Luchtverontreiniging Amsterdam 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Luchtverontreiniging Amsterdam 2013"

Transcriptie

1 GGD/LO Luchtverontreiniging Amsterdam 2013 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving afdeling luchtkwaliteit H.J.P. Helmink M.B.A. Dijkema M. Strak S.C. van der Zee In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Postbus 202,1000 AE AMSTERDAM) auteur : H.J.P. Helmink (SEP) beoordeeld : J.H. Visser (HL) rap+ bijlagen totaal 127 blz. goedgekeurd : F. Woudenberg (CM) GGD Amsterdam, Cluster Leefomgeving afdeling luchtkwaliteit Nieuwe Achtergracht 100, 1018 WT Amsterdam Telefoon (020)

2 aan deze rapportage werkten mee: Peter Wallast Peter Koopman Mariska Hoonhout Jorrit van der Laan Harald Helmink Pavlos Panteliadis Dave de Jonge instrumentele metingen gravimetrische stofmetingen gravimetrische stofmetingen kwaliteitborging validatie van meetgegevens EC/OC metingen equivalentietoets stofmetingen GGD, Amsterdam, Nederland. Alle rechten voorbehouden. GGD Amsterdam en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken. De inhoud van dit rapport mag aan derden niet anders dan als één geheel worden ontsloten, voorzien van bovengenoemde aanduidingen met betrekking tot auteursrechten en aansprakelijkheid.

3 -3- GGD/LO INHOUD 1 Samenvatting Inleiding Accreditatie Meetstations Methoden Meetmethoden onder accreditatie Meetmethoden buiten accreditatie Resultaten Validatie meetresultaten Meteorologie PM metingen Toetsing aan grenswaarden Metingen van jaargemiddelde NO 2 concentraties met Palmes buizen Inleiding Metingen met Palmes diffusiebuizen Resultaten Palmes metingen Conclusie Ontwikkeling van de luchtkwaliteit: trends Inleiding Fijn stof Roet Stikstofdioxide inclusief Palmes metingen Som stikstofdioxide en stikstofmonoxide (NO X ) Referenties BIJLAGEN...45

4 -4- GGD/LO SAMENVATTING Dit rapport beschrijft de meetresultaten over het jaar 2013 van het geautomatiseerde luchtmeetnet van Amsterdam. Het meetnet is in augustus 2005 geaccrediteerd door de Stichting Raad voor Accreditatie en voldoet daarmee aan de accreditatiecriteria zoals vastgelegd in de NEN EN ISO/IEC De uitkomsten van het meetnet vormen een belangrijke bron voor trendanalyse, vergelijking met modelberekeningen en voor verder onderzoek naar de relatie tussen luchtverontreiniging en gezondheid. Daarnaast zijn de stikstofdioxideconcentraties van de stadsachtergrondstations samen met de meetgegevens van het Landelijk Meetnet (RIVM) door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toegepast voor de kalibratie van de GCN kaart. De meetresultaten zijn getoetst aan de wettelijke grenswaarden zoals die zijn opgenomen in de Wet Milieubeheer. Voor wat betreft deze wettelijke grenswaarden wordt opgemerkt dat 7 april 2009 door de Europese Commissie aan Nederland uitstel is verleend om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen (derogatie EC). Dit uitstel is verleend op basis van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Voor fijnstof PM10 moet Nederland voldoen aan de Europese grenswaarden vanaf 11 juni 2011, voor stikstofdioxide geldt de grenswaarde van 40 μg/m 3 vanaf 1 januari Tot die tijd geldt een grenswaarde van 60 μg/m 3 voor de jaargemiddelde NO 2 concentratie was een vrij koud jaar met een gemiddelde jaartemperatuur van 9,9 C tegen normaal 10,7 C. Koud was het vooral de eerste helft van het jaar. Januari kende een lange vorstperiode van 10 tot 27 januari, ook in februari waren er veel vorstdagen en de lente van 2013 was de koudste van de afgelopen decennia. De tweede helft van 2013 verliep een stuk warmer met maandgemiddelde temperaturen die rond of boven het langjarig gemiddelde lagen. De hoeveelheid neerslag in 2013 lag met afgerond 792 mm ruim onder het langjarig gemiddelde van 834 mm. Vooral de eerste maanden van het jaar verliepen droog. In januari, februari en maart viel de neerslag regelmatig in de vorm van sneeuw. Gemiddeld werd meer oostenwind en minder westenwind gemeten ten opzichte van het langjarig gemiddelde. Al met al was 2013 uit oogpunt van luchtverontreiniging geen bijzonder goed jaar. Op basis van de weersomstandigheden zou daarom ten opzichte van 2012 een toename van concentraties worden verwacht. In deze rapportage zijn voor het derde achtereenvolgende jaar concentratiegegevens van organisch en elementair koolstof opgenomen. Het meetprogramma naar met name het gehalte elementair en organisch koolstof is nog beperkt en in ontwikkeling. Dit jaar wordt alleen van Jan van Galenstraat en Vondelpark van de PM10 fractie het gehalte EC en OC

5 -5- GGD/LO gerapporteerd. Op de Jan van Galenstraat is in de tweede helft van juni en augustus intensiever gemeten om verschillende filtermaterialen te kunnen vergelijken, een onderzoek in het kader van de standaardisatie van deze meetmethode. Standaardisatie van deze roetmaat is belangrijk onder andere omdat roet een goede marker is voor (diesel)verkeer. In Europees verband wordt gewerkt aan standaardisatie, GGD Amsterdam levert hieraan een bijdrage en vertegenwoordigt Nederland in de betreffende Europese werkgroep. In 2012 is overgegaan op een nieuwe automatische methode voor het meten van zwarte rook, de correlatie tussen de oude en de nieuwe methode is uitgebreid onderzocht. In deze rapportage wordt net als vorig jaar ook aandacht besteed aan trends en aan de met Palmes buizen gemeten stikstofdioxideconcentraties. Met behulp van Palmesbuizen worden al meer jaren achtereen op veel binnenstedelijke wegvakken en achtergrondlocaties aanvullende stikstofdioxidemetingen verricht (zie ook onze website De gemeten stikstofdioxide jaargemiddelden zijn voor verschillende wegvakken vergeleken met de achtergrond stikstofdioxideconcentraties. De gepresenteerde meetresultaten, interpretaties van de Palmesbuizen en de berekende trends (de hoofdstukken 6 en 7) vallen niet onder de accreditatie van GGD Leefomgeving- Luchtkwaliteit. Stikstofdioxide In 2013 zijn de jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties op de straatstations Haarlemmerweg, Einsteinweg en Jan van Galenstraat, hoger dan de grenswaarde geldig vanaf Het hoogst gemeten gehalte stikstofdioxide in 2013 bedroeg 53 μg/m 3 en werd vastgesteld op de Haarlemmerweg en op de Einsteinweg. Hiermee is nog wel voldaan aan de tot 2015 geldende grenswaarde over de derogatieperiode van 60 μg/m 3. Voor het eerst wordt op Stadhouderskade en Van Diemenstraat voldaan aan de grenswaarde van 40 μg/m 3 (2015). Figuur 1.1 geeft een historisch overzicht van de gemeten stikstofdioxideconcentraties. De (oude) jaarlijks scherpere plandrempel is met een oranje band aangegeven, het gele vlak representeert de huidige grenswaarde van 60 μg/m 3 en is geldig tot 2015.

6 -6- GGD/LO Figuur 1.1. Overzicht van de jaargemiddelde NO 2 concentratie op verkeersbelaste meetpunten in relatie tot de plandrempel en grenswaarde (derogatie verleend tot 2015).

7 -7- GGD/LO In figuur 1.2 staan de meetwaarden weergegeven van de drie nieuwe achtergrondstations samen met de historische data van de achtergrondstations Vondelpark (voorheen Overtoom) en Nieuwendammerdijk. Op de achtergrondlocaties wordt al wel voldaan aan de grenswaarde. Figuur Overzicht van de jaargemiddelde NO 2 concentratie van de achtergrondstations Stikstofdioxidemetingen met Palmes buizen De jaargemiddelde NO 2 concentratie is langs veel drukke straten hoog. Gemiddeld werd langs drukke wegvakken in 2013 een jaargemiddelde NO 2 concentratie van 41,4 µg/m 3 gemeten, terwijl dit op nabijgelegen achtergrondlocaties (gemiddeld 265 meter van de lokale weg) 27,5 µg/m 3 was. De bijdrage van de lokale weg loopt uiteen van 2 tot 30 ug/m 3. Op geen enkele straatlocatie was de gemeten NO 2 concentratie hoger dan 60 µg/m 3 (de huidig geldende norm), en op 49 procent van de locaties hoger dan 40 µg/m 3 (de norm vanaf 2015). Aangezien het grootste deel (70%) van de meetpunten zich niet op de officiële, in de Nederlandse wetgeving vastgelegde toetspunten bevindt, kan er op deze plekken officieel niet aan de grenswaarden getoetst worden. Op de 17 locaties die zich wel op toetsafstand bevinden, is de gemiddelde NO 2 concentratie met 38,1 µg/m 3 voor het eerst (sinds de metingen met Palmes buisjes systematisch worden uitgevoerd) lager dan de grenswaarde. Op drie van deze locaties (18%) wordt de vanaf 2015 geldende grenswaarde overschreden.

