DE LEERSTRATEGIE VAN HOOGBEGAAFDE KINDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE LEERSTRATEGIE VAN HOOGBEGAAFDE KINDEREN"

Transcriptie

1 DE LEERSTRATEGIE VAN HOOGBEGAAFDE KINDEREN WORDT DEZE BETER ONTWIKKELD OP HET LEONARDO ONDERWIJS? NUBORGH COLLEGE LAMBERT FRANCKENS ELBURG Education is not the learning of the facts, but the training of the mind to think! Albert Einstein Begeleiders: Mevrouw Sluiter & Meneer Velthuis ILSE LEKKERKERKER & MIRTHE LIPKE (ATHENEUM 6) ~ Economie & Maatschappij ~ Maatschappijleer

2 VOORWOORD Amper 16% van de hoogbegaafden behaalt universitair diploma. 1 Bij het zien van dit kopje in de krant zetten veel mensen hun vraagtekens: Een hoogbegaafd persoon is toch juist heel slim? Als een hoogbegaafd persoon al geen universitair diploma kan halen, hoe kan ik het dan wel? Het is helemaal niet zo gek dat men dit denkt. Hoogbegaafden hebben namelijk een hoog intelligentiequotiënt (IQ). Toch lopen ze vaak tegen problemen aan. De vraag die ons meteen interesseerde was: Hoe kan dit? Einstein zegt hier het volgende over: Education is not the learning of the facts, but the training of the mind to think! Dit laatste gaat vaak fout bij hoogbegaafden: The training of the mind to think. Ze moeten leren hoe te leren: een zogenaamde leerstrategie ontwikkelen. Dit zou eigenlijk al moeten gebeuren voordat ze tegen problemen aan lopen: op de basisschool dus. De actualiteit rond hoogbegaafdheid in combinatie met dit probleem is onze motivatie geweest om meer te willen weten en onderzoeken over dit onderwerp. Hoogbegaafde kinderen hebben eigenlijk twee keuzes wat basisonderwijs betreft: het reguliere basisonderwijs of het Leonardo Onderwijs. Sinds dit schooljaar zijn reguliere scholen door de overheid verplicht om extra aandacht te besteden aan leerlingen die dat nodig hebben, ook aan hoogbegaafde leerlingen. De overheid houdt zich dus bezig met het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Maar ontwikkelen de hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs wel een goede leerstrategie? Wat kunnen de reguliere basisscholen hen bieden? En is dit genoeg om een goede basis te leggen voor later op de middelbare school en de universiteit? 2 Veel mensen zijn van mening dat het reguliere basisonderwijs niet goed genoeg is voor hoogbegaafde kinderen. Hoogbegaafden zijn namelijk zogenaamde snelle denkers. Hiermee bedoelen we dat ze bij het oplossen van problemen of opdrachten te werk gaan van A naar Z, en B tot en met Y vergeten. Ze slaan de tussenstappen over. Deze stappen worden belangrijk als ze naar de middelbare school en de universiteit gaan, waar ze bijvoorbeeld punten krijgen voor de tussenstappen bij vakken als wiskunde. Het gaat bij deze hoogbegaafde kinderen dus fout bij hun leerstrategie. Dit is af te zien aan het feit dat maar 16% van de hoogbegaafden een universitair diploma haalt, terwijl het met hun IQ juist goed mogelijk is. 3 Daarom heeft Jan Hendrickx het zogenaamde Leonardo Onderwijs ontwikkeld. Dit zijn (afdelingen van) scholen die hoogbegaafde kinderen meer te bieden zouden hebben. Bijvoorbeeld meer vakken, meer uitdaging en apart onderwijs in het ontwikkelen van een leerstrategie. Dit klinkt als een perfecte oplossing, maar toch kan of gaat niet elk hoogbegaafd kind naar een Leonardoschool. Wij zijn benieuwd of het Leonardo Onderwijs inderdaad een goede oplossing is voor hoogbegaafde kinderen. Want ontwikkelen ze op het Leonardo Onderwijs een betere leerstrategie dan op het reguliere basisonderwijs? En zou de overheid dus eigenlijk meer moeten investeren in het Leonardo Onderwijs? 4 1 De Redactie, z.d. 2 Rijksoverheid, Het Wij-lerenteam o.l.v. Machiel Karels, z.d. 4 Stichting Leonardo, z.d. 1

3 SAMENVATTING In ons onderzoek vergelijken wij twee vormen van basisonderwijs voor hoogbegaafde kinderen: Parttime extra begeleiding in een plusklas op een reguliere basisschool Fulltime extra begeleiding op een Leonardoschool Bij beide vormen van onderwijs draait het om extra uitdaging, extra vakken en extra begeleiding. Op een Leonardoschool hebben ze alleen meer ruimte om tijd en aandacht te besteden aan het zogeheten leren leren, waar de hoogbegaafde leerlingen hulp krijgen bij het ontwikkelen van een leerstrategie. In dit profielwerkstuk hebben wij onderzocht of hoogbegaafde leerlingen op het Leonardo Onderwijs ook daadwerkelijk beter een leerstrategie hebben ontwikkeld dan de hoogbegaafde leerlingen in een plusklas. Dit hebben wij getest door op beide vormen van onderwijs de leerlingen een geschiedenistoets te geven en de behaalde scores te vergelijken. Na ons onderzoek hebben we de resultaten verwerkt en door middel van de rangtekentoets de betrouwbaarheid van deze resultaten getest. Hieruit kunnen we concluderen dat de hoogbegaafde leerlingen op het Leonardo Onderwijs in vergelijking met hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs beter een leerstrategie hebben ontwikkeld, omdat deze kinderen met een significant verschil beter scoorden op de geschiedenistoets. Op basis van ons onderzoek hebben wij in de loop van ons proces bedacht om een brief te schrijven aan de gemeente Elburg (afdeling Jeugd en Onderwijs) met de resultaten van ons praktisch onderzoek als bijlage (zie de brief in bijlage 12). 2

4 INHOUDSOPGAVE Bladzijde: 1 Voorwoord 2 Samenvatting 3 Inhoudsopgave 4 Inleiding 6 Uitwerking deelvragen: 7 Deelvraag 1 Wanneer is een kind hoogbegaafd? 19 Deelvraag 2 Tegen welke problemen lopen hoogbegaafde kinderen aan op de reguliere basisschool? 27 Deelvraag 3 Wat is een leerstrategie? 34 Deelvraag 4 Wat is het reguliere basisonderwijs en wat biedt het hoogbegaafde kinderen? 40 Deelvraag 5 Wat is het Leonardo Onderwijs en wat biedt het hoogbegaafde kinderen? 46 Deelvraag 6 Hoe scoren hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs in vergelijking met hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs op een geschiedenistoets die ze van tevoren hebben kunnen leren? 54 Uitwerking onderzoeksvraag Hebben hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs beter een leerstrategie ontwikkeld bij het leren van een schooltekst dan hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs? 57 Nawoord 3

5 INLEIDING Ons onderzoek richt zich op de leerstrategie van hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs in vergelijking met hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs. Wij hebben gekozen voor het Leonardo Onderwijs, omdat dit onderwijs zich, net als ons profielwerkstuk, speciaal richt op hoogbegaafde kinderen en bekend is door heel Nederland. Bijvoorbeeld het Montessori Onderwijs richt zich meer op de ontwikkeling van het individu en is niet speciaal gericht op hoogbegaafde kinderen. Dit sluit niet goed aan bij ons profielwerkstuk. Hierbij hebben wij de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hebben hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs beter een leerstrategie ontwikkeld bij het leren van een schooltekst dan hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs? In ons verslag behandelen we de volgende deelvragen: 1) Wanneer is een kind hoogbegaafd? In deze deelvraag behandelen wij een aantal hoogbegaafdheidsmodellen en een aantal kenmerken van hoogbegaafdheid. 2) Tegen welke problemen lopen hoogbegaafde kinderen aan op de reguliere basisschool? Hier vertellen wij de resultaten van de enquête die wij hebben afgenomen onder 80 hoogbegaafde kinderen die op de reguliere basisschool zitten of hebben gezeten. Ook werken wij de problemen uit die ervaren worden op school die het gevolg zijn van hoogbegaafdheid. 3) Wat is een leerstrategie? In deze deelvraag werken wij uit wat een leerstrategie is. Daarnaast behandelt deze deelvraag de speciale denkwijzen van hoogbegaafde kinderen in relatie tot leerstrategieën. 4) Wat is het reguliere basisonderwijs en wat biedt het hoogbegaafde kinderen? Deze deelvraag behandelt eigenlijk precies wat die zegt, het geeft namelijk een omschrijving van het reguliere basisonderwijs en behandelt wat het reguliere basisonderwijs te bieden heeft. 5) Wat is het Leonardo Onderwijs en wat biedt het hoogbegaafde kinderen? Ook deze deelvraag behandelt precies wat die zegt. Eerst wordt er uitgezet wat het Leonardo Onderwijs is en wat deze vorm van onderwijs te bieden heeft. 6) Hoe scoren hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs op een geschiedenistoets die ze van tevoren hebben kunnen leren in vergelijking met hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs? In onze laatste deelvraag leggen wij ons praktisch onderzoek uit en verwerken we onze resultaten. De betrouwbaarheid van de resultaten van deelvraag 6 hebben wij gecontroleerd met behulp van de zogenaamde rangtekentoets. Meer uitleg over deze vorm van statistiek zullen wij bij deelvraag 6 geven. 4

6 HYPOTHESE ONDERZOEKSVRAAG Wij verwachten dat hoogbegaafde kinderen op het Leonardo Onderwijs in vergelijking met hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs beter een leerstrategie hebben ontwikkeld bij het leren van een schooltekst dan hoogbegaafde kinderen op het reguliere basisonderwijs. Wij baseren dit op de beloftes die het Leonardo Onderwijs doet ten opzichte van het reguliere basisonderwijs. Zij bieden namelijk een speciaal vak, genaamd leren leren, zodat hoogbegaafde kinderen een leerstrategie ontwikkelen. Hier wordt op het reguliere basisonderwijs minder aandacht aan besteed. Aan het eind van ons verslag geven wij in onze conclusie aan of deze hypothese klopt of niet en kijken wij in de discussie met een kritische blik terug op ons onderzoek. 5

7 UITWERKING DEELVRAGEN 6

8 DEELVRAAG 1 Wanneer is een kind hoogbegaafd? ONDERZOEKSMETHODE Voordat wij kunnen beginnen met het beantwoorden van onze andere deelvragen, moeten wij natuurlijk weten wanneer een kind hoogbegaafd is. Hoogbegaafdheid is een ingewikkeld begrip en deze vraag is dan ook niet in één zin te beantwoorden. Met behulp van meerdere bronnen hebben we de (in Nederland) meest erkende definities en kenmerken uitgewerkt. 7

