WERKPROGRAMMA 2003 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken September 2002
|
|
- Arthur Hendrickx
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 WERKPROGRAMMA 2003 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken September 2002
2 K:\ACV\Werkprogramma\2003\Laatste_versie_2003\WP2003 versie doormvivastgesteld doc INHOUD 1. Algemene uitgangspunten 3 2. Overzicht adviesonderwerpen BIJLAGEN Bijlage 1. Recente belangrijke ontwikkelingen voor het vreemdelingenbeleid 8 Bijlage 2. Taken en werkwijze van de ACVZ 13 Bijlage 3. Overzicht leden per 1 september Bijlage 4. Samenstelling secretariaat per 1 september
3 1. Algemene uitgangspunten Voor u ligt het werkprogramma 2003 van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Het werkprogramma is de richtsnoer voor de taakvervulling voor de ACVZ voor de komende periode. Dit werkprogramma is het tweede van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. De ACVZ is in november 2001 geïnstalleerd door de Staatssecretaris van Justitie. In dit werkprogramma worden de adviesonderwerpen beschreven die de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (ACVZ) in 2003 gevraagd door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie 1 ter hand zal nemen. De ACVZ adviseert op verzoek van de Minister. Daarnaast kan de ACVZ zelf naar eigen inzicht thema s aandragen en daarover uitspraken doen. Zij kan ook op verzoek van een van de Kamers der Staten Generaal adviseren. Actuele omstandigheden kunnen leiden tot wijzigingen in het werkprogramma. Voor haar planning houdt de ACVZ als verdeelsleutel aan: 60% gevraagde adviezen, 20% ongevraagde adviezen en 20% onvoorziene adviesverzoeken. Dit betekent dat er 20% vrije capaciteit moet zijn om aan niet voorziene adviesaanvragen te voldoen. Als deze behoefte aan incidentele adviezen onverhoopt minder zou zijn, kunnen werkzaamheden die na 2003 zijn gepland eventueel naar voren worden gehaald. Als deze behoefte groter blijkt, zal bezien moeten worden of een van de andere onderwerpen wat naar achter geschoven moet worden. De in dit Werkprogramma genoemde gevraagde adviesthema s zullen in een afzonderlijke adviesaanvraag door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie worden gepreciseerd. De ACVZ geeft als beleidsadviescollege zowel beleidsreactieve als beleidsproactieve adviezen. Dit betekent dat enerzijds adviezen worden uit gebracht met een analyse van effecten en neveneffecten van bestaande wet- en regelgeving. Zo nodig worden aanbevelingen tot verbetering gedaan. Anderzijds wordt geadviseerd over toekomstige ontwikkelingen en mogelijk te verwachten problemen en worden (alternatieve) richtingen voor beleid en de bijbehorende wetgeving aangegeven. Tenslotte worden verkenningen uitgevoerd waarbij een beleidsveld of een feitelijke gang van zaken dan wel ontwikkelingen in beeld worden gebracht met beschrijving van de daarin eventueel aangetroffen problemen. De advisering dient praktisch en oplossingsgericht te zijn. De werkwijze van de Commissie is beschreven in bijlage 2 van dit werkprogramma. De ACVZ adviseert verder over voorgenomen wijzigingen van de Vreemdelingenwet. Tenslotte adviseert de ACVZ in een beperkt aantal individuele zaken, namelijk die zaken waarin de Minister voornemens is een beslissing te nemen op bezwaar of administratief beroep ingediend door een gemeenschapsonderdaan indien de toegang tot Nederland aan hem is geweigerd dan wel indien wordt vastgesteld dat hem geen rechtmatig verblijf op deze gronden (meer) toekomt op grond van gevaar voor de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid (zie verder Bijlage 2). De ACVZ wil met haar advisering streven naar een balans tussen strategische en praktische adviezen. Een deel van de adviezen is gericht op actuele beleidsvraagstukken, een ander deel op het aangeven van algemene ontwikkelingsrichtingen die van belang zijn voor de ontwikkeling van beleid op middellange termijn. De ACVZ zoekt afstemming en waar 1 In strikt formele zin adviseert de ACVZ, zoals vastgelegd in de Vreemdelingenwet 2000, de Minister van Justitie. In het kabinet dat in juli 2002 aantrad is voorzien in de nieuwe ministerspost voor Vreemdelingenzaken en Integratie, een term die ook in dit Werkprogramma wordt gehanteerd. 3
4 mogelijk samenwerking met andere adviescolleges. De voorzitter en de secretaris participeren in het overleg van de zogenaamde kaderwet adviescolleges. De conclusies en aanbevelingen uit het eerste verslag van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties over de doeltreffendheid en de effecten van de kaderwet adviescolleges in de praktijk ( ) zijn belangrijke uitgangspunten voor de ACVZ bij de opzet en de uitvoering van haar advieswerkzaamheden. De ACVZ zal zelf in het laatste jaar van haar zittingsperiode (2005) worden geëvalueerd. In Bijlage 1 wordt een schets gegeven van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en trends die van belang zijn voor het vreemdelingenrecht en -beleid in Nederland. Deze beschrijving is het uitgangspunt bij de keuze voor de adviesonderwerpen in dit werkprogramma. In Bijlage 2 wordt aandacht geschonken aan de taken en de werkwijze van de ACVZ. Tevens wordt in deze bijlage ingegaan op het door de ACVZ bij haar advisering gebruikte referentiekader. In de bijlagen 3 en 4 is een overzicht van de samenstelling van de ACVZ en van het secretariaat van de ACVZ toegevoegd. 4
5 2. Overzicht adviesonderwerpen 2003 Zoals hierboven besproken besteedt de ACVZ in principe 60% van haar capaciteit aan gevraagde adviezen. De onderwerpen die hier zijn genoemd vallen in deze categorie. Daarnaast bereidt de ACVZ een ongevraagd advies voor met de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) over Europese integratie op het gebied van migratie en asiel. Een korte beschrijving van dit project is toegevoegd. Tenslotte reserveert de ACVZ 20% van haar capaciteit voor ad hoc adviezen. 2.1 Beleid gezinsvorming en gezinshereniging Van gezinshereniging is sprake indien verblijf wordt beoogd op grond van een huwelijk dat of relatie die al bestond toen beide (huwelijks)partners nog in het buitenland verbleven. Van gezinsvorming is sprake indien verblijf wordt beoogd op grond van een huwelijk dat is gesloten, of een relatie die is aangegaan, op een moment dat een van de echtgenoten/ partners reeds in Nederland verbleef. Het huidige beleid inzake gezinshereniging en vorming staat al enige tijd ter discussie. Gebleken is dat met name mensen van Turkse en Marokkaanse komaf in zeer veel gevallen hun partner uit het land van herkomst laten overkomen. Dit zou de integratie van deze bevolkingsgroepen niet bevorderen. Het huidige kabinet wil volgens het Strategisch Akkoord van 3 juli 2002 zowel gezinshereniging als vorming verder beperken. De minimumleeftijd voor gezinsvorming wordt verhoogd van 18 tot 21 jaar. De inkomenseis wordt verhoogd tot 130% van het wettelijk minimumloon. Het meerdere malen laten overkomen van een partner wordt belemmerd. De maximumleeftijd voor gezinshereniging van kinderen wordt verlaagd. In het ACVZ-advies worden de te verwachten effecten en mogelijke neveneffecten van de voorgestelde maatregelen afgezet tegen de beoogde doelen van het nieuwe beleid, namelijk vermindering van immigratie en bevordering van integratie. Daarnaast worden de maatregelen beoordeeld op hun juridische haalbaarheid. 