Hogeschool van Amsterdam. Verslag. CogniTrain bij kinderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool van Amsterdam. Verslag. CogniTrain bij kinderen"

Transcriptie

1 Hogeschool van Amsterdam Verslag CogniTrain bij kinderen Naam: N. Bottelier L. van Keulen P.F. Gelms Opleiding: Fysiotherapie Studiejaar: 3de jaars, Coach: B. Moed Opdrachtgever: J. Alberga Datum: mei

2 Inhoudsopgave Inleiding...3 Verantwoording...4 Verantwoording oefeningen...8 De link van aandoening naar voorbeeldoefeningen...8 Sensomotoriek...10 Prikkelverwerking...11 Aanleren van nieuwe motorische vaardigheden...14 Impliciet vs expliciet leren...15 Ontwikkeling van een kind...21 Ontwikkelingstheorieën...21 Ontwikkelingsfase kleuterleeftijd (4 tot 6 jaar)...26 Ontwikkeling van het tellen:...29 Ontwikkeling van het schrijven...30 Ontwikkelingsfase schoolleeftijd (6 12 jaar)...31 Ontwikkeling van een adolescent (13 tot 17 jaar):...34 Veelvoorkomende aandoeningen kinderen...37 DCD(dyspraxie) Development Coordination Disorder...37 ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)...39 ADD (Attention Deficit Disorder)...41 NLD (Non-verbal Learning Disabilities)...43 PDD-NOS...45 Overige Gedragstoornissen:...47 Logboek...49 Literatuurlijst

3 Inleiding Dit verslag is een toevoeging bij de beroepsopdracht van Nola Bottelier, Lisette van Keulen en Pauline Gelms. De beroepsopdracht zal bestaan uit een handleiding voor de gebruiker met voorbeelden, ideeën en mogelijkheden in tekst en beeld over de inzetbaarheid van CogniTrain bij kinderen. CogniTrain is door Jules Alberga en Ton de Boer ontwikkeld omdat er de behoefte was, om naast de reguliere oefentherapie, de aandacht te richten op het revalideren met dubbeltaken. CogniTrain is voor de volgende 3doelgroepen ontwikkeld; sport, kinderen en ouderen. Wij specificeren ons tot CogniTrain bij kinderen. In dit verslag staan de uitwerkingen die wij hebben gemaakt om tot ons uiteindelijke product te komen. Hier hebben wij de volgende 3 onderdelen voor uitwerkt: 1. Sensomotoriek 2. Ontwikkeling van een kind 3. Veelvoorkomende aandoeningen bij kinderen 3

4 Verantwoording Verslag De opdracht Algemene beschrijving van inzetbaarheid van CogniTrain binnen de kinderfysiotherapie. Een handleiding opstellen voor de gebruiker met voorbeelden, ideeën en mogelijkheden in tekst en beeld. CogniTrain CogniTrain richt zich op het afleiden tijdens het oefenen, zodat de concentratie zich niet meer alleen richt op de beweging zelf. Balans, trampoline, touwtjespringen, etc. wordt eerst aangeleerd tot die bewegingen goed verlopen. De volgende fase is om dezelfde opdracht te laten uitvoeren maar nu met cognitieve, of motorische dubbeltaken. Wij hebben ervoor gekozen om de volgende 3 onderdelen uit te werken: 1. Sensomotoriek 2. Ontwikkeling van een kind 3. Veelvoorkomende aandoeningen bij kinderen Wij hebben voor deze 3 onderdelen gekozen omdat wij deze kennis nodig hebben om onze opdracht goed uit te kunnen voeren. Aangezien wij ons specificeren op CogniTrain bij kinderen wilden wij eerst de normale ontwikkeling van een kind weten, wanneer leert een kind lezen, schrijven, rekenen etc. Deze informatie hebben wij nodig voordat wij oefeningen kunnen bedenken van de inzetbaarheid van CogniTrain. Bij CogniTrain voor kinderen wordt er veelal gebruik gemaakt van de dvd, met behulp van deze dvd wordt er op spelenderwijs geoefend. De handleiding die wij maken is bedoeld voor kinderfysiotherapeuten over de inzetbaarheid van CogniTrain bij kinderen, omdat de meeste kinderen die bij de fysiotherapeut komen een gedragsstoornis hebben wilden wij eerst alles over deze specifieke gedragsstoornissen te weten komen, en de andere veelvoorkomende aandoeningen waarmee een kind bij de fysiotherapeut terecht komt. Deze gedragsstoornissen zijn vaak een uitting van een verstoorde sensomotoriek, om te begrijpen waar dit precies vandaan komt en wat eraan gedaan kan worden hebben wij alles opgezocht over sensomotoriek, prikkelverwerking en het oefenen/aanleren van motorische vaardigheden. Nu wij alles weten over de sensomotoriek, de ontwikkeling van een kind en de veelvoorkomende aandoeningen bij kinderen, zijn wij competent genoeg om een handleiding met voorbeelden, ideeën en mogelijkheden op te stellen voor kinderfysiotherapeuten over CogniTrain bij kinderen. 4

5 Verantwoording Handleiding In eerste instantie hadden wij er voor gekozen de handleiding in te delen op de onderdelen die onder sensomotoriek vallen; grove motoriek, oog-handcoordinatie, evenwicht, fijne motoriek, praxis etc. (zie kopje sensomotoriek) Dit leek ons het meest overzichtelijk voor de gebruikers van CogniTrain. Op deze manier zou de gebruiker, de kinderfysiotherapeut, in de handleiding kunnen kijken specifiek naar de te trainen vaardigheid en zien hoe CogniTrain hierbij te gebruiken is. De opdrachtgevers gaven voorkeur de nadruk op het CogniTrain pakket te leggen, daarom hebben wij de indeling van de handleiding aangepast. Wij hebben deze nu gesorteerd op de producten die te vinden zijn in het kinderpakket van CogniTrain, namelijk; pittenzakken, potloden, krijtjes, ballonnen, badmutsen, touwtjes, dobbelstenen, A4 met de kleuren en cijfers, matjes van vilt, matjes van kunstleer en de tamboerijn. Ook is er een aparte dvd ontwikkeld waarop verschillende opdrachten staan welke variëren in moeilijkheidsgraad en tempo. Naast kleur- en vorm herkenning staan er op de dvd opgaven voor schrijfmotoriek en concentratie, zoals verhaaltjes met kleur en getal,woordspelletjes en puzzels. Alle producten in het kinderpakket zijn er in 9 verschillende kleuren, dit is een essentieel onderdeel van de CogniTrain omdat deze terug komen op de dvd. Ieder product is van een ander materiaal gemaakt, zodat er op de tastzin (sensomotoriek) getraind kan worden. Naast sensomotoriek kunnen met de producten meerdere vaardigheden getraind worden: cijfer en woordherkenning, kleur en vormherkenning, concentratie, ritme, geheugen, grove motoriek, fijne/schrijf motoriek, oog-handcoördinatie, evenwicht en dubbeltaken. Bij ieder product hebben wij een aantal voorbeelden bedacht hoe deze gebruikt kunnen worden, vaak in combinatie met andere producten en/of de dvd. Als er bij een oefening gebruik gemaakt wordt van de dvd geven wij aan, aan welke dvd-opgaven de fysiotherapeut kan denken. Wij hebben ervoor gekozen om in de handleiding een aantal simpele mogelijkheden kort samen te vatten, en daaronder 2 a 3 voorbeelden uit te schrijven waar een fysiotherapeut niet direct aan zal denken bij het zien van het CogniTrain pakket. De meeste kinderen die bij de kinderfysiotherapeut terecht komen hebben een verstoorde sensomotoriek, gekoppeld aan een gedragsstoornis (ADHD, ADD, NLD, PDD-NOS). Aangezien de behandeling van deze kinderen veel overeenkomsten hebben, zoals trainen op concentratieproblemen en grove en fijnemotoriek, zijn vrijwel alle oefeningen die in de handleiding staan goed toepasbaar, mits de moeilijkheidsgraad van de oefeningen wordt aangepast op het niveau van het desbetreffende kind. 5

6 Hieronder beschrijven wij welke vaardigheden er bij het desbetreffende voorbeeld (zie de handleiding) getraind wordt, dit zijn vrijwel altijd meerdere vaardigheden omdat wij oefeningen hebben bedacht waarbij er meerdere producten uit het CogniTrain pakket gebruikt worden. Pittenzakken De pittenzakjes zijn 25x12cm groot en wegen ongeveer 8 ons, er verschillende mogelijkheden met de pittenzakjes zoals werpen, neerleggen, vangen, schuiven en verplaatsen. Dit kan allemaal vrij lastig zijn omdat ze in vergelijking met de andere producten vrij zwaar zijn. De pittenzakjes worden voornamelijk gebruikt voor de oog-handcoördinatie en de grove motoriek. (gooien en vangen) Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1-3: Oog-handcoördinatie, concentratie, grove motoriek, kleurherkenning Potloden De potloden zijn driekantig (rond afgerond, ligt fijn in de hand) door de drie kanten wordt het potlood vanzelf in de goede driepuntsgreep vastgehouden en een krampachtige greep voorkomen. Hierdoor kan er goed met de schrijfmotoriek geoefend worden. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Concentratie, fijne motoriek, initiatiefname Krijtjes De krijtjes zijn van pastel, pastelkrijt is een zacht soort krijtstift waarmee op een zeer schilderachtige wijze getekend kan worden, en het krijt is goed om uit te smeren met de vingers, hierbij oefen je de tastzin. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Fijne motoriek, concentratie, tastzin, kleurherkenning, cijferherkenning, vormherkenning 2: Fijne motoriek, concentratie, kleurherkenning, tastzin Ballonnen Er zijn verschillende mogelijkheden met de ballonnen zoals slaan, vangen, en verplaatsen. De ballonnen zijn erg licht en hierdoor erg onvoorspelbaar in spelvorm, hierdoor is naast de motoriek ook het reactievermogen van het kind goed te trainen. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Kleurherkenning, oog-handcoördinatie, concentratie, grove motoriek, evenwicht 2: Oog-handcoördinatie, grove motoriek Badmutsen Er zijn veel verschillende mogelijkheden met de badmutsen namelijk: opdoen, afdoen, aan iets ophangen en iets er in doen. Kinderen vinden badmutsen vaak ook erg leuk, daardoor is de motivatie groter om iets te gaan doen. De badmutsen zijn van latex, dit is wat stroever en goed voor de tastzin. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Kleurherkenning, oog-handcoördinatie, concentratie, grove motoriek 2: Kleurherkenning, grove motoriek, grove motoriek, concentratie 3: Concentratie, tastzin, tellen 6

