DIEP VENEUZE TROMBOSE, LONGEMBOLIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0
|
|
- Tessa Hendrickx
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DIEP VENEUZE TROMBOSE, LONGEMBOLIE EN ZWANGERSCHAP Versie 1.0 Datum Goedkeuring Methodiek Evidence based
2 Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG
3 Omschrijving van het probleem De onderhavige richtlijn is bedoeld om aandacht te schenken aan de specifieke problemen van de combinatie van (voorgeschiedenis of familieanamnese van) veneuze trombo-embolie (VTE) of een bekende trombofilie zonder VTE in de voorgeschiedenis enerzijds en zwangerschap anderzijds. In de richtlijn Diep veneuze trombose en longembolie' van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO staan de algemene uitgangspunten van diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombo-embolie 1. Er zijn aanwijzingen dat diep veneuze trombose een aanzienlijk recidief- en sterftepercentage heeft (onbehandeld respectievelijk 26 en 24%); ook de late gevolgen kunnen ernstig zijn in de vorm van chronische veneuze insufficiëntie (20-42%). Zwangerschap en kraamperiode vormen risicoverhogende momenten voor veneuze trombo-embolie door zwangerschapsgeassocieerde veranderingen in stolling. Longembolie is in westerse landen verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de maternale sterfte. Diagnostiek naar diep veneuze trombose en/of embolie kan in de zwangerschap en de kraamperiode meer problemen opleveren dan daarbuiten. De mogelijkheden van medicamenteuze behandeling en preventie van veneuze trombo-embolie worden in de zwangerschap en in de kraamperiode beïnvloed door de kans op teratogeniciteit en foetotoxiciteit en het risico op bloedingen. Analyse van de beschikbare kennis Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. Risicoschatting De precieze prevalentie van VTE tijdens zwangerschap en kraamperiode is onbekend. Dit is grotendeels een gevolg van de diagnostische problemen bij de afzonderlijke aandoeningen. In de literatuur wordt een prevalentie opgegeven die varieert van 0,5-3,0 per 1000 zwangeren en kraamvrouwen Het relatieve risico (RR) zou ongeveer 10 zijn (bewijsniveau C). Het risico is min of meer gelijk gedurende de drie trimesters van de zwangerschap en in de kraamperiode; alleen longembolie wordt vaker gezien in de kraamperiode, met name na sectio caesarea. Echter aan tijd gerelateerd is er dus een groter risico in de kraamperiode. Zwangeren met een hereditaire risicofactor hebben een RR van 8 (1-14) op VTE vergeleken met zwangeren die geen hereditaire risicofactor hebben. Vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE hebben een verhoogde kans op herhaling tijdens zwangerschap en kraamperiode; de schattingen van het herhalingsrisico (7,5-12%) zijn evenwel voornamelijk gebaseerd op twee retrospectieve onderzoeken 5 6 (bewijsniveau B) en er zijn geen onderzoeken die differentiëren tussen de verschillende mogelijk onderliggende factoren. De meeste schattingen zijn gebaseerd op vrouwen die een eerdere VTE hadden tijdens gebruik van orale contraceptie of tijdens zwangerschap. Het is dus nog steeds niet goed vast te stellen of risicofactoren die buiten een zwangerschap gelden, in de zwangerschap simpelweg op te tellen zijn bij het zwangerschapsrisico. Wellicht maken die risicofactoren tot op zekere hoogte deel uit van het zwangerschapsrisico. Zwangerschapsgerelateerde (dus tijdelijke) stollingsveranderingen zijn: stollingsfactoren II, VII, VIII, X en XII proteïne S fibrinolyseactiviteit fibrinogeen (=factor I) plaatjesactiviteit APC-resistentie De risicofactoren zijn samengevat in tabel 1. Risicofactoren voor trombo-embolie 1
4 prevalentie (%) RR genetische factoren [8] (bewijsniveau B) antitrombine ( AT-III')-deficiëntie 0, proteïne C-deficiëntie 0,2-0, proteïne S-deficiëntie 0, factor V Leiden-mutatie Heterozygoot Homozygoot 0, factor II mutatie genetische en/of verkregen factoren [8] (bewijsniveau B) Hyperhomocysteïnemie APC-resistentie zonder factor V-Leiden mutatie? 3-4 verhoogde factor VIII:C-spiegels Overige familiaire hypercoagulatie e.c.i. antifosfolipidensyndroom en SLE voorgeschiedenis van VTE zonder bekende trombofilie mechanische hartklep atriumfibrilleren trauma, langdurige immobilisatie, (grote) chirurgie veneuze stase (tijdens graviditeit toegenomen) vaatlaesies (bijvoorbeeld samenhangend met bevalling) gebruik van orale contraceptiva Diagnostiek In het algemeen kan, bij niet-zwangeren, in geval van verdenking op het bestaan van een diep veneuze trombose het beste een strategie worden gevolgd met klinische beoordeling, seriële compressie-ultrasonografie (CUS), D-dimer 1 (bewijsniveau A1). Een D-dimerbepaling echter heeft in de zwangerschap en in de kraamperiode een lagere specificiteit dan daarbuiten en is daarom in de zwangerschap en de kraamperiode veelal niet bruikbaar. Diep veneuze trombose is in het merendeel van de gevallen in het linker been gelokaliseerd. Flebografie is slechts geïndiceerd (en dan ook in de zwangerschap aanvaardbaar) bij klinisch sterke verdenking en overigens bij herhaaldelijk negatieve bevindingen, als men wil voorkomen dat anders (langdurige) therapie met heparine gestart zou moeten worden (waarvoor echter met name bij gevorderde zwangerschap toch gekozen kan worden). Bij verdenking op het bestaan van longembolie wordt een perfusiescan