Onderzoeksvoorstel luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksvoorstel luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving."

Transcriptie

1 Onderzoeksvoorstel luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving. Versie van 13/05/2015 M. van Bruggen

2 Colofon RIVM 2015 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave. M. van Bruggen, medisch milieukundige Contact: Mark van Bruggen RIVM, centrum Veiligheid (VLH) Voorstel voor een Luchtkwaliteitsonderzoek in Harlingen en omgeving op verzoek van de provincie Friesland en de gemeente Harlingen. 2

3 Inhoudsopgave SAMENVATTING INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK ONDERZOEKSSTRATEGIE Meetlocaties Luchtmetingen Duur van de metingen Verwachte resultaten Hinder Meten bij storingen ACHTERGRONDINFORMATIE Locatie en omgeving REC Waarnemingen en klachten Uitstoot van de REC en invloed van andere bedrijven Gras en grondmonsters voor mogelijke analyse op dioxinen Emissie onderzoek naar dioxinen Metingen in gewassen en melk (biomonitoring) Kalkpapier TIJDPAD, SCENARIO S EN KOSTEN Tijdpad Uitgangspunten voor de onderzoeks-kosten Kostenposten REFERENTIES BIJLAGEN

4 Samenvatting Context en doel van het onderzoek De provincie Fryslân heeft het RIVM begin 2014 gevraagd om uitvoering te geven aan een representatieve luchtkwaliteitsmeting op leefniveau, om inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit in Harlingen. De discussie over de Reststoffen Energiecentrale (REC) speelde daarbij een belangrijke rol. Vanwege de complexe voorgeschiedenis hebben provincie en gemeente besloten om voor de totstandkoming van het onderzoeksplan en de uitvoering van het onderzoek een begeleidingsgroep (BG) samen te stellen waarin verschillende belangenpartijen zijn vertegenwoordigd. Dit document bevat het onderzoeksvoorstel van het RIVM. De aanpak is er op gericht om te bepalen wat de luchtkwaliteit is in Harlingen en op het industrieterrein bij Harlingen rondom de REC, en hoe die zich verhoudt tot de luchtkwaliteit elders in Nederland en tot gezondheidskundige normen. Als nevendoel is gesteld dat het onderzoek een beeld geeft van de mogelijke bijdrage van de REC aan de luchtkwaliteit in en rond het industriegebied. Hoe ziet het onderzoek er uit? Bij het ontwerpen van het onderzoek heeft het RIVM zich gerealiseerd dat er naast een technisch-wetenschappelijke opgave ook een sociaal-maatschappelijk probleem aan de orde is. Beide dimensies spelen een rol en haken op elkaar in. Om die reden is het onderzoeksontwerp uitgebreider dan wanneer slechts één van beide aspecten aan de orde zou zijn geweest. Het onderzoek vormt een mix van metingen van algemene parameters voor luchtkwaliteit en specifiek gekozen metingen van stoffen die een relatie kunnen hebben met de uitstoot van de REC respectievelijk het industrieterrein. Gelet op de twee geschetste dimensies van het onderzoek voorziet het onderzoek in een substantiële meetinspanning die een jaar duurt. De na rijp beraad genomen keuze voor circa 20 meetlocaties is deels ingegeven door de waargenomen en met foto s vastgelegde verspreiding van de rookgassen en deels door de onmogelijkheid de verspreiding goed te modelleren. Tevens wordt daarmee voldaan aan de wens van de BG enkele specifieke locaties in het meetplan op te nemen. Het RIVM is van oordeel dat dit meetprogramma toereikend en verantwoord is gelet op de probleemstelling. De start van het onderzoek is voorzien in Het precieze tijdstip is afhankelijk van het advies van de BG, de goedkeuring van de opdrachtgever en de tijd die nodig is voor de voorbereidingen. Relatie met emissieonderzoek naar dioxines Naast het hier beschreven RIVM-onderzoek naar de luchtkwaliteit wordt een tweede onderzoek uitgevoerd. De BG heeft namelijk geadviseerd om gedurende een jaar de dioxine-emissie van de REC te monitoren, met behulp van continue metingen in de pijp. De provincie en de gemeente hebben dat advies overgenomen en het onderzoek zal door een private partij worden uitgevoerd. De onderzoeken hebben wel raakvlakken. Zo heeft het onderhavige RIVM-onderzoek als nevendoelstelling na te gaan of de emissies van de REC invloed hebben op de luchtkwaliteit in Harlingen. Niet uit te sluiten valt dat (tussentijdse) resultaten van het emissie-onderzoek aanleiding geven tot wijzigingen van de onderzoeksopzet van het RIVM. Zie de paragrafen 3.4 en

5 1 Inleiding en doel van het onderzoek De provincie Fryslân heeft het RIVM gevraagd om een representatieve luchtkwaliteitsmeting uit te voeren op leefniveau, om inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit in Harlingen. De directe aanleiding vormde de vondst van dioxines in eieren van particuliere kippenhouders 1 in Harlingen die voor onrust heeft gezorgd bij inwoners van Harlingen en omgeving. De ongerustheid richt zich op mogelijke bronnen, waarbij de Reststoffen Energiecentrale (REC) nadrukkelijk als mogelijkheid wordt genoemd 2. Er is echter al langer discussie over de mogelijke invloed van de REC op de luchtkwaliteit. Zo wordt er geklaagd over hinder en overlast, onder meer in de vorm van stank, prikkelende ogen en slijmvliesprikkeling op momenten dat de rookpluim neerslaat in de directe omgeving van de REC. Dit laatste is onderbouwd met foto s, zie bijlage 8. In paragraaf 3.2 zijn de klachten uitgewerkt en blijkt dat ook op andere locaties dan direct naast de REC klachten worden ondervonden. Vanwege de complexe voorgeschiedenis hebben provincie en gemeente verschillende partijen uitgenodigd zitting te nemen in een Begeleidingsgroep (BG). Deze bestaat uit de partijen die zijn genoemd in Bijlage 1. Het RIVM is gevraagd de BG een prominente en zwaarwegende rol te geven bij het formuleren van het onderzoeksvoorstel. De besprekingen met de BG hebben geheel in lijn met de initiële opdracht van de provincie - geleid tot de vraag naar een onderzoeksplan dat er op is gericht om te bepalen wat de luchtkwaliteit is in Harlingen en omstreken, en hoe die zich verhoudt tot de rest van Nederland en tot gezondheidskundige normen. Als nevendoel is gesteld dat het onderzoek een beeld geeft van de mogelijke bijdrage van de REC aan de luchtkwaliteit op en rond het industriegebied. Bovenstaande hoofdlijn wordt geconcretiseerd in de volgende probleemstelling van het onderzoek: Wat is de luchtkwaliteit op leefniveau in Harlingen en omgeving? Deelvragen die hieruit voortvloeien: 1. Hoe verhoudt de luchtkwaliteit in Harlingen e.o. zich tot die in de rest van Nederland? 2. Zijn er afwijkingen aangetroffen in de luchtkwaliteit van het onderzoeksgebied en welke betekenis moet daaraan worden toegekend? 3. In welke mate kunnen eventueel aangetroffen afwijkingen worden toegeschreven aan de emissies van bronnen in (of in de directe omgeving van) Harlingen? 4. Hoe verhoudt, voor de gemeten stoffen, de luchtkwaliteit in het onderzoeksgebied zich tot gezondheidskundige normen voor luchtkwaliteit? 5. Welke afwijkingen van deze normen zijn aangetroffen en welke betekenis moet daaraan worden gehecht? 6. In welke mate kunnen de overschrijdingen van de luchtnormen worden toegeschreven aan de emissies van bronnen in (of in de directe omgeving van) Harlingen? 7. Welke last en hinder m.b.t. luchtkwaliteit wordt er in Harlingen e.o. gerapporteerd? 8. Hoe kan deze last/hinder worden geduid in het licht van de luchtkwaliteitsmetingen? Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de onderzoeksstrategie waarmee antwoord wordt gezocht op de onderzoeksvragen die in het onderdeel inleiding en doel van het onderzoek zijn geformuleerd. De verdere onderbouwing van de onderzoeksstrategie is beschreven in het derde hoofdstuk. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de kostenposten en het tijdspad. 1 Zie het onderzoek van Toxicowatch: Inventariserend onderzoek naar dioxines in Harlingen (2013). 2 Citaat uit brief van GS Fryslân aan PS, van 15 april 2014 met als onderwerp: luchtkwaliteitsonderzoek. 5