2.2 Advies over arbeidsmigratie Er is een stijging van vraag en aanbod van tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten in Nederland, legaal of illegaal, gewenst door de overheid of ongewenst. Dit blijkt uit de stijging van het aantal tewerkstellingsvergunningen dat wordt afgegeven, uit de stijging van de omvang van illegaliteit en illegale arbeid, indicaties voor toename en jaarlijks terugkerende problemen in de land- en tuinbouwsector. Om diverse redenen achten velen binnen en buiten de overheid het onwenselijk dat permanente arbeidsmigratie wordt gestimuleerd. De inactieven in Nederland zouden moeten worden gestimuleerd toe te treden op de arbeidsmarkt. Zo zijn er wellicht ongewenste gevolgen op lange termijn (volgmigranten/kinderen zijn wellicht niet makkelijk inpasbaar op de arbeidsmarkt, bovendien ook arbeidsmigranten vergrijzen). Het is nog niet duidelijk wat de economische effecten op langere termijn van immigratie zijn. Ook wordt vaak gewezen op de brain draineffecten van arbeidsmigratie. Op het eerste gezicht biedt tijdelijke arbeidsmigratie betere mogelijkheden om tijdelijke knelpunten op de arbeidsmarkt op te vullen. Het kan een alternatief voor illegale arbeid zijn en vermindert het risico van brain drain. De vraag is echter: hoe reguleer je het tijdelijke? Hierbij komt met name ook de handhaafbaarheid van tijdelijke migratie aan de orde: hoe houd je tijdelijke migratie tijdelijk? Het vorige kabinet 5
6 heeft in het voorjaar van 2002 besloten tot vereenvoudiging van procedures voor zogenaamde kennismigranten, waarbij deze vragen nadrukkelijk aan de orde zijn. In het advies van de ACVZ zal worden bezien hoe andere landen tijdelijke migratie reguleren. Ook wordt onderzocht in hoeverre de Wet Arbeid Vreemdelingen leidt tot permanente migratie Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind in relatie tot het Vreemdelingenbeleid Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: Kinderverdrag) is in 1989 ondertekend en in 1995 in Nederland in werking getreden. De kern van het verdrag is dat bij alle maatregelen die kinderen betreffen het belang van het kind voorop moet staan. Het verdrag kent een rapportageplicht. De eerste nationale rapportage verscheen in 1997, de tweede in maart In een rechtswetenschappelijke analyse uit 1999 constateren Steenbergen c.s. (in Internationaal Immigratierecht ) enkele knelpunten in het vreemdelingenbeleid afgezet tegen het Kinderverdrag. De overheid stelt in de tweede nationale rapportage impliciet dat het gevoerde vreemdelingenbeleid niet in strijd is met dit verdrag. Verschillende NGO s zien dit, gezien de schaduwrapportage uit voorjaar 2002, anders. In het ACVZ-advies wordt via een juridische analyse en een onderzoek naar de uitvoering van het beleid getoetst in hoeverre het onderzoek van Steenbergen geactualiseerd moet worden, in hoeverre de tevreden opstelling van de overheid terecht is en in hoeverre de kritiek uit NGO-kringen hout snijdt. 2.4 Het beleid inzake de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en het inburgeringsvereiste 2.5 Openbare orde en veiligheid in relatie tot het asiel- en migratiebeleid Integratie en veiligheid zijn blijkens het Strategisch Akkoord van 3 juli 2002 twee centrale aandachtsgebieden van het kabinet. Het onderwerp verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en het inburgeringsvereiste (in het Strategisch Akkoord is afgesproken dat succesvolle afronding van de inburgeringscursus voorwaarde is voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd) alsmede het onderwerp openbare orde en veiligheid in relatie tot het asiel- en migratiebeleid hebben dan ook prioriteit. Met de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken zal overleg worden gevoerd over de prioriteitstelling binnen de categorie gevraagde adviezen alsmede over de nadere uitwerking van de onderwerpen. NB. Met de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) is een (ongevraagd) advies in voorbereiding dat van nut kan zijn bij de voorbereidingen van het Nederlands voorzitterschap van de EU in de tweede helft van Daarbij is de centrale vraag hoe het harmonisatieproces in Europees verband op gebied van asiel en migratie na 2004 zou moeten verlopen. Volgens de afspraken is in 2004 het Verdrag van Amsterdam in wet- en regelgeving uitgewerkt, en breekt een volgende fase van harmonisatie aan. Bovendien zal de Europese Unie in 2004 met enkele landen, wellicht tien tegelijk, worden uitgebreid. Terugblikkend vanaf Tampere (1999) tot Sevilla (2002) kan worden geconstateerd dat de ontwikkeling van het beleid op het gebied van asiel en migratie achterblijft bij de verwachtingen die zijn gewekt en bij de politieke afspraken die zijn gemaakt. De vraag is waar de weerstanden voor verdere beleidsontwikkelingen liggen? Verhinderen verschillen van inzicht tussen de lidstaten een verdere Europese aanpak voor asiel en migratie? Is daadwerkelijke harmonisatie [verder dan minimumnormen] van wet- en regelgeving 6
7 wenselijk en mogelijk? Welke onderdelen van het brede beleidsterrein komen in aanmerking voor daadwerkelijke harmonisatie? Hoe moet de volgende fase procesmatig verlopen? 7
8 Bijlage 1. Recente belangrijke ontwikkelingen voor het vreemdelingenbeleid In deze bijlage wordt aandacht geschonken aan een aantal belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en te verwachten trends die van belang zijn voor het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Mede tegen deze achtergrond heeft de programmering van de werkzaamheden van de ACVZ plaats gevonden. Het schetsen van maatschappelijke ontwikkelingen en hun mogelijke gevolgen voor het vreemdelingenbeleid is niet zonder risico s. Wat zich vandaag aandient als een duidelijke tendens kan morgen verdwenen zijn, terwijl andere niet waren voorzien maar zich plotseling aandienen. De gebeurtenissen van 11 september 2001 en 6 mei 2002 hebben ons dat nog eens duidelijk laten zien. Veranderingsprocessen vereisen vaak ook een lange adem. Daarnaast is niet altijd te voorzien welke de precieze gevolgen van sommige ontwikkelingen voor de inhoud en de vormgeving van het vreemdelingenrecht en vreemdelingenbeleid zullen zijn. Dit alles neemt niet weg dat het betrekken van maatschappelijke ontwikkelingen en mogelijke trends bij de vormgeving en uitvoering van het vreemdelingenbeleid van het grootste belang is. Voor de beschrijving van de relevante ontwikkelingen is onder meer gebruik gemaakt van het Strategisch Akkoord van het huidige kabinet van 3 juli jl. en schriftelijke stukken over de Europese Raad van Sevilla (21/22 juni 2002). Daarnaast is hetgeen Justitie heeft gepubliceerd in het kader van het project Justitie over morgen een belangrijke bron van