing is voorgeschreven in de reglementering betreffende de arbeidsongevallen, en komt toe aan het comité voor preventie en veiligheid op het werk. Nu nog uitvoeren. Aanbeveling 11: kwaliteitsvolle debriefings door aanwezige van experts Er wordt aangeraden om voor dergelijke debriefings een aantal deskundigen uit te nodigen: de HRM-verantwoordelijke, de preventie-adviseur en minstens één specialist in de geweldsbeheersing. Uit deze analyse moeten dan de nodige lessen getrokken worden, niet enkel voor het politiekorps in kwestie, maar desgevallend voor de volledige geïntegreerde politie. Dit betekent dat de neerslag van deze debriefings zou moeten worden doorgestuurd naar DSW. Momenteel bestaat voor de wapenveiligheid een netwerk van referentiepersonen geweldsbeheersing in alle diensten, die bestemmeling van deze te trekken lessen zouden kunnen worden. Een nog meer structurele uitwerking van de debriefings en het doorsturen van de verslagen (via hetzelfde netwerk als de registraties?) dringt zich op. De organisatie Momenteel zitten de diensten die actief zijn rond het thema geweld tegen politie-ambtenaren verspreid in onze structuur. Er bestaat op centraal niveau de Cel gevaarssituaties, die afhangt van de directie van de opleiding. Er bestaat een centrale directie DSW, verantwoordelijk voor veiligheid, preventie en welzijn op het werk. En er zijn de diverse verspreide interne en externe preventiediensten. De cel Gevaarssituaties heeft onvoldoende capaciteit om alle opdrachten van een kennis- en expertisecentrum degelijk uit te voeren. Ze wordt bovendien dikwijls bevraagd door andere Federale Overheidsdiensten. De interne en externe preventiediensten zijn en werken versnipperd. Aanbeveling 12: een centraal kennis- en expertisecentrum Er zou centraal een kennis- en expertisecentrum in de ware zin van het woord moeten worden ingericht. De cel Gevaarssituaties wordt beter overgeplaatst naar DSW voor een betere afstemming, en een ruimere bevoegdheid. Aanbeveling 13: een netwerk van preventiediensten Dit kennis- en expertisecentrum zou werk moeten maken van een netwerk met daarin alle betrokken interne en externe preventiediensten. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 8

10 Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn om voor de politie, bijvoorbeeld in de vorm van een V.Z.W. een centrale externe preventiedienst op te starten. Een dergelijke dienst zou meer bekend zijn met de specifieke problematieken binnen de politieorganisaties. Er moet dan in elk geval over gewaakt worden dat de toegang tot de preventiediensten dichtbij de werkvloer blijft, en dat deze dienst voldoende vertakkingen heeft op het terrein. Opleiding en training Algemeen In dit hoofdstuk bespreken we zowel de basisopleiding geweldsbeheersing, die aspiranten krijgen wanneer zij bij de politie komen, als de trainingen geweldsbeheersing voor de personeelsleden in dienst. We hebben het achtereenvolgens over de inhoud van de opleiding en de training, de organisatie, de specifieke situatie tijdens de basisopleiding, de trainingen in de eenheden, en de nood aan specifieke opleidingen. In alle domeinen worden aanbevelingen tot verbetering geformuleerd. De inhoud van de opleiding en de training Aanbeveling 14: andere inhoudelijke klemtonen Een opleiding geweldsbeheersing is meer dan schieten en self-defence. In de omzendbrief GPI48 die deze materie regelt is terecht sprake van vier domeinen: - de wetgeving, deontologie en de psychosociale vaardigheden; - de fysieke vaardigheden bij dwang zonder vuurwapen; - de fysieke vaardigheden bij dwang met een vuurwapen; - de politionele interventietechnieken. De werkgroep is er van overtuigd dat het eerste en het vierde domein in de opleiding en de training onvoldoende aandacht krijgen. Het accent ligt te veel op de fysieke vaardigheden met of zonder vuurwapen. Dit betekent echter dat men aan een aantal fundamentele facetten van de conflictbeheersing dreigt voorbij te gaan: - wat met de fase die voorafgaat aan het uitoefenen van fysieke dwang? - wat met de manier waarop deze technieken in situaties moeten en kunnen worden toegepast? - hoe kunnen deze technieken worden toegepast in ploegverband, wanneer met collega s wordt samengewerkt in dispositieven? Uit buitenlandse studies blijkt bovendien dat een correcte houding en voorkomen van de politieambtenaren een gunstige invloed kunnen hebben bij contacten met het publiek. Wanneer wordt aan deze aspecten aandacht besteed? De trainingsnorm geweldsbeheersing is minimaal 4 keer 4 uur per jaar (voor een operationele politie-ambtenaar), met daarbij nog een evaluatiesessie. In welke mate de diverse domeinen van de geweldsbeheersing daarin aan bod moeten komen is tot nu toe volledig vrij en willekeurig. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 9

11 De werkgroep is van mening dat de GPI48 in die zin moet worden gecorrigeerd dat er minimale quota moeten worden opgelegd voor elk domein. De werkgroep is daarnaast van mening dat de psychosociale aspecten, de fysieke technieken zonder vuurwapen en de politionele interventietechnieken van een relatief groter belang zijn dan de technieken met vuurwapen, omdat ze in de dagdagelijkse praktijk veel meer moeten worden toegepast. Een blijvende vergelijking met de opleiding en training van politiekorpsen in de buurlanden, met een gelijkaardige cultuur in dit domein als de onze, dringt zich op. Het aantal te geven uren, de technieken, de tactieken, moeten kunnen worden vergeleken. Aanbeveling 15: vereenvoudiging In de beperkte tijd die veel politiediensten, onder meer wegens capaciteitsproblemen, maar kunnen wijden aan opleiding en training geweldsbeheersing is het kernwoord vereenvoudiging aan de orde. In de huidige maatschappelijke omstandigheden moeten onze politie-ambtenaren geen specialisten zijn die tal van soorten van vuurwapens kunnen hanteren, of op vijf verschillende wijzen een opstandige persoon kunnen controleren. Om redenen van effectiviteit en efficiëntie beperkt men zich het beste tot de elementaire technieken die men met de grootste waarschijnlijkheid op het terrein zal nodig hebben. Good practice. In Nederland krijgt het politiepersoneel een DVD mee, waarop 19 interventietechnieken geweldsbeheersing worden geïllustreerd door foto s en filmpjes. Op die manier kan ieder personeelslid na een opleiding of training de te kennen stof bij zich hebben en consulteren wanneer nodig of gewenst. De beperking tot 19 essentiële technieken heeft tegelijk het voordeel van wat er te kennen en aan te leren is te beperken en te vereenvoudigen tot het essentiële. Naar verluidt bestaan er bij de cel Gevaarssituaties ook reeds dergelijke filmpjes. Aanbeveling 16: aanpassen aan de werkomgeving We verwijzen hierbij naar het hoofdstuk Inzet van het personeel. Het is de taak van de lokale politie-overheden om hun training geweldsbeheersing af te stemmen op de specifieke risico s waarmee hun personeel het meeste te maken krijgt. Hieronder vallen desgevallend aandacht voor opleiding over multiculturaliteit, geweldsbeheersing in uitgangsmilieus, geweldsbeheersing in lokale ordehandhavingssituaties (sport, festivals, betogingen,...), geweldsbeheersing op specifieke plaatsen (op treinen, trams,...). Problemen van organisatie Aanbeveling 17: voldoende monitoren Er wordt een tekort aan monitoren geweldsbeheersing gemeld, vooral voor geweldsbeheersing zonder vuurwapen. Het zou aan te bevelen zijn voor de politiediensten dat er een norm wordt gegeven van het aantal monitoren dat in een dienst moet aanwezig en opgeleid zijn om een degelijke opleiding en training te kunnen verzekeren. Daarnaast is het noodzakelijk dat er voldoende opleidingscursussen voor monitoren worden georganiseerd, zodat eventuele kandidaten geen jaren moeten wachten tot ze kunnen worden opgeleid (wat nu blijkbaar soms het geval is). Zie ook aanbeveling 19 hieronder. Aanbeveling 18: voldoende infrastructuur Er worden problemen gemeld met de beschikbare infrastructuur voor schietstanden en dojo s voor de fysieke dwang zonder vuurwapen. Vooreerst dient te worden vastgesteld dat wanneer in de trainingen geweldsbeheersing meer dan nu de klemtoon wordt gelegd op het psychosociale en verbale aspect en op geïntegreerde oefeningen, de nood aan specifieke infrastructuur die nu wordt aangevoeld misschien wat zal dalen. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 10

