voorstel aan de gemeenteraad

Transcriptie

1 voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente gouda sector SW afdeling rbe telefoon voorstelnummer steller D. Ginter onderwerp Interregionale Structuurvisie (ISV) RZG Zuidplas gouda 15 november 2004 iz-nummer Voorstel Wij stellen u voor het volgende te besluiten: overwegende, dat 1. de Bestuurlijke Commissie Randstad in 2002 in het kader van de voorbereiding van de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening/Nota Ruimte heeft bepaald, dat de provincie Zuid-Holland de organisatie van het transformatieproces in de driehoek RZG Zuidplas ter hand zou nemen; 2. de bij de driehoek RZG Zuidplas betrokken partijen in 2002 positief hebben gereageerd op het verzoek van de provincie Zuid-Holland om deel te nemen aan de Stuurgroep RZG Zuidplas ter voorbereiding van voorgenoemde transformatieproces en dat de aan de Stuurgroep deelnemende 23 publieke en private partijen akkoord zijn gegaan met het Afsprakenkader en het Strategiedocument van de Stuurgroep; 3. de Stuurgroep mede op basis van de opmerkingen van de deelnemende partijen op 28 maart 2003 het Opgavendocument heeft vastgesteld; 4. de Stuurgroep op 22 september 2004 de Interregionale Structuurvisie (ISV) voor de driehoek RZG heeft vastgesteld; 5. op grond van de gemeentelijke inspraakverordening inspraak is verleend op het beleidsvoornemen van het college van B en W inzake de ISV en dat het college van B en W het eindverslag van de inspraak ter kennis heeft gebracht van de raad; te besluiten: 1. vast te stellen, dat de door de Stuurgroep driehoek RZG Zuidplas op 22 september 2004 vastgestelde Interregionale Structuurvisie (ISV) een adequate uitwerking is van het Opgavendocument; 2. vast te stellen dat de Interregionale Structuurvisie voldoende basis biedt voor uitwerking in een op te stellen Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas en de partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost. 3. het college van B en W opdracht te geven om samen met de colleges van B enw van de gemeenten Waddinxveen, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen- Moerkapelle het ontwerp voor het Intergemeentelijke Structuurplan (ISP) voor de Zuidplaspolder op te stellen en daartoe een Plan van Aanpak inclusief projectorganisatie, tijdschema en projectbegroting aan de raad voor te leggen; 17 raadsvoorstel ISV RZG Zuidplas.doc

2 4. de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Schieland te verzoeken bij te dragen aan het opstellen van het ontwerp voor het Intergemeentelijke Structuurplan, 5. het college van B en W te verzoeken om samen met de colleges van B en W van de gemeenten Waddinxveen, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen- Moerkapelle, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Schieland voorstellen te ontwikkelen voor een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie van het Intergemeentelijke Structuurplan; 6. overigens de volgende aandachtspunten aan het College van B en W mee te geven: In de ISP moet een goede oplossing worden gevonden voor de complexe verkeersopgave ten westen van Gouda. Een goede ontsluiting van de verstedelijking in de Zuidplaspolder op Gouda is van essentieel belang. Enerzijds gaat het hierbij om een goede afwikkeling van het wegverkeer, zowel vanaf het hoofdwegennet (A12 en A20) als vanaf het regionale wegennet. Anderzijds is een goede OV-ontsluiting van groot belang. Het Stedenbaanconcept biedt hiervoor goede kansen. Gouda