AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Transcriptie

1 Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 8 januari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 5 december 2008 in zaak nr. 08/41175 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

2 /1 2 8 januari Procesverloop Bij besluit van 20 november 2008 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 5 december 2008, verzonden op 9 december 2008, heeft de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 16 december 2008, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Het verzoek om schadevergoeding dient reeds hierom te worden afgewezen Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 /1 3 8 januari Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M.P. van Gemert, ambtenaar van Staat. w.g. Offers lid van de enkelvoudige kamer w.g. Van Gemert ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 8 januari Verzonden: 8 januari 2009 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze. mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

4 .NOV :07, FROM up sflrro-ccrc TD ^1 ^> «<»Al '» Poatftdm Postbus SSa 970 JAN GRONINGEN POLITIE # Groningen Rtgto Grontogsn KerpaondsrdBd i Unö Vreenwstoigenpocüe Bafcanaold door H. Von dcrwbudc TaUfoen 050-MT Fai 0S)-5B7 5i09 V^ttmnaarfZuk /2wk-20M1/20C8 Dum 20f11/2DO6 OmferwBip MIlfrANUfltregd van Bewaring Maatregel van Bewaring Ik. ondergetekende, Hinderlkus Van der Woude, brigadier van het regionaal politiekorps Groningen, belast met het toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van justitie, leg met het oog op de uitzetting aan de vreemdeling, zich noemende: Achternaam Vooma(a1m(en) Geboortedatum Geboorteptaate Geboorteland NaUonaDietyen) Geslacht Guinee Onbekend, timnese manneejk de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld in artikel 69, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (geen rechtmatig verblijf). Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat er aanwijzingen zijn om te vermoeden dat betrokkene zich aan de uitzetting zal onttrekken, hetgeen bejkt uit het feit dat betrokkene Niet beschikt over aan id entte its papw als bedoeld in artikel 4.21 van het vreemdegngenbeslurt 2000 Geen vaste woon- /verblijfplaats heeft Zich niet gehouden heeft aan zijn vertrcktermfjn geen middelen van bestaan De maatregel is opgelegd: Plaats Datum Tijd : Gronngen : 20/11/2008 : 11:50 uur. V.nr Pagina 1 van 2

5 i. NOV :07 1 FRGM UP SflPPEMEEH TO 0B03QOQOCr. r r i r. 7/?A ^109 De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier van justitie, de brigadier, H. Van der Woud* Handtekeni Eon afschrift van d&2& maatregel is cnmktdesijk aan do vroomfofing uitgereikt. Beroep tegen &6Z* maatregel kan schriftelijk worden Ingesteld brj de rechtbank te 'e-gravenhage, Centraal Intakobureau Vreemdelingenzaken te Haarlem, faxnummer ! Hierbij dient gebruik t» worden gemaakt ven het model beroepschrift, zie V.nn Pagina 2 van 2

6 ls-dec :09 VAN-U t van Wiaringan T-285 P.005/010 F-276 Rechtbank 's-gravenhage ONTVANGEN ï ö i,>c \ neverizirdngsplaats Groningen Vreemdelingenkamer Postadres.' Postadres postbus AD Groningen [ (AANTEKENEN [ ] PER FAX ((050) ) Li & Van Wieringen Advocaten en Procureurs tav de heer mr. V.L. van Wieringen Postbus AP Groningen Bezoekadres Guyotplein 1 Groningen Telefoon (050) Fax algemeen (050) Fax bewaring (0S0) OnderdeeJ Bewaring Bij beantwoording de datum en Contactpersoon Griffie ons kenmerk, vermelden. Doorkiesnummerts) (050) Wut u slechts één zaak in uw Faxnummer afdeling (050) brief behandelen. Daum 9 december 2008 Ons kenmerk procedurenummer 08 / BEPTDN SCHO BG WERF Uw kenmerk Bipage(n) Onderwerp de nrocedure van < Justitienummer Geachte heer, Hierbij zend ik u een afschrift van de uitspraak in bovenvermelde procedure. Voor het instellen van een rechtsmiddel verwijs ik u naar de uitspraak. Hoogachtend, XI B: % P. 005

