Fiscale gevolgen van een vermogensaftrek in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fiscale gevolgen van een vermogensaftrek in Nederland"

Transcriptie

1 Fiscale gevolgen van een vermogensaftrek in Nederland 8 juli 2011 Naam: Studie: Examencommissie: Monique Broos Master Fiscaal Recht Prof. dr. P.H.J. Essers Mr. S.M.H. Dusarduijn

2 Voorwoord Het schrijven van deze scriptie en het verdedigen ervan vormt het sluitstuk van mijn studie fiscaal recht aan de Universiteit van Tilburg. Een leerzame en mooie studententijd, waarin het woord scriptie nog al eens het verboden onderwerp was. Daarom wil ik enkele mensen bedanken voor de motiverende gesprekken. Allereerst wil ik mijn ouders bedanken voor het financieel ondersteunen van mijn studie en studententijd, waarbij zij altijd hun vertrouwen hebben geuit in een goede afloop hiervan. Ook wil ik mevrouw S.M.H. Dusarduijn bedanken voor de opbouwende, motiverende, maar vooral ook gezellige gesprekken. 2 P a g i n a

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave... 3 Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Opbouw en afbakening... 8 Hoofdstuk 2 Huidige fiscale behandeling van rente en dividend Inleiding Onderscheid rente en dividend in de Wet Vpb 1969 op niveau van de vennootschap Onderscheid rente en dividend in de Wet Vpb 1969 in samenhang met de vermogensverschaffer Vennootschapsbelasting Inkomstenbelasting Samenvatting en conclusie Hoofdstuk 3 Behandeling rente en dividend volgens de notionele interestaftrek in België Inleiding Achtergrond notionele interestaftrek in België Werking notionele interestaftrek in België Toepassing van de aftrek Omvang van de aftrek Behandeling rente en dividend volgens het systeem van notionele interestaftrek in België op het niveau van de vennootschap Behandeling rente en dividend volgens het systeem van notionele interestaftrek in België in samenhang met de vermogensverschaffer Vennootschapsbelasting EG-recht Antimisbruikbepalingen Samenvatting en conclusie Hoofdstuk 4 Behandeling rente en dividend volgens de door de Studiecommissie voorgestelde vermogensaftrek Inleiding Achtergrond vermogensaftrek Werking vermogensaftrek Toepassing vermogensaftrek Omvang vermogensaftrek P a g i n a

4 4.4 Behandeling rente en dividend volgens de vermogensaftrek op het niveau van de vennootschap Behandeling rente en dividend volgens de vermogensaftrek in samenhang met de vermogensverschaffer Vennootschapsbelasting Inkomstenbelasting EG-recht Antimisbruikbepalingen Conclusie Hoofdstuk 5 Conclusie en aanbevelingen Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage P a g i n a

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding Om een onderneming te drijven en de ondernemingsactiviteiten verder uit te kunnen breiden dient de onderneming over voldoende kapitaal te beschikken. Voor het kapitaliseren van de vennootschap bestaan twee opties. Eerste optie is dat de vennootschap vreemd vermogen aantrekt, waardoor een schuld aan de crediteur ontstaat waarover de vennootschap rente verschuldigd is (winstsfeer). Tweede optie is dat de aandeelhouder kapitaal (eigen vermogen) stort in de onderneming (kapitaalsfeer). Het totaalwinstbegrip in de Wet op de VPB 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) maakt een onderscheid tussen de winst- en kapitaalsfeer voor de fiscale behandeling van de vergoeding op en de mutaties van het beschikbaar gestelde kapitaal. Verschil is dat verschuldigde rente op aangetrokken geldleningen 1 in beginsel fiscaal aftrekbaar is van de winst van de debiteur, terwijl de vergoeding voor het verschaffen van kapitaal, het dividend, niet fiscaal aftrekbaar is in de Wet Vpb 1969 op grond van art. 10, eerste lid, onderdeel a Wet Vpb Deze ongelijke fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen zorgt voor verschillende verstoringen. Ten eerste wordt de investerings- en financieringsbeslissing van vennootschappen verstoord, omdat het financieren van de vennootschap met vreemd vermogen in veel gevallen fiscaal voordeliger is dan financiering met eigen vermogen. 2 Deze verstoring werkt in de hand dat vennootschappen bedrijfseconomisch eigen vermogen presenteren als fiscaal vreemd vermogen. Om dit te voorkomen heeft de wetgever reparatiewetgeving in de vorm van renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969 ingevoerd en zijn tal van arresten gewezen om fiscaal interessante constructies te lijf te kunnen gaan. De Wet Vpb 1969 is hierdoor complexer geworden en door de talrijke en snelle wetswijzigingen is de rechtszekerheid van vennootschappen aangetast. Ten tweede ontstaat internationale arbitrage in de financieringsstructuur van vennootschappen door de ongelijke fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen. Zo vormt het Bosal-lek een mismatch in grensoverschrijdende situaties, waarin een Nederlandse vennootschap een buitenlandse deelneming extern financiert, en worden bedrijfsovernames door met name buitenlandse private equity funds excessief gefinancierd met vreemd vermogen. In beiden situaties is de verschuldigde rente aftrekbaar op de Nederlandse belastinggrondslag. Dit resulteert in uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag in internationaal concernverband. De renteaftrek op vreemd vermogen en het niet aftrekbaar zijn van dividend in de Wet Vpb 1969 zorgt sinds geruime tijd voor discussie en wetswijzigingen. Vooralsnog is de wetgever niet overgegaan tot een fundamentele herziening van de ongelijke behandeling van rente en dividend in de Wet Vpb 1969, maar heeft zij reparatiewetgeving ingevoerd om uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag te 1 Voor de kwalificatie van geldlening wordt in beginsel aangesloten bij de civielrechtelijke vorm, tenzij sprake is van een schijnlening, deelnemerschapslening of bodemlozeputlening (Zie HR 27 januari 1988, BNB 1988/217). 2 Dit zal nader toegelicht worden in hoofdstuk 2 van deze scriptie. 5 P a g i n a

6 voorkomen. 3 Verschillende fiscalisten pleiten echter voor een fundamentele herziening van de ongelijke behandeling van rente en dividend. Verschillende oplossingsrichtingen zijn hierbij aangedragen: een systeem waarin rente en dividend beiden niet aftrekbaar zijn, 4 beiden aftrekbaar, 5 defiscalisering van de groepsrente, 6 groepsrentebox in combinatie met specifieke renteaftrekbeperkingen voor deelnemingskosten en overnameholdings 7 en invoering van een generieke aftrekbeperking. 8 Ook in de media ontstond discussie over de renteproblematiek en hieruit voortvloeiende uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag door constructies van multinationals. 9 Dit leidde tot moties 10 in de Tweede Kamer en uiteindelijk tot een spoeddebat over de winstbelasting van multinationals op 28 februari In de tussentijd zijn verschillende onderzoeken de revue gepasseerd. Uit onderzoek van het CBS 12 volgt dat Nederlandse multinationals in vergelijking met overige ondernemingen een relatief lage VPB-druk kennen door de fiscale faciliteiten van concernfinanciering. In het daaropvolgende Consultatiedocument Mogelijke aanpassingen in de vennootschapsbelasting 13 van 15 juni 2009 werd de introductie van een verplichte groepsrentebox en specifieke als algemene renteaftrekbeperkingen geopperd. De staatssecretaris ziet echter af van invoering van de in dit document voorgestelde verplichte groepsrentebox vanwege nadelige effecten van deze box op het investeringsklimaat in Nederland. 14 Daarnaast bevatten de voorgestelde aftrekbeperking voor deelnemingsrente en de earningsstrippingsmaatregel volgens de staatssecretaris EG-rechtelijke risico s, omdat een beperking van de renteaftrek in binnenlandse situaties voorkomen kan worden door een fiscale eenheid aan te gaan, hetgeen in grensoverschrijdende situaties niet mogelijk is. Het Europees Hof van Justitie (hierna: HvJ EG) heeft echter op prejudiciële vragen met betrekking tot het X Holding BV arrest 15 geoordeeld dat art. 43 en art. 48 zich hier niet tegen verzetten daar de 3 Ingevoerd zijn o.a. art. 10a Wet Vpb 1969 (1997), art. 15ad Wet Vpb 1969 (ingevoerd in 1997, afgeschaft met invoering van de Wet Werken aan Winst in 2007) en art. 10d Wet Vpb 1969 (2004). 4 Bepleit door J.A.G. Van der Geld, De behandeling van rente in de VPB heroverwogen, WFR 2009/145, p Ook wel Allowance for Corporate Equity (ACE) genoemd. Voorgesteld in: IFS Capital Taxes Group, Equity for companies: A corporation tax for the 1990s, april 1991, p Bepleit door F.A. Engelen, H. Vording en S. van Weeghel in: Wijziging van belastingwetten met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het verbeteren van het fiscale vestigingsklimaat, WFR 2008/6777, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 6, p (variant 1) 8 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 6, p (variant 2). Ook betoogt door Van der Geld indien niet over wordt gegaan tot defiscalisering van (groeps)rente in: J.A.G. Van der Geld, De behandeling van rente in de VPB heroverwogen, WFR 2009/145, p Zie o.a.: V. Houlder, One-third of biggest UK businesses pay no tax, Financial Times, 27 augustus 2007, J. Wester, Overgenomen op eigen kosten, en die van u! Hoe private equity opgekochte bedrijven leegzuigt, NRC Handelsblad 3 november 2007, J. Dohmen, Multinationals betalen vrijwel geen belasting, NRC Handelsblad, 21 februari 2008 en J. Dohmen, Fiscale cadeautjes voor multinationals, NRC Handelsblad 21 februari Kamerstukken II 2007/08, , nr. 1, p. 1 en Kamerstukken II 2007/08, , nr. 2, p Aanhangsel Handelingen II 2007/08, nr. 57, p Centraal Bureau voor de Statistiek, De effectieve druk van de VPB, , Centraal Bureau voor de Statistiek Den Haag/Heerlen, 20 oktober 2008, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 6, p Kamerstukken II 2009/10, , nr. 9, p Prejudiciële beslissing HvJ EG 17 april 2010, 2010/C 100/04, in de zaak X Holding BV (C-337/08). 6 P a g i n a