12 Het is aan te raden om per provincie de inventaris te maken van de beschikbare infrastructuur met de respectieve mogelijkheden. Er kan gekeken worden naar mogelijkheden bij partners: scholen, sportclubs, defensie. Op federaal niveau bestaat momenteel een werkgroep die zich buigt over de problematiek van de schietstanden. Zie ook aanbeveling 19 hieronder. Aanbeveling 19: samenwerken Het is voor de werkgroep duidelijk dat de beschikbare monitoren en infrastructuur momenteel nog meer efficiënt kunnen worden gebruikt en ingezet. Er zijn monitoren die training geven aan vier of vijf personeelsleden, er zijn periodes in schietstanden waar er twee of drie personeelsleden aan het schieten zijn... Het is dus absoluut noodzakelijk dat alle politiediensten niet langer enkel in hun eigen hoek werken, voor zover dat het geval zou zijn, maar dat zij zoeken naar systemen van samenwerking voor een beter rendement van de aanwezige monitoren en de infrastructuur. Good Practice: de politieschool OPAC organiseert trainingen waaraan de zones kunnen deelnemen. Good practice: Leuven waar de sessies in samenwerking met de naburige zones worden georganiseerd. De werkgroep ondersteunt het idee van de installatie van trainingscentra geweldsbeheersing, met een infrastructuur beheerd en gebruikt door verschillende zones en diensten, en waar de beschikbare monitoren ook uit de verschillende zones en diensten afkomstig zijn. Op die manier kunnen de politiediensten hun personeel sturen wanneer het beschikbaar is, en de verschillende vormen van geweldsbeheersing op een zelfde plaats oefenen (schietstand, dojo,...) Een dergelijke organisatie zou ook de eenvormigheid ten goede komen. Aanbeveling 20: inventief omgaan met capaciteit De problemen met het beschikbaar zijn van voldoende capaciteit voor deelname aan trainingen geweldsbeheersing is vanzelfsprekend afhankelijk van de invulling van de kaders in de diverse politiediensten, en een oordeelkundige inzet van de capaciteit voor de diverse functionaliteiten. Naast deze algemene aanmerking geeft de werkgroep nog een aantal specifieke ideeën mee: Stagiairs en afgedeelden dienen eveneens deel te nemen aan de trainingen die in de zones worden georganiseerd. Die deelname zou kunnen worden opgenomen als één van de stage-opdrachten. Aanbeveling 19 kan echter ook wat dit aspect betreft enig soelaas brengen, door het creëren van een grotere flexibiliteit voor het sturen van personeel naar de training. Aanbeveling 21: motiveren Organisatorische maatregelen kunnen eveneens een impact hebben op de motivering van het personeel voor het volgen en bijwonen van de trainingen. Het is aan te bevelen dat diegenen die het personeel evalueren in het domein van de geweldsbeheersing niet diegenen zijn die het personeel opleiden of trainen. Dit zou de motivatie van de deelnemers aan training en opleiding, en van de opleiders en monitoren, ten goede komen. Monitoren geweldsbeheersing worden voor gewone trainingen niet specifiek financieel beloond voor hun inspanningen, in tegenstelling tot de monitoren die de lessen geven in de politiescholen. Een pool aan monitoren die zowel in de eenheden als in de scholen les geven kan hier een begin van oplossing bieden. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de Limburgse politieschool waar monitoren bij het opleidingsprogramma les moeten geven aan aspiranten. De werkgroep komt verder nog op het thema motivering terug. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 11

13 Specifiek voor de basisopleiding Aanbeveling 22: uitbreiden van het aantal uren gewijd aan geweldsbeheersing Gebruik van fysieke dwang en desnoods geweld is in onze maatschappij het monopolie van de politie (de krijgsmacht even buiten beschouwing gelaten). Geen andere organisatie heeft dergelijke bevoegdheid, noch een even grote nood aan dergelijke opleiding. Omdat van de politie wordt verwacht dat zij tussenkomt in gevaarssituaties, bij conflicten, lopen haar personeelsleden een grotere kans dan anderen om geconfronteerd te worden met en het slachtoffer te worden van geweld. De gevolgen van dwang en geweld zijn bovendien ingrijpend, zowel in de levens van de burger die er mee te maken krijgen, als in dat van de politie-ambtenaar die fysieke dwang moet toepassen, of slachtoffer wordt van geweld. Gebruik en toepassing ervan moeten bijgevolg een specifieke en prioritaire basiscompetentie zijn in de basisopleiding waar de aspirant gevormd wordt tot één van de weinigen in de samenleving die onder bepaalde omstandigheden geautoriseerd is tot aanwending van fysieke dwang. Het programma in de basisopleiding dient dan ook te worden herbekeken vanuit deze premissen. In de basisopleiding is er nu onvoldoende aandacht voor globale conflictbeheersing, met inbegrip van moreel weerstandsvermogen. De technieken geweldsbeheersing worden er wel aangeleerd, maar de overgang naar de reële toepassing in de praktijk is onvoldoende. Wanneer en hoe verloopt de overgang van het verbale naar de sterke arm? Grootste oorzaak hiervoor is tijdsgebrek. De wet legt momenteel minimum 100 uur geweldsbeheersing op gedurende de basisopleiding, alles inbegrepen. Dit minimum zou volgens de experts minstens moeten worden verdubbeld tot 200 uur om tot een redelijk resultaat te komen. De prioriteit geweldsbeheersing dient duidelijker te worden gesteld, ofwel door een weloverwogen verlenging van de opleiding, anders desnoods door het inkorten of schrappen van andere, minder prioritaire vakken. Bepaalde vakken zouden kunnen worden samengesmolten (bijvoorbeeld taalgebruik, redactie PV, strafrecht), zodat daar lesuren kunnen worden gerecupereerd. Een politieopleiding moet een professionele opleiding zijn, waarvan men niet kan verwachten dat die de hiaten compenseert in het algemene onderwijs (zoals in het domein van talen). Aanbeveling 23: meer laten doorsijpelen van expertise in de opleiding Voor een opleiding die dichter staat bij de realiteit is het aangewezen dat er voldoende expertise van het terrein aanwezig is in de scholen. Eén van de voorstellen is het oprichten van een pool van opleiders, tewerkgesteld op het terrein, waaruit de scholen zouden kunnen putten voor het geven van opleidingen. De cel Gevaarssituaties geeft te kennen dat er steeds wordt gepoogd te werken met mensen van op het terrein, zij het uit de lokale of de federale politie. Aanbeveling 24: verbeteren van de infrastructuur voor geweldsbeheersing in de scholen De infrastructuur in de politiescholen is niet langer wat ze geweest is: lokalen met camera s waar situationele opleidingen kunnen worden gefilmd en gecorrigeerd zijn niet overal meer voorhanden (vroeger wel). In dat domein zijn we blijkbaar achteruit gegaan. Er is ook nood aan eenvormig didactisch materiaal voor de scholen. Investeren in een degelijk infrastructuur voor geweldsbeheersing in de scholen kan een ook ten dele tegemoet komen aan de noden van de eenheden en diensten in het veld voor de organisatie van hun trainingen. Specifiek voor de politiediensten in het werkveld Aanbeveling 25: voldoende training De nu in de GPI48 voorgeschreven training (4 keer 4 uur per jaar) is het absolute minimum. Dit betekent dat elk operationeel personeelslid ongeveer 2,5 werkdagen per jaar moet wijden aan training geweldsbeheersing. Hoewel het pakket aan voorgeschreven uren training voor geweldsbeheersing minimaal is, stelt de werkgroep vast dat zelfs dit minimum in nogal wat eenheden niet wordt gehaald. Alle verantwoordelijken zouden ervan moeten overtuigd zijn dat deze trainingen duidelijk een verplichting zijn, en dat daarop niet kan of mag worden bespaard. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 12