9 Als Tim (3 jaar) al sommige woorden kan lezen, tot twintig kan tellen en druk zijn schrijfvaardigheid aan het ontwikkelen is, zullen veel mensen concluderen dat hij hoogbegaafd is. En er is inderdaad een grote kans dat ze gelijk hebben. Maar op het moment dat Roos (7 jaar) moeite heeft met de tafels, niet goed oplet in de les en zit te dromen in de klas, denken weinig mensen aan hoogbegaafdheid. Dit zijn echter ook kenmerken van hoogbegaafde kinderen. Maar wanneer is een kind dan hoogbegaafd? Wat zijn de kenmerken? En is er een verschil tussen hoogintelligente kinderen en hoogbegaafde kinderen? RENZULLI - BEGAAFD OF HOOGBEGAAFD? Om geen onduidelijkheid te creëren, zullen wij als eerste het verschil tussen de bovenstaande begrippen uitleggen aan de hand van de visie van de Amerikaanse psycholoog Joseph Renzulli (1936). Hij publiceerde in 1975 zijn zogenaamde Three Ring Concept, oftewel zijn Drie Ringen Model. Hij onderscheidt bij het definiëren van (hoog)begaafdheid drie aspecten: bijzondere capaciteiten (above average ability), motivatie (task commitment) en creativiteit (creativity). Elk aspect heeft in zijn model een cirkel (ring) gekregen, die elkaar in het midden overkoepelen. In figuur 1 is deze overkoepeling grijs weergegeven. In dit grijze gebied bevinden zich de (hoog)begaafden, die dus over alle drie de aspecten beschikken. Renzulli laat met zijn model zien dat alle aspecten even belangrijk zijn om iemand als (hoog)begaafd te beschouwen. Bron: Elk aspect heeft haar eigen omschrijving: BIJZONDERE CAPACITEITEN Fig. 1: Drie Ringen Model van Renzulli Bron: The University of Connecticut Met bijzondere capaciteiten doelt Renzulli niet alleen op het intellectuele vermogen (intelligentie), maar ook op andere capaciteiten, zoals sportiviteit of muzikaliteit. Met behulp van deze informatie, kunnen we onderscheid maken tussen hoogbegaafdheid en begaafdheid. Als de bijzondere capaciteit van iemand namelijk zijn intellectuele vermogen is en zijn IQ (intelligentiequotiënt) 130 of hoger is, dan spreken we van hoogbegaafdheid (dit IQ werken we uit op pagina 10 en 11). We spreken van begaafdheid als: de bijzondere capaciteit van iemand zijn intellectuele vermogen is, maar een IQ tussen de 115 en 130 heeft, of als de bijzondere capaciteit een andere is dan het intellectuele vermogen (dus bijvoorbeeld sportiviteit). Maar met het model van Renzulli in ons hoofd, is iemand alleen 8

10 (hoog)begaafd als er daarnaast sprake is van de andere twee aspecten: motivatie en creativiteit. Aangezien ons onderzoek zich richt op hoogbegaafdheid, hebben wij het dus over het intellectuele vermogen als bijzondere capaciteit. Volgens Howard Gardner is dit niet de enige vorm van intelligentie, maar zijn de bovengenoemde muzikaliteit en sportiviteit ook voorbeelden. Dit model van Gardner zullen we later in deze deelvraag verder uitwerken. MOTIVATIE Met motivatie bedoelt Renzulli het doorzettingsvermogen om iets wat je interesseert tot een goed einde te brengen. CREATIVITEIT Bij creativiteit denk je al gauw aan goed kunnen schilderen of iets dergelijks. Maar Renzulli verstaat onder creativiteit iets anders, namelijk het vermogen om op een bijzondere wijze te kunnen komen tot originele oplossingen voor (alledaagse) problemen. Voor hoogbegaafden geldt daarbij dat ze divergente denkers zijn: ze zien meerdere oplossingen voor één probleem. 5,6,7 Een voorbeeld van dit divergent denken hoorden wij op basisschool De Driesprong in Geleen: Een CITO-vraag is als volgt: Als je een boomstam in 4 stukken wilt zagen, hoe vaak moet je dan zagen? a) 2 keer b) 3 keer c) 4 keer Toen deze vraag aan ons werd gesteld, was ons antwoord vrij snel b, dus 3 keer. En dit zullen waarschijnlijk de meeste kinderen geantwoord hebben. Maar een groot deel van de hoogbegaafde kinderen dacht anders en concludeerde dat alle antwoordmogelijkheden goed waren: Fig. 2: Antwoordmogelijkheden volgens hoogbegaafd kind Bron: Zelf samengesteld 5 Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2012), p Tessa Kieboom, Als je kind (g)een einstein is (2007), p Tessa Kieboom, Gave of vergiftigd geschenk (z.d.), p. 1 9

11 Zij zagen dus meerdere oplossingen voor één probleem en dachten dus divergent. Maar het is vanzelfsprekend dat CITO niet alle antwoorden goedkeurt, ondanks dat in feite alle antwoorden mogelijk zijn. CITO gaat namelijk niet uit van deze gedachten van hoogbegaafde kinderen. Je kunt je voorstellen dat de CITO-toets voor veel hoogbegaafde kinderen dan ook een groot probleem is, ondanks dat ze het intelligentieniveau wel hebben om een goede score te behalen. Van de drie bovengenoemde aspecten van Renzulli, is er eigenlijk maar één valide te meten om hoogbegaafdheid vast te stellen: het intellectuele vermogen. Creativiteit en motivatie zijn niet valide te meten in verband met de subjectiviteit van deze aspecten. Het intellectuele vermogen meet men met een zogenaamde IQ-test, waar een welbekende IQ-score uit voorkomt. Later in deze deelvraag zullen we de IQ-test en de conclusies die uit deze test worden getrokken kort toelichten. 8 MÖNKS - AANVULLEND MODEL De Nederlandse ontwikkelingspsycholoog Franz J. Mönks (1932) was het eens met de aspecten die Renzulli had vastgelegd in zijn model, om iemand als (hoog)begaafd te beschouwen, dus: bijzondere capaciteiten, motivatie en creativiteit. Maar volgens hem kwamen deze persoonlijkheidskenmerken pas in ontwikkeling als bepaalde factoren in je omgeving daar ook aan meewerkten: je gezin, school en ontwikkelingsgelijken (vrienden). Om het Drie Ringen Model van Renzulli te completeren, breidde hij het als het ware uit. Dit liet hij zien door een driehoek om Renzullis drie ringen heen te plaatsen, waardoor het zogenaamde Triadisch Interdependentiemodel (1985) ontstond (zie onderstaand figuur 3). 9,10,11 Fig. 3: Triadisch Interdependentiemodel Bron: SLO 8 E.J. van Houten-van den Bosch, J. Kuipers en W.A.M. Peters, Kinderen en adolescenten (2007), p Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2012), p Tessa Kieboom, Als je kind (g)een einstein is (2007), p E.J. van Houten-van den Bosch, J. Kuipers en W.A.M. Peters, Kinderen en adolescenten (2007), p

12 Om dit model te verduidelijken, nemen wij als voorbeeld een begaafd persoon: de Nederlandse ex-judoka Dennis van der Geest. Om te bevestigen dat Van der Geest begaafd is, gaan we de drie aspecten van Renzulli langs: Bijzondere capaciteit: Motivatie: Creativiteit: Van der Geest beschikte tijdens zijn carrière ongetwijfeld over de bijzondere capaciteit om enorm goed te kunnen judoën. Ook had hij het doorzettingsvermogen om een wedstrijd tot een goed einde te brengen: hij wilde altijd winnen. En Van der Geest was creatief in zijn sport: tijdens een wedstrijd moest hij op het juiste moment de goede greep (de oplossing) bedenken en uitvoeren om zijn tegenstander (het probleem) te verslaan. Uit deze gegevens kunnen we concluderen dat Van der Geest begaafd is, of in ieder geval over de persoonlijkheidskenmerken beschikt om begaafd te kunnen zijn. Want volgens Mönks had Van der Geest deze ontwikkeling tot begaafde nooit gemaakt zonder de aanwezigheid van de eerdergenoemde positieve invloeden vanuit: zijn gezin, school (in dit geval sportvereniging) en ontwikkelingsgelijken. Ook deze omgevingsfactoren gaan we langs bij Van der Geest: Gezin: Sportvereniging: Ontwikkelingsgelijken: Stel dat Van der Geest geen vader had gehad die op topniveau judo had beoefend. En dat zijn vader hem nooit had meegenomen naar de judovereniging. Of dat zijn ouders geen geld zouden hebben willen investeren in alle benodigde kleding en lidmaatschapskosten. Was Van der Geest dan wel judoka op topniveau geworden? Ook de judovereniging waar Van der Geest (als kind) lid van was, heeft waarschijnlijk de benodigde tijd en energie in hem gestoken, toen ze zagen dat hij talent had. Zo zou hij bijvoorbeeld extra mogen trainen of in een hogere groep mee mogen trainen. En dan als laatste de ontwikkelingsgelijken. Want wat als Van der Geest alleen mocht trainen met en wedstrijden spelen tegen jongetjes die alleen maar hun arm durfden uit te steken en bij het eerste lichte tikje al zouden vallen? Juist. Dan zou Van der Geest vermoedelijk niet zo een goede judoka geworden zijn. Hij heeft daarentegen waarschijnlijk getraind met een goede groep en wedstrijden gespeeld tegen jongens die ongeveer net zo getalenteerd waren als hij en hem dus beter konden maken. Volgens Mönks had Van der Geest zich dus nooit tot topjudoka kunnen ontwikkelen zonder deze positieve invloeden. Eigenlijk kunnen we een bijzondere capaciteit zoals judo, vergelijken met een hoog IQ. Dus kunnen we Van der Geest als begaafd kind vergelijken met hoogbegaafde kinderen. Ook zij hebben volgens het model van Mönks positieve invloeden van het gezin, school en ontwikkelingsgelijken nodig om hun hoogbegaafdheid tot een succes te ontwikkelen. Maar tijd, energie en geld stoppen in de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen wordt door de samenleving een stuk minder geaccepteerd dan tijd, energie en geld stoppen in de ontwikkeling van (begaafde) sporttalenten. Want in onze samenleving heerst het idee: als je intelligent bent, gaat het allemaal vanzelf en ben je 11

