Leerwerkboek. Theoretische richtingen. Johan Verstraete. Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leerwerkboek. Theoretische richtingen. Johan Verstraete. Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken"

Transcriptie

1 Leerwerkboek Theoretische richtingen Johan Verstraete Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken inclusief onlinelesmateriaal 3

2 Aan de slag met Hoe zit een les in elkaar? Dit leerwerkboek bestaat uit acht delen, die je ook terugvindt in de uitgebreide inhoudsopgave op blz De leerstof vertrekt telkens van een prikkelende vraag. De ondertitel geeft duidelijkheid over de inhoud van de les. In totaal zijn er 57 vragen. Bij het begin van elke vraag vind je een overzicht van de verschillende lesonderdelen. Vraag 50 Over figuurgedichten In reclame worden we overspoeld met modellen die er buitengewoon goed uitzien. Hun figuur is meer dan perfect. Maar wat als jouw figuur niet in dat plaatje past? 1 Ik wil een goed figuur slaan 2 Figuurgedichten om u tegen te zeggen 3 Creatief figuurdichten Wil je ook een goed figuur slaan? Een icoontje leidt je naar opdrachten waar je de pc voor nodig hebt. Alle nodige informatie vind je op Af en toe vind je een verwijzing naar het vademecum achteraan in het leerwerkboek. Daar staat belangrijke informatie over gebundeld. Waar vind je wat je moet kennen en kunnen? Wat je moet studeren, vind je in de groene Vastgeschroefdkaders. Een groep mensen waarvoor je radio- of televisieprogramma s maakt, een tekst schrijft, campagnes opstelt, reclame maakt noem je het doelpubliek of de ontvangers. Wat je moet kennen en kunnen, vind je aan het einde van iedere vraag in een blauw kader. Wat moet je kennen? Je kent het begrip titel. Je kent het begrip tussentitel. Wat moet je kunnen? Je kunt een treffende titel schrijven. Je kunt een beknopte titel juist formuleren. Je kunt de juiste tussentitel kiezen. Je kunt een treffende tussentitel bedenken voor een alinea.

3 Talloze tips helpen je onderweg. tip Bij twijfel raadpleeg je het Groene Boekje. In de woordverklaring onderaan de bladzijde vind je uitleg bij moeilijke woorden. Woordverklaring doorgronden = volledig doorzien, begrijpen Waar ben je mee bezig? Volg de verschillende stappen en word een expert op het vlak van zakelijk lezen, luisteren en kijken, spreken en schrijven! Je leert elke vaardigheid stapsgewijs aan. Houd daarbij deze icoontjes goed in de gaten. Ze geven aan welke vaardigheid je aanleert en welke stap je zet. schrijven luisteren en kijken zakelijk lezen spreken Wat moet je weten over spreek- en schrijfopdrachten? Bij elke schrijf- en spreekopdracht ga je aan de hand van de OVUR-strategie gestructureerd te werk. Erna vind je telkens een vorderingsfiche. Die helpt je om je persoonlijke evolutie te volgen en je werkpunten te noteren. 106 Deel 2 Vorderingsfiche Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op stap 1, stap 2 en je reflectievaardigheid. Beginner Gevorderde Expert Stap 1: Afstemmen op doel De leerling geeft weinig informatie. Het doel van de videoclip is bovendien helemaal niet duidelijk. De leerling geeft voldoende informatie, maar het doel van de videoclip is niet duidelijk. Het doel van de videoclip is duidelijk, maar de leerling geeft onvoldoende informatie. De leerling geeft veel informatie. Bovendien is het doel van de videoclip overduidelijk. / Stap 2: De leerling Non-verbale kijkt nauwelijks of niet in de camera. communicatie kijkt zijn partner(s) nauwelijks of niet aan. Mimiek straalt te weinig enthousiasme uit. De leerling kijkt af en toe in de camera. kijkt zijn partner(s) geregeld aan. straalt voldoende enthousiasme uit. De leerling kijkt voortdurend in de camera. kijkt zijn partner(s) aan. straalt veel enthousiasme en zelfvertrouwen uit. Lichaamshouding De leerling beweegt amper en is heel zenuwachtig. De lichaamstaal van de leerling is niet afgestemd op de situatie. De leerling beweegt voldoende en probeert zijn zenuwen te verbergen, maar valt af en toe nog eens door de mand, bijvoorbeeld door een kleine tic. De lichaamstaal van de leerling is voldoende afgestemd op de situatie. De leerling beweegt vlot en komt heel natuurlijk over. De lichaamstaal van de leerling is volledig afgestemd op de situatie / Reflectie Het lukt de leerling niet om kritisch over zichzelf na te denken. De informatie die de leerling opzocht, is niet betrouwbaar. De leerling haalde zijn informatie uit één bron. De leerling kan zichzelf op bepaalde punten kritisch beoordelen, maar heeft het met enkele items toch nog moeilijk. De informatie die de leerling opzocht, is over het algemeen betrouwbaar. De leerling haalde zijn informatie uit meer dan één bron. De leerling slaagt erin zichzelf kritisch te beoordelen. De informatie die de leerling opzocht, is volledig betrouwbaar. De leerling haalde zijn informatie uit verschillende bronnen. / Attitude Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten: Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan: Knappe prestatie: je bent een expert. TOTAAL /25 Misschien kun je de volgende keer op dit werkpunt letten:

4 Voorbij de vragen Op het einde van elk deel krijg je een overzicht van de schooltaalwoorden die je pad kruisten in de Woordencocktail. Moeilijke woorden met een speciale schrijfwijze krijgen aandacht in Buitenspel. Woordencocktail 1 Woorden heb je dagelijks nodig. Om een gesprek te kunnen aanknopen, om iets te begrijpen Zonder woorden ben je niks. In de eerste lessen heb je al heel wat nieuwe woorden gezien. Hier herhalen we ze nog eens. 1 Computertermen 2 Werkwoorden 3 (Her)Ken je deze woorden nog? 4 Creatief Buitenspel 1 In deze les oefen je dertig woorden die voorkwamen in deel 1. Het zijn woorden die zichzelf buitenspel zetten omdat ze zich niet schikken naar de regels. Die spelbrekers kunnen dus voor problemen zorgen! Hoe test je jezelf? Na elk deel maak je een zelftoets. Je test wat je al kent en kunt. Met een verbetersleutel verbeter je jezelf. Bij het onlinelesmateriaal vind je een uitgebreidere versie van de toets. Zelftoets 1 Wat heb ik geleerd en wat weet ik daar nog van? Werk samen met een partner. Maak elke opdracht eerst afzonderlijk. Vergelijk daarna jullie oplossingen en bespreek de verschillen. Als je twijfelt, kun je je leraar om hulp vragen. Zakelijk lezen Poëzie 1 Wat is het tekstdoel in de volgende teksttypes? /10 a een artikel in een tijdschrift met als titel Het regenwoud moet blijven b een strip waarin aan mensen in India het belang van gekookt water wordt uitgelegd Als je dit logo ziet, werk je per twee. Bij dit logo ga je in groep aan de slag.

5 Deel Wat neem je mee op reis? Een kennismakingsles 12 2 Kies jij soms ook de verkeerde schoenen? Over tekstsoorten, teksttypes en tekstdoelen 23 3 Hoe gebruik je een kompas? Over hoe je een spreekdoel vooraf bepaalt 28 4 Mag ik even wegdromen in boekenland? Over verhaalsoorten 36 5 Moeder, waarom lez(v)en wij? Enquête over leesgedrag 38 6 Wat is er mis met sitroen? Over het belang van een correcte 48 7 Hoe is het gesteld met je? Even testen 54 8 Wil je zwemmen tussen haaien of vliegen naar de regenboog? Informatie verzamelen voor een schrijfopdracht 57 9 Minuscuul... moet ik dan op de weegschaal gaan staan? Over hoe je woordbetekenissen kunt achterhalen Wat is de zin hiervan? (1) Kijken hoe een zin in mekaar zit Waarom blijven sommige sporen spoorloos? Over fictie/non-fictie, literair/zakelijk taalgebruik Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie? Over algemene kenmerken van poëzie Zakelijk lezen woordenschat taalgebruik Poëzie Kennismakingsles STAP 1 tekstsoorten/teksttypes/tekstdoelen bepalen STAP 1 Zakelijk lezen tekstsoorten/teksttypes/tekstdoelen bepalen STAP 1 spreekdoel bepalen Herkennen van verhaalsoorten, genres Aanzet tot portfolio Waarom moet je correct schrijven? Manieren om zonder fouten te schrijven Diagnostisch dictee Remediëringsoefeningen STAP 1 afstemmen op doel info verzamelen Woordbetekenissen achterhalen Herhaling zinsleer (1) Zakelijk en literair taalgebruik Algemene kenmerken van poëzie 85 Buitenspel 1 moeilijke woorden uit deel 1 inoefenen 88 Woordencocktail 1 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 1 92 Zelftoets 1 Deel Zie je wat ik voel? Over lichaamstaal Moet je dat nu echt allemaal lezen? Over leesstrategieën Joew, hey, hallo of goedemorgen? Over je tekst afstemmen op de situatie/context Is dit van kapitaal belang? Over het correcte gebruik van hoofdletters Wat zie je in je glazen bol, madame Soleil? Over thema s, fictie en non-fictie Waarom dekt de vlag niet altijd de lading? Over titels, covers en achterplatteksten Zakelijk lezen STAP 2 non-verbale communicatie leren inschatten STAP 2 non-verbale communicatie leren inschatten STAP 2 Zakelijk lezen leesstrategieën STAP 2 tekst afstemmen op situatie/context Gebruik van hoofdletters Thema, fictie en non-fictie Titels, covers en achterplatteksten

6 Wat is de zin hiervan? (2) Kijken hoe een zin in elkaar zit Herhaling zinsleer (2) 149 Woordencocktail 2 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 2 Deel Heb je een luisterend oog? Over kijk- en luisterstrategieën Mag je zomaar met de deur in huis vallen? Over de IMS-tekststructuur Staat mijn kop je wel aan? Over titels en tussentitels schrijven Is een dt-foudt erg? Over de van de werkwoordsvormen in de tegenwoordige en de verleden tijd Met wie wil je een date? Over personages/types/stereotypes Zet je er graag een punt achter? Over mededelende, vragende, uitroepende en gebiedende zinnen en de eindleestekens Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land? Over beeldspraak Zakelijk lezen woordenschat Spelling Poëzie woordenschat STAP 3 kijk- en luisterstrategieën STAP 3 Zakelijk lezen globale structuur van een tekst: inleiding - midden - slot STAP 3 titel en tussentitel bij informatieve teksten Ott en ovt Personages Stereotypen Soorten zinnen Eindleestekens Beeldspraak 209 Buitenspel 2 moeilijke woorden uit deel 2 en 3 inoefenen 213 Woordencocktail 3 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 3 Deel Heb je t ook graag gestructureerd? Over de opbouw van alinea s Kun jij een geknipt patroon maken? Over tekststructuren van een zakelijke tekst Heb jij boten in je lijf? Over klinkers, tweeklanken en medeklinkers Waar spreken we af? Over ruimte in verhalen Ben je een nieuwsgierig aagje of weet je gewoon graag veel? Over de bijwoordelijke bepalingen Wie springt uit een vliegmachien om jou te zien? Over rijm Zakelijk lezen Poëzie STAP 4 midden + opbouw alinea STAP 4 tekststructuren van een zakelijke tekst STAP 4 Zakelijk lezen tekststructuren van een zakelijke tekst Klinkers, medeklinkers, tweeklanken Ruimte in een verhaal De bwb Rijmen: eindrijm, assonantie, alliteratie 265 Woordencocktail 4 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 4

7 Deel Hoe pimp je je spreekbeurt? Over afstemmen op situatie, context en doelpubliek Is je relatie van lange duur? Over tijd in verhalen Hoe voltooid is voltooid? Over de van het voltooid deelwoord Moeten woorden namen hebben? Over de woordsoorten Ben je ook uitgenodigd voor een vipwandeling in de galerie van de poëzie? Genieten van gedichten Poëzie STAP 5 bepalen van het doelpubliek STAP 3 afstemmen op situatie, context en doelpubliek + herformuleren Tijd: flashback, flashforward, verteltijd, vertelde tijd, verteltempo, tijdsprong Voltooid deelwoord Woordsoorten: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord, lidwoord, telwoord, werkwoord, voorzetsel, voegwoord Genietend lezen 307 Buitenspel 3 moeilijke woorden uit deel 4 en 5 inoefenen 312 Woordencocktail 5 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 5 Deel Ben jij een kitesurfexpert? Over hoofdlijnen naar voren brengen Doe jij ook wel eens aan hersengymnastiek? Over schematiseren Wie heeft het hier voor het zeggen: ik of hij? Over vertelstandpunt Heb jij die hottentottententententoonstelling al gecheckt? Over woordvorming Let jij op de kleintjes? Over de van de verkleinwoorden Moeten woorden nog meer namen hebben? Over voornaamwoorden Zakelijk lezen woordenschat STAP 4 hoofdlijnen naar voren brengen STAP 6 schematiseren STAP 5 Zakelijk lezen schematiseren STAP 5 schema s maken Vertelperspectief: alwetende en personele hij, vertellende en belevende ik, wisselende verteller Woordvorming: samenstellingen, afleidingen, leenwoorden Zelfstandig naamwoord: het verkleinwoord Woordsoorten: persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, vragend, wederkerend voornaamwoord 378 Woordencocktail 6 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 6

8 Deel Heb jij een bindmiddel voor die saus? Over bindwoorden Waar is dat feestje? Over instructies Blijf jij ook liever single? Over enkelvoudige en samengestelde zinnen, nevenschikking en onderschikking Ben jij een tekentalent? Over het gebruik van hulptekens: trema, apostrof en koppelteken Is er nog vuurwerk of is de vlam al gedoofd? Over spanning in verhalen Geef je er graag een kleurtje aan? Over bijwoorden Wil je een goed figuur slaan? Over figuurgedichten Poëzie STAP 7 structuur door bindwoorden STAP 5 structuur door bindwoorden STAP 6 samenhang tussen de alinea s STAP 8 Instructies Instructies Enkelvoudige en samengestelde zinnen en verbinden van zinnen Woordtekens Verhaallijn en spanningsopbouw Woordsoorten: het bijwoord Figuurgedichten 450 Buitenspel 4 moeilijke woorden uit deel 6 en 7 inoefenen 453 Woordencocktail 7 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets 7 Deel Mag ik beginnen? Over het begin en het einde van een spreekoefening Spring jij soms van de hak op de tak? Over samenhang bij spreken Moet ik er een tekeningetje bij maken? Over visuele hulp/info gebruiken Wie wil Nijntje kussen voor 5 euro? Over het al dan niet aaneenschrijven van woorden Krijg jij daar kop noch staart aan? Over het begin en einde van een zakelijke tekst STAP 6 begin en einde van een spreekopdracht STAP 7 begin en einde van een verhaal STAP 7 samenhang Visuele hulp/info gebruiken Aaaneenschrijven van woorden STAP 8 begin en einde van een zakelijke tekst Wie zegt dat ik gezegd heb dat jij dat gezegd hebt? Over directe en indirecte rede Directe en indirecte rede Vergis ik me of is dit nu wiskunde? Over grafieken interpreteren Zakelijk lezen STAP 6 Zakelijk lezen grafieken interpreteren 513 Buitenspel 5 moeilijke woorden uit deel 8 inoefenen 517 Woordencocktail 8 gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel Zelftoets Vademecum

9 Vraag 15 Joew, hey, hallo of goedemorgen? Over je tekst afstemmen op de situatie/context Als je s morgens de deur uitgaat en je komt je beste vriend tegen, dan begroet je die misschien met joew. Als je een eindje verderop de vriendin van je zus tegenkomt, dan zeg je hey. En als je aan de schoolpoort je leraar bijna tegen het lijf loopt, dan spreek je die aan met goedemorgen. Dat doe je bijna als vanzelf. Toch weet je heel goed dat je je leraar niet aanspreekt met joew. Joew is een begroeting die je onder vrienden gebruikt. Of hoe je mensen aanspreekt 1 Jongeren-, sms- en msn-taal 2 Goochelen met taalregisters 3 Ga je mee op stap? 1 Jongeren-, sms- en msn-taal Opdracht 1 Bekijk het fragment uit Het Klokhuis over spreektaal (jongerentaal) en schrijftaal (sms-taal en msn-taal) en beantwoord de vragen. 1 Som enkele nieuwe woorden uit jongerentaal op die in het filmpje vermeld worden. 2 Wat doen jongeren in hun jongerentaal volgens de jongens uit het filmpje? In deel 1 heb je geleerd dat er schrijf- en spreektaal, informeel en formeel taalgebruik bestaan. Omdat je wilt dat je boodschap goed begrepen wordt en dat de ontvanger bereid zal zijn om met die boodschap iets te doen, moet je het juiste taalregister hanteren. Als het de bedoeling is dat je een tekst schrijft, zul je schrijftaal gebruiken. Maar zoals je in het filmpje zag, bestaan er ook binnen die schrijftaal verschillende registers. Er is bovendien niet alleen formeel en informeel taalgebruik, maar binnen de informele taal bestaan er ook nog eens verschillende taalregisters, zoals msn-taal en sms-taal. Aan jou om het juiste register te kiezen. Als je een tekst wilt schrijven, stel je je vooraf enkele vragen. Wat is de boodschap? Wat is de bedoeling? Welk effect wil je bereiken? Op welke manier druk je je uit? Welke taal gebruik je? Wie is de ontvanger? Welke middelen zijn er nodig om je doel te bereiken? 118 Deel 2

10 2 Goochelen met taalregisters Opdracht 2 Welk taalregister(formeel/informeel) gebruik je in een zakelijke tekst of a aan een radiostation omdat ze je favoriete programma willen afvoeren? b aan je zus om af te spreken in jullie favoriete sportclub? c aan de uitbater van een sportclub waar je je lievelingsjasje hebt laten liggen? d aan je tante om een feestje te organiseren voor je nichtje dat 16 jaar wordt? e aan je buurmeisje om haar je medeleven te betuigen bij het overlijden van haar oma? f aan de stad om te melden dat een lantaarnpaal voor je huis defect is? g aan de eigenaar van het huis met de grote tuin om te vragen of je daar een filmpje mag opnemen? h aan je vriendin om haar uit te leggen waarom je te laat zult zijn op haar feestje? i j aan je lerares Nederlands met je felicitaties bij de geboorte van haar eerste kindje? aan je oma om haar te laten weten hoe het met je gaat op vakantie? Opdracht 3 Wat liep er fout bij de keuze van het correcte taalregister? Verbeter waar nodig. a aan je leraar: Joew, om te zeggen da k nie naar de inhaalles kan komen. b aan de moeder van je vriendin: Hey, waarom mag Yasmine eigenlijk niet meegaan naar zee? Mijn moeder en mijn vader gaan ook mee, hoor. Trouwens, t is tijdens de vakantie en dan moeten we toch niet leren. Verandert dat iets? Vraag 15 - Joew, hey, hallo of goedemorgen? 119

11 c aan je oma: Dag oma. Alles oké met jou? Ik wil je morgen nog eens een bezoekje brengen. Goed? Opdracht 4 Noteer telkens het tekstdoel, de tekstsoort, het teksttype en het publiek. Omcirkel of je formele of informele taal gebruikt in deze situaties. a Je wilt je klasgenoten uitnodigen voor een feest. tekstdoel = tekstsoort = teksttype = publiek = formele taal / informele taal b Je bent reporter voor een krant en je wilt een verslag brengen van een festival. tekstdoel = tekstsoort = teksttype = publiek = formele taal / informele taal c Je wilt een artikel schrijven voor Wikipedia over je nieuwe favoriete popzanger. tekstdoel = tekstsoort = teksttype = publiek = formele taal / informele taal d Je schrijft een kattebelletje voor je moeder waarin je laat weten dat je met de fiets naar je oma bent. tekstdoel = tekstsoort = teksttype = publiek = formele taal / informele taal e Je bent boos op de stad omdat het fietspad op weg naar school er onveilig bijligt. tekstdoel = tekstsoort = 120 Deel 2

12 teksttype = publiek = formele taal / informele taal f Je schrijft je liefdesverdriet weg in je dagboek. tekstdoel = tekstsoort = teksttype = publiek = formele taal / informele taal 3 Ga je mee op stap? Opdracht 5 Schrijf dezelfde tekst in verschillende situaties. Bewaar het resultaat in je portfolio. Je wilt de zoo in Antwerpen een bezoek achter de schermen brengen 1 met de kinderen van de jeugdbeweging waar jij in leiding staat, 2 met je klasgenoten, 3 met je familie in het kader van een familiefeestje. a Je schrijft een mail waarin je je plan uitlegt en waaraan je ineens ook de uitnodiging voor het bezoek koppelt. Je richt die mail aan: 1 de ouders van de kinderen van de jeugdbeweging, 2 je klasgenoten, 3 je familieleden (= tantes, ooms en grootouders). b Je schrijft een bedankje aan elk van de groepen omdat het zo prettig geweest is. OVUR Vraag je af wat de bedoeling is van de tekst die je gaat schrijven. Wat wil je ermee bereiken? OVUR Welke tekstsoort kies je? Wie is de ontvanger? Noteer wat zeker in je boodschap moet. Denk aan de W-vragen. OVUR Schrijf je tekst. Verzorg je lay-out en houd rekening met het juiste taalregister. OVUR Controleer of alle afspraken duidelijk zijn voor iedereen. Gebruik de checklist en de vorderingsfiche. Vraag 15 - Joew, hey, hallo of goedemorgen? 121

13 Checklist Ik denk dat ik met de mail mijn doel bereik. Ik gebruik het juiste register. Ik heb geen afkortingen of smileys gebruikt. De tekst heeft alinea s. Er is afwisseling in de zinsbouw. Ik heb de mail grondig nagelezen op spelfouten. Je wordt beoordeeld op stap 1, stap 2 en zorg voor taal. Wat moet je kennen? Je kent het informele taalregister. Je kent het formele taalregister. Je kent de OVUR-strategie Wat moet je kunnen? Je kunt het juiste taalregister kiezen in een zakelijke tekst of . Je kunt een foutief taalregister herkennen en corrigeren. Je kunt een tekst in verschillende taalregisters schrijven. Je kunt de OVUR-strategie toepassen om een zakelijke tekst te schrijven. 122 Deel 2

14 Vorderingsfiche Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op stap 1, stap 2 en je zorg voor taal. Beginner Gevorderde Expert Stap 1: Afstemmen op doel Het is voor de lezer niet duidelijk wat de schrijver met zijn mail wil bereiken. Het is voor de lezer grotendeels duidelijk wat de schrijver met zijn mail wil bereiken. Het volgende heeft misschien nog meer uitleg nodig: Het is voor de lezer heel duidelijk wat de schrijver met zijn mail bedoelt/wil bereiken. / Stap 2: Afstemmen op situatie De stijl is onvoldoende aangepast aan de situatie: te plechtig/te informeel/ De stijl past bij de situatie. Een enkele keer is het taalgebruik te plechtig/te informeel. Bijvoorbeeld: De stijl is perfect aangepast aan de situatie. De leerling gebruikt woorden, uitdrukkingen en zinsconstructies die in de situatie passen. / Zorg voor taal De tekst bevat nog te veel taalfouten. De tekst is grotendeels foutloos. Fouten komen vooral voor bij moeilijkere woorden of zinsconstructies. De tekst is (bijna) foutloos. Ook moeilijkere woorden en zinsconstructies worden foutloos geschreven. / Attitude Leverde de leerling de taak tijdig in? ja/nee Leverde de leerling de taak netjes in? ja/nee TOTAAL Je bent nog een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten. Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan: Knappe prestatie: je bent een expert! /20 Misschien kun je de volgende keer op dit werkpunt letten: Vraag 15 - Joew, hey, hallo of goedemorgen? 123

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Leerwerkboek. Praktijkgerichte richtingen. Johan Verstraete

Leerwerkboek. Praktijkgerichte richtingen. Johan Verstraete Leerwerkboek Praktijkgerichte richtingen Johan Verstraete Glenn Van Belleghem Céline Bundervoet Marita Van Auwenis Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken inclusief

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Lesstof overzicht Station vanaf

Lesstof overzicht Station vanaf Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Leren (kan je ) leren!

Leren (kan je ) leren! Leren (kan je ) leren! Leertips op maat van de middenschool Beste leerlingen en ouders, Het begrip leren leren klinkt jullie waarschijnlijk niet onbekend in de oren. We hopen dat er in de basisschool al

Nadere informatie

Netwerk TaalCentraal 2 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 2 - leerwerkboek. Vergelijking inhoudstafels Netwerk TaalCentraal 2 1

Netwerk TaalCentraal 2 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 2 - leerwerkboek. Vergelijking inhoudstafels Netwerk TaalCentraal 2 1 Blok 1 Les 1: Kennismaking via feiten en meningen (over verwachtingen, meningen over school, jezelf voorstellen aan de hand van feiten over jezelf en enkele van je meningen. Herhaling begrippen: feit/mening)

Nadere informatie

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het

Nadere informatie

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen: Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen: Reclame is cool en gaaf! Reclame geeft nuttige informatie Reclame laat zien hoe het

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt: Het maken van een leesverslag in klas 3 en 4 VMBO Basis Voor het examenonderdeel fictie moet je een aantal boeken lezen. Gebruik bij het maken van het leesverslag het schema hieronder. Werk het schema

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Netwerk TaalCentraal 1 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 1 - leerwerkboek Thema 1 Hoe het begint

Netwerk TaalCentraal 1 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 1 - leerwerkboek Thema 1 Hoe het begint Thema 1 Hoe het begint Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) : Vragen over communicatie. (Het communicatieschema met Zender, Boodschap, Ontvanger, Doel, Effect, Kanaal en de leesdoelen

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid Lesstof overzicht complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt Uitgeverij: Eisma Edumedia bv Postbus 459 8901 BG Leeuwarden T (088) 294 48 80 F

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad

- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad Thema Lessen en materialen groep 8 Instructie Spellingcheck Netversie voorlezen Gevoelens Les 1: Treffende titels: Gekke gevoelens - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Gedichten

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: lezen Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 1 en 2 De leerling kent en herkent vaste tekststructuren. De leerling kent de besproken tekststructuren. (probleem/oplossingstructuur, verklaringstructuur,

Nadere informatie

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: lezen Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 1 en 2 De leerling kent en herkent vaste tekststructuren. De leerling kent de besproken tekststructuren. (probleem/oplossingstructuur, verklaringstructuur,

Nadere informatie

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift - Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift - I Oefenen met observeren 1. Het woordenschilderij A Kijk 60 seconden heel goed

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4 Leerstofoverzicht Taal in beeld groep blok woordenschat spreken/luisteren schrijven taalbeschouwing Les : betekenis door plaatje Les : spreken Les : bij elke tekst hoort een schrijver Les : spelen met

Nadere informatie

TAAL OP NIVEAU CURSUSAANBOD 2015-2016

TAAL OP NIVEAU CURSUSAANBOD 2015-2016 TAAL OP NIVEAU CURSUSAANBOD 2015-2016 INHOUD Inleiding Online cursussen Klantgericht schrijven Nederlands Zakelijk Engels Spelling & Grammar Online test Nederlands spelling & grammatica Online test Engels

Nadere informatie

Checklist duidelijk geschreven taal

Checklist duidelijk geschreven taal Checklist duidelijk geschreven taal Woorden Korte woorden gebruikt of samengestelde woorden gesplitst? o OK Enkel alledaagse en internationale woorden gebruikt? o OK Gewone en geen moeilijke woorden gebruikt?

Nadere informatie

Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties)

Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) Thema 1 Hoe het begint : Vragen over communicatie. (Het communicatieschema met Zender, Boodschap, Ontvanger, Doel, Effect, Kanaal en de leesdoelen

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling (RTTI) Lesperiode: 1 3 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 t/m 5 Theorie blz 3, 78, 122, 165, 166, 209 De leerling kent de volgende vormen van beeldspraak: Metafoor Vergelijking

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in

Nadere informatie

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT Monitoraat op maat Academisch Nederlands 1 EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT De communicatie tussen een student en een docent verloopt vaak per e mail. Een groot voordeel van het medium is namelijk de

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN 2014-2015

A. LEER EN TOETSPLAN 2014-2015 Vak: Leerjaar: 1 Onderwerp: fictie (creatief lezen) Kerndoel(en): (nr)-2, 3, 4, 5, 7, 10. 1-smaakontwikkeling bevorderen 2-soorten verhalen onderscheiden 3-beoordelingswoorden 4-begrippen: spanning en

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Leerwerkboek. Chinees. Go 100

Leerwerkboek. Chinees. Go 100 Leerwerkboek Chinees Go 100 se k a ra k te rs Le e r 1 0 0 C h in e Go 100 Leer 100 Chinese karakters LEERWERKBOEK CHINEES Julie Lo Emily Yih Jan van der Putten (cultuurteksten) ΒΟ INHOUDSOPGAVE Lessen

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Kim Dalessi. K.dalessi@student.fontys.nl

Kim Dalessi. K.dalessi@student.fontys.nl 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Hallo!!...3 Aflevering 1...7 Opdracht 1...7 Opdracht 2...8 Aflevering 2...9 Opdracht 3...9 Opdracht 4...10 Aflevering 3...11 Opdracht 6...12 Opdracht 7...13 Werkblad Logboek...14

Nadere informatie

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2 Auteur boek: مو لف الكتاب: Vera Lukassen Titel boek: Nederlands voor Arabisch taligen كتاب : الھولندي للناطقین باللغة العربیة المستوى Niveau A0 A2, A0 A2 2015, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekreclame

Uitleg boekverslag en boekreclame Uitleg boekverslag en boekreclame groep 7 schooljaar 2015-2016 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave Stap 4: Inhoud boekverslag

Nadere informatie

Aanpak van een cursus

Aanpak van een cursus Aanpak van een cursus Je gaat best op zoek naar een efficiënte manier van studeren. In het hoger onderwijs is het immers niet meer doeltreffend om alles op dezelfde manier aan te pakken. Je kan dus niet

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Pagina 1 van 10 Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Versie: 8 juni 2015 Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Eisen Nederlands 3 Eisen vormgeving 4 Eisen bronvermelding 5 Procedure

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

LTP klas 2 2014-2015. periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x)

LTP klas 2 2014-2015. periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x) LTP klas 2 2014-2015 periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x) oktober boekverslag 1 met recensie (weging 1x) spelling blok 1 + 2 (weging 1x) taalschat blok 1+2 (weging 1x) november leesvaardigheid

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Over lezen

Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting door M. 943 woorden 16 januari 2013 8,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Over lezen 2.2 Spanning Open plekken: zijn plekken in een

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. 5. Onderweg naar een feestje doe je nog even snel een boodschap.

Nadere informatie

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 2012-2014

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 2012-2014 PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 01-014 CODE VERANT- WOORDING KERNDEEL WEGING KENNIS CIJFER CODE VAKVAARDIGHEID CIJFER CODE WEGING AANVULLENDE OPMERKINGEN 1 Fictie (herhaling) boeken kiezen,

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Op niveau vmbo. Thieme Meulenhoff. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. kgt1 1 Over Caja Cazemier

Op niveau vmbo. Thieme Meulenhoff. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. kgt1 1 Over Caja Cazemier Op niveau vmbo Thieme Meulenhoff Methode Op niveau 1 Mondeling 46p Schooltype vmbo-kgt1-2 en k3 2 Lezen 343p Editie vanaf 2007 3 Schrijven 61p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 168p Opmerking Op niveau 4k verschijnt

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

Checklist Duidelijk Nederlands spreken Checklist Duidelijk Nederlands spreken Spreek helder Ik maak korte en eenvoudige zinnen. Ik pas mijn tempo aan, maar ik blijf natuurlijk spreken. Ik articuleer goed en ik let op mijn intonatie. Ik ben

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie