Neuropsychologie les 5 Objectherkenning

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Neuropsychologie les 5 Objectherkenning"
  • Ivo Vos
  • 8 jaren geleden
  • Aantal bezoeken:

Transcriptie

1 Neuropsychologie les 5 Objectherkenning Slide 2: Licht valt op de retina en iets later heb je daar een levendige perceptie van. De hersenen zijn zeer efficiënt gestructureerd om een perceptie tot stand te krijgen. Waarom wordt er een focus gelegd op de visuele modaliteit? Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste is er veel geweten over het visueel systeem. Van alle zintuigen is het het gemakkelijkst te meten. Het is ook heel gemakkelijk om met visuele informatie te werken. Ten tweede is de visuele modaliteit een heel mooie illustratie van hoe zuiver de hersenen gestructureerd zijn. 1. De retina als informatieverwerker 1.1. Staafjes & kegeltjes Slide 3: Ten eerste de transformatie van licht in electro-chemische signalen. Als je kijkt naar hoe de retina is opgebouwd, dan zie je dat er daar al informatieverwerking plaatsvindt en het geen passief iets is. De manier waarop de cellen met elkaar verbonden zijn is al een relatief complex gegeven. De retina kan beschouwd worden als een verlengde van de hersenen. Hoe is het opgebouwd? De retina bestaat uit inputcellen die het licht rechtstreeks opvangen en omzetten in electro-chemische signalen en uit een outputlaag die de info doorgeeft aan de hersenen. De inputlaag bevat staafjes en kegeltjes. Dat zijn luchtgevoelige cellen die reageren op binnenvallend licht en belangrijk zijn bij het omzetten van licht in signalen. Staafjes bevatten 1 pigment en zijn louter gevoelig voor licht. Dat pigment is zodanig gevoelig aan licht, dat er maar een heel klein beetje licht op moet vallen opdat het staafje een signaal zou doorgeven. Het nadeel dat er maar 1 pigment in een staafje zit, is dat het geen kleur kan waarnemen. Het staafje is dus enkel gevoelig voor licht en donker, maar maakt geen onderscheid tussen de verschillende golflengtes van licht. Op de outputlaag van de retina zitten er ganglioncellen die via een axon verbinding maken met de hersenen. Er zijn heel veel staafjes die synapsen maken, die connecteren met 1 enkel ganglion. Op die manier kan er heel veel informatie accumuleren en kan er gereageerd worden op heel weinig licht. Het nadeel is dat omdat er verschillende lichtgevoelige cellen projecteren naar 1 outputcel, er een vri lage visuele resolutie is. De staafjes bevinden zich vooral in de periferie van ons visueel veld en daar kunnen we veel minder goed waarnemen. In de fovea zitten vooral kegeltjes. Er zijn drie soorten kegeltjes die elk een verschillend pigment hebben. Die pigmenten zijn elk gevoelig voor een verschillende golflengte/kleur en op die manier heb je dus bepaalde cellen die vooral reageren op rood en andere kegeltjes die vooral reageren op blauw. Op de fovea kunnen we scherp zien en nemen we het beste kleur waar. Hier projecteert maar een beperkt aantal kegeltjes naar een ganglioncel. Het voordeel daarvan is de spatiale resolutie. De organisatie van de retina blijft zo behouden in de ganglioncellen.

2 Om het idee van de kegeltjes en staafjes te illustreren: sterren kijken. Soms gebeurt het dat je in je periferie een ster ziet schitteren, maar als je met je ogen/fovea daar naartoe gaat en je probeert te fixeren, dan is het ineens weg. Dan draai je je ogen weer weg en zie je weer die ster knipperen. Vooral sterren die niet hevig schitteren zie je goed in je periferie, maar van zodra je daarop probeert scherp te stellen, verdwijnen ze. Dat is een mooie illustratie van lichtgevoeligheid. Een cel in de periferie heeft veel minder licht nodig om te vuren en als je naar het brandpunt van je oog toegaat, zie je dat niet meer omdat de cellen op de fovea meer licht nodig hebben om te vuren. Dat was de inputlaag Ganglion cellen Slide 4: Nu de outputlaag. Er wordt geprojecteerd naar de ganglioncellen. De axonen van de ganglioncellen vormen samen de optische zenuw en gaan zo naar de hersenen. Binnen de ganglioncellen vallen er twee types te onderscheiden. Er zijn de M-ganglioncellen, die zijn gevoelig voor ruwe patronen en bewegingen. Dat zijn vaak cellen die aangestuurd worden door de staafjes in de periferie. En dan zijn er P-ganglioncellen, die zijn gevoelig voor kleur. Zij worden aangestuurd door de kegeltjes. Het is belangrijk om te weten dat je ter hoogte van retina al twee typen ganglioncellen kunt onderscheiden van elkaar die reageren op specifieke eigenschappen van de visuele info die het oog binnenvalt omdat dit laat zien dat info hier al opgesplitst wordt en niet enkel in de hersenen Receptieve velden Slide 4: Een belangrijk concept in de visuele cognitie is het idee van receptieve velden. Omwille van het feit dat naburige staafjes en kegeltjes een synaps maken naar een bepaald ganglioncel, zien we dat een ganglioncel niet altijd reageert als er ergens op de retina ligt valt. Iedere cel heeft een bepaalde receptief veld wat meer is dan de regio in de visuele ruimte waar de cel specifiek op reageert. Stel bv dat je voor je een bepaald punt hebt, dan zal er ergens in de retina een specifieke groep zijn van staafjes en kegeltjes die daarop reageren, maar de manier waarop de retina georganiseerd is en de naburige cellen samen een synaps maken op 1 bepaalde ganglioncel, zal je zien dat er een paar ganglioncellen zijn die enkel gaan reageren als er op die specifieke plaatsen in de ruimte licht valt. De receptieve velden in de retina zijn heel klein en corresponderen met een heel duidelijk afgebakende locatie op de visuele ruimte rondom. We zien dat hoe verder we in de visuele verwerkingsstroom gaan, des te complexer de computaties worden en zien we dat de receptieve velden groter en groter worden en tegen het einde van de visuele verwerking (anterieur in de hersenen) zie je dat de receptieve velden soms zelfs bijna de helft van het visuele veld in beslag nemen.

3 Slide 5: Hier de opbouw van de retina. Je ziet de gelaagdheid en de manier waarop de informatie wordt opgesplitst in lage en hoge lichtgevoeligheid en gevoeligheid voor kleur en beweging. Er vindt al op de retina wat informatieverwerking plaats, de plaats waar het licht de ogen binnenkomt. 2. Van de retina naar de hersenen 2.1. Superieure colliculi Slide 6: De binnengekomen informatie verlaat via de ganglioncellen de retina, het signaal wordt via de axonen doorgestuurd. De optische zenuw verlaat de basale ganglia ter hoogte van het optisch chiasma en loopt door tot de superieure colliculi en de thalamus. Na het optisch chiasme wordt de optische zenuw de optische baan genoemd. Wanneer het optisch chiasme gepasseerd is, splits de optische track op. 90% van de zenuwvezels maken een synaps met delen van de thalamus en ongeveer 10% gaat naar de superieure colliculi. De superieure colliculi zijn betrokken wanneer er ergens heel snelle informatie in de periferie gedetecteerd wordt (bv wanneer je in je ooghoek heel snel iets door de kamer ziet flitsen). Wij hebben automatisch de neiging om ons hoofd te draaien naar die vlugge beweging. We hebben ons hoofd en onze ogen en dus onze aandacht al gericht nog voor het object geïdentificeerd was. Het zijn de superieure colliculi die op dat moment actief zijn en mee onze ogen, hoofd en aandacht oriënteren in de richting van het snel bewegend object. Het is heel aannemelijk om te veronderstellen dat de superieure colliculi vooral input krijgen van de M-ganglioncellen en dat de cellen in de periferie het meest geschikt zijn om informatie aan te voeren. Dieper in de superieure colliculi zie je dat er ook multi-sensorische integratie plaatsvindt. Als er ergens een bepaald object is, zoals bv een vleermuis in de kamer, dan is er niet enkel een zwart bolletje maar ook een geluid. De onverwachtse gebeurtenissen gaan heel vaak gepaard met zowel auditieve als visuele input. Ter hoogte van de superieure colliculi wordt die info geïntegreerd om zo beter de aandacht te kunnen richten op de plotse informatie. Superieure colliculi maken ook een rechtstreekse projectie naar verschillende delen van de cortex die belangrijk zijn bij het sturen van ons hoofd, ogen en lichaam. Nog voor alles bewust verwerkt is, reageren we zo reflexmatig op dingen die in ons gezichtsveld gebeuren. Dit is met andere woorden de onbewuste route die heel snel onverwachte informatie verwerkt en de gepaste bewegingen in gang zet Laterale geniculate nucleus (thalamus) Slide 6: Dan de tweede route van de retina naar de laterale geniculate nucleus van de thalamus. Het grootste deel van de oogzenuw projecteert daarop. Het is heel belangrijk voor bewustmaking. Bewuste waarneming verloopt via deze route. Dit heeft ook een gelaagde structuur.