7 I6-OEC-200B 16:09 VAN-Li l van Wierini.n T-285 P 006/010 F-276 raak AFSCHRIFT NK 'S-GRAVENHAGE Nevenzmingsplaats Groningen Sector Bestuursrecht Vreemdelingenkamer Zaaknummer Awb 08/41175 Uitspraak op net beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), toegepast ten aanzien van de vreemdeling genaamd, althans zich noemende: geboren op van Guinese nationaliteit» V-nummer eiser, gemachtigde: mr. VX. van Wieringen, advocaat te Groningen. 1. Ontstaan en loop van het geschil 1.1. De Staatssecretaris van Justitie, hierna verweerder, heeft op 20 november 2008 aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel S9, eerste lid, aanhef en onder a, Vw Eiser heeft hiertegen op 20 november 2008 beroep ingesteld bij de rechtbank. 13. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende snikken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser doorgestuurd en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 1 december Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Voor verweerder is als gemachtigde verschenen mr. PALA. van Ittersum. 2. Rechtsoverwegingen 2.1. Eiser heeft de rechtbank verzocht de opheffing van de maatregel te bevelen en schadevergoeding toe te kennen. Eiser heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Eiser heeft weliswaar geen identiteitsbewijs, maar heeft hier wel om verzocht bij de Guinese autoriteiten. Deze autoriteiten wilden echter geen documenten aan eiser verstrekken. Daarnaast staat eiser ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, zodat hij wel beschikt over een vaste woon- dan wél verblijfplaats. De grond dat eiser zich niet gehouden heeft aan zijn vertrektennijn is ten onrechte aan de maatregel ten grondslag gelegd, nu eiser nog een procedure in het kader van de speciale regeling heeft lopen. Er zijn derhalve onvoldoende gronden om de inbewaringstelling te rechtvaardigen. Voorts bestaat er geen zicht op uitzetting van eiser naar Guinee, nu er door de autoriteiten is meegedeeld aan eiser dat ze geen document aan hem zullen verstrekken. Ook is verwijdering naar Guinee G: G03561 SBZ P.OOG

8 16-OEC :09 VAN-U t van «Uringen, T-285 P.007/010 MTS Zaaknummer. Awb 08/41175 blad 2 moeizaam dan wel onmogelijk gebleken. De belangenafweging dient in het voordeel van eiser uit te vallen. Daarbij moet worden meegewogen dat eiser voldoende gegevens heeft verstrek! en zijn geboorteakte heeft laten zien. X2. Verweerder heeft geconcludeerd tot ongegroturverklaring van het beroep en tor afwijzing van het verzoek om schadevergoeding. De gemachtigde van verweerder heeft hiertoe aangevoerd dat niet gebleken is van een grensoverschrijdend document, zodat de grond dat eiser niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) aan de maatregel ten grondslag kon worden gelegd. Eiser heeft verder ook geen recht meer op opvang offinanciëleverstrekkingen, doordat het vertrektraject waarin eiser zat is beëindigd. Voorts had eiser Nederland al veel eerder moeten verlaten, waardoor de vertrektennijn ruim is verstreken. Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening mogen door eiser niet in Nederland worden afgewacht. Verder heeft de gemachtigde van verweerder meegedeeld dat eerst bekeken zal worden of eiser geclaimd kan worden bij België. Daarnaast wordt er vanaf september 2007 weer gepresenteerd bij de autoriteiten van Guinee bij vrijwillige terugkeer en in mei 2008 hebben voornoemde autoriteiten te kennen gegeven akkoord te gaan met onvrijwillige terugkeer Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt tmmwi stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert. In de maatregel heeft verweerder het vermoeden van onttrekking aan de uitzetting gebaseerd op de omstandigheden dat eiser niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vb 2000, geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, zich niet gehouden heeft aan zijn vertrektennijn en geen middelen van bestaan heeft 2.4. Vaststaat dat eiser niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vb 2000, zodat deze grond aan eiser kan worden tegengeworpen. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat eiser door het beëindigen van het terugkeertraject geen recht meer heeft op voorzieningen. Dat de voorzieningen zijn beëindigd, heeft eiser ook zelfverklaard in zijn gehoor voorafgaand aan de inbewaringstelling. Dit betekent dat aangenomen moet worden dat eiser geen vaste woon dan wel verblijfplaats meer heeft en niet meer over voldoende middelen van bestaan beschikt- Dat eiser nog een procedure in het kader van de speciale regeling heeft lopen, brengt niet mee dat de vertrektennijn nog niet is verstreken. Eiser heeft een asielprocedure doorlopen, waarna de vertrektennijn is ingegaan. Verweerder heeft deze omstandigheden niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen Voorts is niet gebleken dat er onvoldoende zicht bestaat op uitzetting van eiser op afzienbare termijn. De rechtbank laat daarbij wegen dat verweerder zal bekijken of eiser geclaimd kan worden bij België. Daarnaast ziet de rechtbank in de door verweerder geschetste omstandigheden rond de uitzetting van vreemdelingen naar Guinee geen aanleiding om aan te nemen dat er geen zicht op uitzetting naar Guinee bestaat 2.6. Gelet op de gronden waarop de maatregel rust, heeft verweerder bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid kunnen overgaan tot de inbewaringstelling van eiser. De rechtbank acht hierbij van belang dat, hoewel eiser wel een bezoek heeft gebracht aan de autoriteiten van Guinee, uit de vertrekgesprekken blijkt dat eiser niet terug wil keren naar zijn land van herkomst en zijn medewerking aan het invullen van een aanvraag ter verkrijging van een laissez passer heeft geweigerd Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond en bestaat geen aanleiding om : &Z P-007