inspiratie geweest, evenals van de resultaten van de ACVZ-workshop die in het kader van eerder genoemd project heeft plaatsgevonden in mei Schets van enkele relevante ontwikkelingen De komende decennia moet een blijvende structurele toestroom van vreemdelingen naar Europa worden verwacht. Dat geldt zowel voor migratie als voor asiel. Oorlogen, burgeroorlogen, vervolging, hongersnood, armoede etc. in landen buiten Europa zullen niet een, twee, drie verdwijnen of ophouden (en ook binnen Europa kunnen zich dergelijke omstandigheden voordoen). Al dan niet (gepercipieerde) kenmerken van het land van bestemming, zoals rijkdom, houding ten opzichte van asielzoekers en migranten, kwaliteit van de opvang, beschikbaarheid van informatie, migrantennetwerken etc. zullen hun aantrekkingskracht niet een, twee, drie verliezen. Naast de redenen waarom mensen een bepaald land willen verlaten en een ander land als bestemming kiezen, spelen de mogelijkheden om te reizen een belangrijke rol. Ook mensensmokkel valt daar onder. Voor de toestroom van vreemdelingen is verder van belang dat als gevolg van het vrije verkeer van werknemers en diensten zich binnen de EU geleidelijk in toenemende mate een Europese arbeidsmarkt kan ontwikkelen, waardoor de arbeidsmobiliteit binnen Europa naar verwachting zal toenemen. Met name de uitbreiding van de EU is in dit verband relevant. De uitbreiding van de EU kan verschillende consequenties hebben voor migratiestromen binnen en naar de vergrote EU. 8
9 In de eerste plaats zouden binnen de vergrote EU grotere migratiestromen van de kandidaatlidstaten naar de huidige lidstaten kunnen ontstaan. Het is echter niet op voorhand duidelijk in welke mate dit zal gebeuren. In de tweede plaats zouden grotere migratiestromen naar de vergrote EU tot stand kunnen komen. Ondanks het feit dat de kandidaat-lidstaten verplicht zijn het Schengen-acquis te implementeren, zou de lange nieuwe oostgrens van de EU poreuzer kunnen zijn dan de huidige grens, waardoor er meer illegale migratie zou kunnen ontstaan. Een probleem is verder dat veel kandidaat-lidstaten geen overnameovereenkomsten hebben met (een aantal van) hun directe buurlanden en met landen van oorsprong, waardoor uitzetting naar het buurland wordt bemoeilijkt. 2 De uitbreiding van de EU kan ook consequenties hebben op asielgebied. Een punt van zorg is het feit dat de meeste kandidaat lidstaten de institutionele en structurele hervormingen die nodig zijn om het EU-acquis uit te voeren nog niet geheel hebben doorgevoerd. 3 De overheveling van het vreemdelingenbeleid van de derde naar de eerste pijler, het communautaire deel van de EU, is een consequentie van het Verdrag van Amsterdam. Dat betekent dat de besluitvorming op het gebied van asiel en migratie van een intergouvernementeel, niet zondermeer bindend, karakter een communautair, bindend, karakter heeft gekregen. In het Verdrag van Amsterdam is bepaald dat een aantal communautaire maatregelen, zoals richtlijnen of verordeningen, tot 2004 dienen te worden aangenomen op dit gebied. 4 Op het gebied van asiel en migratie valt op dat de Europese Commissie met grote voortvarendheid (beleids)mededelingen, concept richtlijnen en verordeningen concipieert. De besluitvaardigheid van de Raad blijft hierbij evenwel achter. Het denken over migratie is, mede in het licht van demografische ontwikkelingen en tekorten op de arbeidsmarkt, in een stroomversnelling geraakt. Mijlpalen zijn het VN-rapport Replacement migration: a solution to declining and ageing populations? 5 (maart 2000), de mededeling van de Europese commissie Over een communautair immigratiebeleid 6 2 WRR, Naar een Europabrede Unie, 2001, pag Overnameovereenkomsten zijn akkoorden over de terug- en overname van ongewenste vreemdelingen en personen die via een veilig derde land in een bepaald ontvangstland zijn gekomen. 3 WRR, Naar een Europabrede Unie, 2001, pag Het betreft hier de volgende in Artikel 63 van het EG-verdrag omschreven maatregelen: maatregelen inzake asiel, in overeenstemming met het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen en andere desbetreffende verdragen, op de volgende gebieden: a) criteria en instrumenten voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend in één van de lidstaten; b) minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten; c) minimumnormen voor het aanmerken van onderdanen van derde landen als vluchteling; d) minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus; maatregelen inzake vluchtelingen en ontheemden het gebied van minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren en voor personen die anderszins internationale bescherming behoeven; maatregelen inzake immigratiebeleid op het gebied van illegale immigratie en illegaal verblijf, met inbegrip van repatriëring van illegaal verblijvende personen. Voor een reeks andere maatregelen geldt de termijn van vijf jaar niet, zoals op het terrein van de reguliere migratie (bijvoorbeeld gezinshereniging) Zie: 5 Te vinden op: 6 COM(2000) 757 definitief (22 november 2000). 9
10 (november 2000) en het Duitse Süssmuth-rapport 7 (juli 2001). Het beeld dat opdoemt is dat er internationaal steun begint te ontstaan voor het openstellen van meer mogelijkheden voor migratie om toekomstige tekorten op de arbeidsmarkt te voorkomen. Van geheel andere orde is dat de aanslagen van 11 september 2001 van invloed zijn op het denken over asiel en migratie. Het gewicht dat aan veiligheid wordt gehecht, is toegenomen. In het verlengde daarvan is ook meer nadruk komen te liggen op het tegengaan van de import van terrorisme. De toepassing van nieuwe technieken voor de controle bij het passeren van landsgrenzen, zoals biometrie, zijn in een stroomversnelling gekomen. Ook is meer nadruk komen te liggen op (verbeterde) integratie van reeds in de Unie verblijvende vreemdelingen. De Europese raad van Sevilla, juni 2002 De conclusies van het voorzitterschap van de Europese top van Sevilla op 21 en 22 juni 2002 bevatten een herbevestiging van eerder gemaakte afspraken. De Europese Raad heeft aangedrongen op een versnelling van reeds gaande processen om het gezamenlijke asiel- en migratiebeleid tijdig tot stand te brengen. Op Europees niveau is een restrictievere houding aangenomen ten aanzien van het asiel en migratiebeleid. Dit ligt in de lijn van de politieke veranderingen in Europa. De Europese Raad heeft met name het belang benadrukt, in het kader van het beheer van migratiestromen, van het tegengaan van illegale migratie ( combatting illegal immigration ) 8. In dit verband bevatten de conclusies concrete voorstellen tot maatregelen welke een hoge prioriteitswaarde is toegekend. Deze maatregelen zien op nadere regels over het visumbeleid, het sluiten van terug- en overnameovereenkomsten, het vaststellen van een terugkeerbeleid en het vaststellen van kaderbesluiten over mensenhandel en mensensmokkel. Daarnaast heeft de gezamenlijke controle van de buitengrenzen prioriteit en is in dit verband besloten tot de geleidelijke invoering van een gecoördineerd