4 Ook hier zien we de opdeling tussen plaatsen waar de M-gangliocellen projecteren en plaatsen waar de P-ganglioncellen projecteren. De M-ganglioncellen projecteren vooral de magnocellulaire laag en de P-ganglioncellen vooral op de parvocellulaire laag. Dus ook hier wordt de visuele informatie voor een stuk geordend. Hier hebben we ook de retinoscopische organisatie van de manier waarop de optische zenuw de informatie projecteert naar de verschillende structuren in de laterale nucleus. Aangrenzende cellen in de thalamusstructuur zijn ook aangrenzende ganglioncellen en op die manier ook staafjes en kegeltjes die bij elkaar liggen op de retina. Zo krijg je bij wijze van spreken een kopie van wat zichtbaar is op de retina in de thalamus. De vraag die onderzoekers zich stellen, is wat het nut is van de optische zenuw die projecteert op de thalamus, want de retinoscopische organisatie op de parvocellulaire laag zit ook al in de visuele cortex. Wat is de functie van de structuur in de thalamus in het visueel verwerkingsproces? De thalamus is een heel groot station in de hersenen dat heel veel input krijgt vanuit de hersenen en de zintuigen. Het is een plaats waar zowel topdown als bottomup informatie bij elkaar komt. Omwille van de feedback met de cortex, wordt gedacht dat die structuur in de thalamus misschien betrokken is bij heel vroege attentionele modulatie. Het gaat hier over heel rudimentaire attentionele modulatie op features die op dat moment in het visuele veld aanwezig zijn, niet over objecten die heel bewust moeten worden waargenomen. Voor de echte bewuste waarneming van bepaalde eigenschappen en objecten, moet informatie echt verwerkt worden. Hier is de informatie nog vrij ruw aanwezig. Men ziet we dat als je op bepaalde eigenschappen meer aandacht richt, je ook de activatie van de kern in de thalamus kunt moduleren. Hoogstwaarschijnlijk kan ons cognitief systeem op die manier de ruwe informatie een klein beetje filteren voor hetgeen op dat moment relevant is. Nogmaals, het gaat niet over bewuste waarneming en complexe aandachtsgetuurde processen, hier is info nog niet verwerkt, het zit nog dicht bij de ruwe visuele input. 3. De visuele cortex Slide 8: Nu komen we van de thalamus in de visuele cortex terecht. We hebben een route die rechtstreeks projecteert op de visuele cortex. We zien op de het plaatje een map van de volledige cortex. Het is opvallend hoeveel gebieden er betrokken zijn bij de visuele verwerking. Bijna 1/3 van de hersenen zijn betrokken bij visuele processen. Als je dan verder kijkt, dan zie je zowel op celstructuur als op functionele structuur er verschillende gebieden te onderscheiden zijn van elkaar die elks een bepaald deel van de visuele verwerking op zich nemen. Er is een echte specialisatie en elk deel verwerkt een specifiek aspect van de visuele input. Sommige gebieden zijn belangrijk voor het verwerken van keur, andere voor het verwerken van oriëntatie

5 Iedere visuele eigenschap die kan onderscheiden worden, wordt verwerkt in een ander gebied in de hersenen. Omdat visuele processen zo een complex gegeven zijn, wordt de hele input verdeeld. Maar wij zien geen aparte beelden, geen aparte oriëntaties en kleuren, wij zien geïntegreerde beelden. Dus op een bepaald moment moet de info die op een verdeelde manier verwerkt wordt, terug geïntegreerd worden. Dit is daar een schematische voorstelling van. Je ziet verschillende gebieden die op basis van hun functie onderscheiden zijn van elkaar en de manier waarop ze verbonden zijn met andere gebieden waardoor ze informatie kunnen delen om de info te integreren. Slide 9: Hier nog een andere illustratie. Je ziet hoe het visueel systeem bij de mens uit verschillende modules bestaat die allemaal een apart gebied in de hersenen in beslag nemen. Informatie komt V1 binnen en V2 (gebieden waar alle info binnenkomt). Hier is er weer de retinoscopische organisatie. Het belangrijkste om te onthouden is dat visuele informatie binnenkomt op de retina en op een heel gefragmenteerde manier verwerkt wordt. Er zijn verschillende gebieden gespecialiseerd in het verwerken van visuele input en nadien wordt alle infor weer samengebracht. Slide 10: De verschillen tussen de gebieden die betrokken zijn bij visuele verwerking kunnen zowel structureel van aard zijn als functioneel. Je ziet bv dat een ander type van cellen actief is in gebieden V1 en V2. Maar er zijn dus ook functionele verschillen. Je ziet hier de resultaten van een PET-studie waarbij men mensen liet kijken naar ofwel gekleurde vlakken ofwel bewegende puntjes. Als je naar de conjunctie van de twee visuele inputs kijkt, zie je dat V1 en V2 actief zijn. De functionele heterogenen zijn blijkbaar betrokken bij de verwerking van alle soorten visuele input. Maar je ziet dat V4 selectief actief wordt wanneer kleuren verwerkt moeten worden en V5 actief wordt wanneer vorm verwerkt wordt. Je kan dus zien dat op functioneel vlak er verschillende hersengebieden actief worden wanneer een bepaalde eigenschap van visuele input verwerkt moet worden. 4. Van retina naar de visuele cortex Slide 11: Een heel mooie illustratie van de twee verschillende routes naar de visuele cortex zijn mensen met blindsight. Sommige mensen hebben een letsel aan de occipitale cortex en nemen visuele informatie niet bewust waar, maar toch komt er informatie binnen en is er verwerking van die informatie. Dat is blindsight: ondanks het feit dat men geen bewuste visuele waarneming heeft, is er bij sommige mensen toch nog verwerking van de input. We kunnen dus beïnvloed worden door informatie die we niet bewust waarnemen. filmpje: er loopt een man door het bos. Ondanks het feit dat de helft van zijn visuele veld niets ziet, beweegt hij zijn hoofd toch in functie van de takken die voor zijn ogen komen. Heel opvallend bij de patiënt in de film is dat hij in de ene kant van zijn visueel veld volledig blind is, maar als er plotseling takken in zijn gezichtsveld komen, is hij er toch toe in staat om die te ontwijken ondanks het feit dat hij ze niet bewust heeft waargenomen.

6 Als je in een auto zit en je bent aan het praten met degene die naast je zit, dan kan het zijn dat er een hele hoop dingen gebeurd zijn in je visueel veld waar je je niet van bewust bent. Nochtans, als er dan plotseling iets gebeurd kan je daar toch je aandacht naar richten en kan het bewuste aandachtssysteem inspringen. Ook bij mensen die geen corticaal letsel hebben is er dus evidentie voor de twee routes, de onbewuste en de bewuste. Een aantal mogelijke verklaringen voor hoe het komt dat bij mensen die geen bewuste waarneming hebben in de helft van hun visuele veld, er toch rudimentaire verwerking plaatsvindt? Ten eerste door het feit dat de route naar de superieure colliculi loopt die nadien projecteren op andere gebieden in de visuele cortex nog intact is. Er zijn ook patiënten beschreven met blindsight waarbij men aan de hand van fmri zag dat bepaalde clusters van neuronen in de visuele cortex nog actief waren wanneer visuele informatie verwerkt moest worden, maar blijkbaar niet voldoende om tot bewuste waarneming te leiden maar wel voldoende om rudimentaire eigenschappen waar te nemen en daarop te reageren. Een derde verklaring is dat er nog andere verbindingen zijn tussen de thalamus en andere niet-visuele gebieden van de cortex, dus misschien kan een deel van de informatie daarlangs de hersenen binnen komen en verwerkt worden door niet-beschadigde gebieden. 5. Visuele gebieden na de (primair) visuele cortex Slide 12: Ondanks het feit dat de hersengebieden betrokken bij perceptie allemaal zo gespecialiseerd zijn, kan je toch twee banen onderscheiden waarin die gebieden misschien wel hun eigen deeltje informatie verwerken, maar van op een afstandje zie je dat ze allemaal betrokken zijn bij het verwerken van gelijkaardige informatie. Als je al de verschillende hersengebieden bekijkt en kijkt naar wat de specifieke functies daarvan zijn, dan kan je twee routes onderscheiden. Enerzijds heb je de occipito-temporale route of de ventrale route belangrijk voor objectherkenning, anderzijds heb je de occipito-pariëtale route of de dorsale route belangrijk voor het verwerken van waar de visuele informatie zich in de ruimt bevindt en hoe we onze perceptie aan handelingen kunnen koppelen. Dat de hersenen op die manier georganiseerd zijn, is niet zo verwonderend. Je kan het visueel proces wel helemaal uit elkaar rafelen in subcomponenten, maar we moeten wel tot een vast percept komen. Op een bepaalde moment moet alle gefragmenteerde informatie samen gebracht worden. Het lijkt logisch dat alle gebieden belangrijk voor een bepaalde functie bij elkaar liggen. Grosso modo kunnen we die twee routes functioneel en anatomisch onderscheiden. Slide 13: Wat zijn de functies van die route? Ergens in de jaren '80 is het idee geopperd dat de ventrale route belangrijk is voor wat we zien, voor objectherkenning en de dorsale route belangrijk voor waar iets zich bevindt.