9 ls-dec :09 VAN-U 4 van Wierimsn T-285 P.008/010 F-276 Zaaknummer Awb 08/41175 blad 3 schadevergoeding toe te kennen. 3. Beslissing De rechtbank - verklaart het beroep ongegrond; - wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus gegeven door mr. SM. Schothorst en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M. van der Werff als griffier op S december \É ( Tegen deze uitspraak kunnen partiiejtbinnen een week^a de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij deajdeüng nesniutsrechtspraak van de Raad van State (postbus 16113,2500 BC te 's-gravenhage) onder vermelding van 'Hoger beroep vreemdelingenzaken 1. Ingevolge artikel 85 Vw 2000 dient het beroepschrift één of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. 1/ Afcchriftverzonden: '. 9 DEC : * p.ooe

10 16-DEC-20ö3 46:09 VAN-li 4 van Wiaringan T-265 P.001/010 F-276 ^ Li & Van Wieringen Advocaten en Belastingadviseur Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Vreemdelingenzaken Postbus BC 's-gravenhage % RAAD VAN STATE V'V" INGEKOMEN \ 8 DEC 2GQ8? mr. D.Y. Li' mr. V.l.. van Wicringcn inw. mr. A.M.I. Elodd mr. N. Hollander nir. M.M.J. Ans mr. KJ. /coi" m*v. mr. Y.M. Prins Tevens per fax verzonden: Vestiging Groningen Datum 16 december 2008 Inzake /rnd-vh Onze ref. VW/ Uwref. nieuwe zaak Betreft Hoger beroep RetasttngQttvisetir dra. I-'.J. van Dijk"* lid InsolnJ '«lid Nederlandse I-edcr-iik' Belasiirtfiiul viseurs HOGER BEROEP VREEMDELINGENBEWARING Edelhoogachtbare Vrouwe / Heer, Op 20 november 2008 is appellant, de heer geboren op van Guinese nationaliteit, op de voet van artikel 59 eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 in bewaring gesteld door de Staatssecretaris van Justitie (hierna verweerder). Crouïngcn Zuiderpark 15 I»osibus AP Groningen T(050)360376S F(050) TcrApel Business Park Nomdcnwcg AM TcrApel T{0599)5S90K8 F(O599)5S90$9 infa@jenvw,nl Stichting Derdcngetden Li & Van Wielingen: Namens appellant is op 20 november 2008 beroep ingesteld tegen die maatregel. Bij uitspraak van 5 december, verzonden 9 december 2008 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en is het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Dit beroep is geregistreerd onder nummer Awb 08/ U treft hierbij een afschrift aan van die uitspraak.(*l) Tegen de uitspraak van 5 december 2008 komt appellant hierdoor in hoger beroep. Appellant kiest ten de2e woonplaats ten kantore van zijn gemachtigde, de heer mr. V.L. van Wielingen, advocaat te (9724 AG) Groningen aan het Zuiderpark 15, die hierbij verklaart bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot het instellen van dit hoger beroep en derhalve tot het indienen van deze schriftuur. Een afschrift van deze brief met bijlage(n) zond ik heden aan (de gemachtigde van) verweerder. Mag ik eerbiedig verzoeken een last tot toevoeging af te geven voor deze procedure? Appellant meent dat het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling en de rechtsbescherming in algemene en bijzondere zin dit hoger beroep vergen. Hij wenst hierbij de volgende grieven aan te voeren tegen de uitspraak van de rechtbank van 5 december U QUCHILLEHCOMUISSII A trawant 1G B Li & Van Weringen udvocaün en belastingadviseur is &m samenwerkingsverband van iellstandigfi advocaicn en een belastingadviseur. De aansprakelijkheid is bcperki UIL het bedrag dat in cen voorkomend geval duur de bcrotfpstiart»r>r»jcclijlchcidsvctxeker*ar wnrdï uitgekeerd. lfi: SO 3G X P.001

