kennis van begeleiders van cliënten met een licht verstandelijke beperking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "kennis van begeleiders van cliënten met een licht verstandelijke beperking"

Transcriptie

1 De effectiviteit van de training Motiverende Gespreksvoering op gespreksvaardigheden en kennis van begeleiders van cliënten met een licht verstandelijke beperking Naam: J. Stam Studentnummer: Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek begeleiders: Prof. Dr. R. Didden & Drs. J. de Jonge Eerste beoordelaar UvA: Dr. X.M.H. Moonen Tweede beoordelaar UvA: mw. Dr. P. Helmond Universiteit van Amsterdam

2 Abstract In this study the effectiveness of a training Motivational Interviewing (MI) for direct caretakers of people with mild intellectual disabilities was examined. It was assessed if there was a significant increase in the use of the key-elements and skills which are vital in MI. Furthermore it was assessed if there was a significant decline in the use of wrong behaviour in relation to MI and if there was a significant increase in the knowledge of the key-elements and skills of MI. The participants in the experimental group (N=27) and control group (N=33) all were direct caretakers of people with mild intellectual disabilities. The participants provided data in the form of knowledge-tests and questions taped in audio-recordings. The results showed that there was no significant increase in the use of key-elements or skills of MI, nor was there a significant decrease in the use of wrong behaviour related to MI. There was no significant increase in knowledge about the key-elements and skills associated with MI for the experimental group. In the discussion suggestions are given for explicating the results found. Keywords: effectiveness, training, direct caretakers, motivational interviewing, counsellors, mild intellectual disability. Samenvatting In dit onderzoek wordt de effectiviteit van de training Motiverende Gespreksvoering (MGV) gegeven aan begeleiders van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) onderzocht. Hierbij is gekeken naar de eventueel significante toename in het gebruik van de kernelementen en vaardigheden, de afname in het gebruik van valkuilen gerelateerd aan MGV en naar de eventuele toename van kennis omtrent kernelementen en vaardigheden behorende bij MGV. De experimentele groep (N=27) en de controlegroep (N=33) waren allen begeleiders 2

3 van mensen met een LVB. Zij leverden data in de vorm van antwoorden op een kennistoets en opgenomen gespreksvaardigheden. Uit de resultaten blijkt dat er geen sprake was van een significante toename van het gebruik van de kernelementen en vaardigheden, geen significante afname van het gebruik van gedragingen die als valkuilen benoemd kunnen worden en er geen significante toename was in kennis omtrent de kernelementen en vaardigheden behorende bij MGV voor de experimentele groep. Sleutelwoorden: effectiviteit, training, directe begeleiders, Motiverende Gespreksvoering, begeleiders, licht verstandelijke beperking. 3

4 Inleiding De prevalentie van emotionele- en gedragsproblemen is hoger onder mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) dan onder mensen zonder verstandelijke beperking (Emerson, Robertson & Wood, 2005). Het gaat hierbij om mensen met een IQ-score tussen de die tevens een beperkt (sociaal) aanpassingsvermogen hebben en waarbij sprake is van bijkomende problematiek, bijvoorbeeld in de vorm van leer- of gedragsproblemen (Riemersma & Dijkstra, 2013). De beperkingen in het adaptief vermogen moeten gedurende de ontwikkeling zijn opgetreden (Riemersma & Dijkstra, 2013). Mensen met een LVB hebben een bovengemiddeld groot risico op ernstig probleemgedrag in vergelijking met gemiddeld begaafde mensen (Noom, van der Veldt, Houdt & Slot, 2009; Veneberg, 2010). Zo is er bij hen frequenter sprake van fysieke agressie, stemmingswisselingen, seksuele uitbuiting, middelenmisbruik en moeite hebben met het onderhouden van relaties (Taggart, McLaughlin, Quinn, & Milligan, 2006). Dit vergrootte risico op gedragsproblemen komt voort uit het feit dat mensen met een LVB meer risicofactoren en minder beschermende factoren kennen dan leeftijdsgenoten met een gemiddelde intelligentie (Collot d Escury, 2007). Naast deze grotere kans op gedragsproblemen hebben probleemgedragingen bij mensen met een LVB ook meer negatieve gevolgen (Veneberg, 2010). Voor de risicofactor middelenmisbruik, wat frequenter voorkomt bij mensen met een LVB, geldt bijvoorbeeld dat mensen met een LVB extra gevoelig zijn voor de schadelijke gevolgen van alcohol en drugs (Bransen, 2008 in Veneberg, 2010). Hun verminderde cognitieve vaardigheid en gebrek aan flexibiliteit kan voor mensen met een LVB belemmerend werken voor het veranderingsproces (Aharonovich, Amrhein, Bisaga, Nunes & Hasin, 2008). Hierdoor is het veranderen van probleemgedrag voor mensen met een LVB mogelijk minder eenvoudig dan voor mensen zonder een LVB. 4

5 Motiverende Gespreksvoering (MGV) is een methode die is ontwikkeld om mensen te motiveren hun gedrag te veranderen (Miller & Rollnick, 2014), daarbij gaat het met name om gedrag dat tot het gewoonterepertoire van een persoon is gaan behoren (Schippers & De Jonge, 2002). MGV is een op samenwerking gerichte gespreksstijl tussen een motivator (hulpverlener) en iemand die gemotiveerd moet worden (cliënt) die de eigen motivatie en bereidheid tot verandering van de cliënt versterkt. Volledige acceptatie van de cliënt door en een niet-moraliserende houding van de hulpverlener liggen aan de basis van MGV. De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en zijn keuzevrijheid staan centraal (Miller & Rollnick, 2014). Binnen MGV behoort een gesprek altijd op samenwerking gericht te zijn, waarin de hulpverlener een gidsende in plaats van sturende rol heeft en als primair doel heeft de motivatie van de persoon zelf te versterken (Miller & Rollnick, 2014). In eerste instantie werd MGV ontwikkeld om mensen te motiveren te stoppen met een verslaving, maar deze techniek blijkt in de praktijk ook effectief te zijn bij andere (gedrags)problemen (Schippers & de Jonge, 2002). MGV gaat uit van het idee dat motivatie niet statisch is, maar flexibel per persoon en situatie en daarom beïnvloedbaar door mensen in de omgeving van de persoon. Een aanname binnen de MGV is ook dat cliënten die hulp zoeken, ambivalent zijn over verandering. Miller en Rollnick (2014) zien het bewerken van motivatie gericht op de effectuering van de gedragsverandering als de centrale taak van een hulpverlener. Hoewel ambivalentie een normaal onderdeel van het proces van verandering is (DiClemente, 2003; Engle & Arkowitz, 2005), staat dit de daadwerkelijke verandering vaak in de weg. Het nastreven van twee tegenstrijdige doelen zorgt ervoor dat de cliënt niet werkelijk beweegt. Door MGV wordt de beweging van een cliënt in de richting van een daadwerkelijke gedragsverandering op een persoonsgerichte manier bewerkstelligd door het verhelderen en oplossen van de argumenten die ten grondslag liggen aan de ambivalentie. Door de ambivalentie bij mensen bespreekbaar 5

6 te maken, streeft de begeleider er naar om een discrepantie tussen het huidige gedrag van de cliënt en de doelen die de cliënt nastreeft te verhelderen. Op deze manier wordt de motivatie tot verandering bij de cliënt vergroot. Een volgende stap is dat de begeleider zogenaamde verandertaal bij de cliënt ontlokt. Verandertaal refereert naar uitspraken van de cliënt waaruit de intentie om te veranderen blijkt (Trentelman, Nieuwold & Didden, 2013) en het is de taak van de hulpverlener om er voor te zorgen dat de cliënt zelf zulke verandertaal gaat gebruiken (Miller & Rollnick, 2014). Het uitlokken van verandertaal wordt gezien als één van de voornaamste onderdelen van de (gespreks)vaardigheden van MGV. De cliënt één kant van een kwestie laten verwoorden zorgt bij de cliënt voor een verschuiving van de balans in de richting van die kant van de kwestie. Mensen leren hun eigen attitudes en meningen het best door deze zelf te verwoorden en uit te spreken (Bem, in Miller & Rollnick, 2014). Er kunnen zes verschillende typen vragen gesteld worden om verandertaal te ontlokken, namelijk: meetlat van belang, meetlat van vertrouwen, voor- en nadelenbalans, vragen naar extremen, voor- en achteruitkijken en uitweiden. De onderliggende spirit van MGV, het onderliggende perspectief van waaruit MGV in de praktijk wordt gebracht, bestaat uit vier onderling samenhangende kernelementen: partnerschap, acceptatie, compassie en ontlokken. Hierbij kan acceptatie op zijn beurt onderverdeeld worden in vier aspecten: absolute waarde, accurate empathie, ondersteuning van autonomie en bevestiging. Deze onderliggende waarden van MGV worden door de begeleiders geleidelijk aan en al doende geleerd gedurende het doorlopen van de vier deelprocessen die MGV kent. Deze deelprocessen kunnen elkaar deels overlappen, in elkaar overvloeien en zich herhalen. Het eerste deelproces is (therapeutisch) engageren. Dit is het proces waarin de werkrelatie wordt aangegaan. Therapeutisch engagement noemen Miller & Rollnick (2014) 6