8 -8- GGD/LO Dit is een duidelijke afname ten opzichte van de voorgaande jaren. De afname van de NO 2 concentratie langs drukke wegvakken is vooral terug te voeren op een lagere achtergrondconcentratie, al is ook de wegbijdrage NO 2 iets afgenomen. Fijn stof: In 2009 is een nieuwe automatische monitor geïntroduceerd voor het meten van PM10 en PM2,5 concentraties, de Metone BAM 1020a. De introductie van een nieuw systeem vereist een uitgebreide controle met referentieapparatuur voordat data als equivalent aan de referentiemethode kan worden overgenomen. Op verschillende locaties draait daarom een intensief programma met referentiemetingen, op enkele stations wordt zelfs dagelijks met referentiemetingen PM10 gemeten. Op basis van de referentiemetingen kan een kwalitatief goed beeld worden gegeven van de stedelijke PM10 concentraties. Dit laat zien dat zowel op de achtergrondstations als de straatstations wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 Ook wordt op alle meetstations voldaan aan de strengere grenswaarde voor het daggemiddelde, die inhoudt dat de daggemiddelde concentratie in van 50 μg/m 3 op niet meer dan 35 dagen mag worden overschreden. Op alle stations is in 2013 hieraan voldaan. Vanaf 2005 is een zeezoutcorrectie ingevoerd in de wetgeving voor PM10 die in 2012 is gewijzigd. Het jaargemiddelde mag vanaf 2012 voor Amsterdam worden verlaagd met 3 μg/m 3 (dat was tot en met μg/m 3 ) het aantal dagoverschrijdingen van 50 μg/m 3 mag met 4 dagen worden verminderd (dit was 6 dagen tot en met 2011). Hiermee is in de presentatie en rapportage van de cijfers rekening gehouden. Figuur 1.3 geeft een historisch overzicht van het tot nog toe gemeten aantal dagoverschrijdingen inclusief zeezoutcorrectie.

9 -9- GGD/LO aantal overschrijdingen 35 0 Einsteinweg Vondelpark Westerpark Stadhouderskade Jan van Galenstraat Van Diemenstraat Figuur Aantal overschrijdingen van de plandrempel voor de daggemiddelde concentratie PM10 met zeezoutcorrectie vanaf Dat aan de wettelijke grenswaarden voor PM10 wordt voldaan betekent overigens niet dat fijn stof in Amsterdam geen probleem vormt. Ten eerste omdat er voor fijn stof geen veilige concentratie is aan te geven waar beneden het niet schadelijk is voor de gezondheid. Ook bij concentraties onder de wettelijke grenswaarden treden dus gezondheidseffecten op. Ten tweede omdat fijn stof uitgedrukt als PM10 een slechte maat is voor luchtverontreiniging afkomstig van het verkeer. Het gemotoriseerde verkeer stoot vooral hele fijne stofdeeltjes uit die schadelijk zijn voor de gezondheid maar nauwelijks bijdragen aan de massaconcentratie PM10. Trends De jaarlijkse trendanalyse voor de componenten die in het automatisch meetnet worden gemeten is uitgevoerd voor de periode Op alle stations is sprake van een significante afname van de PM10 concentraties met 1 a 2% per jaar. Ook de roetconcentratie blijft, net als in voorgaande jaren, dalen. Voor NO 2 is de trend bepaald voor zowel de stations uit het automatisch meetnet als ook voor de locaties waar sinds 2003 aanvullende metingen plaatsvinden. Gemiddeld daalt de NO 2 concentratie met 1,1 µg/m 3 per jaar op straatlocaties en 0,9 µg/m 3 per jaar op achtergrondlocaties. Wanneer alleen de trend op de straatstations uit het automatisch

10 -10- GGD/LO meetnet wordt beschouwd is het beeld met een gemiddelde afname van 0,5 µg/m 3 per jaar iets minder gunstig, op niet alle straatstations is sprake van een daling. De aanvullende metingen laten echter zien dat langs nagenoeg alle wegvakken sprake is van een afname in de NO 2 concentraties. Alhoewel de NO 2 concentraties gestaag dalen, is dat te langzaam om in 2015 op alle meetlocaties aan de grenswaarde te voldoen. Desgevraagd heeft de GGD op die plekken waar de NO 2 concentratie in 2013 hoger was dan de vanaf 2015 geldende grenswaarde van 40 µg/m 3, de trend in de afgelopen jaren ook individueel beschouwd. Deze trendanalyse laat zien dat op 22 van de 26 meetlocaties de grenswaarde in 2015 zal worden overschreden.

11 -11- GGD/LO INLEIDING 2.1 Accreditatie Dit rapport beschrijft de meetresultaten over het jaar 2013 van het geautomatiseerde luchtmeetnet van Amsterdam. Op 25 augustus 2005 heeft de Raad voor Accreditatie vastgesteld dat de afdeling luchtonderzoek van de GGD Amsterdam voldoet aan accreditatiecriteria voor testlaboratoria zoals vastgelegd in NEN EN ISO/IEC 17025:2005. De accreditatie omvat het kwaliteitssysteem van het laboratorium evenals de specifieke verrichtingen en onderzoeksgebieden zoals weergegeven in bijlage Meetstations Dit jaar worden de gegevens van 11 meetstations gerapporteerd, locatie 18, ringweg A10 Zuid is komen te vervallen. Tabel 2.1 geeft de gemeten componenten per meetstation. Tabel 2.1. Gemeten componenten per station Naam station Type station NO NO 2 CO O 3 SO 2 PM10 PM2,5 PM1 Black Carbon 2 Haarlemmerweg Straat Q Q 3 Nieuwendammerdijk Stadsachtergrond Q Q Q 7 Einsteinweg A10 Straat / Rijksweg Q Q Q Q Q west 12 Van Diemenstraat Straat Q Q Q Q Q Q 14 Vondelpark Stadsachtergrond Q Q Q Q Q Q 16 Westerpark Stadsachtergrond Q Q Q 17 Stadhouderskade Straat Q Q Q Q 19 Oude Schans Stadsachtergrond Q Q 20 Jan van Galenstraat Straat Q Q Q 21 Kantershof Stadsachtergrond Q Q 22 Sportpark Ookmeer Stadsachtergrond Q Q Benzeen EC OC CPC Opgenomen in meetnet De met Q gemarkeerde verrichtingen voldoen aan de criteria van de NEN EN ISO/IEC 17025:2005 Nb: de ultrafijne deeltjestellingen worden dit jaar niet gerapporteerd Stadsachtergrondstations geven de achtergrondgehaltes in Amsterdam weer zoals deze zich in rustige wijken, parken en achtertuinen voordoen. De naamgeving van het achtergrondstation Overtoom is veranderd in Vondelpark. Het station is weliswaar bereikbaar vanaf het Overtoom, maar ligt aan de rand van het Vondelpark ver van het drukke Overtoom

12 -12- GGD/LO en is daarom een typische stadsachtergrondlocatie. De stadsachtergrondstations zijn ingericht op een afstand enkele tientallen meters van een drukke straat. Straatstations geven een beeld van de gehaltes zoals die worden gemeten in drukke straten. Het straatstation Einsteinweg staat pal langs de ringweg A10 west. De Stadhouderskade en Haarlemmerweg zijn beide eenzijdig bebouwde straten, waarbij het meetstation op de Stadhouderskade aan de onbebouwde kant is gelegen bij een kruispunt (stoplicht) en het meetstation op de Haarlemmerweg aan de bebouwde kant. Het meetstation Van Diemenstraat ligt aan een tweezijdig bebouwde weg met aan beide zijden een fietspad en een trottoir. De Van Diemenstraat kan worden gekarakteriseerd als een street canyon waar de emissies van het wegverkeer relatief lang blijven hangen. Het station Ringweg A10 zuid ligt ten opzichte van de andere stations in relatief open gebied, omdat het station weinig toegevoegde waarde voor het meetnet opleverde, is op Ringweg A10-zuid tot en met 2012 alleen de meting van PM2,5 met referentieapparatuur voortgezet, dit jaar is het station volledig komen te vervallen. Het meetstation aan de Jan van Galenstraat ligt net als Van Diemenstraat aan een tweezijdig bebouwde weg. Voorts worden op 100 aanvullende meetpunten zowel op verkeersbelaste locaties als op achtergrondlocaties stikstofdioxidemetingen verricht met behulp van Palmes buizen.

13 -13- GGD/LO Copyright 2007 Gemeente Amsterdam Geo en Vastgoedinformatie 021 Figuur 2.1. Locatie Meetstations Meetnet Amsterdam Nb: de meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit zijn groen gemarkeerd.