7 Een heel overtuigende studie die aanleiding heeft gegeven tot deze inzichten is een studie bij apen waarbij men selectief ofwel de ventrale ofwel de dorsale route beschadigd had. Die apen werden getraind om op een bepaalde tafel te zoeken naar eten. Op de tafel waren twee locaties te zien waarbij men onder de tafel door eten kon doen verschijnen en bij iedere trial mochten de apen zoeken waar het eten verstopt zat. De aap kon niet zien waar het voedsel zich bevond. Bij de ene taak zette men daarbij mee een cilinder op de tafel en werd iedere keer de cilinder het dichtst geplaatst bij de container waar het voedsel in zat. Het was dan aan de aap om de link te leggen. Dat was de positie-discriminatie taak. Bij een andere conditie verschenen er twee verschillende objecten. Nu moest de aap onthouden welke objecten voor de trail op de tafel verschenen waren, want het voedsel zou liggen onder dat object dat eer de vorige keer niet bij was. Zo moest de aap het object kunnen discrimineren en weten welk object was veranderd ten opzichte van de vorige trial. Dus zo waren er twee conditie: de positie-discriminatie taak waarbij de aap de link moest leggen tussen de locatie van de cilinder en de plaats waar het eten lag en de object-discriminatie taak waarbij de aap moest discrimineren tussen de objecten die veranderd waren. Wat zag men? Apen met beschadiging in de dorsale route konden perfect de objectdiscriminatietaak, maar niet meer de spatiale relatie tussen de cilinders en het voedsel vinden. Apen met ventrale schade hadden het omgekeerde, die konden perfect de positie-discriminatietaak, maar konden geen objecten meer discrimineren. Het letsel is een heel mooie illustratie van dubbele dissociatie. Het idee was toen dat de ventrale route heel belangrijk is voor WAT we zien en de dorsale voor WAAR we objecten zien. Slide 14: Begin jaren '90 is men dat verder gaan onderzoeken. Is wat vs waar wel de juiste opsplitsing? Een alternatief dat naar voor werd geschoven was wat in de perceptie vs hoe in de actie, want heel vaak als we ergens spatiale informatie nodig hebben in onze wereld is dat geassocieerd met een bepaalde actie die we moeten uitvoeren. Vaak als we ergens naartoe moeten grijpen, is het belangrijk dat we weten waar het object zich bevindt in de ruimte. Tot het idee dat het niet zozeer wat vs waar was, maar eerder perceptie vs actie is en gekomen door de dubbele dissociatie bij mensen met ventrale of dorsale schade. Men zag dat mensen met een dorsaal letsel op zich nog wel goed objecten konden detecteren en zelfs zeggen waar het zich bevond, maar vooral een probleem hadden wanneer ze daar een grijpbeweging naar moesten maken. Dat zie je goed bij mensen met optische ataxie. Die mensen hebben na occipitale schade vaak problemen met het maken van grijpbeweging omdat de perceptieactie link niet meer vlot verloopt omdat er ergens iets fout loopt in de verwerking van de spatiale informatie die nodig is om de grijpbeweging te maken. Slide 15: Een ander probleem zijn mensen met een ventraal letsel. Zij hebben volgens de onderzoekers niet zozeer problemen met de verwerking van spatiale attributen in de omgeving, maar wel met het verwerken van oriëntatie. De taak die ze gaven aan mensen met een ventraal letsel was een papier met allerlei lijntjes erop. Vanboven werden verschillende lijntjes aangeboden. Er werd gevraagd om de oriëntatie van de lijntjes te matchen, er werd dus gevraagd om de lijntjes die ze boven zagen te matchen met een van de lijntjes eronder.

8 De andere taak was van hetzelfde principe, maar nu moest men niet perceptueel de lijnen onderscheiden maar kreeg men een brienvenbus en een brief. De taak was om de brief in de sleuf van de brievenbus te stoppen, maar die sleuf kon op verschillende manieren geroteerd staan. Men moest dus een actie doen waarbij men dezelfde oriëntatie moest matchen, en in dit geval niet perceptueel maar in functie van de actie. Men zag dat mensen met een ventraal letsel die oriëntatie-matching absoluut niet konden, maar zij hadden geen probleem om de brief in de brievenbus te stoppen. Alsof de oriëntatie geen probleem gaf wanneer die moet gebruikt worden voor de actie, maar wel wanneer die gebruikt moet worden om perceptueel te matchen. Op de genormaliseerde tekening, zien we dat patiënt DF niet perceptueel kan matchen en dat het random gebeurde. Bij de controlepatiënt zien we dat de lijnen centraal zijn uitgelijnd. Maar bij de visuo-motorische taak zie je dat patiënt DF normaal functioneerde. Mensen met een dorsaal letsel liet men deze taken ook uitvoeren. Zij hadden geen probleem met de perceptuele taak, maar wel moeite met de brief in de brievenbus steken. Dus bij mensen met ventrale schade is de object-discriminatie verstoord, en dan vooral op perceptueel niveau terwijl de visuo-motorische controle in tact was. Je hebt dus een mooie dubbele dissociatie. Slide 16: Men heeft evidentie voor het bestaan van de twee routes nadien ook gevonden bij neurologisch intacte mensen met behulp van fmri. Daarbij maakte men gebruik van neurale adaptatie om zo de activatie van bepaalde hersengebieden in beeld te brengen. Bij een adaptatiestudie vertrek je van de vaststelling dat als je dezelfde stimulus keer op keer aanbiedt, de hersenactivatie na verloop van tijd mindert. De hersenen adapteren aan de stimulatie die ze binnenkrijgen. Wanneer je dezelfde stimulus blijft herhalen, daalt de activatie tot je een nieuwe stimulus aanbiedt die verwerkt moet worden en zo heractiveren de gebieden zich. We kunnen dus bepaalde eigenschappen van de stimulus blijven herhalen en kijken welke gebieden verminderen in activatie en welke gebieden weer actief worden wanneer je een nieuwe of veranderde stimulus aanbiedt. Hier heeft men verschillende objecten in een verschillende oriëntatie aangeboden of hetzelfde object verschillende keren laten roteren. Je had dus verschillende objecten in dezelfde oriëntatie en men zag dat gebieden in de dorsale route adapteerde. Men zag dus dat wanneer spatiale eigenschappen verwerkt moesten worden, gebieden in de dorsale route verminderden in activatie maar weer actiever werden wanneer de oriëntatie veranderde. Terwijl wanneer de stimulus hetzelfde bleef en men veranderde de oriëntatie, dan zag men dat bepaalde gebieden in de ventrale route verminderden in activatie die weer actief werden wanneer een nieuw object aangeboden werd. Slide 17: Iets fascinerend zijn illusies. De meeste mensen zouden denken dat de bovenste lijn langer is dan de onderste, terwijl ze even lang zijn. Ons visueel systeem kan, wanneer het gaat om de bewuste waarneming van lijnen, beïnvloed worden door illusies. Maar ons motorisch systeem is daar ongevoelig voor.

9 Slide 18: filmpje illustratie dat op functioneel vlak je twee routes hebt die onafhankelijk werken. 6. Visuele input: uitdagingen Slide 19: Objectherkenning doet vooral beroep op gebieden in de ventrale route. Die route heeft verschillende eigenschappen waardoor we objecten vlot kunnen waarnemen. Slide 20: De hersenen hebben toch wel veel moeite om van een retinaal beeld te gaan naar de perceptie die we waarnemen. Er zijn verschillende uitdagingen voor de hersenen om dat probleem op te lossen. De eerste uitdaging is dat wij op onze retina een 2D beeld zien. Nochtans ervaren wij de wereld rondom ons in 3D. Onze perceptie heeft ook een diepte. Dus de eerste uitdaging is hoe de hersenen van dat 2D-beeld gaan naar een 3D-beeld. Een tweede uitdaging is dat er geen 1-op-1 mapping is van het object dat waargenomen wordt en het beeld dat op de retina verschijnt. Verschillende objecten kunnen eenzelfde projectie geven op de retina. Op een of andere manier moeten de hersenen dan andere info die beschikbaar is gebruiken om dan toch verschillende beelden te halen uit de projectie. Slide 21: Een derde uitdaging is de perceptuele constantie. We hebben allemaal het gevoel dat hetgeen we zien heel constant is en als we onze ogen of ons hoofd raaien dat de wereld rondom ons vaststaat. Als je het op het niveau van de retina bekijkt, dan zijn er enorme veranderingen die gepaard gaan met het bekijken van een object van ver of van dichtbij. Maar toch hebben wij in onze perceptie het gevoel dat het om hetzelfde object gaat, of het nu van dichtbij of van ver bekeken wordt. Hoe slagen de hersenen erin om van zo een grote verschillen in de retinale projecties, te gaan naar een perceptie waarin we hetzelfde object waarnemen? Een ander aspect is ook de oriëntatie. Je kan vanuit verschillende standpunten het object bekijken maar het object nog steeds herkennen. De positie ook, waar in de ruimte het object zich ook bevindt, je zal het object altijd herkennen. We kijken met onze ogen die heel snel bewegen. Toch hebben we niet het gevoel dat iedere keer we onze ogen bewegen de hele wereld heen en weer slingert, terwijl als je dat op retinaal vlak bekijkt er veel verschillende snapshots zijn die we maken van hetzelfde beeld. Het is ook zo dat als we onze ogen bewegen, we eventjes virtueel blind zijn. Dus op een of andere manier slagen de hersenen erin om een perceptuele constantie te bekomen en de wereld op een stabiele manier te percipiëren. Slide 22: De vierde uitdaging. Onze perceptie is eigenlijk een reconstructie. Op de retina, de plek waar de axonen van de ganglioncellen samenkomen om zo de optische zenuw te vormen, bevindt zich de blinde vlek. Daar zitten geen staafjes en kegeltjes. Op ons visueel veld is er dus een plaats waar we niets waarnemen. Maar niemand heeft het gevoel dat er ergens in de ruimte twee puntjes zijn waar je niets ziet. Dat komt omdat de hersenen die ruimte invullen. De hersenen reconstrueren