7 een voorwaarde voor alles wat er in het verdere proces van MGV op volgt. Engageren vloeit over in het tweede deelproces van focussen, dat er op gericht is om geleidelijk richting en doel in het gesprek te krijgen. Wanneer het over verandering gaat komt men bij het derde deelproces dat de kern vormt van MGV; het ontlokken. Ontlokken is het laten verwoorden van argumenten voor verandering door de persoon zelf, waarbij het uitlokken van verandertaal kan worden ingezet. Het vierde deelproces plannen vloeit vervolgens op natuurlijke wijze voort uit het deelproces ontlokken. Er wordt bij het plannen overlegd over veranderdoelen en verander plannen. Door het toepassen in de vier deelprocessen van de bij MGV noodzakelijke kernelementen en vaardigheden die in Tabel 1 zijn weergegeven (toelichting in bijlage 1) raken cliënten stap voor stap gemotiveerd om stappen te zetten tot gedragsverandering. Deze vaardigheden doorsnijden elk van de vier processen en zijn voortdurend nodig voor het beoefenen van MGV. Daartegenover staan de valkuilen van MGV, welke ook alle vaardigheden kunnen doorsnijden en in elk deelproces (ongewenst) terug kunnen komen. Tabel 1. Kernelementen vaardigheden en valkuilen van Motiverende Gespreksvoering Kernelementen Vaardigheden Valkuilen Partnerschap Open of gesloten vragen stellen Pleiten voor verandering Acceptatie Reflectief luisteren Deskundige Compassie Bevestigen Bekritiseren Ontlokken Samenvatten Etiketten plakken Informeren Verandertaal uitlokken Eigen agenda volgen Superioriteit uiten De grootste bedreiging tijdens het toepassen van de vaardigheden van MGV is er in gelegen dat er in een gesprek de indruk gegeven wordt dat het contact tussen de hulpverlener en cliënt niet wederkerig is. Uitspraken van de hulpverlener die niet passen binnen MGV en die weerstand op kunnen roepen bij de cliënt, worden gerekend tot de valkuilen van Motiverende Gespreksvoering. Zes verschillende valkuilen worden door Miller & Rollnick (2014) onderscheiden. De eerste valkuil is het pleiten voor verandering. Hierbij gaat het vaak om het 7

8 voortijdig focussen op het oplossen van het probleem door de hulpverlener, terwijl de cliënt hier in de werkrelatie nog niet aan toe is. De tweede valkuil, die van het etiketten plakken, doet zich voor wanneer de hulpverlener de aandacht wil richten op een bepaald probleem en hier ongevraagd een naam aan geeft ( je bent verslaafd ). Doordat aan veel etiketten een stigma kleeft, zorgt dit veelal voor veel weerstand bij de cliënt. De schuldvraag waarmee cliënten kunnen worstelen maakt dat ze zich defensief op kunnen stellen. Uitspraken waarin de cliënt beschuldigd of bekritiseerd wordt en wanneer hem schaamte wordt aangepraat door de hulpverlener worden gescoord onder de derde valkuil, die van het bekritiseren. Bij de vierde valkuil rol van de deskundige aannemen horen uitspraken waarbij het gaat om het ongevraagd geven van informatie en advies die de hulpverlener passen ( weet je wat jij zou moeten doen..? ), terwijl een belangrijk onderdeel van MGV is dat de hulpverlener niet de antwoorden heeft voor cliënten zonder hun medewerking en expertise. Bij de vijfde valkuil de eigen agenda volgen gaat de hulpverlener voorbij aan waar de cliënt het op dat moment over wil hebben, om zijn eigen agendapunten te kunnen bespreken. De hulpverlener neemt het voortouw in het gesprek, waardoor de cliënt in een ondergeschikte rol wordt gezet. Wanneer er uitspraken worden gedaan die behoren tot de zesde valkuil superioriteit uiten, dan betreft het dwingende uitspraken door de hulpverlener met een duidelijke boodschap ( het is beter voor je als je nu stopt ). Binnen de forensische orthopedagogiek wordt onderzocht hoe de effectiviteit van interventies kan worden gegeneraliseerd en welke bestaande interventies effectief zijn (Stams, Van der Put, Hoeve & Asscher, 2013). Om de effectiviteit van interventies in het forensische veld te kunnen waarborgen dienen deze gericht te zijn op dynamische risico- en protectieve factoren die (relatief sterk) met recidive samenhangen (Stams et al., 2013). Het aantal effectstudies in de wetenschappelijke literatuur bij jeugdigen en volwassenen met een licht verstandelijke beperking is de laatste vijftien jaar aanzienlijk toegenomen en wordt steeds 8

9 beter (Stams et al., 2013). Hoewel er de laatste jaren steeds meer onderzoek gedaan wordt naar de effectiviteit van interventies (Hendriks & Stams, 2012), worden er nog altijd vele interventies toegepast waarvan de exacte werking en de effectiviteit niet bekend is. Dit geldt specifiek voor interventies gericht op mensen met een LVB. Het aantal interventies voor mensen met een LVB groeit, maar lang niet alle interventies zijn goed gedocumenteerd en uitgewerkt (Moonen & Didden, 2014). Ondanks het groeiende aanbod van interventies voor mensen met een LVB is er nog weinig bekend over de effectiviteit van interventies gericht op deze doelgroep (Zoon, 2013). Onderzoek naar de effectiviteit komt echter op gang en dit onderzoek naar de effectiviteit van een training MGV sluit zodoende goed aan bij de beweging binnen de forensische orthopedagogiek om de effectiviteit van de in dat werkveld gebruikte interventies te toetsen. MGV is een veelbelovende methode en er is veelvuldig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van MGV bij mensen zonder verstandelijke beperking, maar onderzoek is nodig om uit te zoeken hoe we MGV het best bij de doelgroep van mensen met een LVB kunnen gebruiken (McLaughlin, Taggart, Quinn, & Milligan, 2007; in Frielink & Embregts, 2013). Doorgaans wordt MGV toegepast bij cliënten zelf. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar een training gericht op begeleiders. Vanwege de beperkingen van mensen met een LVB en veelal bijkomende en langdurige problematiek heeft deze groep mensen vaak specialistische zorg nodig. Veel mensen met een LVB en bijkomende problemen zijn afhankelijker van hun omgeving en context dan gemiddeld begaafde leeftijdsgenoten. Deze mensen hebben meer steun en stimulering vanuit hun directe omgeving nodig (Riemersma & Dijkstra, 2013). Het is aangetoond dat behandeling en training gericht op hun directe interactiepartners (zoals ouders/verzorgers, medecliënten en groeps(bege)leiders) gedragsproblemen bij jeugdigen met een LVB substantieel kan doen afnemen (Orobio de Castro, Embregts, Van Nieuwenhuijzen, & Stolker, 2008). Uit onderzoek van Orobio de Castro en collega s (2008) 9

10 bleek bijvoorbeeld dat oudertrainingen en trainingen voor hulpverleners gericht op de omgang met cliënten en het sturen van groepsprocessen een positief effect hadden op het verminderen van gedragsproblemen bij jeugdigen met een LVB. De interventie Samen Stevig Staan is hier een voorbeeld van. Deze interventie vermindert effectief de gedragsproblemen van jeugdigen met een LVB door zowel de opvoedingsvaardigheden van ouders als de oplossingsvaardigheden van de jeugdigen in sociale situaties door middel van ouder- en kindtrainingen te verbeteren (NJI, 2013). Er zijn dan ook in toenemende mate zogenaamde indirecte therapieën die gericht zijn op belangrijke mensen in de omgeving van jeugdigen en volwassenen met een LVB, zoals begeleiders (Zoon, 2013). Hierbij wordt uitgegaan van de gedachte dat de manier waarop begeleiders omgaan met behandelafspraken en de wijze waarop zij communiceren met cliënten van invloed is op de ontwikkelingen en het voortduren van gedragsproblemen bij hun cliënten (Zijlmans, Embregts, Gerits, Bosman, & Derksen, 2009). Standaardtrainingen sluiten daarnaast vaak niet aan bij de cognitieve mogelijkheden van mensen met een LVB (Frielink & Embregts, 2013). Wellicht is dan een indirecte training voor begeleiders, die vervolgens de opgedane kennis inzetten om de gedragsproblemen van mensen met een LVB te verbeteren effectiever dan een training daartoe direct op henzelf gericht. Met het oog op MVG zou dit betekenen dat de vraag aan de orde is of begeleiders in staat zijn om op een effectieve manier cliënten te motiveren om nieuwe stappen te zetten tot gedragsverandering. Met dit doel is de training Motiverende Gespreksvoering ontwikkeld door De Jonge & Trentelman (z.d.). De opzet voor de training MGV wordt hieronder globaal beschreven, voor een uitvoerige uitwerking van de training wordt verwezen naar De Jonge & Trentelman (z.d.). De training richt zich met name op het aanleren van de kernelementen en vaardigheden behorende bij MGV aan begeleiders van cliënten met een LVB en ernstige gedragsproblemen. Tevens richt de training zich op het verbeteren van de kennis van de conceptuele en 10