7 Touwtjes De touwtjes zijn 66 cm lang en vrij dun, hierdoor zijn er vele mogelijkheden met de touwtjes zoals knopen, vlechten etc., vooral de fijne motoriek kan hiermee goed geoefend worden op een speelse en leuke manier. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Kleurherkenning, vormherkenning, fijne motoriek, concentratie 2: Fijne motoriek, concentratie, kleurherkenning Dobbelstenen Een dobbelsteen is 1,5x1,5cm, dit is erg klein en kan daarom goed gebruikt worden voor de fijne motoriek. Er zijn veel verschillende mogelijkheden met de dobbelstenen namelijk: gooien, opdracht uitvoeren met het aantal ogen dat je gooit, een opdracht uitvoeren met de kleuren, stapelen. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Cijferherkenning, tellen, fijne motoriek, concentratie 2: Concentratie, geheugen, kleurherkenning 3: Fijne motoriek, cijferherkenning A4 met de kleuren en cijfers Het A4 heeft op de ene kant 9 vlakken in de kleuren van de CogniTrain en aan de andere kant 9 vlakken in de kleuren van de CogniTrain en cijfers. De gekleurde vakjes zijn 5,5x7cm. Het A4 wordt gebruikt aan een tafel een op een met de fysiotherapeut, en kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld geheugentraining. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Concentratie, geheugen, cijferherkenning Matjes van vilt De matjes zijn van vilt en 24x17cm en erg flexibel. Hierdoor zijn ze erg makkelijk te verplaatsen, op elkaar te leggen etc. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Grove motoriek, kleurherkenning, concentratie Matjes van kunstleer De matjes van kunstleer zijn 35x23,5cm en worden voornamelijk gebruikt om op de cijfermat te leggen, maar deze kunnen ook bijvoorbeeld verspreid in de zaal gelegd worden waardoor er allerlei verschillende spelletjes gedaan kunnen worden. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Cijferherkenning, balans, oog-handcoördinatie, grove motoriek 2: Kleurherkenning, oog-handcoördinatie, concentratie, grove motoriek Tamboerijn De tamboerijn is een instrument dat in de fysiotherapie gebruikt wordt om een ritme aan te geven en/of ritme te oefenen. Kinderen vinden dit vooral erg leuk. Vaardigheden die getraind worden per desbetreffend voorbeeldoefening; 1: Ritme, grove motoriek, evenwicht 2: Concentratie, evenwicht 3: Cijferherkenning, concentratie, geheugen 7

8 Verantwoording oefeningen De oefeningen die wij bedacht hebben zijn gebaseerd op de literatuur die wij gevonden hebben over de verschillende aandoeningen, sensomotoriek en de ontwikkeling van het kind. Bij elke oefening worden verschillende vaardigheden getraind, deze vaardigheden zijn belangrijk om te trainen bij de specifieke aandoeningen die zijn uitgewerkt. Die aandoeningen hebben veel overeenkomende vaardigheden die getraind moeten worden, waardoor elke oefening bij meerdere aandoeningen toegepast kan worden. De link van aandoening naar voorbeeldoefeningen In een onderzoek van N. Watemberg is bewezen dat het oefenen van de grove motoriek bij kinderen met ADHD en DCD een positief effect heeft op de ontwikkeling van de grove motoriek. De getrainde onderdelen van de grove motoriek waren: handvaardigheid, balvaardigheid en statische en dynamische balans. In de handleiding zijn er voorbeeldoefeningen te vinden van de genoemde vaardigheden. Deze hebben wij ingedeeld in fijne- en schrijfmotoriek, evenwicht, grove motoriek en oog-handcoördinatie uitgewerkt. De balvaardigheid hebben we niet uitgewerkt want er zit geen bal in het CogniTrain pakket maar daarom hebben wij het kopje oog-hand coördinatie gemaakt waarin voorbeelden zitten van gooien of vangen met een pittenzak of ballon. 1 Fijne-schrijfmotoriek Fijne- schrijfmotoriek wordt vaak getraind door schrijfoefeningen, tekenopdrachten of oefeningen met de fijne motoriek zoals knopen te oefenen. De voorbeeld oefeningen van de handleiding die hierbij gebruikt kunnen worden zijn de oefeningen met de krijtjes, potloden of touwtjes. Bijvoorbeeld de opdracht luister het verhaal op de dvd en teken het verhaal na. Hierbij word de potloodgreep geoefend, de fantasie geprikkeld en de concentratie getraind. Deze oefeningen kunnen gebruikt worden bij kinderen met gedragsstoornissen zoals ADHD of ADD. De kinderen met deze aandoeningen hebben moeite met concentreren waardoor de oefeningen vooral worden gericht op het concentreren op het verhaal. Een andere oefening waarbij de concentratie belangrijk is de oefening waarbij het kind de touwtjes in het goede figuur moet leggen. Het kind moet zich eerst concentreren op de dvd en raden welk figuur er verdwijnt en daarna moet het kind zich concentreren om het touwtje in het goede figuur neer te leggen. Een andere vaardigheid die getraind kan worden met de potloden en de krijtjes is de schrijfmotoriek. Om te beginnen kan het kind de goede greep oefenen met de krijtjes en het tekenen daarmee. Hierbij kan je de oefening schrijf met het krijt een cijfer na gebruiken en kan er daarna over gegaan worden naar een potlood. Daarbij kan je het voorbeeld schrijf het dier die je op de dvd ziet gebruiken zodat het kind niet alleen met de greep maar ook met het echte schrijven oefent. Deze oefeningen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor kinderen met NLD of DCD, deze kinderen hebben vaak een slechte pengreep of handschrift. 8

9 Grove motoriek De grove motoriek wordt in de kinderfysiotherapie veel getraind en is een groot begrip. De oefeningen die wij verzonnen hebben met grove motoriek zijn bijvoorbeeld: maak pacours door de zaal waarbij het kind moet springen over een infraroodlijn, onder een infraroodlijn door moet en een pittenzak op een mat moet gooien. Hierbij moet een kind veel verschillende grofmotorische vaardigheden laten zien. Er staan in de handleiding veel oefeningen die een beroep doen op de grove motoriek zoals: hang de pittenzakken in een klimrek en laat het kind de pittenzakken uit het klimrek halen. Ook kan de oefeningen met de cijfermat gebruikt worden, waarbij het kind op het goede cijfer moet stappen of springen. Deze oefeningen kunnen gebruikt worden voor kinderen met ADHD, DCD, NLD, PDD-NOS en nog veel meer aandoeningen waarbij de grove motoriek getraind moet worden. Oog-handcoördinatie De oog-handcoördinatie wordt in de kinderfysiotherapie vaak getraind door met een bal te gooien en te vangen. Wij gebruiken in de handleiding geen bal, maar pittenzakken en ballonnen. De voorbeeld oefeningen van de handleiding die hierbij gebruikt kunnen worden zijn de oefeningen met het gooien van de gekleurde pittenzakken, hierbij moet het kind de goede kleur pittenzak door de infraroodlijn gooien, waarna er een positief feedbacksignaal volgt. In plaats van een pittenzak kan ook gebruik gemaakt worden van een ballon, deze zijn erg licht, in vergelijking met een pittenzak, en hierdoor erg onvoorspelbaar. Hierdoor is naast de oog-handcoördinatie en concentratie ook het reactievermogen van het kind goed te trainen. Deze oefeningen kunnen gebruikt worden bij kinderen met gedragsstoornissen zoals DCD, ADHD, ADD deze richten zich dan voornamelijk op de concentratie en het reactievermogen. Ook gedragsstoornissen als NLD kunnen deze oefeningen gebruiken, omdat deze kinderen voornamelijk last hebben van ooghandcoördinatie. Evenwicht Het evenwicht wordt in de kinderfysiotherapeut veel getraind met dubbeltaken. De voorbeeld oefeningen van de handleiding die hierbij gebruikt kunnen worden is de oefening met de evenwichtsbalk. Het kind moet voet voor voet tussen deze lijnen lopen, raakt hij/zij de infraroodlijn aan volgt er een negatief feedbacksignaal. Naast de oefening met de evenwichtbalk, kan er ook een oefening gegeven worden met de tamboerijn. Laat het kind op een been staan, als het kind dit goed kan geef je als dubbeltaak het slaan op de tamboerijn. Het kind kan een ritme slaan of het cijfer dat genoemd wordt op de dvd. Vaardigheden die hierbij komen kijken zijn de concentratie en het evenwicht. Deze oefeningen kunnen gebruikt worden bij kinderen met gedragsstoornissen zoals DCD en ADD voor de concentratie en ADHD voor de concentratie en het evenwicht. 9

10 Sensomotoriek Sensomotoriek 2 Sensomotoriek is de samenwerking van sensoriek en motoriek. De sensoren van het lichaam nemen informatie waar en bevinden zich in de zintuigen. De motoriek komt tot stand door een samenwerking tussen het zenuwstelsel, de hersenen en de spieren. Sensomotoriek ontstaat door een samenspel tussen de sensoriek, de daaropvolgende sensorische integratie en de motoriek. Door te bewegen wordt het gevoel ontwikkeld en door te voelen weet je hoe je beweegt, zodat de bewegingen gecontroleerder verlopen. De sensomotorische ontwikkeling is zeer belangrijk voor de totale ontwikkeling van een kind. Door beweging leert het kind zijn eigen lichaam kennen en van daaruit de omgeving. Sensoriek 3 Onder sensoriek verstaan we de waarnemingen vanuit de verschillende zintuigen. De zintuigen ontvangen stimuli van zowel buiten, als binnen ons lichaam. De externe omgevingszintuigen, die exteroceptieve informatie geven zijn: Gehoor (auditieve systeem) Zien (visuele systeem) Tast (tactiele systeem) Smaak Reuk De interne somatosensorische zintuigen zijn: Prikkels vanuit de organen. (interoceptieve systeem) Evenwicht en oriëntatie (vestibulaire systeem) Houding- en bewegingsgevoel (proprioceptieve systeem) Sensorische integratie 4 Sensorische integratie is het geheel van waarnemen en bewegen. We nemen prikkels waar van het eigen lichaam en vanuit de omgeving via onze zintuigen. Het selecteren en onderling afstemmen van die informatie volgt, zodat het bewegen en het handelen adequaat wordt. In de sensorische integratie zijn de tast (tactiele systeem), het evenwicht (vestibulaire systeem) en het houdings- en bewegingsgevoel (proprioceptieve systeem) de belangrijkste zintuigen naast de gebruikelijke zoals zien, horen, ruiken en proeven. Het zenuwstelsel ontvangt via sensoren de vele prikkels in actiepotentialen. Deze gaan via de afferente informatiestroom, via de achterstrengen, naar de sensorische schors in het centraal zenuwstelsel. De prikkels uit één of meer sensorische systemen in de hersenen maken contact met elkaar. De toevloed van sensorische informatie in het centraal zenuwstelsel wordt onmiddellijk aangepast en uitgebalanceerd. Binnenkomende prikkels activeren sensorische receptoren (excitatie), dit stimuleert verbindingen tussen sensorische input en gedragsoutput. Inhibitie stelt de hersenen in staat nutteloze informatie te filteren en zich op datgene te richten wat op dat moment van belang is. Wanneer excitatie en inhibitie met elkaar in evenwicht zijn, kan een soepele overgang van de ene naar de andere toestand gemaakt worden. Als het centraal zenuwstelsel de prikkels efficiënt verwerkt, reageert een kind automatisch op een adaptieve 10