14 Aanbeveling 26: meer training op maat Daarnaast is het belangrijk dat er omzichtig en weldoordacht wordt omgegaan met capaciteit die wordt gehypothekeerd in opleidingen. Zoals gezegd is 16 uur training geweldsbeheersing per jaar minimaal voor de gemiddelde operationele politieambtenaar, voor collega s met exclusieve bureaujobs is dit misschien nog veel. Momenteel wordt voor trainingen geweldsbeheersing enkel een onderscheid gemaakt tussen operationelen en nietoperationelen. Een betere en meer specifiek uitgewerkte onderverdeling moet mogelijk zijn, op basis van de uitgevoerde functie en de daaraan verbonden risico s. Een snelle studie van de arbeidsongevallen in 2011 door DSW leert ons dat geweld tegen politie-ambtenaren het meeste voorkomt: 1. bij ordediensten (betogingen, voetbalmatchen, muziekfestivals, alcoholmisbruik bij carnaval...) 2. bij interventie-opdrachten (bijstand aan treinbegeleiders, tussenkomst in stations en metro, intrafamiliaal geweld...) 3. bij escortes en overbrengingen (repatriëring van illegalen, overbrengingen van gedetineerden). Afgezien van deze punctuele gegevens zou men bij het ontwerpen van de training meer rekening kunnen houden met de verschijningsvormen van het geweld, en met de gegevens afkomstig van de directies die de nuttige informatie en cijfers hebben. Een betere onderverdeling kan ook op basis van de risicograad in de zone of het gebied waarin men is tewerkgesteld (een dergelijke studie werd reeds uitgevoerd voor de Brusselse agglomeratie). Het minimum aantal uren en de inhoud van de training zou dan beter kunnen worden afgestemd op de noden. Het is wel noodzakelijk dat een centrale dienst overzicht houdt op alle specifieke modules om de eenvormigheid te bewaren, en om de specifieke kennis ter beschikking te kunnen stellen van de die eenheden die ze nodig hebben. Aanbeveling 27: aandacht voor de algemene fysieke conditie Ook de leeftijd en de fysieke conditie van de politieambtenaren speelt een rol. In nogal wat zones veroorzaken de trainingen geweldsbeheersing nogal wat arbeidsongevallen. Wanneer geweldsbeheersing een prioritaire professionele basiscompetentie is voor politie-ambtenaren gedurende de basisopleiding moet ze dat ook blijven tijdens de verdere operationele loopbaan, en moeten de noodzakelijke inspanningen worden gedaan om dit op niveau te houden. Er zijn daarvoor diverse mogelijkheden: het opleggen van een minimale fysieke conditie (gebonden aan de leeftijd) met positief gevolg wanneer men de norm haalt (bijvoorbeeld beoordeling, voorwaarde voor baremische verhoging, voorrang bij mobiliteit,...), het geven van tijd binnen de diensturen voor fysieke oefening (voor zover mogelijk), het ter beschikking stellen van goedkopere sportabonnementen. Het probleem vandaag is dat het vooral de sportievelingen zijn die van deze incentives gebruik maken, en dus in feite diegenen die het het minste nodig hebben... In bepaalde landen (Nederland, Canada) zijn jaarlijkse fysische controles verplicht voor operationele politiebeambten, met minimale eisen wat de conditie betreft. Dit werd ook in ons land in een aantal zones geprobeerd. Het probleem is dat bij dergelijke maatregel men dan vanuit vakbondszijde pleegt te vragen dat er sport kan worden gedaan binnen de diensturen, en dat daarvoor momenteel duidelijk de tijd en de capaciteit ontbreekt. Good practice: in de politiezone Ath worden de personeelsleden voor de training geweldsbeheersing opgesplitst in de minen meer dan 35-jarigen. Zij worden gedurende enkele maanden fysisch voorbereid door stretching-oefeningen om een betere fysieke conditie te krijgen. Pas daarna worden de trainingen geweldsbeheersing hernomen. Hierdoor kon het aantal arbeidsongevallen in de zone drastisch worden verminderd. Aanbeveling 28: meer belang hechten aan de trainingen Het is voor de werkgroep duidelijk dat er in het werkveld meer belang moet worden gehecht aan de trainingen geweldsbeheersing. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 13

15 Van overheidszijde uit dient men deze trainingen goed te organiseren. Er moet voor het personeel voldoende mogelijkheid zijn om de voorgeschreven sessies geweldsbeheersing te volgen. De trainingen moeten bovendien zo realistisch en interessant mogelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld door het aandeel aan geïntegreerde oefeningen te verhogen (i.p.v. zich grotendeels te beperken tot technieken inzake schieten en geweldsbeheersing zonder vuurwapen). En zoals gezegd is afstemming op de specifieke functies van het personeel en de lokale werksituaties een must. Personeelsleden die onvoldoende scoren op hun eindevaluatie moeten bijkomende sessies kunnen volgen. Ook het personeel moet het belang van training geweldsbeheersing inzien, en deelnemen aan de georganiseerde sessies. Het belang kan op verschillende manieren worden benadrukt en verhoogd: - het scheiden van de functies van monitor en evaluator voor de trainingen; - Het volgen van de trainingen geweldsbeheersing zou kunnen als voorwaarde worden opgenomen voor het verkrijgen van een baremische verhoging. Dit geeft aan het personeel een incentive om de trainingen te volgen. Bijkomend voordeel is dat de druk voor oudere personeelsleden minder hoog wordt omdat zij niet meer voor baremische verhoging in aanmerking moeten komen; De werkgroep stelt vast dat er geen enkel negatief gevolg is voor de eenheden of korpsen die tekort schieten in de organisatie van de training geweldsbeheersing, noch voor personeelsleden die zich bewust aan deelname onttrekken. In het laatste geval dient het personeelslid bijkomende trainingen te krijgen, wat gezien de moeilijkheid om de zaak nu al goed te organiseren niet evident is. In het ergste geval kan de korpschef of directeur beslissen tot intrekking van het wapen, met als quasi zeker gevolg het feit dat dit personeelslid niet meer operationeel kan worden ingezet. Het probleem hierbij is dat de overheid die dit uitspreekt zich in de eigen vingers snijdt, want op die manier wordt de operationele capaciteit van de dienst aangetast. In andere organisaties zijn evenwel voorbeelden te vinden. 7 Nood aan speciale opleidingen Aanbeveling 29: organiseren van speciale opleidingen Er is nood aan een specifieke opleiding in dit domein voor leidinggevenden, HRM-verantwoordelijken, preventie-adviseurs, leden van de controle-organen (comité P en Algemene Inspectie). Wat zijn hun taken in deze? Waar liggen er valkuilen? De huidige opleiding van preventie-adviseur niveau 3 kan hiervoor als basis worden genomen. Communicatie, informatie Nood aan communicatie Aanbeveling 30: een analyse van de communicatienoden Er dient, afhankelijk van de lokale problematiek en verschijningsvormen van geweld tegen politie-ambtenaren, een analyse te worden gemaakt, waaruit onder meer blijkt welke de specifieke doelgroepen die in aanmerking komen voor communicatie rond dit thema: bijvoorbeeld geweld in uitgangsbuurten: de plaatselijke Horeca, voetbalgeweld: de club en de 7 Bij De Lijn krijgen chauffeurs een basisopleiding ter zake en jaarlijkse voortgezette opleidingen voor het behoud van hun vakbekwaamheidsattest. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 14