11 theoretische uitgangspunten van MGV, van de kernelementen van MGV en van het transtheoretisch model van gedragsverandering van Prochaska, DiClemente en Norcross (1992). In de training wordt onder meer gebruik gemaakt van plenaire uitleg, discussie, het modelleren van technieken en het doen van rollenspellen. De training wordt in zes dagdelen gegeven. In Tabel 2 staat de inhoud per trainingsbijeenkomst weergegeven. Tijdens de training wordt in eerste instantie meer ingegaan op de theoretische achtergronden van MGV, om vervolgens meer in te kunnen gaan op de vaardigheden en daarbij specifieke aanpassingen van MGV bij mensen met een LVB. Tabel 2. Inhoud van de bijeenkomsten van de training Motiverende Gespreksvoering Bijeenkomst 1 Bijeenkomst 2 Bijeenkomst 3 Bijeenkomst 4 Bijeenkomst 5 Bijeenkomst 6 Inhoud Kennismaken, motivatie, grondbeginselen van MGV, aanpassingen bij LVB. Engageren, vragen stellen, reflecteren en aanpassingen bij LVB. Luisteren, reflecteren, bevestigen en samenvatten en aanpassingen bij LVB. Focussen en aanpassingen bij LVB. Ontlokken en verandertaal en aanpassingen bij LVB. Wrijving en plannen en aanpassingen bij LVB. Om de kwaliteit van de training te waarborgen voldoet de trainer aan een aantal kwaliteitseisen op het gebied van algemene trainersvaardigheden en heeft hij kennis en kunde in MGV. Daarnaast is er een draaiboek voor trainers ontwikkeld, waarin voor ieder onderdeel van de training specifiek het doel en de te gebruiken leermiddelen wordt aangegeven. Ook zijn er reeds een aantal oefeningen uitgeschreven waaruit de trainer een keuze kan maken. Door middel van een codeersysteem en het coderen van de verzamelde audioopnamen kan worden onderzocht of, en in welke mate, de participanten gedurende de gespreksopnamen de kernelementen en vaardigheden die bij MGV horen toepassen. Op deze manier kan worden onderzocht of het toepassen van de kernelementen en vaardigheden na het volgen van de training toeneemt. De CoSIT-MI is een codeersysteem waarmee zowel de kernelementen, 11

12 gespreksvaardigheden als valkuilen behorende bij MGV beoordeeld kunnen worden en wordt als een waardevol instrument gezien bij de training en implementatie van MGV (De Jonge, Schippers & Schaap, 2005). De CoSIT-MI is ontwikkeld om de mate waarin een hulpverlener bepaalde richtlijnen volgt (adherence) te beoordelen en tevens is de schaal bedoeld om de kwaliteit waarmee deze richtlijnen worden toegepast (competence) te beoordelen. De CoSIT-MI is opgedeeld in drie onderdelen. In de CoSIT-MI is de onderliggende drijfveren van MGV bestaande uit de vier onderling samenhangende kernelementen samengevat in twee begrippen, namelijk empathie en spirit, die de volledige lading van alle kernelementen gezamenlijk dekken. In de handleiding van het codeersysteem staat de operationalisering van de verschillende concepten duidelijk beschreven, met het bijbehorende gedrag waarop gelet dient te worden bij het coderen (De Jonge & Merkx, 2010). Empathie wordt in gedrag uitgedrukt door begripvol, verstaanbaar en deugdelijk te reageren op de perspectieven van de cliënt met uitspraken die erop wijzen dat de hulpverlener de cliënt aanvaart, begrijpt en accepteert. Door middel van vakkundig reflectief luisteren tracht de hulpverlener de gevoelens en perspectieven van de cliënt te begrijpen, zonder dat hij oordeelt, kritiseert of beschuldigt. Ook door de basisvaardigheid open vragen stellen wordt empathie uitgedrukt. Om opnamen te kunnen coderen is er een handleiding ontworpen met diverse voorbeelden en met een uitleg van alle kernelementen, valkuilen en vaardigheden en hun operationalisering (zie De Jonge, z.d.), deze handleiding werd ten behoeve van dit onderzoek gedurende het scoren bij de hand gehouden. De Jonge, Merkx & de Gee (in press) beoordeelden audio-opnamen zowel met de CoSIT-MI als met de MITI 3.1, een codeersysteem dat in Amerika doorgaans gebruikt wordt, en uit hun onderzoek bleek dat de scores op beide testen voldoende samenhingen. Uit dit onderzoek van De Jonge, Merkx en De Gee blijkt dat op basis van de scores op de CoSIT-MI 12

13 een onderscheid te maken is tussen gesprekken die gebaseerd zijn op Motiverende Gespreksvoering en andersoortige gesprekken (De Jonge, Merkx & de Gee, z.d.). Na het coderen van de audio-opnamen met behulp van de CoSIT-MI is het van belang de betrouwbaarheid van deze coderingen te toetsen. De primaire maatstaf voor het beoordelen van de betrouwbaarheid bij het coderen van instrumenten is de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (MINT, 2015). De ICC over de gemiddelde score op het codeersysteem (ICC, 2,k) is een goede betrouwbaarheidsmaat met heldere richtlijnen die wordt gebruikt om de betrouwbaarheid te meten (Cicchetti, 1994). Om deze te mogen toepassen dient zo n twintig procent van het totaal aantal opnamen door twee codeurs te worden gecodeerd, met een minimum van tien (MINT, 2015). Wanneer de ICC van elke variabele is uitgerekend en deze is voldoende, betekent dit dat er met de gemiddelde score van de codeurs betrouwbaar kan worden gewerkt. In deze scriptie worden de resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van de training MGV aan begeleiders van mensen met LVB gepresenteerd. De centrale onderzoeksvraag luidde: is de training Motiverende Gespreksvoering bij de begeleiders van mensen met een LVB effectief? De eerste deelvraag luidde: is er na de training MGV bij de begeleiders een significante toename in het gebruik van de kernelementen empathie en spirit behorende bij MGV? De tweede deelvraag luidde: is er na de training MGV bij de begeleiders een significante toename in het gebruik van de vaardigheden behorende bij MGV en een significante afname in het gebruik van de valkuilen behorende bij MGV? Voor wat betreft vaardigheden gaat het om de vaardigheden: vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen, samenvatten, informeren en verandertaal uitlokken. Voor wat betreft de valkuilen gaat het om de valkuilen: pleiten voor verandering, rol van de deskundige 13

14 aannemen, bekritiseren, etiketten plakken, eigen agenda volgen en superioriteit uiten. De derde deelvraag luidde: is er na de training MGV bij de begeleiders een toename aan kennis over de kernelementen en vaardigheden van MGV? De verwachting was dat de training MGV effectief zou zijn voor alle vier de elementen (toename kernelementen, toename vaardigheden, afname valkuilen en toename kennis) bij een experimentele groep maar niet bij een controle groep van begeleiders. 14

15 Methoden Participanten Het totaal aantal participanten aan dit onderzoek was N=60. De participanten van de experimentele groep waren 27 begeleiders die werkzaam zijn bij Trajectum. Hun gemiddelde leeftijd was 41,2 jaar (SD = 12.05) en zij hadden gemiddeld 12,3 jaar (SD = 9.74). werkervaring in de zorg met mensen met een LVB. Van de 27 begeleiders hadden er 13 een MBO-opleiding, 12 een HBO-opleiding en twee een WO-opleiding afgerond. De participanten van de controlegroep waren 33 begeleiders die werkzaam waren bij andere zogenaamde SGLVG (sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt) instellingen, namelijk bij Ipse de Bruggen, Altrecht en Trajectum. Hun gemiddelde leeftijd was 36,8 jaar (SD = 11.78) en zij hadden gemiddeld 7,6 jaar (SD = 6.86) werkervaring in de zorg met mensen met een LVB. Van de 33 begeleiders uit de controlegroep hadden er 13 een MBO-opleiding afgerond en 20 een HBO-opleiding. In onderstaande tabel is te zien dat de experimentele groep en de controlegroep in hun gemiddelde leeftijd en opleidingsniveau niet van elkaar verschilden. Voor werkervaring geldt dat de experimentele groep significant meer werkervaring had dan de controlegroep. Tabel 3. Gemiddelde en standaardafwijking van de experimentele groep en de controle groep voor de items leeftijd, werkervaring en opleidingsniveau en de eventuele significantie van de verschillen tussen de experimentele groep en de controlegroep. Leeftijd Werkervaring Opleidingsniveau Experimentele groep N=27 Controlegroep N=33 Mean SD Mean SD P 41,19 12,05 36,82 11, ,26 9,79 7,61 6,86.04* 0,59 0,64 0,61 0,