11 manier, die hem of haar kan helpen de omgeving te leren beheersen, tijdens spelen, leren, werken en genieten van contact met andere mensen. Motoriek 5 Motoriek zijn de bewegingen die tot stand komen door een samenwerking tussen de motorische zenuwen, het centraal zenuwstelsel, de spieren en gewrichten. Het centraal motorische neuron (CMN), geeft vanuit de motorische cortex de bewegingscommando s door via zijn axon, via de efferente zenuwbanen, door de voorhoorn van het ruggenmerg, naar het perifeer neurologisch neuron (PMN). Dit doet via zijn axon de betreffende spier contraheren. De extrapiramidale kernen, ook een onderdeel van het CMN-systeem, verzorgen de automatische en routinematige bewegingen. Het cerebellum zorgt voor de coördinatie van de motoriek van zowel de willekeurige als automatische motoriek. Sensomotorische fase 6 De ontwikkelingsfase van een kind van 0 tot 2 jaar wordt de sensomotorische fase genoemd. Waarnemen en motoriek staan in deze fase centraal. Baby s reageren op een stimuli vanuit de zintuigen met aangepast reflexmatig gedrag, zoals het zuigreflex. In de loop van deze fase gaat een kind zich steeds bewuster worden van eigen fysieke mogelijkheden en zich meer richten op zijn omgeving en wil die ook leren kennen en begrijpen door middel van kijken, voelen, proeven en grijpen. Meer hierover staat onder het kopje: ontwikkeling van het kind, Piaget. Sensomotorische retardatie Sensomotorische retardatie oftewel achterstand kan ontstaan doordat er ergens in de sensorische input, organisatie of motorische output iets mis gaat. Sommige kinderen kunnen hierdoor bijvoorbeeld hypo of hypersensitief reageren op bepaalde prikkels. Dit kan zich uiten in o.a. struikelen, dingen laten vallen, onhandigheid, houterigheid, overbeweeglijkheid, onzekerheid, faalangst, terugtrekken. Een verstandelijke retardatie gaat bijna altijd samen met een achterstand in de motoriek. Er wordt dan gesproken over een vertraagde motorische ontwikkeling. Dit betekent dat de motorische ontwikkeling hetzelfde blijft, alleen de verschillende motorische mijlpalen komen later tot stand. Verschillende signalen in de motoriek bij kinderen met een verstandelijke retardatie zijn: Verminderde alertheid Slappe spierspanning Moeilijk uit te lokken Weinig imitatiedrang Prikkelverwerking 78 Volgens A. Jean Ayres 9 richt de sensomotorische integratie zich primair op drie verschillende systemen binnen de zintuigen: 1) Het tactiele systeem 2) Het vestibulaire systeem 3) Het proprioceptieve systeem De verbindingen tussen deze systemen beginnen zich te ontwikkelen voor de geboorte. 11

12 Deze ontwikkeling blijft doorgaan naarmate een persoon opgroeit en interactie heeft met zijn/haar omgeving. Deze drie systemen staan niet alleen met elkaar in verbinding, maar zijn ook verbonden met andere systemen binnen de hersenen. Storingen in de bovengenoemde systemen kunnen leiden tot een verkeerde perceptie van exteroceptieve of interocepieve prikkels, wat leidt tot hypersensitiviteit (heel gevoelig zijn) of hyposensitiviteit (ongevoelig zijn) en kan leiden tot in zichzelf kerende isolatie, grote irritatie, afwezigheid en hyperactiviteit. Het tactiele systeem Het tactiele systeem bestaat uit twee systemen: het discriminatieve systeem (gnostische systeem). het beschermende systeem (vitale systeem) Tactiele discriminatie verwijst naar de mogelijkheid tot het onderscheiden van tastprikkels. De informatie zorgt ervoor dat het kind leert over zijn eigen lichaam en de wereld om hem heen. Kinderen met een verminderde tactiele discriminatie hebben meer moeite met het aanleren van fijnmotorische vaardigheden, omdat door het discriminatieve systeem het centraal zenuwstelsel feedback krijg om nieuwe vaardigheden zoals eten, kleden, schrijven en andere fijnmotorische vaardigheden aan te leren. Het tactiele systeem verstrekt eerder informatie over de externe omgeving (exteroceptie) dan informatie over het lichaam zelf. Bovendien, reageren de tactiele receptoren op contact dat passief op de huid voorkomt, terwijl de proprioceptieve receptoren op een spiercontractie of een gewrichtsbeweging reageert. Tactiele prikkels worden geïntegreerd met de proprioceptieve informatie op het niveau van de somatosensorische schors. Deze somatosensorische informatie zou ook kunnen bijdragen aan de planning en de uitvoering van geraffineerde bewegingen. Hoewel de aanraking geen proprioceptie is, functioneert het tactiele systeem nauw met het proprioceptieve systeem om belangrijke informatie over het lichaam te verstrekken Storingen binnen het tactiele systeem kunnen zich bijvoorbeeld uiten in: Het afwijzend reageren op aanraking Het niet willen dragen van kleren met een bepaalde textuur Het hebben van aversie tegen vieze handen Het vestibulaire systeem 10 In het binnenste van onze oren ligt het evenwichtsorgaan oftewel het vestibulaire zintuig. Het vestibulaire systeem verstrekt informatie over beweging door ruimte en invloed van de zwaartekracht op de positie van het lichaam. Een kind met problemen op vestibulair gebied kan moeilijkheden hebben met het leren schrijven. Storingen in dit systeem kunnen zich op twee manieren manifesteren: Hypersensitief voor stimulatie van het vestibulaire systeem. Deze kinderen hebben vaak angst voor snelle/ grote beweging zoals schommelen, glijden 12

13 of springen. Hyposensitief voor stimulatie van het vestibulaire systeem. Deze kinderen zijn constant op zoek naar een extreme prikkeling om hun vestibulaire systeem te stimuleren, dit doen ze door bijvoorbeeld in het rond te draaien, te springen of zwaaiende bewegingen te maken. Het proprioceptieve systeem Proprioceptie is de perceptie van gewrichts- en lichaamsbeweging en van de positie van het lichaam en de verschillende delen in de ruimte. De sensorische informatie komt vanuit de spieren en gewrichten. Als iemands propriocepsis op een goede manier functioneert, wordt de lichaamshouding automatisch gecorrigeerd in verschillende situaties. Algemene signalen die wijzen op een storing in de propriocepsis zijn: Onhandigheid vertonen De neiging hebben om te vallen Het niet bewust zijn van eigen lichaam in de ruimte Moeite hebben met het hanteren van kleine objecten zoals een knoop of rits Wijze van trainen De integratie van prikkelverwerking is te verbeteren op basis van de plasticiteit van het zenuwstelsel. Plasticiteit is een eigenschap van neurale systemen, de leerbaarheid en flexibiliteit van de functie en is daar het directe, onontkoombare en nuttige gevolg van. Een taak met een zinvol en gewenst doel induceert meer plastische veranderingen dan een zinloze of neutrale taak. Plastische veranderingen kunnen in ieder functioneel systeem optreden (Van Cranenburgh, 2004), zoals in het akoestische (horen), visuele (zien), somatosensorische (voelen) en motorische systeem (bewegen). Ieder systeem reageert op verandering van de input. Dit kunnen aan de ene kant stimulatie en oefening zijn, en aan de andere kant stoornissen en wegval. Dit betekent dat men door doelgerichte en functionele oefentherapie een bijdrage kan leveren aan een verbeterde prikkelverwerking 13

14 Aanleren van nieuwe motorische vaardigheden 11 Het aanleren van motorische vaardigheden bij kinderen verloopt in drie verschillende fases De explorerende fase De ontdekkende fase De fase van het veranderen De explorerende fase is een oriënterende fase. Het kind onderzoekt de bewegingsmogelijkheden van het lichaam en ervaart diverse aspecten van een beweging in verschillende situaties. Het bewegen wordt nog niet gecontroleerd. In de ontdekkende fase ontdekt het kind de juiste manieren van bewegen. Het kan de vaardigheid op diverse manieren uitvoeren en beter aanpassen aan de situatie. De controle over de beweging neemt toe en de coördinatie verbetert. Maar vaak is het verloop nog overdreven, gebrekkig en onnauwkeurig. In de fase van het veranderen worden de vaardigheden geautomatiseerd en gegeneraliseerd. Het kind kan de vaardigheden op verschillende manieren gebruiken en in diverse situaties toepassen. Als het kind zich in de explorerende fase bevindt, is het zinvol om bij het aanleren van een vaardigheid het kind eerst zelf te laten experimenteren. Als het kind dan in de ontdekkingsfase komt kan de therapeut de taak specifieker maken. Door dezelfde vaardigheid in verschillende situaties toe te laten passen, kan het kind in de fase van het veranderen komen. Functioneel trainen Functioneel trainen behelst het motorisch leren; het aanleren van motorische activiteiten, ook wel taken of vaardigheden. Principes voor het aanleren van motorische activiteiten: Trainen wat je wilt verbeteren; werk taak/activiteit specifiek Herhaal de activiteit, zonder dat dit ten koste gaat van de natuurlijk aanwezige variatie van de bewegingshandeling (repetition-without-repetition). Variaties op de te trainen activiteit aanbieden; de oefening veranderen, verlichten, verzwaren, andere materialen gebruiken, etc. Feedback geven op uitvoering, dit kan in verschillende vormen Cognitieve en motorische dubbeltaken aanbieden om automatisering van activiteiten te bereiken. De getrainde en aangeleerde activiteit dient ook toegepast te worden in andere situaties en contexten, buiten de trainingssituatie. Hiervoor moet er geoefend worden in verschillende contexten, uitgangshoudingen, materialen, zodat het programma zo breed mogelijk wordt opgeslagen in de hersenen. Intrinsieke motivatie en goede inzet is een meerwaarde voor het (aan)leren van een activiteit. Door middel van bovenstaande principes leert het kind een activiteit aan, maar om te voorkomen dat een kind een splintervaardigheid leert, wordt de activiteit op vele verschillende manieren geoefend. Er wordt gewerkt van enkelvoudige naar complexe activiteiten. Een kind heeft feedback nodig op zijn geleverde prestatie. Het meeste effect wordt bereikt als de terugkoppeling direct wordt gegeven na de uitvoering. 14