6 2 Onderzoeksstrategie De doelstellingen van het onderzoek worden op de volgende wijze weerspiegeld in de onderzoeksstrategie. (Wellicht ten overvloede: het gaat om metingen op leefniveau). 1. De belangrijkste meetlocaties zijn door het RIVM geselecteerd en verdeeld over vier denkbeeldige zones die elk een verschillende afstand tot de REC hebben: (1) het industriegebied van de REC, (2) het stedelijk- en havengebied van Harlingen en (3) het landelijk gebied rond Harlingen en de Waddenzee. De vierde zone bestaat uit enkele verspreid liggende meetpunten op grotere afstand. Dit wordt uitgewerkt in paragraaf 2.1. Bij de keuzes van deze zones moet rekening worden gehouden met andere bronnen van luchtverontreiniging. (Zie paragraaf 3.1). 2. Het RIVM stelt voor op twee manieren te meten; (1) met apparatuur die geschikt is voor het doen van (semi)continue metingen en (2) met samplers (zie verder) die geschikt zijn om gemiddelden te meten over een periode van vier weken. Op leefniveau worden in ieder geval algemene parameters voor de luchtkwaliteit gemeten (zoals NO 2, SO 2, fijn stof). Daarnaast probeert het onderzoeksbureau zich een beeld te vormen van enkele specifieke stoffen (zoals HCl en HF) die medeverantwoordelijk zouden kunnen zijn voor de eerder genoemde klachten. (Zie paragraaf 2.2). 3. Het RIVM stelt voor om gedurende een jaar te meten op een aantal vooraf geselecteerde plaatsen. Dit moet voldoende zijn om een goede indruk te krijgen van de gemiddelde concentraties in Harlingen en omgeving én van eventuele pieken op of nabij het Industrieterrein. (Zie paragraaf 2.3). 4. Ook worden er (op beperkte schaal) enkele samplers op voorstel van de BG geplaatst. (Zie paragraaf 2.1). 5. Ten slotte wordt voorgesteld om met draagbare gasdetectie-apparatuur (zoals die van Draeger) metingen te verrichten op momenten dat hinder wordt ondervonden van de pluim van de REC. (Zie paragraaf 2.5). Toetsing Voor een vergelijking met de luchtkwaliteit elders in Nederland wordt gebruik gemaakt van gegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit ( Omdat de geplande meetstations grotendeels dezelfde stoffen meten en volgens dezelfde kwaliteitsstandaard is onderlinge vergelijking met de bestaande meetstations goed mogelijk. Het RIVM maakt met deze gegevens ook landelijke kaarten waarop per jaar te zien is wat de gemiddelde concentraties zijn van stoffen waarvoor Europese luchtkwaliteitsnormen bestaan. Deze kaarten (GCN 3 -kaarten genoemd) geven een goed overzicht van de luchtkwaliteit in Nederland door de jaren heen. Een voorbeeld is te vinden in bijlage 3. Overschrijding van normen wordt beoordeeld aan de hand van normen voor luchtkwaliteit gebaseerd op o.a. Europese regelgeving en WHO-AQG 4. Veel normen voor luchtkwaliteit zijn gebaseerd op langdurige blootstelling. Daarbij wordt vaak de TCL (toelaatbare concentratie in lucht) gebruikt, de concentratie die bij levenslange blootstelling (70 jaar, 365 dagen/jaar en 24 uur per dag) geen effect op de gezondheid heeft. Voor enkele organische stoffen, zoals benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen zijn ook advieswaarden voor een kortere periode afgeleid; dat geldt ook voor een aantal prikkelende gassen. Alle relevante normen en advieswaarden zijn weergegeven in bijlage 5. Beoogd resultaat Als uit het onderzoek duidelijk wordt dat de concentratie van één of meer stoffen hoger is dan het stedelijk resp. regionale achtergrondniveau óf hoger is dan gezondheidskundige normen, dan geeft het onderzoek de mogelijkheid om een uitspraak te doen over de risico s daarvan, en over eventuele vervolgstappen. Omdat één van de uit de probleemstelling afgeleide deelvragen specifiek vraagt naar ervaren last en hinder is het goed om hierover een voorbehoudende opmerking te maken. De ervaring leert dat een luchtonderzoek, hoe nauwkeurig ook wordt gemeten, er niet altijd in slaagt om manifeste hinder of overlast goed weer te geven. Dat heeft verschillende oorzaken. Pieken van stoffen kunnen niet altijd worden vastgelegd en, als dat wel lukt, zijn er vaak problemen met de 3 Grootschalige Concentratiekaarten Nederland 4 WHO-AQG/ Air Quality Guidelines van de World Health Organization. 6

7 middelingstijd. Ook de windrichting of andere meteorologische omstandigheden kunnen de meting beïnvloeden Ook zijn er technische redenen waarom niet alle stoffen goed meetbaar zijn, of alleen bij veel hogere concentraties. Ten slotte zijn er weinig mogelijkheden om de precieze effecten van combinaties van stoffen te bepalen, omdat de meeste normen voor enkelvoudige stoffen zijn afgeleid. Het is dus niet uitgesloten dat de toetsing aan normen geen goed beeld oplevert van de stankhinder en slijmvliesprikkeling die op bepaalde momenten door werknemers en omwonenden wordt waargenomen. 2.1 Meetlocaties Om de juiste meetlocaties te bepalen is het van belang om te weten of en hoe de emissies van de REC naar verwachting de belangrijkste bron van rookgassen in de omgeving de luchtkwaliteit op leefniveau zouden kunnen beïnvloeden. Het gedrag van de rookgassen blijkt echter lastig te voorspellen, omdat er rekening moet worden gehouden met de volgende factoren: 1. De hoogte van de pijp en daardoor de invloed van het gebouw op de verspreiding van de pluim. 2. De nabijheid van windmolens en de invloed daarvan op de verspreiding van de pluim 3. De invloed van de Waddenzee en de mogelijkheid dat er sprake is van kustlijnfumigatie 5 4. De (veronderstelde) invloed van de verbranding van afval met een lagere calorische waarde, met als mogelijk gevolg minder pluimstijging dan waar bij het ontwerp van de centrale van is uitgegaan. Daarom heeft het RIVM afgezien van de mogelijkheid om meetpunten te selecteren met behulp van een verspreidingsmodel. In plaats daarvan zijn er meetpunten gekozen in (concentrische) cirkels op verschillende afstanden van de REC, aangevuld met enkele specifieke locaties. Feitelijke waarnemingen waar de pluim de grond raakt en klachten van stank en prikkelende ogen ondersteunen de veronderstelling dat de zo gekozen meetpunten zich bevinden in de invloedssfeer van de REC. Bij de keuze van meetpunten is verder rekening gehouden met: emissies als gevolg van andere bedrijven en activiteiten, zie hoofdstuk 3.1. locaties waar gras- en grondmonsters zijn genomen voor een mogelijk onderzoek naar dioxines 6, zie hoofdstuk 3.4. bestaande biomonitoringslocaties, zie hoofdstuk 3.6. Figuur 2.1 geeft een totaal overzicht van de meetlocaties en het type metingen. Enkele meetpunten bevinden zich in de directe omgeving van de REC (zie inzet van de kaart). Eén serie meetpunten bevindt zich op een afstand van circa één kilometer (cirkel A in figuur 2.1). Een volgende serie bevindt zich op een afstand van circa twee kilometer (cirkel B in figuur 2.1). Enkele meetpunten liggen op grotere afstand. 5 Definitie: Kustlijnfumigatie is het effect waarbij de opbouw van de temperatuur en turbulentie in de atmosfeer op een land/zee overgang verandert. Als gevolg van de verandering kan emissie uit een schoorsteen, die normaal geen effect op de grond zou hebben, opeens wel aan de grond merkbaar zijn." 6 Dit onderzoek is wél opgedragen, maar in overleg met de BG nog niet uitgevoerd. De monsters zijn opgeslagen. 7

8 Figuur 2.1 Meetlocaties Groen vlakje: meetaanhanger Geel rondje: meetlocatie Meetpunten in directe omgeving REC Deze metingen houden vooral rekening met de waargenomen en herhaaldelijk op foto s vastgelegde snelle daling van de pluim. Het gaat om de locaties: meetstation 1, en de meetpunten 11, 12, 13 en 16. De metingen dicht bij de REC worden naar verwachting niet zo sterk beïnvloed door de emissies van andere bedrijven, maar afhankelijk van de windrichting mogelijk wel door het verkeer op de Lange Lijnbaan. Meetpunten op circa één kilometer van de REC Deze metingen betreffen locaties op de grens van het industriegebied en de omliggende, deels regionale, deels stedelijke gebieden. Hier liggen de meetpunten 2, 3, 5, 7 en 9. Hier wordt niet alleen de invloed van de REC gemeten maar ook van de andere bedrijven op het industrieterrein. Tevens zijn daar in een eerdere fase van het onderzoek enkele gras- en grondmonsters genomen ten behoeve van een bepaling van dioxines. Meetpunten op circa twee kilometer van de REC Op deze locaties wordt de luchtverontreiniging van alle bronnen in Harlingen en omgeving gemeten, te weten het stedelijk gebied en het industrie- en havengebied van Harlingen alsmede natuurlijke bronnen zoals de Waddenzee en het landelijk gebied rond Harlingen. Daar liggen meetstation 2 en de meetpunten 1, 4, 6, 8 en 10. Meetstation 2 zal vooralsnog gedurende drie maanden worden ingezet, gerekend vanaf de start van de meetperiode. Na drie maanden zal worden bezien of het zinvol is om meetstation 2 te continueren. Zie paragraaf 2.3. Meetpunten op grotere afstand van de REC Op grotere afstand liggen nog enkele meetpunten (14 en 15), die geselecteerd zijn omdat daar biomonitoring plaats vindt. Aanvulling op de keuze van het RIVM Het RIVM gaat ervan uit dat de locatiekeuze die hierboven is beschreven, voldoet om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Als aanvulling hierop geeft het RIVM de BG-groep echter de gelegenheid om zélf een vijftal meetpunten te kiezen en daar samplers te plaatsen. Deze 8