14 -14- GGD/LO METHODEN 3.1 Meetmethoden onder accreditatie De standaardmethoden onder certificaat nummer L426, verleend op 25 augustus 2005 door de Raad voor Accreditatie, zijn samengevat op de lijst zoals weergegeven in bijlage 12. Alle hier genoemde verrichtingen worden conform de aangegeven normvoorschriften uitgevoerd. Als nauwkeurigheidseis zijn de geldende Europese criteria overgenomen, alleen voor de meting van zwaveldioxide kon hieraan niet worden voldaan. De hoogte van de gemeten concentraties zwaveldioxide liggen echter ver onder de geldende grenswaarden waarmee de grotere meetfout (>15% van de meetwaarde uitgedrukt als 95%BI) voor de toetsing aan normen geen specifiek probleem vormt. In bijlage 13 staat omschreven van welke apparatuur gebruik is gemaakt en welke meetnauwkeurigheid daarmee wordt gehaald. Nadere informatie over de meetonzekerheid van de verrichtingen die onder accreditatie zijn gebracht (zie bijlage 12) kan op verzoek worden verkregen bij GGD Amsterdam, cluster leefomgeving, afdeling luchtkwaliteit. 3.2 Meetmethoden buiten accreditatie De in dit rapport weergegeven analyseresultaten van metingen die niet binnen de scope van de accreditatie vallen zijn opgenomen in onderstaande tabel 3.1. Tabel 3.1. Overzicht van de niet-geaccrediteerde metingen Component Black carbon Benzeen NO 2 met absorptiebuizen EC/OC Ultrafijne deeltjes Methode transmissie gaschromatografie passieve methode met Palmes buizen NIOSH protocol off line Sunset analyse Telling van condensatiekernen In deze rapportage worden voor het eerst de stikstofdioxidemetingen met Palmes buizen gerapporteerd en worden nadere interpretaties (trendonderzoek) over de meetresultaten gegeven. Zowel de interpretaties als de meetresultaten van Palmes buizen vallen niet onder de accreditatie van de GGD Leefomgeving/Luchtkwaliteit.

15 -15- GGD/LO In 2013 zijn geen resultaten weergegeven van ultrafijne deeltjes, de apparatuur hiervoor is vernieuwd en is in 2013 opgestart op station Vondelpark, dit als onderdeel van het EU project Joaquin. Binnen dit project zal de data worden geanalyseerd en op kwaliteit worden beoordeeld. Daarna zal worden besloten of deze metingen routinematig worden opgenomen in het meetnet. Stikstofdioxidemeting met Palmes buizen Een eenvoudig alternatief voor het meten van de NO 2 concentratie met de referentiemethode is het gebruik van een passieve meetmethode, met behulp van zogenaamde Palmes diffusiebuisjes. Deze methode is in 1976 voor het eerst in de literatuur beschreven (Palmes, 1976) en wordt sindsdien op grote schaal toegepast (Bush e.a, 2001; Stevenson e.a., 2001). Palmes diffusiebuisjes worden gedurende langere tijd (circa 4 weken) in de buitenlucht opgehangen, waarbij de monsterneming plaatsvindt door middel van diffusie van het in de lucht aanwezige NO 2 naar het adsorbens in het Palmes buisje. De buisjes vallen nauwelijks op en kunnen nagenoeg overal worden opgehangen, waardoor het mogelijk is een goed inzicht te krijgen in de ruimtelijke variatie in concentratie. Een beperking van de methode is de langere middelingstijd waarover de concentratie wordt gemeten. Dit is echter geen probleem wanneer het gaat om het bepalen van langdurige gemiddelden, zoals de jaargemiddelde concentratie NO 2. Het Palmes diffusiebuisje is een cilindrisch buisje met een lengte van 7,2 cm en een doorsnede van 1,1 cm. Het buisje wordt aan één kant afgesloten met een kunststof dop waarin zich een met triethanolamine (TEA) gecoat grid bevindt. Via de open kant van de buis diffundeert het NO 2 naar de gesloten kant, waar het door het TEA wordt geabsorbeerd in de vorm van nitrietionen. Om overbelading te voorkomen, worden de buisjes gemiddeld na 4 weken in het veld gewisseld. De beladen buisjes worden in het laboratorium geanalyseerd volgens de door Palmes (1976) beschreven methode. Kort samengevat komt het erop neer dat de nitriet ionen van het grid geresorbeerd worden met behulp van Salzman reagens (naftyleen diammoniumdichloride), waarna de nitrietconcentratie spectrofotometrisch wordt bepaald. De NO 2 concentratie in de lucht (in µg/m 3 ) wordt per Palmes buisje berekend uit de hoeveelheid nitriet in µg absoluut, waarbij per meetperiode een blanco is meegenomen. Het grote voordeel van het gebruik van Palmes buisjes is dat de methode goedkoop is en eenvoudig toepasbaar. Palmes buisjes zijn klein en vallen nauwelijks op, waardoor het mogelijk is een goed inzicht te krijgen in de ruimtelijk variatie in NO 2 concentratie. De methode kent echter ook een aantal beperkingen. Ten eerste is het met deze methode niet mogelijk om inzicht te krijgen in kortdurende piekblootstelling, omdat geen uurgemiddelde

16 -16- GGD/LO concentraties kunnen worden gemeten. Ten tweede is de methode in zekere mate afhankelijk van de weersomstandigheden. Om een jaargemiddelde nauwkeurig genoeg te kunnen bepalen is het daarom altijd nodig een volledig jaar aaneengesloten te meten, een aandeel metingen in duplo uit te voeren en de Palmes metingen te toetsen met behulp van vergelijkingsmetingen op een vast meetstation waar volgens de referentiemethode (chemiluminescentie) continu wordt gemeten. In Amsterdam vindt deze toetsing uitgebreid, namelijk op 12 vaste stations uit het stedelijk meetnet plaats

17 -17- GGD/LO RESULTATEN Alle meetresultaten van het automatisch meetnet zijn per component en per meetlocatie weergegeven in de bijlagen 1 tot en met 11. Een overzicht van de belangrijkste gegevens en een vergelijking met de wettelijke grenswaarden is weergegeven in bijlage 14. De resultaten van de Palmes buizen worden apart beschouwd in hoofdstuk 6, de meetresultaten met Palmes buizen over 2012 zijn weergegeven in bijlage 17 en Validatie meetresultaten Validatie resultaten van het automatisch meetnet Alle meetresultaten van het meetnet zijn gevalideerd volgens vaststaande criteria zoals vastgelegd in de kwaliteitsdocumentatie. Indien hieraan niet is voldaan volgt onmiddellijke afkeuring van het analyseresultaat. Uiteindelijk kan dit leiden tot afkeur van een berekend uur-, dag- of jaargemiddelde. In de bijlagen 1 tot en met 11 zijn het aantal goedgekeurde waarnemingen waarop het gemiddelde is gebaseerd weergegeven onder aantal uren en aantal dagen. Om te voldoen aan de criteria uit de Europese regelgeving moet 90% van de tijd waarop een gemiddelde is gebaseerd ook daadwerkelijk zijn gemeten. Validatie Palmes buis metingen Om de passieve (Palmes) meetmethode te ijken aan de referentiemethode zijn gedurende alle 13 4-weekse meetperioden vergelijkingsmetingen in duplo uitgevoerd op de vaste meetstations van het Luchtmeetnet Amsterdam waar NO 2 wordt gemeten met de door de EU voorgeschreven referentiemethode. Voor elke 4-weekse meetperiode is voor elk meetstation de verhouding tussen de actief (referentiemethode) en passief gemeten NO 2 concentratie berekend. Vervolgens is per meetperiode de gemiddelde verhouding voor alle meetstations bepaald. Met de aldus verkregen gemiddelde correctiefactor zijn de passief gemeten concentraties per meetperiode gecorrigeerd. De toegepaste methoden hiervoor zijn gelijk aan die van de afgelopen jaren (Van der Zee en Van Wijnen, 2004; Wesseling e.a., 2010). De gemiddelde correctiefactor per periode varieerde 0,80 tot 1,07. Gemiddeld over het jaar bedroeg de correctiefactor 0,91. Een overzicht van de correctiefactor per 4-weekse meetperiode en de actief en passief gemeten NO 2 concentratie per meetperiode is opgenomen in de foutenbeschouwing Palmes buizen over 2013, GGD-Luchtkwaliteit document

18 -18- GGD/LO Door middel van een foutenanalyse is voor het eerst over het meetjaar 2011 vastgesteld dat een jaargemiddelde stikstofdioxideconcentratie gemeten met Palmes buizen behept is met een meetfout van ±12% (als 95%BI). Omdat de prestaties van Palmes buizen jaarlijks kunnen verschillen, is deze foutenberekening jaarlijks geactualiseerd, zie doc (over 2012) en document (over 2013). In deze rapportages is eveneens een uitgebreide beschrijving opgenomen over de exacte werkwijze en correctiemethode. Metingen met Palmes buizen voldoen niet aan de wettelijke eisen zoals deze in Nederland zijn geformuleerd, omdat met Palmes buizen geen uurgemiddelde concentraties bepaald kunnen worden. Jaargemiddelde metingen van de NO 2 concentratie met Palmes buizen voldoen echter wel aan de eis die de EU stelt aan de meetnauwkeurigheid van de referentiemethode (±15%). 4.2 Meteorologie Tabel 4.1 geeft een overzicht van de opgetreden meteorologie, gemiddeld over de hele meetperiode, en vergeleken met het langjarig gemiddelde. In deze rapportage is het langjarig gemiddelde gebaseerd op 10 jaar data van KNMI station Schiphol van 2003 tot en met Tabel 4.1. Meteorologie tijdens de meetperiode en in vergelijking met het langjarig gemiddelde ( ). Alle meetgegevens zijn afkomstig van KNMI station Schiphol. Meetperiode 2013 Langjarig gemiddelde Gemiddelde temperatuur in ºC 9,9 10,7 Totale hoeveelheid neerslag (mm) 791,9 834 Gemiddelde windsnelheid (m/s) 5,0 4,9 % noordenwind ( ) 22,4 17,6 % oostenwind ( ) 21,8 19,7 % zuidenwind ( ) 28,6 27,9 % westenwind ( ) 26,1 33,3 % windstil/variabel 1,2 1,6

19 -19- GGD/LO was een vrij koud jaar met een gemiddelde jaartemperatuur van 9,9 C tegen normaal 10,7 C. Koud was het vooral de eerste helft van het jaar. Januari kende een lange vorstperiode van 10 tot 27 januari, ook in februari waren er veel vorstdagen en de lente van 2013 was de koudste van de afgelopen decennia. De tweede helft van 2013 verliep een stuk warmer met maandgemiddelde temperaturen die rond of boven het langjarig gemiddelde lagen. De hoeveelheid neerslag in 2013 lag met afgerond 792 mm ruim onder het langjarig gemiddelde van 834 mm. Vooral de eerste maanden van het jaar verliepen droog. In januari, februari en maart viel de neerslag regelmatig in de vorm van sneeuw. Gemiddeld werd meer oostenwind en minder westenwind gemeten ten opzichte van het langjarig gemiddelde. Al met al was 2013 uit oogpunt van luchtverontreiniging geen bijzonder goed jaar. Op basis van de weersomstandigheden zou daarom ten opzichte van 2012 een toename van concentraties worden verwacht. 4.3 PM metingen In 2009 zijn bijna alle TEOM s vervangen door Metone BAM1020a. Met gebruik van deze monitor kan, al dan niet met een beperkte correctie, equivalent worden gemeten aan de EN 12341(PM10), EN14907(PM2,5) en NTA 8019 (geldig voor beide fijnstoffracties). Naast de intensivering van PM referentie metingen die in 2008 is ingezet om een kwalitatief goed beeld van de fijnstof concentraties in Amsterdam te kunnen scheppen, worden op alle locaties periodiek referentie metingen gedaan waarmee de prestaties van de BAM1020a worden getoetst. In 2011 is door het RIVM voor de Met-one Bam 1020a een landelijke correctie bepaald. De vergelijkende metingen die in 2012 en 2013 met de referentiemethode zijn uitgevoerd gaven op de Amsterdamse meetpunten geen aanleiding om de factoren aan te passen. De meetresultaten van automatische PM10 metingen in dit rapportagejaar zijn daarom opnieuw gecorrigeerd met een factor 0,92. De automatische PM2,5 meetresultaten zijn evenals in 2011 en 2012 gecorrigeerd met 0,96. Na toepassing van deze correctie is gebleken dat alle instrumentele fijnstof meetapparatuur in 2013 equivalent is aan de referentiemethode. Op het station Jan van Galenstraat zijn de fijnstofmetingen uitsluitend met de referentiemethode uitgevoerd daarom is hier niet gecorrigeerd.

20 -20- GGD/LO TOETSING AAN GRENSWAARDEN De plandrempel voor stikstofdioxide en de grenswaarden voor PM10 zijn kritieke limieten uit de wetgeving. Vanaf 2005 is een zeezoutcorrectie ingevoerd in de wetgeving voor PM10 die in 2012 is gewijzigd. Het jaargemiddelde mag vanaf 2012 voor Amsterdam worden verlaagd met 3 μg/m 3 (dat was tot en met μg/m 3 ) het aantal dagoverschrijdingen van 50 μg/m 3 mag met 4 dagen worden verminderd (dit was 6 dagen tot en met 2011). Hiermee is in de presentatie en rapportage van de cijfers rekening gehouden. Op alle stations wordt dit rapportagejaar voldaan aan beide criteria. 7 april 2009 is door de Europese Commissie aan Nederland uitstel verleend om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen (derogatie EC). Dit uitstel is verleend op basis van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Voor fijnstof PM10 moet Nederland voldoen aan de Europese grenswaarden vanaf 11 juni 2011, voor stikstofdioxide geldt de grenswaarde vanaf 1 januari De grenswaarde voor de jaargemiddelde stikstofdioxide concentratie die feitelijk door de verleende derogatie in 2013 niet van kracht is, bedraagt 40 μg/m 3. In 2013 zijn de jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties op de straatstations Haarlemmerweg, Einsteinweg en Jan van Galenstraat hoger dan deze grenswaarde. Voor het eerst liggen de jaargemiddelde concentraties op Van Diemenstraat en Stadhouderskade onder deze grenswaarde. Op alle stations wordt dit rapportagejaar voldaan aan de vigerende grenswaarde van 60 μg/m 3. Een overzicht van alle gemeten concentraties en toetsing aan de wettelijke grenswaarden is weergegeven in bijlage14. Aan de grenswaarde voor het uurgemiddelde (maximaal 18 overschrijdingen van een uurgemiddelde NO 2 concentratie van 200 µg/m 3 ) wordt op alle stations voldaan.

21 -21- GGD/LO METINGEN VAN JAARGEMIDDELDE NO 2 CONCENTRATIES MET PALMES BUIZEN 6.1 Inleiding Om meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke variatie in de NO 2 concentratie in de stad voert de GGD Amsterdam sinds 2003 aanvullend NO 2 metingen uit langs een groot aantal drukke straten in de stad. Deze metingen worden uitgevoerd met Palmes diffusiebuisjes. Dit is een eenvoudige, goedkope meetmethode die mits gecorrigeerd aan de vaste meetstations de jaargemiddelde NO 2 concentraties goed in beeld kan brengen. De methode wordt in de Europese regelgeving geadviseerd als aanvullende meetmethode voor NO 2. (EC, 1999), en wordt ook in andere Europese landen op grote schaal gebruikt om de NO 2 concentratie te bepalen. In 2013 zijn metingen uitgevoerd op 56 locaties langs drukke straten en op nabijgelegen achtergrondlocaties. Deze opzet biedt inzicht in de lokale verkeersbijdrage. De meetlocaties waren vrijwel dezelfde als in de voorgaande jaren (Van der Zee en Dijkema, 2012). De gemeten jaargemiddelde NO 2 concentratie op straatlocaties wordt vergeleken met de vanaf 2015 geldende grenswaarde van 40 µg/m 3. Daarbij moet worden bedacht dat wettelijke toetsing van de luchtkwaliteit in Nederland gebeurt op basis van berekeningen met de Monitoringstool, waarbij een wettelijke toetsafstand wordt gehanteerd van 10 meter vanaf de wegrand of aan de gevel wanneer deze zich op minder dan 10 meter van de wegrand bevindt. Het grootste deel (70%) van de meetlocaties in drukke straten bevindt zich niet exact op wettelijke toetsafstand, maar dichterbij de weg. Zeventien van de 56 locaties (30%) betreft echter de gevel van woningen of dezelfde afstand als de gevel. In 2003 liet de vergelijking tussen gemeten en berekende NO 2 concentraties op straatlocaties in Amsterdam een systematische overschatting van de concentraties door de berekeningen zien van gemiddeld 13%. In 2008 was er sprake van een systematische onderschatting van de concentraties door de berekeningen met gemiddeld 11% (Wesseling en Van der Zee, 2010). In 2009 bedroeg deze onderschatting gemiddeld 9%, in % (Van der Zee en Dijkema, 2012) en in 2012 weer 9% (Programmabureau Luchtkwaliteit, 2013). In de afgelopen jaren waren de berekende NO 2 concentratie dus systematisch ca 10% lager dan de werkelijke gemeten NO 2 concentraties. De vergelijking tussen de in 2013