7 buitenlandse dochtervennootschap voor de belasting van haar winst niet is onderworpen aan de belastingwet van deze lidstaat. Hierdoor lijkt het risico op strijdigheid met het EG-recht beperkt. De staatssecretaris van Financiën heeft de Studiecommissie Belastingstelsel verzocht een voorstudie te verrichten naar een mogelijke herziening van het Nederlandse belastingstelsel voor een betere verdeling van de VPB-druk tussen nationaal en internationaal opererende ondernemingen. 16 Belangrijkste taak is het formuleren van een oplossing voor de ongelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen, waardoor de investerings- en financieringsbeslissing van vennootschappen wordt verstoord en internationale arbitrage in de financieringsstructuur van vennootschappen ontstaat (o.a. Bosal-lek en overnameholdingproblematiek). Daarnaast dient de herziening het fiscale vestigingsklimaat in Nederland te bevorderen. In het rapport acht de Studiecommissie defiscalisering van de rente in de Wet Vpb 1969 niet wenselijk, vanwege nadelige gevolgen van defiscalisering voor buitenlandse investeerders in reële activiteiten. 17 Voorstel van de Studiecommissie is een vermogensaftrek en vermogensbijtelling in de Wet Vpb 1969 in te voeren. Deze voorgestelde vermogensaftrek houdt een forfaitaire aftrek in over het eigen vermogen van de vennootschap van bijvoorbeeld 4%. Een vergelijkbare vermogensaftrek, de notionele interestaftrek, is sinds 1 januari 2006 van toepassing in België. 18 Belgische vennootschappen kunnen een forfaitair bedrag van het gecorrigeerd eigen vermogen in aftrek brengen op de belastbare winst. 19 Zowel de Belgische vermogensaftrek als de voorgestelde Nederlandse vermogensaftrek verkleinen de discriminatie tussen de financiering met vreemd vermogen en de financiering met eigen vermogen, waardoor een meer neutrale behandeling van rente en dividend ontstaat. Een belangrijk verschil tussen de voorgestelde vermogensaftrek in Nederland met de Belgische notionele interestaftrek, is dat de voorgestelde vermogensaftrek omslaat in een bijtelling indien sprake is van negatief eigen vermogen. Deze vermogensbijtelling werkt in principe hetzelfde als een vermogensaftrek. Indien de vennootschap negatief eigen vermogen heeft, resulteert geen aftrek, maar bijtelling van een forfaitair bedrag van het negatief eigen vermogen, waardoor een hogere fiscale winst resulteert. Deze bijtelling staat dan tegenover de aftrek van financieringskosten van de deelnemingen en werkt dus feitelijk als een aftrekbeperking voor die kosten. Deze bijtelling zou het Bosal-lek moeten dichten. 16 Kamerstukken II 2009/10, , nr. 9, p Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april 2010, p. 88. Zie ook bijlage 3 van deze scriptie, waarin middels doorberekening van het systeem van defiscalisering van de groepsrente duidelijk wordt dat in geval een buitenlandse vennootschap in Nederland investeert, de vergoeding over het geïnvesteerde geld bij de Nederlandse debiteur niet aftrekbaar is, maar wel belast wordt bij de buitenlandse investeerder, hetgeen resulteert in een hogere belastingdruk op het geïnvesteerde vermogen. 18 Wet van 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal, B.S. 30 juni Art. 205bis jo. art. 205ter 1 WIB P a g i n a

8 1.2 Probleemstelling De Studiecommissie stelt voor de vermogensaftrek in de winstbelasting (zowel in de VPB als in de IB) verder uit te werken en de gevolgen hiervan verder in kaart te brengen. 20 In deze scriptie zal ik onderzoek verrichten naar de gevolgen van invoering van een vermogensaftrek/-bijtelling op het niveau van de vennootschap en op het niveau van de vermogensverschaffers van de vennootschap in de VPB en IB. Het onderzoek beperkt zich tot 3 soorten vermogensverschaffers: de nationale en internationale moedervennootschap met ten minste 5% van de aandelen in de dochtervennootschap in de VPB en de aanmerkelijkbelanghouder in de IB. In dit onderzoek is met name van belang of de voorgestelde vermogensaftrek de verstoring van de financieringsbeslissing en internationale arbitrage in de financieringsstructuur opheft/vermindert, zodat deze een beter alternatief kan vormen voor de bestaande ongelijke fiscale behandeling van rente en dividend in de Wet Vpb 1969 en ingewikkelde reparatiewetgeving kan worden voorkomen. De algemene centrale probleemstelling in deze scriptie luidt: Dient de verschillende fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen in de Wet Vpb 1969 opgeheven te worden middels invoering van een vermogensaftrek /-bijtelling? Deelvragen: Zorgt invoering van een vermogensaftrek/-bijtelling voor een meer neutrale behandeling van rente en dividend in de sfeer van de VPB en IB, waardoor de verstoring van financieringsbeslissingen van vennootschappen kan worden verminderd/opgeheven? En: Voorkomt/vermindert een invoering van een vermogensaftrek/-bijtelling internationale arbitrage/ uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag?(zoals mismatch deelnemingskosten/overnameholdings) Bij de beantwoording van de hoofdvraag en deelvragen zal het doel van de voorgestelde Nederlandse vermogensaftrek tot stimulering van de financiering van ondernemingen met eigen vermogen, het bewerkstelligen van een fiscaal interessant vestigingsklimaat in Nederland en het creëren van een eenvoudigere VPB mede in overweging worden genomen. 1.3 Opbouw en afbakening In hoofdstuk 2 wordt de huidige ongelijke fiscale behandeling van rente en dividend in de huidige Wet Vpb 1969 beschreven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de behandeling van rente en dividend op het niveau van de vennootschap en op het niveau van de vennootschap en haar 20 Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april 2010, p. 91 en p P a g i n a

9 vermogensverschaffers in de VPB en in de IB. In de VPB wordt tevens onderscheidt gemaakt tussen een nationale en internationale moedervennootschap. In hoofdstuk 2 zal tevens ingegaan worden op de verschillende verstoringen in de VPB veroorzaakt door de ongelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen. De Mooij verdeelt in zijn oratie deze verstoringen als volgt: verstoring van de financieringsbeslissing, internationale arbitrage in de financieringsstructuur, verstoring van de investeringen, verstoring van de locatiekeuze en internationale arbitrage bij het vaststellen van interne verrekenprijzen. 21 In mijn scriptie zal ik mij beperken tot de eerste twee verstoringen; verstoring van de financieringsbeslissing en internationale arbitrage in de financieringsstructuur. Voor de IB onderscheid ik 2 soorten vermogensverschaffers: de IB-ondernemer in box 1 en de AB-houder in box 2. Een vergelijkbare vermogensaftrek, de notionele interestaftrek, zoals deze sinds 2006 van toepassing is in België, zal in hoofdstuk 3 worden beschreven. Allereerst wordt in hoofdstuk 3 de algemene werking van de notionele interestaftrek toegelicht. Ook zal de behandeling van rente en dividend op het niveau van de vennootschap en de behandeling van rente en dividend van de vennootschap in samenhang met haar vermogensverschaffers worden beschreven. Hierin zullen ook de internationale aspecten van de notionele interestaftrek worden besproken. In hoofdstuk 4 zal de door de Studiecommissie voorgestelde vermogensaftrek worden behandeld. Omdat de voorgestelde vermogensaftrek sterke gelijkenissen vertoont met de notionele interestaftrek in België zal de vermogensaftrek worden vergeleken met de Belgische regeling. Tevens zal de behandeling van rente en dividend op het niveau van de vennootschap en de behandeling van rente en dividend van de vennootschap in samenhang met haar vermogensverschaffers worden beschreven. Hoofdstuk 5 zal de conclusie en aanbevelingen bevatten. 21 R.A. de Mooij, Heeft de VPB een toekomst?, inaugurele rede Erasmus Universiteit Rotterdam, 2003, p P a g i n a