16 Materiaal De opnamen: Omdat deelname aan dit onderzoek vrijwillig was, is voorafgaand aan iedere audio-opname aan de betreffende cliënt of de cliëntvertegenwoordiger toestemming gevraagd om een deel van een gesprek met een begeleider op te mogen nemen. Het doel van de opnamen is door de begeleiders aan de cliënten uitgelegd. De cliënten zijn op de hoogte gesteld van het feit dat de opnamen na afloop van het onderzoek werden vernietigd en dat de opnamen niet buiten het onderzoeksteam verspreid werden. De opname betrof steeds een (deel van een) gesprek met een cliënt. Uit onderzoek blijkt dat het middelste deel van circa twintig minuten van een gespreksopname een goede indicatie geeft van de inhoud van de totale opname (Weck, Bohn, Ginzburg, & Stagnier, 2011) en met gecodeerde fragmenten van twintig minuten uit langere consulten betrouwbaar de effecten van training zijn aan te tonen (Miller et al., 2004). Dit is benaderd door bij opnamen met een duur langer dan 20 minuten na vijf minuten te starten met coderen en door te gaan totdat er 20 minuten gecodeerd waren. Indien een opname korter was dan 20 minuten, werd er begonnen met coderen bij de eerste inhoudsvolle zin tot en met de laatste inhoudsvolle zin. De gemiddelde duur van de aangeleverde opnames (n = 46) was 16,40 minuten (SD = 2.38). Het betrof veelal een wekelijks gesprek tussen begeleider en cliënt. Het gesprek werd opgenomen met een videocamera, waarvan alleen de audio-functie gebruikt werd. De camera was continue beschikbaar op de afdeling. Codeersysteem CoSIT-MI: Allereerst worden er globale scores gegeven voor de aanwezigheid ( adherence ) en kwaliteit ( competence ) van de twee onderliggende principes empathie en spirit gedurende de gehele audio-opname. Beiden worden gescoord op een 7- punts Likert-schaal, waarbij wordt uitgegaan van een score van 4 wanneer de begeleider adequaat te werk gaat. Voor adherence geldt dat een score van 1 betekent dat het principe niet herkenbaar aanwezig in de opname en een score van 7 betekent dat dit zeer frequent 16

17 herkenbaar aanwezig was. Als tijdens de opname blijkt dat de hulpverlener beter of slechter presteert dan adequaat wordt een hogere/lagere score gegeven (1= heel slecht; 7 = perfect). Als het principe niet herkenbaar aanwezig was tijdens de opname, krijgt de hulpverlener bij competence een score van 9. Vervolgens wordt beoordeeld of de (gespreks)vaardigheden in het gesprek voorkomen en zo ja, hoe frequent deze toegepast werden. Ook de aanwezigheid van strategieën om verandertaal te ontlokken werd op deze manier beoordeeld. Tot slot werd beoordeeld of de valkuilen behorende bij MGV voorkwamen. Bij het coderen werden alleen de uitspraken van de begeleider gecodeerd, ongeacht of de uitspraak tot het gewenste gedrag bij de cliënt leidde, omdat het hier ging om het toepassen van de kernelementen en vaardigheden door de begeleiders.. Het monitoren van therapietrouwheid kon worden gedaan door uitsluitend de uitingen van de hulpverlener te meten (Pierson et al., 2007). Kennistoets: Door middel van de kennistoets is vastgesteld of de training tot een toename in kennis over de achtergrond en werkwijze van MGV leidde. Er is gewerkt met een kennistoets in ontwikkeling, met daarbij de versies 1, 2 en 3. Alle versies van de kennistoetsen vragen naar dezelfde kennis over de kernelementen en vaardigheden van MGV en alle drie de versies zijn terug te voeren op MGV zoals beschreven door Miller & Rollnick (2005;2014). Alle versies van de kennistoets zijn te herleiden tot dé bron op het gebied van MGV van Miller & Rollnick (2005; 2014). Dit geldt ook voor de derde versie van de kennistoets, waarin de bewoordingen van Van der Veen & Goijarts (2012) worden gebruikt. Zij beschrijven MGV zoals dit in de Engelstalige literatuur van Miller & Rollnick wordt beschreven en hun vertaling van de concepten is soms licht verschillend van de definitieve Nederlandse vertaling van Miller & Rollnick (2014). Hoewel de concepten soms iets anders benoemd worden, verwijzen ze naar hetzelfde Engelstalige construct van Miller & Rollnick (2014). 17

18 Elke vraag werd gescoord met een 0 of 1, waarbij 0 foutief beantwoord was en 1 goed beantwoord. Zodoende gold hoe hoger de score, hoe meer kennis er was betreffende de achtergrond en werkwijze van MGV. Naar de psychometrische kwaliteiten van de kennistoets, versie 3, wordt op dit moment nader onderzoek gedaan. Procedure experimentele groep en controle groep Experimentele groep: voorafgaand aan de training werden de achtergronden van de training en het bijbehorende onderzoek in een teamvergadering gepresenteerd. Vervolgens kregen de begeleiders van de experimentele groep literatuur toegezonden, namelijk hoofdstuk 5 en 6 uit het boek van Van der Veen & Goijarts (2012). Naast het lezen van deze literatuur werd aan ieder van de begeleiders gevraagd een audio-opname te maken van een gesprek met een cliënt. Voorafgaand aan de eerste trainingsbijeenkomst hebben de deelnemers deze audioopname gemaakt en gedurende de eerste trainingsbijeenkomst werd de eerste kennistoets gemaakt. Tijdens de laatste trainingsbijeenkomst werd de kennistoets nogmaals ingevuld en in de twee weken na afloop van de training werd wederom een audio-opname gemaakt van een gesprek met een cliënt. Controlegroep: de deelname aan dit onderzoek en de bijbehorende werkzaamheden zijn in een teamvergadering gepresenteerd. Tijdens deze teamvergadering werd de kennistoets voor een eerste maal ingevuld. In de weken hierna werd aan ieder van de begeleiders gevraagd een audio-opname te maken van een gesprek met een cliënt. Daarna is de literatuur (hoofdstuk 5 en 6 uit Van der Veen & Goijarts, 2012) aan alle begeleiders toegestuurd. Na het lezen van deze literatuur hebben de begeleiders wederom de kennistoets ingevuld en een audio-opname gemaakt van een gesprek met een cliënt. 18

19 Procedure Experimentele groep Voormeting: - Audio-opname maken - Literatuur lezen - Kennistoets maken Interventie: Training MGV Nameting: - Audio-opname maken - Kennistoets maken Controlegroep Voormeting: - Audio-opname maken - Kennistoets maken Interventie: Literatuur lezen Nameting: - Audio-opname maken - Kennistoets maken Training MGV : De training richtte zich met name op het aanleren van de kernelementen en vaardigheden behorende bij MGV aan begeleiders van cliënten met een LVB en ernstige gedragsproblemen. Tevens richtte de training zich op het verbeteren van de kennis van de conceptuele en theoretische uitgangspunten van MGV, van de principes van MGV en van het transtheoretisch model van gedragsverandering van Prochaska, DiClemente en Norcross (1992). Betrouwbaarheid van de codering : De gespreksopnamen werden beoordeeld door de eerste auteur (JS) en een medestudent uit het onderzoeksteam (SS) die beiden weinig tot geen ervaring met MGV hadden. De opnamen zijn niet blind gecodeerd, omdat de eerste auteur ook verantwoordelijk was voor de dataverzameling. De ICC werd berekend voor de globale scores van beide kernelementen behorende bij MGV en dit werd ook berekend voor de aantallen van alle basisvaardigheden afzonderlijk. Bij de verandertaal en de valkuilen zijn de ICC van de somscores berekend. Dit is gedaan over de 17 opnamen die door beide codeurs gecodeerd zijn. Daarnaast is dit ook berekend over de afzonderlijke scores op het codeersysteem (ICC, 2, k) met 4 codeurs. Bovenstaande twee codeurs werden daar aangevuld door een mede-student (EB) en een externe begeleider (JDJ), waarbij EB tevens weinig ervaring met MGV had en JDJ veel ervaring met MGV had. Voor iedere variabele met een redelijke tot excellente ICC is de gemiddelde score over twee beoordelaars uitgerekend en met deze score zijn de analyses uitgevoerd. Gezien het feit dat beide codeurs nog niet bekend waren met het codeersysteem, 19