en geïntegreerd beheer van de buitengrenzen. Op voorstel van Spanje en het Verenigd Koninkrijk is in het kader van de strijd tegen illegale migratie voorgesteld om sancties op te leggen aan derde landen die niet mee werken aan het tegengaan van illegale migratie of het terugnemen van onderdanen. Dit voorstel stuitte op bezwaren. De Europese Raad heeft aangegeven dat een geïntegreerde, veelomvattende en gebalanceerde benadering nodig is om de oorzaken van illegale migratie aan te pakken. Daarbij dienen maatregelen getroffen te worden die zien op een algehele verbetering van de situatie in de landen van herkomst. Eventuele sancties zijn niet uitgesloten, maar zijn ingebed in een aantal waarborgen. Slechts bij unanimiteit kan door de Raad, indien is gebleken dat na volledige benutting van het communautaire instrumentarium een derde land een ongerechtvaardigd gebrek aan medewerking toont, worden besloten tot het nemen van andersoortige maatregelen. Hoewel niet concreet is besloten tot een sanctiestelsel, is het compromis gelegen in het feit dat dit ook niet is uitgesloten. De vraag is nu of van deze mogelijkheid op termijn gebruik zal worden gemaakt en hoe dit zich zal ontwikkelen? Nationale ontwikkelingen in het denken over asiel en migratie: strategisch akkoord 2002 In Nederland (en andere West-Europese landen) heeft zich politiek gezien een kentering in conservatieve zin voorgedaan in het denken over asiel en migratie. De Vreemdelingenwet 2000 had in wezen al een aanscherping in zich: korte procedures, geen bezwaarfase voor asielzoekers, samengestelde beschikkingen om procedures te voorkomen, onthouden van voorzieningen als opvang aan afgewezen asielzoekers. De discussies over asiel en migratie Zie pagina 9 Conclusies van het voorzitterschap, Sevilla 21 en 22 juni 2002, SN 200/02. 10
11 zijn met name na 11 september 2001 (de aanslagen in de Verenigde Staten) en 6 mei 2002 (de moord op politicus Fortuyn) steeds meer van hun taboes ontdaan en worden daardoor steeds explicieter en opener. Emoties wegen in deze discussie vaak zwaar. Op 22 juli trad het kabinet Balkenende aan, een coalitie van CDA, LPF en VVD. Op 3 juli jl. presenteerden de coalitiepartners hun Strategisch Akkoord, waarin ook de plannen op het gebied van asiel en migratie werden ontvouwden. De conservatieve wending in Europa vindt zijn weerklank in dit akkoord. Uitgangspunt van de notitie is dat de integratie van veel immigranten moeizaam verloopt. De immigratie van personen voor wie in Nederland een achterstandsituatie dreigt moet daarom worden beperkt. Hiertoe wordt de gezinshereniging en vorming aan banden gelegd. Het nieuwe kabinet wil de minimumleeftijd voor gezinsvorming verhogen van 18 naar 21 jaar, en de inkomenseis verhogen naar 130 procent van het wettelijk minimumloon. De maximumleeftijd voor gezinshereniging van kinderen moet worden verlaagd in lijn met het beleid in omliggende landen. Op het gebied van asiel streeft het kabinet naar een herziening van het Vluchtelingenverdrag, waarbij de asielzoeker in de regio van herkomst wordt opgevangen en de vluchtelingenstatus door de UNHCR wordt bepaald. Nederland neemt vervolgens naar evenredigheid vluchtelingen op. In de tussentijd wil het kabinet doeltreffende Europese afspraken, onder meer over effectieve (biometrische) registratie van asielzoekers; asiel aanvragen is slechts mogelijk zodra men voet zet op Europese bodem, alwaar de asielaanvraag in behandeling wordt genomen, waarna vluchtelingen evenredig worden verdeeld over de lidstaten van de Europese Unie. De tijdelijkheid van de verblijfsvergunning voor asielzoekers wordt van drie naar vijf jaar verlengd. De toelating van ongedocumenteerde asielzoekers tot de procedure moet, onverminderd de ter zake geldende internationale verplichtingen, verder worden beperkt. Andere plannen behelzen aanpassing van de gefinancierde rechtsbijstand, afschaffen van de mogelijkheid om na afwijzing van een asielverzoek een reguliere verblijfsvergunning aan te vragen en beperking van het categoriale vluchtelingenbeleid. Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama s) die niet worden toegelaten worden uitgezet; desnoods regelt Nederland zelf opvang in het land van herkomst. Het kabinet wil illegaal verblijf strafbaar stellen en de sancties op illegale tewerkstelling effectiever maken. Het Mobiel Toezicht Vreemdelingen wordt geïntensiveerd. Voor wat uitzetting van illegalen betreft worden de organisatorische taken en de coördinatie daarvan op één plaats belegd. Gemeenten bieden niet langer opvang aan uitgeprocedeerde asielzoekers. Regeringen die hun onderdanen niet terugnemen worden uitgesloten van ontwikkelingshulp. De oude procedure van rechterlijke toetsing van vreemdelingenbewaring wordt hersteld. Immigranten moeten verplicht een inburgeringscursus volgen. Het tijdig en succesvol afronden van de cursus wordt tevens voorwaarde voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. De kosten van de cursus moeten vooraf door de nieuwkomer worden betaald. Na een geslaagde toets wordt de helft van het bedrag gerestitueerd. Betekenis voor het meerjarenwerkprogramma van de ACVZ Voor de ACVZ betekenen de zojuist beschreven ontwikkelingen voor de komende jaren tot 2005 (dan loopt de termijn van de huidige commissieleden af) in elk geval aandacht voor: De positie van het Nederlandse asiel- en migratiebeleid in de EU 11
12 Zoals in Hoofdstuk 2 gemeld heeft de ACVZ een advies in voorbereiding met de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over het Europese integratiebeleid op dit terrein. De juridische randvoorwaarden van internationale verdragen voor het asiel- en migratiebeleid De juridische randvoorwaarden van internationale verdragen worden bij elk advies van de ACVZ in ogenschouw genomen Openbare orde en veiligheid in relatie met het asiel en migratiebeleid In 2002 is begonnen aan de voorbereiding van een advies over openbare orde en veiligheid in relatie met het asiel en migratiebeleid. De Nederlandse kernwaarde van rechtsbescherming in het asiel en migratiebeleid In het project Justitie over morgen kwam als een Nederlandse kernwaarde voor Justitie het goede niveau van rechtsbescherming. Bij de advisering worden standaard de gevolgen voor de rechtsbescherming bezien. Gezinsvorming en gezinshereniging (waaronder ook de rechten van kinderen) Beide onderwerpen staan in het adviesprogramma 2003 De verbinding van immigratie en integratie Interessant punt is het mogelijk koppelen van de verlening van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan het al dan niet slagen voor een inburgeringcursus. Terugkeerbeleid 12