acht het zowel voor de ontsluiting van de Zuidplaspolder als voor de ontsluiting van Westergouwe van groot belang dat er in de Gouweknoop een nieuw Stedenbaanstation wordt geopend. De Zuidplaspolder krijgt geen eigen regionale voorzieningencentrum. De ca tot nieuwe inwoners van de Zuidplaspolder zullen zijn aangewezen op de bestaande regionale voorzieningen in de omliggende steden Rotterdam-Alexander, Zoetermeer en Gouda. Voor Gouda betekent dit, dat zij zich moet gaan voorbereiden op deze toekomstige functie. Zij moet zich de vraag gaan stellen welke regionale voorzieningen zij wil gaan bieden aan de Zuidplasbewoners, waar deze moeten liggen en hoe deze bereikbaar zijn. Deze vraag moet aan de orde worden gesteld in het kader van de Goudse ruimtelijke structuurvisie, die in 2005 wordt opgesteld. 2. Inleiding Achtergrond In de Vijfde nota ruimelijke ordening van het kabinet Kok-II is de Zuidplaspolder opgenomen als één van de twee grootschalige verstedelijkingslocatie in de Deltametropool 1. De Bestuurlijke Commissie Randstad (BCR) heeft in 2002 bepaald, dat de provincie Zuid-Holland de organisatie van het transformatieproces in de driehoek RZG Zuidplas ter hand zou nemen. In 2002 heeft de gemeente Gouda positief gereageerd op het verzoek van de provincie Zuid-Holland om deel te nemen aan de Stuurgroep RZG Zuidplas, bestaand uit 23 publieke en private partijen, ter voorbereiding op van het voorgenoemde transformatieproces. Vervolgens is de gemeenteraad van Gouda op 10 maart 2003 akkoord gegaan met het Afsprakenkader en Strategiedocument, ten behoeve van de uitvoering van het project driehoek RZG Zuidplas. Op 22 september 2004 is de Interregionale Structuurvisie (ISV) vastgesteld door de Stuurgroep RZG Zuidplas. De portefeuillehouder ruimtelijke ordening heeft als lid van de Stuurgroep ingestemd met de ISV. De concept ISV heeft overeenkomstig het bepaalde in de Inspraakverordening met ingang van 1 oktober 2004 tot en met 28 oktober 2004 voor een ieder ter inzage gelegen. Voorts is er in elke Zuidplasgemeente een informatiebijeenkomst gehouden (in Gouda op 14 oktober 2004). 1 De andere grootschalige verstedelijkingslocatie (voor de Noordvleugel van de Randstad) is Almere. pagina 2

3 3. Toelichting Argumenten 1.1 De Interregionale Structuurvisie is een adequate uitwerking van het Opgavendocument binnen het de randvoorwaarden uit het Afsprakenkader en Strategiedocument In het Afsprakenkader Driehoek RZG-Zuidplas, dat door de gemeenteraad van Gouda is vastgesteld op 10 maart 2003, zijn de betrokken partijen overeengekomen om een gewenste langetermijnontwikkeling voor de driehoek RZG in beeld te brengen. Deze ontwikkeling wordt inzichtelijk gemaakt in een Interregionale Structuurvisie (ISV). In deze ISV zou het volgende moeten worden uitgewerkt: een ruimtelijke hoofdstructuur die aangeeft hoe het gebied van de Zuidplaspolder kan worden aangesloten op zijn omgeving; een programma van verschillende bandbreedtes; de financiële consequenties van de hoofdinfrastructuur en de basis-waterstructuur; inzicht in welke projecten randvoorwaardelijk zijn voor de ontwikkeling van het gebied. In het Opgavendocument, dat door de Stuurgroep RZG Zuidplas op 28 maart 2003 is vastgesteld, zijn de programmatische opgaven voor de Driehoek RZG Zuidplas vastgelegd. Er moet ruimte worden gevonden voor: tot woningen hectare bedrijventerrein 200 hectare extra netto glas binnen het kader van: goede afronding van de uitgebreide Zuidvleugel t.o.v. het Groene