9 worden nog in de figuur opgenomen. Dit deel van het onderzoek is aanvullend, en bedoeld om de acceptatie van het onderzoek te vergroten door de meest betrokkenen de gelegenheid te geven enkele in hun ogen kritische locaties in het onderzoek mee te nemen. Voorafgaande aan de start van het onderzoek worden de precieze locaties vastgesteld door de BG. Het gaat om passieve monstername (zie volgende paragraaf) en dus om buisjes die gedurende een bepaalde periode worden opgehangen. Deze buisjes lopen gewoon mee met het reguliere onderzoek en er wordt ook over gerapporteerd door het onderzoeksbureau 7. De extra kosten hiervoor zijn laag, aangenomen dat er geen extra reistijd mee gemoeid is. 2.2 Luchtmetingen Er wordt er op twee manieren gemeten: met apparatuur die geschikt voor is voor het doen van (semi)continue metingen. met passieve samplers die geschikt zijn om tijdgemiddelde waarden te meten over perioden van enkele weken. Semi-continue metingen volgens ISO Op twee locaties wordt (semi)continu gemeten met behulp van meetstations. De gebruikte apparatuur is gelijk aan, of equivalent met de apparatuur die wordt gebruikt in de vaste LMLmeetstations in Nederland. Hiermee kunnen minuut-, kwartier- en/of uurwaarden worden vastgesteld. Ook verwacht het RIVM hierdoor een indruk te krijgen van de fluctuatie in de tijd. Door de resultaten te koppelen aan de windrichting kan een relatie worden gelegd met de uitstoot van de REC en met die van andere bronnen. In figuur 2.1 zijn de locaties van de (semi)- continue metingen aangeduid met meetstation 1 en meetstation 2. Met meetstation 1 wordt idealiter vastgesteld wat de concentraties op leefniveau zijn op het industrieterrein. Op momenten dat daar de pluim van de REC neerslaat, gaat het naar verwachting om sterk wisselende concentraties. (Semi)continue metingen zoals in een meetstation bieden de beste garantie om wisselende concentraties te registreren en pieken vast te leggen. Afhankelijk van windrichting en emissie-karakteristiek hebben het verkeer en ándere industriële bronnen op het Industrieterrein 8 ook invloed op de concentraties die gemeten worden. Ook met meetstation 2 worden concentraties op leefniveau gemeten en kan worden vastgesteld of a.) de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden en b.) de emissies van het industrieterrein, op circa twee km nog aantoonbaar van invloed zijn. Zoals reeds eerder opgemerkt, wordt meetstation 2 vooralsnog alleen de eerste drie maanden van het onderzoek ingezet. De volgende stoffen worden op de meetstations gemeten: NOx (NO en NO 2 ): meetwaarden worden om de minuut verzameld en per uur gemiddeld. SO 2 : meetwaarden worden per minuut verzameld en per uur resp. dag, gemiddeld. CO: meetwaarden worden per minuut verzameld en per uur gemiddeld. De FH62I-R monitor wordt in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit gebruikt voor de automatische PM10 metingen. De monitor levert uurwaarden waaruit 24- uursgemiddelden bepaald worden. Deze monitor is in Nederland equivalent verklaard aan de Europese meetstandaard voor PM10. Luchtstof (PM10), met behulp van de zogenaamde LECKEL wordt een daggemiddelde stofbemonstering uitgevoerd. In deze monsters kunnen gehaltes worden bepaald van (in ieder geval): chroom (Cr), koper (Cu), lood (Pb) en cadmium (Cd). Het is niet nodig om dat dagelijks te doen; er wordt een selectiemethode toegepast. Afhankelijk van de filterkeuze, kunnen overigens ook andere stoffen worden bemonsterd. BTEX (Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen): elke 15 minuten wordt er een monster genomen en ook hiervan worden uurgemiddelden bepaald. Tijdens de meetcampagne wordt de meetopstelling op gezette tijden bezocht door medewerkers van het onderzoeksbureau (of een externe onderhoudsfirma) om de data veilig te stellen, bemonsteringsmateriaal te vervangen en de technische staat van de apparatuur te controleren. Verdere details zijn te vinden in bijlage 9. 7 Op voorwaarde dat de door de BG voorgestelde locaties representatief zijn voor het onderzoeksdoel. Daarmee wordt o.a. bedoeld, geen invloed van andere bronnen (verkeer!), niet gevoelig voor vocht/vandalisme etc. 8 Zie paragraaf

10 Meten van HCl en/of HF Het meten van HCl en HF is geen onderdeel van de gebruikelijke LML-metingen. Gezien het feit dat de REC de enige (relevante) bron van HCL en HF is in de omgeving, en er klachten zijn van prikkelende ogen en slijmvliezen, wanneer de pluim van de REC op leefniveau terechtkomt, wordt geprobeerd om deze stoffen te meten. Technische beperkingen maken het echter lastig om op (semi)continue wijze HCl en HF te meten. Er is één monitor die volgens de fabrikant nauwkeurig HF (geen HCl) kan meten en die gebruikt wordt in de semi-conductorindustrie. Het RIVM heeft daar echter geen ervaring mee en het is onbekend of die robuust genoeg is voor langdurig gebruik in de buitenlucht. De andere methoden zijn hetzij niet operationeel hetzij niet geschikt om pieken mee vast te leggen (zie verder bijlage 10). Om die reden maakt het (semi)continu meten van HF en HCl op meetstation 1, geen deel uit van het onderzoeksvoorstel. In plaats daarvan zal worden nagegaan of het mogelijk is ándere stoffen (zoals SO 2 en NO 2 ) te gebruiken om vast te stellen hoe de pluim zich gedraagt. Ook zal gebruik worden gemaakt van draagbare gasdetectie-apparatuur (zie hieronder). Draagbare gasdetectie-apparatuur (voorbeeld Draeger) Als alternatief voor HCl en HF-metingen op het Industrieterrein, stelt het RIVM voor Draegerapparatuur in te zetten. Het gaat om eenvoudig te bedienen apparaten die gebruikt worden om metingen te verrichten van stoffen in specifieke arbeidssituaties. Ook de brandweer maakt gebruik van Draeger-apparatuur om na te gaan of bepaalde giftige stoffen in de rook van een brand een probleem kunnen vormen. De beperking van deze manier van onderzoek is echter dat de sensoren pas reageren op hoge concentraties die maar zelden in de buitenlucht optreden. Daarom worden ze bij reguliere metingen in het milieu nauwelijks gebruikt. Omdat er echter manifeste klachten zijn als de pluim neerslaat 9, waarbij het om relatief hoge concentraties HCL en HF zou kunnen gaan, acht het RIVM het de moeite waard te onderzoeken of het gebruik van deze apparatuur succesvol kan zijn. Onderdeel van het onderzoeksvoorstel is om werknemers van omliggende bedrijven die zeggen last te hebben van de emissies van de REC, uit te rusten met deze apparatuur, die ze bij klachten zelf kunnen inzetten. Als de opdrachtgevers van dit onderzoek besluiten om deze apparatuur in te zetten dan zal daarvoor een specifiek protocol worden ontwikkeld. Voor een bespreking van de voor- en nadelen, zie bijlage 11. Meteo Tegelijk met de (semi)continue metingen naar stoffen wordt meteorologische informatie verzameld zoals windsnelheid, windrichting, temperatuur, neerslag, relatieve vochtigheid en luchtdruk. Daarbij wordt gebruik gemaakt van lokaal (door het onderzoeksbureau) verzamelde gegevens en van gegevens verzameld door het KNMI (Stavoren en Leeuwarden). Tijdgemiddelde metingen Het is niet realistisch om op 16 locaties een volledig ingericht meetstation neer te zetten dat (semi)continu meet. Daarom worden deze metingen aangevuld met (eenvoudiger) tijdgemiddelde metingen. Zo is het voor stoffen als NO 2 en SO 2 voldoende om de gemiddelden vast te stellen, als de variatie in de concentraties elders wordt gemeten (meetstation 1 en 2). Daar komt bij dat piekwaarden voor stoffen met een relatief lage acute giftigheid van minder belang zijn, omdat daar vaak alleen normen zijn afgeleid voor langdurige (jaargemiddelde) blootstelling. Informatie over normen voor de verschillende stoffen bevindt zich in bijlage 5. Het verzamelen van deze tijdgemiddelde waarden gebeurt met passieve samplers (buisjes) die op verschillende plaatsen worden opgehangen. Zij zijn voorzien van een medium dat gedurende de vastgestelde periode (vier weken) reageert met de te onderzoeken stof in de buitenlucht. Daarna worden de buisjes afgesloten en in het laboratorium geanalyseerd. Alles wat zich in het buisje verzameld heeft wordt daarna gemiddeld, zeg maar uitgesmeerd, over de duur van de bemonstering. Pieken, per definitie van korte duur, worden dus niet herkend. Er wordt gebruik gemaakt van passieve samplers voor de volgende stoffen: stikstofdioxide (NO 2 ), zwaveldioxide (SO 2 ), HCl en HF. Elke stof heeft zijn eigen medium en dus ook zijn eigen buisje. Ook de detectiegrenzen verschillen. Voor NH3 is de emissieconcentratie zo laag dat het weinig zin heeft om te proberen deze stof op leefniveau te meten. Evenmin zijn er andere NH 3 - bronnen. 9 Dat gebeurt vooral bij niet te harde wind uit zuidelijke richting en is volgens betrokkenen het beste zichtbaar bij lage omgevingstemperatuur. Ook de windmolens lijken daar invloed op te hebben. Zie ook foto s in bijlage 8. 10