16 supportersverenigingen, geweld in bepaalde wijken: straathoekwerkers en vertegenwoordigers van de plaatselijke gemeenschappen. Voor die groepen dienen specifieke initiatieven te worden ontwikkeld. Aanbeveling 31: nood aan systematische communicatie Er is nood aan een systematische externe communicatie rond dit thema door de politiediensten, bij elk ernstig incident, via de pers, desgevallend via de sociale media, om de problematiek onder aandacht te brengen van de publieke opinie. Minstens moet bij elk incident externe communicatie worden overwogen. Organisatie van de communicatie Aanbeveling 32: decentraliseren van de externe communicatie Voor de federale politie is de externe communicatie zeer sterk gecentraliseerd. De afstand tussen de gedecentraliseerde diensten en de (lokale) pers is (te) groot. Er moet bekeken worden in welke mate de gedeconcentreerde diensten van de politie zelf bepaalde taken kunnen, mogen uitvoeren in het domein van de externe communicatie, net zoals de lokale politie dat kan. De werkgroep stelt overigens meer algemeen vast dat de volledige HRM-materie in de geïntegreerde politie slechts op twee niveaus bestaat: het hoogste en het laagste. Er is geen enkele mogelijkheid tot HRM, of communicatie-ondersteuning op het gedeconcentreerde niveau. Voor bepaalde domeinen van de HRM is de afstand van elke lokaliteit tot Brussel te groot, en te weinig specifiek. Inhoud van de communicatie Aanbeveling 33: extern verspreiden van concrete informatie over incidenten voor groter impact Hoe concreter en meer specifiek de informatie is, hoe groter het impact zal zijn. Dus geen grote theoretische beschouwingen, maar de maatschappij confronteren met de problemen en het leed (en de kost) die dergelijk geweld op politiepersoneel veroorzaken. A posteriori kan worden meegedeeld hoeveel schadevergoeding moest worden betaald, en welke straffen werden uitgesproken. De werkgroep meent dat men zich in de communicatie niet in eerste instantie moet focussen op de zwaarste vormen van geweld (bijvoorbeeld met gebruik van vuurwapen), maar evenzeer op de lichtere maar meer courante vormen zoals verbaal geweld. Aanbeveling 34: lokaal afspraken maken over communicatie i.v.m. geweld op politieambtenaren Er kunnen op voorhand op lokaal vlak afspraken worden gemaakt met de bestuurlijke en gerechtelijke overheden wat de inhoud en modaliteiten van deze communicatie betreft. Mogelijke (nieuwe) initiatieven Aanbeveling 35: een specifieke internetsite In het buitenland bestaan internetsites waarop alle gewelddaden tegen politiepersoneel worden bekend gemaakt. Dit zijn ofwel sites opgericht door de overheid, of, ook, als privé-initiatief door politiebeambten die aandacht vragen voor de problematiek 8. Een specifieke internetsite rond deze problematiek is een mogelijke maatregel, eventueel te verzorgen door Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 15

17 de centrale politiedirectie(s), in samenwerking met de vakorganisaties. Een specifieke facebookgroep is ook een mogelijkheid. Aanbeveling 36: de bestaande TV-kanalen ook hiervoor gebruiken Er zou kunnen worden onderzocht in welke mate de opsporingsprogramma s op RTL en VTM mee een boodschap over geweld tegen politie-ambtenaren zouden kunnen uitdragen, bijvoorbeeld n.a.v. concrete voorvallen. Aanbeveling 37: een dag van de politie met onder meer aandacht voor dit thema Vroeger waren er de feesten van de rijkswacht, op diverse plaatsen dagen van de gemeentepolitie of flikkendagen. Er kan worden nagedacht over de opportuniteit om ofwel federaal een dag van de politie in te voeren, en de problematiek van geweld tegen politie-ambtenaren daarin als onderwerp op te nemen (herdenken van de collega s overleden in dienst). Een andere optie is om deze thematiek telkens ten berde te brengen wanneer lokaal dergelijke evenementen (opendeurdagen) worden georganiseerd. Het impact van een federale dag is evenwel steeds groter. Dergelijk initiatief geeft erkenning aan de collega s slachtoffers en brengt de problematiek nationaal onder de aandacht. Aanbeveling 38: pins of badges In bepaalde landen zijn pins ingevoerd als initiatief ter bestrijding van het geweld tegen politie-ambtenaren. Zo bijvoorbeeld in Zwitserland op initiatief van een professionele beroepsorganisatie, naar verluidt in samenwerking met EuroCOP, de vakorganisatie voor politie-ambtenaren op Europees niveau. Door de verdeling (of verkoop) van deze pins verklaart de drager zich solidair met de slachtoffers van geweld tegen de politie. 9 Om redenen van doelmatigheid zou het mogelijk moeten zijn om het thema van geweld tegen politie-ambtenaren te enten op bestaande campagnes (bijvoorbeeld de BOB-campagne). Wanneer de burger wordt aangesproken kan tegelijk een folder i.v.m. geweld tegen politiemensen worden meegegeven, een pin,... Aanbeveling 39: een interne sensibiliseringscampagne Zoals gesteld in één van de vorige hoofdstukken is het noodzakelijk om een sensibiliseringscampagne te organiseren voor een betere signalering van de incidenten (wanneer het systeem op punt zal staan). Een dergelijke campagne kan worden afgesproken in het Overlegcomité B, en kan het voorwerp uitmaken, net zoals de overige maatregelen, van een item in een jaarlijks actieplan, op federaal niveau. Aanbeveling 40: een handboek of checklist Als basis is er voor de diensten nood aan een handboek, een checklist, met alle nodige en nuttige informatie. De werkgroep geeft de voorkeur aan een eenvormig handboek voor alle politiediensten, dat lokaal met plaatselijke gegevens kan worden aangevuld. Onder meer de rechten van de politie-ambtenaar, slachtoffer, moeten er in vermeld worden. Deze informatie zou kunnen gevoegd worden bij, of geïntegreerd in onthaalbrochures die nieuwe medewerkers ontvangen. Aanbeveling 41: een individuele informatiedrager voor elk personeelslid (DVD) Zoals reeds gezegd is In Nederland voor het personeel een DVD voorhanden, waarin de theorie en de technieken van geweldsbeheersing duidelijk staan uitgelegd, onder meer aan de hand van foto s en videofilmpjes. Op die manier kan ieder personeelslid wanneer het dat nodig of nuttig acht, de juiste technieken steeds gaan opzoeken, consulteren, en ook daadwerkelijk uitgevoerd zien. Bij onze diensten is er geen documentaire drager voor de leerstof die tijdens de trainingen wordt meegegeven. Alles dient gememoriseerd te worden. Niettegenstaande zou er op federaal niveau wel één en ander bestaan qua filmpjes. 9 Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 16