Hart (Bentwoud en Rottewig) goede aansluiting op de infrastructuurnetwerken van de Zuidvleugel goede programmatische aansluiting op de behoeften van de Zuidvleugel De Interregionale Structuurvisie (ISV) is een ruimtelijk plan op hoofdlijnen voor transformatie van de Zuidplaspolder. De ISV geeft aan hoe het programma ingepast kan worden binnen een ruimtelijke hoofdstructuur. De lagenbenadering is toegepast om deze ruimtelijke hoofdstructuur vorm te geven. Deze ruimtelijke hoofdstructuur dient als kader om verschillende ontwikkelingen mogelijk te maken. Afhankelijk van maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen kunnen binnen deze hoofdstructuur op verschillende tijdstippen beslissingen worden genomen om bepaalde investeringen wel of niet te doen. Op basis van twee modellen (één die uitgaat van openbaar vervoer over bestaand spoor en één die uitgaat van het aanleggen van een nieuwe light railverbinding vanuit de Rotterdamse agglomeratie) is het bundelingsgebied bepaald: het deel van de polder dat voor verstedelijking in aanmerking komt. Berekeningen maken inzichtelijk dat het (maximale) programma goed inpasbaar is in de Zuidplaspolder. Een indicatieve planbegroting toont aan dat tegenover een investering van 3,5 miljard euro een voorlopige opbrengst van 2,3 euro is geraamd. Nader onderzoek vindt plaats naar de mogelijke kostendragers om een sluitende exploitatie te krijgen. In een bijlage bij dit voorstel is een korte samenvatting van de inhoud van de ISV opgenomen. 1.2 De Z5 heeft een gezamenlijke reactie op de ISV gestuurd, waarin zij een aantal belangrijke zaken voor het vervolg van het planproces nader onder de aandacht heeft gebracht De vijf Zuidplasgemeenten zijn het erover eens dat de ISV als plan op hoofdlijnen een adequate uitwerking is van het Opgavendocument en dat het een goede basis legt voor verdere planvorming. Wel hebben de colleges van de Z5 in een aan de Stuurgroep gericht brief aandacht gevraagd voor drie zaken. Ten eerste vragen de Z5 aandacht voor aansluiting van de verstedelijking op de bestaande kernen/stedelijke gebieden in de Zuidplaspolder. Er is geen behoefte aan nieuwe kernen, noch aan een aaneengesloten bandstedelijke ontwikkeling langs een nieuwe metrolijn. Ten tweede vragen de Z5 extra aandacht voor de infrastructuur. In een gebied waar tot woningen worden gerealiseerd is het van essentieel belang dat de onderlinge ontsluiting en de ontsluiting van en naar de omliggende kernen en steden van meet af aan goed geregeld is. Het gaat hierbij zowel om openbaar vervoer als om wegontsluiting. Over de realisering en financiering van de infrastructuur moeten vroegtijdig goede afspraken worden gemaakt met de rijksoverheid. Tot slot vragen de Z5 aandacht pagina 3

4 voor de onderbouwing van de omvang het programma. Het is nu nog niet duidelijk aan hoeveel woningen tot 2030 behoefte zal zijn. Daarom wordt gewerkt met een bandbreedte. In de planvorming moet de behoefte periodiek worden herijkt en het ruimtelijke ontwikkelingsmodel moet hierbij aansluiten ( modulaire opbouw ). De brief van de colleges van burgemeester en wethouders van de Z5 hebben wij als bijlage met dit voorstel meegezonden. 