11 Hieronder een overzicht van alle stoffen die gemeten worden, met methode, tijdsinterval en locatie. Stoffen Methode Tijdsinterval 1 Locaties PM10 (semi)continu uurwaarden Meetstations 1 en 2 (semi)continu daggemiddeld Meetstations 1 en 2 Zware metalen (semi)continu daggemiddeld Meetstations 1 en 2 BTX (semi)continu 15 min/uur Meetstations 1 en 2 NOx (semi)continu per minuut/uur Meetstations 1 en 2 SO2 (semi)continu per minuut/uur Meetstations 1 en 2 CO (semi)continu per minuut/uur Meetstations 1 en 2 NO2 gemiddelde vier weken Meetlocatie BG 2 SO2 gemiddelde vier weken Meetlocatie BG NH3 gemiddelde vier weken Meetlocatie BG HCl en HF gemiddelde vier weken Meetlocatie BG 1 korte meetintervallen worden omgerekend naar lange, afhankelijk van normen 2 BG = keuzelocaties van Begeleidingscommissie Tabel 2.1: Totaaloverzicht metingen. 2.3 Duur van de metingen Het RIVM stelt voor om de (semi)continue metingen met meetstation 1 en de passieve monitoring gedurende een jaar uit te voeren. Daarvoor zijn twee redenen. In de eerste plaats vergt het vaststellen van concentraties luchtverontreinigende stoffen volgens de gecertificeerde methode van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) een jaar meten. In de tweede plaats vergroot een jaar meten de kans om piekconcentraties vast te leggen tijdens ongunstig weer en tijdens gepland onderhoud of storingen van de REC (zie ook paragraaf 2.6). De noodzaak om een vol jaar te meten is ons inziens niet zonder meer aanwezig voor meetstation 2, dat bij Wijnaldum wordt ingezet. Het RIVM acht het wel belangrijk om daar (semi)continue metingen te doen, omdat de bewoners twijfelen aan de luchtkwaliteit en omdat Wijnaldum bij de overheersende ZW-wind onder de rook van het Industrieterrein ligt, op een afstand van circa 2 km. Het RIVM stelt voor om meetstation 2 drie aaneengesloten maanden te gebruiken en dan te evalueren of de resultaten een langere inzet rechtvaardigen. Criteria zijn de concentraties die ter plaatse én die elders worden gemeten, schattingen van de bijdrage van het Industrieterrein en klachten die in die periode worden gemeld, dat alles in combinatie met de windrichting. Het zal duidelijk zijn dat de wind in die periode regelmatig uit de richting van het Industrieterrein moet komen en dat eventuele klachten goed moeten worden geregistreerd. 2.4 Verwachte resultaten Van de stoffen die (semi)continu worden gemeten, zijn van dat jaar zeer veel dag-, uur- en desgewenst minuutgemiddelden beschikbaar die gecombineerd worden met gegevens over de windrichting. Daarmee kunnen kaartjes worden gemaakt waaruit blijkt of de resultaten kunnen worden toegeschreven aan een bepaalde bron. Omdat één van de hypotheses is dat de REC zo n bron is, is het belangrijk dat het onderzoeksbureau inzicht heeft in situaties die een verklaring kunnen geven voor afwijkende meetresultaten. Denk aan het verbranden van afval met een ander vochtgehalte, een wijziging in de hoeveelheid afval per dag, gepland onderhoud, storingen etc. Dit zal in het overleg met de opdrachtgever aan de orde moeten komen. Omdat de REC één van de bronnen is, moet er ook inzicht gegeven worden in storingen, onderhoud e.d. van andere bedrijven op het Industrieterrein. De gegevens die met de passieve samplers worden bepaald, zijn beperkt tot 13 waarden, elke vier weken één. Voor elk monsterpunt worden dus 13 getallen per stof gegenereerd. Deze resultaten geven een goed overzicht van de jaargemiddelde blootstelling. Zij geven echter door de lange duur van de bemonstering (vier weken) geen, respectievelijk nauwelijks, informatie over pieken en/of bronnen, tenzij de wind langdurig uit één bepaalde hoek waait. 11

12 Hieronder bevindt zich een overzicht van de meetgegevens die in een vol jaar verkregen worden. Stoffen meetduur Data per meetlocatie (jaar ) Locaties 1 PM10 (Semi)continu 8760 uurwaarden 2 2 PM10 (Semi)continu 365 dagwaarden 2 BTX (Semi)continu 8760 uur / 365 dagwaarden 2 2 Zw. metalen (Semi)continu n.t.b. 3 2 NOx (Semi)continu 8760 uur / 365 dagwaarden 2 2 SO2 (Semi)continu Idem 2 CO (Semi)continu Idem 2 NO2 Elke 4 weken 13 Circa 20 SO2 Elke 4 weken 13 idem NH3 Elke 4 weken 13 idem HCl en HF Elke 4 weken 13 idem 1 twee meetaanhangers; (+BG) meetpunten 2 (veel) meer, als uitgegaan wordt van minuut- of kwartierwaarden 3 niet alle monsters worden geanalyseerd op zware metalen Tabel 2.2 Overzicht dataverzameling 2.5 Hinder Zoals eerder betoogd is het in de praktijk lastig om bij de gebruikelijke luchtmetingen, de oorzaak van stankhinder of slijmvliesprikkeling vast te stellen. Voor HCl en HF stelt het RIVM voor om Draeger-apparatuur in te zetten om te proberen zicht te krijgen op de hinder die werknemers van omliggende bedrijven ervaren op het moment dat de pluim de grond raakt. Het idee is dat zij de apparatuur aanzetten op het moment dat zij overlast ondervinden. NB er zijn enige beperkingen aan het gebruik van deze apparatuur, maar dat hoeft gebruik niet in de weg te staan. (zie bijlage 11). 2.6 Meten bij storingen Wanneer er sprake is van een storing waarbij de rookgasreiniging niet of maar gedeeltelijk werkt, dan kunnen de emissies oplopen (zie tabel 2.3). In mg/nm 3 Minimum (bij Maximum (bij Jaargemidd. normaal bedrijf) normaal bedrijf) Zwaveldioxide Stikstofoxiden Zoutzuur (HCl) Fluorwaterstof (HF) 1 5 debiet Nm 3 Tabel 2.3 Storingsemissies (opgave REC) Tijdens storingen zal meetapparatuur die (semi)continu meet, in principe in staat zijn eventuele pieken weer te geven. Het is echter niet waarschijnlijk dat dat ook het geval is bij apparatuur die maandgemiddelden laat zien. Immers dan worden de pieken uitgemiddeld. E.e.a. hangt ook af van de gevoeligheid van de meetapparatuur, de duur van de storing en de concentraties bij normaal bedrijf. 12