10 dat. De tekening is daar een mooie illustratie van. Beweeg het papier tot je het rode of blauwe cirkeltje niet meer ziet. Er is een bepaald punt waarop dat puntje in je blinde vlek komt en dat patroon volledig gestreept wordt of een volledige gele cirkel. Slide 23: Een andere illustratie is deze illusie. Je hebt het gevoel dat dat een witte driehoek is, terwijl het gewoon vlakken zijn. De hersenen vullen die vlakken in. De hersenen reconstrueren voor een stuk de visuele input. De hersenen doen dit waarschijnlijk om tot een stabiel beeld te komen. 7. De ventrale wat route Slide 24-27: De ventrale route is in de hersenen de route die gespecialiseerd is in het vererken en herkennen van objecten. Hoe doet die route dat? De verschillende gebieden bij het verwerken van visuele info zijn gespecialiseerd in specifieke informatie. Zo is een gebied gespecialiseerd in oriëntatie, een ander in vormaspecten, een ander in kleur Andere gebieden zijn gespecialiseerd in bewegingen. Wat zie je? Naarmate je meer anterieur (voorkant) in de hersenen gaat, zie je een toenemende complexiteit van de verwerking die plaatsvindt en ook een toenemende gevoeligheid voor specifieke stimuli in de verwerkingsstroom. Dus bij V1 en V2, zeer posterieur, zie je dat die enkel reageren op een oriëntatie, iets verder naar voor wordt al gereageerd op vormen en zo gaat dat door tot het complexer wordt en je in de inferieure temporele cortex komt en er op complexe vormen gereageerd wordt zoals een arm of een auto. Dit gebied is minder gevoelig voor basis vormen. Een tweede aspect is dat hoe verder je in de informatieverwerking komt (hoe meer anterieur), des te minder maakt het uit hoe een bepaald object georiënteerd is. Dus die cellen zijn bv gevoelig voor gezichten, maar of dat gezicht nu in voor- of zijaanzicht is, maakt niet uit. De variaties in visuele input zullen minder een rol spelen. Slide 28: Een tweede eigenschap is dat hoe meer je anterieur gaat, hoe groter de receptieve velden worden. Het receptief veld in de visuele ruimte waar een specifieke cel op reageert. De grootte van zo een veld bepaalt of een cel afhankelijk is van de positie of de grootte van een object. als je bv een klein receptief veld hebt, zal een bepaalde cel reageren als bepaalde info op een specifieke manier aanwezig is. Identificatie is dan afhankelijk van positie en grootte. Je kan dan bv enkel het vogeltje zien en zien waar het zich precies bevindt, maar je ziet niet de volledige scene. In de vroegere visuele gebieden zijn de visuele velden relatief klein en zijn de cellen dus gevoelig voor de grootte en de locatie van de objecten in de ruimte. Hoe meer anterieur je gaat, worden de receptieve velden groter en maken de locatie en de grootte van het object niet meer uit. Identificatie is dan mogelijk onafhankelijk van positie en grootte.

11 Een groot nadeel is dat gebieden met grote receptieve velden heel weinig informatie bevatten over waar in de omgeving het object plaatsvindt. Dat is ook de reden waarom de ventrale route heel goed is in het identificeren in wat er te zien is en minder goed in waar er iets te zien is. In de dorsale route zijn de receptieve velden waarschijnlijk veel kleiner waardoor de spatiale resolutie daar beter is. Slide 29: Een derde eigenschap van cellen in de ventrale route is dat ze kleurgevoelig zijn. Waarom? Kleur is belangrijk om een object te identificeren en het te onderscheiden van de achtergrond. Heel vaak kan je op basis van kleureigenschappen iets onderscheiden en het achteraf identificeren. Bv een sinaasappel versus een voetbal. Slide 25: Dit zijn een aantal illustraties dat er in de ventrale route effectief een aantal gebieden zijn die heel selectief kunnen reageren op bepaalde eigenschappen onafhankelijk van hoe die informatie het systeem binnenkomt. Het lateraal occipitaal complex reageert selectief op bepaalde objecten onafhankelijk van hoe die zijn binnengekomen. Soms kan je door het samengaan van punten beweging waarnemen. In het eerste geval ging het om een giraf. Men had een dier dat zichtbaar werd door verschillende puntjes die bewegen. Men ziet dat het gebied reageert onafhankelijk van hoe de info aangeboden wordt. Het is louter een bewegend beeld, geen foto en toch reageert het gebied. Slide 26: Een ander gebied in de hersenen reageert selectief op gezichten: fusiform face area. Bij een fmri-experiment bood men gezichten aan en in een trial conditie objecten. Achteraf berekende men het contrast en men zag dat wanneer een gezicht aangeboden werd, er signaal verandering was. Wanneer er gewoon objecten aangeboden werden, was de activiteit weer op baseline niveau. In tweede instantie zou je kunnen zeggen dat gezichten bepaalde eigenschappen hebben waar op gereageerd wordt. In een tweede conditie bood men gezichten aan en ook dezelfde gezichten in stukken geknipt en gescrambled aan elkaar geplakt. Men zag ook hier dat wanneer het gezicht in tact was er de grootste verandering in BOLD-signaal was. Het gaat dus echt specifiek om gezichten. slide 27: Een ander voorbeeldje is de parahippocampal place area die selectief reageert op plaatsen. Hier geldt dezelfde logica. Als je intacte scenes en gescrambled scenes aanbiedt, reageert het gebied enkel op intacte gebieden. 8. Problemen met visuele object herkenning Slide 30: Wat kan er mis gaan? Dit kan ons ook veel leren over hoe het visueel systeem in elkaar zit. Schade in het gebied van de ogen tot de primaire visuele gebieden. Als je een bepaald letsel hebt op de retina, kan het zijn dat je bepaalde gebieden niet meer zo goed ziet, dat je dus scotoma's krijgt. Het kan ook zijn dat ter hoogte van de retina de helft van het visuele veld wegvalt (hemianopsie). Er kan ook ter hoogte van het optisch chiasme een letsel optreden. Wanneer de beschadigingen verder in de stroom terecht komen, kan het zijn dat je bv geen kleur meer kunt zien (wanneer je een letsel hebt aan V4). Er zijn ook mensen die niet meer in staat zijn om bewegingen te zien etc.

12 De algemene term voor schade na de vroege visuele gebieden is 'visuele agnosie' of 'verstoorde objectherkenning'. Er zijn visuele problemen bij het herkennen van wat je ziet ondanks het feit dat de primaire, elementaire visuele verwerking in tact is. Dus de ogen zijn in orde, er kan nog scherp gekeken worden, mensen kunnen soms nog wel lijntjes of kleurvakken zien, maar nadien komen ze niet meer tot perceptie van objecten. Bij mensen met visuele agnosie gaat het ook niet om semantische/geheugenproblemen. Heel vaak kunnen ze nog wel beschrijven hoe iets er moet uitzien, maar als ze het voor zich hebben kunnen ze het niet herkennen. Op basis van andere modaliteiten kunnen ze we meteen zeggen om wat het gaat. Er is dus geen probleem met de kennis van objecten, vanuit de input die ze hebben, kunnen ze het object niet meer herkennen. Visuele agnosie is modaliteit specifiek. Het is enkel de link tussen de visuele input en daar een betekenis/perceptie van te maken die verstoord is. Alle andere modaliteiten zijn nog wel in tact. Er zijn twee vormen van modaliteiten: de apperceptieve agnosie en de associatieve agnosie Apperceptieve agnosie Slide 31: Mensen met apperceptieve agnosie hebben wel intacte elementaire verwerking (kunnen wel onderscheiden of een lamp brandt of niet of welke kleur iets is), maar zij kunnen de verschillende elementen zoals kleur en oriëntatie niet meer integreren tot een geheel en weten dus zo niet wat ze zien. Slide 32: Zij kunnen geen vormen onderscheiden en objecten natekenen. Er komt dus wel informatie binnen, maar zij kunnen het niet integreren tot een beeld. Slide 33: In een lichte vorm hebben mensen vooral problemen wanneer contouren ontbreken. Zij kunnen perfect zeggen om welk object het gaat, maar van zodra de contour niet meer volledig is, zijn ze niet meer in staat om het object te herkennen. Een ander probleem van apperceptieve agnosie wanneer er pariëtale schade is, is dat er mensen zijn die geen objecten kunnen herkennen wanneer het in een atypisch standpunt weergegeven wordt. Slide 34: Soms is er bij mensen met apperceptieve agnosie nog wel herkenning mogelijk wanneer ze gebruik maken van de dorsale route. Ze kunnen bv wel objecten herkennen wanneer ze bewegen. De beweging is iets wat door de dorsale route verwerkt wordt en zo kan men toch tot herkenning komen. Vaak zien we ook dat als mensen de objecten met hun handen proberen na te bootsen, ze ook tot herkenning komen. Heel vaak treedt apperceptieve agnosie op na diffuse schade aan occipitale gebieden waarbij er verschillende gebieden beschadigd zijn in de occipitale cortex.