13 Bijlage 2. TAKEN EN WERKWIJZE VAN DE ACVZ Algemeen De Adviescommissie is een onafhankelijk adviesorgaan van de Minister van Justitie [nu: Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie] ex artikel 2 van de Vreemdelingenwet 2000, (Stb. 2001,142). Zij is geïnstalleerd door de Staatssecretaris van Justitie op 28 november De Kaderwet adviescolleges 1996 (Stb. 378) biedt het wettelijk kader waarbinnen de ACVZ haar adviestaak uitoefent. Deze wet bevat algemene regels met betrekking tot onder meer haar instelling, samenstelling en werkwijze. In aanvulling daarop zijn in de genoemde Vw 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en de betreffende circulaire de omvang en de taak van de ACVZ geregeld. Met de herziening van het adviesstelsel die zijn beslag kreeg in de Kaderwet adviescolleges werd onder meer beoogd om de politieke (aan)sturing van adviescolleges te verbeteren. Dit betekende dat met de Kaderwet ook de kwaliteit, bruikbaarheid en snelheid van adviezen ten behoeve van de politiek moest worden bevorderd. Daarbij werd gestreefd naar strategische advisering op hoofdlijnen van beleid. Ook het opstellen van een jaarlijks werkprogramma, een begrotingsartikel en jaarverslagen zou de minister en het parlement de mogelijkheid tot aansturing van de adviescolleges bieden. Het parlement uitte indertijd de behoefte om de regering beter tegenspel te (kunnen) bieden in het gemeen overleg en wat dat betreft niet meer afhankelijk te zijn van het kabinet. Daarom is in de Kaderwet de mogelijkheid tot een rechtstreekse adviesaanvraag van een van de beide kamers der Staten-Generaal aan een adviescollege opgenomen. Voorts biedt de Kaderwet de mogelijkheid dat adviescolleges de minister uit eigen beweging adviseren. Het idee hierachter was om de politiek te helpen nieuwe wegen in te slaan, vooral wanneer zich in de samenleving ontwikkelingen voordoen die de ministers en het parlement nog onvoldoende onderkennen. Een ander politiek aandachtspunt was dat adviescolleges als tegenwicht tegen een te verkokerde benadering en departementale verdeeldheid zouden kunnen fungeren. Een instrument daarbij was het onderbrengen van advisering over doelgroepen en deelbelangen bij algemene (inter)sectorale adviescolleges. De kaderwet beoogt de ontkokering te bevorderen door de mogelijkheid te bieden dat verschillende adviescolleges gezamenlijk een advies uitbrengen. Zij zijn daartoe zelfs verplicht indien dat in het adviesverzoek van de minister(s) of een van beide Kamers der Staten-Generaal is opgenomen. Taken Volgens artikel 2 van de Vreemdelingenwet 2000 heeft de ACVZ tot taak de Minister en beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over hoofdlijnen van het vreemdelingenbeleid en over het vreemdelingenrecht. Dit geschiedt op basis van een door de Minister vastgesteld werkprogramma. Op grond van artikel 18 van de Kaderwet adviescolleges kan de ACVZ de minister ook uit eigen beweging adviseren. 13
14 Advisering over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving kan op verschillende momenten in de beleidscyclus. In dat verband kan onderscheid worden gemaakt tussen beleidsontwikkelende en beleidsreactieve advisering. Is van het eerste type advisering sprake wanneer niet of nog nauwelijks sprake is van concrete beleidsvoornemens, beleidsreactieve advisering is gericht op reeds ontwikkelde beleidsvoornemens die zijn neergelegd in beleidsnota s en in ontwerp-wet- en regelgeving. Het onderscheid beleidsontwikkelend/- reactief betekent overigens niet dat bij reactieve advisering geen beleidsontwikkelende aspecten aan de orde komen. De ACVZ richt zich bij de vervulling van haar taken op fundamentele vraagstukken waarvoor het vreemdelingenbeleid zich gesteld ziet, zowel vraagstukken van vreemdelingenbeleid sec als vraagstukken die de wisselwerking tussen vreemdelingenbeleid en maatschappijbrede noties betreffen. Zij doet dit vanuit zowel een beleidsreactief als vanuit een beleidsontwikkelend perspectief, en op basis van een integrale bestuurlijke, juridische, vreemdelingenbeleidsinhoudelijke/wetenschappelijke en internationale benadering. De tweede wettelijke taak is het adviseren in bepaalde in de wet genoemde individuele zaken. Deze taak vloeit mede voort uit EG-richtlijn 64/221. De ACVZ adviseert de Minister over een te nemen beslissing op bezwaar of administratief beroep, ingediend door een gemeenschapsonderdaan indien de toegang tot Nederland aan hem is geweigerd dan wel indien wordt vastgesteld dat aan hem geen rechtmatig verblijf op grond van de Vreemdelingenwet en regelgeving (meer) toekomt, op grond van gevaar voor de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid. In deze individuele gevallen, waarin het besluit om het verblijf niet toe te staan dan wel te beëindigen zeer ingrijpende gevolgen kan hebben, biedt advisering door de ACVZ voor de vreemdeling de gewenste aanvullende rechtsbescherming, die de eerder genoemde EGrichtlijn eist. Op deze individuele adviestaak gaat dit werkprogramma niet nader in. In aparte publicaties is aangegeven hoe de planning en werkwijze rond de individuele adviestaak zijn geregeld. Referentiekader en uitgangspunten bij advisering Bij de uitoefening van haar taken geldt de kwaliteit van het vreemdelingenrecht en vreemdelingenbeleid voor de ACVZ als algemeen referentiekader. In dat verband hanteert de ACVZ ten behoeve van haar advisering vijf uitgangspunten: maatschappelijke inbedding, strategische advisering, toegevoegde waarde, integrale benadering en bruikbaarheid voor praktijk en beleid. Referentiekader en uitgangspunten moeten worden gezien als richtsnoer voor de advisering. De mate waarin ze daadwerkelijk in de adviezen tot hun recht komen- uitdrukkelijk of in meer bescheiden mate- is afhankelijk van onder meer de aard van de adviesthema s, de specifiteit van de adviesaanvraag en van de concrete uitwerkingsmodaliteiten die voorhanden zijn. Als onafhankelijk adviescollege streeft de ACVZ ernaar een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het vreemdelingenbeleid. Het belangrijkste instrument dat de ACVZ daarbij kan hanteren is haar advies. Adviezen dienen daarom van hoge kwaliteit te zijn. De ACVZ benadert de nota s of problemen die haar worden voorgelegd integraal. Bij ieder advies 14
15 worden in elk geval de volgende gezichtspunten gehanteerd: Schept het voorstel voorwaarden voor een humaan en rechtvaardig vreemdelingenbeleid? Doorstaat het voorstel de toets op zorgvuldigheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid? Past het binnen de constitutionele kaders van het staatsbestel? Worden de (schaarse) financiële middelen doelmatig besteed? Houdt het voorstel rekening met veranderingen in de sociale context waarbinnen het vreemdelingenbeleid zich afspeelt? Houdt het voorstel rekening met de internationale context waarbinnen het vreemdelingenbeleid zich afspeelt? Is het praktisch uitvoerbaar? Houdt het rekening met de uitvoerbaarheid voor degenen die de beoogde beleidsdoelstellingen moeten realiseren? Aan de hand van deze gezichtspunten en een onafhankelijke, doch betrokken positie beoogt de ACVZ betekenisvolle bouwstenen aan te dragen voor de politieke besluitvorming over het vreemdelingenbeleid in Nederland. Werkwijze In de Kaderwet adviescolleges wordt globaal de werkwijze van de adviescolleges bepaald. Deze wet geeft de mogelijkheid (artikel 21) dat een adviescollege zijn werkwijze nader kan bepalen in een reglement van Orde. De ACVZ heeft