20 hebben zij eerst 15 uur aan training gevolgd om vaardig te worden in het coderen. Deze training werd gegeven door de externe begeleider en auteur van het codeersysteem en bestond uit algemene uitleg over MGV en het coderen van oefenopnamen. Er zijn afspraken gemaakt over de begin- en eindtijd en afspraken gemaakt over conservatief coderen: bij twijfel over de aanwezigheid van een kernelement of vaardigheid diende er gescoord te worden dat dit niet voorkwam. Bij het scoren van elementen die met de valkuilen te maken hadden werd bij twijfel wel gescoord dat deze voorkwam. Deze codeerafspraken zijn voortkomend uit de internationale standaard voor het coderen van MGV om van de minst positieve optie uit te gaan, tenzij goed beargumenteerd kan worden dat dit anders ligt. Naast deze trainingen zijn door de codeurs het boek van Miller en Rollnick (2014) en het boek van Van der Veen & Goijarts (2012) bestudeerd. Design Het gehanteerde onderzoeksdesign was een niet-gerandomiseerd pretest-posttest controlegroep design. Van 14 begeleiders uit de experimentele groep was er een audioopname als voormeting beschikbaar, van 12 van hen was er ook een opname voor nameting beschikbaar. Elf begeleiders uit de controlegroep hadden een audio-opname als voormeting gemaakt, van 9 van hen was er ook een opname voor nameting beschikbaar. De overige participanten hebben geen (bruikbare) audio-opname aangeleverd om te kunnen verwerken. Er is onderzocht of de gecodeerde duur van de opnamen van de voor- en nameting significant verschilden. Op de voormeting werd er een significant verschil tussen de experimentele en de controlegroep gevonden, waarbij de controlegroep gemiddeld iets langer opnames had gemaakt. Zoals in tabel 4 te zien was er voor de nameting geen significant verschil tussen de experimentele groep en controlegroep en ook waren er geen verschillen binnen de groepen qua duur op de voor- en nameting. 20

21 Tabel 4 Gemiddelde en standaardafwijking van de experimentele groep en de controle groep voor de duur van de opname en de eventuele significantie van de verschillen Duur opname Voormeting N=14 Nameting N=12 Mean SD Mean SD P-binnen Experimenetele groep 15,47 6,26 15,94 3,48.68 Voormeting Nameting N=11 N=9 Mean SD Mean SD P-binnen Controlegroep 16,87 3,16 15,22 3,49.24 P-tussen.006*.59 De gespreksopnamen zijn gebruikt om te onderzoeken of er na de training een toename is in het toepassen van de gesprekstechnieken en -vaardigheden behorende bij MGV. De begeleiders konden zelf het onderwerp van gesprek bepalen, dit hing in grote mate af van de behandel- en begeleidingsdoelen van de cliënt. Voorafgaand aan de opdracht een opname te maken is de aanbeveling gedaan het gesprek bijvoorbeeld te voeren over lopende behandeldoelen, zaken waar cliënt in de behandeling op dat moment tegenaan loopt, twijfelde om te gaan doen. Van 26 begeleiders van de experimentele groep en van 21 begeleiders van de controlegroep was er zowel een voor- als een nameting van de kennistoets beschikbaar. Hierbij is met de percentuele totaalscore geanalyseerd of de kennis toenam. Doordat er verschillende versies van de kennistoets werden gebruikt, is ter vergelijking van de scores een nieuwe variabele percentuele totaalscore gemaakt. Doordat de verschillende versies van de kennistoets uit een verschillend aantal vragen bestonden, was de somscore hiervoor geen betrouwbare maat en is de percentuele totaalscore berekend. Statistische analyses Allereerst werd elke variabele beschrijvend gepresenteerd. Zowel van de kennistoets als van de coderingen van de opnamen is het gemiddelde en de standaarddeviatie berekend. Bij de 21

22 coderingen is dit voor kernelementen en vaardigheden met de gemiddelde score per item gebeurd. Voor het uitlokken van verandertaal gebeurde dit met de gemiddelde somscore van alle verandertaaluitspraken, evenals voor de valkuilen. Voor zowel verandertaal als valkuilen werd met somscores gewerkt in verband met de vele missing data op deze items. Bij de kennistoets gebeurde dit met de percentuele totaalscore. Zowel bij de experimentele groep als bij de controlegroep werd voor de opnamen getoetst of er een significante vooruitgang was tussen twee metingen door gebruikmaking van de Related Samples Wilcoxon Signed Rank Toets. Gezien de kleine N en de niet-normale verdeling werd deze non-parametrische toets gebruikt, die toetst of er gemiddeld een significant verschil is in de mediaan tussen twee gelijke groepen op verschillende meetmomenten. Ook zijn de eventuele significante verschillen tussen beide groepen zijn getoetst. Dit is gebeurd met de Two-Sample Kolmogorov Smirnov Toets. Gezien de onderzoeksgroepen voor wat betreft de audio-opnamen kleiner waren dan N=25, is in verband met een sterkere power bij kleine onderzoeksgroepen de Two-Sample Kolmogorov Smirnov Toets verkozen boven de Mann-Whitney Toets. De percentuele totaalscore van de kennistoets was normaal verdeeld: dit is getoetst met de Shapiro-Wilk toets. Met behulp van de Paired Samples T-Toets is vervolgens gekeken of de gemiddelden van twee metingen binnen de experimentele- en de controle groep significant verschilden en met behulp van de Independent T-Toets is er gekeken of de gemiddelden van twee metingen tussen de experimentele- en controlegroep significant verschilden en of de verschilscores van beide groepen significant van elkaar verschilden. 22

23 Resultaten Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Allereerst is van elke variabele uit het codeersysteem de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid berekend. Dit is gedaan door de intraclass correlatie van de gemiddeldes (ICC 2,k) te berekenen (zie Tabel 5) van zowel de opnamen die door vier codeurs zijn beoordeeld als de opnamen die door twee codeurs zijn beoordeeld. De ICC over vier codeurs is aangeduid met ICC 4 en de ICC over twee codeurs is aangeduid met ICC 2. Om te beoordelen of de ICC voldoende was, werden de maatstaven van Cicchetti (1994) gehanteerd, waarbij een ICC <.40 als slecht beoordeeld wordt, een ICC tussen als redelijk, een ICC tussen als goed en een ICC tussen als excellent. Tabel 5 Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de adherence van de kernelementen, competence van de kernelementen, van de aantallen in vaardigheden en de somscore van verandertaal en valkuilen voor zowel vier als twee codeurs. ICC 4 (N=3) ICC 2 (N=17) Adherence kernelement Empathie.95****.62*** Spirit.92****.75**** Competence kernelement Empathie.91****.79**** Spirit.96****.75**** Aantallen vaardigheden Open vragen.99****.98**** Gesloten vragen.99****.95**** Eenvoudige reflectie.89****.88**** Complexe reflectie.97****.79**** Complimenten.95****.96**** Optimisme - - Samenvatten.72***.73*** Informeren.95****.91**** Somscore Verandertaal uitlokken.63*** - Valkuilen.44**.41** *aantal codeurs **redelijk *** goed **** excellent. Van de vaardigheid optimisme kon geen ICC worden berekend omdat deze vaardigheid in de opnamen té weinig voor kwam. Daarom werden er geen verdere analyses over deze variabele uitgevoerd. Dit gold ook voor de somscore van het onderwerp verandertaal bij de opnamen beoordeeld door twee beoordelaars. Alle overige variabelen werden wel getoetst in de analyses. De ICC hiervan varieerde van redelijk tot excellent. Dit 23

24 betekende dat bij deze variabelen de gemiddelde scores van beide codeurs mochten worden gebruikt in de analyses. CoSIT-MI Tabel 6 Gemiddelde score en standaardafwijking van de experimentele groep en de controle groep op de voor- en nameting voor de adherence van de kernelementen, competence van de kernelementen, van de aantallen in vaardigheden en de somscore van verandertaal en valkuilen en de eventuele significante verschillen. Experimentele groep Controle groep Adherence kernelement Competence kernelement Aantallen vaardigheden Item Voormeting N=14 Nameting N=11 Mean SD Mean SD P Empathie 3,93 1,09 4,09 1, Spirit 3,57 0,73 3,32 0, Empathie 3,61 0,66 3,82 1, Spirit 3,61 0,71 3,75 0, Open vragen 9,18 9,16 7,41 4, Gesloten 12,96 8,34 16,59 7, vragen Eenvoudige 8,68 7,57 10,91 9, reflectie Complexe 9,11 7,39 5,18 2, reflectie Complimenten 2,57 2,41 2,18 2, Optimisme,285 0,67,181 0, Samenvatten 1,89 1,88 2,00 2, Informeren 14,75 12,78 14,23 11, Somscore Verandertaal,393 0,88,500 0, Valkuilen 1,0 0,87 1,36 1, Adherence principes Competence principes Aantallen vaardigheden Voormeting Nameting N=12 N=9 Mean SD Mean SD P Empathie 4,08 0,51 3,83 0, Spirit 3,92 0,51 3,89 0, Empathie 4,08 0,51 3,94 0, Spirit 3,92 0,51 3,83 0, Open vragen 13,25 7,66 9,06 5, Gesloten 22,88 11, ,34.011* vragen Eenvoudige 6,25 6,35 3,22 1, reflectie Complexe 10,27 5,34 7,38 4, reflectie Complimenten 2,46 3,33 1,83 1, Optimisme,250 0,45,000 0, Samenvatten 4,64 3,91 2,39 2,71.018* Informeren 15,92 6,87 17,83 16, Somscore Verandertaal.541 0, , Valkuilen 1,0 0, ,