13 gegarandeerd succesvol. Dat dit niet de waarheid is en dat hoogbegaafdheid juist vaak problemen oplevert, zullen we verder uitwerken in de volgende deelvraag. 12 GARDNER - INTELLIGENTIE Een van de persoonlijkheidskenmerken bij hoogbegaafde kinderen is een IQ van 130 of hoger. Maar wat is intelligentie eigenlijk? Het meest bekende intelligentiemodel is het Meervoudige Intelligentie Model (1983) van Howard Gardner (1943), een psycholoog van de Harvard-universiteit (zie onderstaand figuur 4). 13 Fig. 4: Meervoudige Intelligentiemodel Bron: SLO Gardner onderscheidt in zijn model acht verschillende intelligenties. Maar bij een IQ-test worden er maar drie van deze acht gemeten, namelijk: De verbaal-linguïstische intelligentie De logisch-mathematische intelligentie De visueel-ruimtelijke intelligentie 14 Deze acht intelligenties van Gardner zijn voorbeelden van de bijzondere capaciteiten waar Renzulli het over had in zijn model. Bij elk van deze intelligenties kan er dus sprake zijn van begaafdheid, zoals de eerdergenoemde muzikaliteit. De bovengenoemde drie, die bij een IQ-test worden gemeten, vormen samen het intellectuele vermogen. Deze drie intelligenties samen worden dus beschouwd als de bijzondere capaciteit van hoogbegaafden. Als wij in de rest van ons verslag spreken over intelligentie, bedoelen wij hiermee het intellectuele vermogen (dus de drie bovengenoemde intelligenties samen). 12 Tessa Kieboom, Als je kind (g)een einstein is (2007), p Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2012), p Dr. Alan S. Kaufman, IQ Testin 101 (2009), p

14 Over het algemeen spreken we over een hoge intelligentie bij een IQ van 130 of hoger. En, zoals wij in deel 1.1 al vertelden, is deze intelligentie de enige van de drie aspecten van Renzulli die valide te meten is. Dit is de reden waarom mensen met een IQ hoger dan 130 vrijwel automatisch als hoogbegaafd worden beschouwd, terwijl dit dus helemaal niet zo hoeft te zijn. Als er namelijk sprake is van een IQ hoger dan 130, zonder dat je gemotiveerd of creatief bent, ben je in theorie hoogintelligent en niet hoogbegaafd. Een hoogbegaafde is dus altijd hoogintelligent, maar een hoogintelligente is niet automatisch hoogbegaafd. Alleen kunnen we in de praktijk dit onderscheid dus nauwelijks of niet maken, omdat het IQ ons enige ijkpunt is. Als we alleen kijken naar het IQ, komen we tot de normaalverdeling die is weergegeven in figuur 5 hieronder. Fig. 5: Normaalverdeling van de intelligentie Bron: SLO We beschouwen volgens deze normaalverdeling dus 2,3% van de bevolking als hoogbegaafd. Het blijkt echter dat binnen die 16% die een IQ heeft van 115 of hoger en dus als (hoog)begaafd wordt beschouwd, 10% ook andere kenmerken vertoont die daadwerkelijk duiden op (hoog)begaafdheid. Overigens wordt bij kinderen jonger dan 4 jaar sowieso niet gesproken van hoogbegaafdheid, maar van een ontwikkelingsvoorsprong. Dit heeft te maken met het feit dat een IQ op jonge leeftijd lastig is te meten en de intelligentie op zo een jonge leeftijd nog erg kan veranderen. 15,16 HELLER - AANVULLEND MODEL De Duitse psycholoog Kurt Heller (1931) was het eens met de ideeën van Renzulli, Mönks en Gardner, maar hij had nog enkele toevoegingen. Hierdoor kwam hij uiteindelijk tot een nieuw model om te laten zien wanneer (hoog)begaafdheid tot een succes kan worden ontwikkeld: het Munich Model of Giftedness and Talent (1992, 2000), weergegeven in figuur 6 op de volgende pagina SLO, z.d. 16 E.J. van Houten-van den Bosch, J. Kuipers en W.A.M. Peters, Kinderen en adolescenten (2007), p Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2012), p

15 Fig. 6: Het Munich Model of Giftedness and Talent Bron: SLO Heller gaat in dit model uit van een wisselwerking tussen begaafdheidsfactoren, omgevingskenmerken, prestatiedomeinen en niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken. De begaafdheidsfactoren (links in het figuur weergegeven) van Heller bestaan uit verschillende bijzondere capaciteiten (voor hoogbegaafden zijn dit de intellectuele capaciteiten, die bovenaan staan) en de creativiteit die Renzulli in zijn model had vastgelegd. Deze begaafdheidsfactoren kunnen zich uiten in bepaalde prestatiedomeinen (rechts in het figuur weergegeven). Deze prestatiedomeinen zijn gekoppeld aan de acht verschillende intelligenties die Gardner onderscheidde. Of deze begaafdheidsfactoren ontwikkeld worden en tot uiting komen in de prestatiedomeinen, is afhankelijk van de omgevingskenmerken en de niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken. In de omgevingskenmerken (onder in het figuur weergegeven) in het Munich Model zijn ook de omgevingsfactoren uit het model van Mönks verwerkt. Maar als toevoeging aan deze omgevingsfactoren heeft Heller ingrijpende gebeurtenissen eraan toegevoegd. Een veelvoorkomend voorbeeld bij hoogbegaafde kinderen van een ingrijpende gebeurtenis is het gevoel te hebben anders te zijn. Als laatste zijn er de niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken (boven in het model weergegeven). Cognitief omvat alles wat te maken heeft met het denkproces, dus nietcognief is al het overige. Onder deze niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken valt ook de motivatie uit het model van Renzulli. Door Heller zijn hier aan toegevoegd: omgang met stress, werk-/leerstrategieën, (faal)angst en locus of control. Locus of control wordt in het Nederlands vaak vertaald in regulatievaardigheden. Dit begrip zullen we in deelvraag 2 verder uitwerken. 14

16 Het Munich Model verklaart, net als de eerder uitgewerkte modellen, waarom (hoog)begaafden bijzondere prestaties kunnen leveren. Maar het bijzondere is dat het ook laat zien waarom andere (hoog)begaafden dit niet kunnen. 18 TESSA KIEBOOM - COGNITIEVE LUIK EN ZIJNSLUIK Volgens Tessa Kieboom (en de meeste andere wetenschappers) bestaat hoogbegaafdheid niet alleen uit cognitieve elementen (het zogenaamde cognitieve luik ), maar ook uit een zijnsluik. Ze bedoelt hiermee dat hoogbegaafde kinderen op een specifieke manier in elkaar zitten. Hierin zit dus het grote verschil tussen hoogintelligent en hoogbegaafd. Maar deze manier van zijn kan niet worden gemeten, door zoiets als een intelligentietest. Wel zijn er veel kenmerken van hoogbegaafdheid bekend. Het probleem hierbij is dat deze kenmerken ook bij gewone kinderen kunnen voorkomen en er dus niet meteen aan hoogbegaafdheid wordt gedacht. Tessa Kieboom onderscheidt vier bijzondere kenmerken bij hoogbegaafdheid: perfectionisme, rechtvaardigheidsgevoel, hypergevoeligheid en een kritische instelling. Deze kenmerken zullen wij hieronder verder toelichten. PERFECTIONISME Om verwarring te voorkomen, kunnen we alvast vertellen dat perfectionisme in het geval van hoogbegaafde kinderen niets te maken heeft met het perfect willen opruimen van hun kamer of iets dergelijks. Bij dit perfectionisme gaat het erom dat hoogbegaafde kinderen de lat extreem hoog leggen voor zichzelf. Ze zijn met niets minder tevreden dan het bereiken van deze lat. Op het moment dat ze de lat niet bereiken, worden ze vaak erg bang om te falen, waarbij perfectionisme dus overgaat in faalangst. Een van de gevolgen hiervan kan zijn dat de kinderen bepaalde activiteiten gaan vermijden, zodat ze ook niet kunnen falen. We zullen dit illustreren aan de hand van een voorbeeld: Sanne is 6 jaar en zit in groep 3 van de basisschool. Zij en haar klas hebben de opdracht gekregen van de juf om een fiets te tekenen. Ze begint met tekenen en denkt aan alle details, aan welke haar leeftijdsgenoten niet zullen denken: handremmen, reflectors, een standaard enzovoort. Ook tekent ze een meisje op de fiets. Maar al gauw ziet Sanne dat haar tekening nooit op een echte fiets met een echt meisje gaat lijken. Er is bijvoorbeeld geen kleur te vinden die klopt met de huidskleur van een mens en de handremmen zijn gewoon streepjes. Daarom besluit ze de tekening kapot te scheuren en niet meer mee te doen met tekenen op school. Faalangst kan grote gevolgen voor de toekomst hebben. Zo kan een hoogbegaafde besluiten niet meer te leren voor toetsen om cijfers lager dan de perfecte 10, dus falen, te vermijden. Hierdoor haalt hij alleen maar onvoldoendes en zal hij dus niet slagen en niet kunnen gaan studeren, terwijl hij zeker over de intelligentie beschikt. Kortom: een verspilling van zijn talenten. RECHTVAARDIGHEIDSGEVOEL Autistische kinderen staan erom bekend dat ze leven in de ban van regels, beloftes en het niet nakomen van afspraken. Dit is ook bij hoogbegaafde kinderen vaak het geval, met als gevolg dat zij geregeld de misdiagnose autisme krijgen. Hoogbegaafde kinderen hechten zich zo veel aan regels, beloftes en afspraken, omdat ze over een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel beschikken. Een klasgenootje hoeft dus ook niet te proberen om af 18 Tessa Kieboom, Gave of vergiftigd geschenk (z.d.), p