in haar vergadering van 12 november 2001 haar Reglement van Orde vastgesteld. De ACVZ komt regelmatig volgens een vast vergaderschema voltallig bijeen. Per onderwerp dat in het werkprogramma is opgenomen, wordt een interne projectgroep gevormd. Deze projectgroepen worden voorgezeten door een Commissielid, met een medewerker van het secretariaat als projectcoördinator Commissie- en secretariaatsmedewerkers zijn als regel lid van meer dan een projectgroep. De projectgroepen bereiden de adviezen voor, rapporteren over de voortgang van het advieswerk en bieden teksten in concept aan ter bespreking in de Commissie. Het werk in de projectgroepen gaat gepaard met intensieve discussies en een veelvuldig schrijven en herschrijven van teksten. Bij het samenstellen van een werkprogramma houdt de ACVZ de volgende verdeling aan: 60% gevraagde adviezen, 20% ruimte voor onvoorziene adviezen en 20% voor ongevraagde adviezen. De verantwoordelijkheid voor de resultaten van het werk ligt bij de Commissie als geheel. Bij de besluitvorming streeft de Commissie naar consensus op basis van open discussie en uitwisseling van argumenten. In de adviezen zijn onderbouwde minderheidsstandpunten mogelijk, maar deze komen slechts zelden voor. De voltallige Commissie stelt de eindteksten vast van de adviezen die in de projectgroepen zijn voorbereid. De verschillende disciplines die in de Commissie zijn vertegenwoordigd worden zo voortdurend met elkaar geconfronteerd. Hiermee wordt voorkomen dat een advies zich slechts binnen de grenzen van een enkele discipline beweegt. De brede samenstelling van de Commissie staat er borg voor dat een advies meer biedt dan de inzichten van een enkel individu. 15
16 In de regel wordt een advies, alsmede de hoofdlijnen van de uitwerking, voorbereid en uitgewerkt in eigen huis. De Commissie dient echter wel gebruik te maken van beschikbare inzichten en kennis over een breed terrein. Teneinde deze kennis te mobiliseren en in haar adviezen te verwerken kan de Commissie bijdragen vragen van externe deskundigen. Hiertoe beschikt de Commissie over een (bescheiden) budget voor het uitbesteden van wetenschappelijke studies. Ten behoeve van de adviesvoorbereiding is de werkwijze van de Commissie erop gericht ook de opvattingen van het vreemdelingenveld over bepaalde onderwerpen bij de behandeling van een adviesthema te betrekken. Voeling met de dagelijkse praktijk is een voorwaarde om adequaat te kunnen adviseren. Niet alleen via de inbreng in de genoemde projectgroepen, maar ook door het toevoegen van externe (praktijk)deskundigen aan de projectgroepen worden deze opvattingen gearticuleerd. Daarnaast worden bij het voorbereiden van adviezen ook andere instrumenten gebruikt om de stem van de praktijk te laten doorklinken. Zo organiseert de commissie al dan niet met anderen hoorzittingen, expertmeetings en rondetafelgesprekken, waarbij mensen uit de dagelijkse praktijk van het vreemdelingenveld suggesties kunnen doen over oplossingen voor bepaalde problemen dan wel toetsen of de door de Commissie aangedragen oplossingen praktisch uitvoerbaar zijn. Ook kunnen communicatiemiddelen worden ingezet als de website van de ACVZ. Via dit medium kan niet alleen informatie over de ACVZ worden gegeven, maar kunnen ook anderen hun opvattingen over het vreemdelingenrecht en vreemdelingenbeleid aan de Commissie kenbaar maken. Bij de behandeling van de adviesonderwerpen in het kader van dit werkprogramma zal van deze instrumenten gebruik worden gemaakt. Wat de samenwerking met andere adviescolleges betreft voorziet de Kaderwet erin dat adviescolleges ook gezamenlijk advies uit kunnen brengen. In goed overleg met de betrokken adviesraad wordt in voorkomende gevallen aan deze samenwerking vorm en inhoud gegeven. Een infrastructuur daartoe is aanwezig. Voorzitter en Secretaris participeren in overleg van de zgn. kaderwet adviescolleges (die met het oog op afstemming ook nog weer contact onderhouden met bijvoorbeeld WRR, SCP en SER). Ten behoeve van een efficiënt en effectief functioneren wordt extra aandacht besteed aan de relatie van ACVZ met haar bewindspersoon. Daartoe zullen praktische werkafspraken worden gemaakt over advies en werkprogramma, de formulering en "timing van adviesaanvragen, de informatierelatie en bijeenkomsten van de voorzitter en leden van de adviescommissie met de minister. In haar adviezen richt de Commissie zich direct tot de Minister. De Minister is ingevolge de Kaderwet Adviescolleges gehouden een officiële reactie te geven op de adviezen. Hiervoor staat een termijn van in beginsel drie maanden. Eén week na toezending aan de Minister worden de adviezen door de ACVZ zelf gepubliceerd en op ruime schaal verspreid over parlement, belangengroeperingen, wetenschappelijke en maatschappelijke instanties. Van veel adviezen zal een samenvatting in het Engels verschijnen; in enkele gevallen ook een integrale vertaling. Op haar eigen website wordt door de ACVZ informatie gegeven zowel in het Nederlands als in het Engels. Naast feiten over de ACVZ, de Commissieleden en het secretariaat zal de site ook gegevens bevatten over de adviezen. Pas verschenen adviezen, evenals eventuele vertalingen, zijn gedurende een aantal maanden integraal van de website te downloaden. 16
17 Aan het eind van elke zittingsperiode geeft de Commissie in een verslag en evaluatie inzicht in de wijze waarop zij zich van haar wettelijke taak heeft gekweten. 17
18 Bijlage 3: SAMENSTELLING VAN DE ADVIESCOMMISSIE VOOR VREEMDELINGENZAKEN PER 1 SEPTEMBER 2002 Voorzitter: Mr. T.J.P. van Os van den Abeelen, coördinerend vice-president van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Plaatsvervangend voorzitter: J.J.T. Stoutjesdijk, Oud-Hoofdcommissaris van politie. Leden: Mw. Drs. H.J. Bakker, Algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland. Ch. R. van Beuge, Oud ambassadeur respectievelijk directeur-generaal Europese samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse zaken. Prof. dr. G.B.M. Engbersen, Hoogleraar algemene sociologie aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Dr. B.M. Groen, Oud universitair hoofddocent voor slavistiek en linguïstiek aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en de Rijksuniversiteit van Leiden. Mw. Prof. dr. E. Guild Hoogleraar europees immigratierecht aan de Katholieke universiteit van Nijmegen en partner bij Kingsley Napley Sollicitors Prof. mr. G.J.H. van Hoof, Hoogleraar internationaal recht en advocaat. Mw. N. Jerkovic, Landelijk projectmanager interculturalisatie vrijwilligerswerk. G.D.Th. Keuning, Generaal-majoor, bd. Koninklijke Landmacht Mr. P.A. Schaafsma, Oud-President-directeur Sociale Verzekerings Bank Mw. Dr. N. Tellegen, Directeur Wemos, organisatie voor internationale gezondheidsvraagstukken. Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen, Hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Mw. A. van Vliet-Kuiper, Burgemeester van Amersfoort. Mw. Dr. L.H.M. van Willigen, Arts Consultant gezondheidszorg vluchtelingen en mensenrechten. 18