11 I5-DEC :08 VAN-Li * van Wiaringfln T-265 P-002/010 F-276 Li & Van Wieringen Advocaten en Belastingadviseur wordt eerbiedig verzocht deze grieven, althans de daarop gegeven toelichtingen, tevens in onderlinge samenhang te willen be2ien. Grief 1 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert nu appellant geen vaste woon- of verblijiplaats heeft. (r.o. 2.3 e.v.) Appellant staat ingeschreven in de GBA. (*2) Op het moment van inbewaringstelling woonde appellant nog op het centrum en stond daar ingeschreven. Grief 2 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert nu appellant niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4:21 van het Vb (r.o. 2.3 e.v.) Appellant is met zijn geboorteakte bij de ambassade van Guinee geweest en krijgt geen document verstrekt. (*3) Om die reden kan het besluit tot inbewaringstelling hierop niet worden gegrond. Appellant treft geen verwijt ter zake van het ontbreken van een document als bedoeld in art Vb Grief 3 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert nu appellant zich niet zou hebben gehouden aan de voor hem geldende vertrektermijn. (r.o. 2.3 e.v.) Appellant is nog in procedure. Uit het dossier blijkt allereerst niet van een vertrektermijn of wanneer deze termijn is ingegaan. Voorts heeft cliënt verzocht om toelating ingevolge de speciale regeling WBV 2007/11. Tegen de ambtshalve weigering de vergunning te verlenen zijn rechtsmiddelen ingesteld. Het verzoek om een voorlopige voorziening in deze procedure ligt voor toewijzing gereed. Bij uitspraak van 3 december 2008 ( /1) is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat tegen de ambtshalve weigering een vergunning als bedoeld in de speciale regeling WBV 2007/11 te verlenen rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld. GESCHILLENCOMMISSIE AOVCC*TUU* : X P.002

12 ls-oec :09 VAN-U 4 van Waringen » T-265 P.003/Q10 F-276 Li & Van Wieringen Advocaten en Belastingadviseur Grief 4 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert nu appellant geen middelen van bestaan zou hebben, (r.o. 2.3 e.v.) Appellant verleef op en centrum en was voor zijn onderdak en levensonderhoud afhankelijk van verstrekkingen. Deze verstrekkingen zijn feitelijk beëindigd mer de inbewaringstelling van appellant Deze omstandigheid kan daarom niet tegelijkertijd aan de maatregel van bewaring ten grondslag worden gelegd. Grief 5 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat (verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat) voldoende zicht op uitzetting bestaat. Appellant is met zijn geboorteakte bij de ambassade van Guinee geweest en krijgt geen document verstrekt (*3) Om die reden kan het besluit tot inbewaringstelling hierop niet worden gegrond. Appellant treft geen verwijt ter zake van het ontbreken van een document als bedoeld in art Vb Reeds op voorhand bestaat gerede twijfel of een LP zal kunnen worden verkregen voor appellant Daarbij komt dat in de afgelopen jaren uitzettingen naar Guinee bijzonder moeilijk waren te realiseren. Door verweerder daarom in het geheel niet worden aangegeven hoeveel LP zijn aangevraagd en verleend door de autoriteiten van dat land. Grief 6 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat verweerder bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid heeft kunnen overgaan tot de inbewaringstelling van appellant. Hier wordt verwezen naar hetgeen onder de grieven 1 tot en met 6 en de toelichtingen daarop is aangevoerd. Voor zover uit die feiten en omstandigheden niet reeds volgt dat de bewaring in strijd is met het recht, moet de maatregel in redelijkheid niet gerechtvaardigd worden geacht Grief 7 Ten onrechte of op onjuiste gronden heeft de rechtbank overwogen dat geen aanleiding bestond voor toekenning van schadevergoeding, (r.o. 2.7) H GESCHILLENCOMMISSIE ADVOCATUUR : ?ï P.003

13 lg-dec ,6:09 VAN-li 4 van Wiaringen T-285 P.004/010 F-276 Li & Van Wieringen Advocaten en Belastingadviseur Deze grief heeft geen zelfstandige betekenis. Verzocht wordt om toekenning van een schadevergoeding te (doen) toekennen voor de dagen die door appellant ten onrechte zijn vrijheid is ontnomen of beperkt op grond van de Vreemdelingenwet De aangevallen uitspraak miskent dit. De aangevallen uitspraak is derhalve in striid met het recht en dient te worden vernietigd. REDENEN WAAROM U(w) Edelhoogachtba(a)r(e) College, Vrouwe, Heer eerbiedig wordt verzocht: - dit hoger beroep gegrond te verklaren; - met vernietiging van de aangevallen uitspraak; - de maatregel op te heffen met toekenning van schadevergoeding volgens de geldende norm dan wel; - te bepalen dat de zaak wordt verwezen; met veroordeling van verweerder in de kosten van dit geding! Met de meeste hoogachting, VJLI var Wielingen, advocaat / bepaaldelijk gevolmachtigde Bijlage(n): 3 GEICHIUENCOMMI1SIE ADVOCAÏUUH 1G-12-2O09 16: B035G1 98^ P.004