17 te kijken in het zicht van een hoogbegaafd kind. Grote kans dat het klasgenootje er op wordt aangesproken door de hoogbegaafde en misschien zelfs verraden bij de juf. Want regels zijn regels! Het is begrijpelijk dat de klasgenoten dit de hoogbegaafde op zijn zachtst gezegd niet in dank afnemen en het hem zeker niet populair maakt. Ook buiten school uit het rechtvaardigheidsgevoel zich. Zo kunnen alle onrechtvaardige gebeurtenissen die zich op onze wereld afspelen, veel onrust veroorzaken in het hoofd van een hoogbegaafd kind: burgeroorlogen, ebola, de vogelgriep et cetera. Het liefst zou hij deze problemen zelf zo snel mogelijk willen oplossen. Hij bedenkt dan ook ideeën, die in de praktijk niet uitvoerbaar zijn, zoals het opsturen van zijn eigen broodje naar Afrika. Hierdoor kan een hoogbegaafd kind op volwassenen niet slim overkomen en vinden klasgenoten dat hij niet zo moet zeuren. HYPERGEVOELIGHEID Hypergevoeligheid kan zich bij hoogbegaafde kinderen op allerlei gebieden uiten. Maar het meest herkenbaar zijn de angsten die er het gevolg van zijn. Zo kan het zijn dat een hoogbegaafd kind al maanden voor een schoolkamp bezig is met alles wat er mis zou kunnen gaan die week. Van een busongeluk tot of het eten wel lekker zou zijn. Als een kind hier zo veel mee bezig is, dat de angsten zich gaan uiten in nachtmerries, is het niet raar dat ouders soms geen andere uitweg zien dan hun kind thuis te laten. Ook al zien zij hun kind natuurlijk liever meegaan op schoolkamp. Verder wordt hypergevoeligheid bij hoogbegaafde kinderen vaak zichtbaar bij kleine opmerkingen van anderen. Zo zijn veel voorkomende gedachtes van hoogbegaafde kinderen ze wil nu vast niet meer met me spelen of ik denk dat ze me nu haat. Maar deze gedachtes zelf zijn juist de oorzaak ervan dat sociale contacten lastiger worden. Kort gezegd maakt hypergevoeligheid hoogbegaafde kinderen erg kwetsbaar. KRITISCHE INSTELLING Als laatste zijn hoogbegaafde kinderen zeer kritisch ingesteld. Alles wordt bij hen onder de loep gelegd: mensen, afspraken, waarden en systemen. Hebben ze eenmaal een oordeel over iets of iemand, dan is deze vaak niet meer te veranderen. Dus op het moment dat ze een negatief oordeel over hun juf of meester hebben, dan krijgen zowel het kind als de leerkracht een lastig jaar. Een hoogbegaafd kind geeft namelijk niet gemakkelijk op en zal af en toe de grenzen opzoeken. Hij beseft vaak niet, dat de leerkracht uiteindelijk het gezag heeft en beslissingen mag nemen over het kind met eventueel vervelende gevolgen. 19, 20 OVERIGE KENMERKEN Naast de bovengenoemde vier bijzondere kenmerken is er nog een ellenlange lijst met andere kenmerken. Omdat ons onderzoek zich richt op hoogbegaafde kinderen op school, zetten wij de meest voorkomende kenmerken van hoogbegaafdheid op school op een rijtje: Grote snelheid van denken en verbanden leggen. Veel hoogbegaafde kinderen denken niet na, maar zien in één keer de oplossing. Heel andere interesses. Achterliggende systemen en wetten proberen te doorgronden. Minder of geen behoefte aan herhaling. 19 Tessa Kieboom, Als je kind (g)een einstein is (2007), p Tessa Kieboom, Gave of vergiftigd geschenk (z.d.), p

18 Uitgesproken wiskundig inzicht. Vroegtijdige taalontwikkeling. Ongewoon goed ontwikkeld geheugen. Leer- en nieuwsgierig. 21,22 PROFIELEN Om een beetje orde te scheppen in de kenmerken van hoogbegaafdheid, hebben professor George Betts en kinderpsycholoog Maureen Neihart in 1988 verschillende profielen van hoogbegaafdheid onderscheiden, gebaseerd op literatuuronderzoek, observaties en interviews. Bij elk profiel passen een aantal gedragskenmerken. Natuurlijk past niet elk hoogbegaafd kind perfect in een van de profielen en zijn er ook mengvormen mogelijk. Ze hebben in 2010 een verbeterde versie van deze profielen gepubliceerd. De profielen staan uitgewerkt in de onderstaande tabel. Om ons verslag overzichtelijk te houden, geven wij verdere toelichting op elk profiel in deelvraag 2, waarin we bij elk profiel de kenmerken nogmaals zullen aangeven en daarbij tegen welke problemen het profiel leerling aanloopt op school. 23 Fig. 7: Hoogbegaafdheidsprofielen van Betts en Neihart Bron: SLO 21 Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2010), p Tessa Kieboom, Gave of vergiftigd geschenk (z.d.), p SLO, z.d. 17

19 CONCLUSIE Uit ons literatuuronderzoek kunnen wij concluderen dat er meerdere definities van hoogbegaafdheid bestaan. Wij gaan uit van een combinatie van de hoogbegaafdheidsmodellen, die wij hier nogmaals benoemen. Volgens het Three Ring Concept van Joseph Renzulli is iemand (hoog)begaafd als hij over de volgende drie aspecten beschikt: bijzondere capaciteiten, motivatie en creativiteit. Bij hoogbegaafden bestaat de bijzondere capaciteit uit het intellectuele vermogen met een IQ van minstens 130. Zonder motivatie en creativiteit, maar mét een IQ van 130 of hoger, spreken we van hoogintelligent. Franz. J. Mönks completeerde Renzullis model door de afhankelijkheid van omgevingsfactoren (school, gezin en vrienden) er aan toe te voegen, waardoor het Triadisch Interdependentiemodel ontstond. Voorbeelden van bijzondere capaciteiten (Three Ring Concept) noemt Howard Gardner in zijn intelligentiemodel, waarvan drie intelligenties (het intellectuele vermogen) worden gemeten met een IQ-test. Deze drie samen stellen dus een IQ hoger dan 130 vast bij hoogbegaafden. Kurt Heller gebruikte alle bovengenoemde modellen om het Munich Model of Giftedness and Talent te ontwikkelen. In dit model laat hij zien dat het succes van (hoog)begaafdheid afhankelijk is van een wisselwerking tussen begaafdheidsfactoren, omgevingskenmerken, prestatiedomeinen en niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken. Tessa Kieboom onderscheidt het cognitieve luik en het zijnsluik van hoogbegaafden. In dit zijnsluik onderscheidt zij vier bijzondere kenmerken van hoogbegaafdheid: perfectionisme, rechtvaardigheidsgevoel, hypergevoeligheid en een kritische instelling. Daarnaast bestaat er nog een ellenlange lijst met andere kenmerken. Om orde te scheppen hebben George Betss en Maureen Neihart verschillende hoogbegaafdheidsprofielen onderscheidden. Deze kenmerken van hoogbegaafdheid leveren echter ook problemen op, bijvoorbeeld op school. Maar wat voor problemen zijn dat dan op school? En hoeveel hoogbegaafde kinderen lopen tegen deze problemen aan? 18

20 DEELVRAAG 2 Tegen welke problemen lopen hoogbegaafde kinderen aan op de reguliere basisschool? ONDERZOEKSMETHODE Voorafgaand aan ons literatuuronderzoek willen we aan de hand van een enquête nagaan hoeveel hoogbegaafde kinderen eigenlijk problemen hebben of hebben gehad op een reguliere basisschool door hun hoogbegaafdheid en of dit opgelost kon worden. Deze enquête hebben we afgenomen onder 80 hoogbegaafde kinderen die op een reguliere basisschool zitten of hebben gezeten en hun ouders. We hebben hun ouders ook betrokken bij deze enquête, omdat zij vaak het contact leggen met de school over eventuele problemen van hun kinderen en de mogelijke oplossingen daarvoor. Deze hoogbegaafde kinderen en hun ouders hebben we gevonden via de oudervereniging (van hoogbegaafde kinderen) Pharos, een forum voor (de ouders van) hoogbegaafde kinderen en de Facebook van Renata Hamsikova (specialist in hoogbegaafdheid met een ECHA-diploma). Vervolgens hebben we een literatuuronderzoek gedaan naar de verschillende soorten problemen waar hoogbegaafde kinderen tegenaan lopen op school. 19

21 Iris (10) heeft voor de derde keer deze week een heftige discussie met haar meester over zijn manier van lesgeven. Iris beseft niet dat de meester in dit geval de gezagvoerder is en zij weinig heeft in te brengen. Deze kritische instelling werd in deelvraag 1 al bestempeld als typisch hoogbegaafd. Maar welke problemen veroorzaakt hoogbegaafdheid nog meer op school? Kunnen deze problemen opgelost worden? En hebben veel hoogbegaafde kinderen problemen op school? RESULTATEN ENQUÊTE De onderstaande cirkeldiagrammen hebben wij gemaakt op basis van onze resultaten van de afgenomen enquête, die in de tabel in bijlage 3 zijn weergegeven. De enquête zelf is weergegeven in bijlage 2. Fig. 8: Cirkeldiagram van vraag 1 van de enquête Bron: Zelf samengesteld Uit bovenstaand cirkeldiagram kunnen wij concluderen dat het overgrote deel van de hoogbegaafde kinderen op school problemen ondervindt of heeft ondervonden door zijn hoogbegaafdheid, namelijk 98,8%. De problemen die zij aangaven bij hun toelichting, komen overeen met ons literatuuronderzoek, die verderop in deze deelvraag is uitgewerkt. Hier tegenover staat 1,3% die (nog) geen last heeft gehad van zijn hoogbegaafdheid op school. Het meest genoemde probleem is duidelijk verveling. Daarnaast worden sociale problemen ook veel genoemd, zoals gepest worden of weinig/geen vriendjes hebben. 20

22 Fig. 9: Cirkeldiagram van vraag 2 van de enquête Bron: Zelf samengesteld Van de 79 hoogbegaafde kinderen die problemen ondervonden door hun hoogbegaafdheid op school, heeft een groot deel (84,8%) het idee dat de school hen heeft proberen te helpen. Deze aangeboden hulp bestond bij alle kinderen uit extra uitdaging, zoals extra werk, moeilijker werk of een groep overslaan. De overige 15,2% heeft het gevoel dat de school geen poging heeft gedaan om hun problemen op te lossen. Fig. 10: Cirkeldiagram van vraag 3 van de enquête Bron: Zelf samengesteld Van de 67 hoogbegaafde kinderen die hulp aangeboden kregen van hun school, zijn bij 20,9% de problemen opgelost, bij 25,4% deels en bij 53,7% helemaal niet. Scholen kunnen blijkbaar in de meeste gevallen een hoogbegaafd kind niet voldoende helpen met zijn problemen. Hierbij moeten we de kanttekening maken dat dit niet altijd met de school te maken hoeft te hebben. Bij de toelichting die werd gegeven bij de antwoorden op onze enquête, lazen we namelijk vaak dezelfde oplossingen, maar gaf het ene kind aan dat zijn problemen wel of in ieder geval deels opgelost waren en het andere kind gaf aan dat de problemen nog steeds volledig aanwezig waren. 21