15 CogniTrain is ontwikkeld voor de laatste twee onderdelen van het aanleren van motorische vaardigheden: Feedback geven op de uitvoering en het aanbieden van motorische en cognitieve dubbeltaken voor de automatisering van de beweging. Door middel van de feedback-kastjes van CogniTrain kan er getraind worden met scherpe feedback. De feedbacksignalen kunnen zowel negatief als positief gebruikt worden. Naast de feedback van de feedback-kastjes kan de fysiotherapeut ook feedback geven over de uitvoering van de oefening waardoor de oefening optimaal uitgevoerd kan worden. Om de motorische activiteit te automatiseren kan er gebruik gemaakt worden van cognitieve of motorische dubbeltaken. Op de dvd van CogniTrain staan verschillende oefeningen voor cognitieve dubbeltaken, daarnaast kan er met de verschillende materialen ook een motorische dubbeltaak worden gegeven. Impliciet vs expliciet leren 12 Als we over leren spreken, dan denken we automatisch aan de schoolse, expliciete leermethode, waar door middel van instructies en regels kennis wordt overgebracht. Overigens leren mensen ook zonder de intentie om te leren, impliciet leren. Bij expliciet leren ontvangt iemand instructies en ontwikkeld strategieen om de regels van een taak te doorgronden. Deze laatste leermethode wordt gehanteerd in het onderwijs. Impliciet leren is het proces waarbij kennis van de complexe omgeving verworven wordt op een onbewuste manier. Iemand heeft dus wel de kennis om de vaardigheid adequaat uit te voeren, maar kan die kennis niet verbaal uitdrukken.een typisch voorbeeld van impliciet leren is het aanleren van de moedertaal door een klein kind, het kind begrijpt de grammaticale regels van de taal niet volledig, maar blijkt niettemin in staat om een grammaticaal correcte zin te maken. Impliciete kennis is duurzamer dan expliciete kennis, impliciet geleerde vaardigheden kunnen dus langer onthouden worden. Deze manier van leren gaat overigens wel trager. De verwerving van impliciete kennis verloopt zonder dat we ons dat bewust zijn. Jonge kinderen pikken de taal van hun omgeving vanzelf op in het sociale contact met die omgeving. Om impliciet leren uit te lokken kan er, naast de motorische vaardigheid die geoefend wordt, een cognitieve dubbeltaak gedaan worden. Op deze manier zal het werkgeheugen extra belast worden. Deze extra belasting zorgt ervoor dat er maar weinig aandacht overblijft om expliciete regels te leren dit geeft de hersenen extra capaciteit om bijvoorbeeld ook tactische principes in beschouwing te nemen. Bij expliciet leren worden bewust hypotheses getoetst, hierbij wordt het werkgeheugen belast. Het werkgeheugen stelt ons in staat tijdelijk informatie op te slaan of te manipuleren voor complexe cognitieve taken zoals het begrijpen van een taal, het (motorisch) leren en het redeneren. Expliciet leren heeft het voordeel snel en effectief te zijn. Expliciete kennis is bovendien onmisbaar om hoge prestatieniveaus te behalen bij complexe motorische taken. Het probleem met expliciet geleerde vaardigheden is dat het bewegingspatroon kan verstoord worden wanneer men specifiek gaat nadenken over hoe de beweging moet gecontroleerd worden. Deze verstoringen kunnen bijvoorbeeld optreden bij stressvolle situaties. Jonge kinderen kunnen aanvankelijk nog geen expliciete kennis verwerven. Dat leervermogen wordt gestimuleerd in het basisonderwijs en groeit met de leeftijd. 15

16 Activiteit- en participatieniveau ADL vaardigheden, zijn de vaardigheden voor de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Voor kinderen bestaat dit over het algemeen uit: Lichaamsverzorging en hygiëne, zoals zelfstandig of met hulp wassen, douchen, badgang, tandenpoetsen, haren verzorgen, aan- en uitkleden, veters strikken, toiletgang. Voeding en maaltijden, zoals eten en drinken, smeren en snijden van brood, met mes en vork eten, drinken inschenken, tafel dekken, evt. helpen met koken en voedselbereiding, boodschappen doen. Transfers en vervoer, zoals in en uit bed stappen, in en uit een stoel komen, lopen of rolstoelrijden, traplopen, stoepjes op en af stappen, fietsen, auto in en uit stappen. Schoolse vaardigheden, zoals op een stoel zitten, schrijven, rekenen, lezen, luisteren, tekenen, knippen. Sociale vaardigheden, zoals contact leggen, communiceren, samenwerken en spelen, vriendschappen aangaan, op bezoek gaan. Sport en spel activiteiten, zoals gymnastiek, rennen, huppelen, hinkelen, springen, zwemmen, fietsen, steppen, rolschaatsen, dansen, balvaardigheden. Creatieve vaardigheden, zoals knutselen, verven, muziek maken, zingen. Voor al deze dagelijkse vaardigheden is een goede sensomotoriek van belang. De vaardigheden kunnen op speelse wijze en voor de kinderen zoveel mogelijk aantrekkelijke en stimulerende wijze worden getraind. Samenwerken Voor veel kinderen met sensomotorische problemen kan samenwerken en samenspelen in het dagelijks leven moeilijk zijn, doordat ze vaak ergens minder goed in zijn dan leeftijdsgenootjes mogen ze bijvoorbeeld niet meespelen. Kinderen kunnen hierdoor onzeker en faalangstig worden en minder gaan bewegen en minder contacten aangaan of juist op negatieve wijze contact zoeken. Om samen te werken is het van belang om op elkaar af te stemmen. Samenwerken kan ook het verantwoordelijkheidsgevoel van een kind vergroten. Kinderen leren respectvol met elkaar omgaan en rekening met elkaar houden, kunnen hierdoor een onderlinge band krijgen, sociale vaardigheden vergroten en plezier ervaren in iets samen doen. Initiatiefname Initiatiefname is het nemen tot de eerste stap tot iets of ten behoeve van iets, dus uit eigen beweging actie ondernemen of in gang zetten. Voor kinderen met sensomotorische problemen, die faalangstig en onzeker zijn kan het goed zijn om te ervaren en leren dat ze zelf iets kunnen organiseren en ergens op positieve wijze invloed op uitoefenen. Tijdens fysiotherapie is het belangrijk om een veilige, geborgen sfeer met duidelijke regels te bewerkstelligen, zodat kinderen zich veilig voelen om initiatief te nemen. Hierbij is het goed ruimte te bewaren voor de eigen keus en initiatief van de kinderen. Ook door niet altijd direct een oplossing aan te dragen bij problemen, maar te kijken of de kinderen deze zelf kunnen vinden, kan eigen initiatiefname worden gestimuleerd. 16

17 Functieniveau Er zijn diverse functies nodig voor de eerder genoemde doelen op activiteiten- en participatie niveau. De meest voorkomende doelen op functieniveau, zoals grove en fijne motoriek, praxis, oog- handcoördinatie, evenwicht, lateralisatie, ruimtelijke oriëntatie en concentratie worden hieronder omschreven. Bij elk onderdeel zullen we kort ingaan op het doel op functieniveau zelf, het verband met het sensomotoriek programma en hoe je dit kunt trainen. Grove motoriek Onder grove motoriek wordt het volgende verstaan: grote, grove bewegingen die je met je lichaam maakt. De functies tonus, kracht, coördinatie, praxis, proprioceptie zijn nodig om grove motoriek goed uit te voeren. Iemand die de grove motoriek niet voldoende beheerst: is onhandig valt veel heeft moeite met evenwicht bewaren, heeft houterige en ongecontroleerde bewegingen loopt vaakt tegen obstakels op Het trainen van grove motoriek kan het beste gedaan worden door functioneel te trainen. Dit houdt in die activiteiten te oefenen waar een kind ook daadwerkelijk problemen mee heeft. Dit kan bijvoorbeeld lopen, rennen of springen zijn. Bij het trainen van een activiteit moeten er variaties aangeboden worden, de activiteit herhaald worden en feedback op de uitvoering gegeven worden. De feedback kan gegeven worden doormiddel van de feedback-kastjes van CogniTrain en feedback van de therapeut. Om de handeling te automatiseren kan er gebruikt worden gemaakt van cognitieve afleiding op de dvd van CogniTrain. Fijne motoriek Fijne motoriek is het gebruik van de handen en vingers voor kleine bewegingen, het grijpen en manipuleren van een voorwerp. Fijne motoriek gaat samen met het kijken en onderzoeken met de ogen (zie hiervoor verder oog-hand coördinatie). Kinderen met een minder ontwikkelde fijne motoriek hebben moeite met het vasthouden van een pen hebben een slordig schrift. Andere vaardigheden waar ze problemen mee kunnen hebben zijn: knippen, veters strikken, knoopjes dichtmaken, eten met mes en vork, etc. Problemen in fijne motoriek kan zich uiten in het associatief bewegen, dit houdt in dat een kind niet vrij kan bewegen zonder dat het meebewegingen in andere lichaamsdelen oproept. Bij de fijne motoriek kan dit zijn; tong uit de mond tijdens schrijven, lippen samen knijpen, meebewegen andere hand, etc. 17