18 Aanbeveling 42: betere verspreiding van de preventiefiches In de newsletter Polsupport, worden voortaan in de rubriek Publicaties ook de PrevInfo s en preventiefiches opgenomen. Daarop staan de te trekken lessen uit bepaalde incidenten, opgesteld door DSW. Te weinig diensten weten van het bestaan van deze fiches af. De elektronische nieuwsbrief telt 2500 abonnees. Abonneren kan via Deze preventiefiches moeten absoluut alle politiediensten bereiken in de toekomst. Communicatie met de controle-organen Aanbeveling 43: een specifieke communicatie met de controle-organen Er dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt omtrent het uitvoeren van de controletaken bij geweld tegen politieambtenaren, om interne problemen en conflicten te vermijden. Zoals in het geval van geweld tegen andere burgers, dient de eerste prioriteit te gaan naar de hulpverlening aan het slachtoffer (in deze de politie-ambtenaar), en komen de onderzoeksverrichtingen op de tweede plaats. Het is onder meer een taak voor de lokale leidinggevenden om hierover mee te waken. Voor zover de omstandigheden van het onderzoek dit mogelijk maken dient rekening te worden gehouden met het gevoel van eigenwaarde van de betrokken ambtenaar. In het buitenland wordt bijvoorbeeld na een schietincident het wapen van de betrokken politie-ambtenaar voor onderzoek in beslag genomen, maar krijgt hij of zij, voor zover er vanuit het onderzoek geen tegenindicaties zijn, onmiddellijk een ruilwapen, zodat men op een normale manier verder kan functioneren. Operationeel Op basis van lokale risico-analyses Aanbeveling 44: aangepast aan de lokale noden Het is duidelijk dat de risico s voor geweldsgebruik tegen politieambtenaren minstens gedeeltelijk verschillen naargelang van hun functie en de plaats van inzet. Het is daarom nuttig en nodig dat er op een niveau zo dicht mogelijk bij de werkvloer specifieke risicoanalyses worden uitgevoerd, om maatregelen op maat voor te stellen. Op die manier wordt een algemene overkill vermeden, en kan een optimale bescherming worden gegarandeerd. De Lijn doet dit onder meer. 10 Zeker wanneer er lokaal hotspots bestaan, met een verhoogd risico op geweld, dringen een specifieke analyse, en daaraan gekoppeld, specifieke maatregelen, zich op. Aanbeveling 45: aangepaste bezetting op het terrein Die lokale analyse moet onder meer de grootte van het effectief op het terrein mee bepalen. De studie van de mogelijkheden tot back-up voor de ploegen op het terrein is daarbij een cruciale factor. Hoe snel moeten onze collega s op het terrein bijstand kunnen verwachten, en in welke termijn is dat in de praktijk in elke zone mogelijk? Daarbij moet het in een geïntegreerde politie mogelijk zijn om vormen van samenwerking te ontwikkelen met naburige korpsen, met politiediensten 10 De Lijn zet haar veiligheidsmaatregelen gericht in op basis van de resultaten van haar Veiligheidsmonitor. Met de Veiligheidsmonitor brengt De Lijn alle incidenten in kaart. De analyse van de verzamelde gegevens levert een lijst op met aandachtsbuurten: plaatsen waar op een bepaald tijdstip een verhoogde concentratie aan incidenten voorkomt en waar dus een verhoogde inzet van veiligheidsmaatregelen nodig is. Deze veligheidsmaatregelen zijn organisatorisch, technopreventief, opleiding en samenwerking met andere actoren. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 17

19 die deel uitmaken van de federale politie, of omgekeerd. Het is bovendien aan te bevelen dat de principes van back-up genoteerd worden in het interventiebeleid en als dusdanig gekend zijn in de dispatchings. Aanbeveling 46: samenstelling van de ploegen Het is niet altijd gemakkelijk om bij de samenstelling van de ploegen op het terrein rekening te houden met de veiligheid; er zijn immers tal van andere factoren: de sociale wensen van het personeel, de sociale bepalingen en beperkingen in de arbeidstijdregeling, specifieke functionele eisen (motorrijder, fietser, bepaalde brevetten). Maar we kunnen er niet omheen dat de samenstelling van de ploegen mee een rol speelt als we het over de veiligheid van de politieambtenaar hebben. De werkgroep heeft het dan in eerste instantie niet over de fysieke kracht in een ploeg, of het geslacht van de betrokken ambtenaren, maar in eerste instantie over de aanwezigheid van ervaring in de ploeg, en over een degelijke omkadering. De werkgroep vraagt de nodige aandacht voor de samenstelling van de ploegen, die het best mogelijke antwoord moeten kunnen geven op elke vorm van tussenkomst, waaronder ook deze met gebruik van geweld. De daadwerkelijke operationele omkadering van deze ploegen verdient aandacht, omdat ze blijkbaar niet overal aanwezig of verzekerd is. Een vakorganisatie binnen de werkgroep stelt de invoering voor van een tweede graad in het basiskader, voor de inspecteurs met een zekere ervaring. Dit geeft niet enkel een zichtbare erkenning aan de veteranen maar maakt ook een operationele omkadering zichtbaar. Het doel hierbij is niet om bijkomende baremische schalen te gaan ontwikkelen, enkel om de collega s met ervaring te kunnen identificeren. Een éénduidige handelwijze Aanbeveling 47: duidelijke en eenvormige handelwijze en procedures Het is voor de politieambtenaren, én voor de bevolking, een absolute noodzaak dat de reacties van de politie op bepaalde laakbare gedragingen voorspelbaar, duidelijk, en transparant zijn 11. Vooral bij de lichtere overtredingen heerst er nu bij de politieambtenaren, en daardoor ook bij het publiek, grote onduidelijkheid, en daardoor ook onzekerheid, die tot agressie en geweld kan leiden. Hoe moet een politiebeambte reageren wanneer iemand zijn identiteitskaart niet wenst te overhandigen of tonen? Wanneer iemand op een publieke plaats weigert zijn sigaret te doven wanneer een politiebeambte hem of haar daarom vraagt? Vanaf welk ogenblik mag die politiebeambte dwang gebruiken om de overtreding te doen ophouden? Vanaf welk ogenblik mag een politiehond worden ingezet om een vluchtende persoon te stoppen? Wat doen wij als politie wanneer een burger onze bevelen en aanwijzingen niet langer volgt? Hoe treden wij op bij vechtpartijen? Bij wildplassen?... In onze huidige maatschappij, modern en multicultureel als zij is, bestaat daar voor de jonge en minder jonge politieman en - vrouw niet langer duidelijkheid over. Teveel dwang en men loopt het risico op een klacht, te weinig en het respect voor de politie kalft af... De werkgroep stelt voor dat er aan de hand van dergelijke praktische casussen eenvormige procedures worden ontworpen, die op centraal niveau worden gevalideerd door de politieke overheden. Dergelijke procedures kunnen dan onmiddellijk in de trainingen geweldsbeheersing worden aangeleerd. Aanbeveling 48: procédés geënt op de noden en de ervaring Bij het ontwerpen van die procédés is het essentieel dat rekening wordt gehouden met de ervaring en de noden van de werkvloer, én met ervaringen uit het buitenland. Voorbeeld: een Nederlandse studie geeft aan wegens de onvoorspelbaarheid van geweld op politieambtenaren er steeds bij tussenkomsten een voorkeur moet zijn voor korte interacties (de leden van de werkgroep bevestigen dit). 11 Deze nood aan een ondubbelzinnige handelwijze wordt ook bij onze collega s in het buitenland, zoals in Nederland, duidelijk aangevoeld. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 18