23 Fig. 11: Cirkeldiagram van vraag 4 van de enquête Bron: Zelf samengesteld Van de 65 hoogbegaafde kinderen met problemen, maar van wie de problemen niet (helemaal) zijn opgelost (omdat de school niet hielp of de hulp niet voldoende was), heeft 10,8% zelf een werkende oplossing bedacht. Deze 10,8% bestaat uit allemaal hoogbegaafde kinderen die naast hun eigen school nog extra cursussen of iets dergelijks volgen, zoals een cursus Chinees of een buitenschoolse plusklas. Maar het overgrote deel (89,2%) van deze kinderen vindt dus geen andere oplossing binnen dezelfde school. Daarom is 53,4% van deze kinderen, van wie de problemen niet werden opgelost, naar een school gegaan voor hoogbegaafde kinderen. Zij geven allemaal als toelichting dat het een stuk beter gaat na de overstap. Fig. 12: Cirkeldiagram van vraag 5 van de enquête Bron: Zelf samengesteld 91,3% van alle 80 ondervraagden geeft aan dat zij of hun kind graag naar een school zouden willen met meer hoogbegaafde kinderen. Daartegenover staat 8,8% die dit niet wil. Een ieder van deze 8,8% geeft aan dat een dergelijke school geen realistische weergave is van de samenleving en dat een hoogbegaafd kind volgens hun wel met de (moeilijkere) werkelijkheid moet leren omgaan. 22

24 DE PROBLEMEN In de vorige deelvraag hebben wij al bij de vier bijzondere kenmerken die Tessa Kieboom onderscheidt (perfectionisme, rechtvaardigheidsgevoel, hypergevoeligheid en kritische instelling), aangegeven dat deze ook problemen kunnen veroorzaken. Zoals de faalangst veroorzaakt door perfectionisme en de relatie met de leerkracht door de kritische instelling. Maar hoogbegaafde kinderen lopen tegen nog veel meer andere problemen aan op school. In deelvraag 1 gaven wij aan dat we in deze deelvraag de hoogbegaafdheidsprofielen van Betts en Neihart verder zouden uitwerken. We gaan hierbij nog een keer de gedragskenmerken langs en de daarbij horende problemen. 1. DE AANGEPASTE SUCCESVOLLE LEERLING De aangepaste succesvolle leerlingen zijn meestal prettige leerlingen. Ze leveren goede prestaties, ze vermijden risico s en zijn beleefd. Ook zijn deze leerlingen erg perfectionistisch. Hierdoor worden ze onzeker en zoeken ze bevestiging van de leerkracht. Een veel voorkomend gevolg is faalangst. De leerlingen hebben geen goed zicht op wat ze kunnen en gedragen zich hierdoor afhankelijk. Dit is zonde, want de leerlingen hebben vaak juist veel in hun mars. Veel kwaliteiten van deze leerlingen komen zo niet tot uiting. Als er tegen deze faalangst niets gedaan wordt, kan dit op den duur zorgen voor veel problemen thuis. Ze kunnen ze woede-uitbarstingen krijgen en vaak spelen klachten als hoofd- en buikpijn op. In de puberteit kunnen ze depressief worden, omdat naar voren komt dat ze toch ook verdriet en onmacht ervaren. Het is voor deze kinderen belangrijk om ook af en toe te falen. Dit kan door verrijking aan te bieden. Deze verrijkingsstof zullen ze niet in één keer kunnen en ze zullen falen. Dit is de eerste keer heel erg voor de kinderen en de woede-uitbarstingen zullen toenemen, maar op den duur zal dit afnemen en zal de faalangst minder tot uiting komen. 2. DE UITDAGENDE CREATIEVE LEERLING De uitdagende creatieve leerlingen zijn zoals de naam al zegt erg creatief. Ze komen op voor eigen opvattingen, ze zijn competitief, eerlijk en direct. Hierdoor zijn ze altijd in voor een goede discussie. Dit maakt dat andere leerlingen zich vaak ergeren aan de uitdagende creatieve leerling. Hierdoor ontstaat veel irritatie en wordt het maken van vrienden lastig. Door de stemmingswisselingen is het maken van contact met leeftijdsgenoten nog moeilijker. De uitdagende creatieve leerling corrigeert ook vaak de leerkracht tot frustratie van de leerkracht. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze genoeg verdiepende leerstof krijgen, waar moeite voor gedaan moet worden. Hierdoor zien ze in dat er ook onderwerpen zijn waar ze niet heel veel van weten. 3. DE ONDERDUIKENDE LEERLING De onderduikende leerlingen zijn vaak meisjes. Het zijn leerlingen die hun eigen begaafdheid ontkennen. Ze vermijden risico s en uitdagingen en zijn sterk gericht op sociale acceptatie. Hun vriendschappen wisselen dan ook sterk. Deze leerlingen zijn lastig als hoogbegaafd te herkennen, omdat ze op school niet boven gemiddeld presteren. Ze presteren onder. Het probleem is dat de kinderen vaak thuis wel veel beter presteren dan op school. De ouders kunnen dit niet rijmen met de behaalde resultaten op school. De leerkrachten geven aan 23

25 dat de kinderen niet extreme hoogvliegers zijn en zelden worden deze kinderen getest op intelligentie terwijl ze juist zo veel kunnen. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze zelf ook inzien dat het voor hen mogelijk is om te bereiken wat ze zelf eigenlijk graag willen. Door dit te benadrukken, komt het kind erachter dat het hard moet studeren om dit te bereiken. Vaak willen ze zelf ook niet langer onderduikers meer blijven. 4. DE RISICOLEERLING (DROP-OUT) De risicoleerling is eigenlijk een drop-out van een ander profiel. Doordat deze leerlingen in hun oude profiel werden aangesproken op hun gedrag, maar omdat er dan aan de oorzaak van dat gedrag voorbij werd gegaan, gaat het kind kenmerken vertonen van een drop-out en wordt het een risicoleerling. Kenmerken van een drop-out zijn bijvoorbeeld: spijbelen, niet opletten, taken niet afmaken of het zoeken van buitenschoolse uitdagingen. Op school gaat de leerling hierdoor onderpresteren. Heel belangrijk is het dat de risicoleerling erg kritisch is op zichzelf en de rest van de maatschappij. Dit is ook meteen het grootste probleem, omdat deze leerlingen zich vaak tegen de maatschappij keren en in het maatschappelijk leven geen plaats vinden. Bij deze leerlingen is hoogbegaafdheid moeilijk aan te tonen. Tijdens de intelligentietesten wordt vaak ook onder gepresteerd. Om een goed beeld te krijgen, kan je kijken naar de buitenschoolse activiteiten. Als de leerling hier wel in uitblinkt, kan dit meegenomen worden in de test naar hoogbegaafdheid. 5. DE DUBBEL BIJZONDERE LEERLING De dubbel bijzondere leerlingen vertonen kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen. Hierdoor werken ze vaak ongeconcentreerd en verstoren ze de les. Doordat ze nog wel gemiddeld scoren, worden deze kenmerken niet als leer- en/of gedragsproblemen gezien, want gemiddeld is goed, maar eigenlijk kan de leerling nog veel beter. De hoogbegaafdheid wordt in geen geval herkend. Dit wederom tot frustratie van de leerling. Het kan zijn dat de leerlingen met hun gedrag om bevestiging en hulp vragen, maar dat ze dit wel op de verkeerde manier doen. Dit wordt door de omgeving niet herkend als hulproep, maar als negatief gedrag. Het is voor deze kinderen belangrijk dat er deskundige hulp komt om de kinderen weer op het goede spoor te brengen. Dit probleem is niet op te lossen door bijvoorbeeld het aanbieden van verrijkingsstof. 6. DE ZELFSTURENDE AUTONOME LEERLING De zelfsturende autonome leerlingen zijn voor de leerkracht ook prettige leerlingen om mee te werken. Ze hebben goede sociale vaardigheden, ze werken zelfstandig, ontwikkelen hun eigen doelen, werken zonder bevestiging, zijn creatief, komen op voor eigen opvattingen en ze nemen risico. Omdat deze leerlingen ook nog extreem goed presteren, zou men wensen dat alle (hoogbegaafde) leerlingen zo zijn. Speciaal onderwijs (Leonardo Onderwijs) wil hier ook naar toe voor alle hoogbegaafde leerlingen. De zelfsturende autonome leerlingen ontpoppen zich als ze zelfvertrouwen hebben, als ze om weten te gaan met emoties en als ze niet meer voortdurend gebukt gaan onder het gevoel van anders zijn. Om dit te stimuleren kan er voor de leerlingen een langetermijnplanning gemaakt worden. Hierdoor weten ze waarvoor ze het een en ander doen. Dit kan ook gedaan worden door ze 24

26 bijvoorbeeld eens te laten kijken op het voortgezet onderwijs of de universiteit. Hierdoor kunnen ze gemotiveerd raken. 24 ONDERPRESTEREN Onderpresteren is heel simpel gezegd het presteren onder je eigenlijke niveau. Onderpresteren kan in principe op elk niveau voorkomen, maar bij hoogbegaafde leerlingen is de kans op onderpresteren wel groter. Zij moeten zich namelijk vaak afstellen op een lager niveau. 25 Je kunt twee soorten onderpresteerders onderscheiden: 1. Relatieve onderpresteerders: de leerling haalt lagere scores dan dat van hem verwacht wordt, maar hij ligt nog wel op het klassenniveau. Dit gebeurt vaak bij meisjes. 2. Absolute onderpresteerders: de leerling haalt lagere scores dan dat van hem verwacht wordt. De scores liggen zelfs onder het klassenniveau. Dit komt vaak voor bij jongens. Onderpresteren komt vooral voor bij de onderduikende leerling en de risico leerling. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom deze kinderen gaan onderpresteren: Er is een gebrek aan uitdaging. Omdat het kind geen faalervaring heeft, gaat het zich vervelen. Hierdoor kan het kind gaan onderpresteren. Er is een gebrek aan motivatie. Dit kan een gevolg zijn van te weinig uitdaging, maar het kan ook aan de leerling zelf of aan de thuisomgeving liggen. Vaak is er sprake van een combinatie van beide. Het gebrek aan motivatie lijkt bij veel onderpresteerders te spelen. Dit heeft te maken met de zogenaamde locus of control. De locus of control is op te delen in: o De interne locus of control: mensen voelen zich verantwoordelijk voor hun gedrag. Bij het ervaren van succes nemen de verwachtingen in positieve zin o toe. De externe locus of control: mensen ervaren weinig relatie tussen hun gedrag en wat ze overkomt. Ze schrijven het succes of het falen toe aan iets of iemand anders. Als iemand behaalde resultaten toeschrijft aan de interne locus of control, hebben ze de goede resultaten aan zichzelf te danken. Dit motiveert om de volgende keer hetzelfde te doen. Onderpresteerders schrijven hun behaalde resultaten toe aan de externe locus of control. Als ze goede resultaten hebben gehaald, heeft dit altijd een andere reden dan zij zelf. Dit motiveert niet om verder te gaan. 26 De leerling vertoont aanpassingsgedrag. Er zijn leerlingen die niet willen opvallen tussen hun leeftijdsgenoten. Ze kunnen onderpresteren dan als tactiek inzetten. Hierdoor zijn ze geen uitzondering en worden ze geaccepteerd door de groep. Er is een slechte leer/werkstrategie. Zoals in deelvraag 3 besproken, geeft een goede leerstrategie richting aan de wijze waarop iemand leert. Hierdoor heb je overzicht en kun je een toets op een goede manier leren. Bij het ontbreken van een goede leerstrategie, weet de leerling vaak niet hoe te handelen. De leerling denkt de toets goed geleerd te hebben, maar dit blijkt uiteindelijk niet zo te zijn. De leerling gaat onderpresteren. De leer/werkstrategie gaan we uitgebreid behandelen in deelvraag 3. Emotionele problemen. Bij sommige leerlingen spelen er emotionele problemen in bijvoorbeeld de thuissituatie. De leerlingen zijn met hun hoofd meer bezig met deze problemen dan met het leren van de stof. Hierdoor kan een leerling gaan onderpresteren Ben Daeter, Hoogbegaafde kinderen (2012), p De Dikke van Dale, z.d. 26 Hoogbegaafdheid in zicht o.l.v. Desirée Houkema, Het Wij-leren team o.l.v. Machiel Karels, z.d. 25