10 Hoofdstuk 2 Huidige fiscale behandeling van rente en dividend 2.1 Inleiding Paragraaf 2.2 behandelt de huidige ongelijke behandeling van rente en dividend in de Wet Vpb 1969 op het niveau van de vennootschap en de gevolgen hiervan voor de financieringsbeslissing van vennootschappen. Paragraaf 2.3 behandelt vervolgens de huidige behandeling van rente en dividend op het niveau van de vennootschap en vermogensverschaffer in de vennootschapsbelasting (hierna: VPB) en inkomstenbelasting (hierna: IB). Doel is de huidige internationale arbitrage in concernverband, deels veroorzaakt door de ongelijke behandeling van rente en dividend, nader toe te lichten. Hier ontstaat mijns inziens de belangrijkste onevenwichtigheid in het stelsel van aftrekbaarheid van rente en niet-aftrekbaarheid van dividend, welke zorgt voor de aanhoudende discussie omtrent de renteproblematiek. In deze paragraaf zal ook de behandeling van de vermogensverschaffer in de IB behandeld worden. Het streven van de wetgever tot het bereiken van een globaal evenwicht tussen de IB-ondernemer en de directeur-grootaandeelhouder (hierna: DGA) zal nader besproken worden. Ten slotte sluit ik dit hoofdstuk af met een conclusie in paragraaf Onderscheid rente en dividend in de Wet Vpb 1969 op niveau van de vennootschap Volgens het klassiek stelsel in de Wet Vpb 1969 wordt de winst van een rechtspersoon op zelfstandige basis in de belastingheffing betrokken. 22 Het belasten van de vennootschap geschiedt middels de schakelbepaling van art. 8, eerste lid, Wet Vpb 1969 volgens het totaalwinstbegrip van art. 3.8 Wet IB De fiscale winst van de vennootschap wordt dus bepaald op basis van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit vennootschap. Ondernemingskosten zijn aftrekbaar indien deze met het oog op de zakelijke belangen van de vennootschap zijn gemaakt. 23 Hierdoor is verschuldigde rente op aangetrokken geldleningen in beginsel 24 aftrekbaar op de winst van de vennootschap. De vergoeding voor het verschaffen van (aandelen)kapitaal door de aandeelhouder(s) wordt van aftrek op de fiscale winst uitgesloten op grond van art. 10, eerste lid, onderdeel a Wet Vpb Door de ongelijke behandeling van rente en dividend in de Wet Vpb 1969 bestaat op het niveau van de vennootschap een ongelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen. In welke mate deze ongelijke behandeling van de financieringsbeslissing van de vennootschap verstoort, is niet eenduidig te beantwoorden. Feit is dat de gemiddelde kapitaalkost voor vermogen 25 vermindert in geval van toename van financiering van de vennootschap met vreemd vermogen. Deze lagere kosten zijn te 22 N.H. de Vries en R.J. de Vries, Cursus belastingrecht: VPB, Deventer: Kluwer 2006, p Zie o.a.: HR 9 maart 1983, BNB 1983/202 (1 ste Cessna-arrest). 24 Renteaftrek kan echter beperkt worden door het arm s length beginsel van art. 8b Wet Vpb 1969 voor zover de rente in gelieerde verhoudingen niet zakelijk is, art. 8c Wet Vpb 1969, art. 10 lid 1 sub d Wet Vpb 1969 en art. 10d Wet Vpb In de Corporate Finance beter bekend als weighted average cost of capital (WACC). Zie: J. Berk en P. DeMarzo, Corporate Finance, Boston: Pearson 2007, p P a g i n a

11 verklaren door het ontstaan van een hogere belastingaftrek door de aftrekbaarheid van rente. 26 In het algemeen is het hierdoor aantrekkelijker de vennootschap te financieren met vreemd vermogen in plaats van met eigen vermogen. Dit kan leiden tot overmatige financiering van de onderneming met vreemd vermogen, 27 waardoor de solvabiliteitspositie en liquiditeitspositie van de onderneming kan worden aangetast en de vennootschap vatbaarder is voor faillissement. Stevens ziet deze bevoordeling van financiering van vreemd vermogen boven eigen vermogen zelfs als de meest in het oogspringende onevenwichtigheid van de Nederlandse VPB, welke verdere herstelwerkzaamheden nodig maakt. 28 Deze verstoring werkt immers in de hand dat vennootschappen bedrijfseconomisch eigen vermogen presenteren als fiscaal vreemd vermogen. 29 De Hoge Raad heeft in enkele arresten het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen op fiscaal gebied afgebakend. In de jurisprudentie 30 vormt de civielrechtelijke kwalificatie van de vermogensverstrekking als geldlening of kapitaalverstrekking het uitgangspunt. Uitzondering op deze hoofdregel vormen de schijn- 31 deelnemerschap- 32 of bodemlozeputlening. 33 In deze gevallen zal een civielrechtelijke geldlening worden geherkwalificeerd als kapitaalverstrekking. Daarnaast heeft de wetgever beperkingen van de renteaftrek in de Wet Vpb 1969 ingevoerd. Deze beperkingen spelen met name binnen concernverband en zullen kort worden besproken in paragraaf van dit hoofdstuk. Hofstra verdedigt de niet-aftrekbaarheid van dividend in het klassieke stelsel door te stellen dat de uitdeling van dividend voor de vennootschap geen fiscale kostenpost vormt, maar een besteding van inkomen (winst). 34 In geval van een DGA als enig aandeelhouder van zijn BV is dit mijns inziens een plausibel argument. De DGA heeft immers volledig zeggenschap over de uitdeling van de winst van de BV en is hierdoor in feite een verlengstuk van de BV. Het uitkeren van dividend kan worden beschouwd als een onttrekking uit de BV. Op basis van het totaalwinstbegrip worden deze dan ook niet meegenomen in het bepalen van de winst van de vennootschap. Betoogd kan worden dat het motief tot betaling van het dividend in de privésfeer ligt in plaats van in de zakelijke sfeer. De leer van het globale evenwicht is hier van belang. Grapperhaus, 35 Strien 36 en Vleggeert 37 betogen dat de 26 In de Corporate Finance beter bekend als interest tax shield. Zie: J. Berk en P. DeMarzo, Corporate Finance, Boston: Pearson 2007, p Van der Geld spreekt over ingebouwde neiging tot ongezonde financiering van de onderneming in: J.A.G. van der Geld, Enkele fiscaal-technische opmerkingen bij het rapport Verbreding en verlichting van de Studiegroep-VIP, WFR 2001/6452, p L.G.M. Stevens, Fiscale beleidsnotities 2005, WFR 2004/6593, p Zie ook: J. van Strien, Naar een fundamenteel andere behandeling van eigen en vreemd vermogen, in: D.A. Albregtse en P. Kavelaars, Maatschappelijk heffen deel 1 De wetenschap, Deventer, Kluwer: 2006, p. 557 en essay van A.L. Bovenberg en L.G.M. Stevens, Het fiscale stelsel van de toekomst: eenvoud, neutraliteit en draagkracht, p.6, in: Bijlage Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april HR 27 januari 1988, BNB 1988/217, r.o. 4.2 (Bodemlozeput-arrest). 31 HR 3 november 1954, BNB 1954/357 en HR 27 januari 1988, BNB 1988/217, r.o HR 11 maart 1998, BNB 1998/208 en HR 25 november 2005, BNB 2006/ HR 11 maart 1988, BNB 1998/ H.J. Hofstra, Algemene belastingherziening, WFR 1962/4594, p F.H.M. Grapperhaus, De besloten NV fiscaal vergeleken met de persoonlijke ondernemer en met de open NV, Amsterdam: J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de VPB, Deventer: Kluwer 2007, p J. Vleggeert, Aftrekbeperkingen van rente in het internationale belastingrecht, Deventer: Kluwer 2009, p P a g i n a

12 rechtsgrond en functie van de VPB in samenhang met de IB bezien dient te worden. In Box 2 wordt rekening gehouden met de heffing van VPB op het niveau van de BV. Zij stellen dat de VPB een complementaire functie heeft ten opzichte van de IB. Zonder VPB zouden ondernemingswinsten immers onbelast ondergebracht kunnen worden in een vennootschap tot het moment waarop deze worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Op het argument van Hofstra zijn door Meeles en van Dijck echter sterke kritieken geuit. Meeles betoogt dat een zakelijk bepaalde vergoeding voor vermogensverschaffing, een uitdeling van dividend, een element van inkomensvorming is in plaats van inkomensbesteding door de vennootschap. 38 Hij benadrukt dat geen sprake kan zijn van inkomensbesteding als een vennootschap dividend moet betalen, omdat haar aandeelhouders zo ver van haar af zijn komen te staan, dat de vennootschap als verzelfstandigd moet worden beschouwd en de aandeelhouders niet meer zijn dan postconcurrente crediteuren. 39 Meeles doelt hier mijns inziens op ondernemingen waarin het controlerende belang van de aandeelhouders meer verspreid is. Deze zelfstandigheidsgedachte gaat er vanuit dat de vennootschap een entiteit is, welke zelfstandig in de belastingheffing kan worden betrokken, zonder de aandeelhouders in ogenschouw te nemen bij de belastingheffing daarvan. Op basis hiervan kan betoogd worden dat de uitdeling van dividend, evenals de betaling van rente aan schuldeisers, een verplichting voor de vennootschap vormt. Daarnaast vraagt Van Dijck zich af waarom de arbeidsbeloning een fiscale kostenpost kan vormen en de beloning voor het beschikbaar stellen van kapitaal niet. 40 Meeles betoogt dat, indien de vennootschap zelfstandig in de VPB-heffing wordt betrokken, ook de beloning van alle productiefactoren gelijk behandeld dienen te worden. 41 Naar mijn mening is het klassieke stelsel in de Wet Vpb 1969 zowel gebaseerd op de zelfstandigheidsgedachte als de theorie van het globale evenwicht, maar heeft de leer van het globale evenwicht de overhand. De winst van de rechtspersoon wordt op zelfstandige basis in de belastingheffing betrokken. Volgens de zuivere zelfstandigheidsgedachte zouden echter ook dividendbetalingen aftrekbaar moeten zijn als winstbepalende uitgave. Deze theorie kan met name van belang zijn bij ondernemingen waarin het controlerende belang van aandeelhouders meer verspreid is. Kanttekening is echter dat de betaling van belasting door rechtspersonen in feite altijd wordt afgewenteld op de achterliggende aandeelhouders. Dit is duidelijk terug te herleiden in geval van een DGA als enig aandeelhouder van zijn BV. Zonder DGA zou de vennootschap niet bestaan en deze kan aldus niet los gezien worden van de DGA. De leer van het globale evenwicht is hier van belang. De enig aandeelhouder heeft volledige zeggenschap over de uitdeling van de winst van de BV, welke tegen een op het VPB-tarief afgestemd tarief wordt belast in box D.A.M. Meeles, Moet de VPB worden afgeschaft?, in: Quod licet Jovi (Brüll-bundel), Deventer: Uitgeverij Fed b.v. 1983, p In: J. Vleggeert, Aftrekbeperkingen van rente in het internationale belastingrecht, Deventer: Kluwer 2009, p J.E.A.M. van Dijck, Algemene belastingherziening, TVVS 1962, p D.A.M. Meeles, Moet de VPB worden afgeschaft?, in: Quod licet Jovi (Brüll-bundel), Deventer: Uitgeverij Fed b.v. 1983, p P a g i n a

13 Mijns inziens dient de rechtsgrondslag voor de VPB een belastingheffing op overwinsten te zijn, gebaseerd op het buitenkansbeginsel, waarin belastingheffing plaatsvindt in zoverre de verkrijger in een bevoorrechte positie verkeert. 42 Zodoende ontstaat een rechtsgrondslag voor de VPB, waarin de aandeelhouders indirect belast worden voor de bevoorrechte verkrijging. De normale vergoeding voor het ter beschikking stellen van productiefactoren behoren niet tot deze bevoorrechte verkrijging en dienen uit de winst geëlimineerd te worden. Zo is de vergoeding (loon) voor het ter beschikking stellen van de productiefactor arbeid fiscaal aftrekbaar evenals het ter beschikking stellen van de productiefactor vreemd vermogen. Deze ondernemingskosten zijn aftrekbaar voor zover zij zakelijk zijn, dus de normale vergoeding hiervoor niet te boven gaan. 43 Je kunt betogen dat alsook de vergoeding voor het ter beschikking stellen van (aandelen)kapitaal aftrekbaar dient te zijn. Overwinsten worden vervolgens belast met VPB, waardoor een overwinstbelasting resulteert. 2.3 Onderscheid rente en dividend in de Wet Vpb 1969 in samenhang met de vermogensverschaffer Vennootschapsbelasting Indien een (dochter)vennootschap gefinancierd wordt met vreemd vermogen is de verschuldigde rente in beginsel aftrekbaar op de fiscale winst van de (dochter)vennootschap en is de ontvangen rente bij de crediteur (moedervennootschap) belast. In binnenlands concernverband bestaat aldus evenwicht tussen de aftrekbaarheid en belastbaarheid van de rente. In tegenstelling tot veel andere landen heft Nederland geen bronbelasting over de rentebetalingen. De gecombineerde belastingdruk op rente bedraagt derhalve maximaal 25%. 44 Indien de vennootschap wordt gefinancierd met eigen vermogen is het dividend niet aftrekbaar op de winst van de vennootschap. 45 Bij het uitkeren van de winst aan de (moeder)vennootschap wordt in beginsel dividendbelasting ingehouden, maar deze wordt in moeder-dochterverband vrijgesteld. 46 Op het niveau van de aandeelhouder resulteert in beginsel belastbaarheid van de voordelen uit de gehouden aandelen. Indien de aandeelhouder ten minste 5% van de aandelen in de dochter houdt worden deze voordelen vrijgesteld van belastingheffing bij de moeder door toepassing van de deelnemingsvrijstelling, 47 waardoor economische dubbele belastingheffing wordt voorkomen. Winsten worden enkel op het niveau van de dochtervennootschap belast, waardoor de gecombineerde belastingdruk in binnenlands concernverband gelijk is aan de belastingdruk op de winst van de dochtervennootschap van maximaal 25%. 42 Zie ook: J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken VPB, Deventer: Kluwer 2008, p Volgens het totaalwinstbegrip, welke deels is ingevuld door arresten van de HR. O.a.: HR 9 maart 1983, BNB 1983/202 (eerste Cessna-arrest), HR 8 maart 2002, BNB 2002/210c (tweede Cessna-arrest) en HR 14 juni 2002, BNB 2002/209 (Renpaardenarrest). 44 Zie bijlage 1, situatie Zie art. 10, eerste lid, Wet Vpb Art. 4 lid 1 sub a Wet Div. bel en art. 1 Moeder-Dochterrichtlijn. 47 Art. 13 Wet Vpb P a g i n a

14 In binnenlands concernverband veroorzaakt de ongelijke behandeling van rente en dividend aldus geen onevenwichtigheid: in geval van een geldverstrekking is de rente bij de debiteur aftrekbaar en bij de crediteur belast, in geval van een kapitaalverstrekking is het dividend niet aftrekbaar bij de (dochter)vennootschap en niet belast bij de (moeder)vennootschap. Onevenwichtigheid ontstaat indien de moeder een lening verstrekt aan de dochter met extern gefinancierde middelen. De gecombineerde belastingdruk bedraagt dan minder dan 25%. 48 Dit komt omdat de verschuldigde rente aftrekbaar is op het niveau van de (moeder)vennootschap. Indien de (moeder)vennootschap met eigen vermogen is gefinancierd ontstaat deze onevenwichtigheid niet. 49 Deze onevenwichtigheid in combinatie met tariefsverschillen tussen jurisdicties veroorzaakt mijns inziens, naast de mogelijkheid tot hybride financieringsvormen, uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag door internationale arbitrage in de financieringsstructuur van vennootschappen. De ongelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen en verschillende tarieven tussen jurisdicties lijken hybride financieringsvormen en grondslageroderende structuren uit te lokken. 50 Deze worden deels getackeld door gewezen arresten van de Hoge Raad, waardoor vreemd vermogen met kenmerken van eigen vermogen fiscaal geherkwalificeerd worden als kapitaalverstrekking. Daarnaast wordt deze onevenwichtigheid tussen aftrekbaarheid en belastbaarheid van rente deels gerepareerd door invoering van renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb Art. 10a Wet Vpb 1969 beperkt renteaftrek in concernverband indien de geldlening samenhangt met een in de wet opgesomde rechtshandeling 51 met een verbonden lichaam. Daarnaast sluit art. 10b Wet Vpb 1969 renteaftrek op renteloze en laagrentende 52 concernleningen met een onbepaalde looptijd of looptijd van meer dan 10 jaar uit. Tevens kent de Wet Vpb 1969 een algemene renteaftrekbeperking in de vorm van thin capitalisationregels van art. 10d Wet Vpb Op grond van dit artikel wordt rente van aftrek uitgesloten indien het vreemd vermogen de vaste ratio van 3:1 ten opzichte van het eigen vermogen te boven gaat en dit bedrag meer dan bedraagt. Deze aanpak van de wetgever resulteert in specifieke snelveranderende antimisbruikwetgeving, maar een fundamentele aanpak van de ongelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen in internationaal verband blijft (vooralsnog) achterwege. Vooropgesteld kan worden dat vrijwel alle wetenschappers het eens zijn dat de renteaftrekbeperkingen geen structurele oplossing vormen voor de onevenwichtigheid tussen de aftrekbaarheid en belastbaarheid van de rente. Zo concludeert Strien in zijn dissertatie dat de renteaftrekbeperkingen geen rechtvaardig, effectief en efficiënt systeem bewerkstelligen Zie bijlage 1 situatie 2 en 4. Alsook: J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de VPB, Deventer: Kluwer 2007, p Zie bijlage 1 situatie 1 en Zie ook: J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de VPB, Deventer: Kluwer 2007, p Meer concreet: winstuitdeling, kapitaalstorting en verwerving van een deelneming of uitbreiding van een aandelenbelang. Zie art. 10a, eerste lid, onderdeel a t/m c Wet Vpb Hiervan is sprake indien geen vergoeding op de lening is overeengekomen of een vergoeding in belangrijke mate lager is dan hetgeen in het economisch verkeer door onafhankelijke partijen zou zijn overeengekomen (art. 10b Wet Vpb 1969). 53 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de VPB, Deventer: Kluwer 2007, p P a g i n a

15 Naast de verschillende kwalificatie van vermogensverstrekkingen en verschillende tarieven tussen jurisdicties bestaan specifieke mismatches in grensoverschrijdende situaties, waardoor de samenhang tussen belaste en aftrekbare rente wordt verstoord, de effectieve belastingdruk van het concern kan worden verlaagd en erosie van de Nederlandse belastinggrondslag ontstaat: het Bosal-lek en renteaftrek in overnamesituaties. Zo ontstaat in geval van externe financiering van een buitenlandse deelneming door een Nederlandse moedervennootschap een mismatch tussen de belastbaarheid van dividenden en koerswinsten uit de buitenlandse deelneming en aftrekbaarheid van deelnemingskosten. Voordelen uit hoofde van de buitenlandse deelnemingen vallen immers door toepassing van de deelnemingsvrijstelling buiten de grondslag van de Nederlandse belastingheffing. De rentekosten voor de financiering van de buitenlandse EU-deelneming komen na het Bosalarrest 54 bij het bepalen van de winst in aftrek bij de Nederlandse moedervennootschap. Hierdoor ontstaat in internationaal concernverband uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag. 55 Om het door het Bosalarrest geslagen budgettaire gat op te vullen introduceerde de Nederlandse wetgever per 1 januari 2004 de grondslagverbredende thin capitalisation regels van art. 10d Wet Vpb De mismatch tussen de aftrekbaarheid van (rente)kosten en belastbaarheid van de winst blijft echter bestaan. Tweede voorbeeld van een specifieke mismatch doet zich voor in geval van financiering van een overname van een Nederlands bedrijf middels een Nederlandse overnameholding, welke een in feite een verlengstuk vormt van een buitenlands private equity fonds. De Nederlandse overnameholding koopt dan aandelen van de over te nemen vennootschap, waarna zij een fiscale eenheid aangaan. De rentelasten, verband houdend met deze bedrijfsovername, 56 worden door de Nederlandse overnameholding in mindering gebracht op de winst van de overgenomen vennootschap nu er een fiscale eenheid tot stand is gekomen. Door gebruik te maken van een overnameholding als verlengstuk van het buitenlandse private equity fonds verschuift de acquisitierenteaftrek van het buitenlandse private equity fonds naar de over te nemen vennootschap in Nederland. Hierdoor worden overnames overmatig gefinancierd met vreemd vermogen 57 en resteert na de overname nauwelijks verschuldigde VPB door de overgenomen vennootschap. Hierdoor ontstaat tevens uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag in internationaal concernverband. In De Fiscale Agenda uit de staatssecretaris dat hij voornemens is een aftrekbeperking voor overnameholdings in te voeren, waarbij excessieve renteaftrek wordt voorkomen, een franchise van van toepassing is en het goodwillgat 59 wordt voorkomen en reële financieringsverhoudingen worden ontzien. 54 HvJ 18 september 2003, BNB 2003/ Zie ook bijlage 1 situatie Ook in geval van bedrijfssplitsing en bedrijfsfusie. 57 Zie ook: essay van A.L. Bovenberg en L.G.M. Stevens, Het fiscale stelsel van de toekomst: eenvoud, neutraliteit en draagkracht, p. 6, in: Bijlage Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april Kamerstukken II 2010/11, , nr. 1, p Het goodwillgat ontstaat doordat de stille reserves van de overgenomen vennootschap in geval van vorming van een fiscale eenheid tussen de overnameholding en de overgenomen vennootschap wegvallen, waardoor het fiscale eigen vermogen afneemt en de renteaftrekbeperking eerder van toepassing zal zijn. Zie ook: Kamerstukken II 2010/11, , nr. 1, p P a g i n a

16 2.3.2 Inkomstenbelasting Het inkomen van ondernemers bestaat uit twee componenten: een beloning voor arbeid, en een beloning voor kapitaalinzet. 60 Hoe de ondernemer over beide componenten wordt belast hangt af van de rechtsvorm waarin de ondernemer zijn onderneming drijft. Om te voorkomen dat fiscale overwegingen ten grondslag liggen bij de keuze van rechtsvorm door ondernemers, tracht de wetgever IB-ondernemers en de DGA gelijk te behandelen IB-ondernemer De feitelijke belastingdruk voor de IB-ondernemer, welke aan het urencriterium van 1225 uur voldoet, 61 over de gehele winst uit onderneming (zowel arbeidsinkomen als inkomen uit kapitaal) zal door toepassing van de progressieve schrijvenstructuur in box 1 en de MKB-winstvrijstelling van 12% 62 maximaal 45,76% 63 bedragen. Globaal en getalsmatig komt het maximale tarief voor de IBondernemer overeen met het maximaal gecumuleerde maximaal tarief van 43,75% voor de dga in box 2. Door toepassing van verschillende ondernemersfaciliteiten betaalt de IB-ondernemer pas belasting vanaf een hoger inkomen. Uit gegevens van het Ministerie van Financiën uit het jaar 2008 en 2009 blijkt dat de gemiddelde belastingdruk voor IB-ondernemers tot een bepaald winstniveau lager is dan die voor DGA s, maar naar mate de ondernemer meer winst maakt de BV aantrekkelijker wordt. 64 Tot een bepaald (modaal) niveau is opereren als IB-ondernemer fiscaal voordeliger door toepassing van de ondernemersfaciliteiten in de IB. Dit komt overeen met de conclusie van de Studiecommissie Belastingstelsel AB-houder Op het niveau van de vennootschap zijn dividenden niet fiscaal aftrekbaar van de winst, rente is wel aftrekbaar. Indien de DGA de vennootschap financiert met een geldlening kan de vennootschap de rentelasten in aftrek brengen op de winst. Omdat de DGA een BV drijft en geld ter beschikking stelt aan de vennootschap, worden de rentebaten bij de DGA in box 1 belast volgens de terbeschikkingstellingsregeling. 66 Naast de rentekosten verlaagt het arbeidsinkomen van de DGA de winst van de vennootschap. 67 Dit arbeidsinkomen wordt tevens belast in box 1. Het kapitaalinkomen, de resterende winst na aftrek van loon en rente, wordt belast in de VPB. Voor ondernemers met hogere winsten en hierdoor hoger kapitaalinkomen is het na een bepaald omslagpunt aantrekkelijker om de onderneming in de BV-rechtsvorm te drijven. Indien de DGA de vennootschap financiert met eigen vermogen is de vergoeding over dit eigen vermogen (dividend) niet aftrekbaar op de fiscale winst van 60 Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april 2010, p Art. 3.6 Wet IB Art. 3.79a jo. 3.2 Wet IB (fiscale winst) 12 (MKB winstvrijstelling) x 52% hoogste IB-tarief = 45,76%. 64 Nota naar aanleiding van het verslag II 2008/09, , nr. 8, p Zie ook: Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april 2010, p. 93. Alsook: M. van Praag, Fiscaal bevorderen van groei en innovatie via de DGA?, p. 4 in: Bijlage Studiecommissie Belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, 7 april Zie: art Wet IB De DGA dient op grond van art. 12a Wet LB 1964 een gebruikelijk loon ter vergoeding van de arbeid in zijn BV uit te keren. Minimaal , tenzij de DGA aannemelijk maakt dat een lager loon gebruikelijk is (art. 12a Wet LB 1964). 16 P a g i n a

17 de vennootschap. Op de winst waaruit het dividend afkomstig is, drukt aldus 25% VPB. Indien vervolgens de resterende winst na VPB-belasting wordt uitgekeerd, betaalt de DGA 25% in box 2, waardoor een gecumuleerd tarief van 43,75% belasting resulteert. De DGA heeft echter de mogelijkheid tot het uitstellen van de winstuitkering uit de BV, welke de IB-ondernemer niet heeft. Aldus wordt arbeidsinkomen van de IB-ondernemer als van de DGA belast in box 1 van de IB. Het inkomen uit kapitaal wordt verschillend behandeld. Kapitaalinkomen van de IB-ondernemer wordt eveneens progressief in box 1 belast. Terwijl het kapitaalinkomen van de DGA in box 2 van de IB wordt belast. Geconcludeerd kan worden dat er in het huidige fiscale stelsel in realiteit geen sprake is van een globaal evenwicht, waardoor rechtsvormneutraliteit niet wordt bereikt en waardoor de keuze voor een ondernemer om zijn bedrijf als IB-onderneming of als vennootschap te drijven mede fiscaal geïnitieerd blijft. Het is niet eenduidig te concluderen waar het omslagpunt ligt, omdat dit mede afhankelijk is van de hoogte van het gebruikelijk loon en de mate waarin een BV haar winsten uitkeert. Tevens resulteert met invoering van verschillende ondernemingsfaciliteiten ter verzachting van het progressieve tarief in box 1 naar mening van Essers een niet meer te rechtvaardigen ongelijkheid met andere belastingplichtigen. 68 In de Fiscale Agenda 2011 geeft de staatssecretaris aan een verkennend onderzoek te laten verrichten naar mogelijkheden voor invoering van een winstbox en de verschillende faciliteiten op te nemen in een generieke ondernemersfaciliteit. 69 In deze scriptie zal bekeken worden welke gevolgen een invoering van een vermogensaftrek in de Wet Vpb 1969 heeft voor deze ongelijke behandeling van IB-ondernemers en DGA, waarvan de wetgever een neutrale behandeling nastreeft en poogt te bewerkstelligen met onder andere invoering van box 2 en verhoging van de MKB-winstvrijstelling in de IB. 2.4 Samenvatting en conclusie Op het niveau van de vennootschap bestaat binnen het klassieke stelsel een ongelijke fiscale behandeling van rente en dividend. Rente is fiscaal aftrekbaar, dividend niet. Deze fiscale ongelijke behandeling verstoort de financieringsbeslissing van vennootschappen. Toename van de financiering van de vennootschap met vreemd vermogen resulteert immers in lagere kosten voor het aantrekken van kapitaal door het ontstaan van een hogere renteaftrek. Hierdoor is het in het algemeen aantrekkelijker de vennootschap te financieren met vreemd vermogen in plaats van met eigen vermogen. Daarnaast veroorzaakt de fiscale ongelijke behandeling een incentive voor vennootschappen bedrijfseconomisch eigen vermogen te presenteren als fiscaal eigen vermogen. Geldleningen welke sterke kenmerken van eigen vermogen vertonen, worden echter aan de hand van jurisprudentie van de HR fiscaal geherkwalificeerd als vreemd vermogen. 68 P.H.J. Essers, Rechtsvormneutraliteit, TFO 2011/3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 1, p P a g i n a

18 Indien de behandeling van rente en dividend vanuit de vennootschap en aandeelhouder in de sfeer van de VPB tezamen wordt bezien, volgt in binnenlands concernverband evenwicht tussen de aftrekbaarheid en belastbaarheid van de rente. Indien de moedervennootschap extern gefinancierd is met vreemd vermogen ontstaat er in concernverband een onevenwichtigheid, omdat de verschuldigde rente aftrekbaar is op het niveau van de moedervennootschap. Indien de moedervennootschap met eigen vermogen gefinancierd is ontstaat deze onevenwichtigheid niet. In internationaal concernverband bestaat geen samenhang tussen belaste en aftrekbare rente en verschillende tarieven tussen belastingjurisdicties, waardoor internationale arbitrage in de financieringsstructuur van de vennootschap ontstaat. Hybride financieringsstructuren en specifieke mismatches veroorzaken uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag, welke reeds sinds enkele jaren een hevige discussie in Nederland doet oplaaien. Deze onevenwichtigheid tussen aftrekbaarheid en belastbaarheid van rente wordt deels gerepareerd door invoering van renteaftrekbeperking in de Wet Vpb Indien de behandeling van rente en dividend vanuit de vennootschap en aandeelhouder in de sfeer van de IB tezamen wordt bezien, kan geconcludeerd worden dat er in het huidige fiscale stelsel in realiteit geen sprake is van een globaal evenwicht tussen ondernemers welke hun onderneming drijven middels een IB-onderneming of een vennootschap. De IB-ondernemer wordt voor de gehele winst uit onderneming (zowel arbeidsinkomen als inkomen uit kapitaal) belast in de IB, terwijl de DGA enkel voor zijn arbeidsinkomen wordt belast in box 1, maar voor zijn kapitaalinkomen tegen een maximaal gecumuleerd tarief van 43,75% in box 2. Tot een bepaald (modaal) niveau is het opereren als IBondernemer door toepassing van de ondernemersfaciliteiten in de IB echter fiscaal voordeliger. Het is niet eenduidig te concluderen waar het omslagpunt ligt, omdat dit mede afhankelijk is van de hoogte van het gebruikelijk loon voor de DGA en de mate waarin een vennootschap haar winsten uitkeert aan de DGA. De DGA heeft immers de mogelijkheid de winstuitkering uit de vennootschap uit te stellen. Of het drijven van een onderneming middels een IB-onderneming dan wel via de vennootschap rechtsvorm wordt gevoerd is hierdoor mede fiscaal geïnitieerd. 18 P a g i n a

19 Hoofdstuk 3 Behandeling rente en dividend volgens de notionele interestaftrek in België 3.1 Inleiding Omdat België uniek is met het stelsel van de notionele interestaftrek, 70 welke in grote mate vergelijkbaar is aan de door de Studiecommissie Belastingstelsel voorgestelde vermogensaftrek, zal in dit hoofdstuk de Belgische notionele interestaftrek worden toegelicht. Doel van dit hoofdstuk is om aan de hand van de sinds 2006 ingevoerde notionele interestaftrek in België een praktijkvoorbeeld te schetsen waarmee de in Nederland voorgestelde vermogensaftrek in hoofdstuk 4 kan worden vergeleken. Paragraaf 3.2. behandelt de achtergrond tot invoering van de notionele interestaftrek. Paragraaf 3.3 gaat in op de toepassing en werking van de notionele interestaftrek. In deze paragraaf zal de grondslag en het percentage waarover renteaftrek wordt toegestaan nader worden toegelicht. De behandeling van rente en dividend op het niveau van de vennootschap in geval van toepassing van de notionele interestaftrek wordt in paragraaf 3.4 besproken en in paragraaf 3.5 de behandeling van rente en dividend in samenhang met de vermogensverschaffer in de VPB en IB. Paragraaf 3.6 gaat vervolgens kort in op de verhouding tussen EG-recht en Belgische notionele interestaftrek. Paragraaf 3.7. zal kort de bestaande antimisbruikbepalingen naast de notionele aftrek bespreken. Het hoofdstuk zal worden afgesloten met een conclusie in paragraaf Achtergrond notionele interestaftrek in België Sinds de jaren tachtig zijn verschillende (theoretische) voorstellen gedaan tot introductie van een vermogensaftrek om de VPB te hervormen. In 1982 stelde het American Law Institute 71 een aftrek van primair dividend voor. In dit systeem komt een normale vergoeding op het beschikbaar gestelde kapitaal in aftrek op de fiscale winst indien de vennootschap daadwerkelijk dividend uitkeert aan de aandeelhouders. Grondslag voor deze aftrek betrof het werkzame eigen vermogen van de vennootschap. Als aftrekpercentage werd de rente op bedrijfsobligaties met een lange looptijd genomen. 72 In 1991 publiceerde de IFS Capital Taxes Group, gevestigd in London, een rapport met voorstellen voor de invoering van een primair rendement. 73 De essentie is een aftrek van de normale vergoeding voor het gehele eigen vermogen toe te staan onafhankelijk van het feit of dividend wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Hierdoor ontstaat een systeem waarin alleen overwinsten belast worden en kosten voor de financiering van de vennootschap aftrekbaar zijn op het niveau van de vennootschap. 74 Een aftrek van primair dividend of primair rendement zijn echter nooit ingevoerd in de VS of Groot-Brittannië. Wel voerde Kroatië als eerste land in 1994 een vermogensaftrek in. Buiten Europa voerde Brazilië in 1996 een variant op de vermogensaftrek in en Italië en Oostenrijk volgden 70 In Brazilië bestaat momenteel een gedeeltelijke vermogensaftrek. 71 American Law Institute, Federal Income Tax Project, Subchapter C: Proposals on Corporate Acquisitions and Dispositions and Reporter s Study on Corporate Distributions, 13 juni 1980, p J. Vleggeert, Aftrekbeperkingen van rente in het internationale belastingrecht, Deventer: Kluwer 2009, p IFS Capital Taxes Group, Equity for companies: A corporation tax for the 1990s, april 1991, p IFS Capital Taxes Group, Equity for companies: A corporation tax for the 1990s, april 1991, p P a g i n a

20 in 1997 respectievelijk 2000 met de invoering van een gedeeltelijke vermogensaftrek. Inmiddels is de vermogensaftrek in Kroatië, Italië en Oostenrijk opgeheven. Belangrijkste reden hiervoor is dat een vermogensaftrek versmalling van de belastinggrondslag met zich meebrengt, waardoor het VPB-tarief dient te stijgen voor een budgetneutrale werking. 75 De Belgische wetgever heeft per 1 januari 2006 een vermogensaftrek ingevoerd: de notionele interestaftrek. 76 België kende hiervoor vanaf het jaar 1983 tot 2011 een fiscaal aantrekkelijk regime voor coördinatiecentra. 77 Dit fiscaal regime gold voor multinationale ondernemingen welke middels een in België gevestigde vennootschap financierings- en of beheersactiviteiten binnen groepsverband uitoefenden en bij Koninklijk Besluit erkend werden. Deze intra-groepdiensten werden vervolgens op basis van de cost-plus methode in de Belgische belastingheffing betrokken, welke over het algemeen resulteerde in een effectieve belastingdruk van 2%. 78 Dit fiscaal aantrekkelijke regime werd door de Europese Commissie 79 in 2003 onverenigbaar geacht met de Europese staatssteunregelgeving van art. 87 EG, waarna het belastingregime geleidelijk afliep tot 1 januari Om te voorkomen dat multinationals uit België vertrokken op zoek naar een gunstiger belastingstelsel, heeft de Belgische wetgever de notionele interestaftrek ingevoerd. De nieuwe aftrek voor risicokapitaal kent 3 belangrijke doelstellingen. 80 Ten eerste beoogt de Belgische wetgever met invoering van de notionele interestaftrek een concurrerend alternatief te bieden voor multinationals, zodat de door de coördinatiecentra ontstane werkgelegenheid in met name de financiële sector blijft gewaarborgd en uitgebreid kan worden. Ten tweede beoogt de Belgische wetgever middels invoering van de regeling, discriminatie tussen eigen en vreemd vermogen te verminderen. Ten slotte dient de wet de financiering met eigen vermogen voor Belgische vennootschappen te stimuleren. Uit onderzoek van de Nationale Bank van België 81 volgt een raming voor de kosten van de notionele interest aftrek in België gecorrigeerd met voordelen die de maatregel oplevert (behoud van ondernemersactiviteiten ten behoeve van de werkgelegenheid). De nettokosten voor financiering van de notionele interestaftrek worden in 2006 tussen de 140 en 430 miljoen euro geraamd. In 2008 is deze raming echter opgelopen tot een bedrag van tussen de 280 en 770 miljoen euro. 75 A. Klemm, Allowance for corporate equity in practice, IMF Working Paper, Fiscal Affairs Department, november 2006, p Wet van 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal, B.S. 30 juni Koninklijk besluit, nr. 187 betreffende de oprichting van coördinatiecentra, B.S.13 januari P. Moreau, Belastingaftrek voor risicokapitaal Notionele interestaftrek: een fiscale revolutie?, Mechelen: Kluwer 2005, p Beschikking nr. 2003/531/EG (PbEG 2003, L184/17). 80 Memorie van Toelichting Parl. St. Kamer , nr , B.S. 11 mei 2005, p K. Burggreave, Ph. Jeanfils, K. Van Cauter en L Van Meensel, Macro-economische en budgettaire impact van belastingaftrek voor risicokapitaal, Nationale Bank van België, P a g i n a

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Directe Belastingen Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

DE VERPLICHTE GROEPSRENTEBOX EN DE BEPERKINGEN VAN DE AFTREK VAN DE RENTE GETOETST AAN TWEE CRITERIA

DE VERPLICHTE GROEPSRENTEBOX EN DE BEPERKINGEN VAN DE AFTREK VAN DE RENTE GETOETST AAN TWEE CRITERIA De verplichte groepsrentebox en de aftrekbeperkingen van de rente getoetst aan twee criteria Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2009/6822, blz. 960-968 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute

Nadere informatie

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969.

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Naam: L. Horsmeijer Studie: Master Fiscaal Recht, accent directe belastingen

Nadere informatie

De hernieuwde invoering van artikel 15ad Wet Vpb Is de toenemende complexiteit aan renteaftrekbeperkingen toe aan een fundamentele wijziging?

De hernieuwde invoering van artikel 15ad Wet Vpb Is de toenemende complexiteit aan renteaftrekbeperkingen toe aan een fundamentele wijziging? TILBURG UNIVERSITY De hernieuwde invoering van artikel 15ad Wet Vpb 1969 Is de toenemende complexiteit aan renteaftrekbeperkingen toe aan een fundamentele wijziging? Masterthesis Fiscale Economie Door

Nadere informatie

Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee?

Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee? Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee? Na invoering van de overnameholdingbepaling Naam R.H. (Roos) Burhorst Universiteit Universiteit van Tilburg Studierichting Master Fiscale Economie Studentnummer

Nadere informatie

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding Deelnemingsrente Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2011/6922, blz. 1222-1226 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl

Nadere informatie

Naar een evenwichtige behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting

Naar een evenwichtige behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting Naar een evenwichtige behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting D66 TA E Green Paper Jeroen Leek jc.leek@xs4all.nl Lars Bijsmans lagbijsmans@hotmail.com Augustus 2011

Nadere informatie

IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel

IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Bureau Vaktechniek E&Y Belastingadviseurs Voorzitter Commissie Wetsvoorstellen NOB Overzicht IB algemeen

Nadere informatie

Datum 5 december 2009 Betreft Stand van zaken mogelijke maatregelen in de vennootschapsbelasting

Datum 5 december 2009 Betreft Stand van zaken mogelijke maatregelen in de vennootschapsbelasting > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

VpB 2010* Treasury Tax Update

VpB 2010* Treasury Tax Update VpB 2010* Treasury Tax Update Consultatiedocument VPB 2010: De groepsrentebox, renteaftrekbeperkingen en de deelnemingsvrijstelling Amsterdam, 13 juli 2009 *connectedthinking Agenda Opmaat herziening vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Geschiedenis van de winstbelastingen in Nederland

Geschiedenis van de winstbelastingen in Nederland HOOFDSTUK 1 Geschiedenis van de winstbelastingen in Nederland 1.1 De winstbelasting in Nederland in vogelvlucht In de literatuur is men het er niet precies over eens welke belasting als oudste voorloper

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Belastinghervorming internationale aspecten

Belastinghervorming internationale aspecten Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Jaarcongres 2 juni 2010 Belastinghervorming internationale aspecten Prof. mr. J.W. Bellingwout Vrije Universiteit, Amsterdam KPMG Meijburg & Co Prof. mr. F.A. Engelen

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Fiscaal (ver)gezicht?!

Fiscaal (ver)gezicht?! ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscaal (ver)gezicht?!» UITZIEN NAAR EEN GELIJKE FISCALE BEHANDELING VAN EIGEN EN VREEMD VERMOGEN «Jasper Gorter

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

De impact van art. 13l Wet VPB 1969 op de renteaftrekproblematiek

De impact van art. 13l Wet VPB 1969 op de renteaftrekproblematiek De impact van art. 13l Wet VPB 1969 op de renteaftrekproblematiek Door T.A.B. van Damme II De impact van art. 13l op de renteaftrekproblematiek door T.A.B. van Damme Onderdeel: Masterscriptie Fiscaal Recht

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! VPB 2010 Het consultatiedocument Maurice de Clercq & Gunther Hoffmann 25 november 2009 Programma Inleiding Groepsrentebox Renteaftrekbeperkingen Laagbelaste beleggingsdeelneming Inleiding

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Tijd voor een vermogensaftrek!

Tijd voor een vermogensaftrek! ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterthesis Tijd voor een vermogensaftrek! Op welke wijze dient een vermogensaftrek in het Nederlands belastingstelsel te worden

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) : Angela Aerts. Datum : november Prof. dr. J.A.G. van der Geld

BACHELOR THESIS. Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) : Angela Aerts. Datum : november Prof. dr. J.A.G. van der Geld BACHELOR THESIS De fiscale aspecten van de renteaftrekbeperkingen en de thin capitalisation in de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) Naam : Angela Aerts Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer

Nadere informatie

Renteaftrekbeperking bij overnameholdings

Renteaftrekbeperking bij overnameholdings Renteaftrekbeperking bij overnameholdings Nut en noodzaak van het voorgestelde artikel 15ad Wet Vpb 1969 Masterscriptie Fiscaal Recht Door: L.A. Cortie ANR: 948024 Breda, 25 november 2010 Begeleider: F.J.