20 Er zijn specifieke procédés nodig voor uitgangsbuurten, voor multiculturele wijken, voor politiewerk op treinen, op metrostellen op bussen,... uit te werken op basis van de ervaring op het terrein. Aanbeveling 49: nood aan goede briefings De werkgroep wijst op het nut en het belang van mondelinge briefings voor elke shift door een hoofdinspecteur of een officier. Op die wijze kan de informatie van de vorige shift worden doorgegeven, worden concrete opdrachten gegeven, en wordt de aandacht gevestigd op actuele (gevaars-)situaties. Aanbeveling 50: risicopersonen houden in de ANG Het is essentieel voor de veiligheid van het politiepersoneel dat gewelddadige personen, personen met een geschiedenis van geweld tegen de politie, als dusdanig in de ANG opgenomen blijven. Op die manier kunnen hun collega s desgevallend gewaarschuwd worden door de dispatchings voor mogelijk risico. Toegankelijkheid en gezag van de richtlijnen Aanbeveling 51: richtlijnen die duidelijk en goed consulteerbaar zijn De instructies geweldsbeheersing staan momenteel enkel beschreven in het handboek voor de monitoren. Dit handboek is overigens voor iedereen toegankelijk via Portal>Pol Info>Steun en beheer (Polsupport)>Documentatie(Poldoc)>Navigeren per thema>politietechnieken>geweldbeheersing>fysische dwang zonder vuurwapen (of met). Er zijn volgens de werkgroep twee problemen: 1. Het is niet normaal dat deze procédés enkel bestaan in een opleidingshandboek. Ze moeten deel uitmaken van echte richtlijnen, een omzendbrief met bindende kracht. Voorbeeld: bij een onderzoek n.a.v. een ontsnapping van een gevangene moet men in een handboek voor monitoren gaan checken of de ploegen op het terrein hebben gewerkt zoals dat kan worden verwacht (hoe, waar en wanneer boeien). 2. De instructies bestaan, maar zoals blijkt uit het hierboven beschreven zoekpad kan de gebruiksvriendelijkheid beter. Aanbeveling 52: richtlijnen kunnen aangevuld worden De beschreven procédés kunnen nog worden aangevuld, bijvoorbeeld met specifieke situaties uit de realiteit. Bijvoorbeeld: bij bepaalde tussenkomsten (in een uitgangsmilieu) is het belangrijk dat een deel van de politiecapaciteit wordt gericht op de omstanders. Er kan daarvoor ook worden samengewerkt met portiers, stewards, buurtwerkers,... Onze technieken dienen op dergelijke situaties te worden afgestemd. Zij kunnen ook worden vervolledigd aan de hand van ervaringen en voorbeelden uit het buitenland. Technisch Aanbeveling 53: radiodekking Voor de veiligheid van de ploegen is een goede radiodekking over het ganse grondgebied essentieel. Aanbeveling 54: visuele opvolging Visuele opvolging van de ploegen vanuit de dispatchings is een mogelijk technisch hulpmiddel. Geweld tegen politieambtenaren - luik sensibilisatie, preventie en opleiding 19

Luik sensibilisering, preventie en opleiding. Prioriteiten

Luik sensibilisering, preventie en opleiding. Prioriteiten Luik sensibilisering, preventie en opleiding Prioriteiten vertegenwoordiging uit alle lagen van het Belgisch politielandschap - centrale diensten - vertegenwoordigers van het terrein - controlediensten

Nadere informatie

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd. Eisenbundel 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Onderhandelingskader... 3 1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden... 3 2. De herziening van de baremische schalen.... 3 2.1.

Nadere informatie

Nieuwsbrief politie. Nummer 21 Brussel, 22 september Agenten van politie Bewapening en sociale promotie

Nieuwsbrief politie. Nummer 21 Brussel, 22 september Agenten van politie Bewapening en sociale promotie Lokale en Regionale Besturen Nieuwsbrief politie Nummer 21 Brussel, 22 september 2016 Agenten van politie Bewapening en sociale promotie 1 Op het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 17 februari

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE ASPECTEN

PSYCHOSOCIALE ASPECTEN PSYCHOSOCIALE ASPECTEN Welke lessen kunnen we trekken uit de evaluatie van de pestwet? Sofie D Ours, Preventieadviseur Psychosociale IDEWE 20 september 2011 Kursaal Oostende PreBes vzw Diestersteenweg

Nadere informatie

2017 SV vragen naar. fax

2017 SV vragen naar. fax KB Anke Van dermeersch Grote Markt 1 2000 Antwerpen Alle briefwisseling te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt I, 2000 Antwerpen I. L _j uw bericht van 9 februari 2017 uw

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse

Nadere informatie

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave Versie van 04-03-2011 DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 6. Kenmerken

Nadere informatie

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid Belast met het dossier: Cathy GRIMMEAU, Leen CORTEBEECK FR: 02.557.35.58, cathy.grimmeau@ibz.fgov.be

Nadere informatie

DE GEÏNTEGREERDE POLITIE

DE GEÏNTEGREERDE POLITIE Problemen van de politie bij de aanpak van potentiele agressie op het terrein Studiedag 18/11/2016 1 DE GEÏNTEGREERDE POLITIE 1 Gemeentepolitie Rijkswacht Gerechtelijke politie Geïntegreerde politie op

Nadere informatie

Psychosociale risico s. Hoe kan Securex u ondersteunen?

Psychosociale risico s. Hoe kan Securex u ondersteunen? Psychosociale risico s Nieuwe wetgeving Hoe kan Securex u ondersteunen? Inhoudstafel De nieuwe wetgeving 1. Toepassingsgebied 2. Wat zijn psychosociale risico s? Welke maatregelen moet de werkgever treffen?

Nadere informatie

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD FUNCTIONELE OPLEIDING GERECHTELIJKE POLITIE VOOR HET BASIS- MIDDEN- EN OFFICIERENKADER VAN DE LOKALE EN FEDERALE POLITIE Luik 1 (artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de

Nadere informatie

Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs. Aandachtspunten huidige wetgeving PSR

Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs. Aandachtspunten huidige wetgeving PSR Resultaten campagne 2015: Psychosociale Risico s (PSR) in het buitengewoon onderwijs Aandachtspunten huidige wetgeving PSR Infodagen preventie en bescherming in het GO! Tom Peerboom Sociaal inspecteur

Nadere informatie

Ook de Memorie van Toelichting moet in die richting worden aangepast.

Ook de Memorie van Toelichting moet in die richting worden aangepast. ADVIES NR 44 VAN 22 MEI 2001 VAN DE VASTE COMMISSIE ARBEID VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN OMTRENT HET VOORONTWERP VAN WET BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE WERKNEMERS TEGEN GEWELD,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Welkom bij de politie

Welkom bij de politie Welkom bij de politie Persoonlijke gegevens Naam: Functie: Dienst of zone: Onthaalbrochure van de geïntegreerde politie September 2007 Realisatie: Dienst interne communicatie Directie interne relaties

Nadere informatie

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, 03.12.2002 MH/FD/LC A D V I E S over een VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING INZAKE GEZONDHEID EN VEILIGHEID

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Checklist Inventarisatie risico s psychosociale belasting Tool voor kleine ondernemingen

Checklist Inventarisatie risico s psychosociale belasting Tool voor kleine ondernemingen Psychosociale risico s regelmatig in kaart brengen is belangrijk voor het mentale welzijn van een onderneming. U kan uw eigen psychosociale risico s in kaart brengen door onderstaande checklist in te vullen.