18 In het CogniTrain pakket zitten verschillende materialen waarbij de fijne motoriek getraind kan worden: Potloden, krijtjes, touwtjes en dobbelstenen. De schrijfmotoriek kan getraind worden door het kind met het potlood te laten schrijven of tekenen maar ook door met het krijt figuren natekenen. Met de touwtjes kunnen verschillende vaardigheden geoefend worden zoals knopen, strikken en vlechten, maar bijvoorbeeld ook figuren naleggen met de touwtjes, hierbij is concentratie en geduld ook erg belangrijk. Praxis Praxis oftewel praxie is het geheel van plannen en handelen, dus het vermogen om doelgerichte handelingen te plannen en uit te voeren. Het is een functie die een individu in staat stelt zich aan te passen aan een onbekende handeling en deze handeling zich eigen te maken, totdat deze automatisch wordt. Tactiele, proprioceptieve en vestibulaire prikkelverwerking zorgen voor een terugkoppeling van het resultaat en dragen zo bij aan de praxis. Een defect van de praxis wordt apraxie genoemd, apraxie is het onvermogen om doelgerichte handelingen te plannen en uit te voeren. Een kind met apraxie maakt vaak slecht geplande bewegingen beweegt langzaam en inefficiënt. maakt bijna geen plan, weet niet goed wat te doen met speelgoed onhandigheid (zoals knoeien), kleine ongelukjes kleine verwondingen. snel gefrustreerd Het is belangrijk dat de praxis op een speelse en leuke manier getraind wordt. Door de dvd opgave worden de oefeningen al een stuk aantrekkelijker voor een kind. Met alle materialen van de CogniTrain kan er een soort pacours gemaakt worden waarbij er verschillende handelingen achter elkaar gemaakt moeten worden en het plannen en uitvoeren van de handeling wordt geoefend. Voorbeeld van een pacours: Het kind begint op een stoel met de pittenzakken naast zich. Op de dvd opgave word een kleur genoemt, het kind moet de genoemde kleur pittenzak pakken, opstaan, over een laag geplaatste infraroodlijn springen en de pittenzak oph het kunstleren matje van dezelfde kleur leggen. Oog-handcoördinatie De oog-hand coördinatie is de samenwerking tussen oog en hand waarbij de ogen de handen controleren (visuele controle) en de handen bijgestuurd worden. De waargenomen visuele prikkels uit de buitenwereld worden in de hersenen verwerkt, vastgelegd en omgezet tot gericht handelen. De ogen sturen het lichaam aan tot gericht handelen. In de hersenen het gebied, de premotor cortex, dat neuronen van de ogen, arm, schouder, nek en gezicht bevat. Hier vindt een korte verbinding plaats tussen oog en hand. De volgende onderdelen gaan vooraf aan een goed werkende oog-handcoordinatie: zien (zintuig), begrijpen (cognitie), reiken (grove motoriek), grijpen en manipuleren (fijne motoriek). Ook hoofdbalans en ruimtelijke oriëntatie (afstand waarnemen en kunnen inschatten) zijn voorwaarden voor de 18

19 oog-hand coördinatie. De oog-hand coördinatie begint meestal bij de ogen. Pas rond het 6e of 7e jaar is er een goede samenwerking tussen ogen en handen. Er zijn verschillende materialen in CogniTrain waarmee de oog-handcoördinatie te trainen is. Bijvoorbeeld de pittenzakken, je kan het kind de pittenzakken op de cijfermat laten gooien. Je kan met de verschillende materialen de oefeningen makkelijker of moeilijker maken. De feedback-kastjes kunnen hoog op palen geplaatst worden waarbij de opdracht is gooi het pittenzakje over de lijn heen, heeft het kind dit onder de knie kan het pittenzakje ingeruild worden voor de ballon deze maakt een hele andere beweging en vergt een andere manier van gooien van het kind. Evenwicht Evenwicht is het in balans blijven door middel van vestibulaire en kinetische feedback, ondanks evenwichtsverstorende krachten. Voor zowel het statisch als dynamisch evenwicht is dus goede werking van het vestibulair-proprioceptief systeem noodzakelijk. Vestibulaire receptoren, ook wel speciële proprioceptie genoemd, zijn de semi-circulaire kanalen, de utriculus en sacullus, allen gelegen in het binnenoor. Deze worden gestimuleerd door bewegingen van het hoofd en door de zwaartekracht. Dysfunctie wordt meestal veroorzaakt door een verminderde registratie van de vestibulaire informatie of door modulatieproblemen, zoals een te hoog of laag arousal ten aanzien van de zwaartekracht en beweging. Het evenwicht is zeer belangrijk voor de meeste grofmotorische bewegingspatronen, zoals kruipen, lopen, springen, hinkelen, fietsen, klimmen, schommelen. Door een dysfunctie kan een hypersensitiviteit of hyposenstiviteit ontstaan. Lateralisatie Lateralisatie is de ongelijkheid van de linker en rechter helft van het lichaam, in engere zin de mate waarin psychische functies in overwegende mate door een van beide hersenhelften worden vervuld. De lateralisatie is de fase in de neuromotorische ontwikkeling waarbij de linker- of rechterhersenhelft zijn dominantie krijgt. Voordat een kind gaat kruipen, beweegt het vaak in symmetrische bewegingen. Bij het kruipen, moet het kind de ledematen omstebeurt gebruiken. Dit is het begin van de lateralisatie. Vanaf zes jaar ontwikkelt zich een samenwerking tussen beide handen met een zekere "taakverdeling"; de ene hand voert uit, de andere assisteert. De voorkeurhand-voet gaat steeds meer de handeling uitvoeren. Na de lateralisatiefase is de rechter- of linkerdominantie duidelijk. Ruimtelijke oriëntatie 13 Ruimtelijke oriëntatie is het bepalen van positie, richting en afstand in de werkelijke ruimte, de verkleinde ruimte, de afgebeelde ruimte en de abstracte ruimte. Vanuit het eigen lichaam leert het kind de ruimte kennen, het kind ontdekt relaties tussen objecten in de ruimte en vervolgens leert het kind relaties te leggen in het platte vlak. De theorie van Piaget zegt dat de ontwikkeling van de waarneming van de ruimte, in feite betrekking heeft op de ontwikkeling van de respresentatie van de ruimte. Evenals Piagets 19

20 opvattingen over het ontstaan van de mentale representatie in het algemeen, ligt de representatie van de ruimte volgens hem niet direct in het verlengde van de waarneming. De representatie van de ruimte wordt geconstructueerd op basis van ervaringen, opgedaan door adaptieve sensomotorische handelingen. Concentratie Concentratie is het richten van de aandacht op één punt. Het richten en onderhouden van aandacht is essentieel voor het verrichten van een taak of handeling in wat voor vorm dan ook, en daarbij in staat zijn nietrelevante prikkels te weren. Zonder aandacht zou het functioneren veel moeilijker worden. Het vermogen om snel en bewust te reageren op prikkels wordt hierdoor ook bemoeilijkt. Over het algemeen zijn kinderen minder in staat de aandacht op iets vast te houden dan volwassenen. Er zijn aandachtsmechanismen nodig als gevolg van een geringe capaciteit het informatieverwerkend systeem in de hersenen. Aandacht kan onderverdeeld worden in drie soorten: Gerichte aandacht, volgehouden aandacht en verdeelde aandacht; Aandacht wordt gereguleerd in een complex cerebraal systeem, bestaande uit de frontale en parietale schors, gedeelten van het limbische systeem en de formatio reticularis van de hersenstam.het complexe systeem kan bij kinderen ontregeld raken, waardoor het kind een concentratiestoornis ontwikkeld. Concentratiestoornissen leiden tot een verhoogde afleidbaarheid hyperkinesie of hypokinesie. Een verhoogde afleidbaarheid komt doordat deze kinderen niet over het vermogen beschikken prikkels af te weren. Kinderen met hyperkinesie of hyperactiviteit reguleren en remmen het uitvoerende motorische deel onvoldoende af. Zij hebben een stoornis van de activatietoestand. Kinderen met hypokinesie of hypoactiviteit hebben onvoldoende aandrift tot het onderhouden van de aandacht. Zij dromen weg, hun handelingen verzanden in het niets, ze zijn ongemotiveerd. De beste trainingsmethode lijkt praktische vaardigheden te oefenen d.m.v. een combinatie van gerichte aandachtstraining, strategietraining en gedragsmatige aanpak. Op de dvd van CogniTrain staan verschillende oefeningen waarbij concentratie van belang is, Omdat de kinderen een dvd mogen kijken word het meteen leuker om te trainen. Daarbij kan ook een motorische opdracht worden gegeven om de oefeningen aantrekkelijk te blijven maken. 20

21 Ontwikkeling van een kind Ontwikkelingstheorieën 14 De complexiteit van de menselijke ontwikkeling blijkt uit het feit dat er geen vaste theorie is die op een geldige manier alle ontwikkelingsfenomenen verklaart. Hier onder een aantal motorische ontwikkelingstheorieën: Neurale rijpingstheorie van Gesell en McGraw Cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget Motorprogrammatheorie van Schmidt Ecologisch-dynamische beandering Verschillen tussen deze theorieën De wijze waarop individu, omgevingen taakgebonden factoren invloed op elkaar uitoefenen gedurende het ontwikkelingsproces. Rijpingstheorie: invloed van omgeving en taak minimaal Cognitieve benadering: motorische ontwikkeling afhankelijk van ontwikkeling cognitieve structuren; ontwikkeling van nieuwe motorische programma s is afhankelijk van bewegingservaring Ecologisch-dynamische benadering: individu, omgeving en taak beïnvloeden elkaar wederzijds en continu en de ontwikkeling is een niet-lineair dynamisch proces dat niet volledig voorspelbaar is en dat niet eenzijdig wordt gedetermineerd door neurale rijping of cognitieve factoren Wij hebben gekozen om de cognitieve benaderingswijze van Piaget te hanteren. Dit omdat deze theorie het meest gebruikt wordt in de literatuur en het meest over bekend is. 21

22 15 16 Cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget Motorische ontwikkeling is afhankelijk van de ontwikkeling van cognitieve structuren (schema s of moto rprogramma s). Wederkerige interactie tussen individu en omgeving. Opdoen van bewegingservaring is voorwaarde voor latere cognitieve ontwikkeling. Kennis is niet het passief opslaan van informatie, maar het resultaat van een interactief proces. Ontwikkeling is zelfregulerend aanpassingsproces (adaptatie) aan veranderingen in de omgeving. Accommodatie (aanpassing) en assimilatie (interpreteren en vastleggen van nieuwe informatie) leidt tot de vorming van nieuwe cognitieve structuren. Piaget beschreef diverse stadia van cognitieve ontwikkeling. De volgorde van deze stadia ligt vast, maar de snelheid waarmee de stadia doorlopen worden, varieert per individu en cultuur De sensomotorische periode (0-2 jaar): De sensomotorische periode is onderverdeeld in zes substadia. Deze periode wordt zo genoemd, omdat in deze periode de nadruk van het cognitief functioneren op de motorische reacties op sensorische input ligt. Door interactie met de omgeving worden vroege schema s geadapteerd aan een nieuwe en meer complexere situaties. Reflexen (0-1 maand) Primaire circulaire reacties (1-4 maanden) In dit stadium gaat het kind gedrag vertonen dat een interessant of plezierig effect heeft en dat herhaald gaat worden. De eerste keer dat zo n handeling effect heeft is toevallig, maar daarna kan het kind de eerdere beweging doelgericht te gaan maken om het gewenste effect te krijgen. Secundaire circulaire reacties (4 tot 8 maanden) In dit stadium ervaren baby s wat de effecten zijn van hun handelen op de omgeving buiten het eigen lichaam. In it stadium gaat de baby proberen om dat wat eerst bij toeval gebeurde doelbewust voor elkaar te krijgen. Coördinatie van de secundaire schema s (8 tot 12 maanden) In dit stadium komt gedrag naar voren dat niet in eerste instantie op toeval berust en daarna herhaald wordt zoals in de vorige stadia. Tertiaire circulatie reacties (12 tot 18 maanden) In dit stadium laat het kind het niet bij simpele herhalingen van gedrag dat interessante consequenties heeft. Het kind begint te experimenteren en zelf variaties aan te brengen in het omgaan met voorwerpen. Hierdoor ontdekt het kind oorzaak en gevolg relaties. Het eerste denken (18 tot 24 maanden) In deze fase kan het kind voor het eerst een probleem in gedachten oplossen in plaats 22

Sensorische informatieverwerking

Sensorische informatieverwerking Sensorische informatieverwerking Algemeen De zintuigen spelen in de ontwikkeling een grote rol. Ieder mens ontvangt door middel van zijn zintuigen informatie over de buitenwereld en over het eigen lichaam.