13 3 Achtergrondinformatie 3.1 Locatie en omgeving REC De REC ligt dicht bij de Waddenzee op het industrieterrein de Nieuwe Industriehaven. Dat is gelegen ten N/NW van Harlingen. De dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing van Harlingen ligt op 500 m. Het dorp Wijnaldum ligt op circa 2000 m afstand met vrij zicht op de haven. Op 1750 m afstand bevindt zich de kern van het dorp Midlum. Sexbierum en Pietersbierum liggen op circa 4500 m ten NO van de REC. Verspreid liggen dichter bij de REC (groepjes) woonhuizen/boerderijen; ook zijn er werknemers aanwezig op de omliggende bedrijven. Op het industrieterrein bevinden zich andere bedrijven zoals een scheepsbouwer, een zoutproducent, een opwerkinstallatie van olieproducten en een op- en overslag van grondstoffen voor de bouw (zie figuur 3.1). Er zijn plannen voor verdere bebouwing van het industrieterrein. De REC zelf bestaat uit een hoofdgebouw met enkele voorzieningen (zie figuur 3.2). De pijp waardoor de afgassen worden uitgestoten ligt op 100 meter afstand ten westen van het hoogste deel van het gebouw en is nagenoeg even hoog als het hoofdgebouw (44 m). Figuur 3.1 Bedrijven rondom de REC 13

14 Figuur 3.2 gebouw van de REC Direct ten oosten en ten noorden is er over een afstand van 400 m geen woonbebouwing. Ten zuiden liggen FRISIA Zout en enkele scheepswerven direct grenzend aan de REC. Ten noorden, op een afstand van ca. 400 m ligt Windpowercentre B.V., met een assemblage/opslag terrein en een viertal windmolens met een hoogte van 55 m. De dichtstbijzijnde windmolen staat op ongeveer m van de schoorsteen van de REC. 3.2 Waarnemingen en klachten In de BG is gewezen op waarnemingen en klachten over het op leefniveau terecht komen van de rookgassen van de REC. Het gaat daarbij vooral om locaties op relatief korte afstand van de REC. Zo worden op het terrein van de REC zelf en op die van omliggende bedrijven met regelmaat rookgassen op leefniveau waargenomen (zie ook foto s). Navraag bij huisartsen leverde op dat zij te maken hebben met patiënten die hetzij klachten toeschrijven aan de REC, hetzij vragen stellen over mogelijke gezondheidsrisico s. Om een indruk te krijgen van de officieel geregistreerde klachten over de luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving is contact gezocht met de GGD Friesland, de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) en de provincie. Bij de FUMO is een geanonimiseerd overzicht beschikbaar van klachten waarbij de REC als één van de mogelijk veroorzakers wordt genoemd 10. Omdat de klachten die bij de GGD gemeld zijn ook in dit overzicht staan, wordt voor de beschrijving van deze klachten gebruik gemaakt van het overzicht van de FUMO. In drieënhalf jaar (periode van tot en met ) zijn 151 meldingen gedaan. Per melding zijn de volgende gegevens geregistreerd: (waarneem)adres, soort melding, beschrijving en de status van de melding. Deze gegevens, met uitzondering van de beschrijving, zijn samengevat in Bijlage 2. Het merendeel van de klachten is afkomstig uit Harlingen (80), Wijnaldum (26), Midlum (14) en Pietersbierum (11). In figuur 2.3 bevindt zich een ruimtelijke weergave van de locaties met waarnemingen en klachten. Een groot deel van de klachten komt van twee doorgaande wegen: de Haulewei en Hearewei. De meest voorkomende klacht is stank (84 meldingen), maar er wordt ook melding gemaakt van geluidsoverlast, rook en luchtverontreiniging. Per melding is door een medewerker van het klachtenteam van de FUMO bekeken of de klacht werd veroorzaakt door de REC of dat een andere oorzaak waarschijnlijker was. Bij 47 van de 151 gemelde klachten lag naar het oordeel van de FUMO de oorzaak bij de REC (zie figuur 3.3). Het betreft hier ook klachten of waarnemingen waarbij niet direct sprake hoeft te zijn van gezondheidsrisico s. Zo zijn er meldingen gemaakt van een zichtbare pluim of rook, terwijl, volgens de FUMO, de installatie goed draaide en er geen bijzondere procesomstandigheden waren. Van de overige 104 meldingen is slechts in een aantal gevallen de veroorzaker bekend. Dit was bijvoorbeeld een van de naastgelegen bedrijven van de REC of een kachel in de buurt

15 Figuur 3.3. Weergave van de locaties waar klachten zijn geregistreerd. Kleine cirkels betreffen minder dan 5 klachten, grote cirkels betreffen 5 of meer klachten. Indien de cirkel rood is ingekleurd dan is één of zijn meer klachten terecht. Bron: provincie Friesland, Uitstoot van de REC en invloed van andere bedrijven Dagelijks publiceert de REC op zijn website een overzicht van de (daggemiddelde) emissieconcentraties van: totaal stof, zoutzuur, stikstofoxiden, koolmonoxide, zwaveldioxide, koolwaterstoffen, kwik, ammoniak en waterstoffluoride. Tevens wordt aangegeven of deze daggemiddelden de vergunde waarden overschrijden 11. Jaarlijks rapporteert de REC over de luchtemissies, met aantal uren storingen, onderhoud en eventuele overschrijdingen van de vergunde waarden. Deze rapporten zijn te vinden op de website van moederbedrijf Omrin. Om een indruk te krijgen van de invloed van de REC op de luchtkwaliteit in Harlingen is allereerst gezocht naar stoffen die kenmerkend zijn voor de uitstoot van afvalverbranders (AVI s) in het algemeen. Dergelijke stoffen zijn er echter niet. De meeste stoffen die door AVI s worden geëmitteerd kunnen ook vrijkomen bij andere industrieën. In dit verband is het dus belangrijk om er op te wijzen dat zich in de directe omgeving van de REC andere bronnen bevinden van fijn stof, verbrandingsgassen, vluchtige organische stoffen (VOC) en zware metalen. Verder is er sprake van emissies van vrachtverkeer van en naar de bedrijven en van de uitstoot van schepen in de omgeving. Echter, niet alle stoffen die de REC emitteert worden ook door bedrijven in de omgeving geëmitteerd. In Harlingen zijn er bijvoorbeeld behalve de REC, geen noemenswaardige andere bronnen van HCl en HF. ( In bijlage 4 bevinden zich gegevens uit 2012 afkomstig van de Emissieregistratie voor de volgende stoffen: fluoriden, chloriden, PM2.5 en PM10, NO 2, SO 2, VOS, CO en NH

16 3.4 Gras en grondmonsters voor mogelijke analyse op dioxinen Het RIVM heeft zowel dit jaar als vorig jaar monsters genomen van gras (2014 en 2015) en van grond (2014). Zie ruimtelijke weergave in bijlage 6. De monsters zijn opgeslagen en worden na opdrachtverlening geanalyseerd op de aanwezigheid van dioxinen 12. In het huidige onderzoek worden op (of dichtbij) de locaties waar de monsters zijn genomen ook luchtmetingen uitgevoerd. Wanneer de resultaten worden gecombineerd met de resultaten van de dioxine-analyses ontstaat naar verwachting meer duidelijkheid óf, en in hoeverre, de bemonsterde locaties door de REC worden beïnvloed. 3.5 Emissie onderzoek naar dioxinen Hoewel dioxinen belangrijke indicatoren kunnen zijn voor verbrandingsprocessen zoals bij de REC, worden immissieconcentraties van dioxinen niet meegenomen in het onderzoek. Parallel aan het onderzoek naar luchtkwaliteit worden namelijk dioxinemetingen uitgevoerd direct in de schoorsteen van de REC (zogenaamde emissiemetingen van dioxinen). Wanneer het emissieonderzoek daartoe aanleiding geeft kan gericht onderzoek naar dioxinen op leefniveau worden overwogen. 3.6 Metingen in gewassen en melk (biomonitoring) In de omgeving van de REC loopt een biomonitoringsprogramma, uitgevoerd door Plant Research International Wageningen met metingen van o.a. dioxines, fluoriden, PAK s en zware metalen in gewassen en melk (alleen dioxinen). Het meetprogramma is gericht op de stoffen die door de REC uitgestoten kunnen worden (zie ruimtelijke weergave in bijlage 7). De resultaten van dit onderzoek worden betrokken bij de interpretatie van de luchtmetingen die in de nabijheid worden uitgevoerd. Meer informatie hierover en de rapportages zijn te vinden op de site: Kalkpapier Een alternatief voor het meten van HCl en HF zijn metingen met kalkpapier, ook al geven die niet meer dan een indicatie van de gemiddelde F-concentratie in lucht. In het biomonitoringsonderzoek wordt op dit moment gemeten op afstanden die variëren van 1200m tot 3200m. Voorgesteld wordt om metingen met kalkpapier pas te overwegen wanneer de eerste resultaten van de tijdgemiddelde monitoring met buisjes voor HF en HCl bekend zijn. Daarom is deze methode niet opgenomen in het onderzoeksplan. 12 Omdat gras s winters niet groeit, is het enige maanden blootgesteld geweest aan de emissies van de REC. 16

