ANTWOORDEN BIJ MOVIEZONE WERKBLADEN

Transcriptie

1 ANTWOORDEN BIJ MOVIEZONE WERKBLADEN ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: FILMTRAILER 2a. Om direct de aandacht te willen trekken van het publiek ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: GELUID 1. Spannende momenten zoals achtervolgingen, romantische momenten, trieste/zielige momenten. 2. Muziek geeft een bepaalde sfeer aan de beelden / de beelden worden met muziek intenser. Door muziek kunnen kijkers aanvoelen wat er gaat gebeuren en het stuurt de aandacht van de toeschouwers. 3,4,5 en 6. Eigen mening. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: CAMERA KADRERING De omschrijving van het personage is uitgebreid. Veel informatie over de hoofdpersoon wordt vertaald naar beeld. Het uiterlijk en het gedrag van een hoofdpersoon geeft veel informatie over diens achtergrond, karakter en situatie. Maar informatie kan ook verstopt zijn in de omgeving. Heeft de hoofdpersoon zijn kamer volhangen met foto s van voetballers dan zal daar zijn interesse liggen, een prijzenkast geeft aan dat iemand ergens heel goed in is en muziekinstrument(en) muzikaal etc. Film is vertellen met beelden. Veel informatie is visueel verpakt. Dure kleding, horloges, telefoons laten zien dat iemand rijk is. De leerlingen in de klas zijn waarschijnlijk even oud tenzij het personage er totaal anders uit ziet. Als iedereen vrolijke kleuren draagt en de hoofdpersoon is in het zwart zie je ook meteen dat het een buitenbeentje is. Een close-up legt meestal de nadruk op iets, dat kan een emotie zijn, maar ook op een voorwerp of handeling (iemand die iets steelt en in zijn zak stopt). Een totaalshot laat iets van de omgeving zien en dat vertelt vaak weer iets over een personage. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: CAMERA PERSPECTIEF Situatie A:. -antwoord 1: op ooghoogte. Met vrienden ben je vaak gelijkwaardig. -antwoord 2: vogelperspectief, de beelden van de mensen om de hoofdpersoon heen zie je van bovenaf, alles wordt kleiner en voelt daarom onderdanig. Situatie B: -antwoord 1: van bovenaf (vogelperspectief), als je de omgeving van de auto wilt laten zien. -antwoord 2: op ooghoogte, als je een objectief beeld wilt laten zien. Situatie C: -Van onderaf (kikvorsperspectief): Alles lijkt groter en voelt daarom superieur. 2. Het beeld is een groepsafbeelding, een mediumshot met 4 personages. De persoon in het midden