27 Het grootste probleem van onderpresteren is dat de onderpresteerders uiteindelijk vaak een verkeerd of negatief zelfbeeld krijgen. Het kind ervaart namelijk dat het niet aan de verwachtingen voldoet. CONCLUSIE Dat hoogbegaafde kinderen op het reguliere onderwijs tegen problemen aanlopen is na deze deelvraag wel duidelijk. Toch kunnen we niet één lijn trekken in welke problemen de kinderen ondervinden, omdat de hoogbegaafde kinderen onderling verschillen. Er zijn zes profielen waarmee we de hoogbegaafde kinderen kunnen indelen: de aangepast succesvolle leerling, de uitdagende creatieve leerling, de onderduikende leerling, de risicoleerling, de dubbel bijzondere leerling en de zelfsturende autonome leerling. Bij deze verschillende profielen horen ook verschillende problemen. Een groot probleem is het onderpresteren. Dit kan meerdere oorzaken hebben: gebrek aan uitdaging, gebrek aan motivatie, aanpassingsgedrag, emotionele problemen of een slechte werk-/leerstrategie. Al deze oorzaken hebben als gevolg dat de leerling onder zijn niveau gaat presteren en dus zijn talent niet optimaal benut en ontwikkeld. Maar wat is een leerstrategie eigenlijk? En is de leerstrategie van hoogbegaafde kinderen anders dan bij normale kinderen? 26

28 DEELVRAAG 3 Wat is een leerstrategie? ONDERZOEKSMETHODE Wij gaan deze deelvraag beantwoorden aan de hand van een literatuuronderzoek. We gebruiken diverse websites en boeken om te ontdekken wat een leerstrategie is. 27

29 Lars (19 jaar en student biologie aan de Universiteit van Utrecht) heeft uren zitten zwoegen op het leren van zijn tentamen vorige week, maar ziet vandaag tot zijn grote verbazing dat hij een vier heeft gehaald. Hoe kan dit? Lars heeft toch een heel hoog IQ? Aan het begin van ons verslag noemden we het al even: maar 16% van de hoogbegaafden rondt een universitaire opleiding af. Dit is het gevolg van het, in de vorige deelvraag besproken, onderpresteren. Dit onderpresteren kan worden veroorzaakt door een slechte leerstrategie. Maar wat is de relatie tussen een leerstrategie en hoogbegaafdheid? En wat is een leerstrategie eigenlijk? LEERSTRATEGIEËN Een leerstrategie is heel simpel gezegd de manier waarop een leerling het leren aanpakt. Dit gaat meestal volgens een bepaalde strategie, waarbij er stappen gezet worden om het leerdoel te bereiken. Die stappen zijn onder andere; het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, verbanden leggen tussen bestaande en nieuwe kennis en het gebruiken van voorbeelden om dingen te onthouden. Er zijn drie zaken die de leerstrategie van een persoon vormen: 1. Cognitieve leerstrategie 2. Metacognitieve leerstrategie 3. Affectieve leerstrategie COGNITIEVE LEERSTRATEGIE Bij een cognitieve leerstrategie gaat het om activiteiten in het hoofd. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld onthouden, analyseren en structureren van de stof. In ons praktisch onderzoek gaan wij ons vooral richten op het cognitieve deel van de totale leerstrategie. METACOGNITIEVE LEERSTRATEGIE Bij de metacognitieve leerstrategie gaat het over de kennis van het leren zelf zoals het plannen, toetsen of reflecteren. Hiermee kan men zijn eigen cognitieve functioneren beoordelen. AFFECTIEVE LEERSTRATEGIE Je praat over de affectieve leerstrategie als de leeractiviteiten te maken hebben met je emoties en gevoelens zoals motiveren, waarderen, inspannen enzovoort. Deze drie strategieën samen vormen een effectieve leerstrategie. Wel belangrijk om te onthouden is dat een goede leerstrategie voor iedereen anders is. Waar bij de één bijvoorbeeld de cognitieve leerstrategie beter en dus dominant is, zal bij de ander bijvoorbeeld de affectieve leerstrategie beter aanwezig en ontwikkeld zijn. Zoals uit de bovenstaande tekst blijkt, is, ondanks dat het bij iedereen zo verschillend kan zijn, een leerstrategie heel belangrijk, want het geeft richting aan de wijze waarop je de te leren stof onthoudt en kan toepassen. Ondanks dit grote belang, ontbreekt bij hoogbegaafde kinderen vaak elk van deze leerstrategieën en dit is niet eens zo vreemd. Bij hoogbegaafde kinderen is het cognitieve gedeelte extreem goed ontwikkeld. Dit houdt in dat de kinderen onder andere erg goed kunnen onthouden. Eigenlijk kun je het hoofd van een 28

30 hoogbegaafde leerling vergelijken met een spons. Elk druppeltje water dat op de spons valt, wordt opgenomen en gaat er niet zomaar meer uit. Zo kun je het ook zien met de hoogbegaafde kinderen. Alles wat ze horen, wordt meteen opgenomen en weten ze de volgende keer tot in de kleinste details. Hierdoor weet het kind al heel veel voordat datgene echt op school aangeleerd wordt. Voor deze kinderen is er daarom geen strategie nodig om ingewikkelde vragen op te lossen. Ze slaan hierdoor in het leerproces onbewust stappen over. Iedereen probeert, bewust of onbewust, zo efficiënt mogelijk met zijn tijd en energie om te gaan. Dit kan al zitten in de kleinste dingen, zoals alle boodschappen in één keer doen in plaats van eerst naar de supermarkt te fietsen en vervolgens weer op je fiets terug naar de slager te moeten. Zo gaat het ook met leren. Als je leert, leer je jezelf een manier aan hoe jij het snelst en het best kan leren, een strategie. Als je een strategie hebt gevonden die goed bij je past, zal je deze strategie de keren daarop ook gaan toepassen. Wat dat betreft zijn hoogbegaafde kinderen niet anders, ook zij willen zo efficiënt mogelijk met hun tijd en energie omgaan. Dus waarom zou je tijd steken in het ontwikkelen van een leerstrategie als dit toch niet nodig is? Dit klinkt heel fijn, maar op een gegeven moment gaat dit de hoogbegaafde kinderen opbreken. Er komt een moment dat je niet alles van te voren al weet en dat je toch echt een strategie nodig hebt om de moeilijke vragen op te lossen. 28, 29 Voor het volgende gedeelte is het van belang om te weten dat wij het begrip leerstrategie opsplitsen in twee vormen. Namelijk in een algemene leerstrategie die een school hanteert om leerlingen bepaalde dingen uit te leggen en aan te leren. En in een specifieke leerstrategie die een leerling hanteert voor het leren van een bepaalde toets. Deze strategieën worden allebei nog steeds gevormd door de drie boven besproken zaken (cognitief, metacognitief en affectief). 28 Wij-leren team o.l.v Machiel Karels, z.d. 29 Wikibooks, 31 oktober 2011 Fig. 13 : Leerstrategieën Bron: Zelf samengesteld 29

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003) Cijfers 1 Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 2,5% (Vele bronnen) Cijfers 2 Hoeveel A-leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 25% (Cito) Cijfers 3 Welk

Nadere informatie

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders Informatiebrochure voor ouders DE PLUSBUS In deze brochure vindt u algemene & praktische informatie over de plusklas De Plusbus. De Plusbus is onderdeel van Stichting Palludara. Inhoud Hoogbegaafd, nou

Nadere informatie

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen 25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen Soort spel en inhoudelijk doel Dit spel heeft iets weg van Triviant. Het doel van het spel is om in groepjes van min.

Nadere informatie

Spreekbeurt hoogbegaafdheid.

Spreekbeurt hoogbegaafdheid. Spreekbeurt hoogbegaafdheid. Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk? Hoogbegaafdheid is eigenlijk dat je slimmer geboren bent dan andere kinderen. Dat kan je meten met een IQ test. IQ is de afkorting van intelligentiequotiënt.

Nadere informatie

Excellente leerlingen die (niet) excelleren

Excellente leerlingen die (niet) excelleren Talent voor excelleren! KPC, 5 november 2009 Excellente leerlingen die (niet) excelleren Dr Lianne Hoogeveen Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) www.ru.nl/socialewetenschappen/cbo http://www.youtube.com/watch?v=yuldyzvb_ny

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Spreekbeurt Biologie Hoogbegaafdheid

Spreekbeurt Biologie Hoogbegaafdheid Spreekbeurt Biologie Hoogbegaafdheid Spreekbeurt door M. 2703 woorden 25 januari 2015 6,8 11 keer beoordeeld Vak Biologie Hoogbegaafdheid is een bijzondere gave die niet iedereen heeft. Stel dat we 100

Nadere informatie

Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol Hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid De RK Daltonbasisschool St. Plechelmus hanteert het Protocol Hoogbegaafdheid van haar bestuur de Dr. Schaepmanstichting. Dit protocol is in 2009 gemaakt en binnen het bestuur is

Nadere informatie

Voorwoord. Hoogbegaafdheid in kaart

Voorwoord. Hoogbegaafdheid in kaart Voorwoord In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor hoogbegaafde kinderen in het onderwijs. We staan daarmee aan het begin van een leerproces en deze kaarten leveren daar een bijdrage aan

Nadere informatie

Uitgedaagd! De verveling voorbij.