22 -22- GGD/LO gemeten en berekende NO 2 concentraties zal na het beschikbaar komen van de Monitoringstool 2014 worden gemaakt en elders worden beschreven. 6.2 Metingen met Palmes diffusiebuizen Meetmethoden Chemiluminescentie is de door de EU voorgeschreven referentiemethode Met deze methode kunnen kortdurende fluctuaties in de tijd (op uurbasis) worden vastgesteld. Op de vaste meetstations van de GGD Amsterdam vindt meting van de NO 2 concentratie plaats met deze methode. Passieve metingen vormen, in aanvulling op actieve (chemiluminescentie) metingen een kostenefficiënte manier om meer inzicht te krijgen in de ruimtelijk variatie in NO 2 concentraties. Passieve monstername van NO 2 wordt in de Europese dochterrichtlijn geadviseerd en erkend als indicatieve meetmethode waarvoor een meetfout van ±25% is toegestaan. Voor de referentiemethode geldt een meetfout van ± 15% (European Council Directive, 1999). Door zorgvuldige vergelijking tussen de Palmes buizen en de referentiemethode op 12 stationaire meetstations wordt met de Palmes buizen een meetfout bereikt van ±12% in het jaargemiddelde waarmee ruimschoots wordt voldaan aan beide bovengenoemde door de EU gestelde nauwkeurigheidseisen (zie ook hoofdstuk 4.1, validatie meetresultaten). De gebruikte passieve meetmethode is in 1976 voor het eerst in de literatuur beschreven (Palmes, 1976) en wordt sindsdien op grote schaal toegepast (onder andere Stevenson et al., 2001; Vardoulakis, 2011; Gerboles et al., 2005). Ook is de methode uitgebreid gevalideerd en vergeleken met continue metingen (Vardoulakis et al., 2009; Jimenez et al., 2011; Cape, 2005). Enkele Europese landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, rapporteren de resultaten van NO 2 metingen met Palmes buizen, in aanvulling op metingen met de referentiemethode, aan de Europese Unie. Het grote voordeel van het gebruik van Palmes buisjes is dat de methode goedkoop is en eenvoudig toepasbaar. Palmes buisjes zijn klein en vallen nauwelijks op, waardoor het mogelijk is een goed inzicht te krijgen in de ruimtelijk variatie in NO 2 concentratie. De methode kent echter ook een aantal beperkingen. Ten eerste is het met deze methode niet mogelijk om inzicht te krijgen in kortdurende piekblootstelling, omdat geen uurgemiddelde concentraties kunnen worden gemeten. Ten tweede is de methode in zekere mate afhankelijk van de weersomstandigheden. Om een jaargemiddelde nauwkeurig genoeg te kunnen bepalen is het daarom altijd nodig een volledig jaar aaneengesloten te meten, een

23 -23- GGD/LO deel van de metingen in duplo uit te voeren en de Palmes metingen te corrigeren met behulp van vergelijkingsmetingen op een vast meetstation waar volgens de referentiemethode (chemiluminescentie) continu wordt gemeten. In Amsterdam vindt deze correctie uitgebreid, namelijk op 12 vaste stations uit de meetnetten plaats. Meetlocaties In aanvulling op de 12 stations uit het automatische luchtmeetnet waar NO 2 wordt gemeten met de referentiemethode, is op 100 locaties in Amsterdam de NO 2 concentratie gemeten met behulp van Palmes buizen. Inclusief de vergelijkingsmetingen op de stations van het automatisch meetnet is daarmee op 112 Amsterdamse locaties de jaargemiddelde NO 2 concentratie met Palmes buizen gemeten. De meetlocaties langs drukke wegvakken in 2013 zijn hetzelfde als in voorgaande jaren. Voor een motivatie van de gekozen locaties verwijzen we naar Wesseling en Van der Zee (2010). Voor elk wegvak is, met ingang van 2010, een nabijgelegen achtergrondlocatie geselecteerd zodat een schatting van worden gemaakt van de lokale wegbijdrage. Er zijn metingen uitgevoerd op 56 straatlocaties en op 48 achtergrondlocaties. Het aantal achtergrondlocaties is kleiner dan het aantal straatlocaties omdat een aantal achtergrondlocaties in de buurt van meerdere straatlocaties is gelegen. Daarnaast zijn metingen met Palmes buizen uitgevoerd op 2 locaties in de buurt van de ringweg A10 en 3 locaties in de buurt van het IJ. Dit aantal is beperkt ten opzichte van het aantal overige stations omdat het meetprogramma primair is gericht op bronnen van luchtverontreiniging die binnen de invloedssfeer van de gemeente Amsterdam vallen. Tabel 6.1 geeft een overzicht van de aantallen meetlocaties per type.

24 -24- GGD/LO Tabel 6.1. Overzicht meetlocaties in Amsterdam waar de jaargemiddelde NO 2 concentratie is gemeten in 2013, per type. Passief (Palmes) Actief (automatisch meetnet) Totaal Straatlocaties Achtergrondlocaties Nabij snelweg Nabij waterweg 3-3 Nabij havengebied Totaal Een overzicht van de meetlocaties is te vinden in bijlage 15. De kaart is ook als google maps bestand bij de GGD op te vragen (via lo@ggd.amsterdam.nl), zodat ook op locaties kan worden ingezoomd. In de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit is vastgelegd dat wettelijke toetsing van de luchtkwaliteit plaatsvindt op 10 meter van de wegrand, of aan de gevel van woningen wanneer die zich op minder dan 10 meter van de wegrand bevinden. Uiteraard is het lang niet altijd mogelijk om op wettelijke toetsafstand te meten. Dat staat een zinvolle vergelijking met berekende concentraties niet in de weg: de berekening wordt dan uitgevoerd met de reële afstand van het Palmes buisje tot de wegas (nb de berekeningen vinden plaats op basis van afstand tot de wegas, de toetspunten zijn gedefinieerd op basis van afstand tot wegrand). De vergelijking tussen de in 2013 gemeten en berekende NO 2 concentraties zal na het beschikbaar komen van de Monitoringstool 2014 worden gemaakt en elders worden beschreven. Wijzigingen in kenmerken meetlocaties ten opzichte van voorgaande jaren: In 2013 zijn de exacte XY coordinaten van alle Palmes buisjes bepaald met behulp van een tool in google maps. In voorgaande jaren waren de XY coordinaten afkomstig uit de kadastrale kaart van de gemeente Amsterdam, waarbij werd uitgegaan van de locatie van het meest dichtstbijzijnde kadastrale object. Hierdoor zijn er voor de meeste meetlocaties (kleine) verschillen ontstaan in XY positie ten opzichte van voorgaande jaren. Ook zijn voor alle wegvakken de afstanden tot de wegas(sen) opnieuw in het veld opgemeten. Indien de verkeersveiligheid dit toeliet is dit met een meetlint gedaan, in alle andere gevallen is de afstanden door twee medewerkers van de GGD ingeschat en is bij afwijkingen tussen beide medewerkers de gemiddelde afstand genomen. De afstand Palmes buisje-gevel is in 2013 voor het eerst systematisch opgemeten, dit is in alle gevallen met een meetlint gedaan.

25 -25- GGD/LO Bijlage 16 geeft voor elke straatlocatie de afstand van het meetpunt tot de wegas (het midden van de weg, of in geval van gescheiden rijbanen, tot het midden van de beide weghelften). Ook de afstand van het meetpunt tot de meest nabije gevel is in bijlage 16 weergegeven. Op zeventien straatlocaties zijn de metingen wel op gevelafstand uitgevoerd, deze zijn ook in bijlage 16 weergegeven. Meetstrategie De metingen zijn gestart op 3 januari 2013 en hebben geduurd tot 30 december Iedere vier weken zijn de buisjes in het veld gewisseld. De vergelijkingsmetingen op de vaste meetstations werden steeds in duplo uitgevoerd. Op de andere meetpunten werd op 25% in duplo gemeten, op de overige 75% werd een enkel buisje opgehangen. De Palmes diffusiebuisjes worden geprepareerd en geanalyseerd door Buro Blauw in Wageningen (NEN/EN cert.nr. L400). Voor een uitgebreide beschrijving van de gebruikte meetmethode en strategie verwijzen we naar een eerdere rapportage (Wesseling en Van der Zee, 2010). Af en toe kwam het voor dat Palmes buisjes werden gevandaliseerd of dat metingen niet konden worden uitgevoerd vanwege infrastructurele werkzaamheden. Wanneer op een meetlocatie gedurende minder dan 9 van de 13 meetperioden meetgegevens beschikbaar waren, is op die locatie geen jaargemiddelde berekend. Op de straat- en achtergrondlocaties waar zowel met Palmes diffusiebuisjes als met de referentiemethode is gemeten (de meetstations uit het vaste meetnet) zijn de met de referentiemethode gemeten NO 2 concentraties in de analyse gebruikt. 6.3 Resultaten Palmes metingen Bijlage 17 geeft een overzicht van de gemeten NO 2 concentratie per 4-weekse meetperiode, per locatie. Op alle locaties met uitzondering van één straatlocatie (Amsteldijk) werd voldaan aan de data capture eis. Het meetpunt op de Amsteldijk was tussen 21 mei en 7 oktober niet bereikbaar vanwege reconstructiewerkzaamheden, daarom kon voor dit meetpunt geen jaargemiddelde NO 2 concentratie worden berekend. De in 2013 gemeten jaargemiddelde NO 2 concentraties zijn weergegeven in bijlage 18. Daarin is bij iedere straatlocatie de concentratie op de bijbehorende achtergrondlocatie weergegeven. Het verschil tussen die twee kan worden opgevat als de gemeten lokale wegbijdrage, en is ook in bijlage 18 weergegeven. De afstand tussen de straatlocatie en

26 -26- GGD/LO bijbehorende achtergrondlocatie is geschat op basis van de XY coördinaten van beide meetpunten. Deze staat ook in bijlage 18 en wordt samengevat in onderstaande tabel 6.2. Tabel 6.2. Afstand straatlocaties tot bijbehorende achtergrondlocatie Afstand (meters) Gemiddelde 265 Mediaan (P50) 188 Minimum 54 Maximum 869 Aantal > 300 meter 16 Gemiddeld bedraagt de afstand tussen straat- en achtergrondlocatie 265 meter, op de helft van de locaties is dit minder dan 188 meter. De grootste afstand tussen straat- en achtergrondlocatie bedraagt 869 meter.