13 8.2. Associatieve visuele agnosie Slide 36: Mensen zijn nog wel in staat om objecten te zien en verschillende elementen te integreren en te matchen met visuele informatie, maar de link met het semantisch systeem is verloren. Ze kunnen nog wel elementen van objecten beschrijven, maar de link met het geheugen is verloren. Het lijkt dus dat ze nog goed kunnen zien, maar ze weten niet wat bepaalde objecten betekenen. Bij natekenen zijn er geen problemen. En als men dan vraagt wat een anker is, kan men wel antwoorden. Maar als er dan gevraagd wordt om een anker te tekenen, dan lukt dat niet. Dus zelf tekenen vanuit het geheugen lukt niet. Er is dus geen probleem met de kennis op zich, maar het is de link van het object met het kennissysteem dat verloren is. Slide 37: Als die mensen aan het kopiëren zijn, dan zie je dat zij dat puntje per puntje doen. Zij doen dat heel anders dan een controlepersoon. Percipiëren zij de wereld dan wel normaal? Het ziet er toch naar uit dat er ergens in de perceptuele verwerking iets misgaat, maar het is duidelijk dat dat in een latere fase is dan bij mensen met apperceptieve agnosie Prosopagnosie Slide 38: Nog een andere vorm van dingen die verkeerd kunnen gaan bij visuele verwerking, zijn mensen met prosopagnosie. Zij kunnen geen gezichten meer waarnemen. Alle andere informatie kunnen zij nog wel redelijk intact verwerken. Zij kunnen een gezicht nog wel identificeren als een gezicht, maar kunnen niet zeggen van wie het gezicht is. Zij kunnen vaak zelfs hun eigen gezicht niet herkennen. Ook hier is er geen geheugenprobleem, want vaak kunnen zij op basis van eigenschappen van het gezicht zoals bv een snor toch tot herkenning van een persoon komen. Ook op basis van tast zouden ze tot herkenning kunnen komen. Het zou ook gaan op een gereduceerde omkeringeffect. Er is hier schade aan het fusiforme gebied aan de rechterkant. 9. Theoretische issues 9.1. Hoe is een enkel object gerepresenteerd? Slide 40: Grosso modo kunnen we op conceptueel niveau twee manieren onderscheiden: sparce coding en population coding. Sparse coding wilt zeggen dat er één specifieke cel is of een kleine cluster van cellen die dicht bij elkaar liggen die coderen voor één specifiek object. Cel 3 reageert bv wanneer het object een appel is en cel 9 wanneer het een sinaasappel is. Population coding houdt in dat alle cellen in het visueel systeem instaan voor het coderen van bepaalde objecten, maar het activatiepatroon van de cellen bepaalt of je het object herkent als een appel of een sinaasappel.

14 Als je sparse coding in extreme gevallen doorpushed, dan zijn er bepaalde cellen die heel selectief reageren op gezichten. Per individu zou er dus een specifieke cel zijn. In het extreme is het heel onwaarschijnlijk dat de hersenen op die manier coderen. Want als je bv veel gedronken hebt, zou het in theorie mogelijk zijn dat net die ene cel afgebroken is die ervoor zorgt dat je je lief herkent. Ten tweede, wat gebeurt er als je iemand nieuw leert kennen? Wilt dat dan zeggen dat je ergens een hele pool van ongebruikte cellen hebt die aangewakkerd worden wanneer een nieuw gezicht opgeslagen moet worden? Dat is heel onwaarschijnlijk. Populatie codering is ook heel onwaarschijnlijk, want stel dat heel de visuele cortex bij alle objecten betrokken is, dan moet die visuele informatie nadien nog gekoppeld worden aan andere informatie. Zo zo heel het netwerk verbonden moeten zijn met de rest van de hersenen, wat ook niet haalbaar is. De twee extremen zijn dus niet juist. Er is evidentie dat het gaat om een combinatie van de twee. Er zijn studies gedaan bij mensen met epilepsie waar men zag dat er heel specifieke cellen zijn die reageren op bepaalde gezichten. Dus er is wel evidentie voor sparse codering, maar ondertussen blijkt dat die cellen op verschillende gezichten reageren, maar niet op allemaal. Eenzelfde cel kan dus geassocieerd zijn met meerdere gezichten. Het gaat dus meer om een netwerk waarbij de cellen gespecialiseerd zijn in de herkenning van bepaalde objecten Hoe bekomen de hersenen perceptuele invariantie Slide 41: Hoe kan men dat onderzoeken? Door middel van adaptatie fmri. Je laat een plaatje zien en je bekijkt achteraf wat de activiteit is als de aanbiedingsvorm of het object verandert. In dit voorbeeld zien we dat de cel reageert op appels, onafhankelijk van aanbiedingsvorm. Slide 42: Een belangrijke theorie die uitlegt hoe je tot perceptuele invariantie komt, is de theorie van Marr. Hij dacht na over hoe wetenschap er zou moeten uitzien. Hij ging na welke stappen je moet ondernemen om een theorie op te bouwen. Hij stelde dat er 3 stappen nodig zijn om tot een goede theorie te komen. Hij probeerde algoritmes te beschrijven die in computers konden worden geïmplementeerd om computers dezelfde visuele eigenschappen te geven als mensen. De 3 stappen: - In eerste instantie moet er een probleemanalyse gemaakt worden. Wat is het fenomeen dat we willen beschrijven en wat zijn de problemen waar we voor staan? Welke computaties moeten er conceptueel gemaakt worden om van input tot output te geraken? Er moet ook gekeken worden welke informatie voor handen is. Als het probleem conceptueel goed beschreven is, kan men beginnen aan de tweede stap. - Men kan gaan kijken hoe men via algoritmes komen van de input tot de output die men wilt bekomen. Hoe kunnen die algoritmes beschreven worden? - Dan als laatste stap, hoe kunnen die algoritmes geïmplementeerd worden om te komen tot een systeem dat effectief werkt in het oplossen van een probleem.

15 Slide 43: Zijn theorie toegepast op visuele verwerking. Je vertrekt van gezichtspuntafhankelijke visuele input en komt uit op gezichtspuntonafhankelijke modellen uit het geheugen. Hoe komen we van die ene naar de andere fase? Er komt visuele input binnen. Die beweegt en is heel variabel. Het is heel gezichtspuntafhankelijk. In een volgende stap wordt volgens Marr in de hersenen op zoek gegaan naar cellen die zoeken naar bepaalde patronen in de input om bv lijntjes te kunnen detecteren. We weten ook dat als we ons hoofd bewegen die lijntjes ook bewegen. Dus enerzijds kunnen we de lijnen detecteren, maar ook bepalen welke lijnen bij elkaar horen en een object afbakenen. Er kunnen dus vlakken gemaakt worden die achteraf kunnen samengevoegd worden tot objecten. Men komt uiteindelijk dus tot een 3D-schets. Hoe meer informatie er geïntegreerd wordt, hoe meer je komt van iets gezichtsafhankelijk tot iets gezichtsonafhankelijk. Slide 44: Details zijn niet te kennen van de theorie, het idee is gewoon dat om tot perceptie te komen alles geïntegreerd moet worden om tot een stabiel gezichtsonafhankelijk construct te komen. Marr heeft geprobeerd een algoritme te zoeken over hoe we komen tot een stabiele perceptie. En zijn idee is dat er eerst lijnen gevormd worden die daarna gegroepeerd worden. Alle kleurinformatie, vorminformatie etc kan samengebundeld worden om zo tot de conclusie te komen dat het een lijn is en zo te komen tot gezichtspuntonafhankelijke perceptie Is de objectperceptie gebaseerd op de individuele elementen of op de globale configuratie? Slide 45: Het blijkt dat de linkerhemisfeer gespecialiseerd is in lokale details en de rechter in globale details. Er is maw sprake van twee neurale circuits. Slide 46: Of die configurationele informatie belangrijk is voor visuele perceptie, heeft men onderzocht aan de hand van de inverse van beelden. Het idee was dat als je een plaatje op zijn kop zette, dan bleven wel de verhoudingen tussen individuele kenmerken behouden, maar de globale shape verandert. De hypothese was dat als perceptie echt beroep doet op globale configuratie, dan zou het veel moeilijker moeten zijn om bepaalde details waar te nemen wanneer het beeld werd omgedraaid. Slide 49: Wanneer het beeld omgekeerd is, duurt het langer om in te zien dat de ogen en de mond abnormaal zijn (bij plaatje 4). Dat suggereert dat voor het herkennen van gezichten je wel degelijk naar de globale configuratie kijkt. Het omkeringseffect verdwijnt na rechtshemisferische schade wanneer de globale verwerking minder is. Waarom? Omdat mensen trager worden bij gewone gezichten alsof wanneer de gespecialiseerde hemisfeer voor het verwerken van gezichten beschadigd is, gezichten worden verwerkt zoals andere objecten. Slide 50: Wanneer je gewone plaatjes laat zien waarvoor we niet dezelfde specialisatie hebben om individuen te detecteren zoals bv auto's, dan hebben we dat omkeringseffect niet. Dan zijn we niet sneller in het detecteren dat er iets mankeert. Dat suggereert dat als w ergens visuele expertise voor hebben, we beroep gaan doen op de globale configuratie.