25 In Tabel 6 zijn de verschillen tussen de medianen van alle variabelen van de gecodeerde opnamen van de experimentele en de controlegroep weergegeven, bij zowel de voor- als de nameting. Dit is getoetst met de Related-Samples Wilcoxon Signed Rank Toets. Uit de analyses tussen de voor- en nameting bleek dat er voor de experimentele groep op geen van de variabelen een significante vooruitgang was tussen de voor- en nameting. Voor de controlegroep bleek dat er bij twee variabelen een significant verschil was tussen de voor- en nameting. De deelnemers aan de controlegroep stelden bij de nameting significant minder gesloten vragen (p <.05) en gaven minder samenvattingen (p <.05). Ook de eventuele significante verschillen tussen beide groepen zijn getoetst, dit is gebeurd met gebruikmaking van de Two-Sample Kolmogorov Smirnov Toets (tabel 7). Tabel 7 De eventuele significante verschillen tussen de experimentele groep en controlegroep op de gemiddelde score op de adherence van de kernelementen, competence van de kernelementen, van de aantallen in vaardigheden en de somscore van verandertaal en valkuilen. P Voormeting Adherence kernelement Empathie.42 Spirit.77 Competence kernelement Empathie.42 Spirit.77 Aantallen vaardigheden Open vragen.31 Gesloten vragen.11 Eenvoudige reflectie.61 Complexe reflectie.69 Complimenten.86 Optimisme.97 Samenvatten.10 Informeren.14 Somscore Verandertaal 1,0 Valkuilen 1,0 Nameting Adherence kernelement Empathie.53 Spirit.31 Competence kernelement Empathie.86 Spirit.44 Aantallen vaardigheden Open vragen.88 Gesloten vragen.36 Eenvoudige reflectie.16 Complexe reflectie.85 Complimenten.98 Optimisme 1,0 Samenvatten.99 Informeren.53 Somscore Verandertaal.99 Valkuilen.86 25

26 Bij de voormeting waren er geen significante verschillen tussen de gemiddelden van de experimentele groep en de controlegroep en ook bij de nameting bleken er geen significante verschillen te zijn tussen de experimentele groep en de controlegroep. Per begeleider is de verschilscore tussen voor- en nameting berekend en hier is een nieuwe variabele van gemaakt. Vervolgens is gekeken of de verschilscores tussen de experimentele en de controlegroep significant verschilden waarbij de Two-Sample Kolmogorov Smirnov Toets is gebruikt. Op één vaardigheid bleek er een significant verschil tussen de experimentele- en controlegroep, namelijk op de vaardigheid stellen van gesloten vragen (p <.004), maar niet in de verwachte richting. Terwijl de experimentele groep meer gesloten vragen ging stellen bij de nameting, stelde de controlegroep juist minder gesloten vragen. Kennistoets Voor wat betreft de kennistoets is er met behulp van een Paired-Samples T-toets gekeken naar eventueel significante verschillen tussen de voor- en nameting de experimentele groep en de controlegroep waarbij gebruik gemaakt is van de percentuele totaalscore (zie Tabel 8). Zowel binnen de experimentele groep als binnen de controlegroep werd geen significant verschil gevonden tussen de voor- en de nameting. Er was geen sprake van significante vooruitgang, noch achteruitgang, in kennis bij beide groepen. Tabel 8 Gemiddelde score en standaardafwijking van de experimentele groep en de controle groep voor de percentuele totaalscore op de kennistoets op de voormeting en op de nameting en de eventuele significante verschillen binnen groepen. Experimentele groep Controle groep Voormeting N=26 Nameting N=26 Mean SD Mean SD P Percentuele totaalscore 53,85 15,95 60,83 11,37.06 Voormeting Nameting N=21 N=21 Mean SD Mean SD P Percentuele totaalscore 52,86 15,21 55,00 11,

27 Met gebruikmaking van een Independent Samples T-toets werd ook geen significant verschil gevonden voor de gemiddelde percentuele totaalscore tussen experimentele groep en controlegroep bij zowel de voormeting als de nameting (zie Tabel 9). De groepen waren niet significant verschillend bij de voor- en de nameting voor wat betreft kennis over de kernelementen en vaardigheden behorende bij MGV. Tabel 9 Gemiddelde score en standaardafwijking van de experimentele groep en de controle groep voor de percentuele totaalscore op de kennistoets op de voormeting en op de nameting en de eventuele significante verschillen tussen groepen. Voormeting Nameting Experimentele groep N=27 Controle groep N=29 Mean SD Mean SD P Percentuele totaalscore 53,46 15,77 52,41 13,47.59 Experimentele Controle Groep groep N=26 N=21 Mean SD Mean SD P Percentuele totaalscore 60,83 11,37 55,00 11,32.63 Per individu is daarnaast de verschilscore tussen de voor- en nameting berekend. Met behulp van een Independent T-toets is gekeken of de verschilscores van de deelnemers in de experimentele groep significant verschilden van die in de controlegroep. Dit was niet het geval. Ten aanzien van de verschillende versies van de kennistoets die zijn gebruikt, is met behulp van een One Way ANOVA met Bonferroni-correctie gekeken of er significante verschillen waren met betrekking tot de percentuele totaalscore (zie Tabel 10). De Bonferronicorrectie is nodig wanneer er meerdere vergelijkingen achter elkaar worden gedaan, om zo de p-waarde te corrigeren, zodat er geen verhoogde kans bestaat op een type-1 fout. 27

28 Tabel 10 Gemiddelde score en standaardafwijking van de percentuele totaalscore op de drie versies van de kennistoets op de voormeting en op de nameting en de eventuele significante verschillen tussen deze toetsen. Voormeting Nameting Percentuele totaalscore Percentuele totaalscore 10 vragen N=39 30 vragen N=9 60 vragen N=8 10 vragen N=31 30 vragen N=8 60 vragen N=8 Mean SD P 55,38 15,87 43,75 9, ,37 7,39 61, ,75 3, ,46 5,52 Bij de voormeting werd er geen significant verschil gevonden tussen de verschillende versies van de toets. Voor de nameting gold dat er een significant verschil (p <.05) werd gevonden tussen de verschillende toetsen. Om nader te kunnen bepalen tussen welke versies van de toets dit verschil precies was is een Post Hoc Toets uitgevoerd. De Post Hoc Toets liet echter geen significante verschillen tussen de specifiek verschillende versies van de test zien. 28

29 Discussie en aanbevelingen In deze scriptie werd de effectiviteit van de training Motiverende Gespreksvoering onderzocht. De centrale onderzoeksvraag luidde: is de training Motiverende Gespreksvoering bij de begeleiders van mensen met een LVB effectief? De training Motiverende Gespreksvoering is bij de begeleiders van mensen met een LVB op basis van deze resultaten niet effectief gebleken. De eerste deelvraag luidde: is er na de training MGV bij de begeleiders een significante toename in het gebruik van de kernelementen empathie en spirit behorende bij MGV? Dit was niet het geval, er werd geen significante toename in het gebruik van de kernelementen empathie en spirit behorende bij MGV gevonden. De tweede deelvraag luidde: is er na de training MGV bij de begeleiders een significante toename in het gebruik van de vaardigheden behorende bij MGV en een significante afname in het gebruik van de valkuilen behorende bij MGV? Uit de in dit onderzoek gevonden resultaten kan geconcludeerd worden dat de experimentele groep na de training in de praktijk niet significant meer gebruik maakte van de gespreksvaardigheden zoals beoogd wordt door MGV en ook werd er geen significante afname in het gebruik van de valkuilen gevonden. De controlegroep stelde op de nameting wel significant minder gesloten vragen en vatte significant minder samen, dan zij op de voormeting deden. Ook bleek er een significante verschilscore ten opzichte van de experimentele groep te zijn wat betreft gesloten vragen. Waar de controlegroep op de nameting minder gesloten vragen stelde, stelde de experimentele groep juist meer gesloten vragen op de nameting. Dit verschil is wellicht te verklaren door het feit dat de controlegroep op de voormeting een stuk meer gesloten vragen stelde dan de experimentele groep, wat toeval van het moment kan zijn geweest. Net als de experimentele groep liet de controlegroep geen significante afname in het gebruik van de valkuilen behorende bij MGV zien. 29