27 -27- GGD/LO De in 2013 gemeten jaargemiddelde NO 2 concentraties worden in tabel 6.3. samengevat. Tabel 6.3. Overzicht jaargemiddelde NO 2 concentraties in µg/m 3 in 2013 op straat- en nabijgelegen achtergrondlocaties, en de hieruit volgende lokale wegbijdrage NO 2. Straatlocaties Achtergrondlocaties Lokale wegbijdrage* Aantal Gemiddelde 41,4 27,5 12,8 Minimum 29,7 20,4 1,5 Maximum 56,0 42,1 29,8 Aantal > 40 µg/m Aantal > 40,5 µg/m * berekend uit de individuele wegbijdragen, zie bijlage 18. In 2013 is op straatlocaties gemiddeld een NO 2 concentratie van 41,4 µg/m 3 gemeten. Op nabijgelegen achtergrondlocaties werd een NO 2 concentratie van gemiddeld 27,5 µg/m 3 gemeten. Op 27 straatlocaties (49%) was de de gemeten jaargemiddelde concentratie in 2012 hoger dan de vanaf 2015 geldende grenswaarde van 40 µg/m 3. Omdat vanwege afrondingsregels feitelijk 40,5 µg/m 3 als grenswaarde geldt is ook het aantal metingen (26) boven deze concentratie weergegeven. Op 1 achtergrondlocatie (2%) werd een jaargemiddelde concentratie boven de grenswaarde van 40,5 µg/m 3 gemeten. Gemiddeld was de lokale wegbijdrage 12,8 µg/m 3 met een spreiding van 1,5 tot 29,8 µg/m 3. Met ingang van 2010 is voor elke straatlocatie een nabijgelegen achtergrondlocatie geselecteerd zodat een schatting van worden gemaakt van de lokale wegbijdrage. Ter vergelijking van de meetresultaten in 2013 is in tabel 6.4 ook de jaargemiddelde NO 2 concentratie op achtergrond- en straatlocaties, en het aantal overschrijdingen van de grenswaarde van 40 µg/m 3 op straatlocaties in de voorgaande jaren (2010 t/m 2012) weergegeven.

28 -28- GGD/LO Tabel 6.4. Overzicht jaargemiddelde NO 2 concentratie op straat- en achtergrondlocaties (µg/m 3 ), en aantal overschrijdingen van de grenswaarde op straatlocaties in de jaren 2010 t/m Jaargemiddelde op achtergrondlocaties Jaargemiddelde op straatlocaties Aantal (%) > 40 µg/m 3 op straatlocaties 31,7 30,2 30,4 27,5 45,3 44,5 44,7 41,4 38 (79%) 39 (78%) 40 (77%) 27 (49%) Het aantal straatlocaties waar de grenswaarde van 40 µg/m 3 wordt overschreden was in 2013 fors lager dan in voorgaande jaren. Toch wordt nog steeds op bijna de helft van de straatlocaties een jaargemiddelde NO 2 concentratie boven de 40 µg/m 3 gemeten. In de voorgaande jaren was dit op 77-79% van de straatlocaties het geval. Op slechts een deel van de straatlocaties zijn de metingen op de wettelijke toetsafstand uitgevoerd. Tabel 6.5 geeft een overzicht van de jaargemiddelde NO 2 concentratie op de 17 locaties waar wel op toetsafstand (aan de gevel of op gevelafstand) is gemeten.

29 -29- GGD/LO Tabel 6.5. Overzicht jaargemiddelde NO 2 concentraties in µg/m 3 in 2013 op straatlocaties waar de metingen op toetsafstand (gevelafstand) zijn uitgevoerd. Straatlocaties Aantal 17 Gemiddelde 38,1 Minimum 31,4 Maximum 48,8 Aantal > 40 µg/m 3 3 Aantal > 40,5 µg/m 3 3 Na beperking tot meetpunten die op toetsafstand zijn uitgevoerd, is de gemiddelde NO 2 concentratie met 38,1 µg/m 3 lager dan de vanaf 2015 geldende grenswaarde van 40 µg/m Conclusie De jaargemiddelde NO 2 concentratie is langs veel drukke straten hoog. Gemiddeld werd langs drukke wegvakken in 2013 een jaargemiddelde NO 2 concentratie van 41,4 µg/m 3 gemeten, terwijl dit op nabijgelegen achtergrondlocaties (gemiddeld 265 meter van de lokale weg) 27,5 µg/m 3 was. De bijdrage van de lokale weg loopt uiteen van 2 tot 30 ug/m 3. Op geen enkele straatlocatie was de gemeten NO 2 concentratie hoger dan 60 µg/m 3 (de huidig geldende norm), en op 49 procent van de locaties hoger dan 40 µg/m 3 (de norm vanaf 2015). Aangezien het grootste deel (70%) van de meetpunten zich niet op de officiële, in de Nederlandse wetgeving vastgelegde toetspunten bevindt, kan er op deze plekken officieel niet aan de grenswaarden getoetst worden. Op de 17 locaties die zich wel op toetsafstand bevinden, is de gemiddelde NO 2 concentratie met 38,1 µg/m 3 voor het eerst (sinds de metingen met Palmes buisjes systematisch worden uitgevoerd) lager dan de grenswaarde. Op drie van deze locaties (18%) wordt de vanaf 2015 geldende grenswaarde overschreden. Dit is een duidelijke afname ten opzichte van de voorgaande jaren. De afname van de NO 2 concentratie langs drukke wegvakken is vooral terug te voeren op een lagere achtergrondconcentratie, al is ook de wegbijdrage NO 2 iets afgenomen.

30 -30- GGD/LO ONTWIKKELING VAN DE LUCHTKWALITEIT: TRENDS 7.1 Inleiding Op een aantal meetstations worden de voor de wetgeving belangrijke componenten PM10 en NO 2 al langere tijd gemeten. Door de beschikbaarheid van langdurige meetreeksen is het mogelijk om voor deze stations de meerjarige trend te onderzoeken. Voor wat betreft PM10 wordt de trend onderzocht op basis van de niet voor zeezout gecorrigeerde meetwaarden. Daarom wijken de PM10 concentraties zoals weergegeven in de verschillende bijlagen van dit rapport af van de PM10 concentraties zoals weergegeven in dit hoofdstuk. Met behulp van lineaire regressieanalyse is de trend in de tijd berekend waarbij de jaargemiddelde concentratie de afhankelijke variabele was en het aantal jaren sinds de start van de analyse de onafhankelijke variabele. De resulterende regressiecoëfficiënt geeft de verandering in concentratie per jaar. Bij een negatieve coëfficiënt is er sprake van een dalende trend, bij een positieve van een stijgende trend. Bij iedere regressie is een p-waarde berekend, dat wil zeggen de kans dat de gevonden associatie op toeval berust. Algemeen geldt dat wanneer p kleiner is dan 5% (0,05), men spreekt van statistisch significant en dus wordt geconcludeerd dat de uitkomst met 95% zekerheid niet aan toeval is toe te schrijven. Af- en toenames die statistisch significant zijn, worden in alle tabellen gemarkeerd met een *. 7.2 Fijn stof In figuur 7.1 staan de fijn stof (PM10 ) concentraties van 1999 tot en met 2013 weergegeven. De resultaten van de bijbehorende statistische analyses staan in tabel 7.1.