16 Een onderzoek om dat aan te tonen. Men had enerzijds een groep vogeldeskundigen en anderzijds gewone studenten die niet deskundig waren en ook nog autodeskundigen. Men liet hen gewone objecten, auto's, vogels en gezichten zien en keek dan welke gebieden actief werden. Men vond bij de auto-experts vooral activatie wanneer er auto's gedetecteerd werden. Bij vogels gebeurde er niet zo veel in de fusiforme gebieden. Bij vogelsexperts werden de gebieden belangrijk voor het detecteren van gezichten, ook meer actief wanneer ze vogels zagen (niet bij auto's). Dat suggereert dat het fusiforme gebid betrokken is bij die domeinen waar men visuele expertise in heeft en niet enkel in staat voor gezichtsherkenning.

Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging

Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging (Nederlandse samenvatting) Wanneer we een foto van een persoon zien, herkennen de meeste van ons of de persoon op de foto rende terwijl de foto gemaakt werd

Nadere informatie

Het oog als zintuig en de osteopatische benadering van visus problemen bij het paard

Het oog als zintuig en de osteopatische benadering van visus problemen bij het paard Het oog als zintuig en de osteopatische benadering van visus problemen bij het paard Anita Voskamp 2012 Hoe ziet een paard In dit hoofdstuk leg ik uit hoe de visus van het paard werkt. Voor ons mensen

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Hoe kijken wij en welke informatie wordt doorgegeven aan onze hersenen. Prof. dr. Maarten Kamermans

Hoe kijken wij en welke informatie wordt doorgegeven aan onze hersenen. Prof. dr. Maarten Kamermans Hoe kijken wij en welke informatie wordt doorgegeven aan onze hersenen Prof. dr. Maarten Kamermans Het oog is geen camera Als je een camera beweegt krijg je een onscherpe foto Als je de ogen stil zet zie

Nadere informatie

Carol Dweck en andere knappe koppen

Carol Dweck en andere knappe koppen Carol Dweck en andere knappe koppen in de (plus)klas 2011 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com 2 http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/ theorie/heller/ 3 http://www.youtube.com/watch?v=dg5lamqotok

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting Samenvatting Voor de meeste mensen is zien een van de meest vanzelfsprekende zaken die er bestaan. Om goed te kunnen zien hebben we behalve goede ogen en voldoende licht ook een

Nadere informatie

Staat alles in het brein vast?

Staat alles in het brein vast? 7 maart 2009 Staat alles in het brein vast? Rob van der Lubbe, GW-CPE Universiteit Twente Sheet 1 Goedemorgen allemaal. Welkom bij de lezing Staat alles vast in het brein?. Allereerst wil ik Toine van

Nadere informatie

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M.

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. Goltstein Proefschrift samenvatting in het Nederlands. Geschreven

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie

Nadere informatie

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen?

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen? Tentamen Neurobiologie 29 juni 2007 9.00 12.00 hr Naam: Student nr: Het tentamen bestaat uit 28 korte vragen. Het is de bedoeling dat u de vragen beantwoordt in de daarvoor gereserveerde ruimte tussen

Nadere informatie

The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon

The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon NEDERLANDSE SAMENVATTING Het neurale correlaat van bewustzijn Hoe creëren onze

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Het verwerken van visuele bewegingsinformatie is van levensbelang voor alle dieren die een visueel systeem bezitten. Alle visuele informatie,

Nadere informatie

Kijken met je hersenen

Kijken met je hersenen Kijken met je hersenen Prof. Johan Wagemans Laboratorium voor Experimentele Psychologie, KU Leuven Welkom Goed geslapen? Hersenen goed uitgerust? Ogen en oren goed gewassen? Vijf zintuigen? Wat we doen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Aandacht

Nederlandse samenvatting Aandacht Nederlandse samenvatting Aandacht Stel je bent op een feestje en je hebt een interessant gesprek met iemand die je al tijden niet meer hebt gesproken. De verhalen van deze oude bekende zijn dusdanig interessant

Nadere informatie

Zelfstudie: Hoofdstuk 2: Visuoperceptuele verwerking

Zelfstudie: Hoofdstuk 2: Visuoperceptuele verwerking Zelfstudie: Hoofdstuk 2: Visuoperceptuele verwerking 1. ANALYSE VAN VISUELE INFORMATIE: ROL VAN DE STRIAIRE CORTEX De retinale gangliale cellen encoderen info over: relatieve hoeveelheid licht die op de

Nadere informatie

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil!

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil! Cerebrale Visuele Stoornissen Weet bij jij kinderen wat ik zie? Weet jij wat ik zie? Jij maakt het verschil! Studiedag Carantegroep 20-05-2011 Even voorstellen Marieke Steendam ergotherapeut VVB-team Koninklijke

Nadere informatie

Zonder zintuigen weet je niet wat er om je heen gebeurt. Daarom gebruik je oren, je ogen, je neus, je huid en je tong.

Zonder zintuigen weet je niet wat er om je heen gebeurt. Daarom gebruik je oren, je ogen, je neus, je huid en je tong. Naam: DE ZINTUIGEN OOG, NEUS EN MOND Zintuigen. Doe je ogen eens dicht. Doe eens oordopjes in je oren. Weet je nu nog wel waar je bent? Ben je binnen of buiten? Schijnt de zon? Of regent het? Dat kun je

Nadere informatie

Dit zijn voorbeelden van examenvragen, gekopieerd van de examens van voorgaande jaren.

Dit zijn voorbeelden van examenvragen, gekopieerd van de examens van voorgaande jaren. Dit zijn voorbeelden van examenvragen, gekopieerd van de examens van voorgaande jaren. Inleiding tot de gedragsneurowetenschappen, d.d. 08-09-09 Studentennummer: 1. Het neuraal substraat voor selectieve

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35174 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Diepen, Hester Catharina van Title: Retinal and neuronal mechanisms of circadian

Nadere informatie

Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen

Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Het algemene doel van het in dit proefschrift gepresenteerde onderzoek was om verder inzicht te krijgen in de rol van visuele informatie in bewegingscontrole

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Oog Inleiding De meeste mensen hebben 5 zintuigen. Het gezichtsvermogen om te zien, het gehoor om te horen, de reuk om te ruiken, de smaak om te proeven en het gevoel om te voelen. Met zintuigen maak je

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

(1) bottom-up, (2) top-down, (3) bottom-up, (4) top-down. (1) bottom-up, (2) top-down, (3) top-down, (4) bottom-up

(1) bottom-up, (2) top-down, (3) bottom-up, (4) top-down. (1) bottom-up, (2) top-down, (3) top-down, (4) bottom-up Practicum 2: Perceptie Description Stof: Hoorcollege, Goldstein H3 Let op! Om dit practicum te halen dient u minstens 2/3 correct te scoren (10 van Instructions de 15 goed). U krijgt dan 3/4 punt. Er zijn

Nadere informatie

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P.