Nadere informatie

Fysiotherapie voor kinderen. Afdeling Fysiotherapie

Fysiotherapie voor kinderen. Afdeling Fysiotherapie 00 Fysiotherapie voor kinderen Afdeling Fysiotherapie 1 Spelenderwijs ontwikkelen kinderen hun zintuigen en motoriek. Meestal gaat dat goed en bijna ongemerkt. Maar bij sommige kinderen duurt het langer

Nadere informatie

Motorische ontwikkeling bij kinderen. Erika Velders Kinderfysiotherapeut 1 e lijn Docent Opleiding kinderfysiotherapie

Motorische ontwikkeling bij kinderen. Erika Velders Kinderfysiotherapeut 1 e lijn Docent Opleiding kinderfysiotherapie Motorische ontwikkeling bij kinderen Erika Velders Kinderfysiotherapeut 1 e lijn Docent Opleiding kinderfysiotherapie Motorische ontwikkeling bij kinderen? Mijlpalen Motometrisch Kwantiteit Gebaseerd op

Nadere informatie

Sensorische Integratie. Betere interactie met jezelf en omgeving door juiste waarneming én beweging. www.stichtingnovo.nl

Sensorische Integratie. Betere interactie met jezelf en omgeving door juiste waarneming én beweging. www.stichtingnovo.nl Sensorische Integratie Betere interactie met jezelf en omgeving door juiste waarneming én beweging www.stichtingnovo.nl Inleiding Deze folder is bedoeld voor ouders, verzorgers en begeleiders van mensen

Nadere informatie

Overprikkeling bij NAH en het ASITT-protocol

Overprikkeling bij NAH en het ASITT-protocol Overprikkeling bij NAH en het ASITT-protocol Marinka Jansen, ergotherapeut Ergotherapie Gouda Hoofddocent post hbo cursus sensorische integratie bij volwassen (ASITT) Inhoud van de presentatie Definitie

Nadere informatie

Doel. Programma. NAH symposium workshop balans. Plaats van balans binnen de ICF. Meetinstrument: CTSIB 10-11-2015

Doel. Programma. NAH symposium workshop balans. Plaats van balans binnen de ICF. Meetinstrument: CTSIB 10-11-2015 NAH symposium workshop balans Doel Ilse Oosterom & Myrthe Schwartz 13 oktober 2015 Bewustwording van complexiteit van balansproblemen bij jongeren met NAH en de gevolgen middels ervaren en casuïstiek Programma

Nadere informatie

ZIN IN ZINTUIGEN? Marjon Kat, ergotherapeut

ZIN IN ZINTUIGEN? Marjon Kat, ergotherapeut ZIN IN ZINTUIGEN? Marjon Kat, ergotherapeut Zin in zintuigen Waarnemen Sensomotorische informatieverwerking Ervaren De zintuigen Alertheid Verstoorde informatieverwerking Het kind met syndroom van down

Nadere informatie

Schrijven. cognitief. neurologisch. Onderwijskundig

Schrijven. cognitief. neurologisch. Onderwijskundig Schrijven cognitief neurologisch Onderwijskundig Ontwikkeling van het handschrift wordt door zowel cognitieve- als motorische factoren beïnvloed en uiteraard de manier waarop het handschrift (op school)

Nadere informatie

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Oefentherapie Cesar kan uitkomst bieden Auteurs: Mignon Biesta Detti Steeman Het verschil zit hem in het aanbieden van de oefenstof De

Nadere informatie

FUNCTIES. Mentale functies gerelateerd aan motoriek

FUNCTIES. Mentale functies gerelateerd aan motoriek Bijlage 5: overzicht functies en anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie relevant bij ICF-classificatie casus motorisch probleem of stoornis Nederlandse vertaling van de International Classification

Nadere informatie

SI bij SMs ontwikkeling

SI bij SMs ontwikkeling SI bij SMs ontwikkeling De zintuigen. 1) Ruiken, olfactorisch 2) Zien, visuele systeem 3) Horen, auditieve systeem 4) Proeven, gustatorisch 5) Voelen, tactiele systeem 6) Evenwichtorgaan, vestibulaire

Nadere informatie

Naar het eerste leerjaar

Naar het eerste leerjaar Naar het eerste leerjaar Overgang eerste leerjaar We kijken eerder naar het ontwikkelingsniveau van uw kind dan naar de leeftijd en proberen het zo een stukje verder te brengen in zijn ontwikkeling. De

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra Gastles 17 september 2009 van Theorie naar Praktijk De SI-behandeling Door Theone Kampstra Wie is Theone Bewegingswetenschappen 1992-1997 Ergotherapie 1997-1999 Sensorische Integratie opleiding 2000 Werkzaam

Nadere informatie

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs!

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs! 17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs! Waarom het Beweegdiploma? In de leeftijd van 2 tot en met

Nadere informatie

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift Ouderinformatiebrief: Motorische schrijfproblemen & kinderfysiotherapie Het belang van Schrijven is een manier om te communiceren en om je creatief te uiten. Daarom is belangrijk in de ontwikkeling van

Nadere informatie

Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar

Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar Deze checklist is bedoeld voor leerkrachten en intern begeleiders van basisscholen. Het doel van deze vragenlijst is om te inventariseren wat

Nadere informatie

Billenschuiver Wat is nu eigenlijk een billenschuiver?? Vormen: Kenmerken die veelvuldig voorkomen bij billenschuivers.

Billenschuiver Wat is nu eigenlijk een billenschuiver?? Vormen: Kenmerken die veelvuldig voorkomen bij billenschuivers. Billenschuiver Op advies vanuit het consultatiebureau of uit eigen initiatief bent u in contact gekomen met een kinderfysiotherapeut omdat uw kind billen schuift. Tijdens de behandeling bij kinderen die

Nadere informatie

Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING

Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING Observatie Beperkingen komen vaak voor bij volgende motorische activiteiten: Transfers Houding Reiken en grijpen Balans Stappen

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling

Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling Syntheseblad Zijn er op vlak van de motorische ontwikkeling aanwijzingen voor o Leeftijdsadequaat functioneren o Een

Nadere informatie

Roxanne van der Star Aline Ham

Roxanne van der Star Aline Ham Sensorische integratie bij Jongeren na hersenschudding Roxanne van der Star Aline Ham Inhoud presentatie Wat is sensorische integratie (SI) Hoe ontstaan SI klachten Hoe uiten SI klachten zich in de verschillende

Nadere informatie

DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN

DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN Een relatief duurzame verandering in perceptueel-motorische vaardigheden als gevolg van oefening. (Beek, 2010) 3 FEBRUARI 2016 SJOERD HOEK 333203, SIMONE

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren SCHRIJVEN Doel workshop Soorten schrijfproblemen Handvatten om het schrijven te verbeteren Definitie van schrijven Schrijven is het op papier zetten van een boodschap Motorische vaardigheid Communicatiemiddel

Nadere informatie

Het sensomotoriek programma. Handleiding, onderbouwing en verantwoording

Het sensomotoriek programma. Handleiding, onderbouwing en verantwoording Het sensomotoriek programma Handleiding, onderbouwing en verantwoording Beroepsopdracht: Externe opdracht nr. 2007-II-17-sensomotoriek Opleiding: Fysiotherapie ASHP Opdrachtgever: Heliomare revalidatiecentrum,

Nadere informatie

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van Richtlijn Cognitieve revalidatie Niveau A (1) Het is aangetoond dat.. Aandacht Het is aangetoond dat aandachtstraining gedurende de eerste 6 weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen

Nadere informatie

PROBLEEMGEBIED ETEN EN DRINKEN. ZORGPLANNEN INDELING SENSOMOTORIEK Mond Hoofd / Romp Arm / Hand Cognitief

PROBLEEMGEBIED ETEN EN DRINKEN. ZORGPLANNEN INDELING SENSOMOTORIEK Mond Hoofd / Romp Arm / Hand Cognitief INHOUD ZORGPLANNEN INDELING SENSOMOTORIEK Mond Hoofd / Romp Arm / Hand Cognitief INTERVENTIEBESCHRIJVINGEN Eten en drinken met mondcontrole met veel facilitatie Eten en drinken met mondcontrole met gemiddelde

Nadere informatie

Even voorstellen; Cor Reusen; - fysiotherapeut s Heerenloo - consulent SI voor CCE - docent SI bij estasi-training

Even voorstellen; Cor Reusen; - fysiotherapeut s Heerenloo - consulent SI voor CCE - docent SI bij estasi-training Even voorstellen; Cor Reusen; - fysiotherapeut s Heerenloo - consulent SI voor CCE - docent SI bij estasi-training Even voorstellen; Marlèn Lemmens; - Logopedist - Consulent Expertisecentrum Doofblindheid

Nadere informatie

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016 MOTORISCHE ONTWIKKELING Wat heb je met de kleine motoriek? Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek Breda 2 februari 2016 Hans Stroes Voorkennis? Hoe volg jij de kleinmotorische ontwikkeling? En

Nadere informatie

Acties / Werkwoorden

Acties / Werkwoorden Acties / Werkwoorden Voor er gestart kan worden met onderstaand programma, moet het kind aan de volgende voorwaarden voldoen: Het kind kan 50 objecten benoemen en op verzoek selecteren. Het kind kan 10

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Lieven Coppens Vooraf De ontwikkeling van een kind verloopt op verschillende domeinen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen

Nadere informatie

Problemen in de prikkelverwerking op school. Aranka Altena Onderwijskundig Begeleider LWOE

Problemen in de prikkelverwerking op school. Aranka Altena Onderwijskundig Begeleider LWOE Problemen in de prikkelverwerking op school Aranka Altena Onderwijskundig Begeleider LWOE Doel workshop Informatie geven vanuit de fysiotherapie over prikkelverwerking Voorbeelden vanuit de praktijk kort

Nadere informatie

Zo wordt. tafels leren leuk!