31 -31- GGD/LO Figuur 7.1. Jaargemiddelde Fijn Stof (PM10 ) concentraties in de periode Tabel 7.1. Veranderingen in Fijn Stof (PM10 ) concentraties in Verandering PM10 (in μg/m 3 per jaar) p-waarde A10 West (Einsteinweg) -0,9* <0,0001 Stadhouderskade -0,4* 0,01 Vondelpark -0,4* 0,002 Westerpark -0,6* 0,001 Tabel 7.1 laat een dalende trend in PM10 concentraties op alle meetstations zien. Op alle stations waar PM10 gemeten is, is er sprake van een statistisch significante afnemende trend

32 -32- GGD/LO in PM10 concentraties. Op de achtergrondstations Vondelpark en Westerpark is de afname gemiddeld respectievelijk 0,4 en 0,6 μg/m 3 per jaar. Op de straatstations A10 West (Einsteinweg) en Stadhouderskade is de afname gemiddeld respectievelijk 0,9 en 0,4 μg/m 3 per jaar. 7.3 Roet Uit onderzoek blijkt dat met name het dieselroet, een van de bestanddelen van PM10, schadelijke effecten op de gezondheid heeft. Mede hierom is in het luchtkwaliteitsbeleid van de gemeente Amsterdam sterk ingezet op het terugdringen van de uitstoot van dieselmotoren. Roet is een algemene term, het gehalte roet kan op verschillende manieren worden vastgesteld. De meetmethode kan zijn gebaseerd op optische reflectie (Black Smoke). Hierbij wordt de buitenlucht aangezogen over een aanvankelijk wit filter. Het tempo waarin het filter zwarter wordt en minder in staat is een kleine lichtbundel te reflecteren, is een maat voor het gehalte Black Smoke. Deze methode is in 1964 ontwikkeld en werd in het Amsterdamse meetnet tot 2013 toegepast. De methode is inmiddels echter gedateerd en de monitoren verouderd. In 2013 zijn alle oude Black Smoke monitoren vervangen door nieuwe Black Carbon monitoren. Bij deze methode wordt een telkens zwarter wordend filter doorschenen met een of meer soorten (laser)licht, hier is de verzwakking van de lichtbundel de maat voor het gehalte roet. Deze methode is momenteel de meest toegepaste automatisch werkende techniek in Nederland. De GGD meet de roetconcentratie op drie straatstations en twee achtergrondstations. Omdat alle oude Black Smoke monitoren noodgedwongen (uit productie genomen en ook onderdelen zijn niet meer verkrijgbaar) zijn vervangen door nieuwe Black Carbon monitoren met een ander meetprincipe, kan geen trendanalyse over een lange periode worden uitgevoerd. Wel is in tabel 7.2 de in 2012 en 2013 gemeten Black Carbon concentratie weergegeven.

33 -33- GGD/LO Tabel 7.2. Roetconcentraties (Black Carbon) in μg/m 3 in 2012 en Van Diemenstraat 1,9 1,6 Stadhouderskade 2,1 1,6 A10 West (Einsteinweg) 2,7 2,4 Vondelpark (Overtoom) 1,1 1,0 Nieuwendammerdijk 1,1 1,0 Uit tabel 7.2 blijkt dat op alle stations in 2013 lagere roetconcentraties werden gemeten dan in In het jaarrapport van 2012 is de trend in de roetconcentraties vanaf 1999, gemeten met de oude Black Smoke roetmonitoren beschreven. In dat jaar werden parallelmetingen uitgevoerd met beide monitoren op alle locaties en was de kwaliteit van de oude metingen nog goed genoeg om een trendanalyse uit te voeren. In de periode was op alle meetstations sprake van een significante afname in de roetconcentratie, die procentueel gezien groter was dan de afname in PM10 concentratie. Uit tabel 7.2 blijkt dat de roetconcentraties ( Black Carbon ) in 2013 zijn afgenomen ten opzichte van Dit betekent dat de trend van gestaag afnemende roetconcentraties doorzet, al kan deze afname als gevolg van de wisseling in meetmethoden niet in een percentage worden uitgedrukt. 7.4 Stikstofdioxide inclusief Palmes metingen Vanaf 2007 zijn NO 2 metingen op vier nieuwe stations toegevoegd aan het automatisch Luchtmeetnet van Amsterdam, te weten: Jan van Galenstraat, en de achtergrondstations Oudeschans, Kantershof, Sportpark Ookmeer. Ook de trend in de op deze nieuwe meetstations van gemeten NO 2 concentraties wordt beschreven. Op de overige stations uit het Automatisch Luchtmeetnet is de trend voor de periode onderzocht. Zoals blijkt uit figuur 7.2 en tabel 7.3, is er op beide achtergrondstations Nieuwendammerdijk en het Vondelpark (Overtoom) sprake van een significante afname van de concentratie NO 2 met gemiddeld 0,6 μg/m 3 per jaar. Tabel 7.4 laat zien dat er ook op de drie relatief nieuwe

Luchtverontreiniging Amsterdam 2012

Luchtverontreiniging Amsterdam 2012 GGD/LO 13-1126 Luchtverontreiniging Amsterdam 2012 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving afdeling luchtkwaliteit H.J.P. Helmink M.B.A. Dijkema M. Strak S.C. van der Zee In opdracht van de

Nadere informatie

Luchtverontreiniging Amsterdam 2014

Luchtverontreiniging Amsterdam 2014 Luchtverontreiniging Amsterdam 2014 In opdracht van: Gemeente Amsterdam Postbus 202 1000AE AMSTERDAM Amsterdam, Auteurs S. C. van der Zee, M.B.A.Dijkema, H. J.P. Helmink GGD Amsterdam LO team Milieu en

Nadere informatie

Luchtverontreiniging Amsterdam 2015

Luchtverontreiniging Amsterdam 2015 Luchtverontreiniging Amsterdam 2015 In opdracht van: Gemeente Amsterdam Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM Amsterdam, 31 Auteurs M.B.A. Dijkema, S.C. van der Zee, H. J.P. Helmink GGD Amsterdam LO team Milieu

Nadere informatie

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009 GGD/LO 9-1136 EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 27, 28 EN 29 Amsterdam, oktober 29 Auteur: H.J.P. Helmink GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 22 1 CE AMSTERDAM

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Luchtverontreiniging Amsterdam 2016

Luchtverontreiniging Amsterdam 2016 Luchtverontreiniging Amsterdam 16 In opdracht van: Gemeente Amsterdam Postbus 2 AE AMSTERDAM Amsterdam, 15 Auteur(s) S.C. van der Zee en H.J.P. Helmink GGD Amsterdam Afdeling Leefomgeving teams Milieu

Nadere informatie

Luchtverontreiniging Amsterdam 2017

Luchtverontreiniging Amsterdam 2017 Luchtverontreiniging Amsterdam 2017 In opdracht van: Gemeente Amsterdam Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM Amsterdam, 28 Auteur(s) S.C. van der Zee en H.J.P. Helmink Afdeling Leefomgeving teams Milieu & Gezondheid

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer GGD/LO 13-1114 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2012 Amsterdam, Maart 2012 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving afdeling luchtkwaliteit D. de Jonge In opdracht van:

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer GGD/LO 14-1105 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2013 Amsterdam, mei 2014 Uitgave: Auteur: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving afdeling luchtkwaliteit D. de Jonge In opdracht van:

Nadere informatie

In opdracht van: P.A. Burgos Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Klein Kwartier 33 Willemstad Curaçao

In opdracht van: P.A. Burgos Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Klein Kwartier 33 Willemstad Curaçao GGD/LO 14-1104 Meetresultaten luchtkwaliteit 2013 Curaçao Amsterdam, maart 2014 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM In opdracht van: P.A. Burgos

Nadere informatie

Meetresultaten luchtkwaliteit 2013 Zaanstad

Meetresultaten luchtkwaliteit 2013 Zaanstad GGD/LO 14-1120 Meetresultaten luchtkwaliteit 2013 Zaanstad Amsterdam, mei 2014 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM In opdracht van: R.A. van den

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Fijnstof Beverwijk-west

Fijnstof Beverwijk-west GGD/LO 07-1106 Fijnstof Beverwijk-west Amsterdam, 19 juli 2007 Auteur: H.J.P. Helmink In opdracht van: Provincie Noord Holland Sector Milieu Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Auteur : H..J.P. Helmink (PV) 19-07-2007

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 In opdracht van: Havenbedrijf Amsterdam N.V. M. Hooijboer afdeling Ruimte en Milieu postbus 19406 1000 GK Amsterdam Amsterdam, juni 2015 Auteur:

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao

Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao GGD/LO 11-1120 Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao Amsterdam, Maart 2011 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM In opdracht van: De Milieudienst

Nadere informatie

Meetresultaten luchtkwaliteit 2011 Curaçao

Meetresultaten luchtkwaliteit 2011 Curaçao GGD/LO 12-1119 Meetresultaten luchtkwaliteit 2011 Curaçao Amsterdam, mei 2012 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM In opdracht van: De Milieudienst

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond GGD/LO 14-1107 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2013 Amsterdam, mei 2014 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving,afdeling luchtkwaliteit D. de Jonge In opdracht van: Provincie

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2014

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2014 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2014 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, juli 2015 Auteur:

Nadere informatie

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017 Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan Rapportage 2016/2017 Colofon Raad van Accreditatie Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd (L520) voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2015

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2015 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2015 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. www.utrecht.nl Milieu en Mobiliteit Expertise Milieu 030-286 00 00 Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. Resultaten van een nul-onderzoek rapport van de afdeling Expertise Milieu 11 februari 2016

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond GGD/LO 13-1112 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 212 Amsterdam, april 213 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving,afdeling luchtkwaliteit D. de Jonge In opdracht van: Provincie

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2016

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2016 Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2016 In opdracht van: Gemeente Zaanstad P. Duijn Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200

Nadere informatie

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2014

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2014 Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2014 In opdracht van: Gemeente Zaanstad R.A. van den Heuvel Stadhuisplein 100 1506 MZ ZAANDAM Amsterdam, juni 2015 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit

Nadere informatie

Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in Nulmeting in 2016

Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in Nulmeting in 2016 Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in 2016 Nulmeting in 2016 Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in 2016 Nulmeting in 2016 Kwaliteitstoets Paraaf Autorisatie Paraaf Naam J. Voerman Naam

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen Notitienummer Datum 3 juni 206 Onderwerp Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen. Inleiding Buro Blauw voert in opdracht van de gemeente Wageningen luchtkwaliteitsmetingen

Nadere informatie

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015 Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015 In opdracht van: Gemeente Zaanstad P. Duijn Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2016

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2016 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2016 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK PROVINCIE OVERIJSSEL 24 augustus 2015 078483231:C - Definitief B03203.000003.0600 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Wet- en regelgeving luchtkwaliteit...