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Willems Regulatie van neuronale activiteit in het brein Verwerking van verspreidende

Nadere informatie

BREINBREKERS EN ILLUSIES

BREINBREKERS EN ILLUSIES BREINBREKERS EN ILLUSIES BREINBREKERS Maak twee vierkanten die elkaar niet raken door acht lucifers te verwijderen. SCROL NAAR BENEDEN VOOR DE OPLOSSING OPLOSSING MENSEN DIE NAAR ELKAAR KIJKEN OPGAVE Opzet

Nadere informatie

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde Bijlage 3 Symptomen van de eerste orde Stoornissen in het kortetermijngeheugen* De persoon met dementie onthoudt de recente gebeurtenissen niet meer, of beter: slaat de nieuwe indrukken steeds moeilijker

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. De invloed van illusies op visueelmotorische

Nederlandse samenvatting. De invloed van illusies op visueelmotorische De invloed van illusies op visueelmotorische informatieverwerking 115 Terwijl je deze tekst leest, maken je ogen snelle sprongen van woord naar woord. Deze snelle oogbewegingen, saccades genoemd, gebruik

Nadere informatie

uitleg proefje 1 spiegelbeeld schrijven

uitleg proefje 1 spiegelbeeld schrijven proefje 1 spiegelbeeld schrijven Misschien ziet je naam er een beetje kronkelig of gek uit, maar waarschijnlijk is het je wel een gelukt om je naam te schrijven. Het is moeilijk om de letters in spiegelbeeld

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 VISUELE PERCEPTIE. Deel I. Basic process in visual perception

HOOFDSTUK 2 VISUELE PERCEPTIE. Deel I. Basic process in visual perception HOOFDSTUK 2 Basic process in visual perception VISUELE PERCEPTIE Deel I 1 VERGELIJKING TUSSEN OOG EN CAMERA Het oog wordt meestal vergeleken met een camera, maar dat is een zeer slechte vergelijking aangezien

Nadere informatie

Jorik Prins TEAM FOOTPRINT

Jorik Prins TEAM FOOTPRINT Jorik Prins TEAM FOOTPRINT PVA - Zintuigenproef Het is de bedoeling dat de proefpersoon een of meerdere youtube video s gaat bekijken die in het lijstje staan. Daarbij zal de persoon zich moeten concentreren

Nadere informatie

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming

Nadere informatie

Zien is een creatieve bezigheid. Geertrui Peirens Kinderneurologe COS Leuven CVI kliniek Centrum Ganspoel. van oog tot hersenen

Zien is een creatieve bezigheid. Geertrui Peirens Kinderneurologe COS Leuven CVI kliniek Centrum Ganspoel. van oog tot hersenen Van oog tot hersenen Zien is een creatieve bezigheid Geertrui Peirens Kinderneurologe COS Leuven CVI kliniek Centrum Ganspoel Van oog tot hersenen Van oog tot hersenen visuele banen corticale verwerking

Nadere informatie

Methoden hersenonderzoek

Methoden hersenonderzoek Methoden hersenonderzoek Beschadigingen Meting van individuele neuronen Elektrische stimulatie Imaging technieken (Pet, fmri) EEG Psychofarmaca/drugs TMS Localisatie Voorbeeld: Het brein van Broca s patient

Nadere informatie

L e t s g e t P h y s i c a l

L e t s g e t P h y s i c a l L e t s g e t P h y s i c a l I n h o u d s o p g a v e 2 6-7 4-5 4-5 8-9 10-11 12-13 12-13 3 4 Horen werkw.uitspraak: [hore(n)] Verbuigingen: hoorde (verl.tijd ) Verbuigingen: heeft gehoord (volt.deelw.)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex De prefrontale cortex (PFC) is een hersengebied betrokken bij cognitieve functies als planning, attentie en het maken van beslissingen.

Nadere informatie

Is het oog verkeerd ontworpen?

Is het oog verkeerd ontworpen? Is het oog verkeerd ontworpen? bron: www.humble-bee.nl, 22 juni 2010 Inleiding Dit artikel gaat maar over één gedeelte van het oog van de mens. We hebben het hier niet over het functioneren van het hele

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Visuele Waarneming. Wat levert kennis over visuele waarneming op voor de KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

Visuele Waarneming. Wat levert kennis over visuele waarneming op voor de KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? 1 1 2 Visuele Waarneming Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie, oktober 2003 Esther Wiersinga-Post Wat levert kennis over visuele waarneming op voor de KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? kennis over (visuele) informatieverwerking

Nadere informatie

Computer Vision: Hoe Leer ik een Computer Zien?

Computer Vision: Hoe Leer ik een Computer Zien? Computer Vision: Hoe Leer ik een Computer Zien? Michael H.F. Wilkinson Instituut voot Wiskunde en Informatica Rijksuniversiteit Groningen 27 April 2006 Overzicht 1 of 19 Wat is Computer Vision? Wat zijn

Nadere informatie

Neuropsychologie les 7 Aandacht. 1. Wat is aandacht?

Neuropsychologie les 7 Aandacht. 1. Wat is aandacht? Neuropsychologie les 7 Aandacht 1. Wat is aandacht? Slide 3: Als allereerste een denkoefeningetje. Wat denk je dat er intuïtief valt onder aandacht, wat wordt daarmee bedoeld? Er valleen heel veel facetten

Nadere informatie

Neuropsychology of colour vision 199. Chapter 12 Summary and Conclusion Samenvatting in het Nederlands

Neuropsychology of colour vision 199. Chapter 12 Summary and Conclusion Samenvatting in het Nederlands Neuropsychology of colour vision 199 Chapter 12 Summary and Conclusion Samenvatting in het Nederlands 200 Neuropsychology of colour vision In dit proefschrift worden de resultaten beschreven van onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Zintuigen. Expertgroep 5: Sterretjes zien. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

Zintuigen. Expertgroep 5: Sterretjes zien. Naam leerling:... Leden expertgroep:... Expertgroep 5 : Sterretjes zien Naam leerling:.... Leden expertgroep:... De voorbereiding Jullie gaan onderzoeken wat je vanuit je ooghoeken kunt zien. Wat hebben jullie nodig? Vel papier Potlood In de

Nadere informatie

Samenspel. Anatomie oog, lenzen, gele vlek, kegels / staafje 17.2 behind blue eyes

Samenspel. Anatomie oog, lenzen, gele vlek, kegels / staafje 17.2 behind blue eyes HFST 17 Samenspel Samenspel 17.1 Een ogenblik Anatomie oog, lenzen, gele vlek, kegels / staafje 17.2 behind blue eyes Hersenen, ganglioncellen, bipolairecellen, zichtbaar licht 17.3 Zie je wat je ziet?

Nadere informatie

Hersenen, emotie en gedrag beïnvloeden

Hersenen, emotie en gedrag beïnvloeden Breinvoeding voor beïnvloeding Hersenen, emotie en gedrag beïnvloeden Bekijk de onderstaande twee figuren. Bij welke figuur is de lange lijn precies doormidden gedeeld? Tekening: Patrick Maitimo Meet de

Nadere informatie

Slide 2: Vandaag zullen we het hebben over de dorsale route. Eerst het thema schetsen en wat we bedoelen met spatiale cognitie.

Slide 2: Vandaag zullen we het hebben over de dorsale route. Eerst het thema schetsen en wat we bedoelen met spatiale cognitie. Neuropsychologie les 6 Spatiale cognitie 1. Probleemstelling Slide 2: Vandaag zullen we het hebben over de dorsale route. Eerst het thema schetsen en wat we bedoelen met spatiale cognitie. Allereerst,

Nadere informatie

Handleiding BrainMatters applicatie voor iphone en ipad (v1.0)

Handleiding BrainMatters applicatie voor iphone en ipad (v1.0) Handleiding BrainMatters applicatie voor iphone en ipad (v1.0) Met de BrainMatters-app kun je zelf op hersenonderzoek uitgaan. Deze app zit boordevol informatie en weetjes over verschillende gebieden in

Nadere informatie

Theorie beeldvorming - gevorderd

Theorie beeldvorming - gevorderd Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het

Nadere informatie

KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL

KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL 1 KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL In dit document staan al mijn 'visuele functies' beschreven, zo worden de onderdelen genoemd waaruit visuele waarneming bestaat. Oftewel; de aspecten waarmee ik

Nadere informatie

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf. Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Lateraal Sclerose heeft. Het is een lang woord en het wordt vaak afgekort tot ALS. Niet veel

Nadere informatie

Perceptie & Visueel Bewustzijn

Perceptie & Visueel Bewustzijn Perceptie & Visueel Bewustzijn 2008 & 2009 Deeltentamen 1: 40 Multiple choice vragen INSTRUCTIE MULTIPLE CHOICE Computerformuler zorgvuldig en volledig met potlood invullen Vul het versienummer en het

Nadere informatie

Een kijkje in je hersenen

Een kijkje in je hersenen Brein in beeld Een kijkje in je hersenen Je brein ziet eruit als een uit de kluiten gewassen walnoot, niet veel groter dan twee gebalde vuisten tegen elkaar. Wat de hersenen doen, het is teveel om op te

Nadere informatie

Naam: Huseyin Ayaz St. Nummer: 1683039 Groep: imm08209 Universiteit der dromen

Naam: Huseyin Ayaz St. Nummer: 1683039 Groep: imm08209 Universiteit der dromen Naam: Huseyin Ayaz St. Nummer: 1683039 Groep: imm08209 Universiteit der dromen Onze film gaat over een droom van een student die de Vrije universiteit doorloopt en aan het eind van het film woedend wakker

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

Networks of Action Control S. Jahfari

Networks of Action Control S. Jahfari Networks of Action Control S. Jahfari . Networks of Action Control Sara Jahfari NEDERLANDSE SAMENVATTING Dagelijks stappen velen van ons op de fiets of in de auto, om in de drukke ochtendspits op weg te

Nadere informatie

Chapter 13. Nederlandse samenvatting. A.R.E. Potgieser

Chapter 13. Nederlandse samenvatting. A.R.E. Potgieser Chapter 13 Nederlandse samenvatting A.R.E. Potgieser Chapter 13 Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie over de premotor cortex met een focus op betrokkenheid van deze gebieden