2 waar de camera op gericht is, is de hoofdpersoon. Minder belangrijke personages kijk je op de rug en daar kijk je op neer. Kleur bepaalt ook waar je aandacht naar toe gaat. In deze opdracht komen meerdere onderdelen van de filmische middelen samen. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: ROL VAN DE KIJKER Bij de bespreking zal duidelijk worden dat iedereen de afbeeldingen op zijn eigen manier interpreteert. Vertel de leerlingen dat het interpreteren van beelden bij verschillende culturen ook een rol kan spelen. In het westen zal bij een still waarin iemand een rijkaarsje aansteekt aan kerstmis of aan de kerk gedacht worden. Culturen die de gebruiken van kaarsen aansteken in de kerk niet kennen, zullen die associatie niet hebben. Hindoestanen denken daarbij misschien eerder aan Divali, bekend als Lichtjesfeest. Wat je afleest van een beeld hangt dus af van wat je kent en van wat je gewend bent. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: MONTAGE Doordat de filmmaker betekenis geeft aan twee opeenvolgende beelden zal de kijker een verband zien. Laat de leerlingen inzien dat de opeenvolgende beelden zorgvuldig zijn gekozen en dat je met dezelfde beelden verschillende verhalen kunt vertellen. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: SYMBOLIEK 1a. Herakles uit de Griekse Mythologie. De Romeinen noemden hem Hercules. Dit is in het Engels makkelijker uit te spreken. 1b. De film heeft elementen uit de originele verhalen van Hercules. Disney heeft een eigen draai gegeven aan het verhaal. Dit werd deels gedaan omdat men bepaalde gebeurtenissen uit de mythologie ongepast vond voor jonge kijkers en/of omdat het niet aansluit bij de normen en waarden van een familiefilm. Zo is Hercules de zoon van Hera en Zeus, terwijl Hercules in de mythe het resultaat is van een buitenechtelijke affaire. In de mythe werkt Hera hem tegen en niet Hades. 1c. Met voorkennis kijk je altijd anders. Je weet ongeveer wat je kunt verwachten en het kan helpen het verhaal beter te begrijpen, maar het kan ook storend zijn als het filmverhaal afwijkt van wat je verwacht. 2a. Als een held. Hij wordt groots neergezet en van onderaf gefilmd. Alleen zijn vader, de oppergod Zeus (het standbeeld dat tot leven komt), wordt nog groter afgebeeld. 2b. De bekendheid van Hercules wordt bezongen door een gospelkoor en er is merchandise van Hercules, zoals een plastic pop met grote spierballen en slippers met zijn naam erop ( Pain draagt een exemplaar tot woede van Hades). Maar er zijn ook vazen met zijn afbeelding erop (een voorwerp uit de Griekse oudheid). 2c. Om het ook voor de hedendaagse jeugd duidelijk te maken hoe populair de held van de film is. 3a. Jerk betekent flapdrol of mafkees. 3b. Als je niet weet wat Jerk betekent mis je het grapje. 3c. Scar uit De Leeuwenkoning. 4a. Om meer diepgang in hun films te brengen. De gebruikte symboliek en intertekstualiteit in een film helpt tevens bij het creëren van extra betekenis voor een specifieke doelgroep. Disney gebruikt intertekstualiteit met name voor de ouders die samen met hun kinderen naar de bioscoop gaan. 4b. Hoogstwaarschijnlijk wel. Iedereen haalt tenslotte uit een film wat hij/zij ziet en dat is niet voor iedereen hetzelfde. 4c. Eigen mening

3 ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: FANTASTISCHE FILMGENRES Tekst 1 Horror (film: The Conjuring) Tekst 2 Science Fiction (film: Independence Day) Tekst 3 Fantasy (film: Alice in Wonderland) Tekst 4 Horror/Komedie (film: Warm Bodies) Tekst 5 Science Fiction (film: I Robot) 2. In de loop van de Harry Potter-serie vindt er een accentverschuiving plaats van sprookjesachtige fantasy naar een meer horror-achtige vertelling. Sorcerer's Stone: We maken kennis met een nog jonge Harry, Hermione en Ron. Scènes met typische fantasyelementen zoals de vliegende bezemstelen, toverstokjes en de draaiende trappen. De donkere scènes (met monsters) zijn in de minderheid. Er is warm zonlicht in de buitenscènes. Ook de humor heeft een plekje: zie Rons reactie op een uitspraak van de parmantige Hermione. Deathly Hallow's Part 2: Harry, Hermione en Ron zijn nu verwikkeld in een strijd op leven en dood met Voldemort. De toverstokjes zijn gebleven, de monsters ook, maar het afschrikwekkende hoofd van Voldemort - griezeliger omdat we er menselijke trekken in ontwaren - is prominenter aanwezig. Bijna alle scènes in de trailer spelen zich 's nachts af. En het weinige daglicht dat we te zien krijgen is grauw. Vanzelfsprekend is voor humor geen plaats meer. 3. Suggesties om leerlingen op weg te helpen: -Horror: Een gewone dag in de klas. Opeens klinkt er van buiten, op ramen, deuren of muren, of op alledrie tegelijk, luid gebonk en geschreeuw. Wat is er aan de hand? Dreiging of waarschuwing? -Sciencefiction: Een gewone dag in het klaslokaal. De leraar heeft net iets verteld over het heelal en onthult opeens: Ik kom van Jupiter. Heeft hij kwaad in de zin of komt hij juist 'in vrede'? -Fantasy: Een gewone dag in de klas. De leraar neemt een slok koffie en krimpt ineens tot het formaat van een tuinkabouter. Hoe reageert de leraar en, nog belangrijker, hoe reageert de klas? ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: SPECIAL EFFECTS 1a. De acteur breakdanst op een vlak decor; de camera is in sommige shots 90 graden gekanteld. 1b. Er wordt met de camera geschud; de acteur maakt wankelende bewegingen; er dwarrelt stof en er vliegen vonken voorbij. Effecten die je allemaal op de set zelf kunt maken. De ontploffing aan het einde van het filmpje is een computereffect. 1c. De acteurs vechten met rotsblokken van piepschuim en ook de metalen buizen zijn niet van metaal. Maar mede door de geluidseffecten lijkt het allemaal echt. ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: PREQUELS, SEQUELS, SPIN-OFFS EN REMAKES 1a. De meest gebruikelijke antwoorden: Iron Man 2 & 3; Shrek 2 & 3; The Dark Knight en The Dark Knight Rises (van Batman Begins); Star Trek: Into Darkness; Toy Story 2 & 3. The Lord of the Rings 2 & 3. 1b.The Hobbit-trilogie (van de Lord of the Rings-trilogie); Prometheus (van Alien); X-Men: First Class (van overige X-Men films). 1c. Catwoman (van Batman); The Scorpion King (van The Mummy Returns); The Chronicles of Riddick