17 4 Tijdpad, scenario s en kosten 4.1 Tijdpad De start van het onderzoek is voorzien in Het tijdstip is onder meer afhankelijk van het advies van de BG en de opdrachtverlening van gemeente en provincie. Het onderzoek duurt, exclusief eindrapportage, een jaar. Wanneer er tussentijds voorlopige resultaten beschikbaar zijn, zullen die worden gedeeld met de BG en de opdrachtgevers. Praktische zaken Voor het onderzoek daadwerkelijk kan beginnen, dienen eerst de twee meetstations in gereedheid te worden gebracht. Dat vergt geruime tijd, onder meer omdat meetstation 2 deels opnieuw moet worden ingericht. Daarmee kan pas worden begonnen na het verlenen van de opdracht. Ook zullen geschikte locaties moeten worden gevonden, dat wil zeggen bestand tegen vandalisme, dus achter een hek en met een 220V aansluiting. Ten slotte bevat één van de monitoren die in de (NB álle) LML-meetstations worden gebruikt, een radioactieve bron (Kr 85). Het plaatsen van dergelijke bronnen is aan vergunningen gebonden. Het is verstandig om hiervoor tijd te reserveren. Ook de passieve samplers vergen aandacht. Zij bevatten materiaal dat vers moet worden aangebracht. Bestelling daarvan en preparatie vergen circa een maand doorlooptijd. Het vinden van geschikte locaties voor de passieve samplers, is doorgaans geen probleem. Vaak worden ze op circa 2,5 m hoogte aan lantarenpalen of een gebouw opgehangen. 4.2 Uitgangspunten voor de onderzoeks-kosten Er wordt uitgegaan van één jaar meten met meetstation 1, drie maanden meten met meetstation 2 (beide volgens ISO17025) en gedurende 12 maanden meten met passieve samplers (NO 2, SO 2, HCl en HF) die vier-wekelijks worden vervangen. Ook worden er op gecertificeerde wijze zware metalen bepaald in een vijftigtal stofmonsters en wordt er Draegerapparatuur aangeschaft. Verder is sprake van de bemonstering van gras en grond en GCMSanalyse van dioxines in deze monsters door RIKILT. Er wordt van uitgegaan dat na drie maanden de resultaten van meetstation 2 worden geëvalueerd, waarna een beslissing wordt genomen over de verdere inzet daarvan. Hierover zal overleg plaatsvinden met opdrachtgevers en de Begeleidingsgroep. 17

18 4.3 Kostenposten meetcontainer 1 (gedurende 1 jaar) - zware metalen in 24-uurs stof meetcontainer 2 (gedurende 3 mnd) - zware metalen in 24-uurs stof passieve monitoring - monsterlocaties uitzoeken - monsters wisselen - aanschaf + analyses buisjes (3 mnd) - aanschaf + analyses buisjes (9 mnd) data-analyse rapportages begeleiding/coördinatie dioxines - bemonstering (2014/2015) RIVM - analyses (2015/2015) RIKILT Draeger Belangrijke toevoeging Benadrukt moet worden dat álle posten onderdeel uitmaken van het onderzoeksvoorstel van het RIVM en essentieel zijn voor de uiteindelijke verslaglegging. Om de resultaten te kunnen vergelijken met die van de bestaande LML-meetstations, is ook voor deze meetstations ISO17025 kwaliteit vereist. Ten slotte wordt certificering geëist van de zware metalen analyses en het gebruik van GCMS voor de dioxine-analyses. Tevens is het van belang dat het onderzoeksbureau tijdig beschikt over resultaten ook voorlopige en bij vragen zelfstandig contact kan opnemen met de externe opdrachtnemers. 18

19 5 Referenties ATSDR (2000) Toxicological profile for toluene. (Geraadpleegd op ) ATSDR (2004) Toxicological profile for ammonia. (Geraadpleegd op ) ATSDR (2007a) Toxicological profile for benzene. (Geraadpleegd op ) ATSDR (2007b) Toxicological profile for xylenes. (Geraadpleegd op ) ATSDR (2010) Toxicological profile for ethylbenzene. (Geraadpleegd op ) RIVM (2001a) Re-evaluation of human-toxicological maximum permissible risk levels. RIVMrapport RIVM (2001b) Advies met betrekking tot de overschrijding van het MTR voor fluoride. 13 april Bilthoven, the Netherlands: RIVM/CSR ad hoc advies 6 pp. US-EPA (1995) Iris file hydrogen chloride. Last updated (Geraadpleegd op ) US-EPA (2004) AEGL for hydrogen chloride. (Geraadpleegd op ) WHO, Air Quality Guidelines Fluorides. WHO air quality guidelines for Europe Second edition. WHO Regional Publications, European Series no

20 6 BIJLAGEN Bijlage 1 De leden van de BG in alfabetische volgorde A. Arkenbout Toxicowatch Foundation J. Bloem, lid tot 12 mei 2015 Groep Sarolea J.W. Huisman Harlinger huisartsengroep (Hagro) D. de Jong Dorpsbelang Midlum R. Leen Dorpsbelang Wijnaldum D. Palma; agendalid Dorpsbelang Sexbierum/Pietersbierum P.L. Polhuis onafhankelijke voorzitter L. Soet Harlingen Seaport Business Association (HSBA) E. Tjalma LTO Franekeradeel/Harlingen J. Vollenbroek Harlinger samenleving /inhoudelijk deskundige Adviseurs voor de begeleidingsgroep: Namens RIVM; Centrum Veiligheid: Mark van Bruggen, GGD Friesland: Frans Duijm GGD Amsterdam: Dave de Jonge (adviseur luchtmetingen) 20

21 BIJLAGE 2 Overzicht klachten rond de REC Tabel 1. Overzicht klachtenregistratie REC in de periode van t/m Soort melding Status Plaats # Stank Rook Luchtv. Geluid Overig Terecht Niet terecht Onbekend Niet terecht herkomst bekend Franeker Harlingen Herbaijum Hitzum Kimswerd Kubaard Leeuwarden Midlum Pietersbierum Sexbierum Tzummarum Wijnaldum Zurich 1 RMT politie Friesland Anoniem Totaal Bron: provincie Friesland, Nvt 21

22

23 BIJLAGE 3 Voorbeeld GCN kaarten; NO2

24 BIJLAGE 4 Emissies in kg. naar lucht in 2012 in Harlingen: REC en enkele andere emittenten. Bron: Emissieregistratie Fluorverb. Handel, diensten, overheid 0,0001 Fluorverb. Vuurhaarden consumenten, hoofdverwarming woningen 0,0102 Fluorverb. REC 769,5 Chloriden Handel, diensten, overheid 0,001 Chloriden Vuurhaarden consumenten, hoofdverwarming woningen 0,136 Chloriden REC PM 2,5 Roken van sigaretten PM 2,5 SBI 23: Bouwmaterialen- en glasindustrie, diffuus PM 2,5 Vuurhaarden consumenten, sfeerverwarming woning PM 2,5 Varend NL, Passagierschepen PM 2,5 REC PM 10 Stofemissies bouwplaatsen 952 PM 10 Roken van sigaretten PM 10 Vuurhaarden consumenten, sfeerverwarming woning PM 10 Veestapel, vleeskuikens, stallen + opslag vaste mest excl. NH PM 10 Varend NL, Passagierschepen PM 10 REC PM 10 SBI 23: Bouwmaterialen- en glasindustrie, diffuus NO 2 Varend NL, Roro lading/autoschepen NO 2 Stilliggend NL, Overige schepen NO 2 Stilliggend NL, Koelschepen NO 2 Varend NL, Passagierschepen NO 2 REC SO 2 Vuurhaarden consumenten, sfeerverwarming woning 193 SO 2 Vuurhaarden consumenten, hoofdverwarming woningen 371 SO 2 Varend NL, Koelschepen SO 2 Stilliggend NL, Koelschepen SO 2 REC SO 2 Varend NL, Passagierschepen

25 Emissies in kg. naar lucht in 2012 in Harlingen: REC en enkele andere emittenten. Bron: Emissieregistratie NMVOS REC 396 NMVOS SBI 46.71: Groothandel in brandstoffen en overige minerale olieproducten 694 NMVOS Uitlaatgassen bromfietsen, buitenweg 771 NMVOS SBI 47.3: Benzinestations, verdrijvingsverliezen - autotanks CO REC CO Varend NL, Passagierschepen CO Uitlaatgassen personenauto's benzine, autosnelweg CO Uitlaatgassen personenauto's benzine, buitenweg CO Vuurhaarden consumenten, sfeerverwarming woning CO Recreatievaart uitlaatgassen CO Uitlaatgassen personenauto's benzine, bebouwde kom NH 3 Huisdieren mest NH 3 REC NH 3 Afzet op natuurterreinen en bij particulieren - emissie NH NH 3 Transpiratie en ademen NH 3 Veestapel, jongvee fokkerij, aanwending mest NH NH 3 Veestapel, melkkoeien, stallen NH NH 3 Aanwending van kunstmest - NH NH 3 Veestapel, melkkoeien, aanwending mest NH Pagina 25 van 37