Uitgedaagd! De verveling voorbij. Uitgedaagd! De verveling voorbij. E V A V E R L I N D E N L I E F V A N D U F F E L Inhoud 1. Theoretisch gedeelte Wat is hoogbegaafdheid? Kenmerken van hoogbegaafde leerlingen Niet elke hoogbegaafde is

Nadere informatie

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie? Carol Dweck Wat is Intelligentie? 1 Wat is Intelligentie? Wat is Intelligentie? Meervoudige Intelligentie - Gardner 2 Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek

Nadere informatie

Begaafdheid begeleiden!

Begaafdheid begeleiden! Begaafdheid begeleiden! Hellevoetsluis 24 november 2014 Liesbet Gommans M.Sc. orthopedagoog / schoolpsycholoog Centrum voor Begaafdheidsonderzoek () www.ru.nl/its/cbo 1 Programma Introductie Leren..? Signaleren:

Nadere informatie

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Beleid (hoog)begaafdheid Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Uitgangspunt missie en visie n Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken

Nadere informatie

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat

Nadere informatie

Voorwoord en doel van dit document

Voorwoord en doel van dit document Inhoud Voorwoord en doel van dit document 1 2 Inleiding 3 4 (Hoog)Begaafdheid, een beschrijving 5 6 7 Profielen van hoogbegaafde leerlingen 1. 2. 8 3. 4. 5. 6. 9 Risico s voor hoogbegaafde leerlingen in

Nadere informatie

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen Samenvatting Protocol Excellente leerlingen Visie In de visie van onze school staat dat wij streven naar een optimale ontwikkeling van ieder kind. Het uitgangspunt Voor leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong

Nadere informatie

Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010

Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010 Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010 Inleiding Het primair onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen heeft de laatste jaren steeds meer aandacht gekregen

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en onderpresteren

Hoogbegaafdheid en onderpresteren Hoogbegaafdheid en onderpresteren Onderwijs Praktijk Texel Hoogbegaafdheid en onderpresteren Veel kinderen weten niet dat leren leuk kan zijn en weten niet wat ze nodig hebben om zich minder ellendig te

Nadere informatie

Verslag symposium donderdag 7 juni

Verslag symposium donderdag 7 juni Verslag symposium donderdag 7 juni Als afsluiting van het project OnderwijsBewijs werd 7 juni jongstleden voor de PRE-mentoren van de deelnemende scholen en andere geïnteresseerden een symposium gehouden.

Nadere informatie

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado 0 Inhoudsopgave: 1. Inleiding... blz. 2 2. Doelstelling... blz. 3 3. Doelgroepen... blz. 3 4. Signalering... blz. 4 5. Diagnostische fase... blz. 5 6. Overwegingen

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen productief Dabrowski: overexcitabilities asynchroon gevoelig complex Dweck: FIXED vs growth mindset intens scherpe waarneming plezier in creëren origineel snel opvallend gevoel voor humor rijke fantasie

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid in de klas definities en herkenning

Hoogbegaafdheid in de klas definities en herkenning Hoogbegaafdheid in de klas definities en herkenning Karin Monster Pascal Groen 33 Fotografie Leo van Breugel Giftedness is not a problem to be solved, but an unique challenge to be nourished (Colangelo

Nadere informatie

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid 1 Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster De missie van de Nutsscholen en de NHJ-Poolster Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... 10

Inhoud. Voorwoord... 10 Voorwoord................................................................... 10 Hoofdstuk 1 Wat weten we over leren? Wat is het nut van verrijking?.....................................................................

Nadere informatie

Bijlage 1: Opdrachten bij het boek Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Per groepje van 2/3 uitwerken.

Bijlage 1: Opdrachten bij het boek Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Per groepje van 2/3 uitwerken. Bijlage 1: Opdrachten bij het boek Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Per groepje van 2/3 uitwerken. Hoofdstuk 1: Opdracht 1: Groepsprofiel en de puberteit Bespreek en noteer kort: Hoe je

Nadere informatie

begaafdheid Survivalgids Tessa Kieboom Danielle Verheye in samenwerking met Luc Descamps

begaafdheid Survivalgids Tessa Kieboom Danielle Verheye in samenwerking met Luc Descamps DE Hoog - begaafdheid Survivalgids Tessa Kieboom Danielle Verheye in samenwerking met Luc Descamps De hoogbegaafdheid survivalgids INHOUD Voorwoord......................................................

Nadere informatie

Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol Hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid Inhoudsopgave 1 Wat is hoogbegaafdheid? 2 Visie van de Rank 3 Kansen en belemmeringen 4 Signaleren 5 Diagnosticeren 6 De aanpak in de klas/ buiten de klas 7 Communicatie met ouders

Nadere informatie

Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders

Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders Zorgteam Kompas Gereformeerde Basisscholen Midden Nederland Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders Wat is onderpresteren? Onderpresteren is langdurig minder presteren dan op grond van iemands capaciteiten

Nadere informatie

3/12/2012. Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL

3/12/2012. Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL 1 De realiteit 16 % haalt universitair diploma 30% met IQ > 130: vallen uit op school en op het werk 60% met IQ > 140: vallen uit op

Nadere informatie

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus (Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus Linschoten juli 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Visie... 3 Doelgroep... 3 Signaleren... 4 Onderpresteerders... 4 Onderwijsbehoeften... 4 Begeleiding...

Nadere informatie

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016 Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016 1 vastgesteld dd. 22 april 2014 door MT De missie Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen

Nadere informatie

Eerste Hulp bij Hoogbegaafdheid

Eerste Hulp bij Hoogbegaafdheid Eerste Hulp bij Hoogbegaafdheid Praktisch handboek voor leerkrachten en ouders om vaardig te worden in het begeleiden van (hoog)begaafde kinderen Marian viel in onze opleiding al op als een bijzonder toegewijde

Nadere informatie

7Omgaan met faalangst

7Omgaan met faalangst DC 7Omgaan met faalangst 1 Inleiding Faalangst kan jouw leerprestaties behoorlijk in de weg staan. In dit thema lees je iets over de oorzaken van faalangst en geven we je tips om ermee om te gaan. De inhoud

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Plusklas Informatieavond

Plusklas Informatieavond Plusklas Informatieavond Dinsdag 9 oktober 2018 Welkom Programma o Welkom Even voorstellen Hand-out v.d. presentatie op de site o Over Hoogbegaafdheid Passend Onderwijs voor Hoogbegaafden? Presteren naar

Nadere informatie

Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda

Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda Drs. Mariska Poelman Orthopedagoog/ GZ-psycholoog Coördinator CBO-Groepsscreening Docent ECHA RCSW RU Nijmegen Centrum voor BegaafdheidsOnderzoek

Nadere informatie

De Ploeterklas* OG ZWeM

De Ploeterklas* OG ZWeM De Ploeterklas* OG ZWeM *De naam voor de afzonderlijke groepen wordt met medewerking van de leerlingen bepaald aan het begin van het schooljaar. De Ploeterklas biedt een aanvullend aanbod voor leerlingen

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs - school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs Beleidsplan hoogbegaafdheid 2016 1 2 Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen Doel Op onze school stemmen we ons onderwijs zodanig op de behoeften

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid & school

Hoogbegaafdheid & school Hoogbegaafdheid & school Linda Spaanbroek Alle Dagen Pauze info@alledagenpauze.nl ADHD? Meisje, 7 jaar beweegt vaak onrustig met handen of voeten staat dikwijls van haar plaats op, terwijl zij moet blijven

Nadere informatie

Doelstellingen van PAD

Doelstellingen van PAD Beste ouders, We kozen er samen voor om voor onze school een aantal afspraken te maken rond weerbaarheid. Aan de hand van 5 pictogrammen willen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen

Nadere informatie

Zijnsluik en het handelen van de leraar

Zijnsluik en het handelen van de leraar Zijnsluik en het handelen van de leraar prof. dr. Tessa Kieboom prof. dr. ir. Kathleen Venderickx WIE ZIJN WIJ? Oorsprong Centrum voor Begaafdheids onderzoek - Opgericht in 1998 door: prof. dr. Tessa Kieboom

Nadere informatie

Door Renata Hamsikova IeKu Advies

Door Renata Hamsikova IeKu Advies EEN GIDS VOOR OUDERS JONGE HOOGBEGAAFDE KINDEREN Door Renata Hamsikova IeKu Advies WWW.IEKU.NL IS JE KIND HOOGBEGAAFD? Sommige mensen zullen het misschien belachelijk vinden dat je je kind, dat nog zo

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner Hoe ben jij KNAP??? Je zou talent kunnen omschrijven als ergens heel goed in zijn. Elk mens heeft zo z n eigen talenten. Zelfs de grootste luilak die heeft namelijk een slaaptalent en een lui op de bank

Nadere informatie

Waarom deze presentatie?

Waarom deze presentatie? en Leonieke Boogaard Wat is hoogbegaafdheid? Lezing Pharos 28 januari 2010, Maarssen 1 Waarom deze presentatie? Onderzoek tijdschrift Talent en Algemene Onderwijs Bond (2008) Slechts 6% docenten denkt

Nadere informatie

Ouders, school en leerling: Hoe word je educatieve partners?

Ouders, school en leerling: Hoe word je educatieve partners? Ouders, school en leerling: Hoe word je educatieve partners? prof. dr. Tessa Kieboom prof. dr. ir. Kathleen Venderickx WIE ZIJN WIJ? Oorsprong Centrum voor Begaafdheids onderzoek Opgericht in 1998 door:

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen Inhoud Doelgroep 3 Signalering en diagnosticering 3 Het vertrekpunt 3 Onderwijskundige maatregelen 4 Verrijken en

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet ik? Houd je spreekbeurt over GGNet 1 Houd je spreekbeurt over GGNet Krijg je zelf hulp van GGNet Jeugd? Of je vader/moeder/broer(tje)/zus(je) of iemand anders die je kent? Werkt één van je ouders bij GGNet?

Nadere informatie

Presentatie 8+ klassen op het Zuyderzee College & Emelwerda College

Presentatie 8+ klassen op het Zuyderzee College & Emelwerda College + Presentatie 8+ klassen op het Zuyderzee College & Emelwerda College René Maats & Sonja de Vries-Smits 15 januari 2014 1 Definitie hoogbegaafdheid Bij (hoog)begaafdheid gaat het om mensen die op grond

Nadere informatie

De kracht in jezelf. Hulpprogramma voor leren leren en onderpresteren. Jan Kuipers

De kracht in jezelf. Hulpprogramma voor leren leren en onderpresteren. Jan Kuipers Hulpprogramma voor leren leren en onderpresteren Jan Kuipers Inhoud Voorwoord.................................................... 4 Voor welke kinderen is deze map bedoeld...............................