1.3 De ISV versus de Goudse beleidsdoelstellingen In algemene zin kan worden gesteld dat het concept ISV een adequate uitwerking is van het Opgavendocument. De nuancering hierop is verwoord in de reactie van de Z5 (zie 1.2). Aanvullend hierop merken wij nog het volgende op. In de ISV wordt een driedeling in de polder gemaakt op basis van de kenmerken van bodem en waterhuishouding: het noordelijk kleigebied, het zuidelijk restveengebied en het middengebied waar sprake is van een overgang van klei, veen en katteklei (zie bijlage 1). Aan elk van deze deelgebieden worden specifieke eisen gesteld. Zo geldt voor het zuidelijk veengebied dat er 15-20% waterbergingsoppervlak gerealiseerd moet worden en dat waterpeilstabilisatie hier uitgangspunt is. De ISV meldt dat in dit gebied de combinatie water en wonen tot uitdrukking kan komen. Deze uitgangspunten zijn goed te verenigen met de uitgangspunten voor de nieuwe woonwijk Westergouwe, die gelegen is in dit zuidelijk veengebied. Verder wordt in de ISV benadrukt dat een goede oplossing moet worden gevonden voor de complexe verkeersopgave ten westen van Gouda. Het gaat hierbij om een goede ontsluiting van de verstedelijking in de Zuidplaspolder op Gouda, en in het bijzonder een goede afwikkeling van verkeer van het hoofdwegennet (A12 en A20) naar het regionale wegennet. Ook schenkt de ISV aandacht aan de mogelijkheden voor opening van twee nieuwe stations: één in de Gouweknoop ten westen van Gouda (bij Westergouwe) en één bij Doelwijk op de lijn Gouda-Den Haag (gemeente Waddinxveen). In de indicatieve fasering in de ISV wordt ervan uitgegaan dat eerst een station bij Westergouwe wordt ontwikkeld, waarna een station bij Doelwijk ter hand wordt genomen (beiden in de periode ). Dit betekent dat het nieuwe station al in een vroegtijdig stadium een belangrijke functie kan vervullen voor de inwoners van Westergouwe. De verkeersopgaven worden nader uitgewerkt in de ISP, waarbij de verkeerssituatie in de Goudse Knoop een aparte opgave vormt. Ten derde is een belangrijk uitgangspunt in de ISV dat de Zuidplaspolder geen eigen regionale voorzieningencentrum krijgt. De circa tot nieuwe inwoners van de Zuidplaspolder zullen voor de regionale voorzieningen zijn aangewezen op de centra van de omliggende steden Rotterdam- Alexander, Zoetermeer en Gouda. Voor Gouda betekent dit, dat zij zich moet gaan voorbereiden op deze toekomstige functie. Zij moet zich de vraag gaan stellen welke regionale voorzieningen zij wil gaan bieden aan de Zuidplasbewoners, waar deze moeten liggen en hoe deze bereikbaar zijn. In de ruimtelijke structuurvisie die in 2005 wordt opgesteld, moet een antwoord op deze vraag worden gegeven. Het is hierbij van belang dat in overleg wordt getreden met de partijen die bij de planvorming van de Zuidplaspolder betrokken zijn, zoals de omliggende gemeenten en de provincie. 2.1 De inspraak geeft geen aanleiding tot aanpassing van de ISV De Interregionale Structuurvisie (ISV) heeft in oktober 2004 gedurende vier weken ter visie gelegen. In elke Zuidplasgemeente is een informatieavond georganiseerd, in Gouda vond deze plaats op 14 oktober De inspraakreacties zijn verwerkt in een verantwoordingsdocument, welke gelijktijdig met de ISV aan u wordt aangeboden. De schriftelijke vragen geven geen aanleiding tot aanpassing van de ISV, met uitzondering van een passage, die de overgang van restrictief planologisch beleid naar ontwikkelingsplanologie verheldert. Conclusie Gesteld kan worden dat de Interregionale Structuurvisie een adequate uitwerking van het Opgavendocument is binnen de randvoorwaarden uit het Afsprakenkader en Strategiedocument, met dien verstande dat infrastructuur een punt van zorg blijft. Duidelijkheid is nodig over de mogelijkheden en haalbaarheid van (gefaseerde) ontsluitingsmogelijkheden in de Driehoek RZG, in samenhang met pagina 4

5 de verstedelijking. Over de infrastructuur moeten dan ook nog goede afspraken worden gemaakt met het Rijk, alvorens tot planrealisatie wordt overgegaan. 4. Juridische gevolgen / fatale termijnen / handhaving Juridische gevolgen De Interregionale Structuurvisie (ISV) is geen planfiguur op grond van de wet Ruimtelijke Ordening (WRO). De ISV is een document dat wordt vastgesteld door de Stuurgroep RZG Zuidplas en dient als basis voor een formele streekplanherziening. Op grond van de ISV wordt een Intergemeentelijk Structuurplan (ISP) opgesteld, die als basis dient voor bestemmingsplannen. Vervolgproces Eind 2004/begin 2005 wordt de ISV door de algemene besturen van de deelnemers in de Stuurgroep besproken. De algemene besturen geven vervolgens de dagelijkse besturen opdracht om samen met de andere betrokken partijen de ISV uit te werken in een ontwerp Intergemeentelijk Structuurplan (ISP). Daartoe wordt eerst een plan van aanpak inclusief projectorganisatie opgesteld en aan de algemene besturen voorgelegd. Het Intergemeentelijk Structuurplan (ISP) voor het gebied van de Zuidplasgemeenten wordt naar verwachting eind 2005 opgeleverd. 5. Financiële / personele / organisatorische gevolgen In dit stadium niet van toepassing. 6. Communicatie / interactiviteit De Interregionale Structuurvisie (ISV) is in oktober 2004 gedurende vier weken ter visie gelegd overeenkomstig het bepaalde in de Inspraakverordening. Voorts is in elke Zuidplasgemeente een informatieavond georganiseerd. (In Gouda is de informatiebijeenkomst op 14 oktober 2004 gehouden.) De inspraakreacties zijn verwerkt in een verantwoordingsdocument, welke gelijktijdig met de ISV aan u wordt aangeboden. In deze Nota van Beantwoording (definitieve versie d.d. 9 november 2004) wordt ingegaan op de schriftelijk ingediende vragen tijdens de vijf informatieavonden in de Zuidplasgemeenten, alsmede de inspraakreacties die via de website en per post zijn binnengekomen. Enkele reacties zijn formeel buiten de sluitingstermijn binnengekomen, maar zijn voor de volledigheid toch meegenomen in de Nota van Beantwoording. De schriftelijke vragen geven geen aanleiding tot aanpassing van de ISV, met uitzondering van een passage, die de overgang van restrictief planologisch beleid naar ontwikkelingsplanologie verheldert. 7. Referendabel Dit voorstel is op grond van de Tijdelijke referendumwet niet referendabel. Burgemeester en wethouders van G o u d a, de secretaris, de burgemeester, drs. A.W.M. de Bever W.M. Cornelis pagina 5

6 minuut voorstel aan de gemeenteraad portefeuillehouder J. Vermeij onderwerp Interregionale Structuurvisie (ISV) RZG Zuidplas raad d.d. agendanummer beslissing datum afdoening paraaf afdelingshoofd sector SW dienst/afdeling rbe bijlagen 2 voorstelnummer kenmerk gouda 15 november 2004 Bijgevoegd raadsvoorstel nr , d.d. 15 november 2004 vastgesteld door Burgemeester en wethouders van G o u d a, de secretaris, de burgemeester, 17 raadsvoorstel ISV RZG Zuidplas.doc

7 Bijlage 1: korte inhoud van de ISV Lagenbenadering Het belangrijkste uitgangspunt van de Interregionale Structuurvisie (ISV) is het hanteren van de lagenbenadering uit de Vijfde Nota. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de lagen: ondergrond, netwerken en occupatie. Deze benadering houdt in dat de groenblauwe kwaliteiten, de infrastructurele kwaliteiten en de stedelijke en landschappelijke kwaliteiten (linten, polderstructuur en dorpen) van de Zuidplaspolder worden benut als drager voor toekomstige ontwikkelingen. Programma In de periode moeten in de Zuidplaspolder woningen worden gebouwd. Hiervan zijn ongeveer woningen bestemd om te voorzien in de Rotterdamse behoefte. Omdat woonvoorkeuren snel kunnen veranderen, is het moeilijk te voorspellen aan welke milieus de komende decennia behoefte is. Toch kunnen op basis van bestaande inzichten enkele voorlopige conclusies worden getrokken. Nieuwe woonmilieus moeten in ieder geval een aanvulling zijn op de bestaande milieus in de Zuidvleugel. Dat betekent dat er vooral behoefte is aan dunne en dorpse milieus, zowel goedkoop als duur. Maar ook aan groenstedelijk wonen zal de komende decennia behoefte zijn. Ook voor bedrijventerreinen is een belangrijk deel van de vraag afkomstig uit de Rotterdamse regio. Het gaat vooral om ruimte voor logistiek georiënteerde bedrijvigheid. Ook in de Nota Ruimte wordt de Zuidplaspolder overigens als kansrijke nieuwe locatie voor logistiek aangemerkt. De totale opgave voor bedrijventerreinen bedraagt hectare netto uitgeefbaar terrein. De opgave voor glastuinbouw bedraagt 200 hectare netto extra glas. Een van de uitgangspunten in de planvorming is dat in de Zuidplaspolder geen nieuwe stad (zoals Zoetermeer) wordt gebouwd. Dit betekent dat in de Zuidplaspolder geen omvangrijke concentraties van nieuwe voorzieningen worden gerealiseerd, maar dat de nieuwe bewoners vooral gericht zullen zijn op de voorzieningen in de bestaande omliggende kernen, waaronder Gouda. Uitgangspunt verstedelijking In de ISV wordt een lange termijnperspectief neergezet. Het is daarom van belang dat de ISV voldoende speelruimte laat voor onvoorziene ontwikkelingen en conjuncturele schommelingen. Aan de andere kant legt de ISV wel een aantal duidelijke ambities neer voor structuurverbetering van de polder. In de ISV wordt gekozen voor de ontwikkeling van de Zuidplaspolder analoog aan de plantages. De ISV voorziet in een ruimtelijke hoofdstructuur, die als kader dient om verschillende ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Afhankelijk van maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen kunnen binnen deze hoofdstructuur op verschillende tijdstippen beslissingen worden genomen op bepaalde investeringen wel of niet te doen. Driedeling polder Eén van de elementen van de ruimtelijke hoofdstructuur is de driedeling van de polder. Op basis van de kenmerken van bodem en waterhuishouding wordt de polder onderverdeeld in drie zones: het noordelijk kleigebied, het zuidelijk veengebied en het middengebied waar sprake is van een overgang van klei, katteklei en veen. Elke zone kent zijn eigen kwaliteiten en op basis hiervan worden randvoorwaarden aan verstedelijking gesteld. Het noordelijk kleigebied, ten noorden van de A12, is door de bodem- en waterhuishoudkundige gesteldheid geschikt voor alle vormen van verstedelijking, ook voor intensievere vormen zoals glastuinbouw, bedrijventerreinen en wonen. Er moet 10% waterbergingsoppervlak gerealiseerd worden. Het overgangsgebied ligt grofweg tussen A12 en A20. Hier moet 10-15% waterbergingsoppervlak gerealiseerd worden. In deze zone liggen kansen om de ecologische potenties met wonen te combineren. Het zuidelijke veengebied is grofweg gelegen ten zuiden van de A20. In deze zone moet 15-20% waterbergingsoppervlak gerealiseerd worden. Waterpeilstabilisatie op het huidige niveau is hier uitgangspunt, waardoor vernatting van het veengebied zal optreden. Dit biedt aanknopingspunten voor de combinatie van water en wonen. pagina 7