26 BIJLAGE 5 Normenkader Tabel TCL s voor BTEX en HF/HCl/NH3 TCL in µg/m 3 Referentie Kortdurende advieswaarde in µg/m 3 Benzeen Zie EU-kwaliteitsnorm 30 (14 dagen) ATSDR 2007a Tolueen 400 RIVM (14 dagen) ATSDR 2000 Ethylbenzeen 770 RIVM (14 dagen) ATSDR 2010 Xyleen 870 RIVM (14 dagen) ATSDR 2007b HF 1,6 RIVM (1 uur) WHO 2000, OEHHA 1999 HCl 20 US-EPA RfC ( TCL) 2700 (acuut, interventiewaarde) US-EPA 2004 NH RIVM (14 dagen) ATSDR 2004 Tabel TCL s en normen voor metalen Stof TCL in g/m 3 Referentie Norm Cadmium 0,005 EU 2001 Idem (streefwaarde) Chroom 6+ 0,0025 RIVM 2001 Chroom 3+ (oplosbaar) NB RIVM 2001 Chroom 3+ (onoplosbaar) 60 RIVM 2001 Koper 1,0 RIVM 2001 Kwik 0,05 *** EU 2001 Lood 0,5 WHO 2000 Idem (grenswaarde) *** Voor kortdurende blootstelling (een week): 10 g/m3 (Bron: RIVM 2011, richtlijn kwik in binnenmilieu) Pagina 26 van 37

27 Tabel Normen (gericht op de mens) voor de klassieke luchtverontreinigende stoffen Stof Niveau (µg/m3) Tijdsduur Status Opmerking SO Dag Grenswaarde 350 Uur Grenswaarde 500 Uur Alarmdrempel overschrijding is toegestaan op niet meer dan drie dagen per jaar overschrijding is toegestaan niet meer dan 24 keer per jaar waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km 2 40 Jaar Grenswaarde per 2015 (NL heeft uitstel tot 2015) NO 2 PM 10 Benzeen 200 Uur Grenswaarde 400 Uur Alarmdrempel 40 Jaar Grenswaarde 50 Dag Grenswaarde 5 Jaar Grenswaarde overschrijding is toegestaan niet meer dan 18 keer per jaar waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km 2 overschrijding is toegestaan op niet meer dan 35 dagen per jaar CO uur Grenswaarde Hoogste voortschrijdend 8-uurgemiddelde Pagina 27 van 37

INFO-AVOND 2 SEPT 2015

INFO-AVOND 2 SEPT 2015 INFO-AVOND 2 SEPT 2015 Samenstelling van de BG Opdracht en werkwijze van de BG Vervolgpresentaties De heer Vollenbroek (continu meting dioxines) De heer Swart (luchtkwaliteitsonderzoek) De adviezen van

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 6 oktober 2018 DATUM 2 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083701871 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

RIVM-onderzoek naar Thermphos

RIVM-onderzoek naar Thermphos RIVM-onderzoek naar Thermphos Oriëntatie op de luchtkwaliteit in de omgeving 12 november 2010 1 Inleiding Aanleiding / opdracht Wat heeft RIVM onderzocht Wat heeft RIVM niet onderzocht? Wat betekenen de

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen DATUM 19 juni 2018 PROJECTNUMMER C05055.000152 ONZE REFERENTIE 079879774 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op 31 mei 2018 is er bij REC

Nadere informatie

Biomonitoringprogramma rond de REC Harlingen

Biomonitoringprogramma rond de REC Harlingen Biomonitoringprogramma rond de REC Harlingen Inleiding LTO Noord heeft een overeenkomst gesloten met Omrin, de exploitant van de Reststoffen Energie Centrale (REC) aan de Industriehaven in Harlingen, om

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

De BIM gegevens : "Lucht - Basisgegevens voor het Plan" November 2004 INZAKE VERSCHAFFING VAN GEGEVENS

De BIM gegevens : Lucht - Basisgegevens voor het Plan November 2004 INZAKE VERSCHAFFING VAN GEGEVENS 5. DE INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN EN DE GEVOLGEN ERVAN INZAKE VERSCHAFFING VAN GEGEVENS DE POLLUENTEN OPGEVOLGD IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1.Meting van de luchtkwaliteit.1.1.inleiding De internationale

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Smog in zomer van 5

Smog in zomer van 5 Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september. Voor ozon zijn er in deze periode 6 smogdagen geweest. De dagen vielen voornamelijk

Nadere informatie

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het?

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? 4 maart 2009 Peter van Breugel 2 Inhoud Waarom een meetnet in R'dam Hoe is het opgezet Wat wordt er gemeten en wat zijn de ervaringen

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie Alles wat je zou moeten weten... feiten& weetjes zit het energiecentrale REC De REC maakt van uw afval duurzame energie Omrin is koploper in het scheiden van huishoudelijk afval. Ons doel? Zo veel mogelijk

Nadere informatie

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT RAPPORT LUCHTKKWALITEIT Kerkstraat te Renswoude Gemeente Renswoude Opdrachtgever: Contactpersoon: de heer M. Wolleswinkel de heer M. Wolleswinkel Documentnummer: 20152200/C01/RK Datum: 1 oktober 2015 Opdrachtnemer:

Nadere informatie

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook. Veelgestelde vragen en antwoorden: Op de site van Omrin worden de daggemiddelde emissiegegevens van de gemeten componenten in de schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale (REC) weergegeven. Naar

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Harlingen meetresultaten november 2016 februari 2017

Luchtkwaliteit Harlingen meetresultaten november 2016 februari 2017 Luchtkwaliteit Harlingen meetresultaten november 2016 februari 2017 In opdracht van: Mw. M. Kremer Gemeente Harlingen Omgeving en Samenleving Postbus 10.000 8860 HA Harlingen Amsterdam, Auteur: D. de Jonge

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Luchtkwaliteit in Vlaanderen Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Overzicht Welke stoffen meet de VMM? Wetgevend kader Toetsing aan regelgeving Evolutie luchtkwaliteit Inzoomen op afzonderlijke

Nadere informatie

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 Bijlage(n) 1 Contactpersoon Mark van Bruggen A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Dioxine emissie oktober verspreidingsberekeningen. D. Spoelstra F. Duijm

Dioxine emissie oktober verspreidingsberekeningen. D. Spoelstra F. Duijm NOTITIE Onderwerp REC Harlingen Project Dioxine emissie oktober 2015 - verspreidingsberekeningen Opdrachtgever FUMO Projectcode LW217-12 Status Definitief Datum 22 februari 2016 Referentie LW217-12/16-003.173

Nadere informatie

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-01634 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Metingen afvaloven een farce

Metingen afvaloven een farce Metingen afvaloven een farce In 2013 werden er in Harlingen en omgeving hoge concentraties aan dioxinen gevonden in eieren van uitloopkippen van particulieren. Dit zorgde voor de nodige ongerustheid onder

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. www.utrecht.nl Milieu en Mobiliteit Expertise Milieu 030-286 00 00 Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. Resultaten van een nul-onderzoek rapport van de afdeling Expertise Milieu 11 februari 2016

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Meetresultaten MOD brand Moerdijk voor gebied van 10 tot 60 km en verder Benedenwinds met uitzondering van het bedrijventerrein

Meetresultaten MOD brand Moerdijk voor gebied van 10 tot 60 km en verder Benedenwinds met uitzondering van het bedrijventerrein Meetresultaten MOD brand Moerdijk voor gebied van 10 tot 60 km en verder Benedenwinds met uitzondering van het bedrijventerrein Rapport 609022076/2011 M. Mennen E. Schols M.H. Broekman E.M. van Putten

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en windmolens

Luchtkwaliteit en windmolens Luchtkwaliteit en windmolens Verspreidingsberekeningen van de emissies van de AVR Duiven Aart Schakel Inhoud Overzicht onderzoeken Emissies van de AVR Effecten en modellering van windmolens Resultaten

Nadere informatie

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Amsterdam, 30 mei 2013 Christine Matheeussen Overzicht 1. Welke stoffen meet de VMM? 2. Toetsing aan Europese regelgeving 3. Inzoomen op NO 2 PM 4. Besluit

Nadere informatie

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) 4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) Het gehalte vluchtige organische stoffen in de omgevingslucht wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 6 verschillende plaatsen gemeten, n.l. te Molenbeek

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat in Ossendrecht

Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat in Ossendrecht Provincie Noord-Brabant Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat in Ossendrecht Rapport 2010-0002-L-O, 1 maart 2011 Resultaten van het luchtkwaliteitonderzoek aan de Burgemeester

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide

Nadere informatie

il! IIIIIII III II Mill llll B

il! IIIIIII III II Mill llll B il! IIIIIII III II Mill llll B000011437 Evaluatie van het RIVM voorstel: Onderzoeksplan luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving. Versie 06/05/2015 Door : Stichting Toxicowatch Datum 131/05/2015 Zoals reeds

Nadere informatie

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK PROVINCIE OVERIJSSEL 24 augustus 2015 078483231:C - Definitief B03203.000003.0600 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Wet- en regelgeving luchtkwaliteit...