Zo wordt. tafels leren leuk! Zo wordt tafels leren leuk! Tafels automatiseren Kinderen vinden het vaak lastig om tafels te automatiseren. Automatiseren heet ook wel inoefenen. Bij automatiseren oefent een kind om kennis of vaardigheden

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder Schrijven, met bestek eten, een bal vangen, een logisch verhaal vertellen of huiswerkopdrachten uitvoeren.

Nadere informatie

Waar dyslexie precies vandaan komt, kun je bij de oorzaak van dyslexie lezen.

Waar dyslexie precies vandaan komt, kun je bij de oorzaak van dyslexie lezen. Wat is dyslexie? Dat zoeken we op! Van Dale zegt het volgende: Of dyslexie hetzelfde is als woordblindheid, valt te betwisten (zie kopje dyslexie of woordblind? ), maar moeite met lezen, schrijven en spellen

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Drukke kinderen en storend gedrag Prikkelverwerking in het kort

Drukke kinderen en storend gedrag Prikkelverwerking in het kort Drukke kinderen en storend gedrag Prikkelverwerking in het kort Niet kunnen ophouden met praten Potloden en/of krijtjes breken Extreem veel gapen Schoenen uittrekken De oren bedekken Wapperen met de armen

Nadere informatie

Wat is een normale ontwikkeling?

Wat is een normale ontwikkeling? Wat is een normale ontwikkeling? Van een normale ontwikkeling is sprake als een kind alle fasen doorloopt naar de volwassenheid op het gebied van fijne en grove motoriek, groei, sociale emotionele vaardigheden

Nadere informatie

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Pedagogisch Beleidsplan 1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat

Nadere informatie

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF)

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) FUNCTIES Hoofdstuk 1 Mentale functies Algemene mentale functies. Bewustzijn Oriëntatie Intellectuele functies Globale

Nadere informatie

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en Peuters spelender wijs! Een praktische verdiepingscursus voor pedagogisch medewerkers in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De ontwikkeling van jonge kinderen gaat snel. Ze zijn altijd op ontdekkingstocht

Nadere informatie

A. Algemeen. B. Functioneel. C. Schools. D. Tips. E. Interventie

A. Algemeen. B. Functioneel. C. Schools. D. Tips. E. Interventie kinesitherapie A. Algemeen B. Functioneel C. Schools D. Tips E. Interventie A. Algemeen Grof motorisch bewegen vertrekt vanuit het eigen lichaam, maar vraagt ook heel wat organisatie in ruimte en tijd

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie bij DCDproblematiek. jaar

Poliklinische revalidatie bij DCDproblematiek. jaar Poliklinische revalidatie bij DCDproblematiek bij kinderen van 4 tot 12 jaar Inleiding Stil zitten, veters strikken, schrijven, met bestek eten of een bal vangen. Dit zijn een aantal activiteiten waarvan

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar

Op stap naar het 1 e leerjaar Op stap naar het 1 e leerjaar Schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Zwevegem, 26 november 2009 Lieven Coppens Inleiding Uit de kindermond Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet

Nadere informatie

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 Het zenuwstelsel De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen in je lichaam vormen samen het zenuwstelsel.

Nadere informatie

Executieve functies ontwikkelen met denkspellen.

Executieve functies ontwikkelen met denkspellen. Executieve functies ontwikkelen met denkspellen. Heeft uw leerling moeite met plannen en organiseren? Is hij zijn huiswerk weer eens vergeten of kwijt? Kan hij moeilijk aan een taak beginnen maar nog moeilijker

Nadere informatie

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil!

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil! Cerebrale Visuele Stoornissen Weet bij jij kinderen wat ik zie? Weet jij wat ik zie? Jij maakt het verschil! Studiedag Carantegroep 20-05-2011 Even voorstellen Marieke Steendam ergotherapeut VVB-team Koninklijke

Nadere informatie

Leeswijzer individueel rapport KIJK! 0-4 jaar voor ouders

Leeswijzer individueel rapport KIJK! 0-4 jaar voor ouders Het individuele rapport geeft u een beeld van de totale ontwikkeling van uw kind. De vaste pedagogisch medewerkers van uw kind hebben een half jaar observaties bijgehouden. Deze observaties zijn verwerkt

Nadere informatie

Sensorische integratie. Anja Baeyens en Ines Devulder Comfortzorgconsulenten Care Comfort Studiedag 2 februari 2017

Sensorische integratie. Anja Baeyens en Ines Devulder Comfortzorgconsulenten Care Comfort Studiedag 2 februari 2017 Sensorische integratie Anja Baeyens en Ines Devulder Comfortzorgconsulenten Care Comfort Studiedag 2 februari 2017 Overzicht Sensorische integratie Theorie van sensorischeintegratie Zintuigen en hun belang

Nadere informatie

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen!

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Gedrag in de klas Labelen ASS en ADHD, waar denk je aan? Geef me de Vijf (Colette de Bruin) De methode heeft als uitgangspunt dat mensen met een autistische

Nadere informatie

Informatie boekje CO-OP benadering

Informatie boekje CO-OP benadering Informatie boekje CO-OP benadering Cognitive Orientation to daily Occupational Performance Heerlen, 2013 Dit informatieboekje is tot stand gekomen op vraag van therapeuten, ouders, partners en andere betrokkenen.

Nadere informatie

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden. Onlangs is uw kind gezien in het observatieteam en is de diagnose DCD gesteld. In deze folder leest u wat DCD is, wat de behandeling bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch inhoudt en hoe

Nadere informatie

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen

Nadere informatie

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP 15-03-2013 Inhoud Het neuropsychologisch denkkader De schoolsetting Ter ondersteuning bij het kind met

Nadere informatie

Kinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren

Kinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren Kinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren Afdeling fysiotherapie Omdat uw kindje prematuur en/of dysmatuur is geboren is er een kans dat de motorische ontwikkeling vertraagd of afwijkend verloopt. Om die

Nadere informatie

Adviesrapport Toolbox Joop Westerweel

Adviesrapport Toolbox Joop Westerweel Adviesrapport Toolbox Joop Westerweel Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam Naam studenten: Naam coach: Naam opdrachtgever: Renske de Jongh & Sven van Veenendaal Bart Brouwer Else Oostendorp, namens

Nadere informatie

10/10/2014 ZIEKTE VAN PARKINSON. Ziekte van Parkinson. Inhoud. De ziekte van Parkinson. Ergotherapeutische behandeling van Parkinsonpatiënten

10/10/2014 ZIEKTE VAN PARKINSON. Ziekte van Parkinson. Inhoud. De ziekte van Parkinson. Ergotherapeutische behandeling van Parkinsonpatiënten ZIEKTE VAN PARKINSON ERGOTHERAPIE BIJ DE ZIEKTE VAN PARKINSON 1 Inhoud De ziekte van Parkinson van Parkinsonpatiënten Algemene behandeling Concrete voorbeelden 2 Ziekte van Parkinson 3 1 Ziekte van Parkinson

Nadere informatie

Als zijn oren ervoor zorgen dat de leerling wel móet gaan wiebelen

Als zijn oren ervoor zorgen dat de leerling wel móet gaan wiebelen Als Normaal Anders Is - Kansen en keuzes 13 Januari 2014 Als zijn oren ervoor zorgen dat de leerling wel móet gaan wiebelen 11.30 en 13.45 Door Monique Thoonsen fysiotherapeut/pedagoog/trainer Waar gaan

Nadere informatie

KANS OP SLAGEN. Definitie van probleemgedrag. Autisme en Probleemgedrag. Steven Degrieck. 14 juni 2012. Definitie van probleemgedrag

KANS OP SLAGEN. Definitie van probleemgedrag. Autisme en Probleemgedrag. Steven Degrieck. 14 juni 2012. Definitie van probleemgedrag KANS OP SLAGEN Definitie van probleemgedrag Autisme en Probleemgedrag Steven Degrieck 14 juni 2012 Altijd een sociale definitie (normen; omgeving) Gevaar voor persoon zelf, gevaar voor omgeving of belemmert

Nadere informatie

Het motorisch onhandige kind

Het motorisch onhandige kind Workshop Het motorisch onhandige kind Signalering en doorverwijzing door de leerkracht 01-10-2014 Ester Litjens, Ergotherapeute Pia Hoezen, Kinderfysiotherapeute (Master Pediatric Physical Therapy MPPT)

Nadere informatie

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang.

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Aandacht stoornissen ADD Attention Deficit Disorder (letterlijk: aandacht tekort stoornis) - Een vorm van ADHD

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Max geeft aan dat hij vaak verkouden is. Zijn verkoudheid heeft invloed op zijn smaak en reuk vermogen. Verder zijn er geen bijzonderheden.

Max geeft aan dat hij vaak verkouden is. Zijn verkoudheid heeft invloed op zijn smaak en reuk vermogen. Verder zijn er geen bijzonderheden. Analyse Sensorische informatieverwerking Martijn Appeldoorn. Ergotherapeut/SI therapeut: Mendy Kuipers Mendy.kuipers@Structuurpraktijk.nl 06 28924063 Wat is sensorische informatie verwerking? Sensorische

Nadere informatie

Lenneke opening. Welkom!! Hoeveel uur per dag bewegen jóuw kinderen?

Lenneke opening. Welkom!! Hoeveel uur per dag bewegen jóuw kinderen? Lenneke opening Welkom!! Hoeveel uur per dag bewegen jóuw kinderen? 1 In het nieuws PET, MEG en MRI 2 Waarom bewegend door het leven? Maakt nieuwe neuronen aan (pas in 1998!!..) Communicatie tussen hersenhelften

Nadere informatie

Om de bewegingsachterstand in te halen zijn er twee wegen.