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen Samenvatting 125 126 SAMENVATTING De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen waarbij zenuwcellen in de middenhersenen, die de neurotransmitter dopamine produceren, afsterven.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

In de door ons gebruikte demo verloopt het herkennen van beelden in feite in 2 fasen:

In de door ons gebruikte demo verloopt het herkennen van beelden in feite in 2 fasen: Practicum: deel 1 Hond zoekt Bal In het practicum Hond zoekt Bal laten we je kennis maken met de werking van supercomputers. We gebruiken daarvoor een applicatie waarmee met een webcam objecten herkend

Nadere informatie

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:

Nadere informatie

De 50 Beste Brein Workouts

De 50 Beste Brein Workouts De 50 Beste Brein Workouts Index Voorwoord 3 Illusies - Slang - Driehoek A - Driehoek B - Expressie - Cirkel illusie - Verbindende Lijnen - Grijswaarden - Golvend Tapijt - Gekleurde woorden - Tafels -

Nadere informatie

Les 21 Zintuig 1. Medische interpretatie. Codering Psychologische interpretatie

Les 21 Zintuig 1. Medische interpretatie. Codering Psychologische interpretatie Les 21 Zintuig 1 Sensorisch systeem, fantoompijn,oor, lawaaidoofheid, adaptatie van zintuigen, organisatie waarnemen ANZN 1e leerjaar - Les 21 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Medische interpretatie

Nadere informatie

Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen

Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen Nederlandse samenvatting behorende bij het proefschrift Scene statistics: neural representation of

Nadere informatie

Het oog (H2) Harro Reeders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het oog (H2) Harro Reeders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Harro Reeders 09 September 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65524 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Cognitive Neuroscience - hoofdstuk 4. Cognitive Neuroscience - hoofdstuk 5. Enkele kernbegrippen

Cognitive Neuroscience - hoofdstuk 4. Cognitive Neuroscience - hoofdstuk 5. Enkele kernbegrippen Cognitive Neuroscience - hoofdstuk 4 Enkele kernbegrippen Stimulus-onset asynchrony : tijd tussen twee stimuli Stroop-task : Noem de kleur van de letters van het woord. Redelijk gemakkelijk als er red

Nadere informatie

Art/Media & Me Autobiotic Selfie document

Art/Media & Me Autobiotic Selfie document Art/Media & Me Autobiotic Selfie document Yannick Seyeux Game Design - G&I1D Docenten Saskia Freeke Sonja van Vuure Martin Lacet John Hennequin 20-11-2015 Uitleg artefact Voor deze opdracht heb ik een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

Achterste glasvochtmembraanloslating. Oogheelkunde IJsselland Ziekenhuis

Achterste glasvochtmembraanloslating. Oogheelkunde IJsselland Ziekenhuis Achterste glasvochtmembraanloslating Oogheelkunde IJsselland Ziekenhuis 1. Het glasvocht en het netvlies Het oog is een holle bal met een transparante voorkant, het hoornvlies. Hierdoor valt het licht

Nadere informatie

Allereerst moeten we de letters kunnen zien

Allereerst moeten we de letters kunnen zien Leren lezen doe je met je lijf We hebben vroeger allemaal met meer of minder moeite leren lezen. We gaan ervan uit dat ieder mens met een normale intelligentie kan leren lezen. Toch zijn er in ons land

Nadere informatie

Scherpte in de fotografie

Scherpte in de fotografie Scherpte in de fotografie Uitleg clubavond 6 September 2012 Herman Boom Waar gaat deze presentatie over? Wat is scherpte Wel Hoe mensen scherpte ervaren Wat beinvloedt scherpte - een beetje begrip Een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Samenvatting Nederlandse samenvatting Oorsuizen zit tussen de oren Tussen de oren Behalve fysiek tastbaar weefsel zoals bot, vloeistof en hersenen zit er veel meer tussen de oren, althans zo leert een

Nadere informatie

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: 1. Maak een spinnenweb van jouw belangrijkste vrienden. 2. Schrijf er telkens bij waar je die vriend hebt leren kennen. 3. Schrijf de meest positieve eigenschap als vriend

Nadere informatie

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten

Nadere informatie

Testreportage. Door: Daniëlle Visser (0808309) Timo van Vliet (0869635) Roberto Nelissen (0837383) Nina Haitsma (0870482) Groepsopdracht 6

Testreportage. Door: Daniëlle Visser (0808309) Timo van Vliet (0869635) Roberto Nelissen (0837383) Nina Haitsma (0870482) Groepsopdracht 6 Testreportage Door: Daniëlle Visser (0808309) Timo van Vliet (0869635) Roberto Nelissen (0837383) Nina Haitsma (0870482) Groepsopdracht 6 The game of life Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Wat moet er volgens

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe verplaatst licht zich en hoe zien we dat?

Kernvraag: Hoe verplaatst licht zich en hoe zien we dat? Kernvraag: Hoe verplaatst licht zich en hoe zien we dat? Naam: Groep: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Hoe verplaatst licht zich? 1. Als je wel eens de lichtstraal van een zaklamp hebt gezien, weet

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

het lerende puberbrein

het lerende puberbrein het lerende puberbrein MRI / fmri onbalans hersenstam of reptielenbrein automatische processen, reflexen, autonoom het limbisch systeem of zoogdierenbrein cortex emotie, gevoel, instinct, primaire behoeften

Nadere informatie

Wat baby s zien. Visuele Cortex

Wat baby s zien. Visuele Cortex Wat baby s zien Wanneer een baby naar een voorwerp kijkt, komt er gereflecteerd licht door de lens van het oog en dit licht valt vervolgens op het netvlies aan de achterkant van de ogen. Het netvlies stuurt

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 -

Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 - Jaargang 9 nr. 10 ( 3 juni 2008) Non-dualiteit van de ervaring Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 - Ja, we hebben het hier steeds over het herkennen van non-dualiteit. Het is duidelijk:

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Zodra het oog bijna het volledige gezichtsveld heeft verloren, wordt u zich plots brutaal bewust van uw handicap.

Zodra het oog bijna het volledige gezichtsveld heeft verloren, wordt u zich plots brutaal bewust van uw handicap. Wat is glaucoom? B440 april 2012 Glaucoom is een ziekte waarbij de oogzenuwcellen langzaam afsterven, vaak ten gevolge van verhoogde druk. U merkt de ziekte zelf niet tijdig op, gezien u lang scherp blijft

Nadere informatie

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige Paragraaf 7.1 prikkel Signalen die een zintuigcel uit de omgeving opvangt actiepotentiaal Verschil in elektrische lading over de membraan van een zenuwcel op het moment van een impuls adequate prikkel

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Als Excel vastloopt

Hoofdstuk 7: Als Excel vastloopt Hoofdstuk 7: Als Excel vastloopt 7.0 Inleiding De meeste mensen die Excel gebruiken hebben af en toe te maken met vertraging en vastlopen van het systeem. Soms verschijnt zelfs de boodschap "Er is een

Nadere informatie

Voor deze les heb je nodig: een computer met internet verbinding

Voor deze les heb je nodig: een computer met internet verbinding Voor deze les heb je nodig: een computer met internet verbinding Klik op de volgende link : http://www.spreekwoord.nl/ Op deze pagina kun je allerlei Nederlandse spreekwoorden en gezegdes vinden. In de

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3

Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3 Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3 = herhaling van een begrip van begrippenlijst 1, 2, 3, 4 of 5 Computeranimatie Massamedia Animatie op de computer gemaakt. Animatie is een film die gemaakt is door foto

Nadere informatie

Het (talen)lerende brein Een inleiding op neuroplasticiteit, tweetaligheid en cognitieve controle

Het (talen)lerende brein Een inleiding op neuroplasticiteit, tweetaligheid en cognitieve controle Een inleiding op neuroplasticiteit, tweetaligheid en cognitieve controle Esli Struys, Piet Van de Craen, Eva Migom, MURE, CLIN, Vrije Universiteit Brussel 11 mei 2010, Wetenschapskaravaan 31-5-2010 1 Enkele

Nadere informatie

19. NLP Business Practitioner Test

19. NLP Business Practitioner Test 19. NLP Business Practitioner Test Test je kennis... Inleiding Je bent zover dat je de test kunt maken. Het is de bedoeling dat je een 10 haalt en daarom mag je hem zo vaak inleveren als je wilt. Het boek

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

Games & Interactie 2015 1c Art, Media & Me Saskia Freeke Sonja van Vuuren Martin Lacet John Hennequin

Games & Interactie 2015 1c Art, Media & Me Saskia Freeke Sonja van Vuuren Martin Lacet John Hennequin Games & Interactie 2015 1c Art, Media & Me Saskia Freeke Sonja van Vuuren Martin Lacet John Hennequin 1. Intro 1 2. Wat is mijn selfie 2 3. Waarom mijn selfie 4 4. Evaluatie medestudenten 5 5. Bijlage

Nadere informatie

jaqueline van der veen 0102829

jaqueline van der veen 0102829 jaqueline van der veen 0102829 Wat is een verstandelijke beperking? Verstandelijke beperking is een naam voor een ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid

Nadere informatie