Koptekst: EFFECTIVITEIT TRAINING MOTIVERENDE GESPREKSVOERING 1

Koptekst: EFFECTIVITEIT TRAINING MOTIVERENDE GESPREKSVOERING 1 Koptekst: EFFECTIVITEIT TRAINING MOTIVERENDE GESPREKSVOERING 1 Effecten van de Training Motiverende Gespreksvoering op Kennis en Gespreksvaardigheden van Begeleiders van Cliënten met een Licht Verstandelijke

Nadere informatie

Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut

Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut Hoe krijg ik de patiënt in beweging? Wie ben ik? praktijk voor lichaamsgerichte therapie en coaching info@vanbinnenin beweging.eu En jullie? PROGRAMMA Wat

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering, Apeldoorn, de GGZ Academie, 28 mei 2013 Bert Bakker, Ekklesia Training & Advies, advies@ekklesia.nl

Motiverende gespreksvoering, Apeldoorn, de GGZ Academie, 28 mei 2013 Bert Bakker, Ekklesia Training & Advies, advies@ekklesia.nl Motiverende gespreksvoering, een introductie Apeldoorn, de GGZ Academie, 28 mei 2013 Bert Bakker, Ekklesia Training & Advies, advies@ekklesia.nl Als organisatie in overgang Medisch model Expert Leidende

Nadere informatie

2015 Gerard de Wit voor Psychodidact Waalwijk Bron: Stijn van Merendonk, Sergio van der Pluim, Gerard de Wit e.a. Niets uit deze uitgave mag worden

2015 Gerard de Wit voor Psychodidact Waalwijk Bron: Stijn van Merendonk, Sergio van der Pluim, Gerard de Wit e.a. Niets uit deze uitgave mag worden 2015 Gerard de Wit voor Psychodidact Waalwijk Bron: Stijn van Merendonk, Sergio van der Pluim, Gerard de Wit e.a. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo. Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.nl Waarom mensen niet? Dus wat kun je doen? Ze weten niet

Nadere informatie

Motiverende Gespreksvoering. CNE, Vasculaire zorg

Motiverende Gespreksvoering. CNE, Vasculaire zorg Motiverende Gespreksvoering CNE, Vasculaire zorg Welkom! Introductie Agenda Workshop Motivatie Motiverende gespreksvoering Ambivalentie Weerstand/behoud Verandering Commitment/behouden van resultaat Motivatie..?

Nadere informatie

Motivational Interviewing 14 november DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag.

Motivational Interviewing 14 november DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag. Motivational Interviewing 14 november 2018 DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag Rubik Nazarian www.linkedin.com/in/dai-artsen/ Beinvloedingsstijlen Communicatiestijlen Sturend

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10 Inhoud Inleiding 8 Leeswijzer 10 1 Motiverende gespreksvoering: een introductie 14 1.1 Wat is motiverende gespreksvoering? 14 1.2 Kenmerken van motivatie 15 1.3 Waarom werkt motiverende gespreksvoering?

Nadere informatie

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers C1 Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; wat is lastig en wat kun je als professional doen? (potentiële)

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen?

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen? Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen? Leerlingen met SOLK Effectieve gesprekken met ouders en leerlingen drs. Hilde Jans psycholoog

Nadere informatie

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Is dit herkenbaar? Miller & Rollnick. De ontwikkelaars Bouwden verder op erfgoed Carl Rogers Zij maakten

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Agenda Verwachtingen en doelstelling Opfris kennis Houding en vaardigheden ervaringsoefeningen Vertalen naar praktijk oefenen Doelstelling Bevorderen van gezond gedrag en voorkomen

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering. Noud Frielink Annemarie Kroon

Motiverende gespreksvoering. Noud Frielink Annemarie Kroon Motiverende gespreksvoering Noud Frielink Annemarie Kroon Symposium Wetenschap en Praktijk: door co-creatie verbonden 11/4/13 Motiverende gespreksvoering bij mensen met een lichte verstandelijke beperking

Nadere informatie

Individuele Cognitieve Gedragstherapie bij Middelengebruik en Gokken. Dagdeel 1 1-1

Individuele Cognitieve Gedragstherapie bij Middelengebruik en Gokken. Dagdeel 1 1-1 Individuele Cognitieve Gedragstherapie bij Middelengebruik en Gokken Dagdeel 1 1-1 Voorstellen Naam Kennis en kunde in Cognitieve gedragstherapie Eventuele specifieke leerwensen Maximaal 2 minuten 1-2

Nadere informatie

Eliane Duvekot. Eliane Duvekot

Eliane Duvekot. Eliane Duvekot Eliane Duvekot Eliane Duvekot Familie Motiverende Interventie (FMI) Marijke Krikke, gezinstherapeut Maarten Smeerdijk, psycholoog René Keet, projectleider Opbouw Aanleiding familie-training gericht op

Nadere informatie

Motiverende Gespreksvoering

Motiverende Gespreksvoering Motiverende Gespreksvoering Gert Jan van der Burg Kinderarts - MI trainer Wie ben ik en wat doe ik? Sinds 1988 Kinderarts (Amsterdam, Blaricum, Ede) Driedaagse MI cursus in 2005 Toepassen in de praktijk

Nadere informatie

De kracht van reflecteren

De kracht van reflecteren 28 test en techniek in beeld Motivational Interviewing deel 5 De kracht van reflecteren Speciaal voor Fysiopraxis schrijven Stijn van Merendonk, Mirjam Hulsenboom en Albertina Poelgeest een vijfdelige

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag. 26 november 2014 Frank Goijarts

Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag. 26 november 2014 Frank Goijarts Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag 26 november 2014 Frank Goijarts Programma Gedragsverandering: wat werkt? Weerstand tegen veranderen Motivatie 3.0 (intrinsiek) Kernpunten Motiverende benadering

Nadere informatie

'overwegen'en'volhouden' is echter hoger dan die tussen 'overwegen'en'actie' en. 'actie' en

'overwegen'en'volhouden' is echter hoger dan die tussen 'overwegen'en'actie' en. 'actie' en SnnneruvATTrNG. Middelenmisbruik is een eeuwenoud en hardnekkig probleem. Eén van de kenmerken van middelenmisbruik is doorgaan met gebruik ondanks de negatieve consequenties ervan. Weerstand tegen verandering

Nadere informatie

Training motiverende gespreksvoering

Training motiverende gespreksvoering Training motiverende gespreksvoering Bij mensen met een lichte verstandelijke beperking LEDD 2014 1 Motiverende gespreksvoering Volgens Miller en Rollnick (de grondleggers van MG) is het bewerken van motivatie

Nadere informatie

Huiselijk geweld tussen zussen

Huiselijk geweld tussen zussen Huiselijk geweld tussen zussen Motiverende gespreksvoering: Casus huiselijk geweld tussen zussen Door drs. Sergio van der Pluijm Een tijd terug had ik een jonge vrouw (18) van allochtone afkomst in begeleiding

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering : De kracht van

Motiverende gespreksvoering : De kracht van Motiverende gespreksvoering : De kracht van leefstijl DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag AIOS-dag: alles over sociale problemen en leefstijl! 23-03-19 Rubik Nazarian @leefstijlleeft

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking.

Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking. Begeleiders in Beeld Consortium Effectieve Behandeling Gedragsproblemen LVG in het kader van het ZonMw-programma Onderzoek voor mensen met een verstandelijke beperking. Inleiding Begeleiders van mensen

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Motiveren kun je leren- zinvol in iedere levensfase. 11-6-2015 Wanda de Kanter motiveren 1

Motiveren kun je leren- zinvol in iedere levensfase. 11-6-2015 Wanda de Kanter motiveren 1 Motiveren kun je leren- zinvol in iedere levensfase 11-6-2015 Wanda de Kanter motiveren 1 Oncologie verpleegkundigen Engelen op aarde Lief Zorgzaam Beste voor de patient Reparatie reflex 11-6-2015 Wanda

Nadere informatie

Motiverende Gespreksvoering

Motiverende Gespreksvoering Motiverende Gespreksvoering CAHAG 2017 Simone van den Hil Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Sponsoring

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Hoe begeleid je mensen bij het realiseren van veranderingen in hun leven? Jaarcongres 2013 Merel van Uden Waar gaat MGV over? Cliënt / cliëntsysteem worstelt met door ziekte

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering. Ellis Baron

Motiverende gespreksvoering. Ellis Baron Motiverende gespreksvoering Ellis Baron Evidence based behandelingen Common factors Shared elements Empathie Therapeutische relatie Optimisme Registreren Cognitieve herstructurering Zelfcontrole training