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven

Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven Een onderzoek naar de renteaftrekbeperkingen in de Vennootschapsbelasting AysegulTemel Universiteit: Universiteit van Tilburg Opleiding: Fiscaal Recht Administratienr:

Nadere informatie

Een analyse van de verschillende renteaftrekmethodes in de vennootschapsbelasting

Een analyse van de verschillende renteaftrekmethodes in de vennootschapsbelasting Een analyse van de verschillende renteaftrekmethodes in de vennootschapsbelasting Door: Anoek Budding Studentnummer: 0206415 Datum: 1 november 2009 Opleiding: Fiscale Economie Studierichting: Fiscale Economie

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

INLEIDING. 2009, www.monkey.be. january 2009, 3

INLEIDING. 2009, www.monkey.be. january 2009, 3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...2 Deel I. Nederlands perspectief...4 Hoofdstuk 1: Eigen versus vreemd vermogen: problematiek renteaftrek...4 1.1 Problematiek...4 1.1.1 Achtergrond...4 1.1.2 Kwalificatie als

Nadere informatie

mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht

mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht mr. J. Vleggeert Aftrekbeperkingen van de rente in het internationale belastingrecht Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen V XXVII HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 Reikwijdte Opbouw

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

Kapitaalstructuur in de vpb

Kapitaalstructuur in de vpb Kapitaalstructuur in de vpb De invloed van bedrijfseconomische theorieën op een gecombineerde vermogensaftrek- en bijtelling in de vennootschapsbelasting Thesis Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider:

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

De toekomst van de behandeling van (groeps)rente in de vennootschapsbelasting

De toekomst van de behandeling van (groeps)rente in de vennootschapsbelasting Masterscriptie De toekomst van de behandeling van (groeps)rente in de vennootschapsbelasting Masterscriptie Fiscale Economie Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Universiteit van Tilburg Frank van

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het beheren van vermogen in Nederland en België Juni 2013 Maurice de Clercq Programma 1. Inleiding 2. Nederland 3. België 4. Synthese Nederland/ België 5. Conclusie

Nadere informatie

Renteaftrek in de Vpb

Renteaftrek in de Vpb Renteaftrek in de Vpb Tijd voor fundamentele verandering? Naam: J. van Erp ANR: 158961 Studie: Master Fiscale Economie Scriptiebegeleider: J.A.G. van der Geld Datum: 26-04-2012 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson Rente-aftrekbeperkingen in internationale context Fred de Hosson >>Ahead of Tax 2010 Rente-aftrekbeperkingen Nu: - thin cap regeling: art. 10d Vpb; - anti-uitholling: art. 10a Vpb; - fraus legisrechtspraak

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

Artikel 13l Wet VPB 69. Het sluitstuk binnen de huidige renteaftrekproblematiek?

Artikel 13l Wet VPB 69. Het sluitstuk binnen de huidige renteaftrekproblematiek? Masterscriptie Artikel 13l Wet VPB 69 Het sluitstuk binnen de huidige renteaftrekproblematiek? Student: S.P.E.M. (Saskia) Wulmsen ANR: 596691 Opleiding: Fiscaal Recht Jaar: 2013 Begeleider: K.R.C.M. Jonas

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Fiscale behandeling van vermogen: een onderzoek naar systemen

Fiscale behandeling van vermogen: een onderzoek naar systemen Masterthesis Fiscaal Recht Fiscale behandeling van vermogen: een onderzoek naar systemen S.A.J. (Stijn) Bastiaansen ANR: 459392 1 Inhoudsopgave 1. Opzet en algemene verantwoording 4 1.1. Onderwerp en verantwoording

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van 01.03.2018 van het Grondwettelijk Hof inzake het verzoek tot nietigverklaring van de Fairness Tax Samenvatting

Nadere informatie

EENMANSZAAK OF B.V.?

EENMANSZAAK OF B.V.? EENMANSZAAK OF B.V.? Inleiding Dit memorandum beoogt ondernemers informatie te verschaffen over twee hoofdvormen waarin een onderneming kan worden gedreven: de eenmanszaak en de B.V., en de keuze tussen

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017 In deze Nederbelgenmail brengen wij u op de hoogte van wat het ondernemen in Nederland voor Belgische inwoners aantrekkelijk maakt, kapitaalvermindering en DBI aftrek. De inhoud van deze mail is louter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet?

Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie NADRUK VERBODEN Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet?

Nadere informatie

De rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting. De variant van Heithuis onder de loep

De rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting. De variant van Heithuis onder de loep De rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting De variant van Heithuis onder de loep De rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting - De variant van Heithuis onder de loep ii De rechtsvormneutrale

Nadere informatie

Masterscriptie Fiscaal Recht (690902)

Masterscriptie Fiscaal Recht (690902) Masterscriptie Fiscaal Recht (690902) Renteaftrek in de Vennootschapsbelasting Naam: Chantal Claessens Adres: Begoniastraat 36 Postcode en Plaats: 5462 AS VEGHEL Telefoonnummer: 0413-342207 Studentnummer:

Nadere informatie

Het uitblijven van de rentebox

Het uitblijven van de rentebox de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Het uitblijven van de rentebox Vinod Kalloe Europese Commissie 1 Gedragscode inzake belastingregelingen voor ondernemingen Politiek akkoord (EU Resolutie 1 december

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

Een globaal evenwicht voor ondernemers

Een globaal evenwicht voor ondernemers Erasmus universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Een globaal evenwicht voor ondernemers Naam student: Patrick van Vliet Studentnummer: 273637 Begeleider: Drs. P.C.J. Oerlemans

Nadere informatie

Rechtsvormneutrale winstbelasting

Rechtsvormneutrale winstbelasting ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie Rechtsvormneutrale winstbelasting Is invoering van een rechtsvormneutrale winstbelasting noodzakelijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011

Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011 Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011 Buitenlandse activiteiten Factoren en vragen, o.a.: 100% dochter, joint

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Inleiding Obligatieleningen kunnen, al dan

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

Renteaftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting anno 2011 Aanpassing gewenst?

Renteaftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting anno 2011 Aanpassing gewenst? Renteaftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting anno 2011 Aanpassing gewenst? Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Faculteit: Tilburg Law School Naam: R. Hermans Studierichting:

Nadere informatie

Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Master thesis Fiscaal Recht Artikel 15ad Wet Vpb 1969; een verbetering of niet? Auteur: Sandra (M.F.J.H.)

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC

Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC In hoeverre moet er een hervorming in de huidige Nederlandse wetgeving omtrent renteaftrek plaatsvinden om aan de anti-beps-richtlijn

Nadere informatie

Hoofdzaken vennootschapsbelasting

Hoofdzaken vennootschapsbelasting Hoofdzaken vennootschapsbelasting Fiscale Studieserie nr. 31 Redactie: Prof.dr. A.C. Rijkers Prof.dr. R.M. Freudenthal Prof.mr. S.C.W. Douma drs. F.J. Elsweier en prof.dr. S.A. Stevens Hoofdzaken vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen.

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. 1 Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 25 maart 2013,nr. BLKB2013/110M. De Staatssecretaris

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten

Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten 21 september 2015 Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten Op Prinsjesdag 2015 is het Belastingplan 2016 gepresenteerd. Dit plan bevat helaas niet de eerder door velen gehoopte radicale aanpassing van

Nadere informatie

Hybride Financieringstransacties. Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V.

Hybride Financieringstransacties. Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V. Hybride Financieringstransacties Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V. Structured Finance Structured Finance is het verzamelbegrip voor transacties/structuren die uiteindelijk een extra

Nadere informatie

Hoe kan een winstbox bijdragen aan een meer rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting?

Hoe kan een winstbox bijdragen aan een meer rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting? Hoe kan een winstbox bijdragen aan een meer rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting? Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Auteur: M.G.M.W. van Loon Begeleider: mr.

Nadere informatie

Winstbox. De nieuwe toekomst voor ondernemingswinsten? Naam: Janwillem den Hollander. Examennummer: 332859. Begeleider: Mr. R.B.N.

Winstbox. De nieuwe toekomst voor ondernemingswinsten? Naam: Janwillem den Hollander. Examennummer: 332859. Begeleider: Mr. R.B.N. Erasmus Universiteit Rotterdam Nadruk Verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Winstbox De nieuwe toekomst voor ondernemingswinsten? Naam: Janwillem den Hollander Examennummer: 332859 Begeleider:

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Het ACE of CBIT systeem als alternatief voor het huidige stelsel van de vennootschapsbelasting

Het ACE of CBIT systeem als alternatief voor het huidige stelsel van de vennootschapsbelasting Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie fiscale economie Het ACE of CBIT systeem als alternatief voor het huidige stelsel van de vennootschapsbelasting Naam student:

Nadere informatie

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingrecht in Hoofdlijnen Belastingrecht in Hoofdlijnen Prof. dr. CA. de Kam (eindredactie) Mr. P.M. van Schie Prof. dr. I.J.J. Burgers Mr. drs. F.J.P.M. Haas Mr.J. Lamens Dr. mr. A.M. van Amsterdam RA Mr. C.M. Ettema Mr. dr. D.V.E.M.

Nadere informatie

Hybride Financieringen

Hybride Financieringen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Hybride Financieringen Een onderzoek naar de strijd om hybride financieringen tegen te gaan. Auteur: Rogier Vermeer (347869)

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit:

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit: De nieuwe Europese Anti-Belastingontwijking richtlijn Op 17 juni 2016 werd de nieuwe Europese richtlijn, die belastingontwijking door multinationals moet helpen bestrijden, gestemd door de Europese ministers

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber Prinsjesdag 2018 Belastingplan 2019 19 september 2018 Bram Faber Belastingplan Inhoud Korte terugblik Inhoud Belastingplan 2019 Terugblik Terugblik Terugblik Terugblik Dividendbelasting (gedeeltelijk)

Nadere informatie