Nadere informatie

Binnenluchtmeting. School te Badhoevedorp

Binnenluchtmeting. School te Badhoevedorp R Briefrapport Binnenluchtmeting School te Badhoevedorp Opdrachtgever Auteur Dhr. R van Strien, GGD Amsterdam Martje Mooij Contact Martje Mooij Centrum Inspectieonderzoek, Milieucalamiteiten en Drinkwater

Nadere informatie

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016 Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016 1 MEETPLAATSEN De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft

Nadere informatie

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN WAALWAARDWONEN 30 september 2011 075989560:0.4 B01055.000230.0120 Inhoud 1 Luchtkwaliteitonderzoek 2 1.1 Inleiding 2 1.1.1 Huidige situatie

Nadere informatie

Gemeente Harlingen T.a.v. de voorzitter van de gemeenteraad Postbus HA HARLINGEN. Geachte voorzitter,

Gemeente Harlingen T.a.v. de voorzitter van de gemeenteraad Postbus HA HARLINGEN. Geachte voorzitter, Gemeente Harlingen T.a.v. de voorzitter van de gemeenteraad Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN Datum en plaats Harlingen, maandag 22 februari 2016 Referentie n.v.t. Betreft Verzoek tot interpellatie Geachte

Nadere informatie

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20165415.R02.V01 Document: 14209 Status: definitief

Nadere informatie

Onderzoek van de luchtkwaliteit op het industrieterrein Vlissingen-Oost Immissiemetingen juni tot en met oktober 2011

Onderzoek van de luchtkwaliteit op het industrieterrein Vlissingen-Oost Immissiemetingen juni tot en met oktober 2011 Onderzoek van de luchtkwaliteit op het industrieterrein Vlissingen-Oost Immissiemetingen juni tot en met oktober 2011 RIVM rapport 609025001/2012 P.P. Morgenstern E.M. van Putten M. van Bruggen E. Schols

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming

Nadere informatie

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant 2007-2013 ECN-O--14-044 augustus 2014 Auteur: Bleeker, A. ECN Environment & Energy Engineering Postbus 1 1755 ZG Petten T: +31 88 515 4130 a.bleeker@ecn.nl

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit IP/97/853 Brussel, 8 oktober 1997 Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn met nieuwe

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Vlaanderen

Luchtkwaliteit in Vlaanderen Luchtkwaliteit in Vlaanderen Luchtkwaliteit in Laakdal en Geel in 2013 DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Luchtkwaliteit in Laakdal en Geel in 2013 Samenstellers Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, VMM Dienst

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Onderzoek naar de luchtkwaliteit ter hoogte van de parkeerplaats Julianastraat te Moerdijk.

Onderzoek naar de luchtkwaliteit ter hoogte van de parkeerplaats Julianastraat te Moerdijk. Provincie Noord-Brabant Onderzoek naar de luchtkwaliteit ter hoogte van de parkeerplaats Julianastraat te Moerdijk. Rapport 2011-0003-L-O, 15 februari 2012 Resultaten van het luchtkwaliteitsonderzoek aan

Nadere informatie

Samenvatting gezondheidsenquête omwonenden

Samenvatting gezondheidsenquête omwonenden Resultaten gezondheidsonderzoek Thermphos De afgelopen jaren hebben Provincie Zeeland en de gemeenten Borsele, Middelburg en Vlissingen een toenemend aantal klachten ontvangen van mensen die nabij het

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk

Nadere informatie

Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao

Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao GGD/LO 11-1120 Meetresultaten luchtkwaliteit 2010 Curaçao Amsterdam, Maart 2011 Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM In opdracht van: De Milieudienst

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

JUBILEUM-PROJECT: BURGERMETINGEN NO 2 IN Peter van Breugel, Ed van der Gaag

JUBILEUM-PROJECT: BURGERMETINGEN NO 2 IN Peter van Breugel, Ed van der Gaag JUBILEUM-PROJECT: BURGERMETINGEN NO 2 IN 2019 Peter van Breugel, Ed van der Gaag 1 BURGERLUCHTMETINGEN NO 2 Onderwerpen: 1. Huishoudelijke mededelingen 2. Waarom doet u mee? 3. Aanleiding: een feestje!

Nadere informatie

Een gezonde omgeving in Binnenstad

Een gezonde omgeving in Binnenstad Een gezonde omgeving in Binnenstad Utrecht Gemeente en inwoners kunnen samen een gezonde leefomgeving creëren. Een gezonde leefomgeving is van belang om een gezonde leefstijl te bevorderen en risico s

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK

RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK Opdrachtgever: Gemeente Moerdijk Datum rapport: juni 2005 Projectnummer:

Nadere informatie

Dynamisch verkeersmanagement voor het verbeteren van de luchtkwaliteit

Dynamisch verkeersmanagement voor het verbeteren van de luchtkwaliteit Delft University of Technology Delft Center for Systems and Control Technical report 05-023 Dynamisch verkeersmanagement voor het verbeteren van de luchtkwaliteit A. Hegyi and B. De Schutter If you want

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch 19 april 2011 Projectnummer 264.14.50.00.00 Overzichtskaart Gemeente Utrechtse Heuvelrug, bron: Topografische Dienst I n h o

Nadere informatie

Onderzoek zware metalen op filters van het omgevingsmeetnet radioactiviteit Sloegebied

Onderzoek zware metalen op filters van het omgevingsmeetnet radioactiviteit Sloegebied Onderzoek zware metalen op filters van het omgevingsmeetnet radioactiviteit Sloegebied Leen Vermeulen Provincie Zeeland Maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Materiaal en methoden... 3 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

Fijnstof Beverwijk-west

Fijnstof Beverwijk-west GGD/LO 07-1106 Fijnstof Beverwijk-west Amsterdam, 19 juli 2007 Auteur: H.J.P. Helmink In opdracht van: Provincie Noord Holland Sector Milieu Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Auteur : H..J.P. Helmink (PV) 19-07-2007

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11472 Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20155031.R04.V01 Document: 14067 Status: definitief

Nadere informatie

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide IP/98/1049 Brussel, 2 december 1998 De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Samenvatting: resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Stuurgroep Genk-Zuid 27 juni 213 Meetplaatsen De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft informatie

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

GGDFryslan. Gemeente HARLINGEN B« I ngekomen 11 JUNI No oekadres: Hai lingertrekweg 58 Lee uwarden

GGDFryslan. Gemeente HARLINGEN B« I ngekomen 11 JUNI No oekadres: Hai lingertrekweg 58 Lee uwarden 12.001698 GGDFryslan Gemeente Harlingen Ruimtelijke ordening T.a.v. mevr. M. Kremer Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN Datum Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer E-mailadres Bijlagen

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg. 9 september 2004

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg. 9 september 2004 Wethouder van Nieuwe Gebieden en Duurzaamheid RIS119743_10-SEP-2004 drs M. Smits Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Memo Aan Contactpersoon Kopie aan Datum Ons kenmerk Onderwerp Inleiding Opzet onderzoek Emissies

Memo Aan Contactpersoon Kopie aan Datum Ons kenmerk Onderwerp Inleiding Opzet onderzoek Emissies Memo Aan Bart Jan Elders Kopie aan Contactpersoon Berend Hoekstra Datum 27 maart 2015 Onderwerp Luchtkwaliteit Parallelweg Haaksbergen Inleiding Nabij de Parallelweg in Haaksbergen vindt voorbereiding

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant, Onderzoek naar de Luchtkwaliteit te Ossendrecht

Provincie Noord-Brabant, Onderzoek naar de Luchtkwaliteit te Ossendrecht *OMWB466732* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Onderzoek naar de luchtkwaliteit te Ossendrecht, meetperiode 1 januari 2016 tot 1 januari 2017. De metingen hebben

Nadere informatie

Benzeen in lucht,

Benzeen in lucht, Indicator 12 juni 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 In opdracht van: Havenbedrijf Amsterdam N.V. M. Hooijboer afdeling Ruimte en Milieu postbus 19406 1000 GK Amsterdam Amsterdam, juni 2015 Auteur:

Nadere informatie

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Geert Pillu Adviesverlener LNE afdeling Milieuvergunningen Brugge Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Kennis

Nadere informatie

Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat te Ossendrecht en aan de Grindweg te Woensdrecht Rapport , 10 april 2014

Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat te Ossendrecht en aan de Grindweg te Woensdrecht Rapport , 10 april 2014 Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat te Ossendrecht en aan de Grindweg te Woensdrecht Rapport 13070923, 10 april 2014 Resultaten van het luchtkwaliteitonderzoek aan de Burgemeester

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur 8 februari 2016 RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur Effecten op luchtkwaliteit A12 Traject Duiven - Duitse

Nadere informatie