Nadere informatie

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave Versie van 04-03-2011 DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5.

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE EN OPERATIONELE FUNCTIES DIE DE HULPVERLENINGSZONES MOET OPRICHTEN. (inw. 20 september 2014) (B.S. 10.09.2014) Gelet op de wet

Nadere informatie

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

REFERENTIEDOSSIER. Technopreventief Adviseur - Voortgezette opleiding 2013-2014

REFERENTIEDOSSIER. Technopreventief Adviseur - Voortgezette opleiding 2013-2014 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid Dossierverantwoordelijken: Cathy GRIMMEAU, Ailien STOVE FR: 02.557.35.58, cathy.grimmeau@ibz.fgov.be

Nadere informatie

Publicatie : Inwerkingtreding :

Publicatie : Inwerkingtreding : 22 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014

De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 Maddy Van Temsche Sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving Psychosociale

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS COD24_BROCH BlauwOK2deV_NL 26-09-2005 14:33 Page 1 BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS OPSTART - PROCEDURE Preventie ter bevordering van veiligheidsgevoel en sociale betrokkenheid Stap mee

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle politiezorg doen we in Heist samen. Een politiestructuur, ten dienst van de burger, werd als dusdanig uitgebouwd en geïmplementeerd.

Kwaliteitsvolle politiezorg doen we in Heist samen. Een politiestructuur, ten dienst van de burger, werd als dusdanig uitgebouwd en geïmplementeerd. Leiderschap Visie en missie: Kwaliteitsvolle politiezorg doen we in Heist samen. Politiewerk gebeurt in Heist op mensenmaat waarbij we speciale aandacht besteden aan wat onze klanten willen. Een politiestructuur,

Nadere informatie

Eén op zeven werknemers in Vlaanderen krijgt te maken met lichamelijk geweld, ongewenst seksueel gedrag of pesterijen op het werk.

Eén op zeven werknemers in Vlaanderen krijgt te maken met lichamelijk geweld, ongewenst seksueel gedrag of pesterijen op het werk. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 725 van ELS ROBEYNS datum: 13 mei 2015 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN VAN DE HULPVERLENINGSZONES. (B.S. 12.09.2014) Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende

Nadere informatie

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK - 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK Artikel 281 - Principe Daden die psychosociale risico s

Nadere informatie

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Inhoudsopgave Psychosociale risico s? De nieuwe wetgeving De psychosociale risicoanalyse

Nadere informatie

Actieplan Diversiteit

Actieplan Diversiteit Actieplan Diversiteit 2010-2012 Stafdienst Personeel en Organisatie Dienst Diversiteitsbeleid CONTACT : Cindy HANNARD cindy.hannard@just.fgov.be Tél. : 02/542.66.50 Kim HERREMANS kim.herremans@just.fgov.be

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Stelling 1: Waardig afscheid nemen kunnen we beter overlaten aan de begrafenisondernemers

Stelling 1: Waardig afscheid nemen kunnen we beter overlaten aan de begrafenisondernemers Verslag: Stellingen Dag van het Slachtoffer 2014 Groep 4 Datum: 21 februari 2014 Liesbeth Schrijvers Slachtofferbejegening Federale Politie Isabelle Vanderhoeven Directoraat-generaal Justitiehuizen Slachtofferonthaal

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

Behandeld door Commissie Medisch Toezicht 2009 werkgroep ad hoc 2008

Behandeld door Commissie Medisch Toezicht 2009 werkgroep ad hoc 2008 I. Wettelijke basis Codex over het welzijn op het werk, Titel I, Algemene Beginselen, Hoofdstuk IV, maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers (KB 28/5/2003, Koninklijk besluit

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG

Nadere informatie

16/10/2013. Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie. Inhoud. 1. Context van het onderzoek

16/10/2013. Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie. Inhoud. 1. Context van het onderzoek Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie Jean-Marie Van Branteghem Directeur-generaal DGS 23 oktober 2013 Inhoud 1. Context & opzet onderzoek 2. Beschrijvende analyse

Nadere informatie

GEWELDSBEHEERSING ZONDER VUURWAPEN PRAKTIJK ZELFVERDEDIGING

GEWELDSBEHEERSING ZONDER VUURWAPEN PRAKTIJK ZELFVERDEDIGING Pagina 1 van 6 Opleidingsonderdeel Opleiding (luik) Vakgroep Vakgroepcoördinator Docent(en) GEWELDSBEHEERSING ZONDER VUURWAPEN PRAKTIJK ZELFVERDEDIGING Inspecteur van Politie Sport & geweldbeheersing Bert

Nadere informatie

A2. INTEGRITEITSCODE (> preventie - > sanctionering)

A2. INTEGRITEITSCODE (> preventie - > sanctionering) ACTIEPLAN GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG _ versie najaar 2018 De meldingen in de media en op publieke fora inzake grensoverschrijdend gedrag sinds oktober 2018, waarbij ook de podiumkunstensector expliciet

Nadere informatie

E-mail: fedpol.dpp@chello.be Kenmerk PC C:Program Files/TeamWARE/Office Polfeddirarms 010605doc.

E-mail: fedpol.dpp@chello.be Kenmerk PC C:Program Files/TeamWARE/Office Polfeddirarms 010605doc. Federale Politie Algemene Directie Personeel Directie van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk PERMANENTE NOTA Uitgiftenummer Uitgiftedatum Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL

Nadere informatie

Minister van Binnenlandse Zaken

Minister van Binnenlandse Zaken Minister van Binnenlandse Zaken Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI) SSGPI Ter attentie van : Fritz Toussaintstr. 8 - de korpschefs 1050 Brussel - de bijzondere rekenplichtigen T: 02 554 43

Nadere informatie

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. Doel Toelichting Het jaarverslag heeft enerzijds tot doel een samenvatting

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 53/2015 van 16 december 2015 Betreft: Adviesaanvraag m.b.t. het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en nadere regels van de toegang in real time van de spoorwegpolitie

Nadere informatie

VMOBB BELEID INZAKE PREVENTIE EN BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN

VMOBB BELEID INZAKE PREVENTIE EN BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VMOBB Beleid inzake preventie en beheer van belangenconflicten BELEID INZAKE PREVENTIE EN BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VMOBB - Verzekeringsmaatschappij van Onderlinge Bijstand van Brabant Zuidstraat 111

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 4 van 23 juni 1997 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 109 van 27 oktober 2006 over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever Arborisico s bij politie (Nederland) 16 juni 2008 Centrum voor Politiestudies HCP Piet RECOUR Sectiechef Arbeidsveiligheid Vlaanderen Federale Politie Morele

Nadere informatie

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar Jeugd gezond heids zorg 0-19 jaar Ongewenst gedrag binnen het onderwijs Meldingsregeling Vertrouwenspersoon Inleiding Meldingen van machtsmisbruik Soms is er sprake van meldingen over een vorm van machtsmisbruik

Nadere informatie

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet!