Om de bewegingsachterstand in te halen zijn er twee wegen. Wat is Motorische Remedial Teaching? M.R.T. is samen met ouders en leerlingen d.m.v. het bewegen, werken aan achterstanden in de ontwikkeling van kinderen. Het uitgangspunt van M.R.T. is dat je kijkt naar

Nadere informatie

groepsmrt Individuele MRT Groepsles Individueel handelingsplan in combinatie met groepslessen

groepsmrt Individuele MRT Groepsles Individueel handelingsplan in combinatie met groepslessen groepsmrt Elise van Weene Motoriek.nl Individuele MRT Wat kan het voordeel zijn: - Geschikt voor kinderen die (nog) erg angstig zijn - Om te wennen aan de situatie en de volwassenen om daarna te vertrouwen

Nadere informatie

CogniTrain. CogniTrain. nieuwe oefenvormen. MTF CONGRES FYSIOTHERAPIE Stabiliteit en Balans 13 oktober 2007 UTRECHT

CogniTrain. CogniTrain. nieuwe oefenvormen. MTF CONGRES FYSIOTHERAPIE Stabiliteit en Balans 13 oktober 2007 UTRECHT Jules Alberga MTF CONGRES FYSIOTERAPIE Stabiliteit en Balans 13 oktober 2007 UTRECT nieuwe trend in actieve fysiotherapie! Revalideren met cognitieve afleiding Progamma: filosofie mogelijkheden voorbeelden

Nadere informatie

Ergotherapie. Apraxie

Ergotherapie. Apraxie Ergotherapie Apraxie 1 Wat? Apraxie is het onvermogen om doelgerichte handelingen (bv. haar kammen, sokken aantrekken) uit te voeren. Deze kunnen willekeurig en/of aangeleerd zijn. Elke handeling kan

Nadere informatie

Executieve functies, wat zijn dat:

Executieve functies, wat zijn dat: Executieve functies, wat zijn dat: Sinds het breinonderzoek een grote vlucht heeft genomen, hebben wetenschappers ontdekt dat leerlingen met bepaalde stoornissen, problemen hebben in dezelfde hersengebieden

Nadere informatie

Doelgericht trainen van functionele stabiliteit

Doelgericht trainen van functionele stabiliteit Doelgericht trainen van functionele stabiliteit Een overzicht van de neurologische regelmechanismen Martin Moons Sportfysiotherapeut Samenvatting van de ochtendlezing en de workshops tijdens het MFT congres

Nadere informatie

Leerniveau s en Trunk Control Test zie laatste blz.

Leerniveau s en Trunk Control Test zie laatste blz. Longstay N.P.I. Praktijk fotoboek Transfers Hiermee wordt bedoeld de verplaatsingen van de patiënt zowel in bed, rond bed, buiten bed zoals bad en auto. Er wordt steeds uitgegaan van de mate van stabiliteit

Nadere informatie

MRI. fmrt. HELP mijn kind heeft huiswerk! 30-11-2015. Frontaal kwab. In het lichaam kijken zonder het te hoeven openen. Hersenen

MRI. fmrt. HELP mijn kind heeft huiswerk! 30-11-2015. Frontaal kwab. In het lichaam kijken zonder het te hoeven openen. Hersenen HELP mijn kind heeft huiswerk! MRI In het lichaam kijken zonder het te hoeven openen. Hersenen fmrt Frontaal kwab Groei rond het 12e jaar Hersenen bereiden zich voor op snelle groei in puberteit. Use it

Nadere informatie

Neurorevalidatie ITON IN VOGELVLUCHT

Neurorevalidatie ITON IN VOGELVLUCHT Neurorevalidatie ITON IN VOGELVLUCHT ITON ITON: instituut voor toegepaste neurowetenschappen Hoofddocent: Dr. Ben van Cranenburgh Inhoud presentatie Cijfers t.a.v. CVA Anatomie,informatieverwerking e.d.

Nadere informatie

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking

Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking dr. M.C. Coppens Inhoud Vaststellen van het begrip (hoog)begaafdheid. Informatieverwerking Sensorische prikkelverwerking Leerbehoeften van hoogbegaafde kinderen en

Nadere informatie

Aansluiten bij de behoefte van ieder kind. Makkelijker gezegd dan gedaan?

Aansluiten bij de behoefte van ieder kind. Makkelijker gezegd dan gedaan? Aansluiten bij de behoefte van ieder kind. Makkelijker gezegd dan gedaan? Kinderen ontwikkelen hun motoriek en hun motorische vaardigheden op hun eigen manier, in hun eigen tempo. Dit lijkt vanzelf te

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch. Multiple Sclerose

Libra R&A locatie Blixembosch. Multiple Sclerose Libra R&A locatie Blixembosch MS Multiple Sclerose Deze folder is bedoeld voor mensen met multiple sclerose (MS) die worden behandeld bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch. Tijdens uw

Nadere informatie

FOLDER CHEMOTHERAPIE EN BEWEGEN. Door de Discipline Groep Paramedisch SKION 23 februari 2012

FOLDER CHEMOTHERAPIE EN BEWEGEN. Door de Discipline Groep Paramedisch SKION 23 februari 2012 FOLDER CHEMOTHERAPIE EN BEWEGEN Door de Discipline Groep Paramedisch SKION 23 februari 2012 CHEMOTHERAPIE EN BEWEGEN Deze folder is geschreven om u te informeren over het effect van de behandeling voor

Nadere informatie

Ontwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie

Ontwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie Ontwikkelingsdoelen 1. Motorische competenties Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing 1. De leerling beweegt zich doorheen diverse ruimtelijke hindernissen. 2. De leerling behoudt

Nadere informatie

Beelddenken in Beweging

Beelddenken in Beweging Beelddenken in Beweging Leren in beweging werkt effectief bij Beelddenken [ Vier krachtige oefeningen om te leren vanuit beweging en plezier! Leren in Beweging sluit aan bij het leren van Beelddenkers.

Nadere informatie

KINDER FYSIO THERAPIE

KINDER FYSIO THERAPIE KINDER FYSIO THERAPIE SPELENDERWIJS ONTWIKKELEN KINDEREN HUN ZINTUIGEN EN MOTORIEK. MEESTAL GAAT DAT GOED, MAAR BIJ SOMMIGE KINDEREN DUURT HET LANGER OF WIJKT DE ONTWIKKELING AF VAN WAT GEBRUIKELIJK IS

Nadere informatie

Leer- en leesproblemen

Leer- en leesproblemen Visuele training voor Leer- en leesproblemen De enige manier om informatie op te nemen is via onze zintuigen. De informatie op school/werk wordt tegenwoordig voor het overgrote deel visueel aangeboden

Nadere informatie

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van:

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Dyslexie Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Aandacht en concentratie. ze zijn vergeetachtig en lijken of zijn verstrooid,

Nadere informatie

Carol Dweck en andere knappe koppen

Carol Dweck en andere knappe koppen Carol Dweck en andere knappe koppen in de (plus)klas 2011 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com 2 http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/ theorie/heller/ 3 http://www.youtube.com/watch?v=dg5lamqotok

Nadere informatie

Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal. Lucia M. Talamini UvA

Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal. Lucia M. Talamini UvA Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal Lucia M. Talamini UvA Onderwerpen 1. Intro Geheugen en het brein 2. Factoren die leren en geheugen bevorderen 3. Multimodaal leren 4. Aansluiten

Nadere informatie

Elke dag opnieuw een gevecht

Elke dag opnieuw een gevecht Ergotherapie bij personen met de Ziekte van Parkinson Studiedag 16 oktober 2014 Hilde Vandevyvere en Nadine Praet Elke dag opnieuw een gevecht https://www.youtube.com/watch?v=g8z04kqzmp4 Commercial Parkinson

Nadere informatie

Sensorische Integratie en Paardrijden. Yvonne Heijligers * Ergotherapeut Kinderrevalidatie * Instructeur Paardrijden Gehandicapten.

Sensorische Integratie en Paardrijden. Yvonne Heijligers * Ergotherapeut Kinderrevalidatie * Instructeur Paardrijden Gehandicapten. Sensorische Integratie en Paardrijden Yvonne Heijligers * Ergotherapeut Kinderrevalidatie * Instructeur Paardrijden Gehandicapten Inhoud De zintuigen Theorie Jane Ayres Zintuiglijke prikkelverwerking SI

Nadere informatie

Slapen Wakker en ongericht passief.(afwezig, b.v. ogen dicht of staren) -1

Slapen Wakker en ongericht passief.(afwezig, b.v. ogen dicht of staren) -1 Signaleringsplan op basis van alertheid, Sherpa Consult. Op basis van beeldvorming door deskundigen kan in een multidisciplinair overleg besloten worden dat een cliënt en diens begeleiders baat hebben

Nadere informatie

Ontwikkelingsgerichte zorg en fysiotherapie

Ontwikkelingsgerichte zorg en fysiotherapie Ontwikkelingsgerichte zorg en fysiotherapie Een pasgeboren baby heeft tijd nodig om te wennen aan de omgeving buiten de vertrouwde, beschermende omgeving van de baarmoeder. Hij moet zelf gaan ademen en

Nadere informatie

G-Gym. Een. frisse kijk. op Autisme. Marjan Bruurs

G-Gym. Een. frisse kijk. op Autisme. Marjan Bruurs Een frisse kijk op Autisme Marjan Bruurs Autisme anders bekeken (5) Gestructureerde Flexibiliteit Training concreet en voorspelbaar maken Braingym PMT Ontspanningsoefeningen Autisme anders bekeken (1)

Nadere informatie

Parkinsoncafe april 16. Ziekte van Parkinson Cognitie

Parkinsoncafe april 16. Ziekte van Parkinson Cognitie Parkinsoncafe april 16 Irene Vermeulen, Ziekte van Parkinson Cognitie GZ-psycholoog Brabantzorg Programma Dopamine en de hersenen Psychologische gevolgen Cognitie Neuropsychologisch onderzoek Dopamine

Nadere informatie

Informatie voor ouders over executieve functies

Informatie voor ouders over executieve functies Zelfsturing bij kinderen. Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze steeds beter in staat om hun gedrag aan te sturen. Deze toename in zelfsturing is gerelateerd aan de ontwikkeling van executieve functies.

Nadere informatie

Ik heb het moeilijk met / last van

Ik heb het moeilijk met / last van overkruisen van de middellijn lezen (eventueel dyslexie) grove motoriek, voornamelijk lopen en evenwicht, bal vangen fijne motoriek leren fietsen of zwemmen volgen met de ogen zwakke of te gespannen pengreep

Nadere informatie

EHBM. Eerste hulp bij moeilijkheden DCD

EHBM. Eerste hulp bij moeilijkheden DCD EHBM Eerste hulp bij moeilijkheden DCD 1 WAT IS DCD? DCD = Developmental Coördination Disorder (vroeger dyspraxie genoemd) 2 DCD = ONTWIKKELINGSSTOORNIS is niet verworven, maar aanwezig vanaf de geboorte

Nadere informatie

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde Bijlage 3 Symptomen van de eerste orde Stoornissen in het kortetermijngeheugen* De persoon met dementie onthoudt de recente gebeurtenissen niet meer, of beter: slaat de nieuwe indrukken steeds moeilijker

Nadere informatie

Voedingsbeleid ASKA. Inhoudsopgave: 1 Inleiding blz 2. 2 Doel blz 2. 3 Uitgangspunten: Wat vinden we belangrijk? blz 3

Voedingsbeleid ASKA. Inhoudsopgave: 1 Inleiding blz 2. 2 Doel blz 2. 3 Uitgangspunten: Wat vinden we belangrijk? blz 3 Voedingsbeleid ASKA Inhoudsopgave: 1 Inleiding blz 2 2 Doel blz 2 3 Uitgangspunten: Wat vinden we belangrijk? blz 3 4 Pedagogische basisdoelen en onze uitgangspunten blz 5 A018 Voedingsbeleid 030812 1/5

Nadere informatie