Nadere informatie

Meetresultaten Luchtkwaliteit Curaçao 2014

Meetresultaten Luchtkwaliteit Curaçao 2014 Meetresultaten Luchtkwaliteit Curaçao 2014 In opdracht van: Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Dhr. E. Jansen Klein Kwartier 33 Willemstad Curaçao Amsterdam, augustus 2015 Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Bijlage A: Ecoscan Bijlage B: Advies waterbeheerder Bijlage C: Akoestisch onderzoek Bijlage D: Bodemonderzoeken Bijlage D Bodemonderzoeken De gronden in het bestemmingsplan zullen in

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2017

Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2017 2018/32378 Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2017 In opdracht van: Gemeente Zaanstad P. Duijn Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Gemeente Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn Contactpersoon: De heer J. Vermeij Apeldoorn, 18 april 2011 Uitvoerder: H. IJssel

Nadere informatie

Aanvullende luchtmetingen naar vluchtige organische koolwaterstoffen op Beth Chaim en Kas Chikitu

Aanvullende luchtmetingen naar vluchtige organische koolwaterstoffen op Beth Chaim en Kas Chikitu Aanvullende luchtmetingen naar vluchtige organische koolwaterstoffen op Beth Chaim en Kas Chikitu In opdracht van: Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Dhr. J. Ras Klein Kwartier 33 Willemstad,

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties in de gemeente Amstelveen in 2011

Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties in de gemeente Amstelveen in 2011 GGD/LO 12-1115 Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties in de gemeente Amstelveen in 2011 Amsterdam, maart 2012 Auteur: H. Helmink GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 ) Luchtkwaliteit 1.1. Toetsingskader Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen De Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide

Nadere informatie

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor Logo MEMO Aan : De heer P.T. Westra Van : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn Kopie : Ceciel Overgoor Dossier : BA4962-100-100 Project : Milieuonderzoeken bedrijventerrein de Flier Nijkerk Betreft : Onderzoek

Nadere informatie

JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012

JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012 JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012 Metingen met diffusiebuis methode Rapportnummer: BL2013.5906.02-V01 JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 13 oktober 2008 Kenmerk N011-4522917MTU-evp-V01-NL Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden 1 Achtergrond en opzet onderzoek In opdracht

Nadere informatie

Onderzoek Luchtkwaliteit

Onderzoek Luchtkwaliteit Onderzoek Luchtkwaliteit Deze bijlage bevat het luchtkwaliteitsonderzoek en is de verantwoording voor de toelichting (paragraaf 5.10). In de eerste paragraaf van deze bijlage zijn het geldende beleid en

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming

Nadere informatie

Onderzoek Luchtkwaliteit

Onderzoek Luchtkwaliteit Bijlage Onderzoek Luchtkwaliteit Deze bijlage bevat het volledige luchtkwaliteitsonderzoek. In de eerste paragraaf van deze bijlage is het geldende beleid en de daarbij horende normering weergeven. De

Nadere informatie

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 3.1 Verkeersgegevens 4 3.2 Verkeersgeneratie van het plan 4 3.3 Verdeling verkeersgeneratie

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2016

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2016 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2016 In opdracht van: Havenbedrijf Amsterdam N.V. M. Hooijboer afdeling Ruimte en Milieu postbus 19406 1000 GK Amsterdam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

Aanleg parallelweg N248

Aanleg parallelweg N248 Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit

Nadere informatie

Rapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3

Rapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3 Rapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3 Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimte&Wonen A. Sjauw Telefoon (036) 5484057 Fax (036) 5399920 Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Milieudienst Kop van Noord-Holland

Milieudienst Kop van Noord-Holland Milieudienst Kop van Noord-Holland RAPPORTAGE Luchtkwaliteit Inventarisatie Gemeente Zijpe Berekeningen uitgevoerd door: Milieudienst Kop van Noord-Holland Team Beleid & Regulering Adviseur: P.R. Hendriks

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Milieudienst Kop van Noord-Holland

Milieudienst Kop van Noord-Holland Milieudienst Kop van Noord-Holland RAPPORTAGE Luchtkwaliteit Inventarisatie Gemeente Harenkarspel Berekeningen uitgevoerd door: Milieudienst Kop van Noord-Holland Team Beleid & Regulering Adviseur: P.R.

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN WAALWAARDWONEN 30 september 2011 075989560:0.4 B01055.000230.0120 Inhoud 1 Luchtkwaliteitonderzoek 2 1.1 Inleiding 2 1.1.1 Huidige situatie

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017 Auteur: GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE Amsterdam GGD, Amsterdam, Nederland. Alle rechten voorbehouden. GGD Amsterdam

Nadere informatie

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009 2 Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie

Nadere informatie

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R.

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R. NOTITIE Onderwerp Luchtkwaliteitsonderzoek Project Rotonde N212 - N463 Woerden Opdrachtgever Provincie Utrecht Projectcode WD69-1 Status Concept 01 Datum 27 maart 2017 Referentie WD69-1/17-004.444 Auteur(s)

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009 datum 24 februari 2011 status definitief opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon: de heer Willie van Dam uw referentie 2011/322 opdrachtnemer dbvision Groenmarktstraat

Nadere informatie

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT RAPPORT LUCHTKKWALITEIT Kerkstraat te Renswoude Gemeente Renswoude Opdrachtgever: Contactpersoon: de heer M. Wolleswinkel de heer M. Wolleswinkel Documentnummer: 20152200/C01/RK Datum: 1 oktober 2015 Opdrachtnemer:

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit 1 Aanleiding In verband met het in procedure brengen van het bestemmingsplan Buitengebied, dient in het kader van de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, te worden gekeken

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2017

Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2017 Datarapport Luchtkwaliteit IJmond meetresultaten 2017 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

Bedrijvenpark H2O. Oldebroek. Onderzoek luchtkwaliteit. ing. D.R. Boer. projectnummer: datum: status: concept

Bedrijvenpark H2O. Oldebroek. Onderzoek luchtkwaliteit. ing. D.R. Boer. projectnummer: datum: status: concept Bedrijvenpark H2O Oldebroek Onderzoek luchtkwaliteit identificatie status projectnummer: datum: status: 400421.145202 02-05-2016 concept Opdrachtleider MSc E. Stellingwerf auteur: ing. D.R. Boer Inhoud

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Gemeente Postbus 9033 7300 ES Contactpersoon: Dhr. G. den Besten Tel: 055 5802416 Uitvoerder: H. Veldman Inhoudsopgave 1 Inleiding...1

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit d.d. 22 december 2015 Initiatiefnemer Maatschap H. en E. Brink Halerweg 1 9433 TE ZWIGGELTE In lucht zitten, hoe schoon ook, altijd kleine, vaste en vloeibare

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda. Toetsing aan NIBM-criterium

Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda. Toetsing aan NIBM-criterium Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda Toetsing aan NIBM-criterium 10 mei 2017 Verantwoording Titel Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda Opdrachtgever Gemeente Breda Projectleider

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg memo aan: van: Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg datum: 10 maart 2014 betreft: Luchtkwaliteit Nagelpoelweg 56 te Apeldoorn project: 140171 INLEIDING Aan de Nagelpelweg 56 in Apeldoorn is het bedrijf

Nadere informatie

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen

Nadere informatie

Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties (NO 2 ) in de gemeente Utrecht in 2013

Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties (NO 2 ) in de gemeente Utrecht in 2013 GGD/LO 14-1118 Metingen van jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties (NO 2 ) in de gemeente Utrecht in 2013 Amsterdam, maart 2014 Auteur: H.J.P. Helmink GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus

Nadere informatie

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit A COMPANY OF Notitie Aan : Y. Muggen (Royal Haskoning) Van : M. Hallmann (Royal Haskoning) Datum : 4 oktober 2011 Kopie : P. van den Eijnden (Royal Haskoning) Onze referentie : 9S6258.H1/N0001/Nijm HASKONING

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden Logo MEMO Aan : Rob Kramer, DHV Van : Harrie van Lieshout, Alex Bouthoorn, DHV Dossier : BA6360-101-100 Project : N219A Nieuwerkerk a/d IJssel Betreft : Toets luchtkwaliteit Ons kenmerk : HL.BA6360.M02,

Nadere informatie