8 Gezien de bodemopbouw en de herkomst van de verstedelijkingsbehoefte (Rotterdamse regio) wordt geconcludeerd dat het verstedelijkingsprogramma maximaal wordt geaccommodeerd in het middengebied van de Zuidplaspolder: de zone tussen Nesselande (Rotterdam), Nieuwerkerk aan den IJssel, N219, Waddinxveen, Gouwekanaal en A20. Infrastructuur Hoe de verstedelijking er binnen deze zone precies uit komt te zien, is vooral afhankelijk van de ontsluiting. Zowel de weginfrastructuur (binnen de Zuidplaspolder en naar omliggende regio s) als de openbaar vervoersontsluiting moet verbeterd worden. Op het vlak van openbaar vervoer worden twee mogelijkheden onderscheiden om het gebied te onsluiten: 1. gebruik maken van het bestaande spoorwegnet, door het openen van nieuwe halten aan de spoorlijnen Rotterdam-Gouda en Den Haag-Gouda (Stedenbaan). Hierbij wordt gedacht aan nieuwe haltes bij Doelwijk (lijn Den Haag-Gouda) en Westergouwe (lijn Rotterdam-Gouda). 2. verlenging van de bestaande metrolijn vanuit Rotterdam naar Doelwijk en mogelijk ook aantakking op de Rijn-Gouwe Lijn naar Gouda. In dit geval moet nieuwe spoorinfrastructuur worden aangelegd. In de ISV worden deze beide mogelijkheden opgenomen. Ook is een goede ontsluiting over de weg noodzakelijk. is met name de weginfrastructuurproblematiek in de Goudse knoop relevant. Het gaat hierbij om het weefprobleem A12/A20 ter hoogte van het Gouwe aquaduct en om de ontsluiting van de Zuidplaspolder op Gouda over het provinciale wegennet. In het vervolgproces, in het kader van de ISP, worden de ontsluitingsmogelijkheden (zowel weg als openbaar vervoer) in combinatie met de verstedelijkingsmogelijkheden nader op wenselijkheid/ haalbaarheid verkend. Ruimtelijke modellen Aan de ISV hebben twee ruimtelijke denkmodellen ten grondslag gelegen, die illustreren welke ruimtelijke configuraties in 2030 mogelijk zouden kunnen zijn. De ruimtelijke modellen boden zicht op het gebied van de polder dat voor verstedelijking in aanmerking komt (het bundelingsgebied ). De modellen zijn dan ook vooral bedoeld om een indicatie te krijgen welke programma s mogelijk zijn bij twee verschillende openbaar vervoeropties. Het ene ruimtelijke model bouwt voort op het Stedenbaanconcept (optie 1). Het zwaartepunt van de verstedelijking komt dan te liggen in de nabijheid van de Stedenbaanhaltes Doelwijk en Westergouwe. Het andere ruimtelijke model bouwt voort op de aanleg van een nieuwe light railverbinding, die de Rotterdamse regio met de Goudse regio moet gaan verbinden (optie 2). De verstedelijking concentreert zich langs deze light raillijn, in een zone tussen Nesselande (Rotterdam)/Nieuwerkerk aan den IJssel en Doelwijk (Waddinxveen). Beide modellen houden rekening met de gewenste ruimtelijke hoofdstructuur van de polder en de vaste groen-blauwe elementen. Ze variëren in de invulling van deelgebieden. Gestreefd wordt naar een mix aan dichtheden en woonmilieus. Door in de ISV nog niet te kiezen voor één ruimtelijk model maar voor een ruimtelijke hoofdstructuur waarbinnen meerdere ontwikkelingen mogelijk zijn, wordt flexibiliteit geboden voor onvoorziene ontwikkelingen. Fasering Bij de uitvoering van het plan wordt gestreefd naar voorinvesteringen in de groen-blauwe structuur. Voorinvesteringen in de weg- en openbaarvervoerontsluiting zijn noodzakelijk. Gestart wordt met het realiseren van de noodzakelijke wegaanpassingen en tenminste één Stedenbaanstation. pagina 8