verricht. Als de scan afwijkend is, kunnen twee strategieën worden gevolgd: 1 een ventilatiescan, waarna eventueel echografie van de benen en pulmonalisangiografie, ofwel 2 een spiraal-ct, waarna eventueel pulmonalisangiografie 1. Ook in de zwangerschap dient bij verdenking op longembolie een perfusiescan te worden verricht; een normale uitslag sluit longembolie uit en antistollingstherapie kan veilig worden onthouden (bewijsniveau A1). Bij een afwijkende uitslag kan voor het vervolgonderzoek worden gekozen uit ventilatiescan of spiraal-ct. Dat vervolgonderzoek kan en mag in de zwangerschap op dezelfde indicatie plaatsvinden als daarbuiten. De diagnostiek naar het bestaan van trombofilie kan nooit geheel in een acute fase worden verricht omdat dan antistolling wordt gegeven; hetzelfde geldt voor onderzoek naar trombofilie tijdens de zwangerschap en in de 2
5 kraamperiode. Worden tijdens de zwangerschap of in de kraamperiode toch functietesten in het kader van trombofilie-onderzoek verricht, dan moet rekening worden gehouden met de invloed van de zwangerschap op die testen. Waarschijnlijk kan pas 3 maanden na een zwangerschap betrouwbaar trombofilie-onderzoek worden gedaan voor zover het de functietesten betreft. Overigens kan een geheel normale uitslag van trombofilie-onderzoek tijdens de zwangerschap ook als zodanig worden geaccepteerd en kunnen ook mutaties natuurlijk wel tijdens de zwangerschap worden vastgesteld. Therapie In de acute fase van VTE is behandeling met heparine (in welke vorm dan ook) noodzakelijk (bewijsniveau A1). De behandeling met laag moleculair gewicht (LMW-)heparines, gedoseerd op uitsluitend lichaamsgewicht en een- of tweemaal daags subcutaan toegediend, is even effectief als de behandeling met heparine continu intraveneus toegediend op geleide van de APTT (2- tot 3-voudige verlenging) (bewijsniveau A1). Zelfs thuisbehandeling met LMW-heparines is acceptabel bij diep veneuze trombose 1 (bewijsniveau A1). Anticoagulantia dienen minimaal 3 maanden na het ontstaan van de VTE gecontinueerd te worden, langer indien de zwangerschap dan nog bestaat of de kraamperiode nog geen 3 maanden geduurd heeft, in die gevallen kan met een profylactische dosering worden doorgegaan. Indien gekozen wordt voor cumarinederivaten (instellen op geleide van de INR) als vervolgtherapie, dient de toediening van (LMW-)heparine ten minste 5 dagen na het ontstaan van de VTE gecontinueerd te worden. Gezien de eenvoud en veiligheid (LMW-heparines passeren evenmin als ongefractioneerd heparine de placenta) hebben LMW-heparines de voorkeur, ook voor de behandeling van longembolie (waarvoor overigens alleen tinzaparine formeel is geregistreerd). Een zeer nauwkeurige instelling kan worden bereikt door de anti-xa-bloedspiegel te meten, maar de bepaling daarvan is nog niet uniform en er kunnen door leveranciers van testen verschillende referentiewaarden worden opgegeven; dit dient dus alleen plaats te vinden in overleg met of door de internist/hematoloog. Zie tabel 2 voor preparaten en doseringen. Durante partu dient de toediening van (LMW-)heparine gestaakt te worden; ongeveer 4-8 uur post partum wordt zij hervat. Indien na de eerste 5 dagen (LMW-)heparine toch gekozen wordt voor cumarinederivaten, is dat alleen acceptabel na de eerste 16 zwangerschapsweken en niet meer na 36 weken. LMW-heparine: preparaten en doseringen (per kg lichaamsgewicht) dalteparine (Fragmin ) enoxaparine (Clexane ) nadroparine (Fraxiparine en Fraxodi ) tinzaparine (Innohep ) 1 daags 200 IE anti-xa/kg s.c., max IE per dag 1 daags 1,5 mg/kg s.c. of 2 daags 1 mg/kg s.c. 1 daags 171 IE anti-xa/kg s.c. of 2 daags 85,5 IE/kg 1 daags 175 IE anti-xa/kg s.c. Het gebruik van trombolytica is weliswaar rationeel bij de initiële behandeling van diep veneuze trombose, maar blijkt in de praktijk een aanzienlijk hoger risico op bloedingen te geven en het ontwikkelen van het posttrombotische syndroom niet gunstiger te beïnvloeden. Chirurgische interventie (trombectomie van de v. femoralis/iliaca) heeft geen voordelen boven behandeling met anticoagulantia en dient daarom zeker in de zwangerschap niet te worden toegepast. Het is niet aannemelijk dat trombolytische therapie de sterfte aan longembolie doet afnemen. Wel neemt de kans op bloedingscomplicaties duidelijk toe 1 (bewijsniveau B). In geval van een levensbedreigende longembolie kan men overigens trombolytische therapie net als buiten de zwangerschap overwegen en het risico op bloedingen afwegen tegen het mogelijke voordeel van de therapie, maar vooralsnog is dus ook bij longembolie behandeling met heparine geïndiceerd. Indien tijdens een zwangerschap VTE is voorgekomen, is post partum (minimaal interval 3 maanden) en na staken van de behandeling met heparine of cumarinederivaat trombofilie-onderzoek geïndiceerd. Het gebruik van steunkousen bij diep veneuze trombose zodra de oedeemfase voorbij is en dat gedurende 2 jaar volhouden, reduceert recidief trombose en chronische veneuze insufficiëntie. Preventie Er zijn slechts weinig gegevens over het herhalingsrisico van VTE in of na de zwangerschap. In het reeds onder risicoschatting geciteerde onderzoek 7 werden 125 zwangeren die eenmaal een VTE hadden doorgemaakt, prospectief beoordeeld. Van de 44 zwangeren die slechts een tijdelijke risicofactor (OAC, trauma, chirurgie, immobiliteit) hadden gehad tijdens de VTE en normale laboratoriumresultaten hadden, 3
6 kreeg geen enkele een recidief tijdens de zwangerschap (van de 51 zwangeren die een idiopathische trombose hadden gehad en/of abnormale laboratoriumresultaten hadden, kregen 3 een recidief tijdens de zwangerschap) (bewijsniveau B). De anamnese en/of familieanamnese kan al veel informatie opleveren. Patiënten met VTE in de voorgeschiedenis dienen zo mogelijk preconceptioneel te worden onderzocht op hereditaire risicofactoren. Antitrombine- en proteïne C-deficiëntie zijn, met uitzondering van de homozygote factor V Leiden mutatie, de meest trombogene afwijkingen onder de nu bekende oorzaken van trombofilie (zie Risicoschatting). De meeste risicoschattingen zijn echter gebaseerd op reeds bekende high-riskgroepen - dat wil zeggen: ooit VTE gehad en/of sterk belaste familieanamnese -, dus heel zuivere schattingen zijn waarschijnlijk niet mogelijk. Voor profylactische intraveneuze behandeling met ongefractioneerd heparine bestaat (in principe) geen indicatie meer, waarschijnlijk alleen nog bij openhartchirurgie. De LMW-heparines hebben ten opzichte van ongefractioneerd heparine als groot voordeel het doseringsgemak, het ontbreken van de noodzaak tot frequente APTT-controle en een geringere kans op osteoporose en heparine-geïnduceerde trombocytopenie De incidentie van symptomatische osteoporose bij profylactisch gebruik van ongefractioneerd heparine tijdens de zwangerschap is 2%. Na de zwangerschap en het staken van heparine treedt spontaan herstel op. Bij LMW-heparines is een 5%-afname van botdichtheid vastgesteld, die niet significant verschilde van de 3% bij een controlegroep zwangeren. Bij intraveneuze toediening van ongefractioneerd heparine is de kans op trombocytopenie (heparin-induced thrombocytopenia, HIT) 1-3%, bij gebruik van LMW-heparines waarschijnlijk ongeveer 1-2 per duizend. Bij ernstige HIT is LMW-heparine evenwel geen alternatief voor ongefractioneerd heparine; in dat geval kan gekozen worden voor danaparoïde (Orgaran ). Bij gebruik van (LMW-)heparine is controle van het trombocytenaantal na een week en na twee weken geïndiceerd; indien normaal, is routinematige controle verder niet nodig. Bij het optreden van roodheid rond de inspuitplaats is extra controle van het trombocytenaantal geïndiceerd en zeer nauwkeurige beoordeling van de inspuitplaats; zo nodig moet de heparine direct worden gestaakt en vervangen door danaparoïde. Bij preconceptioneel gebruik van cumarinederivaten wordt vanwege de potentieel teratogene effecten geadviseerd om fenprocoumon om te zetten in acenocoumarol (veel kortere halfwaardetijd) en in geval van zwangerschap zo snel mogelijk over te gaan op (LMW-)heparine; het is dus van belang dat een zwangerschap zo vroeg mogelijk wordt vastgesteld. Bij gebruik van cumarinederivaten in het tweede en derde trimester kunnen evenwel ook nog teratogene effecten optreden (bijvoorbeeld van het centrale zenuwstelsel) en bestaat het risico op foetotoxiciteit (bloedingen). Zwangeren met een verhoogd tromboserisico komen, afhankelijk van het individuele risico, in aanmerking voor profylactische antistolling tijdens en/of na de zwangerschap. Resultaten van gerandomiseerde onderzoeken met voldoende grootte van de juiste groepen ontbreken. Desalniettemin wordt tegenwoordig steeds vaker alleen nog maar LMW-heparine gebruikt. Bij de medicamenteuze preventie met LMW-heparines kan onderscheid worden gemaakt in lage doseringen (ook wel profylactisch genoemd) en hoge doseringen (ook wel therapeutisch genoemd); zie tabel 3. Medicamenteuze preventie met LMW-heparines (nu in Nederland beschikbare preparaten) lage dosering dalteparine (Fragmin ) enoxaparine (Clexane ) nadroparine (Fraxiparine ) 1 daags 2500 IE anti-xa s.c. 1 daags 20 mg s.c. 1 daags 2850 IE anti-xa s.c. hoge (=therapeutische) dosering (per kg lichaamsgewicht) dalteparine (Fragmin ) 1 daags 200 IE anti-xa/kg s.c., max IE/dag enoxaparine (Clexane ) nadroparine (Fraxodi ) tinzaparine (Innohep ) 1 daags 1,5 mg/kg s.c. 1 daags 171 IE anti-xa/kg s.c. 1 daags 175 IE anti-xa/kg s.c. Alle preparaten zijn verkrijgbaar in de vorm van wegwerpspuiten in verschillende ml per spuit, enkele ook in ampullen of flacons. NB De concentraties in de diverse verpakkingsvormen zijn niet altijd dezelfde. Indien een ampul of flacon het conserveermiddel benzylalcohol bevat dient die verpakkingsvorm niet tijdens zwangerschap of lactatie gebruikt te worden vanwege het mogelijke teratogene/foetotoxische effect; wegwerpspuiten bevatten geen benzylalcohol. Ook is het mogelijk dat bepaalde verpakkingsvormen en doseringen worden gewijzigd door de 4
7 fabrikant of zelfs van de markt worden gehaald. Het is in de praktijk gemakkelijk om gewichtsklassen te gebruiken (bijvoorbeeld <50 kg, kg en >80 kg) en een kant en klare wegwerpspuit te gebruiken met een concentratie die de vereiste hoeveelheid het dichtst benadert. Het is onbekend of bij profylaxe in lage dosering ook rekening gehouden zou moeten worden met het gewicht; op rationele gronden zou dat moeten en om die reden adviseren veel hematologen om een pragmatische keuze te maken en bij gewichten > kg de lage dosering te verhogen/verdubbelen. Zoals onder 2.3 genoemd, reduceert het gebruik van steunkousen na de oedeemfase van trombose de recidiefkansen en het optreden van chronische veneuze insufficiëntie. Of dit ook geldt bij een voorgeschiedenis van VTE en nu een zwangerschap is niet bekend, maar een advies dienaangaande lijkt gerechtvaardigd gelet op de verhoogde stasis tijdens zwangerschap (bewijsniveau D). Conclusies 1. Bij verdenking op diep veneuze trombose kan het beste (serieel) compressie-ultrasonografie worden verricht (adviesniveau 1). 2. Bij verdenking op longembolie kan ook in de zwangerschap een perfusiescan worden verricht; indien normaal, dan wordt de diagnose verworpen (adviesniveau 1); indien afwijkend, dan kan nader onderzoek met ofwel een ventilatiescan (waarna eventueel echografie en pulmonalisangiografie), ofwel een spiraal-ct (waarna eventueel pulmonalisangiografie) worden verricht. Het diagnostische traject met spiraal-ct is gelijkwaardig aan het diagnostische traject ventilatiescan/echografie (adviesniveau 1). 3. In de acute fase van VTE is behandeling met heparine nodig (adviesniveau 1); behandeling met LMW-heparine s.c. is even effectief als de behandeling met ongefractioneerd heparine intraveneus (adviesniveau 1) en verdient tijdens de zwangerschap de voorkeur. Indien gekozen wordt voor cumarinederivaten als vervolgtherapie dient het (LMW-)heparine ten minste 5 dagen na ontstaan van de VTE gecontinueerd te worden (adviesniveau 1). 4. Cumarinederivaten worden bij voorkeur niet gegeven in de zwangerschap, maar indien toch geïndiceerd, dan in elk geval niet geven gedurende de eerste 16 zwangerschapsweken (de toediening wordt dus gestaakt en vervangen door toediening van heparine zodra de vrouw over tijd is en de zwangerschapstest positief) en niet na 36 weken (adviesniveau 2). Fenprocoumon dient preconceptioneel te worden vervangen door acenocoumarol dat een veel kortere halfwaardetijd heeft en dus ook tijdens de zwangerschap moet worden gebruikt als toch een cumarinederivaat nodig is. 5. Voor langdurige profylaxe met intraveneus heparine is in principe geen indicatie meer; bij voorkeur wordt bij een indicatie voor antistolling gedurende de gehele zwangerschap LMW-heparine gebruikt (adviesniveau 4). 6. Tijdige mobilisatie van kraamvrouwen is een belangrijke maatregel ter preventie van puerperale VTE. 7. Bij een voorgeschiedenis en/of familieanamnese van VTE kan trombofilie-onderzoek geïndiceerd zijn. Door zwangerschapsgerelateerde stollingsveranderingen wordt dat onderzoek zo mogelijk buiten de zwangerschap verricht (interval met zwangerschap 3 maanden). Indien het toch in de zwangerschap wordt verricht, moet bij de functietesten rekening worden gehouden met de zwangerschapsgerelateerde veranderingen. 8. Indien profylaxe met LMW-heparine in lage dosering wordt gegeven, is het advies om bij een gewicht van >80 kg de dosering te verhogen/verdubbelen (adviesniveau 4). Aanbevelingen Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. Preventieve antistolling De volgende pragmatische indeling voor preventieve antistolling tijdens zwangerschap en kraamperiode is tot stand gekomen in overleg met hematologen/stollingsdeskundigen en kan worden gebruikt om de verschillende groepen met risico op VTE te onderscheiden en een beleidskeuze te maken. Gelet op de snelle ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar trombofilie en VTE-risico's is het van belang om lokaal een protocol te hanteren dat gebaseerd kan zijn op onderstaande indeling en dat regelmatig wordt herzien als nieuwe ontwikkelingen dat gewenst maken. 5
8 Geen bekende risicofactoren en geen VTE in de voorgeschiedenis Tijdens de zwangerschap wordt aan deze groep vrouwen met een laag tromboserisico, alleen bij volledige immobilisatie, uitgebreid trauma en rondom grotere operatieve ingrepen (waaronder SC) medicamenteuze tromboseprofylaxe toegediend, bij voorkeur een LMW-heparine in lage dosering eenmaal daags. Bij SC wordt postoperatief gestart en doorgegaan tot patiënte voldoende is gemobiliseerd (pre-operatief starten zou een iets grotere kans op buikwandhematomen geven). VTE in de voorgeschiedenis Zonder bekende trombofilie 1 VTE (inclusief kraamperiode): geen profylaxe tijdens zwangerschap, tenzij in geval van immobilisatie of andere extra risicofactor (dan LMW-heparine in lage dosering) profylaxe in kraamperiode gedurende 6 weken (LMW-heparine in lage dosering of cumarinederivaat) ³2 VTE of 1 VTE tijdens een zwangerschap: profylaxe tijdens zwangerschap (LMW-heparine in lage dosering) profylaxe in kraamperiode gedurende 6 weken (LMW-heparine in lage dosering of cumarinederivaat) Met bekende trombofilie Antitrombinedeficiëntie, homozygote factor V Leiden-mutatie, combinatie van factor V Leiden- en factor II-mutatie, antifosfolipidensydroom: profylaxe tijdens zwangerschap (LMW-heparine in hoge dosering) profylaxe in kraamperiode (LMW-heparine in hoge dosering of cumarinederivaat) Overige trombofilieën en niet meer dan 1 VTE: geen profylaxe tijdens zwangerschap, tenzij in geval van immobilisatie of andere extra risicofactor (dan LMW-heparine in lage dosering); volstaan met instructie over het tijdig melden van klachten profylaxe in kraamperiode gedurende 6 weken (LMW-heparine in lage dosering of cumarinederivaat) Overige trombofilieën en >1 VTE: profylaxe tijdens zwangerschap (LMW-heparine in lage dosering) profylaxe in kraamperiode gedurende 6 weken (LMW-heparine in lage dosering of cumarinederivaat) Bekende trombofilie zonder VTE in de voorgeschiedenis 6
9 Antitrombinedeficiëntie, homozygote factor V Leiden-mutatie, combinatie van factor V Leiden- en factor II-mutatie, antifosfolipidensyndroom: profylaxe tijdens zwangerschap (LMW-heparine in hoge dosering) profylaxe in kraamperiode (LMW-heparine in hoge dosering of cumarinederivaat) Overige trombofilieën: geen profylaxe tijdens zwangerschap, tenzij in geval van immobilisatie of andere extra risicofactor (dan LMW-heparine in lage dosering) profylaxe in kraamperiode gedurende 6 weken (LMW-heparine in lage dosering of cumarinederivaat) Indicatie voor levenslange antistolling Als levenslange antistolling om welke reden dan ook is geïndiceerd, is het niet realistisch om preconceptioneel cumarinederivaten te wijzigen in LMW-heparine. Wel moet fenprocoumon worden gewijzigd in acenocoumarol. Zodra zwangerschap is vastgesteld wordt overgegaan op LMW-heparine in hoge dosering (en zo mogelijk op geleide van de anti-xa-spiegels, in overleg met of door internist/hematoloog). Afhankelijk van de indicatie kan daarmee gedurende de gehele zwangerschap worden doorgegaan of moet tussen 16 en 36 weken weer ingesteld worden op acenocoumarol. Patiënten met een vitium cordis (met of zonder kunstklep) komen in het algemeen gedurende de hele zwangerschap en de kraamperiode in aanmerking voor antistolling. In de literatuur komt naar voren dat het juist deze groep patiënten is waarbij antistolling tussen de 16 en 36 weken door middel van cumarinederivaten geregeld zou moeten worden, maar recente gegevens suggereren dat ook LMW-heparine in hoge dosering gegeven zou kunnen worden. Om tot een goede risicoschatting en juiste behandeling te komen, is overleg met cardioloog en hematoloog essentieel. Beleid bij de partus LMW-heparine tijdelijk onderbreken, d.w.z. dat de eerstvolgende dosis die gegeven zou moeten worden niet wordt gespoten als patiënte in partu is. In geval van hemorragische complicaties bij (LMW-)heparine: protaminesulfaat (dosering: zie Farmacotherapeutisch Kompas bij ieder van de heparines). Als nog acenocoumarol wordt gebruikt: fytomenadion 5 mg per os, zo nodig te herhalen na 24 u. In geval van hemorragische complicaties bij acenocoumarol: fytomenadion 5-10 mg per os; indien ernstig mg langzaam i.v. (ten minste 30 sec.) en dat zo nodig na 4 uur herhalen. Indien het effect van fytomenadion niet kan worden afgewacht, kan protrombinecomplex (Cofact ) worden gegeven (op geleide van het lichaamsgewicht en de gewenste mate van coupering). Bij antitrombinedeficiëntie: antitrombine III-concentraat. Colofon 2003 Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Deze richtlijn, ontwikkeld door de Commissie Kwaliteit nvog onder eindverantwoordelijkheid van het Bestuur van de nvog, is vastgesteld in de 574e ledenvergadering d.d. 3 april 2003 te Utrecht. Deze richtlijn is samengesteld door een werkgroep onder eindredactie van dr. A.J. van Loon. nvog-richtlijnen beschrijven een minimum van zorg te verlenen door een gynaecoloog in gemiddelde omstandigheden. Zij hebben een adviserend karakter. Een gynaecoloog kan geargumenteerd afwijken van een richtlijn wanneer concrete omstandigheden dat noodzakelijk maken. Dat kan onder meer het geval zijn wanneer een gynaecoloog tegemoet moet komen aan de objectieve noden en/of subjectieve behoeften van 7
10 een individuele patiënt. Beleid op instellingsniveau kan er incidenteel toe leiden dat (volledige) lokale toepassing van een richtlijn niet mogelijk is. De geldigheid van een richtlijn eindigt uiterlijk vijf jaar na dagtekening. Dagtekening april NVOG Postbus LB Utrecht Referenties 1 - CBO Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. Richtlijn diep veneuze trombose en longembolie. Utrecht: CBO, Gerhardt A Gerhardt A, Scharf RE, Beckmann MW, et al. Prothrombin and factor V mutations in women with a history of thrombosis during pregnancy and the puerperium. N Engl J Med 2000; 342: Lindqvist P Lindqvist P, Dahlback B, Marsal K. Thrombotic risk during pregnancy: a population study. Obstet Gynecol 1999; 94: Toglia MR Toglia MR, Weg JG. Venous thromboembolism during pregnancy. N Engl J Med 1996; 335: Badaracco MA Badaracco MA, Vessey MP. Recurrence of venous thromboembolic disease and use of oral contraceptives. Br Med J 1974; 1: Tengborn L Tengborn L. Gergqvist D, Mätzsch T, et al. Recurrent thromboembolism in pregnancy and puerperium. Is there a need for thromboprofylaxis? Am J Obstet Gynecol 1989; 160(1); Brill-Edwards P Brill-Edwards P, Ginsberg JS, Gent M, et al. Safety of withholding heparin in pregnant women with a history of venous thromboembolism. N Engl J Med 2000; 343: Meinardi JR Meinardi JR. Trombophilia or trombophobia. Clinical implications of recently identified trombophilic disorders. Proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen, Barbour LA Barbour LA, Kick SD, Steiner JF, et al. A prospective study of heparin-induced osteoporosis in pregnancy using bone densitometry. Am J Obstet Gynecol 1994; 170: Dahlman TC Dahlman TC, Sjöberg HE, Ringertz H. Bone mineral density during long-term profylaxis with heparin in pregnancy. Am J Obstet Gynecol 1994; 170: Warkentin TE Warkentin TE, Levine MN, Hirsh J, et al. Heparin-induced thrombocyopenia in patients treated with low-molucular-weight heparin or unfractionated heparin. N Engl J Med 1995; 332:
11 Disclaimer De NVOG sluit iedere aansprakelijkheid uit voor de opmaak en de inhoud van de voorlichtingsfolders of richtlijnen, alsmede voor de gevolgen die de toepassing hiervan in de patiëntenzorg mocht hebben. De NVOG stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van deze voorlichtingsfolders of richtlijnen. Neemt u dan contact op met het Bureau van de NVOG ( info@nvog.nl). 9
Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: enoxaparine t/m 2811
Kinderwens, en : enoxaparine 2808 t/m 2811 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;
Nadere informatieTRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE
TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak
Nadere informatieKinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800
Kinderwens, en : dalteparine 2797 t/m 2800 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;
Nadere informatieECHOSCOPIE. Versie 1.0
ECHOSCOPIE Versie 1.0 Datum Goedkeuring 15-01-2000 Methodiek Evidence based Discipline Multidisciplinair Verantwoording NVOG 1 Begripsbepaling Met echoscopisch onderzoek wordt in deze kwaliteitsnorm de
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Antistolling
VSV Achterhoek Oost Protocol Doel Preventie van veneuze trombo-embolie / vte in de verloskunde Tabel Absolute risico s op een eerste tijdens en na de zwangerschap bij trombilie met en zonder een positieve
Nadere informatiePreventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieAntitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde
Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,
Nadere informatieTrombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
Trombofilieonderzoek in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat is trombofilie Erfelijke of verworven stollingsafwijkingen die gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose
Nadere informatiePreventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO 15-10-13 Paul van Buuren
Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen FTO 15-10-13 Paul van Buuren Inhoud Trombo-embolische preventie bij ouderen Preventie bij atriumfibrilleren en behandeling longembolie Formularium
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieDOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
DOACs in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat zijn DOACs? DOACs zijn bloedverdunners: Directe Orale Anti Coagulantia Die worden gebruikt bij atriumfibrilleren (AF) en
Nadere informatiePerioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting
1 2 Perioperatief antistollingsbeleid UMCG Samenvatting Patiënten ingesteld op antistollingsmiddelen hebben bij continuatie van de antistolling een verhoogde kans op bloedverlies en bij het staken van
Nadere informatieBehandeling Diep Veneuze Trombose
Behandeling Diep Veneuze Trombose Danick Werner MSc Verpleegkundig specialist intensieve zorg Vasculaire geneeskunde & endocrinologie Amphia Ziekenhuis, Breda Continuing Nursing Education, 20 september
Nadere informatiePerioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden
Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieS. Kuipers. Chapter 9. Samenvatting
S. Kuipers Chapter 9 Veneuze trombose is een aandoening waarbij zich een bloedstolsel vormt op de verkeerde plaats, meestal in een van de venen van het been. Hierdoor wordt de terugvloed van het bloed
Nadere informatieCZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie
Kinderwens, en : fenprocoumon 2761 t/m 2764 CZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie Bron Effect Opmerkingen
Nadere informatiestolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019
stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Algemene module nivo 1 en 2 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 1, november 2011 doel antistollings therapie behandelen van arteriële
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieCZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie
Kinderwens, en : warfarine 2765 t/m 2768 CZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie Bron Effect Opmerkingen
Nadere informatieTrombo-embolie bij kinderen
Trombo-embolie bij kinderen Datum: mei 2013 Datum revisie: mei 2015 Versie: 3.0 Verantwoording: Kinder Intensive Care Inleiding Veneuze trombo-embolie treedt jaarlijks bij 1 op de 100.000 kinderen van
Nadere informatieHIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care
HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850
Nadere informatiePreventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian Working Group on Angiology
Nadere informatieFOETALE ECHOSCOPIE. Versie 2.0
FOETALE ECHOSCOPIE Versie 2.0 Datum Goedkeuring 13-11-2009 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Begripsbepaling Met echoscopisch onderzoek wordt in deze kwaliteitsnorm
Nadere informatiezwangerschap Cumarinederivaten (vitamine-k-antagonisten) passeren de placenta.
Kinderwens, en : acenocoumarol 2757 t/m 2760 TGA = Therapeutic Goods Administration; TIS = Teratologie Informatie Service Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij Zwangerschap en Borstvoeding.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieNOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0
NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding De obstetrische
Nadere informatieTrombose op spoedgevallen: Wanneer aanvullend onderzoek naar onderliggend oorzaak of verwijzing internist?
Trombose op spoedgevallen: Wanneer aanvullend onderzoek naar onderliggend oorzaak of verwijzing internist? Roadshow ZNA Hematologie, 22 nov 2016 dr KL Wu internist-hematoloog Epidemiologie Incidentie (huisarts)
Nadere informatieSAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING
SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie 1 INLEIDING Een neuraxiaal hematoom na neuraxisblokkade is een zeldzame, maar ernstige complicatie. Onder
Nadere informatieTrombosedienst Leiden en omstreken
Trombosedienst Leiden en omstreken Saskia van Foeken Verpleegkundige Trombosedienst Leiden Doelstelling Met deze voorlichting willen we bereiken: Dat de cliënt een zo optimaal mogelijke antistollingsbehandeling
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieTraject Diepe veneuze Trombose MST
Interne geneeskunde Maak in de rechter kolom u keuze voor een onderwerp. Traject Diepe veneuze Trombose MST Uitgangspunt Algemeen NHG Standaard M86 CBO richtlijn Diagnostiek, preventie en behandeling van
Nadere informatieRegionaal Protocol Obesitas
Regionaal Protocol Obesitas Inleiding Obesitas is een snelgroeiend gezondheidsprobleem in de Westerse wereld. Momenteel varieert in Nederland de prevalentie obesitas tussen de 6.5% en 15.5%, afhankelijk
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Veneuze trombose is een aandoening waarbij er een stolsel ontstaat in een bloedvat. Dit betreft meestal de diepgelegen vaten in het been of bekken (diep veneuze trombose). Wanneer er een deel
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue
Nadere informatieHet kind met een stolsel
Het kind met een stolsel Heleen van Ommen EKZ AMC, Amsterdam Casus: meisje 15 jr Anamnese Sinds een aantal dagen benauwd en pijn op de borst, vastzittend aan de ademhaling, mn links Voorgeschiedenis: Week
Nadere informatieVoorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014
Voorkom bloedingen de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren Eindhoven, 19 juni 2014 dr. M.R. Nijziel, internist-hematoloog Indeling stollingssysteem oude antistollingsmiddelen
Nadere informatieDIAGNOSTIEK, BEHANDELING EN PREVENTIE VAN VENEUZE TROMBO-EMBOLIE IN ZWAN. Versie 1.0
DIAGNOSTIEK, BEHANDELING EN PREVENTIE VAN VENEUZE TROMBO-EMBOLIE IN ZWAN Versie 1.0 Datum Goedkeuring 12-06-2009 Methodiek Evidence based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Omschrijving van
Nadere informatieDe pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico
17 februari 2016 De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico Karina Meijer Minisymposium ter gelegenheid van de promotie van Lies van Vlijmen 170216 De pil Met stip populairste anticonceptivum Veneuze
Nadere informatieIndicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme
Indicatie antistolling NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Behandeling DVT/ longembolie Atriumfibrilleren Mechanische hartklep Arterieel vaatlijden Hartfalen met kamerdilatatie ( alleen
Nadere informatieSTRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK (SEO) Versie 2.0
STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK (SEO) Versie 2.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Voorwaarden en uitvoering Naar dit modelprotocol
Nadere informatieBespreking van de ingezonden resultaten
RESULTATEN EN BESPREKING CASUS MEI 2012 SECTIE STOLLING SKML Beschrijving van de casus Een 23-jarige vrouw wordt door de huisarts verwezen naar de SEH voor verder onderzoek i.v.m. pijn op de borst vastzittend
Nadere informatieAddendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014
Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden
Nadere informatiecasuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen
casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen Dr. Marieke JHA Kruip Internist- hematoloog Erasmus MC inhoud casus indica>es nieuwe orale middelen risico
Nadere informatieNOTA GYNAECOLOOG MET ONCOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED (GOA) Versie 1.0
NOTA GYNAECOLOOG MET ONCOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED (GOA) Versie 1.0 Datum Goedkeuring 09-11-2007 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording NVOG 1. Inleiding In Nederland worden vrouwen met (verdenking
Nadere informatiePerioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners
Perioperatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers Aspirine en/of ADP receptor inhibitor (Plavix of clopidogrel, Efient of
Nadere informatieANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN
ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN Het doel van dit themanummer is een synthese te geven van de beschikbare informatie over antitrombotische behandeling in de eerste lijn,
Nadere informatieStolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie
Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding
Nadere informatieNOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog
NOAC s Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog Antistollingsmedicatie Toegepast ter preventie en behandeling van arteriële en
Nadere informatieNOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN FERTILITEITSARTSEN. Versie 1.0
NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN FERTILITEITSARTSEN Versie 1.0 Datum Goedkeuring 28-05-2004 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inhoudsopgave Inleiding...1 Uitgangspunt...2
Nadere informatieGYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED. Versie 1.0
GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED Versie 1.0 Datum Goedkeuring 23-03-2011 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding Vanuit kwaliteitsoogpunt
Nadere informatieVernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason
Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren Joep Hufman, Medical Scientific Liason Agenda/ Content Atrium fibrilleren & Stollingscascade Heden Toekomst Discussie Atrium fibrilleren en Stollingscascade
Nadere informatieSamenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.
1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose
Nadere informatieNOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN VERPLEEGKUNDIGEN VOORTPLANTINGSGENEESK. Versie 1.0
NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN VERPLEEGKUNDIGEN VOORTPLANTINGSGENEESK Versie 1.0 Datum Goedkeuring 12-11-2004 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inhoudsopgave
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
DEEL IB1 SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Clexane Clexane Patroon Clexane 300 mg/3 ml Clexane 150 mg/ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Clexane,
Nadere informatieKLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI. Versie 1.0
KLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI Versie 1.0 Datum Goedkeuring 30-03-1996 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording nvog Introductie Op het gebied van de kunstmatige
Nadere informatieRadiologie Kies rechts in de pagina het onderwerp. Aanvragen MRI/CT voor de huisarts. Barbotage bij schouderklachten
Radiologie Kies rechts in de pagina het onderwerp. Aanvragen MRI/CT voor de huisarts Het laten verrichten van MRI of CT onderzoek is tot op heden geen routine onderzoeken voor de huisarts. In overleg met
Nadere informatieTrombose: preventie en behandeling
Trombose: preventie en behandeling s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) informatiebrochure e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be 2 beste patiënt,
Nadere informatieHOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE
HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatiePreventie van groep B-streptokokken infectie
Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep
Nadere informatieZwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede
Zwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede 1031 Inleiding Deze folder is ontwikkeld voor vrouwen die zwanger zijn nadat ze, in een eerdere zwangerschap met een keizersnede zijn bevallen. Het litteken
Nadere informatieLangdurige behandeling van diep veneuze trombose bij patiënten met kanker (Longheva) Academisch Medisch Centrum, Amsterdam (AMC)
Titel studie: Opdrachtgever: Langdurige behandeling van diep veneuze trombose bij patiënten met kanker (Longheva) Academisch Medisch Centrum, Amsterdam (AMC) Hoofdonderzoeker: Dr. K. Meyer Introductie
Nadere informatieAnticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk
Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: nieuwe concepten Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk Na een diepe veneuze thrombose (DVT) of longembolen (LE) zijn recidieven frequent, vooral
Nadere informatie(Anti)stolling in 2017
(Anti)stolling in 2017 Karina Meijer Afd Hematologie, UMCG Jaarsymposium Hematologie 5 april 2018 Disclosures K. Meijer (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieWetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies
Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen, en nadere uitleg over het onderscheid in de aanbeveling van het
Nadere informatieThrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts
Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatie(hoofdstuk 2) vatting Samen
The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn
Nadere informatieCouperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016
Couperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. VITAMINE K ANTAGONISTEN 3. DIRECTE
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatiechapter 10 Nederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) De bloedstolling speelde in de prehistorie al een grote rol om te voorkomen dat de jagende mens bij een bloeding geveld zou raken. Ook zorgde het stollingssysteem
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Peri-operatief Antistollingsbeleid Nivo 2 3 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling versie 2, februari 2012 probleem antistolling peri-operatief Igv doorgaan
Nadere informatieElke voorgevulde spuit bevat enoxaparine natrium IE anti-xa-activiteit (komt overeen met
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Clexane 100 mg/ml, oplossing voor injectie Clexane 300 mg/3 ml, oplossing voor injectie Clexane 150 mg/ml, oplossing voor injectie 10.000 IE/ml (100 mg/ml) oplossing voor injectie:
Nadere informatieTrombose en kanker. Verpleegkundig Specialisten Oncologie Voorjaars Symposium. Arne de Kreuk, internist-hematoloog. OLVG Amsterdam.
Trombose en kanker Verpleegkundig Specialisten Oncologie Voorjaars Symposium Arne de Kreuk, internist-hematoloog OLVG Amsterdam 24 maart 2016 Doorn Disclosure belangen spreker Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieTrombose, een bloedstollend probleem. Marija Vidakovic,, internist i.o. & Camilla Winterkorn Duodagen Malta 2007
Trombose, een bloedstollend probleem Marija Vidakovic,, internist i.o. & Camilla Winterkorn Duodagen Malta 2007 10 Stellingen 1. Een verhoogde d-dimeerdimeer is specifiek voor een longembolie. 2. Roken
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016)
Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016) Omschrijving Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose (DVT) AMC. Toepassingsgebied Dit protocol is bestemd voor
Nadere informatiePerioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten
Perioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten Algemene principes: De voorgeschreven werkwijze is afhankelijk van 3 factoren: 1. Het bloedingsrisico gepaard met de ingreep. Dit
Nadere informatieNEKPLOOIMETING (NT) Versie 2.0
NEKPLOOIMETING (NT) Versie 2.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Nekplooimeting (Nuchal Translucency, NT-meting) Betreft ongewijzigde
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieThe etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A. Link to publication Citation for published version (APA): Kraaijenhagen, R. A.
Nadere informatieRichtlijnen voor tromboseprofylaxie
Richtlijnen voor tromboseprofylaxie s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) informatiebrochure artsen e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be meer info
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor
Nadere informatieRichtlijn Antistolling met laagmoleculairgewicht heparines (LMWH) bij nierinsufficiëntie
Richtlijn Antistolling met laagmoleculairgewicht heparines (LMWH) bij nierinsufficiëntie mei 2012 Verantwoordelijk voor de richtlijn: Kwaliteitscommissie NfN Contact: ATM Jorna, secretaris kwaliteitscommissie,
Nadere informatieZwangerschap en antistolling
Zwangerschap en antistolling Pregnancy and anticoagulation drs. L.C. Oskam en prof. dr. S. Middeldorp 2 Samenvatting Het gebruik van antistolling tijdens zwangerschap en kraambed is een uitdaging, gezien
Nadere informatieBehandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn
Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede
Nadere informatieLaboratoriumonderzoek van trombofilie
Laboratoriumonderzoek van trombofilie dr. F. van der Graaf, klinisch chemicus Inleiding De term trombofilie werd in 965 als eerste door Egeberg gebruikt toen hij een associatie aantoonde tussen het voorkomen
Nadere informatieAntitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)
Antitrombotica Nederlands Vasculair Forum 2017 Melvin Lafeber AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) DISCLOSURES AIOS Interne Geneeskunde Consulent BENU apotheken Nederland Redactiecommissie
Nadere informatieMini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants
Mini symposium VHL 18 juni 2013 An Stroobants Programma Introductie: An Stroobants Evaluatie van screeningstests Rol van PT en in screening op NOAC gebruik: Harry de Wit Evaluatie van specifieke tests
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Algemene module nivo 3 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 4, juli 2012 de stollingsbalans trombose te veel stolling antistolling
Nadere informatieDienst/afdeling: MST- Breed Datum: 29-03-11
Versie: Medisch Spectrum Twente 1.0 Status: Vastgesteld Soort Document: Code: Protocol PC-001587 Onderwerp/titel: Perioperatief beleid met betrekking tot tromboseprofylaxe en antistolling Dienst/afdeling:
Nadere informatieFarmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey
Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey 1. Safer Prescribing A Trial of Education, Informatics, and Financial Incentives - Context:
Nadere informatieCasuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar
Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole SKS symposium 30 oktober 008 Ad Castel Ton van den Besselaar Conclusies uit 006: De indicatie tot, en de interpretatie van laboratoriumonderzoek zijn wezenlijke
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)
Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel
Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel
Nadere informatieTrombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling. Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht
Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht Zwangerschapgerelateerde trombocytopenie 3 e trimester
Nadere informatieSTRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK (SEO) Versie 2.0
STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK (SEO) Versie 2.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Voorwaarden en uitvoering Naar dit modelprotocol
Nadere informatieDoelstelling van deze informatiebijeenkomst
Doelstelling van deze informatiebijeenkomst De antistollingsbehandeling van bewoners van zorginstellingen optimaliseren. Door inzet van Nabij Patiënt Testen (NPT) Met een goede samenwerking tussen medewerkers
Nadere informatie