4 (van Pitch Black). 1d. Total Recall; Charlie and the Chocolate Factory; King Kong; Clash of the Titans; The Ring. 2. Sequel/prequel/spin-off: Wanneer een film populair is, is de kans groot dat het publiek terugkomt voor meer. Door de populaire karakters is er meer kans op succes en dus ook op geld voor de makers. Bovendien hoef je niet meer na te denken over wie je hoofdpersoon (of - personen) worden; die heb je al. Dat scheelt weer denkwerk. Remake: in dit geval hoef je zelfs geen nieuw verhaal meer te bedenken; je laat het originele scenario hooguit bewerken. Dat scheelt denkwerk én, alweer, geld. Ook heeft de titel voor veel mensen vaak al een bekende klank. 3. Suggesties om leerlingen op weg te helpen: -Prequel: Hoe is de man die later zombie werd, gestorven? Auto-ongeluk? Moord? Had zijn vrouw er iets mee te maken? -Sequel: Gaat hij terug naar zijn graf of ergens anders heen? Misschien komt hij onderweg iemand tegen? -Remake: De zombie draait de kraan dicht en sloft dan weer het huis uit. Kan iemand een spannender verhaalverloop of einde bedenken? ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: ACTEERSTIJLEN Voor hulp bij het beantwoorden van de vragen op dit werkblad, kunnen de leerlingen gebruik maken van de begrippenlijst 1. Leerlingen vullen een tabel in waaruit de verschillen blijken tussen twee trailers (van films met dezelfde acteur/actrice). - Genre: het soort film, wordt vaak genoemd in recensies (bijvoorbeeld komedie, romantische drama, actiefilm, misdaad). - Vergelijkbare rol: in vergelijking met andere rollen: is de rol in deze film ongeveer hetzelfde of juist erg afwijkend? - Veel/weinig tekst: is de acteur/actrice in de film veel aan het praten? - Gestiek: is de acteur/actrice in de film veel aan het bewegen? - Mimiek: zijn de gezichtsuitdrukkingen van de acteur/actrice veel in beeld? - Acteur of personage: eigen mening (sommige sterren nemen hun imago mee in hun rol). - Acteur herkenbaar: wat is er gedaan om de acteur/actrice een ander uiterlijk te geven (make-up, kapsel, gewicht, kostuum). - Kenmerken personage: sommige personages zijn erg herkenbaar, zo sterk dat ze een typetje kunnen worden (bijvoorbeeld Jack Sparrow uit Pirates of the Caribbean). ANTWOORDEN BIJ WERKBLAD: MUZIEK 2: De leerlingen ontdekken dat verschillende soorten muziek ervoor zorgen dat hetzelfde beeld anders geïnterpreteerd kan worden. Dit doen ze door zelf een korte scene op te nemen van een neutrale handeling (lopen, zitten, kijken). De opdracht werkt goed als de verschillen tussen de muzieksoorten groot zijn. Bijvoorbeeld dreigende muziek zorgt ervoor dat je denkt dat er onheil op komst is of dat ze ondanks dat ze neutraal naar elkaar kijken, ruzie gaan maken. En blije muziek zorgt er in diezelfde scene voor dat je denkt dat ze blij zijn elkaar weer te zien.

5