Nadere informatie

Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering. Maarten Merkx

Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering. Maarten Merkx Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering Maarten Merkx Programma Routine Outcome Monitoring. Motiverende Gespreksvoering Terugkoppelen resultaten. ROM Routine Outcome Monitoring Terugkoppeling

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Let s motivate the patient

Let s motivate the patient LET S MOTIVATE THE PATIENT Melissa.Ooms@Ugent.be Let s motivate the patient 1. Wat is motivatie? 2. Het belang van motivationele gespreksvoering (MG) 3. Theoretische achtergrond 4. Basisprincipes in MG

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

Jij bent okay! Een competentietraining voor jongeren met LVB en hun ouders met psychische en/of verslavingsproblemen

Jij bent okay! Een competentietraining voor jongeren met LVB en hun ouders met psychische en/of verslavingsproblemen Jij bent okay! Een competentietraining voor jongeren met LVB en hun ouders met psychische en/of verslavingsproblemen Ivon Riemersma Junior onderzoeker/gedragswetenschapper Research & Development/Jan Pieter

Nadere informatie

Conferentie Alcohol, Gezondheid en Beleid

Conferentie Alcohol, Gezondheid en Beleid Conferentie Alcohol, Gezondheid en Beleid Hoe motiveer je mensen hun drinkgedrag te veranderen? De uitgangspunten van motiverende gespreksvoering. Gerard M. Schippers THE AMSTERDAM INSTITUTE FOR ADDICTION

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Pagina 1 van 7 BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Voorafgaand aan het gebruik van de BECCI checklist: Maak a.u.b. gebruik van de toegevoegde handleiding met een gedetailleerde uitleg over hoe

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Wat is Motiverende Gespreksvoering?

Wat is Motiverende Gespreksvoering? Wat is Motiverende Gespreksvoering? Motiverende Gespreksvoering is een veelgebruikte methode om mensen te helpen bij gedragsverandering. Met name in de verslavingszorg heeft deze methode haar effectiviteit

Nadere informatie

20-9-2012. Motiverende Gespreksvoering. It s dancing; not wrestling. 1. Wie heeft er iemand in zijn/haar omgeving (privé of werk) die rookt?

20-9-2012. Motiverende Gespreksvoering. It s dancing; not wrestling. 1. Wie heeft er iemand in zijn/haar omgeving (privé of werk) die rookt? Motiverende Gespreksvoering It s dancing; not wrestling Van klacht naar kracht! It s dancing; not wrestling 1. Wie heeft er iemand in zijn/haar omgeving (privé of werk) die rookt? 1. Wie heeft er iemand

Nadere informatie

Partnerschap van de familie in de behandeling. Het investeren in de kracht van naastbetrokkenen René Keet

Partnerschap van de familie in de behandeling. Het investeren in de kracht van naastbetrokkenen René Keet Partnerschap van de familie in de behandeling Het investeren in de kracht van naastbetrokkenen René Keet Interventie doelen EPA (parallelle zorg) persoonlijk herstel nastreven psychiatrische symptomen

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering met ouderen. Zwolle, 23 april 2012

Motiverende gespreksvoering met ouderen. Zwolle, 23 april 2012 Motiverende gespreksvoering met ouderen Zwolle, 23 april 2012 Opbouw workshop Doelstelling: kennismaking met motiverende gespreksvoering (MGV) en mogelijke aanpassing bij ouderen 1. Wat is MGV? 2. Welke

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

KENNISMAKING. Motiveren kan je leren 23/01/2015. 5 manieren om te beïnvloeden. Wanneer Plaats Doelstelling. Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen

KENNISMAKING. Motiveren kan je leren 23/01/2015. 5 manieren om te beïnvloeden. Wanneer Plaats Doelstelling. Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen Motiveren kan je leren Marc Tack& NeleDe Laender KENNISMAKING 5 manieren om te beïnvloeden Wanneer Plaats Doelstelling Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen Modelling Permanent Gehele theater Gewenste

Nadere informatie

Motiverende gesprekstechnieken. zelf. redzaamheid

Motiverende gesprekstechnieken. zelf. redzaamheid Motiverende gesprekstechnieken zelf redzaamheid Motiverende gesprekstechnieken Wat is motiverende gespreksvoering? Motiverende gespreksvoering is een cliëntgerichte, directieve methode om te bevorderen

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Motiverende Gespreksvoering

Motiverende Gespreksvoering Motiverende Gespreksvoering It s dancing; not wrestling Van behandelaar naar coach Genezen vs gedrag Genezen vraagt om een onderzoekende,beslissende en directieve houding Gedrag vraagt om een uitlokkende,

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker Kennismarkt 26-5-2011 2011 Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Projectgroep Onderzoek Linda

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld

Begeleiders in Beeld Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Begeleiders in Beeld Projectgroep Linda Zijlmans Petri

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

CAHAG 2016 Simone van den Hil

CAHAG 2016 Simone van den Hil (potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Dr. Linda Zijlmans. Trainer/Science Practitioner

Dr. Linda Zijlmans. Trainer/Science Practitioner Dr. Linda Zijlmans Trainer/Science Practitioner Begeleiders in Beeld bij triple diagnose: je belangrijkste instrument ben je zelf. Even voorstellen Begeleiders in Beeld Inleiding Emotionele intelligentie

Nadere informatie

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Doel Change Your Mindset! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! Theoretische

Nadere informatie

MOTIVEREND BEGELEIDEN HOE KRIJG JE JE STUDENT IN BEWEGING? MARJOLEIN ROEMAAT

MOTIVEREND BEGELEIDEN HOE KRIJG JE JE STUDENT IN BEWEGING? MARJOLEIN ROEMAAT MOTIVEREND BEGELEIDEN HOE KRIJG JE JE STUDENT IN BEWEGING? MARJOLEIN ROEMAAT 1 WELKOM! Gedragsverandering: succesfactoren Motivational Interviewing (MI) Spirit Voordelen van deze gespreksmethode Ambivalentie

Nadere informatie

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning LoopbaanIndicator Voor een duurzame loopbaanplanning 1. Inleiding LoopbaanIndicator wordt ingezet om alle relevante waarden rondom menselijke inzetbaarheid gestructureerd en genormeerd in kaart te brengen,

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

PROGRAMMA van de training DE SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN VERANDEREN

PROGRAMMA van de training DE SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN VERANDEREN PROGRAMMA van de training DE SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN VERANDEREN drs. Ad van der Made, psycholoog, coach, docent De training Sociale Psychologie van Veranderen is bedoeld voor professionals voor wie de

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Auteurs: Evelyn Heynen Peer van der Helm Xavier Moonen Deze handleiding is mogelijk gemaakt

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( (

( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( Kwaliteitvancounselingineenonlinebehandelprogrammavoor problematischalcoholgebruikenderelatiemetdrop7outensucces vanbehandeling Masterthesis Augustus2013 TimZiel,BScs0210390) BegeleidersUniversiteitTwente:

Nadere informatie

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Doelgroep Begeleiders van mensen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Het betrekken van familieleden bij de behandeling van dubbele diagnose

Het betrekken van familieleden bij de behandeling van dubbele diagnose Het betrekken van familieleden bij de behandeling van dubbele diagnose Maarten Smeerdijk Congres LEDD, 21 april 2011 AMC, zorglijn Vroege Psychose Waarom familieleden betrekken bij de behandeling van DD?

Nadere informatie

Reflectieverslag motiverende gespreksvoering

Reflectieverslag motiverende gespreksvoering Reflectieverslag motiverende gespreksvoering Opleiding : Masteropleiding Advanced Nursing Practice (MANP) Naam : Renate Agterhof Student nummer : 1002628 E-mailadres : ragterhof@spaarneziekenhuis.nl Datum

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Is snel starten wel effectief?

Is snel starten wel effectief? Is snel starten wel effectief? Stijn van Merendonk Trainer Motivational Interviewing Elke week 1 tip? @stijnvmerendonk Programma Gedragsverandering Welke uitspraken wil je zeker niet hebben Ambivalentie

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Wat is hiervoor nodig?

Wat is hiervoor nodig? Wat is hiervoor nodig? JA en 26 april 2018 Conferentie Toekomstige uitdagingen voor dementievriendelijke steden en gemeenten 1 2 PSYCHO-EDUCATIE kennis verwerking vaardigheden 1. WAT IS DEMENTIE EN NU?:

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Informatie 2-daagse opleiding Motiverende Gespreksvoering

Informatie 2-daagse opleiding Motiverende Gespreksvoering Informatie 2-daagse opleiding Motiverende Gespreksvoering Den Dolder, april 2018 Versie: 4.1 Auteur(s): Anna Hulsebosch Het programma en de bijbehorende opleiding Motiverende Gespreksvoering (MG) is een

Nadere informatie

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen Programma 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen ADHD BIJ ADOLESCENTEN problemen EF/motivatie ADHD gedrag Adolescentie: Middelbare school Minder oudercontrole

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie