Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland. Michiel Kort Bram Brouwer Dirk Louter

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland. Michiel Kort Bram Brouwer Dirk Louter"

Transcriptie

1 Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland Michiel Kort Bram Brouwer Dirk Louter 27 oktober

2 Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland Inhoud Pagina 1. Inleiding Aanleiding Uitvoering opdracht in hoofdlijnen Leeswijzer 2 2. De windopgave in de Kop van Noord-Holland De Kop van Noord-Holland De huidige feiten en cijfers windenergie in de Kop Beleidscontext Regelingen, wet- en regelgeving 7 3. Stakeholderanalyse Rijkspartijen Provincie Gemeenten Maatschappelijke organisaties Private partijen Analyse en conclusies Plan van Aanpak Regionale Strategie Windenergie Kop van Noord- Holland; inhoudelijke en procesmatige uitgangspunten Inhoudelijke uitgangspunten voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie Algemene uitgangspunten voor het plan van aanpak en het proces van totstandkoming van de regionale strategie Een beleids- en afwegingskader voor windenergie in de Kop Voorstel: Afwegingen op korte en lange termijn Plan van Aanpak Regionale Strategie Windenergie Kop van Noord- Holland; fasering en activiteiten De totstandkoming van de regionale strategie op hoofdlijnen Fase 0: Bestuurlijk overleg en besluitvorming plan van aanpak: okt-dec Fase 1: opstelling basiskaart windontwikkeling en uitwerking en concretisering afwegingskader (periode januari-februari 2011) Fase 2: opleveren bouwstenen regionale strategie windenergie Kop van Noord- Holland (periode maart 2011 juni 2011)

3 6.5 Fase 3: Afronding plan-mer juli-augustus Fase 4: Besluitvorming (najaar 2011) Fase 5: Uitvoering regionale strategie Rollen en bestuurlijke structuur Projectstructuur en budget Ter afsluiting 50 Bijlagen: 1. Interviewpartners 2. Lijst met gebruikte documenten 42575

4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De Kop van Noord-Holland is een gebied met veel kansen voor windenergie. De ligging aan de kust, de open ruimte en de structuur van het landschap geven veel kansen aan de wind en de windenergie. Historisch gezien is de Kop een voorloper op het gebied van windenergie. De ontwikkeling en exploitatie van windturbines en de kennisontwikkeling door ECN en andere instellingen en bedrijven in de windsector (Maritime campus, ATO) zijn een belangrijke impuls voor de regionale economie. De private sector ziet de kansen van de regio, wat duidelijk te zien is in het grote aantal plannen om het opgesteld vermogen uit te breiden. Daarnaast willen bestaande eigenaren hun turbines opschalen en/of herstructureren omdat de economische levensduur van de turbines is verstreken. De provincie streeft naar het realiseren van 430 megawatt windenergie in 2012, met een nietbindende streefwaarde van 500 megawatt opgesteld vermogen in 2012 en een doorgroei tot 600 megawatt extra in 2025 in Noord-Holland. In de provinciale Structuurvisie is de Kop van Noord- Holland (naast West-Friesland) aangemerkt als zoekgebied om de ambitie te realiseren. Naast deze kwantitatieve doelstelling, is er ook een kwalitatieve doelstelling; het goed uitvoeren van de herstructureringsopgave. Ingegeven door de technologische ontwikkelingen wordt het mogelijk om meer megawatt te realiseren met minder turbines in enkele grotere lijnopstellingen of clusters, waardoor de ruimtelijke kwaliteit van de Kop als geheel kan verbeteren. Het Rijk heeft de ambitie om Megawatt in 2020 aan windenergie op land te realiseren. Wat betreft de plaatsing heeft het rijk de afgelopen periode een Ruimtelijk Perspectief voorbereid waarover het overleg met IPO en VNG nog loopt. In dit perspectief worden 11 concentratiegebieden voorgesteld waar ruimte is voor windenergie gebundeld in grote windparken. De Kop van Noord- Holland valt binnen één van de nationale concentratiegebieden. Het Rijk zet in op een substantiële hoeveelheid windenergie met inachtneming van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. Het Rijk hecht aan regionale samenwerking in deze opgave. De gemeenten in de Kop hebben ambities op het gebied van duurzame energie. Vanuit dit kader hebben de gemeenten in de Kop op 18 januari jl. in het bijzijn van minister Cramer (VROM) en de gedeputeerde Heller de intentie uitgesproken om te komen tot een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland. Naast het Rijk, de provincie en de acht gemeenten in de Kop 1, spelen diverse maatschappelijke groeperingen, de vereniging windturbine eigenaren van Noord-Holland (VWNH) en private partijen een belangrijke rol. De ambitie voor windenergie op land, de bovenlokale impact van windturbines op het landschap, het belang om de ruimtelijke kwaliteit te behouden en te versterken, en de kansen die windenergie biedt voor een duurzame regionale ontwikkeling, maken een regionale aanpak wenselijk. Daarnaast is op 1 met uitzondering van Texel

5 31 maart 2010 de Crisis- en herstelwet van kracht geworden, op grond waarvan de provincies verplicht kunnen worden om door gemeenten afgewezen initiatieven, die voldoen aan provinciaal beleid, te faciliteren en inpassingsplannen op te stellen. En voor initiatieven boven de 100 MW kunnen initiatiefnemers zich op grond van de Elektriciteitswet rechtstreeks tot de Minister van Economische Zaken wenden met het verzoek tot opstelling van een inpassingsplan. Om op een goede manier om te gaan met de initiatieven en om de kansen te kunnen verzilveren, het draagvlak te versterken en ruimtelijke kwaliteit te behouden, is provinciale regie noodzakelijk. 1.2 Uitvoering opdracht in hoofdlijnen De provincie Noord-Holland heeft in samenwerking met het ministerie van VROM Berenschot opdracht gegeven om een plan van aanpak voor de regionale strategie op te stellen. In de uitvoering heeft Berenschot samengewerkt met Dirk Louter Advies en Management BV. De opdracht is uitgevoerd in de periode juni oktober Om inzicht te verkrijgen in de opgave voor windenergie, de daarmee gemoeide belangen en opvattingen en het krachtenveld waarin de opgave tot stand moet komen, zijn gesprekken gevoerd met de belangrijkste stakeholders vanuit de overheden (Rijk, provincie en gemeenten), met diverse private partijen (VWNH, energiebedrijven) en met maatschappelijke belangenorganisaties. Een lijst van gesprekspartners is te vinden in bijlage 1. Daarnaast is desk research uitgevoerd. Een lijst met gebruikte documenten is te vinden in bijlage 2. Na deze gegevensverzameling heeft het adviesteam een analyse gepleegd op het materiaal en op basis van onafhankelijke analyse en oordeelsvorming een beeld geschetst hoe tot een regionale strategie kan worden gekomen. Dit beeld is getoetst in een bestuurlijke conferentie op 6 oktober. Mede op basis van de reacties uit de bestuurlijke conferentie is het eindrapport opgesteld dat nu voorligt. 1.3 Leeswijzer Dit rapport kent de volgende opbouw. In hoofdstuk 2 en 3 worden de bevindingen van het uitgevoerde onderzoek gepresenteerd. In hoofdstuk 4 analyseren we deze bevindingen in relatie tot het op te stellen plan van aanpak. In hoofdstuk 5 en 6 werken we het plan van aanpak uit. In hoofdstuk 5 komen de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie aan de orde. In hoofdstuk 6 tenslotte worden de verschillende fasen, op te leveren (deel)producten, rollen van partijen en de projectorganisatie uitgewerkt

6 2. De windopgave in de Kop van Noord-Holland In dit hoofdstuk wordt eerst een korte situatieschets gegeven van de Kop, waarna vervolgens ingegaan wordt op de huidige feiten en cijfers en de beleidscontext met betrekking tot windenergie. 2.1 De Kop van Noord-Holland Boven de lijn Alkmaar-Hoorn ligt Noord-Holland Noord, dat onderverdeeld kan worden in de Kop en West-Friesland. De regionale strategie en het plan van aanpak dat hier voorligt heeft betrekking op de Kop van Noord-Holland. Texel valt buiten de scope van de regionale strategie. Daarnaast worden West-Friesland en de nearshore locatie Wieringermeerdijk in het IJsselmeer niet meegenomen 2. In de Kop van Noord-Holland wonen een kleine inwoners verspreid over negen gemeenten (Texel, Wieringen, Wieringermeer, Schagen, Zijpe, Harenkarspel, Den Helder, Anna Paulowna, Niedorp) en in totaal 52 woonkernen. Het gebied wordt aan drie zijden begrensd door water. Landschappelijk wordt het gebied gekenmerkt door uitgestrekt platteland met polders, waterwegen, een duinenrand met strand, het eiland Texel en voormalig eiland Wieringen. Het gebied kent een relatief lage bevolkingsdichtheid. Binnen de Kop zijn Schagen en Den Helder de grootste bevolkingsconcentraties. De agrarische sector is in de Kop duidelijk aanwezig. De groente-, bloemen- en aardappelteelt zijn traditioneel belangrijke agrarische inkomstenbronnen. Van oudsher is ook de maritieme functie van met name Den Helder van economisch en maatschappelijk belang in het gebied. Naast de akkerbouw en de maritieme sector zijn toerisme, visserij, bloembollenteelt, offshore en glastuinbouw in de Kop belangrijke economische pijlers. De traditionele agrarische sector staat qua rentabiliteit onder druk, daartegenover staan nieuwe opkomende activiteiten als agribusiness (glastuinbouw) en maritiem/offshore-activiteiten en duurzame energie. De toekomstige vergrijzing en ontgroening binnen de regio bedreigen het evenwicht in de demografische opbouw van het gebied. In de (nabije) toekomst zal er naar verwachting sprake zijn van bevolkingskrimp 3. Een opgave die binnen de Kop ook speelt, is het wegtrekken van hoger opgeleiden, waardoor een hoogwaardige kenniseconomie lastig van de grond komt. 2.2 De huidige feiten en cijfers windenergie in de Kop In de Kop van Noord staat een groot aantal windturbines, waaronder de eerste lijnopstelling in Wieringermeer, de aanwezigheid van enkele van de oudste solitaire windturbines binnen Nederland, maar ook enkele testfaciliteiten van ECN en andere instellingen op het gebied van windenergie. In onderstaande tabel is een inventarisatie opgenomen van het aantal bestaande windturbines in de Kop. Tevens is het totaal opgestelde vermogen per gemeente vermeld. De interviews die in het 2 Conform de specificaties van de opdracht zoals door de provincie Noord-Holland en VROM aan ons verleend. 3 Gewest Kop van Noord-Holland (2006) Regionale woonvisie Kop van Noord-Holland

7 kader van dit onderzoek zijn gehouden, de inventarisatie die door de milieudienst in 2008 is uitgevoerd en de gegevens van zijn hiervoor gebruikt en met elkaar vergeleken. Op grond hiervan is de totale capaciteit van de windturbines in de Kop van Noord- Holland 177,6 MW. Tabel 1: bestaande windenergie Kop van Noord-Holland Gemeente Aantal windmolen s Capaciteit windmolen s Jaarproductie Harenkarspel 13 7,7 MW MWh Zijpe 22 14,9 MW MWh Schagen 0 0 MW 0 MWh Wieringermeer ,4 MW MWh Anna Paulowna 39 19,7 MW MWh Niedorp 25 13,6 MW MWh Wieringen 3 1,1 MW MWh Den Helder 6 2,2 MW MWh Totaal , Bron: Interviews, Duurzame energiescan Noord-Holland 2008 en In de Kop hebben zich de laatste jaren verschillende initiatiefnemers gemeld met plannen en voorstellen om windenergie te ontwikkelen of te herontwikkelen. De meeste aanvragen komen binnen in de gemeenten Zijpe, Anna Paulowna, Niedorp en Wieringermeer. Het betreft vooral verzoeken tot opschaling van bestaande turbines, maar ook enkele verzoeken tot lijnopstellingen en een enkel windpark. De verzoeken tot lijnopstellingen en windparken zijn weliswaar bijna allemaal initiatieven van meer dan 5 MW, maar beperken zich tot relatief kleine schaal. Het windplan, waar momenteel in Wieringermeer aan wordt gewerkt, vormt hierop een van de uitzonderingen. Veel initiatieven zijn bekend bij de gemeenten en provincie, maar tegelijkertijd zijn er verschillende initiatiefnemers actief in het gebied om de mogelijkheden te verkennen. Op lokaal niveau is er alleen in Wieringermeer in het kader van het integraal windplan een totaalinventarisatie gemaakt op welke locaties mogelijkheden liggen om windenergie te realiseren in de Kop van Noord-Holland. In andere gemeenten of op regionaal niveau is deze inventarisatie nog niet zodanig gemaakt, dat hierover besluitvorming mogelijk is. De leeftijd van de windturbines verschilt sterk. In een inventarisatie van de Provinciale Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) die voor het windweekend in Wieringermeer is gemaakt, wordt duidelijk dat de meeste turbines in die gemeente in zijn ontwikkeld. De oudste turbines in Wieringermeer stammen uit In de gesprekken met de gemeenten en de private partijen werd duidelijk dat de meeste turbines in de Kop na 2000 zijn ontwikkeld. De huidige omvang van de herstructureringsopgave is sterk afhankelijk van de tijdshorizon die wordt gehanteerd. Gerelateerd aan een economische levensduur van jaar zijn in de periode tot 2025 veel windturbines in de Kop toe aan opschaling of vervanging. Binnen de Kop van Noord- Holland zijn enkele herstructureringsaanvragen binnengekomen bij gemeenten die vaak

8 gecombineerd zijn met opschaling- en uitbreidingsverzoeken. In het windplan Wieringermeer wordt de realisatie van grootschalige windenergie en de herstructurering van bestaande turbines aan elkaar gekoppeld op gemeentelijk schaalniveau. Uitgaande van wat er in de provincie als geheel (ongeveer 300 MW; peildatum 2009) en in de Kop aan opgesteld vermogen staat, heeft de kwantitatieve opgave inclusief herstructurering een ordegrootte van tussen de 600 en 700 MW. Immers in de Kop zal een gedeelte van de geformuleerde uitbreidingsambitie neerslaan en in de periode tot 2025 zullen veel van de huidige windturbines geherstructureerd moeten worden. Meer precieze kwantitatieve doelstellingen voor de Kop zijn momenteel nog niet gespecificeerd, wel zijn de Kop van Noord-Holland en West Friesland aangewezen als zoekgebied om deze ambitie te realiseren. 2.3 Beleidscontext Rijksniveau De afgelopen jaren is onder de pijler duurzame leefomgeving het beleidsprogramma Schoon en Zuinig ontwikkeld. In dit beleidsprogramma staan de ambities voor onder andere energiebesparing, duurzame energie en opslag van CO 2. De departementen VROM, EZ en LNV hebben het beleidsprogramma Schoon en Zuinig onder andere uitgewerkt in een nationaal plan van aanpak Windenergie. In deze gezamenlijke aanpak wordt de ambitie uitgesproken om in de kabinetsperiode van Balkenende IV te komen tot een verdubbeling van windenergievermogen op land (2000 MW extra in de periode ). Deze ambitie gaat verder dan de afspraken die het Rijk, provincies en gemeenten in 2001 hebben gemaakt in Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling van Windenergie (BLOW). Met de BLOW-akkoorden werden er per provincie afspraken gemaakt over het totaal te realiseren MW windenergie. De provincie Noord-Holland had de afspraak gemaakt om 205 MW te realiseren in 2010 binnen de provincie. Deze doelstelling is voortijdig gerealiseerd en op initiatief van Noord- Holland bijgesteld naar 300MW. Ook deze doelstelling wordt in 2010 gerealiseerd. Het Rijk zoekt ruimte voor 6.000MW windenergie op land. In het ambtelijk position paper nationaal ruimtelijk perspectief wind op land, wordt de Kop van Noord-Holland als kansrijke regio gezien om een substantiële hoeveelheid windenergie te realiseren met inachtneming van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. De regio is opgenomen als concentratiegebied vanwege i) het grootschalige en open landschap, ii) het karakter als grootschalig productielandschap c.q. grootschalige infrastructuur en iii) vanwege bestaande windmolenopstellingen of plannen daarvoor (2010:48-52). Om de ambities te verwezenlijken heeft het Rijk convenanten gesloten met de VNG en het IPO. In het klimaat- en energieconvenant tussen het Rijk en IPO onderschrijven de provincies de doelen voor wind op land uit het regeringsprogramma Schoon en Zuinig en zijn de provincies bereid om prestatieafspraken te maken met het Rijk. In het klimaatakkoord tussen het Rijk en de VNG streven het Rijk en gemeenten naar een verdubbeling van het opgesteld vermogen van windenergie in

9 In het regeerakkoord van het kabinet-rutte wordt uitgegaan van de Europese duurzaamheidsdoelstellingen. Deze zijn enigszins lager dan de doelstellingen zoals het Kabinet- Balkenende heeft vastgesteld, doch nog steeds van zodanige omvang dat de groei van wind op land noodzakelijk is om deze doelstellingen op korte en langere termijn te halen. De exacte uitwerking hiervan, ook in de akkoorden met IPO en VNG, is nog niet duidelijk. Naar verwachting zal dit voorlopig niet leiden tot vermindering van de door de provincie gestelde ambities voor de Kop en de rest van Noord-Holland. Provinciaal niveau De provincie Noord-Holland heeft in de structuurvisie de ambitie uitgesproken om in MW aan windenergie op het land gerealiseerd te hebben (met als niet-bindende streefwaarde 500 MW) 4. Daarbij reserveert de provincie voor de realisatie van circa 600 MW windenergie in de periode een zoekgebied in Noord-Holland Noord. Noord-Holland Noord omvat de Kop van Noord- Holland, West-Friesland en de nearshore locatie Wieringermeerdijk, gelegen in het IJsselmeer voor de kust van Wieringermeer en Medemblik. 5 Kwantitatieve doelstellingen voor de Kop zijn nog niet gespecificeerd. De ambitie van de provincie is verder vertaald in een windkansenkaart 6. De kaart maakt deel uit van het Uitvoeringsprogramma Wind op Land, dat samen met een Ruimtelijk Kader wordt opgesteld en eind 2010 wordt voorgelegd aan de Staten. In het Uitvoeringsprogramma Wind op Land is opgenomen dat een regionale strategie wordt ontwikkeld voor de voorkeursgebieden: Kop van Noord-Holland, Wieringermeer, West-Friesland en nearshore windpark Wieringermeerdijk in het IJsselmeer. In de eerste versie van de windkansenkaart is opgenomen dat de provincie zich bewust is van de impact die windturbines hebben op de ruimtelijke kwaliteit van het landschap. Om een verantwoorde inbedding in landschappelijke patronen te stimuleren, zet de provincie in op windprojecten in lijnopstellingen van minimaal drie windturbines of clusteropstellingen van minimaal vijf windturbines 7. De omvang van het gezamenlijke vermogen van een opstelling voor grootschalige windenergie is afhankelijk van de randvoorwaarden ter plaatse in termen van beleid, regelgeving, ruimtelijke kwaliteit en economische haalbaarheid. De windturbines moeten een geïnstalleerd vermogen hebben van minimaal 1 megawatt (MW). Op bedrijventerreinen en in stedelijk gebied zijn kleinere windturbines ook toegestaan. De provincie is in beginsel geen voorstander van de bouw van solitaire windturbines, al wordt het opschalen van bestaande solitaire turbines in de voorkeursgebieden wel aanvaardbaar geacht. De provincie wil daarnaast inzetten op de herstructurering van bestaande solitaire windturbines en verouderde lijnopstellingen om ruimte te scheppen voor de ontwikkeling van grootschalige windenergie in een evenwichtiger landschap. 4 De structuurvisie is op 21 juni 2010 vastgesteld door Provinciale Staten. 5 Provincie Noord-Holland (2010). Structuurvisie Provincie Noord-Holland: kwaliteit door veelzijdigheid 6 Provincie Noord-Holland (2010) Windkansenkaart Provincie Noord-Holland (2000) PS-besluit, Plaatsingsmogelijkheden windturbines, 21/3/

10 Lokaal niveau De VNG heeft een klimaatakkoord gesloten met het Rijk waarin het Rijk en de gemeenten streven naar een verdubbeling van het opgesteld vermogen van windenergie in In de Kop van Noord- Holland hebben de meeste gemeenten onlangs een klimaatvisie opgesteld, waar ambities worden uitgesproken wat betreft de klimaatdoelstellingen. Enkele gemeenten, zoals de gemeente Wieringermeer, Anna Paulowna en Niedorp hebben ook ambities opgenomen voor wat betreft windenergie. Deze gemeenten hebben de ambities opgenomen in een windplan (Wieringermeer) of in het bestemmingsplan (Anna Paulowna en Niedorp). 2.4 Regelingen, wet- en regelgeving Windenergieprojecten komen tot stand binnen een uitgebreid stelsel van regels en wetten. In alle gevallen vindt tijdens de planvorming toetsing plaats aan ruimtelijke ordeningsregeling (i.c. bestemmingsplannen) en regels op het gebied van milieu (Wet Milieubeheer). Daarnaast speelt bij de ontwikkeling van windenergie specifieke regelgeving een rol: Bij windparken groter dan vijftien megawatt of met meer dan tien turbines is een m.e.r. beoordelingsplicht van toepassing, waarna een milieueffectrapportage noodzakelijk kan zijn 8. Belangrijke vergunningen en ontheffingen die voor de plaatsing van windturbines van toepassing kunnen zijn, zijn onder andere de wet beheer Rijkswaterstaatwerken vergunning, de Flora en Faunawet ontheffing, de Natuurbeschermingswet vergunning, de bouwvergunning en de Milieuvergunning 9. De vergunningen moeten worden aangevraagd bij het Rijk, de provincie, de gemeenten en/of het waterschap. Voor wat betreft de beoordeling van veiligheid, geluid en slagschaduw is een AMvB in voorbereiding op grond van de Wet Milieubeheer die als kader zal gaan dienen voor de vergunningverlening op deze terreinen. Vooruitlopend hierop heeft de Minister van VROM een circulaire aan gemeenten en provincies toegezonden waarin dringend wordt geadviseerd bij vergunningverlening zich te baseren op de te verwachten inhoud van de AMvB. Door de wijziging in de Elektriciteitswet lopen sinds 1 maart 2009 windenergieprojecten groter dan 100 MW opgesteld vermogen via het Ministerie van EZ. De Rijkscoördinatieregeling uit de WRO is voor deze projecten van toepassing. Tevens kan het bevoegd gezag (Ministerie EZ/VROM) besluiten om een inpassingsplan op te stellen, tenzij de reguliere procedure via het bestemmingsplan sneller verloopt. De Crisis- en herstelwet, die onlangs is aangenomen moet onder andere zorgen voor versnelling van windprojecten. Initiatieven van windparken tussen de 5 en 100 MW kunnen op basis van deze wet, bij eventuele afwijzing door de betrokken gemeente, goedkeuring krijgen van de provincie die daarvoor een inpassingsplan kan maken. 8 Bron: 9 Zie voor een totaal overzicht

11 De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) geeft financiële steun voor de productie van duurzame energie. In het regeerakkoord van het Kabinet Rutte wordt aangegeven dat de SDE regeling wordt omgevormd in een SDE+ regeling. De financiering van de SDE+ vindt plaats door een opslag op de energierekening. De SDE+ wordt, zoals vastgelegd in het financieel kader, geen regeling met een open einde. Daarnaast is er ook de Energie Investering Aftrek (EIA) regeling van toepassing op windenergieprojecten. Bij de investeringen in energiebesparende technieken en de toepassing van duurzame energie worden minder inkomsten- of vennootschapsbelasting in rekening gebracht. Deze financiële steunregelingen worden jaarlijks bijgesteld afhankelijk van de marktontwikkelingen. Het Rijk hanteert daarbij als uitgangspunt dat een gemiddeld project een marktconform rendement kan maken. Voor de Kop van Noord-Holland gelden naast bovenstaande wet- en regelgeving specifiek nog een aantal aandachtspunten. De aanwezigheid van het vliegveld De Kooy zorgt momenteel voor beperkingen door de aanwezige radarzone en bestaande aanvliegroutes. Naast de aandachtspunten voor wat betreft de vliegbasis speelt de aansluiting op het elektriciteitsnet ook een rol. Bij de aanleg van grotere windparken (vanaf 500 MW) is een aansluiting op het 380 kv netwerk noodzakelijk. Voor windparken minder dan 500 MW volstaat in principe aansluiting op het 150 kv netwerk, mede afhankelijk van andere relevante ontwikkelingen in de regio. In de bestemmingsplannen van de gemeenten in de Kop van Noord-Holland zijn ook regels opgenomen wat betreft windenergie. De meeste gemeenten hebben voorschriften wat betreft de maximale hoogte specifiek voor windturbines, ruimte tussen windturbines en/of windparken, afstand tot bebouwing of de uitsluiting van solitaire turbines opgenomen in hun bestemmingsplan. Binnen de provincie geldt ook de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Deze verordening bevat regels voor het opnemen van windenergie in bestemmingsplannen

12 3. Stakeholderanalyse In dit hoofdstuk worden de percepties van de diverse partijen op windenergie, de regionale samenwerking in de Kop en hun eigen rol uiteengezet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de meest betrokken ministeries, de provincie, de gemeenten, private partijen en maatschappelijke partijen (organisaties die zich bezig houden met economische ontwikkeling, natuur, milieu en landschap en bewonersorganisaties). 3.1 Rijkspartijen Rijksbelangen Het Rijk ziet goede mogelijkheden voor windenergie in de Kop van Noord-Holland. De aanwezigheid van veel open landschap en productielandschappen, een relatief lage bevolkingsdichtheid en hoge windsnelheden maken de Kop tot een potentieel gebied voor de ontwikkeling van een substantieel aantal MW windenergie. De ontwikkeling van windenergie in de Kop raakt diverse beleidsterreinen van een drietal departementen. Het ministerie van VROM vanuit ruimtelijke kwaliteit en als beleidsverantwoordelijke voor het programma Mooi Nederland en de milieuwetgeving. Binnen VROM wordt er gewerkt aan een integrale visie voor windenergie, het Nationaal Ruimtelijk Perspectief Windenergie op land. In deze visie zet VROM in op bundeling van windturbines en op het verbinden van de nationale ambities met de regionale ambities en belangen. Het ministerie van VROM wil zich daarnaast inzetten voor het oplossen van ruimtelijke knelpunten in het algemeen en de versnelde realisatie van enkele grootschalige windprojecten. Het ministerie van LNV kijkt vooral naar windenergie vanuit natuur en landschap. Daarnaast is LNV ook vertegenwoordiger van de agrariërs met een economisch belang bij windenergie (bijvoorbeeld de eigenaren), maar daar ligt in het beleid minder de nadruk op. LNV ziet kansen in het verbinden van andere beleidsdoelstellingen aan de mogelijke komst van windturbines. Een voorbeeld hiervan is de verbinding tussen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) doelstellingen en windturbines. Windturbines kunnen in de exploitatie rendement opleveren, dat ten goede kan komen aan de realisatie van de EHS. Het ministerie van Economische Zaken legt de nadruk op versnelde realisatie van windenergie, zeker nu er ook instrumentarium beschikbaar is (in de vorm van de Elektriciteitswet). Dit vanuit het oogpunt dat windenergie op land op dit moment de meest kosteneffectieve variant voor de ontwikkeling van duurzame energie is ten opzichte van andere vormen (wind op zee, biomassa, zon en anderen). Belang van regionale samenwerking Het Rijk is over het algemeen positief over een regionale strategie voor windenergie in de Kop en ziet een gezamenlijk bottom-up proces als een goede manier om kansen en knelpunten vanuit de regio in kaart te brengen en de ambities te realiseren. Daarbij blijft de verantwoordelijkheid bij de provincies en de gemeenten liggen. Voorheen is deze verantwoordelijkheid in het kader van de BLOW-akkoorden ook goed opgepakt door de regio

13 De verschillende departementen leggen daarbij wel hun eigen accenten ten aanzien van rol en bijdrage. VROM en LNV zien regionale samenwerking als belangrijke voorwaarde om te komen tot ontwikkeling van een substantieel aantal MW s in de Kop. Niet alleen kunnen de kansen beter worden benut, ook kunnen eventuele belemmeringen effectiever worden opgepakt. VROM ziet zichzelf daarbij als aanjager van het regionale proces in de Kop en is tevens betrokken bij het windplan Wieringermeer. LNV wil een faciliterende houding innemen en dan met namen gericht op de koppeling van windenergie aan de ontwikkeling van natuurdoelen. EZ voorziet een aantal risico s waarvoor moet worden gewaakt: weinig tempo en langdurige processen met weinig resultaat. Tempo en daadkracht moeten leidende principes zijn binnen de regionale samenwerking. EZ ziet vooralsnog geen directe rol weggelegd voor zichzelf in de totstandkoming van de regionale strategie. 3.2 Provincie Provinciale belangen Binnen de provincie zijn diverse sectoren betrokken bij de ontwikkeling van windenergie. Vanuit de ruimtelijke ontwikkeling wordt ingezet op integraliteit, waarbij de diverse belangen van partijen meegenomen worden. Windenergie als opgave kan ook gekoppeld worden aan andere opgaven, zoals bijvoorbeeld de economische ontwikkeling, krimp en/of de realisatie van de EHS. Binnen de strategische nota duurzame economische ontwikkeling van de provincie Noord-Holland wordt windenergie ook genoemd als belangrijke energiebron. De versterking van het duurzame energie cluster het cluster van bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van duurzame energie en de directe groei van werkgelegenheid is hiervoor een belangrijke drijfveer. De provincie ziet onder meer concrete kansen in Energy Valley, de Kop van Noord-Holland en internationaal vooraanstaande instellingen zoals ECN. De ontwikkeling van windturbines in het landschap zorgt voor een verandering in het landschap. De provincie wil windturbines op een verantwoorde wijze op nemen als nieuw element in het landschap en ziet daarvoor ook voldoende ruimte. Ruimtelijke kwaliteit en heldere (ruimtelijke) ontwerpprincipes zijn daarvoor van belang. Het gaat erom op zoek te gaan naar passende plekken, waarbij concentratie en optimale configuraties centraal staan. Omdat de landschappelijke verandering weerstand kan oproepen, is draagvlakverwerving erg belangrijk. Het koppelen van aandeelhouderschap of andere vormen van financiële participatie aan de ruimtelijke inpassing van windturbines ziet de provincie als één van de oplossingen om draagvlak te verwerven; aan betrokkenen de gelegenheid geven om te participeren, kan ertoe leiden dat windturbines meer van de bevolking zelf worden gezien. De provincie ziet ook kansen in de koppeling van de ontwikkeling en de herstructurering van windenergie. Door gebundelde realisatie van nieuwe turbines met meer vermogen, kan ruimtewinst worden geboekt. Dit kan als resultaat hebben, dat er meer vermogen met hetzelfde aantal turbines wordt opgewekt

14 De provincie heeft een convenant afgesloten met het Rijk voor het realiseren van een aantal MW windenergie in de provincie 10. Daarnaast is de provincie in gesprek met het Rijk over een nieuwe taakstelling voor windenergie. Vanuit de ambitie en de gemaakte afspraken wil de provincie tempo maken in de realisatie van windenergie in de provincie. Tempo is ook gevraagd, doordat initiatiefnemers ook bij de provincie kunnen aankloppen voor de realisatie van windplannen. De nieuwe regelgeving in de Crisis- en herstelwet en de verankering van windenergie in de provinciale structuurvisie zorgt er voor dat de provincie een beleidskader moet ontwikkelen om de initiatieven op een goede manier te beoordelen en wel of niet te honoreren. Belang van regionale samenwerking De ontwikkeling en herstructurering van windenergie is vanwege de veelzijdigheid aan belangen geen gemakkelijke opgave. De huidige situatie van de ontwikkeling van windenergieprojecten maakt de complexiteit van de opgave zichtbaar. Het lokale draagvlak voor de ontwikkeling van windenergie staat vanwege de impact van windturbines op hun omgeving onder druk. De gestelde ambities van Rijk en Provincie voor windenergie op land, de bovenlokale impact van windturbines op het landschap, het belang om de ruimtelijke kwaliteit te behouden en te versterken en de kansen die windenergie biedt voor een duurzame regionale ontwikkeling, maken hierin een regionale strategie noodzakelijk. Bovendien is op 31 maart 2010 de Crisis- en herstelwet van kracht geworden, op grond waarvan provincies verplicht kunnen worden om door gemeenten afgewezen initiatieven, die voldoen aan het provinciaal ruimtelijk beleid, te faciliteren en hiervoor een inpassingsplan op te stellen. In de totstandkoming en de uitvoering van de regionale strategie wil de provincie, binnen de gestelde kaders, zoveel mogelijk samen optrekken met de gemeenten in de Kop. Dit betekent dat gemeenten ruimte hebben om de regionale strategie te beïnvloeden en in de uitvoering op onderdelen andere keuzes te maken, bijvoorbeeld ten aanzien van de keuze voor een bepaalde vorm van participatie. Ook private partijen en maatschappelijke partijen zijn van belang in de totstandkoming en uitvoering van de regionale strategie. In de totstandkoming kunnen ze op gezette momenten worden betrokken als klankbord of expert. De rol van private sector wordt vooral gezien als uitvoerder binnen de publieke kaders. De provincie ziet zichzelf als procesregisseur, aanjager, expert en facilitator richting gemeenten (bijvoorbeeld als het gaat om kennis en expertise). Naast deze stimulerende rollen heeft de provincie door de Crisis- en herstelwet ook een beoordelende rol gekregen, wat vraagt om een goed afwegingskader. Vanwege de druk op het lokale draagvlak voor windenergie ziet de provincie bij de creatie van draagvlak en regionale beeldvorming een rol weggelegd voor de provinciale adviseur ruimtelijke kwaliteit (PARK). 10 Klimaat- energieakkoord Rijk en Provincies

15 3.3 Gemeenten Gemeentelijke belangen De gemeenten binnen de Kop van Noord-Holland erkennen het belang van de realisatie van een substantieel aantal MW aan windenergie in wisselende mate. Enkele gemeenten zijn actief bezig met windenergie, hebben ambities of voelen de urgentie om te herstructureren. Andere gemeenten zijn hier niet mee bezig. Er zijn enkele gemeenten die het belang van de realisatie van windenergie in een eigen lokale ambitie hebben neergelegd. Belangrijke redenen voor gemeenten om te kiezen voor windenergie zijn: Het bijdragen aan de klimaatdoelstellingen door de productie van duurzame energie. Het bijdragen aan mogelijkheden voor (agrarische) bedrijven om aanvullende inkomsten te verwerven. Door te kiezen voor de ontwikkeling van nieuwe windenergie, kan herstructurering plaatsvinden van oude windturbines, waardoor de ruimtelijke kwaliteit kan worden versterkt. Binnen gemeenten kunnen spanningen optreden tussen de bestuurlijke ambities zoals hierboven aangegeven en de houding van de bevolking jegens windenergieontwikkeling. Deze spanningen kunnen leiden tot verschillen van opvatting binnen en tussen gemeenteraad en College van B&W. Enkele gemeenten hebben aangegeven dat de nut en noodzaak van de realisatie van een dergelijke substantiële ambitie in de regio niet duidelijk is. Waar komt de omvang van de ambitie vandaan? Waarom moet deze ambitie zo groot zijn en welk belang heeft de regio bij de realisatie van deze ambitie? In het onderzoek komen diverse belangen naar voren die bij gemeenten een rol spelen in de afweging van windenergieontwikkelingen in hun gebied: De ontwikkeling van windenergie in de Kop wordt door enkele gemeenten gezien als hun bijdrage aan landelijke en provinciale doelstellingen op het gebied van duurzame energie. Gemeenten geven ook aan dat het behoud van het karakteristieke landschap van belang is voor het in stand houden van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Windenergie kan hier een bedreiging zijn. Tevens kan de ontwikkeling van windenergie ook een winst betekenen, door de verbinding te leggen met herstructurering. Gemeenten zien windenergie zowel als kans als risico voor economische ontwikkeling in het gebied. Kansen vooral in relatie tot de ontwikkelingen in de agrarische sector 11 en in bredere zin 11 De gemiddelde inkomsten uit windenergie voor een agrarisch bedrijf in Nederland bedragen ongeveer ,- per jaar, en na opschaling ,- per turbine. ACRRES (2009) Spin-off Windenergie: Een onderzoek naar de economische, duurzaamheids- en regionale effecten van windenergie Wageningen Universiteit

16 ook voor de verdere plattelandsontwikkeling. Kansen ook voor directe spin-off; het duurzame energiecluster (kenniscentra, logistiek, clustervorming duurzaamheid en dergelijke). Enkele gemeenten zijn daarbij bereid te zoeken naar testlocaties voor windturbines. Dit wordt vooral gemotiveerd vanuit een vestigingsbeleid voor bedrijven in de windturbine sector. Er spelen dergelijke ambities in de private sector in de gemeenten Den Helder en Anna Paulowna. Risico s worden gezien in de mogelijk negatieve invloed op toerisme en recreatie. Ook worden risico s gezien in de ontwikkeling de Groene Stroomhaven in Den Helder en het mogelijk nadelig beïnvloeden van de ontwikkeling van het regionale vliegveld. De aanwezigheid van gevoelige natuur- en landschapsgebieden (onder andere Natura 2000, EHS) zorgt ervoor dat de ontwikkeling van windenergie mogelijke gevolgen kan hebben op de natuur. Aan de andere kant zijn er ook ideeën, waarbij juist gezocht wordt naar het combineren van windenergie en natuurontwikkeling. De druk op het draagvlak onder de bevolking laat zien dat de ontwikkeling van windenergie ook directe gevolgen heeft op de directe leefomgeving. Bestaande normen, wet- en regelgeving worden door burgers niet altijd als voldoende beleefd om de overlast (bijvoorbeeld geluid en slagschaduw) te beperken. Er zijn mogelijkheden om bij windenergie het rendement zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan het gebied door middel van herstructurering, betrokkenheid lokale ondernemers, financiële participatie door lokale bevolking en dergelijke. Naar de mate waarin dat kan worden waargemaakt kan het collectief eigenaarschap worden versterkt en daarmee het draagvlak vergroot. De keuze om windenergie te realiseren vraagt om belangenafwegingen tussen bovenstaande belangen. De aanwezige gemeenten in de Kop maken deze belangenafweging op een verschillende manier. Uit het onderzoek komt naar voren dat de economische potentie van windenergie, de kansen van herstructurering, de revenuen in het gebied willen houden en het afnemend draagvlak leidend zijn in deze belangenafweging. Binnen Harenkarspel, Zijpe en Wieringermeer is het huidige draagvlak onder de bevolking een belangrijk aandachtspunt. In Zijpe ondermeer vanwege een actieve burgerbeweging tegen windenergie en in de gemeente Wieringermeer vanwege de toekomstige verandering van het landschap door de komst van grootschalige windenergie. In diverse gemeenten wordt de mogelijke ontwikkeling van windenergie gekoppeld aan de mogelijke economische bedrijvigheid binnen de gemeente. In de gemeente Den Helder wordt er een koppeling met de offshore activiteiten gelegd. Binnen de gemeente Wieringen biedt de gebiedsontwikkeling Wieringerrandmeer geen plaats voor de ontwikkeling van windenergie. In Wieringermeer zijn de plannen om te komen tot grootschalige ontwikkeling van windenergie gevorderd. Deze plannen moeten ook leiden tot een impuls in de lokale economie. In Niedorp wordt de ontwikkeling van windenergie gezien als een economische impuls (onder meer voor de agrarische sector)

17 De herstructurering van bestaande windmolens wordt bij veel gemeenten gevoeld, maar speelt niet overal. De gemeente Wieringermeer is actief bezig met de herstructurering, maar in andere gemeenten zoals Niedorp, Anna Paulowna en Zijpe is er onder voorwaarden ruimte voor solitaire windturbines om nog (eenmalig) uit te breiden. Wel wordt herstructurering door verschillende gemeenten als interessante opgave gezien. Onder meer vanwege de mogelijke ruimtewinst en omdat herstructurering van windenergie waarschijnlijk op meer acceptatie binnen de gemeentegrenzen kan rekenen. De ontwikkeling van een substantieel aantal MW aan windenergie speelt concreet in Wieringermeer, waar op gemeentelijk niveau een windplan is opgesteld voor grootschalige ontwikkeling in combinatie met herstructurering. In Zijpe wordt ontwikkeling van windenergie als een manier gezien om de huidige solitaire turbines te kunnen herstructureren, hoewel de gemeente zich wel afvraagt of de herstructureringsopgave volledig binnen de eigen gemeentegrenzen kan worden gerealiseerd. Belang van regionale samenwerking De gemeenten hebben gezamenlijk met de provincie en het Rijk op 18 januari 2010 de intentie uitgesproken om te komen tot een regionale strategie voor windenergie op land in de Kop van Noord-Holland. Veel gemeenten zien deze bijeenkomst (nog) niet als start van een gezamenlijk regionaal proces. De tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen en de daarmee gepaarde bestuurlijke positiewisselingen liggen hier mede aan ten grondslag. De gemeenten geven wel aan dat ontwikkeling en herstructurering van windenergie in de Kop verdergaande regionale samenwerking en afstemming behoeft. Aangegeven wordt dat hier ook in ROVEZ 12 verband meer over gesproken kan worden. De gemeenten geven een aantal redenen aan voor de regionale samenwerking. Deze worden hieronder uitgewerkt. Als belangrijke reden om op regionaal niveau samen te werken wordt de afwezigheid van voldoende professionele kennis op het gebied van windenergie binnen veel gemeenten genoemd. Windenergie is een complexe opgave, waarbij niet alleen diverse belangen bij elkaar komen, maar ook ingewikkelde wet- en regelgeving. Het in voldoende mate in huis hebben van alle benodigde expertise is voor veel gemeenten ondoenlijk, vandaar dat bij de ontwikkeling en toetsing van windplannen gebruik wordt gemaakt van externe adviseurs. Daarnaast is de handhaving van onder andere geluidsnormen in veel gemeenten uitbesteed aan de milieudienst. Bundeling van kennis op het gebied van windenergie kan de faciliterende, toetsende en handhavende rol van de gemeente versterken. Een andere reden voor samenwerking is dat de ontwikkeling van windturbines aan grenzen van gemeenten afstemming vraagt met buurgemeenten. Ook kunnen maatschappelijke discussies voor wat betreft de plaatsing van windturbines binnen een gemeente effect hebben op het maatschappelijke debat binnen andere gemeenten. Uit de duurzaamheidscan die door een aantal 12 In dit overleg komen portefeuillehouders Ruimtelijke Ordening en Economie op regionaal niveau bijeen en worden afspraken tussen de gemeenten gemaakt over bijvoorbeeld stimulering van de economie en (aanleg van) bedrijventerreinen

18 gemeenten 13 in samenwerking met de milieudienst Kop van Noord-Holland is uitgevoerd komt naar voren dat windenergie goed is ontwikkeld. Uitbreiding is technisch mogelijk, maar vanwege de spanning met draagvlak lastig te realiseren. De toekomstige herindelingen in de Kop wordt door gemeenten ook gezien als reden om windenergie op regionaal niveau op te pakken. De gemeenten Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer fuseren per tot de nieuwe gemeenten Hollands Kroon. De provincie heeft momenteel het herindelingsontwerp voor de gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe ter inzage liggen. Enerzijds zijn er gemeenten die aangeven dat windenergie niet de hoogste prioriteit heeft binnen hun gemeenten, door de aankomende herindeling. Anderzijds zijn er gemeenten die aangeven dat door de toekomstige herindeling afstemming tussen de gemeenten juist vereist is, om geen verschillen binnen de nieuw te vormen gemeenten te krijgen. Deze gemeente willen zich juist inzetten voor de harmonisatie van het windbeleid. Binnen enkele gemeenten zijn bovenlokale opgaven, zoals een vliegveld, een haven, de afsluitdijk en/of een grote gebiedsontwikkeling ook een belangrijke drijfveer om de samenwerking op te gaan zoeken op regionaal niveau, ook voor wat betreft windenergie. De creatie van een duurzaam economisch profiel in de Kop van Noord-Holland wordt ook als interessant gezien voor de profilering en positionering van de Kop. Momenteel zijn er vijf gemeenten uit de Kop bezig met een verkenning voor de strategische agenda van de toekomst. In deze verkenning worden de mogelijkheden onderzocht om een gezamenlijk economische strategie op te zetten, gericht op de economische speerpunten van de regio. De speerpunten die nu genoemd worden, zijn de kennisclusters en het energiecluster. Samenwerking op het gebied van windenergie en/of duurzame ambitie kan bijdragen aan een duurzaam economisch profiel, wat een positief effect op de werkgelegenheid kan hebben. Uit de gesprekken komt een aantal randvoorwaarden naar voren die gemeenten stellen aan verdergaande samenwerking op het gebied van windenergie en de totstandkoming van een regionale strategie: Ontwikkeling van windenergie moet rekening houden met andere belangen: ruimtelijke kwaliteit (in relatie tot herstructurering), economische effecten voor de regio, effecten op de woon- en leefomgeving, et cetera. De winst van windenergie moet zoveel mogelijk terugvloeien in het gebied, bijvoorbeeld door gebruik te maken van lokale werkgelegenheid of lokale duurzame energiemaatschappijen. Het behoud van de autonomie van gemeenten. Binnen het proces willen gemeenten invloed op de totstandkoming van de regionale strategie (onder meer locatiekeuze, ruimtelijk ontwerp, maar ook de eindambitie voor de Kop). Daarnaast willen de gemeenten de zeggenschap in het gebied houden. Dat betekent dat de bestaande instrumenten met doorzettingsmacht (CHW en Elektriciteitswet) bij voorkeur niet worden ingezet en dat de gemeenten een eigen bestuurlijke afweging kunnen maken. Gemeenten verschillen in de door hen gewenste rol van de provincie 13 Anna Paulowna, Harenkarspel, Schagen, Wieringen en Zijpe

19 in de totstandkoming en uitvoering van de regionale strategie. Een aantal gemeenten ziet voor de provincie vooral een faciliterende rol, een aantal andere gemeenten een grotere ondersteunende rol. In de uitvoering ruimte voor lokaal maatwerk. Bijvoorbeeld ten aanzien van de ontwikkelstrategie en fasering. 3.4 Maatschappelijke organisaties Belangen Binnen de Kop van Noord-Holland zijn er verschillende belangenorganisaties en/of werkgroepen die zich bezig houden met windenergie. Naast de Milieufederatie, de Milieudienst en de LTO Noord zijn er ook bewonersorganisaties actief waarvan de meeste zich bevinden in de gemeente Zijpe. Voorbeelden zijn de Stichting Kritisch Platform Ontwikkeling Zijpe en de werkgroep polder F. De bewonersorganisaties werken binnen de gemeentegrenzen samen, maar zijn niet op regionaal niveau georganiseerd. De meeste bewonersorganisaties zijn opgericht vanuit het belang van landschappelijke kwaliteit in een gebied en/of de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving (m.n. geluid, slagschaduw) in relatie tot windmolenontwikkeling. De werkgroepen houden zich bezig met eigen onderzoek, lobbywerk, inspreken in raadsvergaderingen, het insturen en ondertekenen van petities. Belangrijkste bezwaren tegen windmolenontwikkeling die naar voren komen zijn de aantasting van de landschappelijke kwaliteit, slagschaduw, de geluidsoverlast en de mogelijke daling van de WOZ-waarde van huizen. Er wordt momenteel veel onduidelijkheid ervaren over de toepassing van de normen wat betreft de geluidsoverlast en de handhaving hierop. De gesprekspartners geven aan dat de huidige planologische regelgeving onvoldoende rekening houdt met hun belangen. De milieufederatie NH heeft onlangs een methode en visie gepresenteerd, waarmee sterk ingezet wordt op een goede inpassing van de windmolens in het landschap. In de windvisie van de Milieufederatie Noord-Holland worden grote molens geconcentreerd op een beperkt aantal landschappelijk geschikte locaties. Dit gebeurt alleen op locaties waar windmolens in het landschap passen en daaraan zelfs kunnen bijdragen. De bestaande molens in gebieden die landschappelijk gezien niet geschikt zijn, worden (op termijn) vervangen door grotere molens op een nieuwe locatie. Zo kan met minder locaties meer energie worden opgewekt: meer windenergie, meer landschap 14. De gemeenten in de Kop zijn medeaandeelhouder van het ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord, wat in heel Noord-Holland Noord de economische positionering en werkgelegenheid wil verbeteren. Vanuit het ontwikkelingsbedrijf wordt aangegeven dat de totstandkoming van een regionale strategie wordt toegejuicht. Enerzijds om door te pakken en duidelijkheid te verkrijgen over waar wel en waar geen windenergie kan worden gerealiseerd. Anderzijds om gemeenten te ondersteunen en kennis en expertise te bundelen. 14 Milieufederatie NH (2010) Meer Windenergie, meer landschap: methode om windenergie en landschap te verenigen

20 Belang van regionale samenwerking Maatschappelijke organisaties willen graag in het proces van totstandkoming van de regionale strategie worden betrokken. Een bovenlokale partij die beschikt over voldoende kennis en expertise, zoals de provincie zien ze daarbij als een vanzelfsprekende regisseur van het samenwerkingsproces. Maatschappelijke organisaties benadrukken het belang van een goede en zorgvuldige afweging van de verschillende belangen, waarbij bewoners organisaties specifiek het belang van overlast inbrengen. Samenwerking wordt noodzakelijk geacht om inzicht te krijgen in de mogelijkheden en onmogelijkheden van de realisatie van windenergie in de Kop en de inpassing van de turbines in het landschap. 3.5 Private partijen Private belangen Binnen de Kop van Noord-Holland zijn er verschillende private partijen en particulieren actief met windenergie. De agrarische sector is van oudsher een belangrijke speler bij de realisatie van windenergie. De traditionele vorm van windenergie op het agrarisch bedrijf is de solitaire turbine achter het huis. Andere vormen zijn het ter beschikking stellen van grond of participatie in grotere windenergieprojecten. Afhankelijk van het subsidieregime waaronder de agrarische ondernemers windenergie exploiteren en hun eigen specifieke situatie, hebben de agrarische ondernemers wel of niet een prikkel om op te schalen, mee te gaan in een herstructureringsopgave en/of een nieuwe ontwikkeling. Naast de particuliere eigenaren van windmolens, zijn er enkele private bedrijven en enkele collectiviteiten in het gebied aanwezig met eigen windmolens. Onder andere NUON, Kennemerwind, ECN en de Energie Combinatie Wieringermeer (ECW). Naast bovenstaande partijen zijn er ook nog een aantal andere partijen die initiatief tonen in het gebied. Onder andere ENECO (EVELOP), WP Energiek / Kistemaker, De Wolff Nederland Windenergie, Grontmij, Green Energy Services en Meewind zijn momenteel actief. Meewind is een beleggingsfonds dat financiering aantrekt van burgers, gemeenten en bedrijven om te participeren in windenergieprojecten op zee. Naast de aanwezige bedrijven is momenteel ook de Noord-Hollandse Energie Coöperatie opgericht. De aanwezigheid van het palet aan initiatiefnemers laat de brede private interesse ten aanzien van windenergie in de Kop van Noord-Holland zien. De meeste agrariërs met een windturbine, maar ook andere eigenaren van windturbines hebben zich verenigd in de Vereniging Windturbine-eigenaren Noord-Holland (VWNH). De VWNH is een vereniging waar in de Kop van Noord-Holland 99% van alle solitaire windeigenaren bij is aangesloten. Ook zijn eigenaren van de windparken lid van de vereniging, met als uitzondering de windparken van NUON. In totaal heeft de VWNH ongeveer 125 leden. De vereniging heeft als doel belangenbehartiging, kennisvergaring en informatievertrekking en het afsluiten van collectieve verzekeringen. De VWNH geeft aan dat er verschillende initiatieven zijn om windenergie te ontwikkelen in de Kop van Noord-Holland. Een voorbeeld daarvan is dat bijna alle leden van de VWNH hun eigen windmolens willen opschalen

21 De private partijen zijn geïnteresseerd in de Kop van Noord-Holland als potentieel gebied voor de ontwikkeling van windenergie. Private partijen zien mogelijkheden voor de aanleg van windparken. Eigen inventarisaties en studies schetsen mogelijkheden voor de aanleg van windenergie tussen de 200 MW en 300 MW, afgezien van de ontwikkeling in de Wieringermeer. Hierbij ervaren de private partijen wel een toenemende mate van concurrentie, hoewel ze ook aangeven dat ze elkaar niet vaak tegenkomen bij het ontplooien van initiatieven of het innemen van grondposities en/of het aangaan van allianties met agrariërs. Private partijen zien de radarzone van Defensie als een mogelijk obstakel om veel MW te realiseren in de Kop, mede afhankelijk van de striktheid in de toepassing van de zoneringsregels op dit terrein. Private partijen beseffen dat de ontwikkeling van windenergie niet zonder het draagvlak kan op politiek-bestuurlijke schaal en van omwonenden. Private partijen zijn blij met de Crisis- en herstelwet en verwachten dat deze leidt tot snellere realisatie. Op lokaal niveau incorporeren private partijen bij nieuwe windplannen in toenemende mate ook de herstructurering van bestaande windmolens, hoewel niet iedereen dat doet. Deze herstructurering moet leiden tot meer ruimtelijke kwaliteit en de uitbreiding/opschaling van het te installeren vermogen creëren financiële ruimte om dit mogelijk te maken. Draagvlak op lokaal niveau blijft in enkele gemeenten lastig. Private partijen proberen met profitregelingen of met het gezamenlijk investeren in windmolens draagvlak te creëren. Ook worden er in toenemende mate arrangementen gebouwd tussen de omwonenden en eigenaren van windenergie. Private partijen geven aan dat de businesscases voor windontwikkeling zwaarder worden. De huidige generatie windmolens vraagt door de toenemende grootte en technologie meer investeringskracht dan voorheen. Banken willen de windmolens niet meer voor 100% met vreemd vermogen financieren en vragen dus meer inbreng van eigen vermogen. De financiële crisis, het huidige vergunningenbeleid en het veranderende subsidieregime hebben ook (soms negatieve) invloed op de businesscases. In deze omstandigheden wordt het moeilijker om zaken als participatie en herstructurering te incorporeren. Dit maakt de businesscases niet alleen lastig rond te krijgen, maar ook erg locatie afhankelijk en ingewikkeld. Bedrijven verwachten hierbij een overheid die faciliteert waar mogelijk en de partijen de ruimte geeft om windenergie in de Kop van Noord- Holland te ontwikkelen. Veel bestaande windmolens zijn rond 2002 gebouwd en vallen dus in de komende jaren uit de MEP-subsidieregeling. Voor een aantal eigenaren van deze windmolens is het interessant om te kijken naar de mogelijkheden van opschaling. Belang van regionale samenwerking Private partijen zien graag dat er meer mogelijkheden ontstaan voor windenergie in de Kop. Hierbij zien ze graag een inzet voor de langere termijn met daarnaast de mogelijkheid om op korte termijn lopende aanvragen te kunnen honoreren. Een aantal private partijen verwacht daarbij het nodige van de Crisis- en herstelwet. Ze hopen daarbij op kortere ontwikkelingstijden voor windparken. De VWNH geeft aan dat zij voorstander is van een regionale strategie onder de regie van de provincie. Gemeenten zijn soms niet consistent in hun beleid. Het is van belang dat er een consistent (regionaal) beleidskader ontstaat op basis waarvan windenergieontwikkelingen wel of

22 niet gehonoreerd kunnen worden. Dit creëert duidelijkheid naar initiatiefnemers. De VWNH wil graag betrokken worden bij het opstellen van een regionale strategie en wil graag meedenken over de herstructurering en over de mogelijke ontwikkelingen en de ruimtelijke mogelijkheden. Daarnaast kan de VWNH de mogelijkheden per gemeente inventariseren en de verschillende initiatiefnemers bundelen. Verschillende gesprekspartners hebben aangegeven als expert of klankbord bij de totstandkoming van de regionale strategie betrokken te willen zijn, bijvoorbeeld om de uiteindelijke regionale strategie te toetsen

23 4. Analyse en conclusies In de vorige twee hoofdstukken is een aantal bevindingen opgenomen over de huidige situatie van windenergie in de Kop, de beleidscontext en de posities van stakeholders. In dit hoofdstuk worden deze nader geanalyseerd. Initiatiefrijk gebied; vooral kleinschalig De Kop van Noord-Holland kent naast het bestaande palet aan windmolens een groot aantal initiatieven voor de realisatie van windenergie op land. De initiatiefnemers zijn (samenwerkingsverbanden van) agrariërs, windvennootschappen, ontwikkelaars en energiebedrijven. Ze treden deels georganiseerd en deels autonoom op richting overheden en kunnen daarbij ook onderling concurreren om posities en locaties. De initiatieven richten zich op een aantal van de acht gemeenten in de Kop. Tussen de initiatieven bestaan verschillen, onder meer qua schaal en aard. Soms zijn de initiatieven gericht op het realiseren van nieuwe capaciteit, soms omvatten de initiatieven ook de sanering van bestaande turbines en/of de opschaling daarvan. Het aantal initiatieven is niet precies in kaart gebracht en is bovendien ook lastig om in kaart te brengen omdat initiatieven vaak nog niet bekend zijn en een uiteenlopende status hebben variërend van principeverzoek of bouwaanvraag tot ruw idee. Het merendeel van de bekende initiatieven is relatief kleinschalig (enkele turbines). Daarnaast zijn er in de markt ook ideeën om op grotere schaal windenergie te realiseren in de Kop. Geen gedeeld eigenaarschap van de ambitie van grootschalige windenergie voor de Kop De ambitie om in de Kop een substantieel aantal MW aan windenergie te realiseren wordt nu vooral gedeeld door Provincie en Rijk gezamenlijk. Het merendeel van de gemeenten in de Kop deelt de ambitie niet. Het commitment voor de realisatie van windenergie verschilt tussen gemeenten en ook binnen gemeenten (bijvoorbeeld binnen B&W, of tussen B&W en gemeenteraad). Weliswaar is een aantal gemeenten actief bezig met windenergie en heeft ambities geuit in beleid en bestaande plannen; het schaalniveau is toch vooral kleinschalig. Het windplan Wieringermeer is hierin een uitzondering en de gemeente Anna Paulowna heeft ook grotere ambities op het gebied van windenergie. Daarnaast is het perspectief van de meeste initiatiefnemers ook niet op grootschaligheid gericht, kijkend naar de praktijk van bestaande kleine(re) initiatieven. Wel gedeeld eigenaarschap van de ambitie om te herstructureren. De ambitie om een substantieel aantal MW windenergie te realiseren is gekoppeld aan de ambitie om solitaire turbines te herstructureren. Het saneren van solitaire, door het landschap verspreide, turbines zal de ruimtelijke kwaliteit van het gebied kunnen verbeteren en zal zo tot ruimtewinst kunnen leiden. Daarnaast zouden in het herstructureringsproces ook turbines die op onhandige plaatsen staan, bijvoorbeeld vanwege de ervaren (geluids)overlast of maatschappelijke weerstand meegenomen kunnen worden. Hoewel niet alle gemeenten de urgentie voelen om te herstructureren, wordt deze ambitie wel door alle gemeenten gedeeld vanuit de kwaliteitsverbetering van landschap en leefomgeving die hiervan het gevolg kan zijn

24 Deze ambitie wordt door de private sector echter niet volledig erkend. Initiatiefnemers nemen herstructurering over het algemeen mee in de plannen. Enerzijds doen initiatiefnemers dat, omdat de regelgeving dat voorschrijft, maar anderzijds ook doordat ze daarmee draagvlak voor nieuwe initiatieven kunnen creëren op bestuurlijk niveau. Initiatiefnemers doen dat echter niet automatisch. En voor individuele agrariërs met een turbine die ze nog kunnen en mogen opschalen liggen de belangen op dit punt anders. Windenergie als één van de belangen Gemeenten maken de afweging om wel of niet windenergie te ontwikkelen op hun grondgebied elk op een eigen manier, waarbij ze in wisselende mate het belang van windenergie op land erkennen. Belangrijke in de gesprekken genoemde belangen zijn: De kwaliteiten van het open landschap in de Kop. De ruimtelijke kwaliteit in en rond gemeenschappen en specifieke gebieden in de Kop. Bescherming van natuur en milieu (onder andere vogels). Bescherming tegen hinder vanwege geluid en slagschaduw. De economische potentie van windenergie voor de Kop; het gaat hier zowel om potentiële kansen (onder meer voor agrarische sector en werkgelegenheid) als potentiële bedreigingen (onder meer toerisme en mogelijke concurrentie met de ontwikkeling van andere activiteiten zoals offshore activiteiten vanuit Den Helder). Windenergie in relatie tot andere vormen van duurzame energie. Veel gemeenten zijn betrokken in fusie- en/of herindelingstrajecten. Hierdoor is het belang van windenergie of de prioriteit die daaraan wordt gegeven niet vanzelfsprekend. Enkele gemeenten maken een afweging die naar huidig inzicht in principe uitvalt in het nadeel van windenergie op hun grondgebied of ook op grondgebied van aangrenzende gemeenten. Volgens enkele andere gemeenten is er binnen de afweging van belangen in principe ruimte voor windenergie op hun grondgebied, dan wel in de Kop als geheel. Op diverse plekken in de Kop is er daarnaast sprake van burgerverzet en/of weerstand van lokale organisaties tegen de bouw van windmolens. De weerstand is vooral gebaseerd op landschappelijke aspecten/ruimtelijke kwaliteit van windenergie en op overlastaspecten (geluid, externe veiligheid, slagschaduw). Dit verzet leidt tot politieke bemoeienis met het onderwerp, waarbij de ruimte voor colleges om in te zetten op windenergieontwikkelingen, wordt ingekaderd door gemeenteraden. Ambities versus een sluitende businesscase Het realiseren van windenergie op deze schaal en met de ambitie om uitbreiding en herstructurering te koppelen is zonder precedent in Nederland. Uitgaande van wat er in de provincie als geheel (ongeveer 300 MW; peildatum 2009) en in de Kop (ongeveer 200 MW; peildatum 2009) aan opgesteld vermogen staat, heeft de kwantitatieve opgave inclusief herstructurering een ordegrootte

25 van tussen de 600 en 700 MW. Immers in de Kop zal een gedeelte van de uitbreidingsambitie neerslaan en in de periode tot 2025 zullen veel van de huidige windturbines geherstructureerd moeten worden. Meer precieze kwantitatieve doelstellingen voor de Kop zijn momenteel nog niet gespecificeerd, wel zijn de Kop van Noord-Holland en West Friesland aangewezen als zoekgebied om deze ambitie te realiseren. Uitbreiding en verbinding met herstructureringsdoelstellingen is op deze schaal nog niet succesvol gerealiseerd. Tegelijk is die verbinding essentieel voor de realisatie van de ambitie voor de Kop. Zonder herstructurering is er minder politiek en maatschappelijk draagvlak voor uitbreiding en zonder uitbreiding lijkt er geen financiële draagkracht voor herstructurering te zijn. Het realiseren van sluitende businesscases is essentieel, maar ook complex vanwege economische, organisatorische en juridische redenen. Economisch onder meer vanwege het gegeven dat de te herstructureren turbines veelal zijn gerealiseerd onder een ander subsidieregime en het in een keer herstructureren van de turbines tot kapitaalvernietiging zal leiden. Organisatorisch vanwege het gegeven dat grootschalige ontwikkeling en herstructurering onvermijdelijk zal leiden tot bundeling van initiatiefnemers en investeerders. Immers het lijkt niet eenvoudig de investeringen vanuit een structuur van kleine, autonome investeerders vorm te geven. Hierbij geldt dat de huidige initiatiefnemers sterk verschillen en soms elkaars concurrenten zijn in andere gebieden in Nederland. Juridisch wordt de businesscase als complex beschouwd, door onder meer deze organisatorische complexiteit vorm te geven in samenwerkingsconstructies. Een aandachtspunt hierin is de intensiteit van de samenwerking in het planproces tussen private en overheidspartijen in relatie tot het geldende aanbestedingsrecht. De aanwezigheid van voldoende uitbreidingsmogelijkheden is voor een sluitende businesscase een belangrijke voorwaarde. Enkele private ondernemers geven op basis van eigen inventarisaties aan dat ze naast het Windplan Wieringermeer nog ruimte zien voor 200 tot 300 MW extra opgesteld vermogen. Andere private ondernemers uiten hun twijfels over de haalbaarheid van de realisatie van de gestelde ambitie in het door de provincie aangewezen zoekgebied. Een gezaghebbend inzicht ten aanzien van de feitelijke haalbaarheid van de ambities kan dus ook nog niet worden geformuleerd en zou onderdeel moeten zijn van het proces om tot een regionale strategie te komen. De geformuleerde ambities van provincie en Rijk blijven in het kader van het planproces echter onverminderd van kracht. De verdeling over de zoekgebieden en het uiteindelijk op te stellen vermogen in de Kop worden daarbij door zowel provincie als Rijk als een resultante van het planproces gezien, zoals gezegd binnen de daarvoor gestelde (beleids)kaders. De toenemende druk om windenergie te realiseren Steeds meer initiatieven melden zich bij gemeenten in de Kop en/of de provincie. De laatste jaren hebben veel gemeenten deze initiatieven on hold gezet in afwachting op veranderende (politieke) omstandigheden en/of in het kader van de opstelling van windplan op gemeentelijk niveau (zoals in Wieringermeer). Het initiatief van de provincie om een regionale strategie te gaan maken en de huidige wet- en regelgeving zorgt voor een toenemende druk op de gemeenten en de provincie om initiatieven te beoordelen

26 Daartegenover staat dat de ontwikkeling van windenergie valt of staat met de aanwezigheid van politiek-bestuurlijk draagvlak. Het politiek-bestuurlijke draagvlak is op lokaal niveau, maar ook in Den Haag onderhevig aan onzekerheid. De nieuwe regering heeft veranderingen aangekondigd voor wat betreft de doelstellingen voor duurzame energie en het subsidieregime. Momenteel zijn de effecten hiervan ook zichtbaar in het wel/niet honoreren van investeringsbeslissingen op lokaal niveau. Conclusie: regionale samenwerking is noodzakelijk Als we kijken naar de geformuleerde ambities en de bevindingen uit ons onderzoek dan komt een beeld naar voren van een grote, ingewikkelde en complexe opgave, waarin de belangen van de verschillende partijen niet congruent aan elkaar zijn of in ieder geval niet als zodanig worden gepercipieerd. De huidige praktijk van windenergieontwikkeling in de Kop is, met een enkele uitzondering, vooral kleinschalig. De ambitie om een substantieel aantal MW aan windenergie te willen realiseren in combinatie met herstructurering vergt in onze ogen een regionaal perspectief en regionale samenwerking. Het eenzijdig willen realiseren van de geformuleerde ambities door de provincie in de geschetste complexe context werkt niet. Lokale overheden en maatschappelijke partijen zijn nodig om een goede en verantwoorde koppeling te leggen met de andere belangen in het gebied, zoals economische en landschappelijke belangen. Op deze manier kan het eigenaarschap van de windenergiedoelstellingen worden verbreed en versterkt. Private investeerders zijn daarbij nodig om de projecten concreet te realiseren. Tegelijkertijd gaan de initiatiefnemers door met hun initiatieven en is er in ieder geval bij de provincie, maar ook bij individuele gemeenten, behoefte aan een beleids- en afwegingskader om de initiatieven te kunnen beoordelen. In ieder geval bij de provincie omdat initiatiefnemers zich op grond van de Crisis en herstelwet tot de provincie kunnen wenden om een inpassingsplan te maken. Een gezamenlijk, regionaal afgestemd beleids- en afwegingskader kan op een goede manier recht doen aan de verschillende belangen die spelen. In de volgende hoofdstukken wordt hierop nader ingegaan. De verschillende gemeenten in de Kop hebben eerder aangegeven het te zien zitten om vanuit een regionale blik naar windenergie in de Kop te kijken. Niet al deze gemeenten hebben op dit moment windturbines of initiatieven op hun grondgebied die om een antwoord vragen. Echter de gemeenten hebben wel in meerdere of mindere mate te maken met de effecten (economisch, landschappelijk, maatschappelijk) van windenergieontwikkeling in het gebied. Bovendien is de te realiseren doelstelling zodanig dat rekening moet worden gehouden met het feit dat initiatieven niet alleen maar lokaal kunnen worden gehonoreerd, dan wel dat alle herstructureringsopgaven niet lokaal kunnen worden opgelost. Voor de regionale samenwerking zijn door gemeenten verschillende redenen en randvoorwaarden aangegeven waaronder de complexiteit van windenergie (onder meer bestuurlijk, maatschappelijk en financieel) in relatie tot de deskundigheid en capaciteiten binnen de individuele gemeenten en het uitoefenen van invloed op de totstandkoming van de regionale strategie. Daarnaast geven zij aan dat de instrumenten met doorzettingsmacht (Rijkscoördinatieregeling in combinatie met een

27 inpassingsplan op grond van de Elektriciteitswet en/of Crisis en herstelwet) waarover Rijk en provincie beschikken bij voorkeur niet worden toegepast. De regionale strategie voor windenergie in de Kop moet in onze ogen tot stand komen in een arrangement, dat èn voldoende is gericht op het daadwerkelijk realiseren van de ambitie èn voldoende ruimte biedt voor partijen om vanuit hun belangen invloed uit te kunnen oefenen op de randvoorwaarden en het proces van ontwikkeling. In de volgende hoofdstukken werken we het plan van aanpak voor de totstandkoming van een dergelijke regionale strategie uit

28 5. Plan van Aanpak Regionale Strategie Windenergie Kop van Noord-Holland; inhoudelijke en procesmatige uitgangspunten De regionale strategie voor de ontwikkeling van windenergie in de Kop van Noord-Holland moet in onze ogen tot stand komen in een gezamenlijk proces waarin publieke partijen (provincie, gemeenten en Rijk) gezamenlijk optrekken en waarin samengewerkt wordt met maatschappelijke en private partijen. In dit hoofdstuk beschrijven we een aantal inhoudelijke en procesmatige uitgangspunten die gelden voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie In de volgende paragrafen beschrijven we: Enkele inhoudelijke uitgangspunten die gelden voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie. Enkele algemene procesmatige uitgangspunten. Een voorstel voor een beleids- en afwegingskader voor de vormgeving van de ambities voor windenergie in de Kop. Een voorstel voor hoe om te gaan met lopende initiatieven tot het moment van besluitvorming over de regionale strategie. In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 6) werken we het plan van aanpak voor de totstandkoming van de regionale strategie dan uit in activiteiten, fasering, rollen, structuur, budget en dergelijke. 5.1 Inhoudelijke uitgangspunten voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie De regionale strategie is gericht op realisatie van een substantieel aantal MW in de Kop Voor geheel Noord-Holland bestaat de ambitie om in de periode tot 2025 binnen een set van nader te definiëren randvoorwaarden een substantiële hoeveelheid windenergie te ontwikkelen in combinatie met herstructurering van bestaande windturbines. In de recent vastgestelde provinciale structuurvisie is Noord-Holland Noord als zoekgebied aangewezen om deze ambitie te realiseren. Naast de Kop van Noord-Holland valt hier ook West-Friesland onder. Kwantitatieve doelstellingen voor de Kop zijn nog niet gespecificeerd. Voor het proces van totstandkoming van de regionale strategie staat de ambitie om op substantiële schaal windenergie te ontwikkelen in de Kop vast, waarbij de exacte omvang, de fasering tot 2025 en de wijze van invulling onderdeel moeten zijn van het proces van totstandkoming van de regionale strategie. Het uiteindelijk op te stellen vermogen in de Kop is dus gegeven de daarvoor gestelde (beleids)kaders van Rijk en provincie en de tussen Rijk en provincie gemaakte afspraken een resultante van het planproces

29 De regionale strategie heeft betrekking op windenergie Naast windenergie zet de provincie Noord-Holland ook in op andere vormen van duurzame energie. Het beleid van de provincie is onder meer ook gericht op duurzaam bouwen, biomassa, benutting van restwarmte en innovaties op het gebied van duurzame energie zoals warmte-koude opslag. In de gesprekken is naar voren gekomen dat veel gemeenten ook of juist naar andere vormen van duurzame energie kijken. De regionale strategie die in dit kader wordt opgesteld is alleen gericht op de (on)mogelijkheden van windenergie in de Kop van Noord-Holland en niet op andere vormen van duurzame energie. De regionale strategie leidt tot een windplan voor de Kop van Noord-Holland Het eindproduct van de regionale strategie is een (wind)plan. Dit windplan Kop van Noord-Holland kent drie bouwstenen: 1. Ten eerste een ruimtelijk plan waarin zo concreet mogelijk staat aangegeven waar windenergie ontwikkeld kan worden en op welke manier. Het ruimtelijk plan geeft derhalve ook een duidelijk beeld waar geen windenergie ontwikkeld wordt. In de opstelling van het ruimtelijk plan wordt rekening gehouden met ondermeer ruimtelijke, ecologische, milieutechnische, economische en landschappelijke aspecten en wordt rekening gehouden met herstructurering en participatie. 2. Ten tweede een gezamenlijk beleids- en afwegingskader. In de regionale strategie moet het belang van windenergie zo goed mogelijk worden verbonden met andere belangen in het gebied. In paragraaf 5.3 wordt een voorstel gedaan voor een globaal beleids- en afwegingskader dat in het proces van totstandkoming van de regionale strategie nader dient te worden geconcretiseerd en uitgewerkt. 3. Ten derde een ontwikkelstrategie voor de uitvoering van de regionale strategie. In de ontwikkelstrategie wordt ondermeer ingegaan op rollen van publieke en private partijen bij de ontwikkeling van windenergieprojecten, de fasering, opzet en inrichting van deelprojecten, in te zetten instrumenten, et cetera. 5.2 Algemene uitgangspunten voor het plan van aanpak en het proces van totstandkoming van de regionale strategie Aanbod tot gezamenlijk vormgeven van de ambitie Het plan van aanpak streeft naar een voor alle betrokkenen optimale regionale strategie. Hiervoor is het nodig dat er een optimalisatie plaatsvindt tussen het windbelang en andere gerelateerde belangen. Het gaat om het leggen van een verbinding met congruente belangen en het vermijden/verminderen (zo mogelijk) van spanning met conflicterende belangen. Het plan van aanpak is gericht op deze belangenoptimalisatie met een duidelijk einddoel en ambitie in de realisering van windenergie in de Kop; die staat niet ter discussie. Van partijen vraagt dit om te investeren in meer dan uitsluitend de optimalisatie van de eigen belangen. Het proces moet hiervoor prikkels bevatten

30 Het plan van aanpak is in die zin te beschouwen als een aanbod aan gemeenten om de ambitie gezamenlijk vorm te geven. Het principe van joint-fact-finding is daarbij het uitgangspunt; gezamenlijk zoeken naar oplossingen of naar waarheden. Binnen dit aanbod wordt gemeenten ruimte geboden om invloed uit te oefenen op de totstandkoming van de regionale strategie. Het gaat hierbij onder meer om het eindresultaat, de invulling van de ambitie, de opstelling en uitwerking van het beleids- en afwegingskader (in 5.3 wordt hiervoor een globaal voorstel gedaan) en het proces van uitvoering. In de uitvoering van de regionale strategie is er ruimte voor maatwerk. In het volgende hoofdstuk wordt meer in detail beschreven hoe de invloed van gemeenten (maar ook van maatschappelijke en private partijen) op de totstandkoming van de regionale strategie vorm krijgt. Instemming met het plan van aanpak betekent daarmee dat gemeenten medeverantwoordelijkheid nemen voor het realiseren van de ambitie binnen de in het plan van aanpak geschetste kaders. Niet instemmen betekent dat de niet-deelnemende besturen minder invloed zullen hebben op de totstandkoming en uitvoering van de regionale strategie. Dynamisch en transparant samenwerkingsproces Het proces van totstandkoming van de regionale strategie moet dynamiek incorporeren. Er is van alles aan de gang op het gebied van windenergie in Noord-Holland. Er zijn verschillende initiatieven in verschillende stadia van uitwerking die afhankelijk van de specifieke situatie op besluitvorming wachten (in 5.4 wordt een voorstel gedaan voor de omgang met dergelijke initiatieven). Daarnaast zijn er allerlei technologische ontwikkelingen en zijn de ideeën/gedachten over de interpretatie/opvatting van wet- en regelgeving aan het veranderen, bijvoorbeeld windenergie als drager van EHS of van toerisme. Momenteel worden de huidige toetsing, methodologie en normstelling van radar door Defensie herzien. De verwachting is dat deze herziening voor het einde van 2010 is afgerond. Ontwikkeling van windenergie in deze omvang is nog niet gestructureerd tot stand gekomen in Nederland. Lessen uit andere projecten kunnen worden benut, maar zijn niet zomaar over te nemen. Dit betekent dat omgang met veranderende inzichten of omstandigheden een plek moet krijgen tijdens het proces en dat het proces van ontwikkeling in zekere zin als leerproces moet worden benaderd. Het proces moet transparant zijn; over de rol die de verschillende partijen kunnen spelen, de wijze waarop er met hun inbreng wordt omgegaan, hoe de procesgang eruit ziet, en hoe besluitvorming plaatsvindt. Een dergelijke transparantie is bevorderlijk voor het vertrouwen van partijen in de totstandkoming van de regionale strategie en daarmee uiteindelijk ook in de strategie zelf. Publieke sector stelt kaders, private sector voert uit De gestelde ambitie is hoog en de uitvoering ervan is complex en ingrijpend op diverse belangen in het gebied. Om tot een succesvolle regionale strategie te komen is het van belang dat alle betrokken partijen met elkaar verbonden worden in een proces van afweging en uitwerking van de ambitie. De publieke sector stelt daarbij de kaders bij de formulering van de regionale strategie; daarbij is de input van informatie en ideeën van de private sector essentieel met het oog op kansrijke realisatie, een optimale belangenuitwisseling en kwaliteitsinzet

31 In de opstelling en uitvoering van de regionale strategie is bestuurlijke samenwerking tussen provincie, gemeenten en Rijk de basis. De publieke partijen zijn verantwoordelijk voor de opstelling van een kaderstellend plan. Daarnaast dient een passende plaats ingenomen te worden door de private sector. Deze manifesteert zich in de eerste plaats als initiatiefnemer en realisator van projecten. Maar daarnaast moet de sector als geheel ook een rol spelen in het realiseren van de direct met de projectontwikkeling gerelateerde belangen (zoals herstructurering). Dit zal invloed kunnen hebben op de rentabiliteit van projecten en dus op de haalbaarheid. De private sector zal daarom geconsulteerd moeten worden bij de formulering van de regionale strategie. Ook zal de private sector moeten worden uitgedaagd/geprikkeld op sommige plekken om te komen tot samenwerking/consortiumvorming. Naast de private sector spelen maatschappelijke organisaties en organisaties die belangen behartigen van (groepen) burgers in het gebied een rol in de opstelling en uitvoering van de regionale strategie. Vanwege het oogpunt van draagvlak en vanwege de aanwezige kennis/expertise. Hun rol zal vooral bestaan uit gesprekspartner en klankbord. In het volgende hoofdstuk wordt de rol van de verschillende (groepen) partijen meer in detail uitgewerkt. Opstelling regionale strategie op afzienbare termijn Uitvoering van het plan van aanpak om tot de regionale strategie te komen betekent concreet dat binnen de geschetste randvoorwaarden in een periode van 8 maanden (gerekend vanaf januari 2011) door partijen de regionale strategie als een op uitvoering gericht document wordt opgesteld aan de hand waarvan initiatieven kunnen worden genomen, beoordeeld en uitgevoerd in de periode tot Dit tempo is belangrijk voor de private sector/initiatiefnemers die met heel veel lopende en komende initiatieven willen weten waar ze aan toe zijn. Het is ook belangrijk omdat snel duidelijk moet worden of dit samenwerkingsmodel zal werken in de praktijk en (dus) beter kan werken dan toepassing van top-down instrumenten uit Electriciteitswet en/of Crisis- en herstelwet. Streven naar verankering in provinciaal en gemeentelijk beleid Bij voorkeur wordt de regionale strategie verankerd in provinciaal en gemeentelijk beleid. Na opstelling van de regionale strategie vindt een fase van publieke besluitvorming plaats voordat de uitvoering kan beginnen. Uitgangspunt daarbij is dat de regionale strategie op termijn de status krijgt van een provinciale (thematische) structuurvisie die door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Ook mogen de gemeenten zich over de regionale strategie uitspreken (over het totaal dan wel over hun eigen grondgebied) en besluiten of ze deze verankeren in gemeentelijk beleid. In de Provinciale Structuurvisie is opgenomen dat de provincie uiterlijk in 2012 een besluit neemt of de regionale aanpak zal worden uitgewerkt in een structuurvisie of een inpassingsplan. 5.3 Een beleids- en afwegingskader voor windenergie in de Kop De opstelling en uitvoering van een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord- Holland dient plaats te vinden in een complex geheel van met elkaar en samenhangende belangen en opvattingen, direct gerelateerd aan windenergie. Op basis van het onderzoek (ondermeer de gevoerde gesprekken) leiden we een aantal randvoorwaarden af waarbinnen de regionale strategie vorm moet krijgen. Deze randvoorwaarden vormen gezamenlijk een globaal beleids- en

32 afwegingskader dat als onderdeel van de totstandkoming van de regionale strategie door partijen gezamenlijk verder zal worden uitgewerkt en geconcretiseerd A. Ontwikkeling van windenergie levert een voldoende bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van duurzame energie in de Kop. De provincie spant zich in het kader van het klimaatbeleid in om de uitstoot van CO 2 te beperken en energie steeds meer op te wekken uit duurzame energiebronnen. De ambities op het gebied van windenergie op land en de gemaakte afspraken daarover tussen provincie en Rijk zijn een uitdrukking hiervan. De groei van wind op land is noodzakelijk om deze doelstellingen op korte en lange termijn te halen. Om voldoende bijdrage te kunnen leveren aan de geldende doelstellingen zal derhalve een substantiële hoeveelheid aan windenergie projecten ontwikkeld moeten gaan worden. Nadere kwantificering van de ambitie (in bandbreedtes) is onderdeel van de totstandkoming van de regionale strategie B. Ontwikkeling van windenergie vindt plaats met inachtneming van de kwaliteit van het landschap/ ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Onmiskenbaar zal de realisatie van de windenergiedoelstelling in de Kop invloed hebben op het landschap. (Grote) windmolens hebben nu eenmaal een forse visuele impact, die erkend moet worden en die niet of slechts ten dele verzacht of ingepast kan worden. Tegelijk biedt windenergieontwikkeling op deze schaal ook de mogelijkheid tot beperking van visuele impact, bijvoorbeeld door bundeling en door het kiezen van landschappelijk zo optimaal mogelijke locaties en ruimtelijke configuraties. Ook is er de mogelijkheid van landschappelijke winst door het opruimen van solitaire windmolens of oude lijnopstellingen op ongewenste plekken. Innovaties in de windsector leiden tot een veel efficiënter gebruik van ruimte bij eenzelfde opbrengst. De nieuwste generatie windturbines heeft een geïnstalleerd vermogen van boven de 6 MW en de ontwikkelingen staan daarin de komende jaren niet stil. Deze redenering volgend is het aannemelijk dat de totale kwantitatieve ambitie met minder turbines waargemaakt worden dan reeds nu in het gebied staan. Wel moet dan rekening gehouden worden met hogere turbines (100 m ashoogte en hoger). De Kop kent enkele gebieden die kwetsbaar c.q. waardevol zijn op het gebied van natuur en milieu en waar de bouw van windturbines/windparken grote gevolgen kan hebben voor flora en fauna van het gebied. In het kader van een integrale en gezamenlijke ruimtelijke afweging wordt bepaald welke gebieden binnen de Kop geschikt zijn voor de ontwikkeling van windenergie en welke gebieden hiervan worden uitgesloten. Aspecten die hierin worden meegewogen zijn onder meer natuur, milieu, landschap, aardkundige waarden en cultuurhistorie. Ook zal bezien worden welke gebieden in aanmerking zouden kunnen komen voor bundeling in grotere clusters/lijnopstellingen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de ruimtelijke afwegingen rond windprojecten tussen gemeenten (en daarmee ook tussen gemeenten en provincie) verschilt. Als onderdeel van het beleids- en afwegingskader wordt een aantal ruimtelijke randvoorwaarden opgesteld. Minimaal gelden daarbij de volgende randvoorwaarden uit afkomstig uit Rijks- en provinciaal beleid 15 : 15 Zie ondermeer artikel 31 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie

33 Inzetten op opstellingen van minimaal 3 tot 5 turbines. Solitaire turbines onder strenge voorwaarden (bijvoorbeeld infrastructurele knooppunten of als een windturbinepark niet mogelijk is). Realiseren van windenergie langs bestaande of nieuwe infrastructuur of op (bestaande of nieuw te realiseren) bedrijventerreinen/kassengebieden en in het grensgebied tussen land en water. Realisatie van turbines op voldoende afstand van woningen. Deze ruimtelijke randvoorwaarden zijn onderdeel van het beleids- en afwegingskader en kunnen ten dele terugkomen in het ruimtelijke plan dat wordt opgesteld. Het beleids- en afwegingskader en het ruimtelijke plan beïnvloeden elkaar en staan tegelijk naast elkaar in verschillende fasen van het planproces C. Ontwikkeling van nieuwe windenergie gaat gepaard met de herstructurering van bestaande windmolens In de Kop van Noord-Holland staan veel solitaire molens die binnen de gestelde tijdshorizon van de regionale strategie (tot 2025) aan het einde van hun levensduur raken. De vraag van vervanging en/of opschaling is reeds of komt in de komende periode aan de orde. Vanuit ruimtelijk kwaliteitsperspectief is de aanwezigheid van veel solitaire turbines veelal van verschillend type ongewenst. Dit is niet zozeer alleen een beoordelingsaspect van experts, maar ook een belevingsaspect van de bewoners. Het op termijn herstructureren of saneren van solitaire molens kan tot landschappelijke winst leiden, omdat op deze manier de openheid in die betreffende gebieden kan worden hersteld. Als randvoorwaarde aan de ontwikkeling van een windenergieproject wordt derhalve gesteld dat ontwikkeling alleen kan in combinatie met herstructurering van bestaande molens in een nader te bepalen verhouding (bandbreedte) D. Ontwikkeling van windenergie levert een positieve bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van de Kop De ontwikkeling van windenergie kan en moet een positieve bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling van de Kop. Bij de ontwikkeling van windlocaties wordt gestreefd naar het in het gebied houden van de winst, in de vorm van directe rendementen en economische spin-off. Dit kan op verschillende manieren vorm krijgen: Gemeente Door de te heffen leges bij gemeenten en de toename van de onroerend zaak belasting (OZB) Sociaal-economisch Door het leveren van een bijdrage aan het inkomensdraagvlak en continuïteit in de agrarische sector en andere lokale investeringscategorieën. Door de directe bijdrage aan werkgelegenheid en economische activiteit van bouw en onderhoud van windturbines in het gebied

34 Door de mogelijkheid om de op te wekken duurzame energie te benutten in de regio ten behoeve van instellingen, bedrijven en particulieren eventueel tegen gereduceerd tarief. Infrastructuur Door de bijdrage aan de aanleg van de benodigde infrastructuur voor de ontwikkeling en beheer van windmolens. Door de verdere versterking van het elektriciteitsnet en de verder mogelijkheden voor het dataverkeer. Kennis/macro-economisch Door de mogelijkheid ruimte te bieden voor een specifiek regime voor testturbines en testlocaties waarmee een koppeling gelegd kan worden met vestigingsbeleid voor bedrijven in de windturbine sector. Door de mogelijkheid om spin-off te genereren van windontwikkeling in andere (duurzaamheids)branches inclusief het duurzame energie cluster, R&D, transport/logistiek en eventueel onderhoud. Door de mogelijkheid om te werken met lokale duurzame energiemaatschappijen zoals de Noord-Hollandse Energie Coöperatie. Door de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur, onder meer de ontwikkeling van opleidingen en het daadwerkelijk verzorgen van deze opleidingen. Bij een aantal gemeenten leeft de vrees dat de ontwikkeling van windenergie ook negatieve economische effecten heeft, bijvoorbeeld als het gaat om de gevolgen voor toerisme en recreatie en door een mogelijke verdringing van windenergie op zee door ontwikkelingen op land (i.c. de Groene Stroom haven in Den Helder). Deze vrees achten wij als onderzoekers niet onderbouwd. Desalniettemin is het belangrijk om in het kader van de ontwikkeling van de regionale strategie ook goed onderbouwend onderzoek uit te voeren naar de te verwachten economische effecten en de manieren om deze te optimaliseren. Daarbij moet vooral ook gemikt worden op combinatiemogelijkheden, synergie en clustervorming, in de sfeer van productie, dienstverlening, kennisontwikkeling, beeldvorming/recreatie E. Ontwikkeling van windenergie vindt plaats met respect voor de woon- en leefkwaliteit in de Kop en het milieu Voor bewoners in de Kop is het van belang zekerheid te hebben dat windmolenontwikkeling op de voorziene schaal geen ongewenste gevolgen zal hebben voor het directe woon- en leefgenot en daarmee afgeleid ook mogelijk voor de waarde van hun woning. Voor het woon- en leefgenot is naast het visuele effect met name het aspect geluid en voor woningen die zeer nabij de windmolens staan ook het aspect slagschaduw van belang. In de landelijke regelgeving op grond van de Wet Milieubeheer zijn hiervoor standaardnormen opgenomen. In het kader van de ontwikkeling van de regionale strategie zal worden bezien of deze normering in alle specifieke situaties in de Kop toereikend is en kunnen afspraken worden gemaakt om in het kader van de uitvoering van de

35 regionale strategie en binnen de wettelijke grenzen aanvullende voorwaarden te stellen in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld ten aanzien van de afstand tot woonconcentraties). Deze mogelijkheden sluiten ook aan bij de bepalingen hierover in de AmvB die op dit moment in voorbereiding is. In het algemeen zal er voor iedere grootschaliger (vanaf 10 turbines of 15 MW) ontwikkeling een Milieu Effect Rapport (besluit-mer) moeten worden opgesteld. De concrete windenergieontwikkelingen die uit de Regionale Strategie voortvloeien zijn besluit-merplichtig. Daarnaast is het verplicht om voorafgaand aan besluiten door een overheid over plannen die (uiteindelijk) kunnen leiden tot concrete projecten of activiteiten met mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu een zogenaamde plan-mer op te stellen 16. Het voornemen om een substantiële hoeveelheid windenergie te ontwikkelen kan gezien worden als vallend onder het Besluit milieueffectrapportage, lijst D. Aangezien de regionale strategie de eerste stap is om hiertoe te komen is het verstandig een plan-mer op te stellen en snel met de voorbereidingen te beginnen als onderdeel van de opstelling van de regionale strategie. Een vergelijkbare aanpak met betrekking tot de opstelling van de plan-mer is gevolgd in de opstelling van het Windplan Wieringermeer F. Ontwikkeling van windenergie biedt ruimte voor financiële participatie van de regio Bij de positieve bijdrage van de economische ontwikkeling is al aan de orde geweest dat het belangrijk is dat de inkomsten van windenergie zoveel mogelijk in de regio blijven. Het bieden van mogelijkheden aan de regio voor participatie in een windenergie project is een variant hiervan. Met specifieke arrangementen voor participatie en de effecten daarvan wordt momenteel ervaring opgedaan. Onderzoek toont aan dat via een vorm van participatie de binding met de omgeving kan worden versterkt. Als randvoorwaarde kan derhalve worden gesteld dat windenergieprojecten de ruimte voor bepaalde vormen van financiële participatie moeten bieden G. Ontwikkeling van windenergie vindt plaats binnen redelijke rendementseisen voor de investeerder/initiatiefnemer Bovenstaande randvoorwaarden kunnen alleen worden vervuld als er initiatiefnemers zijn die willen ontwikkelen en realiseren. Als algemene randvoorwaarde moet derhalve nog wel worden genoemd dat het geheel van aan de aan de ontwikkeling van windenergie te stellen eisen moet passen binnen een financieel en zakelijk kader, waarbij rendabele exploitatie mogelijk blijft. Hierin zijn voorlopig ook de subsidiemogelijkheden voor duurzame energie van belang Tot slot: Wettelijke vereisten en specifieke lokale accenten De realisatie van windenergie is gebonden aan een aantal wettelijke vereisten op grond van de ruimtelijke ordeningswetgeving, de natuurwetgeving, de wet milieubeheer en de voorschriften rondom radarontvangst en de veiligheidszonering voor militaire en burgerluchtvaart 16 Plan-MER komt voort uit de Europese richtlijn betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma s (nr. 2001/42/EG). In september 2006 is dit geïmplementeerd in de Nederlandse wet- en regelgeving door wijziging van de Wet milieubeheer (Wm) en het hieraan gekoppelde Besluit m.e.r

36 (Structuurschema Militaire Terreinen). Het wettelijk kader, dat overigens zoals eerder aangegeven op een aantal punten in beweging is, kadert de mogelijkheden voor de realisatie van windenergie in de Kop in. Op dit moment is nog niet exact helder hoe de doorwerking van deze wettelijke vereisten is op het ruimtelijk kader. De opstelling van een Basiskaart waarop kansen en belemmeringen vanuit wettelijke vereisten zijn weergegeven is een van de eerste uit te voeren actiepunten in de opbouw van een regionale strategie. In het volgende hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt. De bovenstaande randvoorwaarden vormen gezamenlijk een eerste aanzet tot een afwegingskader voor de ontwikkeling van windenergie voor de Kop. Er kunnen nog andere, nog niet uit ons onderzoek blijkende, belangen zijn verbonden in positieve of negatieve zin met de realisatie van de windenergiedoelstellingen. Door partijen kan worden afgesproken deze te betrekken bij de afweging. Indien gewenst kunnen ook specifieke lokale aspecten en belangen worden betrokken voor zover die specifiek een relatie hebben met windenergieontwikkeling op of direct bij het grondgebied van de betreffende gemeente. Dit kan dan bijvoorbeeld betrekking hebben op bepaalde reeds lopende ontwikkelingen of aangegane verplichtingen op dit terrein. 5.4 Voorstel: Afwegingen op korte en lange termijn Bovenstaand (globaal) afwegingskader legt de inhoudelijke basis voor de belangenafwegingen die na uitwerking en concretisering van dit afwegingskader bij de uitvoering van de regionale strategie rond projectinitiatieven gemaakt zullen worden. Naar verwachting zal dit proces in de tweede helft van 2011 kunnen leiden tot besluitvorming over en vaststelling van de regionale strategie. Op dit moment en tot die periode zijn er ook (in procedure zijnde) initiatieven die om beoordeling en eventueel besluitvorming vragen. Zo krijgt de provincie verzoeken binnen om in eerste instantie door gemeenten afgewezen initiatieven te beoordelen op grond van de Crisis- en herstelwet (zoals Jan van Kempen in Zijpe). Anna Paulowna bereidt besluitvorming voor over een nieuwe lijnopstelling. Momenteel wordt een vlekkenkaart opgesteld en in december is besluitvorming in de gemeenteraad voorzien. Ook in Zijpe wordt voor december besluitvorming voorbereid over het windbeleid in combinatie met een aantal verzoeken tot opschaling van bestaande windturbines. Behandeling hiervan in de gemeenteraad is voor december voorzien. Daarnaast zal er in de periode vanaf nu tot en met de vaststelling van de regionale strategie ook een aantal nieuwe initiatieven worden genomen. Ook is het voorstelbaar dat in gemeenten in de periode vanaf nu tot en met vaststelling van de regionale strategie besluitvorming plaatsvindt over het gemeentelijk windbeleid en/of andere ruimtelijke besluitvorming. Het bovenstaande leidt tot twee vragen die hieronder worden beantwoord: 1. Hoe dient in de periode vanaf nu tot en met de vaststelling van de regionale strategie omgegaan te worden met lopende initiatieven? 2. Hoe is een goede en verantwoorde koppeling te maken tussen de (besluitvorming over de) regionale strategie en lopende of aanstaande lokale besluitvormingsprocedures?

37 Omgang met lopende initiatieven In de omgang met lopende initiatieven speelt een dilemma. Aan de ene kant is het van belang om beweging en voortgang te houden en bestaande kansen die zich nu al voordoen te benutten. Aan de andere kant moet dit er niet toe leiden dat er initiatieven doorgang vinden die na vaststelling van de regionale strategie toch niet passen binnen het in de regionale strategie geschetste beeld of door hun ruimtelijke vormgeving verdergaande ontwikkeling conform de regionale strategie verhinderen. Om met dit dilemma om te gaan adviseren we de volgende gedragslijn voor de periode tot de vaststelling van de regionale strategie. We maken een onderscheid tussen drie typen initiatieven. Ten eerste nieuwe initiatieven. Dit zijn initiatieven die momenteel nog niet zijn ingediend bij gemeenten, maar dat wel worden in de periode vanaf nu tot en met de vaststelling van de regionale strategie. Deze initiatieven worden in principe aangehouden en afgewogen in het kader van de vastgestelde regionale strategie (tweede helft van 2011). Mochten er zwaarwegende argumenten zijn om toch snelheid te maken met een initiatief en er is bestuurlijk draagvlak dan kan in onderling overleg een uitzondering worden gemaakt. Bijvoorbeeld als aannemelijk kan worden gemaakt dat de ontwikkeling niet strijdig is met andere in de toekomst te verwachten ontwikkeling, of als het gaat om testlocaties met significante effecten op de werkgelegenheid. Op grond van de Basiskaart, die als eerste stap in het proces van totstandkoming wordt opgesteld en op korte termijn beschikbaar moet zijn (zie hoofdstuk 6) kan relatief snel al een eerste indruk worden verkregen over de mogelijkheden en onmogelijkheden van een initiatief. De gedragslijn van in principe aanhouden dient ook te gelden voor ingediende principeverzoeken. Ten tweede bestaande initiatieven die zijn ingediend voor 1 oktober 2010, die passen binnen bestaande regelgeving en waarvoor bestuurlijk draagvlak is. Een voorbeeld hiervan is windplan Wieringermeer. Deze initiatieven kunnen door in de procedure, nadat ze langs het globale beleidsen afwegingskader (paragraaf 5.3.) zijn gelegd. Voor dergelijke initiatieven zijn naar verwachting ook al vergelijkbare producten gemaakt als de in het kader van de regionale strategie op te stellen Basiskaart. Die kunnen dan rechtstreeks input zijn voor deze Basiskaart. Dit betekent dat voor bestaande initiatieven waarvoor (nog) geen bestuurlijk draagvlak is wordt voorgesteld deze te betrekken bij de opstelling van de regionale strategie en hier geen besluitvorming over te plegen op lokaal niveau voordat het proces over de regionale strategie is afgerond. Dit mede om te voorkomen dat door gemeenten afgewezen initiatieven eventueel via de loop van de Crisis- en herstelwetprocedure toch weer in de regionale afweging terug komen. Ten derde initiatieven die in procedure zijn op grond van de Crisis- en herstelwet. Deze verlangen versnelde beoordeling binnen de wettelijk daarvoor gestelde termijnen. Wij adviseren om deze af te wegen op het globaal beleids- en afwegingskader en op de mogelijke impact op de regionale strategie. In sommige situaties zal het afwegingskader nog te weinig scherp zijn en zal de eindafweging over projecten pas kunnen plaatsvinden na vaststelling van de regionale strategie en de daarop gebaseerde eisen en voorwaarden aan projecten. In veel gevallen zal het afwegingskader al wel een redelijke basis kunnen bieden voor initiatiefnemers om voortgang aan te brengen in hun activiteiten en voor gemeenten en provincie om een eerste globale toets op de validiteit van aangedragen initiatieven te kunnen uitvoeren. Deze initiatieven worden vervolgens:

38 aangehouden tot de regionale strategie is vastgesteld en het windplan van kracht is, of verder in de procedure gebracht voor reguliere toetsing op wet- en regelgeving, ruimtelijke invulling, et cetera. Koppeling van regionale strategie en lokale besluitvormingsprocedures De gemeenten in de Kop zijn elk verantwoordelijk voor het maken van bestemmingsplannen. Daarnaast hebben gemeenten hun eigen windbeleid. In het onderzoek is naar voren gekomen dat er voor wat betreft mogelijkheden en (on)mogelijkheden voor de ontwikkeling van windenergie en het windbeleid verschillen zijn tussen de gemeenten in de Kop. Ook kent elke gemeente zijn eigen specifieke situatie als het gaat om besluitvorming over initiatieven, ruimtelijke procedures en/of nieuw vast te stellen windbeleid. Het is van belang om goede afstemming te verzorgen tussen de op te stellen regionale strategie en de lokale besluitvormingsprocedures. Het uitgangspunt daarbij moet zijn dat beide elkaar versterken en elkaar niet in de weg zitten. De regionale strategie zal gemeenten handvatten bieden om initiatieven integraal af te wegen en ruimte bieden aan gemeenten om de eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen. In die zin is de regionale strategie ondersteunend voor de gemeentelijke besluitvorming. Andersom hebben de gemeenten belangrijke invloed op de totstandkoming van de strategie en kunnen daarin ook eigen accenten gelegd worden. In algemene zin verdient het dus geen aanbeveling om in de gemeenten beleids- of projectbesluiten te nemen die in kunnen gaan of strijdig kunnen zijn met de te formuleren regionale strategie. Wel verdient het aanbeveling om de binnen gemeenten levende beleids- of projectideeën in te brengen in het proces van opstelling van de regionale strategie, waar vervolgens in de loop van 2011 dan besluitvorming over plaatsvindt o.a. in de gemeenteraden. Geadviseerd om daar waar op korte termijn beleidsbesluiten aan de gemeenteraad worden voorgelegd (c.q. Zijpe en Anna Paulowna), de gemeenteraden de mogelijkheid voor te houden c.q. te adviseren om hun beleidsvoornemens als input in te brengen in de regionale strategie en pas daarna een definitief besluit hierover te nemen

39 6. Plan van Aanpak Regionale Strategie Windenergie Kop van Noord-Holland; fasering en activiteiten. Het plan van aanpak dat in dit hoofdstuk wordt uitgewerkt is gericht op het opstellen van een regionale strategie voor de ontwikkeling van windenergie voor de Kop van Noord-Holland. In het vorige hoofdstuk is ingegaan op enkele uitgangspunten die van belang zijn om tot een succesvol proces te komen bij het opstellen van de regionale strategie en zijn algemene inhoudelijke randvoorwaarden geformuleerd waaraan de regionale strategie aan moet voldoen om èn effectief èn gedragen te kunnen worden uitgevoerd. In dit hoofdstuk gaan we achtereenvolgens in op: de belangrijkste activiteiten die voor de opstelling van de regionale strategie dienen te worden uitgevoerd en de daarbij voorziene fasering/tijdshorizon; de rollen van de verschillende partijen met een voorstel voor een bestuurlijke structuur waarin het plan van aanpak kan worden uitgevoerd; enige belangrijke uitvoeringsaspecten waaronder projectstructuur en budget. 6.1 De totstandkoming van de regionale strategie op hoofdlijnen De regionale strategie voor de ontwikkeling van windenergie in de Kop van Noord-Holland wordt in hoofdlijnen als volgt opgebouwd: Er zijn drie bouwstenen voor de opstelling van de regionale strategie: 1. Een op te stellen ruimtelijk plan. In dit ruimtelijk plan zal aan de hand van een eerste basiskaart het ruimtelijk ontwerp worden opgebouwd voor de ontwikkeling van windenergie. In dit ruimtelijk ontwerp is de ruimte voor locaties aangegeven, waarbij tevens zo concreet mogelijk is aangegeven waar de ontwikkeling van windenergie plaats zal vinden en welke ruimtelijke configuraties hiervoor mogelijk in aanmerking komen. Dit betekent dat ook duidelijk wordt waar geen windenergie zal worden ontwikkeld. Tevens wordt in het ruimtelijk plan aangegeven hoe in ruimtelijke zin omgegaan zal worden met de herstructureringsopgave. Het ruimtelijk plan bevat enkele ontwerpscenario s zo concreet mogelijk in ruimtelijke configuraties t.b.v. een op te stellen Plan-MER. Ook bevat het ruimtelijk plan een toets op de economische uitvoerbaarheid, waarbij ook de economische effecten nader in kaart worden gebracht. 2. De uitwerking van het beleids-/afwegingskader dat in hoofdstuk 5 is gepresenteerd. Uitwerking betekent voor een deel verdere detaillering en voor een deel operationalisering van de geschetste uitgangspunten. Er zal ook samenhang moeten worden aangebracht tussen de verschillende uitgangspunten (bijvoorbeeld kwaliteitsuitgangspunten ten opzichte van rentabiliteit) om tot een goed totaalbeeld te komen. 3. De opstelling van een ontwikkelstrategie voor de realisatie van de doelstellingen. Hierbij worden afspraken gemaakt over de rollen van publieke en private partijen. De ontwikkelstrategie gaat in op welke instrumenten, prikkels en onderliggende mechanismen van belang zijn en ingezet moeten worden in de wisselwerking tussen publiek en privaat. Daarbij wordt scherp onderscheid gemaakt tussen de rol van de publieke en van de private partijen. Ook zal de fasering van de

40 uitvoering hierbij aan de orde komen alsmede de balans die er in de uitvoering moet worden aangebracht tussen algemene regionale uitgangspunten en de ruimte voor lokale invulling/maatwerk. Fases opstelling regionale strategie Voor de opstelling en uitvoering van de regionale strategie wordt uitgegaan van de volgende fasering: Fase 0: Bestuurlijk overleg en besluitvorming plan van aanpak: oktober-december Fase 1: Basiskaart en uitwerken afwegingskader: januari-februari Fase 2: Opleveren en consolideren bouwstenen regionale strategie maart-juni Fase 3: Afronding plan-mer juli-augustus Fase 4: Besluitvorming najaar Fase 5: Uitvoering Fase 0 wordt afgesloten met besluitvorming over deelname aan het proces door partijen. Het voorliggende Plan van Aanpak heeft betrekking op de fasen Het product dat na fase drie is gerealiseerd is te beschouwen als het windplan Kop van Noord-Holland. Dit windplan wordt voorgelegd ter besluitvorming in de stuurgroep, provinciale staten en gemeenteraden in het najaar 2011, waarna uitvoering kan starten. De regionale strategie wordt opgebouwd in een proces dat gemeenten de mogelijkheid biedt om samen met Provincie en Rijk invloed uit te oefenen op:

Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland

Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland Plan van aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland Eindrapportage VERTROUWELIJK Michiel Kort Dirk Louter Bram Brouwer 11 november 2010 42575 Plan van aanpak voor

Nadere informatie

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land 3 februari 2010 Inhoudsopgave 1. Aanleiding, doel en aanpak 2. Waar wél; concentratiegebieden 3. Waar niét: vrijwaringsgebieden i 4. Overig Nederland

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding 1 Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Versie: 25 april 2013 Opgesteld door: Windgroep Goeree-Overflakkee, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland Aanleiding Waarom zijn

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Ontwerp wijziging PRVS

Ontwerp wijziging PRVS Model bekendmaking regeling provinciale staten 1 8 Ontwerp wijziging PRVS Ontwerp besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van [..], tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie

Nadere informatie

Bijlage 0 bij Nota voor GS 2011-123 CONCEPT. Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, 4 januari 2011

Bijlage 0 bij Nota voor GS 2011-123 CONCEPT. Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, 4 januari 2011 Bijlage 0 bij Nota voor GS 2011-123 CONCEPT Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht Haarlem, 4 januari 2011 Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Wind op Land Noord-Holland 2011 1. Inleiding Met het

Nadere informatie

Houtskoolschets Windstreek 2011

Houtskoolschets Windstreek 2011 Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7 Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 9 Onderwerp: Extra windturbines in gemeente Dalfsen Datum: 25 maart 2013 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 7 Informant: Leonie van Dam

Nadere informatie

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013 FRYSLÂN FOAR DE WYN Plan van aanpak Finale versie, 14 november 2013 Albert Koers, Comité Hou Friesland Mooi Hans van der Werf, Friese Milieu Federatie Johannes Houtsma, Platform Duurzaam Friesland FRYSLÂN

Nadere informatie

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep. Wind Werkt voor Goeree-Overflakkee Samenwerkingsovereenkomst Partijen: 1. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, handelend als bestuursorgaan, namens deze de gedeputeerde voor Economie, Ruimte

Nadere informatie

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer 489015306 {DOS-2007-0015748) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Context Agendaverzoek VVD: Principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van

Nadere informatie

B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer

B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer Partijen: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen, de Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw drs. M.H.

Nadere informatie

Agendapunt 5 Opinienota

Agendapunt 5 Opinienota Agendapunt 5 Opinienota Registratie nr. : 076-2017 Opsteller : Gertjan Leeuw Vergaderdatum: 19 december 2017 Datum voorstel : 31 augustus 2017 Afdeling : Ontwikkeling en Dienstverlening Portefeuillehouder

Nadere informatie

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Samenvatting De gemeente Heumen wil in 2050 energie- en klimaatneutraal zijn. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat de gemeente en haar inwoners ook

Nadere informatie

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 - Windenergie met beleid Brief aan de raadsleden - 1 - 8 juli, 2009 Geachte raadsleden, De behandeling van het agendapunten windenergie zoals recent heeft plaatsgevonden in de commissievergadering Fysieke

Nadere informatie

1 Doel en inhoud evaluatie Aanleiding Doelen Inhoud... 3

1 Doel en inhoud evaluatie Aanleiding Doelen Inhoud... 3 Evaluatie 1 e fase Gebiedsvisie windenergie Drenthe 3-6-2014 Inhoudsopgave 1 Doel en inhoud evaluatie... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelen... 3 1.3 Inhoud... 3 2 Samenvatting kaders windenergie... 3 2.1

Nadere informatie

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle Partijen: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, vertegenwoordigd door gedeputeerde de heer J.F. Weber, daartoe

Nadere informatie

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Samenvatting De gemeente Heumen wil in 2050 energie- en klimaatneutraal zijn. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat de gemeente en haar inwoners ook

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân Waarom windenergie? Steeds meer schone energie De overheid werkt aan een CO2-arme energievoorziening, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Hierover zijn in het energieakkoord tussen Rijk en provincies

Nadere informatie

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom 19 november 2015 1 Opzet presentatie 1. Inleiding 2. Terugblik/voorgeschiedenis 3. Gemeentelijke ambitie vertaald naar

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 14 april 2015 Vragen nr. 27 Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over de toepassing van de "overgangsregeling" als bedoeld in artikel

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde

Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde Partijen: 1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: EZ; 2. De Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen 1 Doelstelling Dordrecht 2015 Routekaart Duurzaamheidsdoelstellingen 2010-2015: Doelstelling 2015 Duurzame energie 132 TJ

Nadere informatie

Beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer. 7 juli 2011

Beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer. 7 juli 2011 Beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer 7 juli 2011 Participatie is een belangrijk onderdeel van het Windplan Wieringermeer. In de Structuurvisie Windplan Wieringermeer valt participatie onder

Nadere informatie

Uitvoering windenergie in relatie tot Crisisen herstelwet/elektriciteitswet 1998. Bijlage 4 bij Windenergie sneller ingepast? Datum 22 juni 2010

Uitvoering windenergie in relatie tot Crisisen herstelwet/elektriciteitswet 1998. Bijlage 4 bij Windenergie sneller ingepast? Datum 22 juni 2010 Uitvoering windenergie in relatie tot Crisisen herstelwet/elektriciteitswet 1998 Bijlage 4 bij Windenergie sneller ingepast? Datum 22 juni 2010 Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Ruimte,

Nadere informatie

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Beleidsnotitie Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Aanleiding De afgelopen periode is de interesse voor kleine windturbines in Nederland toegenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren

Nadere informatie

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 2 maart 2015, tot wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in verband met Wind op Land

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 2 maart 2015, tot wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in verband met Wind op Land Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 2 maart 2015, tot wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in verband met Wind op Land Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelezen de voordracht

Nadere informatie

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied Status: Ontwerp Versie: vastgesteld Provinciale Staten 18 april 2018 1 1 Aanleiding

Nadere informatie

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee Bestuursakkoord Duurzame energie op Goeree-Overflakkee Ondergetekenden: 1. De gemeente Dirksland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door...(naam),...(functie), krachtens het machtigingsbesluit van

Nadere informatie

Factsheet van de nationale, provinciale en lokale beslismomenten van windparken in de Veenkoloniën

Factsheet van de nationale, provinciale en lokale beslismomenten van windparken in de Veenkoloniën Factsheet van de nationale, provinciale en lokale beslismomenten van windparken in de Veenkoloniën 2008 In 2008 is het Nationaal Plan van Aanpak Windenergie opgesteld als uitwerking van het coalitieakkoord

Nadere informatie

Gebiedsfinanciering op andere leest. Vera van Vuuren, programma manager plattelandsontwikkeling en duurzame energie

Gebiedsfinanciering op andere leest. Vera van Vuuren, programma manager plattelandsontwikkeling en duurzame energie Gebiedsfinanciering op andere leest Vera van Vuuren, programma manager plattelandsontwikkeling en duurzame energie Ontwikkelingsbedrijf NHN Doel: Ontwikkelen van economisch potentieel NHN Aandeelhouders

Nadere informatie

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA - Het CDA is altijd terughoudend geweest met het plaatsen van wind op land. In het kader van het nationaal klimaatakkoord zien we wel ruimte voor me er wind op land. Hier worden bij voorkeur locaties

Nadere informatie

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Raadsvoorstel gemeente Coevorden Raadsvoorstel gemeente Coevorden Datum raadsvergadering 22 maart 2016 Versie 1 Agendapunt Naam rapporteur Rv.nr. Openbaar Portefeuillehouder Onderwerp Voorgesteld besluit Aan de raad, H.A. Gortmaker Ja

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE Vastgesteld op 15 december 2011 BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE CODE 110505 / 15-12-11 GEMEENTE HET BILDT 110505

Nadere informatie

Ontwerp Beleidskader Wind op Land

Ontwerp Beleidskader Wind op Land Ontwerp Beleidskader Wind op Land 1. Inleiding De provincie Noord-Holland kiest voor een restrictief beleid voor windenergie op land. In het coalitieakkoord is vastgelegd dat geen uitbreiding plaatsvindt

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt 7 gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt Collegevergadering 6 januari 201 5 inlichtingen Herman Nijman (023 5676889) Registratienummer 2014.0057122

Nadere informatie

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden Datum Februari 2012 Status Definitief in opdracht van Agentschap NL Colofon Projectnaam Projectnummer Versienummer Publicatienummer Locatie Projectleider Contactpersoon

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling G. van Dijk z160020251 Ruimte Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229492 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 20 november 2018 Zaaknummer: 534361 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten : R.A. Kraaijenbrink Team : Maatschappij

Nadere informatie

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 1 Inhoud Duurzame energie in Weert POL en samenwerking Uitgangspunt

Nadere informatie

Waarom windenergie op land?

Waarom windenergie op land? Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 15 oktober 2013 nummer: 2013_BW_00638 Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname Beknopte samenvatting Het college wordt voorgesteld

Nadere informatie

Windplan Wieringermeer onder de Omgevingswet

Windplan Wieringermeer onder de Omgevingswet onder de Omgevingswet Rutger Schonis 15 juni 2016 Programma Toelichting op het Windplan Doorlopen procedure onder de huidige wet- en regelgeving. Hoe zou het Windplan onder de Omgevingswet tot stand zijn

Nadere informatie

RCR en PCR, nu en straks: do s en don ts

RCR en PCR, nu en straks: do s en don ts RCR en PCR, nu en straks: do s en don ts Aaldert ten Veen, Stibbe en Harm Borgers, AT Osborne 12 juni 2015 Wie zijn wij? Harm Borgers Directeur AT Osborne Legal Practice areas Omgevingsrecht Strategievorming

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

UITVOERINGSPROGRAMMA WIND OP LAND PROVINCIE NOORD-HOLLAND 2011

UITVOERINGSPROGRAMMA WIND OP LAND PROVINCIE NOORD-HOLLAND 2011 UITVOERINGSPROGRAMMA WIND OP LAND PROVINCIE NOORD-HOLLAND 2011 4 januari 2011 Concept voor politiek-bestuurlijke besluitvorming (dit uitvoeringsprogramma wordt na bestuurlijke vaststelling vormgegeven

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 4 Onderwerp: Bestemmingsplan Windpark Synergie Nieuwleusen Datum: 16 januari 2018 Portefeuillehouder: dhr. A. Schuurman Decosnummer:

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE Groengebied Amstelland AB 10-11-2011 Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE Bestuurlijke begeleidingsgroep Visie Amstelland Aantal bijlagen:

Nadere informatie

*Z7348DBDA7D* raadsvoorstel. Onderwerp. Uitgangspunten windenergie. Voorstel

*Z7348DBDA7D* raadsvoorstel. Onderwerp. Uitgangspunten windenergie. Voorstel *Z7348DBDA7D* raadsvoorstel Vergadering Gemeenteraad van 20-07-2016 Afdeling Naam opsteller voorstel Portefeuillehouder : Ruimtelijk Beleid : Roij, Maaike van; Arts, Marian : G.J.W. (Geert) Gabriëls Raadsvoorstel:

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2013/4543 Registratiedatum: Afdeling: Leefomgeving Agendapunt: 49-Va-09 Openbaar: Ja X Nee Reden niet openbaar: Onderwerp: Windpark gemeente Kranenburg (DE) Besluit: Kennis te nemen van

Nadere informatie

ONTVANGEN 14 MEI 2014 GRIFFIE ROTIERDAM

ONTVANGEN 14 MEI 2014 GRIFFIE ROTIERDAM ONTVANGEN Rotterdam, 13 mei 2014 14 MEI 2014 Onderwerp: GRIFFIE ROTIERDAM Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (Groenlinks) over windenergie in de haven. Aan de Gemeenteraad.

Nadere informatie

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023; De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter

Nadere informatie

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014 Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014 OPINIERONDE 2 oktober 2014 Agendapuntnummer: 6 Raadsvergadering 16 oktober 2014 Onderwerp: Sociale randvoorwaarden windenergie Registratienummer: 14int03080 Casenr:

Nadere informatie

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat: De Minister van Economische Zaken en De Minister van Infrastructuur en Milieu Overwegende dat: - het wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied dat bestemd zal worden voor het Windpark Zeewolde en

Nadere informatie

Convenant Realisatie Windenergie in de Rotterdamse haven Ondertekend op 5 september 2009 Aan boord van de Nieuwe Maze in de haven van Rotterdam

Convenant Realisatie Windenergie in de Rotterdamse haven Ondertekend op 5 september 2009 Aan boord van de Nieuwe Maze in de haven van Rotterdam Convenant Realisatie Windenergie in de Rotterdamse haven Ondertekend op 5 september 2009 Aan boord van de Nieuwe Maze in de haven van Rotterdam Voorafgaand Een belangrijke doelstelling van het energiebeleid

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college, Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC s HERTOGENBOSCH Uw kenmerk : Datum : 13 oktober 2011 Ons kenmerk : DZH/RO/Wonen 2011-668 Contactpersoon : P. Vermeulen

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018 WELKOM Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018 Agenda 1. Opening, mededelingen, ingekomen stukken 2. Goedkeuring verslag ALV 9 maart 2017 3. Verslag activiteiten 2017 4. Financiën 2017 Staat van baten

Nadere informatie

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1 Coöperatie Windunie U.A. Centrum Publieksparticipatie SWOL Postbus 30316 2500 GH Den Haag Churchilllaan 11 Postbus 4098 3502 HB Utrecht tel +31 (0)30 753 3100 fax +31 (0)30 753 3199 secretariaat@windunie.nl

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming No. 18.0000435-1 Emmeloord, 24 juli 2018. Onderwerp Plan van aanpak zonneweides Advies raadscommissie [ ] Aan de raad. Status: ter besluitvorming Voorgesteld besluit 1. Het instemmen met het plan van aanpak

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42535 24 juli 2017 Besluit van de Minister van Economische Zaken tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het

Nadere informatie

rj) provinsje fryslân provincie fryslân b Provinciale Staten van de provincie Fryslân Leeuwarden, 7 april 2015 Verzonden, 07 APR.

rj) provinsje fryslân provincie fryslân b Provinciale Staten van de provincie Fryslân Leeuwarden, 7 april 2015 Verzonden, 07 APR. provinsje fryslân provincie fryslân b postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 rj) Provinciale Staten van de provincie Fryslân www.fryslan.nl

Nadere informatie

Programma vanavond.

Programma vanavond. Programma vanavond Presentatie gedeputeerde Talsma Presentatie initiatiefnemers Windpark Westfrisia Mogelijkheid tot stellen van vragen Afspraken vervolgtraject Informatiemarkt met koffie/thee en verdere

Nadere informatie

Flevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Flevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie CDA - Ja. Het CDA zet de komende jaren in op zon, wind, aardwarmte en andere vormen van alternatieve. Het CDA steunt de provinciale beleidslijn. Dat geldt ook voor beleid dat al is ingezet, bijvoorbeeld

Nadere informatie

voorstel aan de raad Startdocument Rijnenburg en Reijerscop Wersch, S.A.G. van (Susan) Kenmerk Raadsinformatiebijeenkomst

voorstel aan de raad Startdocument Rijnenburg en Reijerscop Wersch, S.A.G. van (Susan) Kenmerk Raadsinformatiebijeenkomst voorstel aan de raad Opgesteld door Ontwikkelorganisatie Ruimte Wersch, S.A.G. van (Susan) Kenmerk 4445445 Vergadering Vergaderdatum 6 juni 2017 Jaargang en nummer Geheim Portefeuille Raadsinformatiebijeenkomst

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie Wijhe, 20 februari 2018 doc. nr.: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding....3 2. Zienswijzen en beantwoording..... 3 3. Samenvatting wijzigingen...7

Nadere informatie

1. Om bijgaande notitie uitgangspunten windenergie vast te stellen. 2. Om kennis te nemen van de bijgaande kaarten windenergie.

1. Om bijgaande notitie uitgangspunten windenergie vast te stellen. 2. Om kennis te nemen van de bijgaande kaarten windenergie. Raadsvoorstel Raadsvergadering : 15 maart 2016 Voorstel : 2016-025 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2016/744190 Documentnummer : 1894/2016/744825 Datum collegebesluit : 29 februari 2016 Onderwerp Uitgangspunten

Nadere informatie

Antwoordnota fase 3 Windpark Wieringermeer

Antwoordnota fase 3 Windpark Wieringermeer Antwoordnota fase 3 Windpark Wieringermeer Overzicht van zienswijzen op de ontwerp-besluiten van het Windpark Wieringermeer & beantwoording ervan Inhoudsopgave (zie ook opzet nota van beantwoording) 1.

Nadere informatie

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen naar aanleiding van introductie wethouder Wagemakers Hoe is de provincie tot de keuze van de twee locaties gekomen? In de provincie Zuid Holland wordt

Nadere informatie

Grootschalige wind- en zonneenergie. Uitkomsten Haalbaarheidsonderzoek. 14 november 2018

Grootschalige wind- en zonneenergie. Uitkomsten Haalbaarheidsonderzoek. 14 november 2018 Grootschalige wind- en zonneenergie De Kempen Uitkomsten Haalbaarheidsonderzoek 14 november 2018 1 Doel: Het informeren van raadsleden en commissieleden over proces grootschalige zonne- en windenergie

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 30 juni 2015. Vragen nr. 27

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 30 juni 2015. Vragen nr. 27 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 30 juni 2015 Vragen nr. 27 Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over de toepassing van de "overgangsregeling" als bedoeld in artikel

Nadere informatie

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Opsterland. Nr. 25469 16 februari 2017 AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND 1.INLEIDING ZONNE-ENERGIE IN OPKOMST Het

Nadere informatie

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is. ... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld. Statenfractie Groen Links De heer A. Uijlenhoet Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluiten:

Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluiten: Besluit van provinciale staten van Noord-Holland van 17 december 2012, tot wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in verband met wind op land. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelezen

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

Verzenddatum O 9 OKT Paraaf Provin. retaris. Onderwerp Zienswijze op NRD van het PlanMER Structuurvisie Windenergie op Land

Verzenddatum O 9 OKT Paraaf Provin. retaris. Onderwerp Zienswijze op NRD van het PlanMER Structuurvisie Windenergie op Land ^7 ZUID HOLLAND 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Reg Istratienummer PZH-2012-351881737 (DOS-2007-001 5748) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 9 oktober

Nadere informatie

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt. CDA - Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen. Onduidelijk. ChristenUnie 2035: 60% 2045: 100% 2050: 100% klimaatneutraal Ja. Net als zonnedaken en windmolens op zee, zijn windmolens op

Nadere informatie

PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG

PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Utrecht, 6 april 2012 Betreft: Structuurvisie Wind op Land

Nadere informatie

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in 2020 20%

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in 2020 20% Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van Zoals hierboven geschetst staat D66 Ik sta hier gedeeltelijk achter Omdat dit omwonenden een prima voor het plaatsen van deze instrumentarium

Nadere informatie

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf.

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf. Ontwerp Partiële herziening 2013 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 uitbreiding zoekgebieden windturbineparken Eemshaven en Delfzijl. Inleiding Op 22 januari 2013 hebben de gezamenlijke

Nadere informatie

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017 Windinitiatief AkzoNobel Bijeenkomst klankbordgroep - 2 25 oktober 2017 Agenda 1. Opening, notulen, procesparticipatie 2. Beantwoording vragen 3. Fase afgerond en procedures 4. Tijdspad 5. Volgend overleg

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken. 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks

Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken. 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks Onderwerpen Belangrijkste besluitvormingstrajecten: projectplan Waterwet,

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie Sociale Windenergie & Windenergie langs de A16 1 Ons idee Samen Sociale Windenergie realiseren door samenwerking lokale initiatieven in Zundert?? 2 Wat zijn onze doelstellingen? DUURZAAM LOKAAL BETAALBAAR

Nadere informatie