19 Bijlage 4: SAMENSTELLING SECRETARIAAT ACVZ PER 1 SEPTEMBER Secretaris: Mw. drs. A.L.N.M. Spanjersberg Cluster advisering: (6 fte) Dr. J.J. van Miert (plv. Secretaris) Mw. C.P. Bejski, MA Mw. mr. H. Pronk Mw. F.G. Schoe R.R.H. Schoemaker [vacature] Cluster informatie en documentatie: (2 fte) Mw. G.M.B. van Aalst- van Adrichem Dhr. J.G.H.A. Biard Cluster management en organisatie: (2,5 fte) Mw. M.J.M. van Leersum Mw. S. Jagroep Mw. H.J. van der Woude- Kwist 19
WERKPROGRAMMA 2005 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 20 september 2004
WERKPROGRAMMA 2005 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 20 september 2004 INHOUD 1. Algemene uitgangspunten 3 2. Overzicht adviesonderwerpen 2005 5 BIJLAGEN Bijlage 1. Taken en werkwijze van de ACVZ
Nadere informatieWERKPROGRAMMA 2006 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 12 september 2005
WERKPROGRAMMA 2006 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 12 september 2005 1. Inleiding Voor u ligt het werkprogramma 2006 van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Het werkprogramma is
Nadere informatieVOORSTEL WERKPROGRAMMA 2004
VOORSTEL WERKPROGRAMMA 2004 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 9 september 2003 INHOUD 1. Algemene uitgangspunten 3 2. Overzicht adviesonderwerpen 2004 5 BIJLAGEN Bijlage 1. Recente belangrijke ontwikkelingen
Nadere informatieW E R K P R O G R A M M A
WERKPROGRAMMA 2014 1 WERKPROGRAMMA 2014 1 INLEIDING De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) is een onafhankelijk adviescollege op grond van de Kaderwet adviescolleges. De ACVZ adviseert regering
Nadere informatieAdvies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG
de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.
Nadere informatieMeervoudige nationaliteit in Europees perspectief
Meervoudige nationaliteit in Europees perspectief een landenvergelijkend overzicht V O O R S T U D I E De ACVZ De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken is een bij de Vreemdelingenwet 2000 ingesteld onafhankelijk
Nadere informatieCM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden
Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van
Nadere informatieWERKPROGRAMMA 2010. Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken
WERKPROGRAMMA 2010 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 1. Inleiding Het werkprogramma 2010 is het richtsnoer voor de taakvervulling van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) voor het komende
Nadere informatiePraktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid
Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische-opdracht door een scholier 2035 woorden 28 januari 2002 7,1 133 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Analyse-schema Asielbeleid Wat is het probleem?
Nadere informatieDe Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Kamer L 324 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Kamer L 324 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Advies ACVZ motie Dittrich c.s. Zeer geachte Mevrouw Verdonk, Op 2 september 2004
Nadere informatieWERKPROGRAMMA Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken
WERKPROGRAMMA 2012 Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken Inleiding De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) is een onafhankelijk Kaderwet adviescollege dat adviezen uitbrengt aan regering en
Nadere informatieBestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid
j1 Bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid Uitgangspunten Aan onderstaande bestuurlijke afspraken liggen de volgende
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieHet Hof van Justitie EG
H o of d s t u k 6 Het Hof van Justitie EG Tot slot acht de ACVZ het noodzakelijk in te gaan op de bevoegdheden en positie van het Hof van Justitie EG. Het Hof van Justitie heeft als taak de eerbiediging
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief
Nadere informatieWijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief
Nadere informatieP5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol
P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel
Nadere informatiehoudende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid
Besluit van houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van, nr. HDJZ/LUV/2007-, Hoofddirectie Juridische Zaken, gedaan
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Migratiebeleid Juridische en Algemene Zaken Schedeldoekshaven
Nadere informatieResultaten van het IND-dossieronderzoek
Bijlage 1. Resultaten van het IND-dossieronderzoek 1. Inleiding In de kabinetsnota Privé geweld-publieke zaak, die de Minister van Justitie op 12 april 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is aandacht
Nadere informatieDatum 16 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de toename van het aantal afgewezen asielzoekers dat van de radar verdwijnt
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatiegelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,
P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter
Nadere informatieAdviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 581 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011
Nadere informatievanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 3500 EH Den Haag Mr. D.J. de Jong 06 4684 0910 15 mei 2014 ACVZ/ADV/2014/009 Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z23259 Datum 3 december
Nadere informatieNederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere
Nadere informatieVreemdelingenrecht. toelating en verblijf van vreemdelingen in Nederland. door Mr. Th. Holterman. derde, geheel herziene druk
Vreemdelingenrecht toelating en verblijf van vreemdelingen in Nederland door Mr. Th. Holterman derde, geheel herziene druk W.EJ.ljeenkWillink Zwolle1993 Inhoudsopgave Afkortingen XIII I. II. III. Inleiding
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A
Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16
Nadere informatieALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN
NA/60009382 ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN Profielschets Adviesgroep Bestuurlijke Vraagstukken 1 Algemeen 1.1 Leidend voor het functioneren van de Adviesgroep Bestuurlijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatie14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A
Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e
Nadere informatieIn bezwaar of beroep
In bezwaar of beroep Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van de Nederlandse overheid op grond van de Vreemdelingenwet, dan kunt u hiertegen juridische stappen ondernemen. Dit informatieblad
Nadere informatieVan ACV naar ACVZ. jaarverslag 2001
Van ACV naar ACVZ 2001 jaarverslag 2001 2 Van ACV naar ACVZ jaarverslag 2001 Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (ACV) tot 1 april 2001 Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (ACVZ) vanaf 1 oktober
Nadere informatieHet onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.