Nadere informatie

INHOUD. 1. Inleiding... 15

INHOUD. 1. Inleiding... 15 INHOUD 1. Inleiding... 15 2. Psychosociale risico s op het werk... 17 2.1. Stress op het werk... 19 2.2. Burn-out... 22 2.3. Ongewenst gedrag en conflicten... 23 2.3.1. Geweld op het werk... 23 2.3.2.

Nadere informatie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Versie 10-05-2007 Boek 2 Hoofdstuk 6.12 : Terugbetaling van de verplaatsingskosten die het gevolg zijn van een erkend arbeidsongeval of een erkende

Nadere informatie

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, woensdag 23 april 2014 LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in de reglementering betreffende arbeidsongevallen,

Nadere informatie

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht.

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. 9 februari 2016 Mevrouw, Mijnheer, Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. Voorafgaand: Het wetsontwerp tot aanvulling en

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE Stress en burn-out: voedingsbodem voor verzuim 4 Stress in cijfers: een harde realiteit 6 Onze aanpak 8 STAP 1 / Scan 10 STAP 2 / Advies 11 STAP 3 / Actie 12 Uitbreiding naar

Nadere informatie

DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN

DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN OPZ-overeenkomst 2011 Operationele prezone Noord-Limburg Provincie : Limburg Centrumgemeente:Lommel Verantwoordelijke coördinator: Jan Jorissen DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN -----------------------

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

OPLEIDING IN GEWELDBEHEERSING 1

OPLEIDING IN GEWELDBEHEERSING 1 INHOUDSTAFEL OPLEIDING IN GEWELDBEHEERSING 1 1. PROBLEEMSTELLING 1 2. METHODOLOGIE 1 3. VASTSTELLINGEN EN CONCLUSIES 2 3.1. Algemene beschouwingen----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

voor de basisopleiding een probatiestage van 6 maanden in te voeren. In punt 2 van deze omzendbrief vindt u dienaangaande reeds enkele toelichtingen.

voor de basisopleiding een probatiestage van 6 maanden in te voeren. In punt 2 van deze omzendbrief vindt u dienaangaande reeds enkele toelichtingen. 14 MEI 2013. - Ministeriële omzendbrief GPI 73 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 37 van 12 oktober 2001 met betrekking tot de modellen van jaarverslag van de externe

Nadere informatie

Visie Hanterings- en mobiliteitsbeleid (hamobel) 1. Visie

Visie Hanterings- en mobiliteitsbeleid (hamobel) 1. Visie 1. Visie Wij streven ernaar om zoveel mogelijk tilsituaties te vermijden of te beperken en waar men toch moet tillen, dat het op een veilige manier gebeurt. Vroeger werd gepoogd te tillen volgens een techniek.

Nadere informatie

STAGEHANDLEIDING AGENT VAN POLITIE

STAGEHANDLEIDING AGENT VAN POLITIE 1 STAGEHANDLEIDING AGENT VAN POLITIE voorwoord 2 Het basisontwerp van dit document is opgesteld door het Provinciaal opleidingscentrum voor politiepersoneel (PLOT). In samenspraak met de andere opleidingscentra

Nadere informatie

Knipperlichten Psychosociale Risico s : Module 2

Knipperlichten Psychosociale Risico s : Module 2 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Europees Sociaal Fonds Datum:...................... Knipperlichten Psychosociale Risico s : Module 2 Parameter Cijfermatige gegevens

Nadere informatie

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE Stress en burn-out: voedingsbodem voor verzuim 4 Stress in cijfers: een harde realiteit 6 Onze aanpak 8 STAP 1 / Scan 10 STAP 2 / Advies 11 STAP 3 / Actie 12 Uitbreiding naar

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017 A D V I E S Nr. 2.051 ------------------------------ Zitting van dinsdag 26 september 2017 ---------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van een aantal

Nadere informatie

DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie

DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke

Nadere informatie

Informatieveiligheidsconsulent. 23 sept 2014 Gent

Informatieveiligheidsconsulent. 23 sept 2014 Gent Informatieveiligheidsconsulent 23 sept 2014 Gent Wie zijn ze wat doen ze? VERANTWOORDELIJKHEDEN INFORMATIEVEILIGHEIDSCONSULENTEN Wie moet een informatieveiligheidsconsulent aanstellen? De verplichting

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Oudenburg Ettelgemsestraat 18 8460 Oudenburg Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/RMID- SCP /2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het

Nadere informatie

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Sociaal Strafwetboek Toepassing op Wet en Codex Welzijn op het werk Strafbepalingen uit de Wet Welzijn van 1996 De artikelen 81 t.e.m. 94 zijn

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad Sociale begeleiding Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0412814 betreft verslaggever SOCIALE BEGELEIDING PERSONEEL uitbouw Sociale Dienst de heer Alexander Vercamer Mevrouwen en mijne Heren, In

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 118 van 13 maart 2007 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

politieambt (CO-A-2015-034)

politieambt (CO-A-2015-034) 1/6 Advies nr 25/2015 van 1 juli 2015 Betreft: Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen wijzigingen aan de wet op het politieambt (CO-A-2015-034) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

Brussel, 30 november 2015

Brussel, 30 november 2015 Brussel, 30 november 2015 Aan de dames en heren Provinciegouverneurs Aan de heer Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie Aan de heer Voorzitter van het College

Nadere informatie

Globaal preventieplan

Globaal preventieplan // Globaal preventieplan 2017-2021 1. Doelstelling In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en het uitvoeringsbesluit van 27 maart 1998 (B.S. 31 maart 1998) Art. 10, stelt de werkgever, in overleg

Nadere informatie

Hoofdstuk I Voorwaarden voor erkenning van vormingsinstanties

Hoofdstuk I Voorwaarden voor erkenning van vormingsinstanties BESLISSING VAN 1 FEBRUARI 2007 GEWIJZIGD DOOR DE BESLISSING VAN 11 MAART 2010 EN DE BESLISSING VAN 23 SEPTEMBER 2010 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN EN PROCEDURE VOOR ERKENNING VAN VORMINGSINSTANTIES

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE DISPATCHING VAN

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten; GR20170622 punt 3: Politie - Personeel - Externe aanwerving - Openverklaring van een betrekking in het administratief en logistiek kader - Niveau B - Consulent - voor de dienst beleid, beheer & ondersteuning

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/006 BERAADSLAGING NR. 11/005 VAN 11 JANUARI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/08/002 BERAADSLAGING NR. 08/002 VAN 15 JANUARI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN BEPAALDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

DATA PROTECTION NOTICE Tracimat vzw

DATA PROTECTION NOTICE Tracimat vzw DATA PROTECTION NOTICE Tracimat vzw INLEIDING Tracimat vzw, met maatschappelijke zetel te Lombardstraat 34-42 te 1000 Brussel en ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen met ondernemingsnummer0

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk

De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk De preventie van psychosociale risico s op het werk : implementatie van de wetgeving naar de praktijk Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/17/143 BERAADSLAGING NR. 17/014 VAN 21 FEBRUARI 2017, GEWIJZIGD OP 18 JULI 2017, BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/178 BERAADSLAGING NR. 07/068 VAN 4 DECEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING DOOR SOCIALE INSPECTIEDIENSTEN

Nadere informatie

DAH - CENTREX WEGVERKEER

DAH - CENTREX WEGVERKEER ReeksNr : 5003 7256 - DAH - CENTREX WEGVERKEER CONSULENT Lid van het kennis en expertisecentrum Centrex wegverkeer Documentalist 1 vacature(s) CONDITIONS Toegangsvoorwaarden D'ACCES CALOG PERSONEEL CONSULENT

Nadere informatie