Nadere informatie

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen 11 1Help: faalangst! Karel heeft moeite met leren. Dat zal wel faalangst zijn! zegt iemand. Een gemakkelijk excuus, want Karel is wel erg snel klaar met zijn huiswerk. Ellen, die ook moeite heeft met leren,

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol begaafdheid op de Curtevenne Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevenneschool.nl www.curtevenneschool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind is uniek en toch lekker samen. en

Nadere informatie

Ouderavond Plusgroep. 15-09-2015 Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen

Ouderavond Plusgroep. 15-09-2015 Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen Ouderavond Plusgroep 15-09-2015 Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen Inhoud 1. Welkom 2. Wat is meer- en hoogbegaafdheid 3. Informatie over de Plusgroep 1. Wat is een Plusgroep 2. Wie nemen deel

Nadere informatie

Open Huis op vrijdag 22 januari 2016 maandag 1 woensdag 3 donderdag 4 februari 2016 Afdelingsleider klas 1

Open Huis op vrijdag 22 januari 2016 maandag 1 woensdag 3 donderdag 4 februari 2016 Afdelingsleider klas 1 (Hoog)begaafd? Met onderwijs op maat, uitdagingen in je eigen interesses en jaren ervaring in onderwijs aan (hoog)begaafden ben je bij ons aan het goede adres! (Hoog)begaafd? Wat is (hoog)begaafdheid nou

Nadere informatie

Hoogbegaafde leerlingen gelukkig in mijn klas!

Hoogbegaafde leerlingen gelukkig in mijn klas! Hoogbegaafde leerlingen gelukkig in mijn klas! Een training voor leerkrachten Leer in drie dagen hoogbegaafde kinderen herkennen, begeleiden en onderwijzen Data: 12 oktober, 2 november en 9 november 2016

Nadere informatie

TALENTENPROGRAMMA/HOOGBEGAAFDENBELEID

TALENTENPROGRAMMA/HOOGBEGAAFDENBELEID TALENTENPROGRAMMA/HOOGBEGAAFDENBELEID Van het woord hoogbegaafd houden we niet zo, het zet de ene groep mensen op een hoger plan en anderen op een lager. Martine Delfos Deze uitspraak van Martine Delfos

Nadere informatie

Het signaleren van begaafde leerlingen met de Prismalijst. Passend onderwijs; ook voor begaafden!

Het signaleren van begaafde leerlingen met de Prismalijst. Passend onderwijs; ook voor begaafden! Berséba studiemiddag begaafdheid - 9 november 2016 Het signaleren van begaafde leerlingen met de Prismalijst Theun Woudwijk Specialist in Gifted Education Johannes Calvijnschool Urk Welke keuze maken we

Nadere informatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.

Nadere informatie

NLP training voor jongeren

NLP training voor jongeren Oosterzijweg 8 e- mail info@ntinlp.nl 1906 AX Limmen website www.ntinlp.nl tel 072 505 35 01 ING bank 65.11.79.939 fax 072 505 22 94 KvK Alkmaar 37065951 NLP training voor jongeren Al 10 jaar organiseert

Nadere informatie

CREATIVITEIT KUN JE LEREN! ICC netwerkdag, 31 mei 2018 Ellie van den Bomen

CREATIVITEIT KUN JE LEREN! ICC netwerkdag, 31 mei 2018 Ellie van den Bomen CREATIVITEIT KUN JE LEREN! ICC netwerkdag, 31 mei 2018 Ellie van den Bomen Programma Wat is creativiteit? Creatieve mensen en hun kenmerken Het creatief proces Hoe herken je creativiteit bij kinderen?

Nadere informatie

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol begaafdheid op de Curtevenne Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevennesc hool.nl www.curtevennesch ool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind uniek en toch lekker samen Niet

Nadere informatie

Signalering van (hoog)begaafdheid

Signalering van (hoog)begaafdheid Bijlage 2 Signalering van (hoog)begaafdheid Bevraag de ouders over het niveau van hun kind, niet rechtstreeks aan de hand van de vragen, maar in een open gesprek. Het gaat om indicatie van een hoge begaafdheid,

Nadere informatie

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen Panamaconferentie 16-17 jan 2014 Greetje van Dijk g.vandijk@onderwijsadvies.nl Doelgericht verrijken Om welke leerlingen

Nadere informatie

Verantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden

Verantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden Verantwoord plus Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden Versie: 29 september 2009 Inleiding Het beleid voor hoogbegaafde leerlingen vormt een onderdeel van het zorgplan van de individuele school. Iedere

Nadere informatie

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol Het opzetten van een beleid voor hoogbegaafde kinderen vraagt kennis over wat hoogbegaafdheid is. Het moet onderscheid kunnen maken tussen een slim kind en een hoogbegaafd

Nadere informatie

Passend onderwijs Boven de Streep. Woensdag 2 december 2015 Annie MG Schmidtschool Hilversum

Passend onderwijs Boven de Streep. Woensdag 2 december 2015 Annie MG Schmidtschool Hilversum Passend onderwijs Boven de Streep Woensdag 2 december 2015 Annie MG Schmidtschool Hilversum De Begaafden Wijzer Marijke Schekkerman, ECHA specialist Hoogbegaafdheid www.debegaafdenwijzer.nl debegaafdenwijzer@upcmail.nl

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

Judith Suyling. kindertherapie ouderbegeleiding. Poppenkast

Judith Suyling. kindertherapie ouderbegeleiding. Poppenkast Judith Suyling kindertherapie ouderbegeleiding Poppenkast 023 525 33 28, Bloemendaal kindertherapie@judithsuyling.nl Nadenken op een bankje Lang geleden, toen Judith nog een klein meisje was, zat zij eens

Nadere informatie

Week van de hoogbegaafdheid: Workshop voor ouders: Opvoeden van je hoogbegaafde kind

Week van de hoogbegaafdheid: Workshop voor ouders: Opvoeden van je hoogbegaafde kind Agenda Workshops Week van de hoogbegaafdheid: Workshop voor ouders: Opvoeden van je hoogbegaafde kind Woensdag 16 maart, 19.30 21.30 uur. Praktijk Karnemelksloot 55. Kosten: 15,00. Aanmelden: stuur een

Nadere informatie

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelgroep:2.1. Wat zijn excellente leerlingen 2.2 Definitie die we hanteren 2.3 Excellente leerlingen in de schoolpraktijk

Nadere informatie

Dyslexie. Een grote tegenvaller. Een vervelend probleem

Dyslexie. Een grote tegenvaller. Een vervelend probleem Dyslexie Een grote tegenvaller Als iemand dyslexie heeft heet dat een dyslecticus. Het meervoud van een dyslecticus is dyslectici. Dyslexie is een woord uit de Griekse taal, het betekent `slecht lezen`.

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Kleuters met een A. En nu?

Kleuters met een A. En nu? Leerlingvolgsysteem Toets Team Kleuters met een A. En nu? Toetsresultaten bij kleuters zijn voor u aanleiding om te handelen, in actie te komen. De noodzaak tot actie geldt voor alle kleuters. Er moet

Nadere informatie

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen Kwadraatonderwijs Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen Hoogbegaafdheid is niet alleen luxe Alle Zevensterscholen verzorgen passend onderwijs. Dat betekent dat we streven naar de beste ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Hoogbegaafden: 6 verschillende typen

Hoogbegaafden: 6 verschillende typen Hoogbegaafden: 6 verschillende typen Helaas laten lang niet alle hoogbegaafde kinderen zien wat ze in huis hebben. Ze hebben zich al op jonge leeftijd leren aanpassen. En zijn daar zo goed in geworden,

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

PERFECTIONISME. www.berenvanjouwweg.nl info@berenvanjouwweg.nl Boomstraat 127A, 5038 GP Tilburg, 06-154 08 602

PERFECTIONISME. www.berenvanjouwweg.nl info@berenvanjouwweg.nl Boomstraat 127A, 5038 GP Tilburg, 06-154 08 602 PERFECTIONISME overgenomen uit; Teaching gifted kids in the regular classroom. Susan Winebrenner, free spirit, 2001. Vertaald en aangepast door Marita van den Hout, 2011, Beren van jouw weg. Het zal u

Nadere informatie

Versnellen zonder drempels. Jo Verlinden, BCO onderwijsadvies Marloes Ottink, IJsselgroep

Versnellen zonder drempels. Jo Verlinden, BCO onderwijsadvies Marloes Ottink, IJsselgroep Versnellen zonder drempels Jo Verlinden, BCO onderwijsadvies Marloes Ottink, IJsselgroep Programma Opening en welkom Brainstorm; wat weten we al over versnelling / verrijking? Wat is versnellen? Een korte

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE op 14 NOVEMBER 2006 IN OLV-college Ilse Dewitte overdonderde het publiek (meer dan 200 ouders en leerkrachten waren aanwezig!) al meteen met een onmogelijke opdracht.

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

Carol Dweck Minka Dumont -

Carol Dweck Minka Dumont - Carol Dweck Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek Interactief: wisselwerking omgeving Mindsets over Intelligentie Mensen met een Fixed Mind-set geloven:

Nadere informatie

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities: Protocol hoogbegaafdheid Rotterdamse Montessorischool December 2017 Inhoud Algemene inleiding... 3 Doel van het protocol... 4 Signalering... 5 Onderbouw... 5 Midden- en bovenbouw... 5 Kerndoelen en verrijking...

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 1 Vera Kleuskens groep 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Wat is E.H.B.O... 5 2. E.H.B.O. vereniging... 6 3. Cursus... 7+8+9 4. Reanimatie en A.E.D....

Nadere informatie

HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk

HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk Enschede, 21 oktober 2014 Hoogbegaafd en. Lianne Hoogeveen HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk Meest gangbaar op dit moment in Nederland (en daarbuiten): een multidimensionaal,

Nadere informatie

Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd

Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd Samenvatting Excellentie kan het beste worden gestimuleerd door het coachen van de persoonlijke

Nadere informatie

Informatie Reflexis PlusKlas. De Wijzen uit het Oosten

Informatie Reflexis PlusKlas. De Wijzen uit het Oosten Informatie Reflexis PlusKlas De Wijzen uit het Oosten Passend onderwijs Maart 2010: opdracht van Reflexisbestuur: beleid maken voor passend onderwijs voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong Een onderwijsaanpassing

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Een klein onderzoek naar de signalering van begaafde leerlingen door medeleerlingen (april / mei 2011).

Een klein onderzoek naar de signalering van begaafde leerlingen door medeleerlingen (april / mei 2011). Praktijkonderzoek rekenvaardigheid en hoge intelligentie Een klein onderzoek naar de signalering van begaafde leerlingen door medeleerlingen (april / mei 2011). In Nederland wordt bij de signalering van

Nadere informatie

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent NTERVIEW In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze Doen waar je goed in bent Ieder mens moet regelmatig keuzes maken. Dat begint al met de keuze voor een bepaalde school, een studie of een opleiding.

Nadere informatie