Sociale kaart en sociale zekerheid Samenvatting door Sharon.D 20-10-16 Lesstof samengevat uit 24Boost.nl H5 Asielzoekers Asielzoekers/vluchtelingen zijn vreemdelingen die toelating tot ons land vragen
Nadere informatieRaadsvoorstel 2003/434
Raadsvoorstel 2003/434 Onderwerp Portefeuillehouder H. Tuning Commissie Samenleving en Welzijn Datum 4 november 2003 Raadsvergadering 11 december 2003 Samenvatting Op 25 september jl. nam de Raad een motie
Nadere informatieInleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling
Inleiding Inleiding 1 Algemeen 2 Indeling 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie 5 De verhouding tussen de Minister van Justitie,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2018 C(2018) 8465 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.12.2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees
Nadere informatieBestuurlijke Signalen
Bestuurlijke Signalen Informatiebrochure Landelijk Informatie en Expertise Centrum Voorbeeld: bestuurlijk signaal schijnhuwelijken Gedurende de periode 2010-2014 heeft de recherche van de Koninklijke Marechaussee
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 817 Wijziging van de Kaderwet adviescolleges houdende vermindering van het maximum aantal leden en het laten vervallen van de verplichte kabinetsreactie
Nadere informatieOnverwachte en moeilijk beheersbare instroom van personen uit Midden- en Oost-Europa in steden van de Benelux en aangrenzende regio s
Onverwachte en moeilijk beheersbare instroom van personen uit Midden- en Oost-Europa in steden van de Benelux en aangrenzende regio s Memorandum of Understanding De Ministers, bevoegd voor het stedelijk
Nadere informatiePROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit
PROTOCOL 3 Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI Besluit De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), gezien het belang dat zij
Nadere informatieAANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over een Europese hervestigingsregeling
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.6.2015 C(2015) 3560 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 8.6.2015 over een Europese hervestigingsregeling NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 8.6.2015 over een Europese
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53588 25 september 2017 Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 augustus 2017, kenmerk 1193476-166555-WJZ,
Nadere informatie9 Europese regelgevende agentschappen
9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieWerkstuk Maatschappijleer Integratie
Werkstuk Maatschappijleer Integratie Werkstuk door een scholier 2326 woorden 13 april 2006 6,6 16 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer WWWW-Model Wat is het probleem? Wet Inburgering in het Buitenland.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Nadere informatieLandelijk Bureau. afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam
Landelijk Bureau afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving, Sector Staats- en Bestuursrecht t.a.v. dhr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1546 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieIngekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2
Directie Inwoners Ingekomen stuk D7 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 8 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
> Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAdvies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal
De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc
Nadere informatie12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:
Nadere informatie7,7. Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Wat is het probleem?
Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart 2002 7,7 35 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Wat is het probleem? We hebben dit onderwerp gekozen omdat dit ons het meest aansprak en omdat niemand
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk 2017Z03035 Datum 4 april
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:3478
ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)
Nadere informatie(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT
4.8.2011 Publicatieblad van de Europese Unie C 229/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPEES PARLEMENT Reglement van de Conferentie van de
Nadere informatieSTATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,
Nadere informatieVerordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening
Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Het algemeen bestuur van de Meergroep; gelezen het voorstel van de algemeen directeur d.d. 17 juni 2008; gelet op artikel 2, derde lid, en artikel
Nadere informatietoepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet, wanneer het vanwege de gezondheidstoestand van het kind niet verantwoord is om te reizen.
Bijlage Hieronder geef ik een reactie op de specifieke aanbevelingen van de Kinderombudsman, en daarmee tevens op de conclusies, die in het rapport worden gedaan. Aanbevelingen 1. Geef kinderen die met
Nadere informatieCode Interbestuurlijke Verhoudingen
CODE > Code Interbestuurlijke Verhoudingen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen dragen samen de verantwoordelijkheid voor een goed bestuur van Nederland. De medeoverheden erkennen dat zij daarin
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014 J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 100 2511
Nadere informatieBELGISCH EU VOORZITTERSCHAP ASIEL EN IMMIGRATIE Programma
BELGISCH EU VOORZITTERSCHAP ASIEL EN IMMIGRATIE Programma INLEIDING Het Belgische Voorzitterschap zal de continuïteit van het werk dat door het Spaanse Voorzitterschap aangevangen werd verzekeren, en dit
Nadere informatieBrussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet
EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat
Nadere informatieAan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Mw. mr. F.G Schoe december 2004 ACVZ/ADV/04/008
Aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 29 december 2004 ACVZ/ADV/04/008 Advies wijziging Vb2000 Wet Inburgering Buitenland Geachte mevrouw Verdonk, Uw verzoek
Nadere informatieInhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak
Inhuur in de Kempen Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 21 april 2014 1. Achtergrond en aanleiding In gemeentelijke organisaties met een omvang als
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 23 oktober 2003 PE /1-29 AMENDEMENTEN 1-29
EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 23 oktober 2003 PE 329.925/1-29 AMENDEMENTEN 1-29 Ontwerpadvies (PE 329.925) Anna Terrón i Cusí
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bestuursreglement College sanering zorginstellingen
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67902 4 december 2018 Bestuursreglement College sanering zorginstellingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement
Nadere informatie; Adv;escomm;ss;e voor
; Adv;escomm;ss;e voor aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en.~tvreemdelingenbeleid en Integratie de Staatssecretarissenvan Buitenlandse Zaken en van Ontwikkelingssamenwerking In kopie de Minister
Nadere informatieOnderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2260 29 12 12februari 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 januari 2009, nr. 2009/3, houdende
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3127
ECLI:NL:RVS:2014:3127 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-08-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304293/1/V4 Eerste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens
Nadere informatieGEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT
Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 167 final 2018/0079 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl
Nadere informatieStaatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus EH Den Haag
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 3500 EH Den Haag Drs. A.C. Vergeer 06-46840912 29 februari 2016 ACVZ/ADV/2016/006 Afsluiting oriënterend onderzoek
Nadere informatieOnderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode
Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt
Nadere informatieVreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017
Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heet mr. F. Teeven contactpersoon doorkiesnummer datum ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Postadres Postbus 20301
Nadere informatie